LEREN VAN DE TOEKOMST Conferentie en Studiereis Londen, 19 januari-23 januari 2016 Uit de gids van de organisatie: “we moeten leren van het verleden” is een staande wijsheid. In de huidige maatschappij komen we er echter niet meer als we alleen maar naar het verleden kijken. We moeten zeker ook naar de toekomst kijken. Daarbij staan we dan voor de spannende vraag: “kunnen we nu al van de toekomst leren?” Om die vraag te beantwoorden moeten we natuurlijk wel een idee hebben van wat de toekomst ons zal brengen en tegelijkertijd ook wat waarschijnlijk zal verdwijnen. Professor Yong Zhao verwacht een verder globaliserende wereld, waarin leerlingen en studenten in staat moeten zijn zich ondernemend op te stellen: flexibel, vindingrijk, creatief en mondiaal. In zijn bijdrage aan de conferentie zal hij vergezichten tonen en deze ook concretiseren. Ook Peter Hall Jones verwacht dat onze jongeren als zij over een aantal jaren de school verlaten in een heel andere wereld stappen dan die we nu kennen. Hij zal met ons verkennen hoe je daar als school op inspeelt. Graham Powell heeft samen met professor Guy Claxton getracht het begrip 21st -eeuwse vaardigheden om te zetten in 21st -eeuwse gewoonten. Met beelden zal hij vertellen wat zij er mee bedoelen. Keynote professor Young Zhao Hierbij heb ik zowel gebruik gemaakt van mijn eigen aantekeningen als internet (basisbehoeften Steven Reiss). Zijn ideeën zijn uitgebreid beschreven in zijn boek “world class learners – onderwijs voor een ondernemende generatie”. Dit boek hebben we gekregen. Verder valt er op zijn website http://zhaolerning.com heel veel te lezen. Wat moeten we leerlingen meegeven om ze te leren om te leven in de 22e eeuw. Door alle technologie gaan veel banen weg en ontstaat er veel werkeloosheid bij jongeren. Wat moeten we doen om te zorgen dat onze kinderen niet vervangen gaan worden door machines? Eigenlijk wordt er aan de bedrijven gevraagd wat voor werknemers ze willen en daar moet dan het curriculum op worden gemaakt. En dat bepaald dan dus wat kinderen moeten gaan leren. “Wij” leren kinderen wat wij denken dat ze moeten leren. Het worden een soort “machines”. Dat werkt alleen in deze nieuwe tijd niet meer. De echte machines nemen de huidige banen over. Mensen hebben verschillende talenten. We zijn geboren met verschillende motivaties op 16 verschillende gebieden. (Steven Reiss) De zestien basisbehoeften volgens Steven Reiss: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Macht, behoefte om invloed te hebben Nieuwsgierigheid, behoefte aan kennis Onafhankelijkheid, behoefte om autonoom te zijn Status, behoefte aan sociale erkenning en aandacht Sociaal Contact, behoefte aan gezelschap en spelen Wraak, behoefte om quitte te spelen, maar ook om te strijden en te winnen Eer, behoefte om te gehoorzamen aan traditionele morele normen en waarden Idealisme, behoefte om de samenleving te verbeteren en om altruïstisch en rechtvaardig te zijn 9. Lichaamsbeweging, behoefte om de spieren te trainen 10. Liefde en romantiek, behoefte aan seks en hofmakerij
11. Gezin, behoefte om kinderen groot te brengen 12. Orde, behoefte om te organiseren en rituelen uit te voeren 13. Eten, behoefte om voedsel tot zich te nemen (dorst is volgens Reiss geen basisbehoefte, omdat het onvoldoende voor psychologen interessant alledaags gedrag verklaart) 14. Acceptatie, behoefte aan bevestiging 15. Kalmte, behoefte om onrust en angst te vermijden 16. Sparen, behoefte om te verzamelen en zuinig te zijn. We kunnen allemaal leren. Maar hoeveel kan een ieder leren? Sommige dingen leren sommigen nooit. Toch moet iedereen nu met het zelfde curriculum eindigen. Onderwijs moet zich gaan richten op de nieuwe mogelijkheden die