EDUCATIEVE BUNDEL
2
Opdrachten i.v.m. een verhandeling over het boek. In de eerste delen staan enkele opdrachten die vooral met de tekst in het boek te maken hebben. Het spreekt voor zich dat deze opdrachten (Deel 1 tot en met 4) vooral kaderen in de lessen Nederlands. Nadien worden nog enkele elementen meegegeven die een vakoverschrijdend gegeven kunnen vormen. • Het aantal taken en opdrachten hangt af van de opgave van de leerkracht. • Leerlingen kunnen deze opdrachten alleen, per twee of in groep oplossen. • Deze opdrachten moeten ook duidelijk afgelijnd worden in de tijd. Leerkrachten bepalen duidelijk met de leerlingen wanneer de opdrachten afgewerkt moeten zijn. • Niet alle opdrachten zijn voor alle leeftijden. De keuze ligt hier ook bij de leerkrachten.
3
Deel1: Tekstervaring Combineer onmiddellijk na je lectuur het verhaal met • een kleur • een voorwerp • een lied • een gevoel Leg ook in enkele zinnen (een drietal) uit waarom juist deze keuze.
Kies een personage waarmee je het goed zou kunnen vinden. Verduidelijk waarom je deze persoon gekozen hebt.
Kies een personage waarmee je het helemaal niet zou kunnen vinden. Verduidelijk waarom je deze persoon gekozen hebt.
Noteer vijf bijvoeglijke naamwoorden die volgens jou heel goed bij dit verhaal passen. Je kiest geen ‘gewoon’ bijvoeglijk naamwoord (zoals mooi, saai, leuk…), wel een veelzeggend en betekenisvol bijvoeglijk naamwoord. Waarom koos je precies deze?
4
Deel 2: Literaire benadering • Bespreek uitvoerig hoe de spanning in het boek opgebouwd wordt. Welke zijn de belangrijke momenten in het boek? Wat zijn de scharniergebeurtenissen die zorgen voor een nieuwe wending in het verhaal? • Hier en daar vind je in het boek, ondanks de vele ellende, tekenen van hoop. De auteur tracht met een klein vleugje humor de spanning en de ernst van Juniors situatie te relativeren. Hoe en waar doet de auteur dat? Heb je ook enig idee waarom de auteur dit doet? ANTWOORDEN OP DEZE VRAGEN VINDT U OP HET ANTWOORDENBLAD
• Welk fragment in het boek zou je selecteren om voor de klasgenoten voor te lezen? Licht je keuze natuurlijk toe met enkele argumenten. • Stel dat de auteur voor het boek een belangrijke literaire prijs krijgt. Welke prijs zou dat kunnen zijn en schrijf daarover een krantenartikel. • Kopieer enkele recensies over het boek (kun je vinden in de bibliotheek of op het internet), bespreek de argumenten die gebruikt worden en lever commentaar. • Stel je voor dat jij de schrijver bent, aan welke passage heb je met het meeste plezier gewerkt en waarom? • Maak van het verhaal een krantenbericht: voor een kwaliteitskrant of voor een sensatiekrant. • Stel dat je dit boek in de bibliotheek moet inschrijven. Welke trefwoorden, bijvoorbeeld: ‘oorlog, gezinsproblematiek, geweld, detective’, zou je aan dit boek meegeven? Die woorden zijn de verschillende thema’s die in het boek aan bod komen. Noteer vier zulke woorden die zullen dienen als trefwoord om het boek op te zoeken, in de bibliotheek bijvoorbeeld.
5
• Bespreek de cover van het boek. Leg het verband uit tussen titel, ondertitel, cover en het verhaal. Vind je het een mooie cover? Weet je nog wat je eerste reactie was toen je het boek voor het eerst in je handen kreeg? • Wat dacht je bij het einde van het boek? Welk einde verkies je zelf? Wat vond je van het slotwoord van de auteur? Hou je van een happy end of had je liever een open einde gehad? • W-analyse: probeer zo snel mogelijk een antwoord te vinden op de volgende w-vragen. De antwoorden schrijf je kort en bondig uit in enkele volzinnen. Wie? Wat? Wanneer? Waar? Waarom? • Bedenk twee vragen die je aan de auteur zou willen stellen i.v.m. het boek dat je gelezen hebt. • Schrijf een wervende flaptekst van een 15-tal regels voor dit boek. Je kunt op verschillende manieren te werk gaan. Hier vind je een aantal technieken die vaak toegepast worden. - Sommige flapteksten bestaan voornamelijk uit een korte inhoud van het boek. Een deeltje van de plot wordt vrijgegeven, zodat de lezer graag meer te weten wil komen. - In andere flapteksten staat een treffende passage uit het boek centraal. Een smaakmaker die de lezer zin doet krijgen in meer. - Informatie over de auteur stellen lezers ook vaak op prijs. - Ook citaten uit recensies die al over het boek verschenen, horen op de achterflap thuis. Lovende kritiek van belezen critici of uit gezaghebbende bladen of kranten. Heeft het boek al een prijs gewonnen? Is er al een verfilming? Zeker het vermelden waard. Je hoeft niet alle technieken te gebruiken, maar combineren mag en is ook aangeraden. De flaptekst is een onderdeel van de verkoopstrategie van het boek. Hoofdbedoeling is dat je tekst mensen aanzet om het boek te lezen (te kopen)!
