Raadsinformatieavond Raadsinformatieavond 17 januari 2012 Bijeenkomst: Economische agenda Utrecht 20122012-2018 Hieronder treft u de aangeleverde bijdragen van de mensen die meepraatten.
Bijdrage Jacques Blommendaal, CMU/PBU Samenvatting: Het aandachtsgebied van CMU/PBU is de Binnenstad. De positie van de binnenstad staat onder druk. Het is noodzakelijk om op korte termijn uitwerking te geven aan de ambities zoals geformuleerd op blz. 13 e.v. CM/PBU doen hiertoe concrete voorstellen. Spreektekst: Economische Agenda 2012 – 2018 2018 • Een hoog opgeleide, creatieve bevolking met een hoog inkomen, • een breed aanbod aan onderwijs- en culturele voorzieningen, • een sterk groeiend aantal inwoners, • een compacte historische binnenstad, • en centrale ligging, kenmerken onze stad en zien we samengebundeld terug in de binnenstad. Met zo’n binnenstad heeft Utrecht goud in handen. Hoe kan het dan dat het centrumgebied zo onder druk staat? Niet enigszins zoals wordt gesteld op blz. 13 van de Economische Agenda, maar onder zware druk. Recent gepubliceerd Koopstromenonderzoek toont aan dat in vergelijking met 2004 de binnenstad 1/3 van zijn omzet heeft verloren: € 255 miljoen. Stelt u zich eens voor dat op de gemeentebegroting 1/3 moet worden bezuinigd. Wat zou dat betekenen voor het voorzieningenniveau van onze inwoners? De gemiddelde besteding per bezoeker aan de binnenstad bedraagt € 41. Omzetverlies van € 255 miljoen komt neer op het verlies van jaarlijks 6,2 miljoen bezoekers. Dat is 20x het aantal inwoners van Utrecht. Deze erosie moet worden gestopt! Dat het anders kan bewijst Den Haag. Daar laat de binnenstad omzet-groei zien. Een langdurig en consequent volgehouden beleid van versterking van de openbare ruimte, branding en marketing werpt vruchten af. Den Haag kent al jaren een wethouder binnenstad, een ambassadeur van de binnenstad. Dat heeft de binnenstad van Utrecht ook nodig. Het is een kwestie van willen. Wat Den Haag kan, kan Utrecht ook. Het terug veroveren van verloren terrein is de opgave waarvoor gemeenteraad, college en ondernemers staan. De voorwaarden zijn er en ook instrumenten zoals Centrummanagement en Ondernemersfonds. Waar het nu om gaat is aanpakken en doorpakken. CMU/PBU hebben op 9 januari j.l. voorstellen gedaan. Alle fracties hebben deze brief ontvangen. Wat willen wij? • Een wethouder binnenstad als ambassadeur van de binnenstad. • Kiezen voor de binnenstad als hèt stadscentrum van Utrecht dat in 2018 nationale en internationale uitstraling heeft. • Met gevoel van urgentie uitwerken van een uitvoeringsprogramma 2012 – 2018 tot versterking van de centrumpositie zodat hierover kan worden besloten bij de Voorjaarsnota 2012. • Aanwijzen van een accountmanager binnenstad die samen met ons dit uitvoeringsprogramma in de komende maanden voorbereidt.