er ontstaan door de nieuwe ontwikkelingen in plaats van kijken wat er allemaal door weg gaat (banen) “age of abundance” Meer geld en vrije tijd dan ooit tevoren door alle ontwikkelingen. Waar besteden we dit geld en de tijd aan? Niet aan wat je nodig hebt maar aan wat je wilt. Er zijn veel “keuzes” te maken tegenwoordig. Deze keuzes worden gecreëerd door mensen. Denk aan tig verschillende soorten shampoo waar je uit kunt kiezen. Er zijn veel mensen die zich daar mee bezig houden. De vorm, de kleur, de inhoud van de fles. Maar ook reclame maken, hoe tonen in winkels etc. Ooit was er 1 soort en kon je niet kiezen. Dan hoefde er over al die dingen niet te worden nagedacht door verschillende mensen. Terwijl het dus nu banen creëert. En toch wordt er op scholen op nagenoeg dezelfde manier lesgegeven aan alle leerlingen. Elk talent = waardevol (zelfs het talent van Kim Kardashian om mensen te entertainen met haar bestaan; grapje van Young Zhao) Dyslexie is altijd een handicap geweest. Nu is het een talent. Ze zijn namelijk heel goed met 3d beelden. Daar is in de toekomst veel werk voor. Ook zijn ze vaak heel creatief. Je hoeft niet perse te kunnen lezen. Je kunt alles beluisteren. Richt je op de talenten en niet op de dingen die je niet kunt Het talent zorgt voor passie. Het huidige onderwijs doet dat niet. Creativiteit kan niet geleerd worden. Daar worden we mee geboren. Het kan wel “doodgemaakt” worden. Bijna elk kind is heel creatief als hij aan school begint. Na 5 jaar is dit nog maar 32%. Alle creativiteit is bij de overige 68% weg. Toch zeggen we dat het goede studenten zijn. Inderdaad. Omdat ze doen wat “wij” willen. We leren kinderen om niet meer creatief te zijn. Ze passen zich aan. Hoe kunnen we de verandering op gang brengen? Help leerlingen nieuwe vaardigheden te leren. Weg met curriculum maar van de leerlingen uitgaan. (autonomie bij de leerlingen). Je richten op product oriënterend leren. En niet alleen in het klaslokaal maar met de wereld. Er is nu sprake van lesgeven in plaats van leren. “Wat zou je willen leren?” zou je eigenlijk aan elk kind moeten vragen en hier ook gehoor aan geven. Leerlingen leren zo heel veel en vooral ook het zelfvertrouwen groeit. Dat brengt ze verder. Kinderen hebben de capaciteit om zelf te leren en willen dit ook. Maar wel hun dingen. En niet een curriculum dat wordt opgelegd. Landen met hoge testscores scoren laag op leerplezier en zelfvertrouwen en andersom. Amerika scoort laag qua testscores maar kinderen hebben veel plezier in leren en meer zelfvertrouwen. Finland is niet langer nr. 1 maar Singapore op gebied van scoren. Er zijn nu testen die onderzoeken welke vaardigheden leerlingen hebben op het gebied van probleemoplossen. “entrepreneur thinking” is ondernemend denken en niet volgend.
Als we vast blijven houden aan een curriculum zal de verandering die nodig is nooit bereikt worden. Kinderen moeten hun eigen curriculum maken. Scholen moeten dit faciliteren en niets opleggen. “lets not fix the past but reinvent the future” http://theindependentproject2012.blogspot.nl/. Op deze site vindt je onder andere het verhaal van een jongen die school verschrikkelijk vond. Hij mocht een eigen school creëren. Ook op YouTube kun je filmpjes vinden over het “independent project”. Je zou bij een kind moeten uitzoeken waar zijn “buikkriebelvraag” ligt. Op deze manier doet hij wat hij echt wil en zal hij zich volledig inzetten. Op https://cambridge.nuvustudio.com/discover staan heel veel interessante filmpjes van projecten van kinderen. NuVu school is een innovatieve school. Je moet je afvragen of dat wat je maakt mening vol is? Of het iets toevoegt? Ook op http://www.edcorps.org/ is hierover veel info te vinden.
