Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
Geslaagde informatiebijeenkomst in Sociëteit De Witte
Overeenstemming over uitleg ANBI-regels Vermogensfondsen, adviseurs en de Belastingdienst zijn het in grote lijnen eens over de manier waarop de ANBI-wet moet worden toegepast. Dit bleek op 18 juni jl. in de Haagse Sociëteit De Witte, waar de FIN een informatiebijeenkomst organiseerde over de vernieuwde ANBI-wetgeving. Gastheer was FIN-lid de Nachenius Tjeenk Stichting. Uitleg was er van belastingadviseur Sabine de Wijkerslooth-Lhoëst (Ernst & Young). Namens Belastingdienst Den Bosch reageerde de heer (Jurgen) Baidenmann: ‘Het is goed te zien dat er in grote lijnen overeenstemming is tussen de advieswereld en de Belastingdienst.’ Waar belastingregels (nog) onduidelijk zijn, moeten vermogensfondsen vooral hun eigen koers blijven varen, was de oproep van FIN-voorzitter Rien van Gendt. ‘Heb de guts om te doen waarvoor we er zijn!’ Vragen en antwoorden Mevrouw De Wijkerslooth hield een helder betoog, waarin de belangrijkste thema’s uit de ANBI-wet werden behandeld: 1. 90% criterium 2. Bestuurssamenstelling en – beloning 3. Redelijk vermogen en redelijke kosten 4. Beleidsplan 5. Integriteit van bestuurders. Hier vindt u per thema haar uitleg en het antwoord op praktische vragen van (collega)fondsen. 1. 90% criterium Een ANBI moet nagenoeg uitsluitend (90%) het algemeen belang dienen. Op dit criterium gaf mevrouw De Wijkerslooth de volgende toelichting: Een strikte definitie van algemeen belang is er niet, maar het is in ieder geval niet particulier belang. Zowel de doelstelling van uw fonds als de feitelijke activiteiten moeten nagenoeg uitsluitend het algemeen belang dienen. Om dit te beoordelen kijkt de Belastingdienst naar: • Uw activiteiten. Feitelijk is het beoordelen daarvan vrij lastig. In het verleden kwamen bijvoorbeeld verenigingen er niet uit: ‘Hoeveel tijd besteden we aan onze (algemeen nuttige) uitvoeringen en hoeveel tijd aan ons (particuliere) plezier?’ • Uw commerciële activiteiten. U mag als fonds commerciële activiteiten verrichten, maar de opbrengst moet bestemd zijn voor uw goede doel. Deze regel leidt echter nog steeds tot onduidelijkheid. Want als bijvoorbeeld een stichting een BV opricht die winst maakt Pagina 1 van 6
Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
voor het goede doel, dan blijkt in de praktijk dat de Belastingdienst hiertegen toch bezwaar maakt.
•
Uw bestedingen. De Belastingdienst bekijkt of minstens 90% van de netto opbrengsten aan uw doel wordt uitgekeerd. Dit uitgangspunt staat op de website van de Belastingdienst, maar is een algemene richtlijn, meer gericht op wervende fondsen. In werkelijkheid gaat de Belastingdienst hier genuanceerd mee om.
Uitleg Belastingdienst 90%-criterium Aan het eind van de bijeenkomst voegde de heer Baidenmann hieraan het volgende toe: 'Het 90%-criterium is in de wet opgenomen vanwege de uitvoering. Uitgangspunt is dat een ANBI voor 100% het algemeen belang dient. Maar om te voorkomen dat fondsen bij kleine oneffenheden niet de ANBI-status krijgen, is in de wet het criterium van 90% opgenomen.' Vragen van fondsen over het 90%-criterium 1. Vraag: Als we 60% van ons budget nodig hebben voor de instandhouding van onze organisatie/ons bureau, krijgen we dan problemen met de ANBI-status? Antwoord: Dat ligt aan uw activiteiten. Stel u hebt een orkest, dan bent u veel organisatorisch bezig. U besteedt bijvoorbeeld een groot deel van uw budget aan de salarissen van orkestleden. Dit zal geen probleem zijn voor de ANBI-regeling. 2. 2. Vraag: Hoe groot is de kans dat bepaalde beleggingen worden gezien als commerciële activiteit? Bijvoorbeeld beleggingen in vastgoed of private equity fondsen? Antwoord: Beleggingsactiviteiten vallen niet onder ‘ondernemen’. Hoewel hierover wel discussies zijn met de Belastingdienst, kunt u aan dat standpunt vasthouden. 3. Vraag: Hoeveel tijd kunnen we besteden aan vermogensbeheer? Antwoord: U doet uw vermogensbeheer voor het algemeen nut, dus het zal de ANBI-status niet in de weg staan. 4. Vraag: Kan het particulier belang binnen een familiestichting ophouden wanneer de fondsoprichter overlijdt, of wanneer de begunstigde verder dan tweedegraads verwant is?