)
Bijdrage Xander Coolen, Wijkraad Leidsche Leidsche Rijn Samenvatting: De rol van Leidsche Rijn in de Economische Agenda 2012-2018 is marginaal te noemen. De analyse van de UDB ziet de wijkraad voor het grootste gedeelte als reëel. De oplossingen worden niet echt gedeeld. Spreektekst: De Wijkraad Leidsche Rijn spreekt in namens de bewoners en ondernemers van de wijk. Beleidsstukken zijn daarbij niet vaak aanleiding om in te spreken, maar vandaag wel. Bij de constante stroom van vertragingen in Leidsche Rijn bij de bouw van woningen en voorzieningen wordt te pas en te onpas de huidige economische situatie als reden aangevoerd. Maar waarom staat er in deze economische agenda dan niets fundamenteels over de toegevoegde waarde van dit beleidsstuk voor Leidsche Rijn. Onze wijk wordt vooral gezien wordt als pool van kennis maar wordt vergeten als bron van mogelijkheden. Daarom willen wij in deze bijdrage aandacht vragen om meer aandacht, maar vooral echte plannen te maken voor Leidsche Rijn. Wij ondersteunen daarnaast in grote lijnen de analyse van de Utrecht Development Board, maar plaatsen kanttekeningen bij sommige oplossingen, vooral met betrekking tot het advies om te stoppen met het Leidsche Rijn Centrum. Wij willen beide documenten in hoofdlijnen bespreken, beginnend met de Economische Agenda. De Economische Economische Agenda Utrecht heeft (weer) een nieuwe slogan: Ik ben 18. Deze slogan wordt gebruikt om de kandidatuur van Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 te ondersteunen. Daarin wordt vooral de link tussen jong, cultuur en economie benadrukt. In 1994 is het Vinex uitvoeringscontract getekend voor de start van de bouw van Leidsche Rijn. Leidsche Rijn is dus eigenlijk 18, niet Utrecht. Maar i.p.v. gebruik maken van de kracht van onze jonge wijk worden we (naar onze bescheiden mening) nogal karig toebedeeld in plannen hiervoor. Net als in de Economische Agenda. De Economische Agenda geeft aandacht aan de binnenstad, aan kennisontwikkeling, aan bereikbaarheid, maar vergeet daarbij naar onze mening Leidsche Rijn. Wij vinden het een gemis dat er totaal geen visie lijkt te zijn op de rol van Leidsche Rijn als stadsdeel binnen de stad Utrecht, en dat alle ontwikkelingen die mogelijk zouden kunnen zijn in dit gedeelte van Utrecht niet onderkend worden, althans niet als we deze Economische Agenda goed doornemen. Wij pleiten daarom voor een integraal beleid, gebaseerd op de kracht die onze wijk heeft, m.b.t. de economische en sociale agenda voor de komende 6 jaar. Zonder zo’n beleid zijn wij bang dat binnenkort gaat blijken de woningbouw echt tot stilstand komt, dat alle beloofde en noodzakelijke voorzieningen echt niet gebouwd worden, dat er onvoldoende bedrijvigheid is, dat de bereikbaarheid achterblijft en dat de wijk iedere ochtend leeg stroomt met mensen die de wijk uit willen. Wij denken dat met keuzes (daarover later meer bij de reactie op de brief van de UDB) de economische positie van de wijk juist versterkt, en niet afgebroken zal worden. Aan de hand van een paar speerpunten willen wij graag onze visie geven op de Economische Agenda en de plaats van onze wijk daarin: 1. Toekomstige werklocaties: De grootste werkgever in de stad en in Leidsche Rijn is de ZZP’er. In Leidsche Rijn woont ongeveer 25% van alle ZZP’ers in Utrecht. Maar er is voor de ZZP’er bijna geen kantoorruimte te vinden, geen plekken waar men elkaar kan ontmoeten, of waar men kan lunchen. Als Wijkraad hebben wij daarom geadviseerd om ruimte voor lokale en kleine ondernemers in de plannen te maken. Jammer genoeg is dit advies niet opgepakt en hebben wij er, vier maanden na dato, nog geen reactie op gehad. Wij ondersteunen dit speerpunt, en zien dan ook graag dat ook belemmerende regels voor ZZP’ers en voor locaties waar ZZP’ers elkaar kunnen ontmoeten aangepast worden. 2. Werken in de Wijk: Wijkeconomie; het benutten van de economische potenties: Prima, maar waarom worden lokale ondernemers in Leidsche Rijn dan keer op keer van het kastje naar de muur gestuurd als men een horecazaak wil openen, een poffertjeskraam wil neerzetten, een fietshandel wil starten of een plan heeft voor (tijdelijke) bioscoopruimtes. Het gaat dus niet alleen om beleid maken, maar ook de