Keynote Mr. Graham Powell Hierbij heb ik zowel gebruik gemaakt van het programmaboekje van de conferentie, mijn eigen aantekeningen en de hand-out van de PowerPoint presentatie van Mr. Graham Powell. Over Building Learning Power (BLP). Het doel van BLP is om het lerend vermogen bij leerlingen te ontwikkelen, zowel op school als daar buiten. Centraal staat het creëren van een leercultuur in de klaslokalen en in de school in het algemeen. Een cultuur waarin de leerlingen systematisch gewoonten en houdingen aanleren om problemen op te lossen. Kinderen van nu zijn veel ondernemender. Daar moet het onderwijs zich op richten. En niet op een curriculum. Je moet je richten op gewoontes die je nodig hebt. Er is geen gemeenschappelijke taal op het gebied van leren. Daar gaat Mr. Graham Powell het over hebben. https://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/7/4/0/6/1001004010726047.jpg (boek making thinking vissible) Zoals wij leerlingen leren (info verdragen) blijft de info niet hangen. Leerlingen moeten willen leren en ontdekken (zelf). Een voorbeeld is de “Asscher tekening”. Je kunt perspectief uitleggen (stapje voor stapje) maar beter is het om ze het zelf te laten ontdekken en er over te leren. Door te moeten ploeteren leren leerlingen veel meer. Voordat een kind op school komt stelt het wel 275 vragen per dag. Na 3 maanden onderwijs is dit gedaald met 90%. Je moet juist nieuwsgierigheid creëren bij leerlingen. Dat is nodig voor hun toekomst. Kennisoverdracht kunnen leerlingen overal krijgen. Terwijl de leerkrachten van nu vooral dit nog doen. Maar daar is in deze tijd dus geen behoefte meer aan. Kinderen wordt nu niet geleerd zelf te denken.
Leren: Veilig leren
Echt leren
Betekenis Uitkomst Bewijs Motivatie
memoriseren informatie reproduceren Van buitenaf
reflecteren kennis begrijpen Van binnenuit
Houding relaties
gedwee afhankelijk
vragend onafhankelijk
Toekomstgericht leren Vanuit intuïtie leren Verbindingen leggen Initiatief nemen Vanuit karakter en waarden Uitdagend ???
We leren op 4 verschillende dimensies. (emotioneel, cognitief, sociaal en strategisch) Leerkrachten nemen vaak het denken van leerlingen over. Ze denken dat als de leerlingen het zo leren dat ze dan straks een goed punt halen. De gewoontes die we hebben als lerenden: 1. Emotioneel; Omgaan met afleidingen (manage distractions) Verdiepen (engage) Doorzettingsvermogen (persevere) Absorberen (become absorbed) ploeteren (struggle) Risico’s nemen (take risks) 2. Cognitief; Vragen stellen (question) Verbanden leggen (make links) Redeneren (reason) Verwonderen (imagine) Leren ergens voordeel uit te halen (capitalise) 3. Sociaal; Samenwerken (collaborate) Luisteren (listen) Imiteren (imitate) Nadenken (ponder) 4. Strategisch; Uitzoeken wat de betekenis van iets is (distil) Plannen (plan) Studeren (revise) Aanpassen/veranderen (adapt/change) Keuzes maken (make choices) Leerlingen niet vertellen wat ze gaan leren maar de gewoontes bespreken. Een leerling moet geprikkeld worden om te willen leren aan het begin van een les.
Emotionele leergewoontes Zijn de kinderen emotioneel toegewijde leerlingen? • • • • •
Houden ze vol bij uitdagingen Zijn ze in staat om gefocust en geïnteresseerd te blijven Bekijken ze taken goed en zien ze details Do they keep going under their own steam?? en ook als ze met anderen werken Nemen ze initiatieven en verantwoordelijkheid
Cognitieve leergewoontes Gebruiken de kinderen hun capaciteiten om op verschillende manieren te denken? • • • • •
Zijn ze nieuwsgiering en bereid om vragen te stellen aan zichzelf en anderen (inclusief leerkrachten) Zijn ze in staat om er alles uit te halen bij interne en externe bronnen op eigen kracht Leggen ze verbanden tussen verschillende ervaringen in, tussen en buiten lessen Kunnen ze dingen beredeneren op een logische en systematische manier Gebruiken ze hun fantasie om de mogelijkheden te onderzoeken
Sociale leergewoontes Kunnen de leerlingen effectief samenwerken met anderen? • • • • •
Weten ze wanneer het beter is om alleen te werken of met anderen Kunnen ze het beste halen uit andere mensen Kunnen ze gebruik maken van verschillende rollen in groepssamenwerking Luisteren ze naar anderen en willen/kunnen ze die begrijpen Zijn ze in staat om leergewoontes van anderen op te pikken en zich hieraan aan te passen
Strategische leergewoontes Zijn de kinderen in staat om te reflecteren? • • • •
Plannen ze wat ze moeten doen en nemen ze de juiste beslissingen Passen ze hun werk aan, veranderen en herzien ze het tijdens het proces Zijn ze in staat om de belangrijkste leerpunten te halen uit wat ze hebben gedaan Begrijpen ze zichzelf als lerenden en kunnen ze deze kennis toepassen bij het leren
Leerkrachten moeten zich afvragen wat ze doen om systematisch deze gewoontes te laten ontwikkelen! Als we een les gaan plannen moeten we ons het volgende afvragen: (nog vertalen) • • • •
How can I assure emotional commitment by all students from the start of my lesson that is maintained – trough appropriate pase and variety of experiences – troughout the lesson When will I require my students to think for themselves and stretch these cognitive habits that will secure their understanding of the topic and material Wanneer en hoe breiden ze hun sociale vaardigheden uit – leren door samenwerken, actief luisteren naar elkaar en de ideeën van anderen oppikken Welke rol speelt reflectie in mijn lessen zodat de kinderen kunnen evalueren wat ze al weten en welke flexibele plannen ze gaan maken om vooruit te komen in het proces.