6
Deel 3: Creatieve opdrachten • Maak een reclamefolder voor het boek. • Laat een deel van het verhaal in een ander land met een volstrekt andere cultuur spelen. Pas namen en andere uiterlijkheden aan. • Bedenk zelf vijf nieuwe titels voor het boek. Duidelijk toelichten. • Schrijf een lezersbrief waarin je je uitvoerig boos maakt over het boek of over de handel en wandel van een romanfiguur. • Noem minstens vijf problemen die je als regisseur zou hebben als je het boek zou verfilmen. • Stel dat je Junior zou ontmoeten: bouw een evenwichtig interview op met de vragen die je hem zou willen stellen. • Maak een woordveld bij het woord ‘SOMOTRO’ Wat roept SOMOTRO bij je op? Noteer zoveel mogelijk woorden. • Doos met voorwerpen. Stop in een doos vier, vijf, zes, zeven voorwerpen die iets met het boek te maken hebben. Kies voorwerpen die verwijzen naar belangrijke verhaalelementen: de sfeer, het tijdsverloop, de ruimte, de personages, de gebeurtenissen, de verteller… Leg per voorwerp de link met het verhaal uit. • Bespreek vier verschillende foto’s uit het boek. Leg je keuze uit en geef duidelijke uitleg waarom deze vier foto’s jou treffen.
7
Deel 4: Inhoudelijke componenten 4.1. Junior Volgende opdrachten hebben rechtstreeks betrekking op de hoofdfiguur uit het boek: Junior. We geven vanaf hier enkele suggesties die als antwoorden kunnen dienen. Leerlingen kunnen uiteraard andere antwoorden formuleren.
4.1.1. Junior en de mensen die hij ontmoet - opdracht • Junior ontmoet heel wat mensen. Hij ontmoet zowel tegen- als medestanders. • Beschrijf vier mensen die vooral tegenstander van onze hoofdfiguur zijn. • Beschrijf ook vier mensen die Junior eerder willen helpen. • Vind je ook mensen terug in het boek die de twee rollen invullen t.o.v. Junior: mensen die hem zowel helpen als vijandig gezind zijn? Wat is de reden voor die omwenteling van hun gedrag t.o.v. Junior?
4.1.2. Inlevingsvermogen van Junior - empathie • Junior praat in het boek heel vaak tegen zichzelf. We krijgen dus ook een duidelijk inzicht in zijn eigen inlevingsvermogen. Zoek enkele passages (3) op in het boek waarin het inlevingsvermogen van Junior duidelijk naar boven komt. • Schrijf zelf een dag uit het leven van Junior. Situeer eerst in welk deel van het boek jouw gekozen dag thuishoort. Zorg er ook voor dat het inlevingsvermogen van Junior er in aan bod komt. • Probeer vanuit de fantasie van Junior te beschrijven wat hij moet gedacht hebben bij zijn reis door ons land.
ANTWOORDEN OP DE VRAGEN VINDT U OP HET ANTWOORDENBLAD
8
4.2. lepra - Damiaanactie 4.2.1. Lepra: Waar vinden leerlingen de nodige info over lepra in het boek? • Zoek enkele passages in het boek die iets vertellen over lepra. • Hoe denk je dat lepra een mens ziek maakt? Wat is lepra nu precies? Is dat terug te vinden in het boek? • Ga naar de site van Damiaanactie en maak een synthese over de ziekte lepra met de informatie die je op de site vindt. www.damiaanactie.be ANTWOORDEN OP DE VRAGEN VINDT U OP HET ANTWOORDENBLAD
4.3. Straffe citaten uit het boek...
• • • •
De auteur legt nogal straffe uitspraken in de mond van Junior. Hieronder staan er een zestal van die citaten. Leerlingen kunnen met deze citaten heel wat verschillende wegen op. Enkele mogelijk opdrachten: Bespreek twee, drie… citaten zo uitvoerig mogelijk. Rangschik de zes citaten van zeer gevat naar minder gevat. Verklaar waarom je ze zo rangschikt. Ga zelf op zoek naar een gelijkaardig citaat in het boek over Junior. Welk citaat spreekt jou het meest/het minst aan? Waarom?
Citaat 1 Een mensenleven begint bij de geboorte. Het mijne niet. Mijn leven begint hier, op mijn twaalfde. Ik word uitgebraakt door een vieze, smerige goot in een achterbuurt van Kinshasa.
Citaat 2 Terwijl ik zo naar de sterrenhemel kijk die als een deken over me heen ligt, probeer ik me voor te stellen hoe het zou zijn om bij een echt gezin te horen. Twee mensen te hebben die ik mijn mama en mijn papa zou kunnen noemen. Ik vraag me af of kinderen die dat hebben wel beseffen hoe gelukkig ze zijn. Ik heb te eten en hoewel ik een afzichtelijk gezwel heb, ben ik gezond, maar ik heb niemand die echt van me houdt. Er zijn wel mensen die goed voor me zijn, zoals Bibiche en mama Régine en meneer Michel, maar echt van me houden doet niemand. Mijn oren worden nat van de tranen die erin druppelen. Ik veeg de tranen weg en leg mijn vingers tegen mijn mond. Met het puntje van mijn tong proef ik mijn tranen. Ze smaken nog even zout als toen in Kauka.
