Gemeente Rotterdam
Adriaan Visser Wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad, en Sport
College van Burgemeester en Wethouders
Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 3011 AD Rotterdam Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Website: www.rotterdam.nl E-mail:
[email protected] Fax: 010-267 35 60 Inlichtingen: Arjan van den Berg Telefoon: 010-2673186
Commissie ZOCS
Dienst: MO Kenmerk: 16MO06393 - 16bb4907 Datum: 16 juni 2016 Betreft: Toelichting op onderdeel Sportvoorzieningen Voorjaarsnota
Geachte commissieleden,
In de Voorjaarsnota 2016 is aangegeven dat het college de budgetten voor sportvoorzieningen wil intensiveren met C 6 mln per jaar, waarvan C 4 mln structureel en C 2 mln driejarig. In de Voorjaarsnota is deze intensivering op hoofdlijnen omschreven. Met deze brief geef ik u een inhoudelijke en financiële specificatie en een toelichting. Financiële inzet Hieronder ziet u een specificatie van de financiële inzet voor de verschillende maatregelen die onder de intensivering vallen. Maatregelen 2017 Sportvoorzieningen basis op orde
Eigenarem/groot onderhoud Bedrijfsgebonden onderhoud Onderhoud opstallen verenigingen Onderhoud algemeen Beheer hockeyvelden Gymzaal Heijplaat
2018
2019
912 1.200 1.284
912 1.200 1.284
-
-
516 88
2020
912 1.200 -
196 1.200 -
516 88
1.284 516 88
516 88
375
375
375
375
1.125 200 300
1.425 200 -
1.425 200 -
1.425 200 -
6.000
6.000
6.000
4.000
-
Kwaliteitsslag sportvoorzieningen
Vervanging hybride velden door kunstgras Kwaliteitsslag sportcomplexen Verdubbeling 1/3 regeling Subsidieregeling duurzaamheidsportclubs
m Q CD
Toelichting algemeen De sportvoorzieningen vormen de hardware van het sportbeleid. Voor de beleidsdoelstelling om alle Rotterdammers zo veel mogelijk te laten sporten en bewegen, is een kwalitatieve en kwantitatieve goede infrastructuur aan sportvoorzieningen een noodzakelijke voorwaarde. Het college heeft daarom bij de Voorjaarsnota voorgesteld om substantieel extra middelen in te zetten voor de verbetering van de sportvoorzieningen. Er is hierbij een tweeslag gemaakt in “sportvoorzieningen basis op orde" en "kwaliteitsslag sportvoorzieningen”. Bij de basis op orde gaat het om het op het gewenste conditieniveau brengen en borgen van de bestaande sportvoorzieningen en om het bewerkstelligen van een gelijk regime van beheer voor sportclubs. De kwaliteitsslag omhelst maatregelen die gericht zijn op het verhogen van de kwaliteit van sportvoorzieningen en/of het uitbreiden van de gebruikscapaciteit. Toelichting oer maatregel “sportvoorzieningen basis op orde"
Eigenaren-/groot onderhoud Dit betreft het eigenaren (of groot) onderhoud van de sportvoorzieningen (zwembaden, sporthallen, gymzalen en sportterreinen), waarvan het vastgoed in eigendom is van de gemeente. Het gaat hier om onderhoud van het gebouw zelf of van het complex. Op basis van een recente externe schouw naar de indoorsportvoorzieningen (zwembaden, sporthallen en gymzalen) blijkt dat, op drie gymzalen na, al deze accommodaties voldoen aan het vastgestelde conditieniveau 3 (sober en doelmatig). Er is dus geen sprake van stelselmatig achterstallig onderhoud op dit gebied. Echter: bij het vaststellen van het conditieniveau geldt dat dit een gemiddelde betreft van de verschillende onderdelen van de accommodatie. Een gemiddeld niveau 3 kan betekenen dat de accommodatie er toch armoedig uit ziet, omdat bijvoorbeeld de gevel op een lager niveau zit, maar andere onderdelen van het gebouw op voldoende of een hoger niveau. Het college vindt het belangrijk dat de sportvoorzieningen voldoen aan het vastgestelde conditieniveau, maar ook esthetisch een goede uitstraling hebben. Daarom wil het college de komende drie jaar š 912.000,- per jaar toevoegen aan het budget groot onderhoud om, bovenop de reguliere meerjarenonderhoudsplannen, een onderhoudsplusprogramma uit te voeren, dat zich specifiek richt op de verbetering van de kwaliteitsuitstraling van die sportvoorzieningen, waar dat noodzakelijk is. Bedrijfsgebonden onderhoud Het bedrijfsgebonden onderhoud van de gemeentelijke sportvoorzieningen is het onderhoud aan de binnenkant van het gebouw. Zoals het reguliere verfwerk (muren, kozijnen), onderhoud en vervanging van sportvloeren, tegels en verlichting, de akoestiek, de bergingen, de apparatuur, hekwerken, hang en sluitwerk, e-apparatuur, cameratoezicht, etc. Om de meerjarenonderhoudsplannen voor dit bedrijfsgebonden onderhoud te kunnen uitvoeren op conditieniveau 3, is jaarlijks een budget van 6 3,2 mln benodigd. Bij de overgang vanuit het deelgemeentebestel (BMR 14+) is in 2014 hiervoor een structureel budget van maar C 2 mln vanuit de gezamenlijke deelgemeenten overgedragen.