https://www.google.nl/search?q=the+ultimate+alfabet&espv=2&biw=1600&bih=775&source=lnms& tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwj6p8eMkdLKAhVHwA4KHcqoBlwQ_AUIBigB Door op deze link te klikken kom je bij zoekplaten van “the ultimate alfabet”. Deze platen worden gebruikt om kinderen aan het begin van de les te prikkelen en allerlei vragen te stellen. Voorbeeld van hoe je een les zou kunnen doen waarbij leerlingen zich verwonderen: Laat bij de start van de les een stuk van een foto zien. Laat leerlingen vertellen wat ze allemaal zien en welke vragen dit bij ze oproept. Laat daarna een groter stuk van de oorspronkelijke foto zien en vraag of ze nu andere dingen zien. Geef woorden en vraag welke woorden er bij de foto horen volgens ze. Leerkracht; “stel dat de foto 20 minuten later was genomen, welke woorden zouden er dan bij horen?”. “Wat zouden de mensen dan tegen elkaar zeggen?”. Neem vervolgens een schilderij erbij waarop iets staat dat verbonden is met de foto en vraag wat de link is. In dit geval ging het op de eerste foto om een boom. Op de tweede foto was de boom te zien en een groepje mensen. En op de derde foto zag je de twintowers op de achtergrond waarbij er rook uit de torens kwam. Een aantal uitspraken: “Waarom zijn Finse scholen zo succesvol? Omdat ze kinderen leren hoe ze moeten leren en niet hoe ze een test moeten doen!” “Met de lerende in het centrum van de educatieve onderneming, verschuift de focus van onderwijzers op een bijna fundamentele manier. Van kennis overdragen naar zelf ontwikkelende studenten. Vol met ideeën. En in plaats van ons vasthouden aan het curriculum en ons succes te beoordelen aan de hand van de hoeveelheid informatie die we kunnen overbrengen, moeten we leren ons te identificeren met de ideeën en concepten waardoor onze studenten zich betrokken voelen, moeten worstelen, zich vragen moeten stellen, ontdekken en uiteindelijk begrip leren tonen.” “De taak van een leerkracht is om het werk moeilijk te maken. Als je niet wordt uitgedaagd, maak je geen fouten. En als je geen fouten maakt dan is feedback onbruikbaar.” John Hattie “Dus wat is leren? Weten wat je moet doen als je niet weet wat te doen”
Sessie Peter Hall Jones Uit het programmaboekje van de conferentie: “Vanuit zijn functie als schoolleider is Peter Hall Jones zich gaan specialiseren op het terrein van leiderschap en veranderingen in de schoolcultuur. Vanuit zijn visie zal hij ingaan op de uitdagingen waar het onderwijs, de maatschappij, werkenden en lerenden de komende 15 jaar mee te maken gaan krijgen.” MAD = Make A Difference. Als leerlingen onze school verlaten zonder het gevoel te hebben dat ze een verschil maken heeft de school gefaald. “Making today better than yesterday” of “Making tomorrow possible”. In de gezondheidszorg wordt geluisterd naar je klachten en aan de hand daarvan wordt gekeken welke medicijnen je nodig hebt. In het onderwijs krijgt iedereen hetzelfde onderwijs terwijl leerlingen verschillende dingen nodig hebben. De school weet dus “zogenaamd” wat leerlingen nodig hebben en zij bepalen dat. Er is zoveel data waar we gebruik van kunnen maken. Globaal. Maar we doen er eigenlijk als onderwijs niks mee. Op YouTube bij Khan Academy staan heel veel interessante filmpjes over leren. En ook via de volgende link vindt je veel informatie. http://khanacademy.org/youcanlearnanything