9
Citaat 3 Nu weet ik echt niet meer wat ik met mijn leven aan moet. Ik voel me weinig meer dan een straathond die elke dag op zoek moet naar eten.
Citaat 4 Mijn wereld bestaat alleen nog uit mezelf, verdwaald tussen akkers waar alleen honger uit de grond schiet.
Citaat 5 Na de maaltijd loop ik naar de bank waarop Constant me heeft gevonden. Ik ga zitten op het half kapotte meubel en staar zonder iets te zien voor me uit. De bank en ikzelf hebben wel iets gemeen. Allebei zijn we voor een stuk vernield, allebei wonen we al jaren in openlucht. Maar de bank zal niet hersteld worden. Hooguit wordt ze ooit vervangen door een nieuwe. Maar met mij ligt het anders. Ik krijg medicijnen en misschien word ik geopereerd. Mij gaan ze wel herstellen. Ik wil weer als nieuw worden, een leven beginnen waarin ik kan dromen over de toekomst. Mijn verval wordt nu een halt toegeroepen, beste bank. Ik sla een andere weg in. Maar troost je, want ik hecht veel waarde aan jou. Je hebt me rust gegeven wanneer ik te moe was om nog te staan. Je hebt me in slaap gewiegd wanneer mijn maag leeg was. En vooral: je stond op de juiste plaats. Je trok me naar je toe omdat je wist dat Constant hier op een dag voorbij zou komen, op zoek naar mij. En daarom zal je voor mij de belangrijkste bank in mijn leven blijven, ook al ben je helemaal kapot.
Citaat 6 Eigenlijk mag ik God dankbaar zijn dat hij me lepra heeft gegeven, want anders was dit allemaal nooit gebeurd.
10
4.4. De brief van Junior EN CONSTANT in het boek. Junior komt zelf nog even aan het woord via een brief die hij schreef naar de lezers van het boek. Voor sommige leerlingen zal hier een vertaling noodzakelijk zijn. Een ideale kans om in de lessen Frans met het boek actief te zijn. Ook de brief van Constant kan gebruikt worden, al is die wat moeilijker dan die van Junior. Mogelijke opdrachten: • Woordenlijsten: laat leerlingen enkele woorden opzoeken in het woordenboek en de betekenis noteren. • Laat leerlingen de brief (of een gedeelte van de brief in groepen) vertalen. • Grammaticaal: bespreek bepaalde zinswendingen, determineer werkwoordsvormen… • Leerlingen schrijven een brief in het frans terug naar Junior.
11
Deel 5: Vakoverschrijdend tewerk... Deel 1 tot en met 4 zijn veelal gevuld met opdrachten die voor het vak Nederlands geschikt zijn. Toch staan al heel wat gevoelsmatige opdrachten in deze eerste vier delen die ook kunnen ter sprake komen in andere lessen (vb godsdienst of zedenleer, maatschappelijk vorming…). Het boek over Junior leent er zich echter toe om er met verschillende leerkrachten uit verschillende vakgebieden mee aan de slag te gaan. Het spreekt voor zich dat het uitwerken van een vakoverschrijdend project steeds ingevuld wordt door de leerkrachten. Afspraken hierover vinden steeds plaats binnen een schoolcultuur en met verschillende vakgroepen (bv. overleg om een opdracht aan de leerlingen te vragen in een moderne taal (Frans, Engels…). Wat hieronder volgt zijn enkele suggesties.
5.1. Bidden Junior is een vrij gelovige kerel. Hij bidt dan ook verschillende keren in de loop van het boek. Voor een leerkracht godsdienst-zedenleer kan het een zeer goede insteek zijn hier iets rond het fenomeen bidden te doen. Leerlingen krijgen bij wijze van oefening enkele verwerkingsopdrachten over ‘bidden’. • Wanneer heeft de leerling in kwestie voor het laatst gebeden? • Wat is bidden? • Welke soorten van bidden bestaan er? • Kunnen leerlingen zich inleven in de rol van Junior? Is het normaal dat hij bidt? Zou je hetzelfde doen in die situatie? • Geloven de leerlingen in het nut van bidden? • Stelling bespreken: “Bidden verandert niet de situatie, maar het verandert de persoon die in de situatie zit.” “Bidden is zinloos.” “Bidden: dat is een hulpmiddeltje als we in de ellende zitten.” “Je mag gerust tegen God schreeuwen: Hij kan heel wat hebben.” -… • Bespreken van artikels over bidden? • Het therapeutisch effect van bidden? Opzoeken van studies hieromtrent?