Pagina 2 van 6
Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
Antwoord: Nee. Als de stichting, na de dood van de oprichter, een schenking doet aan een particulier binnen de familie, dan blijft dit een particulier belang. Behalve als die particulier binnen de algemeen nuttige doelgroep valt. 5. Vraag: Onze familiestichting heeft mede tot doel om familieleden te ondersteunen. Kan deze stichting toch de ANBI-status krijgen? Antwoord: Nee, dit kan niet. Als de ontvanger van een schenking behoort tot een beperkte groep zoals een familie, dan dient de schenking niet het algemeen nut. Immers, niet iedereen kan zich aansluiten bij een familie. Daarom wordt de ANBI-status niet verleend aan een stichting die (ook) tot doel heeft familieleden te ondersteunen. Een mogelijke oplossing voor een traditionele familiestichting is om de verschillende doelstellingen en activiteiten onder te brengen in verschillende stichtingen: een stichting die het particuliere belang van de familie dient en een ANBI die het algemeen nut dient. 6. Vraag: Welke bewijsstukken moeten we hebben van onze bestedingen voor het algemeen nut? Antwoord: Verzamel zeker bewijsstukken zoals bewijzen van overboekingen, ook voor uw eigen controle. U kunt ook ter plekke bij projecten gaan kijken hoe het ervoor staat: een controlesysteem is belangrijk. U moet de Belastingdienst laten zien dat u uw geld goed besteed hebt. 7. Vraag: Mag een begunstigde commerciële (neven)werkzaamheden verrichten? Antwoord: Ja dat mag, denk aan begunstigden aan wie u microkredieten verstrekt. Overigens vindt de Belastingdienst dat u geen microkredieten mag verstrekken vanuit een winstoogmerk. Als u niet op commerciële basis aan microfinanciering doet, kan de Belastingdienst dit wel aanmerken als algemeen nuttig. Dit blijft nog even een discussie.
2. Bestuurssamenstelling en -beloning Voor het bestuur van een ANBI geldt dat het onafhankelijk moet zijn: een bestuurder mag niet kunnen beschikken over het vermogen van de instelling alsof het zijn eigen vermogen is. Bestuurders mogen familie zijn, zolang dit de onafhankelijkheid van het bestuur niet in de weg staat.
Pagina 3 van 6
Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
Een bestuursbeloning is toegestaan, als die bestaat uit een onkostenvergoeding en/of vacatiegeld dat ‘niet bovenmatig’ is. Bij een besluit van 6 april jl. is het vacatiegeld per vergadering op 256 euro gesteld. Dit kunt u zien als een bedrag dat zeker niet bovenmatig is. Voor het overige kunt u kijken naar de tijdsbesteding en verantwoordelijkheid van bestuurders, de belangen die spelen enzovoort. Vragen over bestuurssamenstelling en -beloning 1. Vraag: Zijn vergoedingen voor uitvoerende werkzaamheden (tegen een redelijk uurtarief) toegestaan? Antwoord: Natuurlijk, een uitvoerder zoals een secretaresse mag betaald worden. Dit is iets anders dan het betalen van beleidsbepalers. 2. Vraag: Is tijd schrijven verstandig, nu voorbereidende werkzaamheden meetellen voor de bestuursvergoeding? Antwoord: Ja, dit is verstandig. U moet onderbouwd kunnen aangeven hoeveel tijd u besteedt aan vergaderingen, en andere beleidsbepalende activiteiten, zoals het bijwonen van FINbijeenkomsten.