regels zullen moeten worden aangepast. Ook daarover heeft de wijkraad in verschillende adviezen haar mening gegeven, maar het is blijkbaar heel moeilijk om dat te veranderen. O.a. ons advies voor een tijdelijke bioscoopruimte, gegeven in september 2011 ging daarover. Ook daar hebben we nog geen reactie op gehad. 3. Investeren in centrumgebied. We begrijpen de rol van het centrumgebied vanuit cultureel, historisch, economisch en logistiek oogpunt. Maar waarom alleen aandacht voor dat bestaande centrum, en niet het Leidsche Rijn Centrum dat nu gebouwd zou moeten worden? Ook opvallend is het feit dat bij het centrumgebied de kandidatuur van Culturele Hoofdstad 2018 genoemd wordt. In de afgelopen jaren zijn bijna alle culturele voorzieningen en activiteiten die initieel voor Leidsche Rijn geoormerkt waren in stadsbrede potjes gestopt, en worden deze niet meer voor Leidsche Rijn gebruikt. En als we dan een fysieke culturele voorziening hebben (de Paperdome) dan wordt die weggegeven. Overal wordt de link tussen culturele voorzieningen en economisch klimaat gelegd, maar in Leidsche Rijn is die er blijkbaar niet. Kortom: focus ook op de rol van de vele beloofde voorzieningen in het Leidsche Rijn Centrum als stimulans voor de lokale economie, zowel in Leidsche Rijn als Utrecht. 4. Duurzaamheid, door dit college als speerpunt genoemd. Maar als iedereen in de stad naar de andere kant van de stad moet gaan (Utrecht Sciences Park) om te werken en te studeren (Uithof), en naar de stad moet gaan voor cultuurconsumptie, dan ga je ontegenzeggelijk verkeersstromen creëren die niet bijdragen aan de verduurzaming van de stad. Er zal binnenkort over de nouw2 gesproken worden: als Leidsche Rijn blijft zoals het is zal dat een toename van verkeerstromen uit de wijk betekenen. En dat past volgens ons niet in het duurzame beleid van dit college. Algemeen gesteld wordt Leidsche Rijn gezien als een plaats waar veel arbeidspotentieel is. Maar we hebben een visie nodig voor de nabije toekomst die niet gebaseerd is op de werkelijkheid van 1994, maar een visie op de toegevoegde waarde die de Nieuwe Utrechter heeft die zich in Leidsche Rijn gevestigd heeft. Hoog opgeleid, kleurrijk, ondernemend, kiezend voor de stad Utrecht en in potentie een belangrijke economische motor voor de stad. In de inleiding van het beleidsstuk wordt aangegeven dat een aanleiding voor dit stuk het feit is dat inwoners van Leidsche Rijn voorzieningen nodig hebben. Maar in het hele stuk vinden wij over de manier waarop dit in beleid wordt omgezet niets terug. Wij vinden dan ook dat Leidsche Rijn een apart speerpunt moet zijn in het Economisch beleid en dat er onorthodoxe plannen moeten komen om de kracht van de wijk te gebruiken. De Brief van het Utrecht Development Development Board Dat brengt ons op de open brief van de UDB. Een heldere analyse van de huidige economische en organisatorische situatie in onze stad. Het is niet aan de wijkraad om inhoudelijk daarop onze visie weer te geven, dus wij zullen vooral de voorgestelde maatregelen bespreken. Allereerst de maatregel om het stadskantoor niet te betrekken. Los van het feit of dat wel of niet slim is, is het alternatief om in het Leidsche Rijn Centrum een kleiner stadskantoor neer te zetten misschien een goede optie. Daarmee investeert de stad in het centrum (geografisch ligt het toekomstig LR Centrum in het centrum van