12
5.2. Kinshasa Kinshasa is een stad die tot de verbeelding spreekt. In de loop van het boek komen enkele gegevens van de stad naar boven, maar een echt beeld is zeer moeilijk te vormen van de omgeving waar Junior probeerde te overleven. Zo is er onder meer sprake van dat de stad vol muziek zit (toeterende auto’s, mensen die roepen, toeters, bellen…), het boek geeft hier en daar een zeer minieme info door in verband met het dagelijks eten in Kinshasa (bv. Malewa), de auteur geeft een beschrijving van de stad op het einde van zijn boek, er zijn in het boek wat foto’s opgenomen. Hier liggen heel wat kansen om verschillende vakken bij deze boekbespreking te betrekken. • Creatieve vakken kunnen leerlingen wat bijbrengen over Congolese kunst, Congolese muziek. • Leerlingen kansen bieden in de lessen plastische opvoeding. • De stad Kinshasa bespreken in de les aardrijkskunde. • Ligging op de wereldkaart van Congo, Kinshasa… -Kinshasa ten opzichte van de evenaar, breedteligging… -Klimaat – geografische gegevens bespreken – eventuele problemen in een grootstad bij extreme weersomstandigheden. -Het kaartje van Kinshasa in het boek van Junior -Foto’s uit het boek bespreken • Wat spreekt leerlingen aan? Wat schrikt hen af? • Hoe interpreteren leerlingen de getuigenis van de auteur op het einde van het boek? • Koken: Wie in een les koken met leerlingen even de Afrikaanse of Congolese toer wil opgaan, kan heel wat gerechten terugvinden op het internet.
13
5.3. Handen Een heel interessant onderwerp om vakoverschrijdend te werken is het thema waar het bij Junior toch vaak over gaat: zijn handen. Junior heeft zelf twee verminkte handen wanneer hij door Constant wordt gevonden: zijn vingers groeien krom, hij heeft wonden… Ondertussen gaat het al heel wat beter met zijn ‘klauwhanden’: verschillende operaties hebben ertoe geleid dat Junior met zijn handen weer volop aan de slag kan. Handen zijn voor mensen van uitermate groot belang; wat zou een mens doen zonder handen? Vroeger werden handen afgehakt als straf voor dieven, dat zegt genoeg. Wie een hand verliest, is een deel van zijn macht kwijt, het leven neemt een immense wending. Er bestaat heel wat materiaal om rond handen te werken en vanuit verschillende invalshoeken of verschillende vakken op school. Enkele suggesties: • Laat de leerlingen de verschillende handen die in het boek aan bod komen beschrijven: biddende handen – gekwetste handen – pijnlijke handen – handen die kwetsen – slaande handen – werkende handen gevende handen – verzorgende handen – bedelende handen – helpende handen – stelende handen leprahanden – zalvende handen – … - Waar in het boek komen al deze verschillende handen aan bod? - Wie zijn de dragers van deze handen? - Zijn het steeds dezelfde personages die dezelfde soort handen gebruiken? - Je zou deze verschillende handen in verschillende vakken aan bod kunnen laten komen. • Laat de leerlingen op zoek gaan naar verschillende afbeeldingen over handen op het net. Er is heel wat te vinden en laat hen bespreken welk soort handen er allemaal bestaan. • Leerlingen kunnen in de lessen plastische opvoeding creatief rond het thema van de handen aan de slag: de eigen hand tekenen, de hand van een klasgenoot tekenen, werken met plaaster, handen boetseren in klei, de handen van Rodin (‘De kathedraal’)… • Er bestaan heel wat liederen over handen. Deze liederen kunnen zeker in de lessen muzikale vorming aan bod komen maar evenzeer in de lessen Frans, Engels… Enkele suggesties – deze liederen zijn terug te vinden op het net. White Lion – All join our hands Willem Vermandere – Met mijn handen Guido Belcanto – Vlammetjes Lenny Kravitz – Empty Hands Jean-Jacques Goldman – Nos Mains Chris De Burgh – Tender Hands Jewel – Hands Ben Harper – With my own two hands
14
• Leerlingen zijn zeker inventief in het zoeken naar teksten over handen en wat er met handen allemaal kan gebeuren. Hierna volgen een aantal teksten die zeker gebruikt kunnen worden. Ze kunnen dienen als teksten voor de les Nederlands, als bezinnende teksten voor de start van een les (godsdienst of gelijk welke les dan ook). • Een combinatie van liederen, teksten en beelden kan zelfs een mooi geheel vormen voor een bezinnend moment op school voor een klas, een jaar, een bezinningsdag…
15
Achtergrondinformatie: Info over lepra algemeen. Volgende tekst biedt een overzicht over de problematiek van lepra. Deze tekst kan dienen als leidraad voor de leerlingen om op zoek te gaan naar de kenmerken van de ziekte, de symptomen, de gevolgen en de behandeling van de ziekte. Verdere informatie is natuurlijk te vinden op het internet. www.damiaanactie.be www.ilep.org.uk/
Vechten tegen lepra De bestrijding van lepra is en blijft één van de prioriteiten van Damiaanactie.
Wat is lepra? Deze ziekte - beter bekend als melaatsheid - wordt veroorzaakt door een bacterie. De besmetting gebeurt door menselijk contact (ademhaling, hoesten, niezen). En de gevolgen zijn vernietigend. De bacterie nestelt zich vaak in huid, neus, mond of keel. Daar verschijnen na een tijdje gekleurde vlekken of knobbels. In de volgende fase tast de ziekte de menselijke zenuwen aan. Met dramatische gevolgen. Zo is lepra een grote oorzaak van blindheid in derdewereldlanden maar ook van gevoelloosheid, die leidt tot infecties, vreselijke verminkingen en uiteindelijk tot de afzetting van ledematen.