3. Redelijk vermogen en redelijke kosten Wat een redelijk vermogen is voor uw stichting, hangt af van uw doel en activiteiten. Wat is nodig om de activiteiten voor uw doel te continueren? Als bestuur kunt u hierop beleid bepalen, een concrete norm is lastig te geven. Stelregel is dat uw bestedingen en vermogensgroei met elkaar in evenwicht moeten zijn. Ook voor de kosten van uw stichting geldt dat deze in redelijke verhouding moeten staan tot uw bestedingen. Hier geldt opnieuw dat er geen concrete norm is te geven: wat redelijk is moet per geval bekeken worden. Vragen over redelijk vermogen en redelijke kosten 1. Vraag: Hoe houd je rekening met het feit dat een fonds zijn vermogen in stand wil houden, zodat het kan blijven bestaan voor zijn doel? Antwoord: Het is maar de vraag of u uw fonds in stand wilt houden; dit hangt van uw doel af. Maar als dit het geval is, moet uw vermogenstoename in evenwicht zijn met de bestedingen. Daarbij is het wel toegestaan om uw bestedingen niet direct (jaarlijks) te doen. U mag in een aantal jaren vermogen opbouwen om daarna uw doel te bereiken. Denk aan een instrumentenfonds dat in een aantal jaren vermogen opbouwt om daarmee een Stradivarius aan te schaffen. 2. Vraag: Houdt de Belastingdienst rekening met de omstandigheden waardoor het vermogen is toegenomen, en bekijkt ze dit voor elk fonds individueel? Antwoord: Ja, de Belastingdienst benadert fondsen individueel.
Pagina 4 van 6
Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
3. Vraag: Geldt het criterium van redelijke kosten ook voor vermogensfondsen en zo ja, hoe wordt het getoetst? Antwoord: Ja, dit criterium geldt voor elke ANBI, alleen zal een vermogensfonds andere kosten hebben dan een wervend fonds. Het is bijvoorbeeld geen geld kwijt aan mailings aan donateurs. De toetsing van dit criterium gebeurt achteraf: de Belastingdienst zal hierbij alle feiten en omstandigheden meenemen, en kan hiervoor uw boekhouding opvragen.
4. Beleidsplan Uw beleidsplan moet actueel zijn en inzicht geven in uw: • concrete doelstellingen; • activiteiten; • werving van gelden (deze eis is gericht op wervende fondsen); • beheer van inkomsten; • besteding van inkomsten. 5. Integriteit van bestuurders. Bestuurders van een ANBI mogen niet door een Nederlandse rechter veroordeeld zijn voor het aanzetten tot haat of geweld (4 jaar hechtenis). Dit moet u zien als een eis die de Belastingdienst de mogelijkheid geeft om zo nodig in te grijpen in twijfelachtige situaties. Standaard vraagt de Belastingdienst geen verklaring van goed gedrag aan bestuurders.
Overige vragen over ANBI-regeling 1. Vraag: Stel, een stichting organiseert een cultureel project zoals een festival en betaalt hiervoor professionals. Is dit strijdig met de ANBI-regeling? En hoe zit dat als het vanuit een BV gebeurt die Vpb betaalt? Antwoord: In principe staat het betalen van professionals de ANBI-status niet in de weg. Ook een onderliggende BV voor bijkomende commerciële activiteiten hoeft geen probleem te zijn, als het rendement uw doel dient. Maar als u een speciale stichting hebt die alleen een specifiek festival organiseert, dan kunt u zich afvragen of dit algemeen nuttig is. Want het is bijna te vergelijken met het werk van een commerciële instelling, al gaat de opbrengst van uw festival wel naar het goede doel. Het is dan het meest verstandig om de activiteiten onder te brengen in verschillende stichtingen: een stichting die het festival organiseert en die vervolgens het geld stort naar een ANBI, die er het algemeen nuttige doel mee dient. 2. Vraag: Stel, de oprichters van een ANBI maken in de voorfase kosten en betalen investeringen. Mag de ANBI deze kosten terugbetalen? Antwoord: Dit moet kunnen: de kosten zijn immers gemaakt om het doel van de ANBI te bereiken. 3. Vraag: Onze begunstigden zijn zorginstellingen die steeds vaker zijn georganiseerd in een BV. Is dit een probleem voor de ANBI-status?