de stad Utrecht) en je geeft als stad een stimulans aan dit centrum. Als Wijkraad weten wij door gesprekken met projectontwikkelaars en winkelketens dat niemand denkt dat het LR centrum in haar huidige vorm ooit gebouwd gaat worden, wat een significante invloed gaat hebben voor de wijk. De bouw van een kleiner stadskantoor in het LR Centrum zal een economische impuls betekenen. Ten tweede de opmerking dat de stad Utrecht niet meer dan twee stadscentra nodig heeft. Hoewel de UDB de eerste is die aangeeft dat Utrecht al twee stadscentra had (de monumentale binnenstad en het jaarbeursgebied) wordt hier een fout gemaakt in de gedachtegang. De UDB stelt dat het LR Centrum …”functies (heeft) die nauwelijks direct voor de wijk Leidsche Rijn relevant zijn”…In de afgelopen jaren is de wijk beloofd dat het LR Centrum een bioscoop, een schouwburg, winkelvoorzieningen, een culturele trekker van formaat, horeca, een intercity treinstation, voorzieningen voor religieuze organisaties, voorzieningen voor ondernemers zou herbergen…en nog veel meer. Bijna alle ondernemers en instellingen die iets in Leidsche Rijn wilde ondernemen op locaties die niet in de plannen van 1994, of in de overeenkomst tussen de projectontwikkelaars en de
gemeente waren opgenomen zijn vertraagd, gefrustreerd, gestopt omdat juist het LR Centrum deze voorzieningen zou herbergen. Het zou dus desastreus zijn als deze maatregel genomen wordt. Wij denken daarom ook dat de UDB dit standpunt zou moeten aanpassen, maar stellen vooral voor dat de raad en het college dit advies niet overneemt. De derde opmerking betreft de fringe places: ruimtes voor tijdelijke invullingen. Dat is ons uit het hart gegrepen. Scholen, studentenwoningen, tijdelijke winkels, uitgaansgelegenheden…er zijn vaak ideeën geweest voor tijdelijke bestemmingen in Leidsche Rijn. Maar altijd komen weer de bestemming- en beleidsplannen om de hoek als ondernemers of instellingen hiermee aan de slag gaan. Dus het benoemen van deze maatregel is niet onorthodox genoeg, we hebben een stadsbestuur nodig die het ook mogelijk maakt om deze fringe places te gebruiken, en niet te verzanden in regelbrei. De projectdirecteur Leidsche Rijn heeft in een eerder advies van de Wijkraad via het antwoord van het college aangegeven dat ze ‘hertenkampjes’ in het Leidsche Rijn Centrum wilde hebben. Wij zouden graag zien dat de projectdirecteur nu ook met plannen komt om die hertenkampjes of fringe places mogelijk te maken. Het onorthodoxe is wat de Wijkraad betreft dus niet een beleidsplan, maar een plan dat uitgevoerd worden. De vierde maatregel betreft studentenhuisvesting. Er wordt terecht geconcludeerd dat er al 20 jaar een probleem is in de stad met studentenhuisvesting. Als je echt onorthodox bent dan stel je voor dat je LR Centrum meer ruimte geeft voor onderwijsinstellingen, en dat je veel studentenwoningen daar gaat bouwen. De appartementenmarkt is grotendeels ingestort, en in het centrum van LR moeten juist veel appartementen verschijnen. Maak dan, analoog aan de MAX-campus, studentenwoningen. Studenten wonen dan in een centrum, op 5 minuten met de trein van de oude stad, richting het zuiden kunnen ze instappen in de tram die tegen die tijd doorgetrokken. Studenten leveren roering, horeca en kennis op. Wees onorthodox, denk na over dit probleem en combineer vraag en aanbod. Conclusie De UDB stelt dat …“Utrecht is niet gewend vanuit een gevoel van succes en kracht te opereren”… Dat klopt. Maar Leidsche Rijn wel. Laten we daarom Het Nieuwe Werken, Het Nieuwe Winkelen, de Nieuwe Utrechter combineren en in Leidsche Rijn vanuit die krachten en concepten een (economisch) beleid ontwikkelen dat toekomstbestendig, maar ook vooral van deze tijd is. Er zijn voldoende ondernemers en inwoners die mee willen doen. Er is voldoende potentie.