Damiaanactie geneest Lepra kan worden genezen. Daarom gaan de gezondheidswerkers, ondersteund door Damiaanactie, van dorp naar dorp. Ze concentreren zich op het opsporen en behandelen van de ziekte. Met een cocktail van verschillende medicijnen kan een leprapatiënt worden gered voor een totale kost van slechts 40 euro. De behandeling zelf duurt 6 tot 24 maanden. Heeft de ziekte blijvende gevolgen, dan helpen onze medewerkers bij de revalidatie. Bovendien pakken we lepra ook als sociaal probleem aan. Met oog voor de mens achter de patiënt, trachten we uitstoting te voorkomen en te zorgen voor reïntegratie.
16
Lepra, de armoedeziekte • OORZAKEN Lepra of melaatsheid wordt veroorzaakt door een bacterie. Deze bacterie werd reeds in 1873 ontdekt door de Noorse wetenschapper Armauer Hansen. Daarom wordt ze ook de ‘bacil van Hansen’ genoemd. Omdat de bacterie zich heel traag vermenigvuldigt, namelijk eenmaal om de twee weken, duurt het lang voordat iemand echt ziek wordt. Tussen de besmetting en de eerste uiterlijke symptomen ligt soms een incubatietijd van 3 tot 7 jaar. Intussen is de ziekte sluimerend aanwezig. • VORMEN Er zijn 2 vormen van lepra: - Pauci-bacillaire lepra (PB) waar men te maken heeft met een relatief laag aantal bacillen. Deze vorm is niet of weinig besmettelijk. De behandeling duurt 6 maanden. - Multi-bacillaire lepra (MB) waarbij er veel bacillen zijn. Deze vorm is erg besmettelijk. Een volledige behandeling duurt 1 tot 2 jaar. De besmetting gebeurt door de ademhaling, hoesten en niezen waardoor bacillen verspreid worden. Die dringen dan weer bij anderen binnen via huidwondjes of via neus en keel. Buiten het menselijk lichaam kan de bacil waarschijnlijk niet lang overleven. De kans op besmetting via voorwerpen of de bodem is dan ook bijna uitgesloten. • GEVOLGEN Deze bacterie zoekt vooral de koelere delen van het lichaam op. Ze nestelt zich daarom vaak in de huid, de slijmvliezen van de neus, de mond en de keel en op de oppervlakkig gelegen zenuwen. Als er zich op één van deze plaatsen een groot aantal bacillen ontwikkeld heeft, ziet men vooral knobbels verschijnen. Soms zijn er zoveel bacteriën aanwezig in het neusslijm dat het neustussenschot helemaal verrot, zodat de zieke een ingevallen neus krijgt. In een latere fase tasten de bacillen de menselijke zenuwen aan, o.m. van het gezicht. De patiënt verliest dan de knipoogreflex. Dat leidt tot uitdroging van het oog, etteren en uiteindelijk blindheid. Het hoornvlies kan ook gevoelloos worden, zodat de zieke niet weet wanneer er door vuil of kleine deeltjes irritatie ontstaat. Lepra is één van de grootste oorzaken van blindheid in de ontwikkelingslanden. Verder wordt ook de motoriek vaak aangetast. Dit geeft verlammingen en deze geven dan weer verstijving van de gewrichten (bv. klauwhanden). Er ontstaan ook verminkingen door enerzijds de aantasting van de zenuwen en anderzijds de ongevoeligheid van handen en voeten. Patiënten verliezen de automatische terugtrekreflexen, die ons beschermen tegen hete of scherpe voorwerpen. De zieke kan zich daardoor kwetsen of verbranden zonder het te weten of voelen. De wonden gaan zweren en infecteren. Ernstige infecties kunnen leiden tot amputaties.
17
Damiaanactie geneest lepra Historiek Van de zoektocht naar een effectief geneesmiddel... Zowat 100 jaar geleden komt er opnieuw aandacht voor lepra, een al eeuwen gekende, maar in onze streken verdwenen, ziekte. Ten eerste omdat Armauer Hansen, een Noors wetenschapper, in 1873 de leprabacil ontdekt. En ten tweede omdat in datzelfde jaar pater Damiaan zich vrijwillig onder de uitgestoten melaatsen op het schiereiland Molokaï vestigt. Toch duurt het nog tot 1941 voor er echt hoop op genezing komt. Met de ontwikkeling van een eerste effectief geneesmiddel. Daarmee kan men een halt toeroepen aan de verminkingen als gevolg van de typische gevoelloosheid die lepra veroorzaakt, maar echt genezen kon toen nog niet. Vanaf de jaren ‘80 wordt lepra behandeld met verschillende nieuwe geneesmiddelen. Deze “polychemotherapie” laat toe om lepra te stoppen en de patiënt op enkele maanden tijd te genezen. ... tot een internationale strijd Damiaanactie en alle andere organisaties die lepra bestrijden, hebben deze behandeling vrij snel veralgemeend. Zo is het aantal nieuwe leprapatiënten op korte tijd flink gaan dalen. Alle organisaties coördineren hun acties binnen een internationale federatie (ILEP) in overleg met de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en de ministeries van Volksgezondheid van de verschillende projectlanden. En ... de aanhouder wint! Dankzij de nieuwe behandelingswijze is het aantal leprapatiënten dat geneest in enkele jaren spectaculair gestegen. Toch is het lepraprobleem nog niet uit de wereld. Jaarlijks worden meer dan 250.000 nieuwe gevallen geregistreerd. In sommige gebieden, zoals in de Indiase deelstaat Bihar, blijft de situatie alarmerend. Elders blijft grote waakzaamheid geboden om een heropflakkering van lepra te voorkomen. In 2008 behandelde Damiaanactie 20.874 leprapatiënten. Ook een sociale strijd. Een ongeluk komt nooit alleen. Getroffen worden door lepra heeft vaak ook dramatische sociale gevolgen. Net zoals pater Damiaan in zijn tijd besteden ook de medewerkers van Damiaanactie veel aandacht aan “de mens achter de patiënt”. Ze trachten uitstoting te voorkomen en zorgen ervoor dat de genezen leprapatiënt zich opnieuw kan integreren in de samenleving.