presentatie Dhr. Kees Vreugdenhil Uit het programmaboekje: “Deze presentatie gaat over de basics van hersenonderzoek die relevant zijn voor het thema van deze conferentie. Vanuit deze breininformatie wordt gekeken naar de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jeugdigen (0 -20 jaar). Hiervoor worden de meest recente onderzoeksgegevens gebruikt. Afgesloten wordt met een prognose van leren in 2032.” Er zijn nu al een aantal trends gaande die in 2032 wel eens heel dominant zouden kunnen zijn. Heel veel dingen op het gebied van de hersenen zijn al wetenschappelijk onderzocht en werken zelfs al in een aantal landen. De ontwikkeling van het brein wordt steeds belangrijker. Hierdoor ontstaan steeds nieuwe ontwikkelingen. Er zijn 3 werkelijkheden: 1. Tastbaar (zijn we al heel lang mee vertrouwd, bestaat altijd al) 2. Toegevoegde werkelijkheid 3. Virtuele werkelijkheid. Bij virtuele werkelijkheid gebruik je al je zintuigen. Er gebeurt heel veel. Maar hoe vertaal je dat op een zinvolle manier naar het onderwijs? Daar moet je goed over na denken. Ervarend leren is heel belangrijk. Laat kinderen ervaren. MAAR leer ze ook hoe om te gaan met de ervaringen. Anders blijft het aan de oppervlakte. De cognitieve ontwikkeling volg je hier bij. Buiten school doen kinderen heel veel ervaringen op. Maar daar wordt verder niks mee gedaan, niet over doorgepraat. En DAT moeten scholen dus doen. In de tweede helft van de zwangerschap wordt al een stuk brein gevormd en is het dus het werk van de moeder. Het brein leer al activeringspatronen. Bij een negatieve zwangerschap ontstaan en negatieve activeringspatronen. Persoonlijk contact blijft altijd belangrijk. Dat is de kern (buiten technologie, curriculum) Uniek zijn, verschillend zijn, creatief zijn, zijn allemaal dingen die niet door technologieën te vervangen zijn. Als kinderen 2 jaar zijn heeft elke cel 15.000 verbindingen. Dat is veel. Daarom leren kinderen in de eerste jaren van hun leven zo veel. Kinderen met negatieve ervaringen (al in de baarmoeder) hebben veel minder verbindingen. Die zul je vooral vertrouwen moeten geven. Eerder komen ze niet tot leren. In de puberteit herhaald dit proces. Weer heel veel nieuwe verbindingen. Omdat het nog geen netwerken zijn, zijn het heel veel prikkels waardoor pubers moeilijk zijn. Nieuwe ontwikkeling; wat niet wordt gebruikt in de hersenen, breekt af (dit weten ze pas sinds de laatste 20 jaar). Het brein construeert zelf netwerken. Scholen moeten dus omgevingen creëren waarin kinderen (hun brein) dit kunnen doen. Vastpakken/beleven zorgt voor begrijpen. Het brein past zich aan de omgeving aan. En verandert steeds heel veel. Hierdoor worden kinderen (en volwassenen) heel onzeker. Brein weegt tussen 1,2 en 1,5 kilo. Maar gebruikt 20% van alle energie. Kinderen met een lager IQ hebben veel herhaling nodig maar wel steeds op een andere manier. Dit omdat hun leren veel energie kost. (de herhaling)
In elke fase moet je diep leren. Dit doe je in elke fase maar is in elke fase weer iets anders. Basisgereedschap blijft belangrijk; lezen, schrijven en rekenen. Via natuurlijk leren en door gespecialiseerde leerkrachten. Bij meisjes is het brein met 23 jaar klaar en bij jongens met 25 jaar. Diepleren van 6 tot 8 jaar: • • • •
Vergelijken Sorteren Samenhangen zoeken Volgorde bepalen
Diepleren van 8 tot 12 jaar: • • • • •
Reflecteren Kern zoeken Taal en beeld gebruiken om vast te leggen Goede info snel en betrokken vinden Probleem van meerdere kanten bekijken
Programmeren is goed om dit kinderen te leren. Maar wel tussen de 6 en 12 jaar. Plannen kun je het beste leren van 6 tot 10 jaar. Tussen de 10 en de 20 jaar staat de ontwikkeling van het plannen stil. Cognitieve ontwikkeling (a5 gekregen van Dr. C Vreugdenhil): 0-2 jaar • • • • •