Bijdrage Jos Kloppenborg, Kracht van Utrecht
‘Kracht van Utrecht’ is een initiatiefgroep van bewoners en experts, die zich inzetten voor leefkwaliteit, bereikbaarheid en gezondheid in Utrecht in de 21e eeuw. Op 22 april 2009 publiceerden wij de ‘Kracht van Utrecht’. In de Kracht van Utrecht schetsten wij een alternatief voor de gangbare wijze van besluitvorming over (Rijks)infrastructuur: meer asfalt. Welbewust niet als verongelijkte klaagzang, maar als loflied op de veelzijdige kwaliteit en eigen kracht van de Utrechtse regio, die nog slechts op een gebied tekort schiet: het oplossend vermogen waar het gaat om de mobiliteitsopgave. Eind december publiceert het Utrecht Development Board hun open brief aan de stad. En veel erin herkennen wij en spreekt ons zeer aan: - Ga uit van eigen kracht! - Durf keuzes te maken. Niet alles kan tegelijk. - Schep ruimte voor creativiteit. - Denk sterker vanuit regionaal perspectief. - Zoek nieuwe vormen van partnership. - Kwaliteit van woon- en leefklimaat is ook economisch van groot belang. Waar het de problemen op het gebied van bereikbaarheid en een gezonde leefomgeving betreft vonden wij het UDB ineens zo voorzichtig. Alsof men zich toch wat wil inhouden. Vandaar nog een aanvulling van onze kant, die wij eigenlijk wel in lijn vinden met het genoemde betoog. Crisis verscherpt de focus. Biedt ook kansen om eens op te houden met wat aardig lijkt op verlanglijstjes, maar niet van cruciaal belang voor de toekomst. Of zelfs verwerpelijk omdat het weggooien van geld is. Naast een toevoeging van nog meer lege kantoor- en bedrijfslocaties vinden wij het verbreden van de bak in Amelisweerd (honderden miljoenen euro’s voor het verschil tussen 2x6 en 2x7) een voorbeeld van desinvestering. Als we daarentegen nu –in een tijd dat nieuwbouw is vertraagd- versneld inzetten op een kwaliteitssprong in het fiets- en OV netwerk maken wij gelijk een inhaalslag op het gebied van de bereikbaarheid in plaats van : eerst huizen bouwen en dan pas aan ontsluiting denken, zoals wij het de afgelopen 15 jaar hebben meegemaakt. Overigens plaatsen wij een kanttekening bij het voorstel van het UDB om Leidsche Rijn Centrum af te waarderen. Het is natuurlijk wél een locatie die in de toekomst wel goed als multimodaal knooppunt kan functioneren, en daar hebben we al zo weinig van. Profileer het dus op dat aspect, en zie af van locaties die veel minder per OV of fiets zijn te bereiken. Wat de huidige locaties betreft: kijk ook of je de bereikbaarheid per fiets of OV kunt verbeteren in kwaliteit. Waarbij geldt dat fietsmaatregelen al snel kunnen worden gerealiseerd. Enkel kiezen voor stationsgebied en binnenstad betekent de bereikbaarheidsopgave nog complexer maken. Nog enkele opmerkingen over de gemeentelijke nota. Goed dat er aandacht is voor duurzaamheid en goed dat wordt ingezet op combinaties wonen/werken en werkplekken voor starters direct in de buurt. Het nieuwe werken in de 21e eeuw. Als achtste punt in de gemeentelijke agenda zien wij een paragraaf over bereikbaarheid, waarin veel wordt overgenomen van het concept Ambitiedocument. Daar staan veel aardige dingen in, maar wij hebben al eens aangegeven dat wij in het ambitiedocument nu juist een beleidsopgave en -aanpak missen op het gebied van goederenvervoer en distributie. Ook vergt een andere economische agenda (meer uitgaan van woon/werkmilieus) wellicht een bijstelling van de lijn van het ambitiedocument. Daarnaast denken wij dat de afwenteling van verkeer van stadsboulevard naar de snelwegring veel te makkelijk gedacht. En dat brengt mij weer even terug naar de brief van het UDB. Terecht heeft het UDB aandacht voor gaming. Dat is niet alleen maar een economie in opkomst, maar ook een die je direct in Utrechts verband kunt benutten. Maak die verbinding tussen simulatie en participatie. Gaming kan effecten van complexe besluitvorming zichtbaar maken, op een manier die voor bewoners interessant is. Concreet noemen wij hier maar even verkeerssimulatie: onderlinge effecten van snelwegen en stedelijke verkeersafwikkeling. Of: simulatie van parkeergedrag bij verschillende beleidsopties. Dat zou wel eens heel leerzaam kunnen zijn. Benut creativiteit van en in de stad. In Utrecht wonen en werken ontzettend veel jonge creatieve professionals en oudere slimmeriken die nu vrijer zijn in hun bestaan, die een flink
potentieel aan denk- en doekracht vertegenwoordigen dat te weinig wordt benut. Wees niet bang voor kritiek, maar daag mensen uit om mee te denken.