18
Lepra als sociaal probleem, ook bij ons Lepra is niet alleen een medisch probleem maar heeft ook een sociale betekenis. Een melaatse is geen gewone zieke maar een zieke die bij voorkeur gemeden en verstoten wordt, die lelijk en wellicht ook zondig is. In de middeleeuwen mochten de melaatsen geen contact hebben met de gemeenschap. Zij leefden in afzondering en wanneer ze zich verplaatsten moesten ze met een ratel of klepper hun komst reeds van ver aankondigen, zodat iedereen zich uit de voeten kon maken. Hoewel lepra bij ons nu volledig is uitgeroeid, kwam de ziekte tot de jaren 40 ook voor in Europa. Lijders aan de ziekte werden door de wet ‘dood geacht’ en moesten de samenleving verlaten. Begin de jaren 1900 liepen leprapatiënten in Noorwegen nog rond met een koebel. In vele derdewereldlanden wordt lepra nog steeds gezien als een straf van God. Er heerst een groot taboe op deze ziekte, zodat sommige zieken zich nog steeds liever verbergen i.p.v. zich te laten verzorgen. De strijd vandaag Bij de behandeling van lepra werkt Damiaanactie vandaag op 3 niveaus: 1. Preventie en opsporing Een vroegtijdige opsporing kan verminkingen voorkomen. Preventie is een prioriteit voor Damiaanactie. De gezondheidsmedewerkers gaan van dorp naar dorp op zoek naar mogelijke patiënten. De diagnose kan worden gesteld door de patiënt te onderzoeken op ongevoelige vlekken, in sommige gevallen biedt een microscopisch onderzoek van een huiduitstrijkje uitsluitsel. 2. Behandeling Zestig jaar geleden was een leprapatiënt veroordeeld tot een ellendig leven. Het is pas sinds 1948 dat een goede behandeling mogelijk is door de ontdekking van het medicijn Dapsone. Vanaf 1982 krijgen leprapatiënten een cocktail van verschillende medicijnen, waardoor de zieken sneller genezen. Dit is de polichemotherapie. De behandeling van de ziekte bedraagt afhankelijk van de soort lepra 6 tot 24 maanden. De totale ziektekost van één patiënt bedraagt ongeveer 40 euro. 3. Revalidatie en sociale reïntegratie Van zodra de zenuwen aangetast zijn door de leprabacil is dit onomkeerbaar. Zelfs na genezing blijft de gevoelloosheid van de ledematen zodat onverzorgde wonden snel kunnen verzweren. Revalidatie kan gaan van wondverzorging, ergotherapie en fysiotherapie tot chirurgische ingrepen, en amputatie met aanpassing van prothesen.
19
Aantal leprapatiënten wereldwijd De laatste 15 jaar is het aantal leprapatiënten enorm gedaald dankzij de grootscheepse acties rond opsporing en behandeling die bijna 50 jaar verricht worden in die landen waar lepra endemisch voorkomt. Ook de invoering van de polychemotherapie zorgde mee voor de daling van het aantal patiënten en de besmettingsgraad. In 1991 stelde de Wereldgezondheidsorganisatie volgende doelstelling voor het jaar 2000: uitroeiing van lepra als prioritair gezondheidsprobleem. Een gezondheidsprobleem is prioritair wanneer er 1 of meer personen op 10.000 inwoners aan de ziekte lijden. Wanneer er minder dan 1 persoon op 10.000 inwoners aan de ziekte lijdt, spreekt men niet langer van een prioritair gezondheidsprobleem. Het laatste decennium zijn er meer dan 10 miljoen zieken behandeld en genezen. Dankzij een intensivering van het opsporings- en behandelingsschema sinds 1985 is het aantal landen waarin lepra nog een prioritair gezondheidsprobleem is gedaald van 122 naar 22. Ondanks de daling van het aantal leprapatiënten is komen er jaarlijks nog meer dan 250.000 nieuwe patiënten bij die op tijd opgespoord moeten worden en een behandeling krijgen. Hierbij moeten nog twee à drie miljoen patiënten gerekend worden die blijvende verminkingen hebben en nazorg nodig hebben. Achtergrondinformatie: Damiaanactie Damiaan is over de hele wereld bekend als de eerste echte bestrijder van een vreselijke ziekte: lepra of melaatsheid. Als