Blad:
3/6
Een jaarlijks tekort van C 1,2 mln betekent dat diverse onderhoudsactiviteiten (zoals tijdige vervanging of reparatie van sportvloeren of tegelwerk, het aanbrengen van draadglas en bewegwijzering, het treffen van duurzaamheidsmaatregelen, de aanbreng van externe bergingen bij gymzalen en het aanbrengen van modems en internetverbindingen) niet of slechts deels kunnen worden uitgevoerd. Dit leidt tot ongemakken bij de gebruikers van de sportvoorzieningen en soms tot onveiligheid. Daarom heeft het college voorgesteld dit tekort op het budget bedrijfsgebonden onderhoud structureel bij te plussen metC 1,2 mln.
Opstallen verenigingen De clubgebouwen, kantines en vrijwel alle kleedkamers (ook wel: "de opstallen") op de veldsportcomplexen zijn in economisch eigendom van de sportverenigingen. Het onderhoud en beheer is een volledige verantwoordelijkheid van de veldsportverenigingen. De verenigingen kunnen daarbij financiële steun verkrijgen op basis van de met ingang van 2016 vastgestelde 1/3-regeling. In juni 2015 is de motie Financiering vervanging sportaccommodaties van het CDA aangenomen. Deze motie draagt het college op onderzoek te doen naar de onderhoudsstaat van de opstallen (kantines, kleedkamers, clubgebouwen) van veldsportverenigingen en met een financieringsvoorstel te komen tot wegwerken van het daarin geconstateerde achterstallig onderhoud en vervangingen. Eind 2015 is door een extern bureau een schouw gehouden bij 66 van de 92 accommodaties. Dit rapport heeft u op 2 maart 2016 ontvangen. Het college heeft bij de Voorjaarsnota voorgesteld om een incidenteel budget van C 2,568 mln (verspreid over 2017 en 2018) in te zetten om het onderhoud van de opstallen van de sportverenigingen op het gewenste niveau te brengen, conform de genoemde technische maatregen in het externe adviesrapport. Nadere uitwerking hiervan treft u aan bij het afdoeningsvoorstel van de genoemde motie, dat u uiterlijk 1 augustus 2016 ontvangt.
Onderhoud algemeen Voor 2019 is een eenmalig budget van C 1,284 mln voor onderhoud algemeen opgenomen. Dit budget betreft de mogelijke overloop van de bovengenoemde drie maatregelen en dient ter dekkingvan onvoorziene knelpunten die bij de uitvoering van de maatregelen zich mogelijk zullen voordoen. Te zijner tijd volgt hierover een bestedingsvoorstel.
Harmoniseren beheer hockeyvelden Voor de velden van hockeyverenigingen is er historisch gezien een situatie wat betreft de verantwoordelijkheden voor het onderhoud (inclusief vervanging) voor de velden ontstaan, die verschillen met zich meebrengt tussen hockeyclubs onderling en met de meeste andere buitensporten zoals bijvoorbeeld voetbal, rugby, honkbal, korfbal en handbal. Bij drie hockeyclubs ligt het onderhoud (inclusief financiering van vervanging van velden) bij de hockeyclubs zelf en bij drie verenigingen ligt dit voornamelijk bij de gemeente. Ter vergelijking: bij alle voetbalvelden zorgt de gemeente voor onderhoud en vervanging.