Bijdrage Michaël Kortbeek, voorzitter voorzitter Kamer van Koophandel Wat vindt de KvK cruciaal? Dat is het ondernemerschap, en de ruimte die ondernemers hebben. In Utrecht zijn er diverse clusters van economische activiteiten die van groot belang zijn voor de stedelijke economie. Daar hebben wij onderzoek naar gedaan. -financiële en zakelijke dienstverlening, -ICT en creatieve industrie, -transport en logistiek, -zorg en life sciences -bouwen en ontwerpen. De inspanningen moeten erop zijn gericht om het functioneren van de bedrijven in deze economische clusters optimaal te faciliteren. Natuurlijk heeft het nieuwe topsectorenbeleid van het ministerie van EL&I daarmee een directe relatie. Van groot belang is de randvoorwaarden voor ondernemers te verbeteren en samen met bedrijven nieuwe kansen te pakken. Voorbeelden van het laatste zijn bijvoorbeeld de projecten Port of Utrecht, de A12-zone en de bouwlogistiek. Waarom is een helder economisch beleid noodzakelijk, ook in Utrecht? In de Economische Agenda wordt terecht geconstateerd dat Utrecht een sterke economie is. Wij mogen inderdaad onze zegeningen tellen. Utrecht heeft veel troeven in handen om met vertrouwen de economische toekomst tegemoet te zien! En toch…… Er is een economische recessie gaande. De verwachtingen van ondernemers voor de toekomst, zoals wij die periodiek peilen, geven geen positief beeld. Dit geldt zowel voor hun verwachtingen over de omzet als voor hun verwachtingen over het personeelsbestand. De werkgelegenheid in de stad staat op het spel. Verder zijn er ontwikkelingen op de vastgoedmarkt die grote zorgen baren. Omvang en aard van vraag en aanbod lopen in toenemende mate uit de pas. Directe uiting daarvan is leegstand in diverse deelmarkten. Voorts vraagt de arbeidsmarkt de komende jaren veel aandacht. Want ook daar gaan vraag en aanbod uiteen lopen, in die zin dat er in deze regio overschotten gaan ontstaan bij de lagere opleidingsniveaus en juist tekorten bij de hogere. Tenslotte heeft Utrecht nog een flinke slag te maken als het gaat om haar internationale profiel. Mij lijkt de samenwerking met de metropoolregio Amsterdam cruciaal; daar worden nu reeds door de gemeente concrete slagen in gemaakt, prima! Dat brengt mij erop om te pleiten voor meer regie en samenwerking om de kracht van de Utrechtse economie te waarborgen. Het rijk zet momenteel zwaar in op overeenstemming over ruimtelijke, economische en infra-ontwikkelingen op het niveau van de Noordvleugel van de Randstad. O.a. in de aankomende Gebiedsagenda 2.0 van het Rijk zullen op dit niveau afspraken tussen regio en rijk gemaakt gaan worden. De regio Amsterdam is daarbij een krachtige partij. Daar is een Economic Development Board actief. Dat is een samenwerkingsverband van diverse overheden onderwijsinstellingen en private partijen, met een heldere en krachtige visie op de economische ontwikkeling van de Amsterdamse regio. Door de provincie Utrecht, de Taskforce Innovatie Utrecht, KvK, HU en UU worden nu ook aanzetten gedaan om te komen tot een provinciale Economic Development Board Utrecht. Hierdoor kan Utrecht zich krachtiger neerzetten als het gaat om rijkssubsidie en de nationale en internationale profilering. Dat gaat dus verder dan alleen de stad. De economische agenda 2012-2018 En dan de gemeentelijke Economische Agenda 2012-2018. Ik vind de analyse en het toekomstperspectief goed. De 8 speerpunten en hun uitwerking zijn ook goed. Maar meer focus en fasering zijn op hun plaats. Een concrete actieagenda kan daarbij helpen. Het is zinvol én noodzakelijk om het bedrijfsleven daarbij te betrekken. Dat betekent wel dat