missionaris heeft hij zijn leven gegeven voor een groep melaatsen op het eiland Molokaï. Hij was een echte doorzetter, een volhouder, een bruggenbouwer ook. Hij had respect voor elke mens: man of vrouw, volwassene of kind, gelovig of niet-gelovig, ziek of gezond. Hij toonde een ongebreidelde inzet voor deze uitgestoten en verlaten kolonie van mensen. Damiaan gaf deze mensen hun waardigheid terug. Damiaanactie wil het werk van Damiaan voortzetten. Lepra is een vreselijke, stigmatiserende ziekte, maar ondertussen is ze perfect geneesbaar. Ooit wil Damiaanactie wereldwijd bekend staan als de laatste echte bestrijder van deze ziekte. Zo zie je maar, waar Damiaan één van de eersten was om lepra te bestrijden, daar zal Damiaanactie hopelijk finaal de laatste zijn om lepra en tuberculose te behandelen. Want Damiaanactie ‘bevecht’ ondertussen ook wereldwijd tuberculose en dit om dezelfde redenen: het is een dodelijke armoedeziekte die mensen uitsluit, maar ze is perfect geneesbaar. Lepra verminkt mensen, tbc daarentegen is een echte killer. In vijftien landen, verspreid over drie werelddelen, werken ongeveer 1500 medewerkers, verplegers, dokters voor Damiaanactie. Hun voornaamste opdracht: mensen sensibiliseren over de ziektes lepra en tbc, de zieken opsporen, behandelen en opvolgen. Waar het kan en waar de nood het hoogst is, probeert men de zieken ook weer in de samenleving te integreren. Deze plaatselijke medewerkers werken met hetzelfde respect, dezelfde volharding en inspiratie als Damiaan.
- codex 198 263, 1081 Brussel - Vrij van zegel V.U.: Rigo Peeters, Leopold II-laan
merci Ik ben Junior. Ik ken je niet. Jij kent mij niet. En toch wil ik je bedanken. Omdat jij en Damiaanac tie mij een nieuw leven hebben gegeven.
40 euro volstaat om iemand van lepra of tbc te genezen.
000-0000075-75 www.damiaanactie.be
Wat gebeurt er dan in ons land? Wel, hier nemen elk jaar opnieuw honderden, bij momenten duizenden vrijwilligers deel aan de campagne van Damiaanactie. Dankzij de inzet van zovele mensen in België kunnen we in het Zuiden per jaar 280.000 patiënten opsporen en behandelen. Hoogtepunt is het jaarlijkse campagneweekend van eind januari: duizenden mensen, allen jong van hart, trekken de straat op om Damiaanactiestiftjes te verkopen. 5 euro per pakje, 8 pakjes voor één mensenleven. Honderden scholen tonen de campagnefilm, die elk jaar een ander actieterrein van Damiaanactie in de kijker plaatst. Junior was ooit de centrale figuur in onze campagne. Maar naast de campagne is Damiaanactie ook gedurende de rest van het jaar actief: mailings, inleefreizen, standen en beurzen, tentoonstellingen, contacten met bedrijven… En verder vinden er steeds weer kleine wonderen in ons land plaats: een klas van het zesde leerjaar gaat op sponsortocht; een parochie houdt een inzameling; een aantal vrienden organiseert een Damiaanactiestand tijdens een festival; mensen trekken op bouwkamp naar India, Congo, Nicaragua of Bangladesh; leerlingen gaan met hun leerkrachten gesponsord fietsen in Bangladesh; koren zingen gospels voor Damiaanactie; mensen storten veertig euro (= één mensenleven) op de rekening van Damiaanactie;… Zo lopen er, met de steun van het nationaal secretariaat te Brussel, honderden acties in ons land. Steeds vanuit dezelfde waarden: respect voor elkaar, volhouden tot er geen lepra en tbc meer is, samenwerken over alle grenzen heen, geïnspireerd door het geloof in een betere wereld. Zo kan Damiaanactie elk jaar duizenden mensen genezen en een betere toekomst bezorgen. Jouw steun, hoe klein ook, is een druppeltje olie dat de wereld beter doet draaien. Want het leven van elke mens is het waard om geleefd te worden. Elke veertig euro, zelfs elke eurocent, betekent een stap dichter bij het ideaal: lepra en tbc uit de wereld helpen.