Blad:
4/6
De hockeyclubs die zelf het onderhoud en vervanging moeten regelen, hebben regelmatig te kennen gegeven dit als concurrentievervalsing te beschouwen, omdat zij hierdoor veel hogere eigen kosten moeten maken voor de velden dan de andere hockeyclubs en dan voetbalverenigingen. Inhoudelijk gezien zijn deze historische ontstane verschillen niet te verdedigen. In de andere G5-steden heeft de gemeente de onderhoudsverantwoordelijkheid voor alle hockeyvelden al eerder op zich genomen. Daarom heeft het college voorgesteld om de beheersituatie voor alle hockeyvelden te harmoniseren en gelijk te trekken met voetbalvelden en het beheer van 15 hockeyvelden over te nemen van de betreffende verenigingen (Leonidas,Tempo’34 en Victoria en twee velden van HCR). Hiervoor wordt C 516.000,- structureel ingezet.
Gymzaal Heijplaat Dit betreft het budget voor de ontwikkeling/verbouwing van een gymzaal in het kader van de gebiedsontwikkeling Heijplaat. Toelichting oer maatregel Kwaliteitsslaq sportvoorzieninqen
Vervanging hybride velden door kunstgrasvelden Er zijn in Rotterdam 20 hybride sportvelden, een kruising tussen natuurgras- en kunstgrasvelden. Over een deel van deze hybride velden hebben wij klachten van verenigingen ontvangen over de slechte bespeelbaarheid. Deze problematiek is ook aangekaart door de WD in schríftelijke vragen, die het college per 31 mei 2016 heeft beantwoord en in een eigen onderzoek. Het college heeft, met inachtneming van de uitkomsten van een extern onderzoek naar de hybride velden, de maatregel voorgesteld om de 20 hybride velden waar nodig te vervangen door kunstgrasvelden en hiervoor C 375.000,- structureel in te zetten (de investeringskosten zijn hierin gekapitaliseerd). De daadwerkelijke vervanging zal naar waarschijnlijkheid een periode van twee jaar in beslag nemen, omdat de markt een dergelijke operatie in één jaar naar verwachting niet aan kan. De prioriteit wordt gelegd bij de velden waar dit het meest urgent is. Daar zal vervanging plaats vinden vóór het seizoen 2017-2018. Vervanging vóór het komende seizoen 2016-2017 is niet meer haalbaar. Ten eerste omdat het benodigde budget pas beschikbaar komt bij vaststelling van de raad van de begroting. Ten tweede omdat voor aanschaf en aanleg een aanbestedingsprocedure verplicht is. Voor die situaties, waar de bespeelbaarheid slecht is, nemen wij in samenspraak met de betrokken verenigingen tijdelijke maatregelen (zie ook de beantwoording van de schríftelijke vragen).
Kwaliteitsslag sportcomplexen Er zijn diverse buitensportverenigingen, die kampen met een forse capaciteitsproblematiek op hun complex of die niet over een volwaardig sportcomplex beschikken. Het college stelt bij de Voorjaarsnota de maatregel voor om een substantiële investering te kunnen plegen in het upgraden van een aantal buitensportcomplexen. Hiermee wordt de capaciteit voor sportbeoefening vergroot en daarmee (vooruitlopend op de afdoening begin 2017) een eerste invulling gegeven aan de motie "Verhogen sportcapaciteiť van Groen Links. Het college wil hiervoor een budget (gefaseerd oplopend naar) structureel é 1,425 mln inzetten. Hierin zijn de investeringen gekapitaliseerd en zijn ook vervangings- en beheerkosten meegenomen. Het college wil in ieder geval de volgende vier sportcomplexen gaan upgraden:
Blad:
5/6
-
-
-
Noorderbocht: dit sportcomplex wordt geheel heringericht voor buitensport. In dit gebied is een fors gebrek aan capaciteit voor voetbal en is recent duidelijk geworden dat de nieuwe hockeyclub Delfshaven op veel enthousiasme kan rekenen. In samenwerking met de betrokken verenigingen zal een huisvestingsplan gemaakt worden voor de komende járen ten einde het forse capaciteitstekort van de voetbal en hockeysport in het gebied Noord/Delfshaven op te lossen, Vv Pernis: aanbouw van vier kleedkamers en de aanleg van een kunstgrasveld. LMO/De Zwervers: in het kader van de eerdere discussie over de positie van deze clubs met betrekking tot de aanleg van de Sportcampus en de mogelijke ‘kannibalisering’ van LMO en De Zwervers, wil het college, in overleg en samenwerking met deze clubs, een plan opstellen voor een kwaliteitsslag van dit complex. . Honkbal op Zuid (o.a .Portland Poema’s). De honkbalvereniging Portland Poema's beschikt niet over een toereikende accommodatie. Daarnaast zijn er op Zuid meerdere honkbalinitiatieven. Hierover zijn recentelijk schríftelijke vragen gesteld door de PvdA en het CDA. Wij wíllen, in overleg met de vereniging en de andere initiatiefnemers, een honkveld ontwikkelen op een nader te bepalen locatie op Zuid.
