Begin er maar aan Participatie betekent luisteren naar elkaars (soms verschillende) meningen, laten zien dat je de inbreng van de ander waardeert en dat er ook iets mee gebeurt. Leerlingenparticipatie laat toe dat ook leerlingen hun mening mogen geven over bepaalde domeinen die hen aanbelangen. Domeinen waarvoor we leerlingenparticipatie inzetten kunnen zich binnen en buiten de klas voordoen. Bij sommige domeinen ligt de focus eerder op ‘samen leven’ (afspraken maken, schooluitstap plannen, schoolfeest, drinken tijdens de les,...) en bij andere domeinen ligt het accent eerder op ‘meer leren’ (regeling voor huiswerk, evaluatie, inhouden, hoekenwerk, projectwerk, manier van lesgeven,…) voor elke leerling. Over het algemeen is het eenvoudiger om de domeinen aan te grijpen die zich voordoen binnen het leven in de school dan als het gaat over het leren binnen de eigen klas (manier van lesgeven, de organisatie, aanpak,...). Hieronder worden enkele methodieken beschreven die ondersteunend kunnen zijn voor het reflecteren over:
Waarover willen we het hebben? (domeinen) Hoever willen/kunnen we gaan? (inspraak)
Methodiek 1 Stap1 Brainstorm en verkennen Welke verschillende domeinen zijn er in de klas en op de school? → Hier kun je eventueel met het abc1 werken. of → Schrijf de verschillende kernwoorden op zelfklevende memo’s en kleef deze op het bord. Stap 2 Afstemmen en doorvragen A. Check of iedereen hetzelfde verstaat onder de verschillende kernwoorden. Elk kernwoord kan een aanknoping zijn voor een gesprek. Dit kan onmiddellijk met de hele groep indien de groep niet te groot is. Bij een grotere groep kun je dit beter eerst per duo of per vier bespreken en dan pas in de grote groep. B. De vraag die gesteld wordt is: Waar willen we het met de leerlingen over hebben? Mogelijke kernwoorden zijn: middagmaal, refter, … → Kunnen we proberen om samen met de leerlingen te bespreken hoe zij de middagpauze willen ingevuld zien? Mogelijke kernwoorden zijn: taken, huiswerk → Kunnen we met de leerlingen bespreken wanneer er huiswerk kan gegeven worden? Mogelijke kernwoorden zijn: evalueren, toetsen, rapport → Kunnen we samen met de leerlingen bespreken wanneer het zinvol is om toetsen te organiseren? → of: Kunnen we leerlingen toetsen voor elkaar laten opstellen?
1
Zie bij ‘ Beter samen leven en meer leren voor elke leerling – Methodiekenoverzicht’
1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Begin er maar aan| UGent
Methodiek 2 Stap1 Brainstorm en verkennen Overloop de voorbije week. Welke domeinen komen doorheen een week aan bod in de klas en op de school? Waarover hebben leerlingen eventueel vragen gesteld? Wat heeft zich de voorbije week aangediend? → Schrijf de verschillende kernwoorden op zelfklevende memo’s en kleef deze op het bord. Stap 2 Afstemmen en doorvragen A. Check of iedereen hetzelfde verstaat onder de verschillende kernwoorden. → Vul eventueel aan. Opmerking Om de opstap niet te groot te maken kan men ervoor kiezen om bij aanvang te starten met een ‘veilig’ domein en in dit stapsgewijs verder uitbreiden. Een opdracht voor het bepalen van de domeinen zou kunnen zijn: Geef 3 domeinen die zich bevinden in de klas waarbinnen je iets bespreekbaar wilt maken. Eén van de 3 domeinen moet een domein zijn met de focus op leren.
Methodiek 3 Stap 1 Brainstorm Zet vooraf verschillende domeinen op flappen (bv. inhoud, organisatie, inrichting, evalueren; dit zijn de verschillende domeinen die gehanteerd worden bij (‘de praktijkvoorbeelden’). Voorzie ook één lege flap voor een eventueel nog niet benoemd domein. Laat iedereen bij de domeinen verschillende kernwoorden bedenken. Dit kan door te werken met zelfklevende memo’s en deze op de flappen te kleven of door de mensen de kernwoorden rechtstreeks op de flappen te laten schrijven. Stap 2 Verkennen Iedereen kan de verschillende domeinen en de kernwoorden op de flappen bekijken en indien nodig bij enkele kernwoorden een vraag noteren. De vragen komen op een zelfklevende memo met een andere kleur, of indien dit kan schrijven de deelnemers de vragen met een andere kleurstift op de flappen zelf. Stap 3 Afstemmen Check of iedereen hetzelfde verstaat onder de verschillende kernwoorden. Elk kernwoord kan een aanknoping zijn voor een gesprek. Dit kan onmiddellijk met de hele groep indien de groep niet te groot is. Bij een grotere groep kun je dit beter eerst per duo of per vier bespreken en dan pas in de grote groep. Bespreek ook kort de eventuele vragen zodat iedereen ongeveer hetzelfde verstaat onder de verschillende domeinen. Stap 4 Doorvragen De vraag die gesteld wordt is: Waar willen we het met de leerlingen over hebben? 2 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Begin er maar aan| UGent
Mogelijke kernwoorden zijn: middagmaal, refter, … → Kunnen we proberen om samen met de leerlingen te bespreken hoe zij de middagpauze willen ingevuld zien? Mogelijke kernwoorden zijn: taken, huiswerk → Kunnen we met de leerlingen bespreken wanneer er huiswerk kan gegeven worden? Mogelijke kernwoorden zijn: evalueren, toetsen, rapport → Kunnen we samen met de leerlingen bespreken wanneer het zinvol is om toetsen te organiseren? → of: Kunnen we leerlingen toetsen voor elkaar laten opstellen? Stap 5 Afbakenen Nadat de verschillende domeinen zijn overlopen en vragen ter verdieping erbij zijn geformuleerd, is het nodig om stil te staan bij wat het team al dan niet haalbaar vindt. Dit kan visueel voorgesteld worden. Trek een horizontale lijn op het bord en teken een ‘ijsberg’ die een deel boven en een deel onder de waterlijn zit. Alles boven de waterlijn is haalbaar. Alles onder de waterlijn is niet haalbaar. Wat aan de top van de ijsberg een plaats krijgt is absoluut haalbaar. Wat onderaan de ijsberg hangt is niet haalbaar. Men kan bij deze laatste stap voorzien dat er gesproken wordt in verschillende nuances van haalbaarheid (bv. nu nog niet haalbaar maar wel op korte, middenlange en lange termijn, wat hebben we nodig om dit haalbaar te maken?,…).
3 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Begin er maar aan| UGent