Contact maken met mensen, dieren en dingen; wat zijn ze? Hoe verhouden ze zich tot elkaar? Enige zelfkennis en eerste besef van verschillen in hoeveelheden: nog heel vluchtig Snel afgeleid door vele nieuwe prikkels Ervaringen: diep in het brein: een rijke bron voor latere cognitieve bekwaamheid Geen taal, dan nog geen integratie van ervaringen
2-4 jaar • • • • •
Ontstaan van innerlijke beelden van hun waarnemingen door taalontwikkeling Taalontwikkeling: wel benoemen; nog geen begrippen Vanaf het derde jaar herkennen van plaatjes als afbeeldingen van de werkelijkheid om hen heen Duale voorstellingen; slaan ofwel de beelden als de schema’s ervan op Eerste abstrahering van de ruimtelijke oriëntatie: kunnen voorwerpen vinden met een soort routekaartje erheen: opstap naar het latere mentaal werken met innerlijke beelden
5-6 jaar • • •
Begin van het leggen van cognitieve verbanden. Ze beginnen iets te begrijpen van oorzaak en gevolg: bepaalde dingen horen bij elkaar, omdat ze…. Vorming van begrippen en categorisering ervan: appels, peren, kersen horen bij vruchten Ze beginnen begrip te krijgen voor ruimtelijke relatie, zoals onder-boven, links-rechts
• •
Ze krijgen door dat de werkelijkheid meer gezichten heeft: het lokaal ziet er nu anders uit dan gisteren Ontstaan theory of mind: ze ontdekken dat de juf anders naar het lokaal kijkt dan zij zelf: ze beginnen het perspectief van de ander te onderkennen voor dezelfde ervaring
7-8 jaar • • • • •
Ze ontdekken dat er samenhang bestaat tussen de innerlijke beelden die ze hebben opgeslagen Ze beginnen te snappen dat in het leesboek zinnen die na elkaar komen ook bij elkaar horen Ze beginnen meer logisch te denken: je kunt dus met de getallenlijn werken Ze kunnen leren om allerlei dingen te sorteren op grond van hun eigenschappen: kleur of vorm Er ontstaan meer netwerken in de hogere delen van het brein: daarin verankert zich de samenhang in wat ze waarnemen
9 tot 12 jaar • • • • •
Sterker korte termijn- en werkgeheugen: complexere opdrachten mogelijk Ze kunnen doelgerichter bezig zijn en houden beter de grote lijn vast Ze kunnen allerlei verschijnselen en gebeurtenissen van meer kanten tegelijk bekijken, bijv. bij het oplossen van een probleem Ze beginnen abstracte relaties te leggen tussen begrippen die ze kennen, bijv. “ouders horen bij een kinderen zoals leraren horen bij het onderwijs” Ze ontwikkelen een mentaal model van de werkelijkheid: je hoeft niet in die werkelijkheid zelf aanwezig te zijn om er toch een beeld van te hebben. Ze kunnen met dat mentale model geleidelijk allerlei verschijnselen in een andere werkelijkheid met elkaar in verband brengen
13-15 jaar • • • •
Kunnen consequenties beredeneren om iets te doen of te laten (niet perse er ook naar handelen) Creatief om alternatieven te vinden bij probleemoplossing Kunnen vanuit verschillende gezichtshoeken naar een verschijnsel of gebeurtenis kijken en daaruit conclusies trekken Kunnen logisch beredeneren welke opvattingen en overtuigingen ze hebben
16-20 jaar • • • • •
Ontwikkelen een sterk vermogen om eigen prestaties te beoordelen Verwerven inzicht in hun krachten en zwakheden om conclusies te trekken voor hun toekomst Ontwikkelen een steeds beter sociaal inlevingsvermogen Kunnen beredeneren waarom ze algemene regels uit voorbeelden kunnen afleiden Ontwikkelen kritisch denken en tonen inzicht in wat ook theoretisch waar of onwaar is.