Hier boven op is dan nog een tweetal kwaliteitsslagen in sportcomplexen mogelijk. Er liggen verschillende wensen vanuit sportverenigingen. De komende periode ga ik met die verenigingen in gesprek over noodzaak en haalbaarheid. In oktober zal ik een definitief plan voorleggen voor het geheel aan investeringen in buitensportcomplexen.
Verdubbeling 1/3 regeling In januari 2016 heeft het college de regeling “Subsidies ten behoeve van investeringen door breedtesportverenigingen” vastgesteld, beter bekend als de 1/3-regeling. Hiervoor is nu een jaarlijks budget van C 200.000,- beschikbaar. Omdat er veel animo voor deze regeling onder sportclubs is, wil het college het budget voor deze regeling met C 200.000,- ophogen en daarmee verdubbelen tot C 400.000,-. Dit budget is bestemd voor het 1/3 deel van de gemeentelijke subsidie. Per investering wordt 1/3 gefinancierd vanuit de vereniging zelf en 1/3 vanuit een gemeentelijke lening. Hiermee komt het totale investeringsvermogen voor sportaccommodaties dus perjaar op C 1,2 mln te liggen. Subsidieregeling duurzaamheidsmaatregelen sportclubs Er bestaat nu een garantieregeling ten behoeve van investeringen van sportclubs in duurzaamheidsmaatregelen. Uit praktijk blijkt dat deze regeling voor de meeste verenigingen niet aantrekkelijk is, omdat de terugverdientijd te lang is. Omdat het college het belangrijk vindt om duurzaamheid bij sportverenigingen te stimuleren, wordt er een incidentele subsidieregeling van C 300.000,- voorgesteld.
Blad:
6/6
Relatie met de verzelfstandiging Ik benadruk dat al deze voorgestelde maatregelen primair als doel hebben om het kwaliteitsniveau van sportvoorzieningen te verhogen, om bij te dragen aan de capaciteitsverhoging van sportvoorzieningen en om knelpunten bij sportverenigingen op te lossen. Deze maatregelen gaan om de ínhoud en zijn, los van de organisatievorm van de uitvoering van sport, noodzakelijk om de ambities op het gebied van sport te realiseren. Zoals gezegd: de sportvoorzieningen vormen de hardware van het sportbeleid. Met de motie "Verzelfstandiging in goede staat” heeft de raad het regelen van een sluitend financieel kader voor het borgen van het kwaliteitsniveau en onderhoud van de sportvoorzieningen als een belangrijke afweging benoemd bij de op hand zijnde besluitvorming over de verzelfstandiging van sport(voorzieningen). Het college is van mening dat met deze in de Voorjaarsnota en hierboven omschreven voorgestelde maatregelen, naast de primaire inhoudelijke noodzaak daarvan, tegelijkertijd ook aan deze motie tegemoet wordt gekomen. Een afdoeningsvoorstel voor deze motie zal nog separaat, uiterlijk 1 augustus 2016, aan de raad worden voorgelegd.
Ik vertrouw u hiermee geïnformeerd te hebben.
Mef vneredelijke groet,
Ądriaan Visser Wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad, en Sport