Het spreekt voor zich dat u ook in de klas de campagnefilm kan aanvragen. In januari of februari komt een animator naar de school om de werking van Damiaanactie actueel en indringend voor te stellen. Meer informatie hierover vindt u op de website of met een eenvoudig telefoontje (02-422 59 13) naar het secretariaat te Brussel. Meer info: www.damiaanactie.be
www.abimo.net
21
ANTWOORDENBLAD DEEL 2.LITERAIRE BENADERING - ANTWOORDEN • Duidelijke wendingen in het verhaal? De keuzes die Junior zelf maakt: zijn keuze voor zelfstandigheid, op eigen benen staan door werk te zoeken; zijn keuze om weg te gaan van Kauka (begin van het boek - “vandaag laat ik alles achter wat ik ooit geweest ben”); de keuze van Junior om toch te gaan bedelen en in het vuilnis te zoeken (hij verliest zijn trots, zijn eer ondanks zijn redenering vooraf dat hij nooit wou worden als die gek - Junior die hier opgeeft in negatieve zin). • Humor en relativering in het boek Ik denk dan onder meer aan Junior die in het begin van het verhaal ‘zijn eerste loon’ ontvangt na het doen van enkele boodschappen. Een mooi moment is het gesprek tussen Junior en Bibiche waarbij Junior haar aan het lachen brengt (een eerste verliefdheid die hier toch wel gesuggereerd wordt...). Junior die zelf zegt dat hij nooit meer iemand mag veroordelen (zoals hij ooit de gek op de vuilnisbelt veroordeelde, zo leeft hij op een bepaald moment zelf...) 4.1.1. Junior en de mensen die hij ontmoet - Antwoorden. • Ondanks de ellende waarin Junior leeft en opgroeit, ontmoet hij toch heel wat mensen die hem niet vijandig gezind zijn. Er zijn mensen pro-Junior, ze willen hem helpen, zijn hem niet vijandig gezind, sommigen zijn zelfs een echte ruggensteun. • De priester – zijn moeder – zus Narcy – broertje Lino – mensen die hem werk geven: Patrice en Nestor – Rashidi – Mama Régine – Michel (werkgever) – de nachtwaker van de melkerij – Bibiche (dochter van mama Régine) – de gek op de vuilnisbelt – pepe (handelaar) – président van het centre de santé – Constant – Papa Alphonse – Carla – Rigo – Jean – Mama José (vrouw van Constant) – God • In de harde samenleving waar Junior moet overleven, ontmoet hij heel wat concurrenten die ook moeten overleven. Er zijn dus ook heel wat mensen tegen Junior, sommigen zijn hem vijandig gezind, zien in hem een regelrechte concurrent, vinden hem afschuwelijk, menen dat Junior een gevaar voor zichzelf en de wereld is. • Tante van Junior – zijn vader – Teba - Marie (verkoopster) – klant van Michel die niet wil dat hij die kippenbouten nog vastneemt – nachtwaker oude melkerij – nachtwaker Damiaanactiecentrum – duizenden mensen die hij ontmoet waarvan hij vermoedt dat ze hem niet moeten… 4.1.2. Inlevingsvermogen Junior – empathie – voorbeelden uit de tekst. • Ik ben zo afzichtelijk dat iedereen me herkent. Het enige voordeel van mijn mismaakte gezicht is dat veel mensen voor me opzij gaan. Alsof ze denken dat mijn bult besmettelijk is. • Een mensenleven begint bij de geboorte. Het mijne niet. Mijn leven begint hier, op mijn twaalfde. Ik word uitgebraakt door een vieze, smerige goot in een achterbuurt van Kinshasa. • Ik loop weg en stop tevreden glimlachend mijn hand in mijn zak. Met mijn vingertoppen betast ik het bankbiljet. Mijn eerste loon. • Volgens mij heeft Rashidi het hier voor het zeggen, want niemand steunt Teba. Rashidi is vijf jaar ouder dan ik en lijkt sterk als een buffel. Ik kan Teba wel begrijpen dat hij geen ruzie wil met hem. Ik zou het ook niet graag met hem aan de stok hebben. Toch vind ik het vervelend dat ze woorden hebben. Omwille van mij moeten vrienden niet uit elkaar gaan, dat wil ik niet. Misschien moet ik morgen gewoon een andere plaats opzoeken? Ik bekijk het wel. • Alweer een leugen. Ik zal straks toch eens een serieus gesprek met God moeten hebben, want hij zal helemaal niet tevreden zijn over mij als ik zo blijf liegen. Ik moet hem vertellen dat het echt niet met opzet was. Ik kon toch moeilijk toegeven dat ik geen geld heb om te eten? Misschien denken ze dan wel dat ik lui ben. Vandaag zal ik hard werken. Dan kan ik vanavond én morgenvroeg eten. Dat lijkt me een schitterend plan. 4.2.1. Lepra – Antwoorden – voorbeelden uit de tekst • Ik heb vandaag een vreemde vlek gezien op mijn buik. Mijn huid is daar lichter geworden. Pijn doet het niet, dus het zal wel niet erg zijn. Stel je voor dat mijn hele huid licht zou worden. • Mijn handen worden erger. Ik krijg mijn vingers niet meer recht, alsof ze voortdurend in een kramp staan. Heel vervelend, want daardoor is het moeilijker om iets vast te pakken. Als drager heb ik dan natuurlijk een probleem. Mijn handen liggen ook open, ze zitten onder de wonden. Het vreemde is dat ik het vaak niet voel als ik me verwond aan een van mijn vrachten. • Zie je? Die zone is helemaal gevoelloos. Hier ook, waar die vlekken zijn. Geen twijfel mogelijk. • Eerst wast hij de wond zorgvuldig met water. Daarna snijdt hij de rand rond de wond weg. Tot mijn verbazing voel ik helemaal niets. • Ik kijk naar zijn handen. Zijn vingers staan wat gekromd, alsof ze verkrampt zijn. • ‘Is het lepra?’ Hij knikt. ‘Maar daar hoef je niet bang voor te zijn, Junior. Dat kunnen we perfect genezen. Maar je moet je medicijnen pakken en het een jaar volhouden. Gaat dat lukken?’ • Het gezwel boven mijn rechteroog wordt steeds groter en ze zegt dat het een teken van de duivel is; dat ik behekst ben.