N.B. lang niet iedereen haalt het laatste cognitieve niveau. Bovendien vindt regelmatig terugslag plaats naar vorige niveaus.
Mr. John Davies en Mr. Richard Mason Uit het programmaboekje: “het verhaal van een schoolreis gebaseerd op de behoeften van leerlingen in de 21ste eeuw. Het huidige onderwijs is gebaseerd op wettelijke eisen voor een tijd waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum in beeld komt. Maar hoe anders?” Ze begonnen 15 jaar geleden. Hun doel was op dat moment: elk kind kan gebruik maken van een computer. Het heeft ze 15 jaar gekost. Richard Mason is directeur van “Milking Bank Primary school” (http://www.milking.dudley.sch.uk/) Laat leerlingen meer lezen en praten in plaats van luisteren en schrijven. We doen zoveel dingen die niet werken maar doen ze omdat we ze altijd deden. Zie leerlingen niet als iemand die een resultaat moet halen. Er is veel geld geïnvesteerd in technologie in het verleden in de UK. Neem risico’s in het proces. Fouten maken is goed. Daar leer je van. Kinderen moeten leren omgaan met falen. Zij werken nu met google chromebooks. Waarom? • • • • • •
betaalbaar virus vrij (heeft geen antivirus nodig) werkt snel wordt niet langzamer naarmate hij ouder wordt maar juist sneller gebruiksvriendelijk (zelfs voor leerlingen die het moeilijk vinden) er kan google classroom op
Met google classroom kun je in de ochtend een activiteit als start op bord zetten die de kinderen dan op hun eigen device gaan maken. Ook zouden ze een tekst kunnen maken en deze voorlezen. En opnemen. Dan terug laten luisteren en bespreken wat ze zouden kunnen doen om het nog beter te doen. Er zijn heel veel goede apps maar er zit ook veel rotzooi tussen. Dit moet je dus wel goed uitzoeken.
Mr. Gareth Mills Uit het programmaboekje: “Gareth Mills is een inspirerend spreker en denker. Jarenlang was hij als Head of Curriculum development bij het Britse ministerie van onderwijs betrokken bij innovatieve curriculum ontwikkelingen. Nog steeds is hij betrokken bij FutureLab. (http://www.garethmillsonline.com/Portfolio.html) Gareth is naast denker ook doener. Daarom verzorgt hij tegenwoordig implementatietrajecten bij onderwijsinstellingen van bestuursniveau tot klasniveau.” Creatief design kan gedrag veranderen. Zoals in het volgende filmpje waarin een trap verandert in een piano en mensen veel vaker de trap nemen in plaats van de roltrap. De vraag was: “hoe kunnen we zorgen dat mensen vaker de trap nemen in plaats van de roltrap?” https://youtu.be/TDM_nRg4bl4 Leerkrachten zijn architecten/designers van leermomenten en niet alleen informatie overdragers. Future focused learning. Hoe kun je leerlingen voorbereiden op een onbekende toekomst?
Functie van het onderwijs: zorgen dat de wereld beter wordt. Waar hebben kinderen mee te maken? Individueel en in de maatschappij? Er zijn 7 belangrijke principes die in elke les moeten zitten waar de les ook over gaat. 1. Zorg dat het betekenis heeft. En dat de kinderen deze ook weten 2. Stel eisen. Je wilt kwaliteit. (filmpje “Austins butterfly” https://youtu.be/dOSiU42P8Gc ) 3. Actief; bezig zijn maar ook laten denken. Hoe zorgt deze activiteit dat ze moeten nadenken? Ook door praten over dingen, discussiëren, beargumenteren. 4. Feedback (positief). Hoe kan het beter. (zie ook “Austins butterfly”) 5. Denk na over de tijd en de bronnen 6. Bevestiging geven 7. Klimaat om te leren moet goed zijn. (veiligheid uitdragen, vieren, kinderen laten schitteren) Interessante site over veranderingen waarbij je ook kunt doorlinken naar een Nederlandse site: http://www.dfcworld.com/whatwedo.html#