Pagina 5 van 6
Vereniging van Fondsen Nederland – FIN
Antwoord: Als een ANBI uitkeringen doet aan een (rechts)persoon conform haar algemeen nuttige doelstelling, dan is er geen probleem. Ook niet als die rechtspersoon een BV is, waarvan alle aandelen in handen zijn van een ANBI. Als de uitkering terechtkomt bij een BV die geen ANBI als aandeelhouder heeft, maar bijvoorbeeld een privé-persoon, dan is de uitkering waarschijnlijk niet conform de algemeen nuttige doelstelling, maar komt deze ten goede aan een particulier belang. Dat kan tot problemen leiden voor de ANBI-status van de uitkerende instelling. Belastingdienst: ‘genoten van presentatie!’ De heer Baidenmann, Collegiaal bestuurder van het ANBI-team in Den Bosch, was lovend over de uitleg van mevrouw De Wijkerslooth. ‘Ik heb genoten van de presentatie! Op diverse onderdelen is er nog discussie , maar de advieswereld en Belastingdienst leggen de ANBI-regeling in grote lijnen hetzelfde uit.’ De Belastingdienst zoekt ook nadrukkelijk meer samenwerking met de markt, aldus de heer Baidenmann. ‘We willen meer naar bijeenkomsten gaan zoals deze. Andersom is het advies: Neem contact op met de Belastingdienst, dan kunnen we onduidelijkheden wegnemen. We sluiten niet uit dat we van mening kunnen verschillen, maar staan open voor overleg. Zoals vooroverleg, voordat u de ANBI-aanvraag indient. Of overleg bij een beleidswijziging of een project waar u over twijfelt.’ Verder benadrukte hij de positieve gevolgen van het toegenomen toezicht op ANBI’s. ‘Met het 90%-criterium is het toezicht toegenomen. We hopen dat de branche ziet dat de overheid verkeerde partijen eruit haalt. De meeste instellingen zijn blij met het toezicht, is de ervaring.’ Verschilpunten Als discussiepunten tussen fondsen en Den Bosch haalde dhr. Baidenmann aan: • De commerciële activiteiten van goede doelen. ‘Die worden toegestaan als ze van bijkomstige aard zijn, zoals een museumwinkel. Wij leggen dat begrip enger uit dan de advieswereld.’ • Het 90%-criterium. ‘Als een stichting particuliere belangen dient, dan moet u die activiteiten in een andere vorm gieten of geen beroep meer doen op de ANBIstatus.’ Dat laatste hoeft geen probleem te zijn, aldus Baidenmann. ‘Vaak wordt gedacht dat het nodig is om de ANBI-status op de website te vermelden of om subsidies te kunnen ontvangen. Maar dit is niet het geval.’ • Integriteitstoets. 'De Belastingdienst vraagt van bestuurders niet standaard een verklaring van goed gedrag, maar heeft hiertoe wel de mogelijkheid. De integriteitstoets is o.a. naar aanleiding van Kamervragen ingevoerd. Deze Kamervragen gingen over de ANBI-status van actiegroepen.' .
FIN: ‘Doe waarvoor we er zijn!’ FIN-voorzitter Rien van Gendt sloot de bijeenkomst af met een oproep aan fondsen om zich niet te laten beïnvloeden door eventuele onduidelijkheden in de wet. ‘Doe geen aanpassingen in uw structuur of beleid om aan de regels te voldoen. Een belangrijke ontwikkeling voor de vermogensfondsen is Venture Philanthropy, waaronder bijvoorbeeld microfinanciering valt. Het zou een slechte zaak zijn wanneer we dit niet doen, omdat de Belastingdienst het mogelijk ziet als een commerciële activiteit. We moeten de guts hebben om te doen waarvoor we er zijn!’
Pagina 6 van 6