het gesprek met de stad nog uitvoeriger dan tot nu toe moet worden gevoerd en dat de zaken die bedrijven zélf van belang vinden hun plek krijgen. Dan in het kort de 8 speerpunten. 1. Toekomstbestendige werklocaties KvK is het helemaal eens met de opgave zoals verwoord in de agenda. Wij zullen helpen met twee onderzoeken. Een inventariseert de wensen van de bedrijven, dat is immers de basis. Heet “Bedrijven onder dak”. Het andere is een omvangrijk onderzoek naar de ontwikkelingen in het bedrijfsvastgoed en kantoren. Delen we graag met partijen. 2. Werken in de wijk Stimuleren van het ondernemerschap in de wijken ligt de KvK na aan het hart. Eens met de opgave. Wel is het zo dat ‘regelgeving op maat’ gewenst is. Een ondernemer moet kunnen groeien en moet flexibel zijn. 3. Investeren in centrumgebied Het centrum is het visitekaartje van de stad, maar staat heel sterk onder druk. De omzetverliezen zijn groot. Gelukkig ondergaat het Utrechtse centrum in de komende jaren een ingrijpende verbouwing. Hard nodig, ook het bedrijfsleven juicht dat van harte toe. Wij willen echter wel dat ook nú de bereikbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte goed op peil blijven. Bovendien wil het bedrijfsleven dat de stad qua winkeltijden meegaat in de vaart der volkeren. Tenslotte wordt door de gemeente voorgesteld het centrum te ‘vergroten’. Let daarbij goed op het feit dat we te maken hebben met economische krimp; bouw niet voor de leegstand! Zie ook de brief van de UDB. 4. Verduurzamen economie Grote delen van het bedrijfsleven zijn natuurlijk al bezig met duurzame ontwikkeling, zowel op het gebied van bedrijfsprocessen als bijvoorbeeld mobiliteit. Het moet passen in de bedrijfsvoering van ondernemers. Werk samen met het bedrijfsleven om tot resultaten te komen en leg het niet van bovenaf op. 5. Stimuleren werkgelegenheid Op het belang hiervan kan ik niet genoeg hameren. Het recente arbeidsmarktonderzoek van de KvK laat zien dat in de nabije toekomst forse discrepanties kunnen worden verwacht. Mijn pleidooi is: speel in op de behoeften van de bedrijven in de stad en bedien hun arbeidsbehoefte goed. Zorg ervoor dat de bestaande werkgelegenheid voor ook de lager opgeleiden behouden blijft; koester de bedrijven die daar nu voor zorgen, bijv. in bestemmingsplanregelingen. En trek nieuwe bedrijven aan waar dat mogelijk is. Zoek daarbij de samenwerking met andere overheden, zoals de provincie en de Noordvleugel. 6. Kenniseconomie en kennisvalorisatie De samenwerking in het innovatie- en topsectorenbeleid juich ik van harte toe. Ik wees er al eerder op dat het gewenst is om de regionale samenwerking te verbreden, en wel in de vorm van een provinciale Economic Development Board Utrecht. Kan een belangrijke rol spelen in een verdergaande ontsnippering en samenwerking rond TFI, USP, Utrecht Valorisatie Centum, Utrecht Sustainability Institute, etc. Gemeente moet zich daar ook hard voor maken. Focus in Agenda is 2018, moet zijn 2012! Laten we niet vergeten, dat er de komende jaren voor meer dan een miljard geïnvesteerd gaat worden in het USP, dat steeds meer het sciencepark van de grote research organisaties wordt. 7. Goede dienstverlening aan ondernemers In het toekomstige ‘Ondernemersplein’ zet de KvK, samen met andere organisaties, de dienstverlening aan ondernemers voort, bij voorkeur in een één-loket setting. Vermindering van de regeldruk is essentieel voor ondernemers. 8. Bereikbaarheid Veel ruimte voor openbaar vervoer, de fiets en de voetganger staat voor mij niet ter discussie. Daarmee wint de stad aan aantrekkelijkheid, economische welvaart en duurzaamheid. Toch moeten àlle vervoerswijzen hun plek krijgen, ook de auto. Dat het doorgaande autoverkeer uit de stad wordt geweerd ondersteun ik. Maak het echter voor
bestemmingsverkeer optimaal mogelijk om het centrum en de andere werkgebieden in de stad te bereiken. De open brief aan de stad van de Utrecht Development Board Een korte reactie: Eens met de analyse, dat we niet moeten rekenen op natuurlijk herstel. Laten we zeker naar een aantal van de onorthodoxe maatregelen kijken. Het Stadskantoor, de 3 stadscentra, jongerenhuisvesting, serious gaming. Ik zie in de 3e boodschap van de UDB - nieuwe partnerschappen - steun voor het idee om verdergaand samen te werken in de triple helix a la de Ams dvpt Board. Ik dank u wel.
Bijdrage A.J.J. Verbunt, ondernemer, MKB NL Samenvatting: Om een herhaling van zetten op die avond te voorkomen bij deze summier de essentie. Op de avond zelf zal ik mij aansluiten bij vorige sprekers daar waar overlap is. Indien nodig zal ik aanvullen. De kern is: Alleen op een gezonde economische basis kan Utrecht als stad van kennis en cultuur een succes blijven. Er zijn volop signalen dat die gezonde basis onder druk staat. Het is daarom zaak dat economie in het beleid van Utrecht sterker en met concrete punten wordt aangezet. De verkenning 2012-2018 is een mooie start maar dient in concrete actie te worden vertaald en mist een aantal punten. Ondernemers van Utrecht willen aan de invulling hiervan structureel bijdragen. De vraag is hoe de gemeente Utrecht hier concreet aan tegemoet komt. Spreektekst: Alleen op een gezonde economische basis kan Utrecht als stad van kennis en cultuur een succes blijven. Er zijn volop signalen dat die gezonde basis onder druk staat (zie bijvoorbeeld leegstand kantoren, bedrijventerreinen, koopstromenonderzoek, etc.). Het is daarom zaak dat economie in het beleid van Utrecht sterker en met concrete punten wordt aangezet. De verkenning 2012-2018 is een mooie start, maar dient in concrete actie te worden vertaald en mist een aantal punten (met het benadrukken van vervoer per fiets alleen komen we er niet). Ondernemers van Utrecht willen aan de invulling hiervan structureel bijdragen. De vraag is hoe de gemeente Utrecht hier concreet aan tegemoet komt? Tijdens de discussie die avond kan nader invulling gegeven worden aan punten die extra aandacht vragen en suggesties hoe e.e.a. stevig te verankeren in het gemeentelijk beleid.
Bijdrage Nathan Rozema, Labyrinth Labyrinth Samenvatting: O.a, Meer aandacht voor vakmanschap en aansluiting vmbo mbo, meer kruisverbanden en innovatie, meer ambitie en urgentie Spreektekst: Teveel nadruk Op HBO plus en cultuurondernemers, te weinig naar d meerderheid v jongeren die hier opgroeit, teveel aandacht collectieven,