Algemene inleiding 1 Leerstof groep 5 t/m 8 1.1 Aardrijkskundige inhoud De inhoud van Wijzer door de wereld is gebaseerd op de kerndoelen van het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ uit het domein ‘Ruimte’. Daarnaast zijn er ook kerndoelen uit de domeinen ‘Mens en samenleving’ en ‘Natuur en techniek’ verwerkt in de leerstof van Wijzer door de Wereld. Waar passend, zijn bovendien in de methode ‘iconen’ uit de Canon van Nederland opgenomen. Ook wordt er aandacht besteed aan: n ontwikkelingseducatie; n burgerschapskunde; n natuur- en milieueducatie.
In jaargroep 5 staat het aanleren van kaartvaardigheden centraal. In het tweede deel van dit leerjaar beginnen de kinderen met de leerlijn topografie. In jaargroep 6 t/m 8 staat in de hoofdstukken 3, 6 en 8 een thema centraal. In deze hoofdstukken is er geen strikte koppeling tussen thema en regio. In de hoofdstukken 1, 2, 4, 5 en 7 worden regio’s behandeld. In deze hoofdstukken is er een koppeling tussen regio en thema.
hfst.
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
1
Van boven af
Nederland in het klein
Het dichtbevolkte West-Europa
De VS en haar buurlanden
2
Hier wonen wij
Op het platteland
Uitgestrekt NoordEuropa
Net als Columbus
3
Een stad verandert
Hoog en laag
Weer en klimaat in Europa
De wereld verkennen
4
Rondom de stad
Aan het werk
Het oosten van Europa
Grote verschillen in Afrika
5
Werken met de atlas
Dicht op elkaar
Aan de Middellandse Zee
Oceanië en Antarctica
6
Overal anders
Help! Natte voeten!
Werken in Europa
Verschillen in de wereld
7
Nederland, waterland
Natuur om ons heen
De Alpen
De opkomst van Azië
8
Andere landen
Nederland: hier en daar
De Europese Unie
Arm en rijk in de wereld
I
227478_HL_6.indb
1
23-06-2008
15:10:32
1.2 Topografie hfst.
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
1
Provincies, hoofdsteden en Amsterdam
West-Europa
Noord- en MiddenAmerika
2
Noord-Nederland (Fryslân, Groningen en Drenthe)
Noord-Europa
Zuid-Amerika
3
Regio’s en Waddeneilanden
Europa (landen en hoofdsteden)
Gebergten en gebieden in de wereld
4
Zuid-Nederland (NoordBrabant en Limburg)
Oost-Europa
Afrika
5
Provincies, provinciehoofdsteden en Amsterdam
West-Nederland (Noorden Zuid-Holland en Utrecht)
Zuid-Europa
Oceanië en ZuidoostAzië
6
Grote plaatsen in Nederland
Zeeland en Flevoland
Wateren, gebergten, gebieden (regio’s)
Landen en hoofdsteden in de wereld
7
Wateren in Nederland
Oost-Nederland (Overijssel en Gelderland)
Alpenlanden
Azië (West-Azië, ZuidAzië en Oost-Azië)
8
Werelddelen en de ‘buurlanden’
Nederlandse Antillen en Suriname
Europese Unie
Wereld
2 Leerstof groep 6 2.1 Aardrijkskundige inhoud Hoofdstuk 1
Dit hoofdstuk staat in het teken van Nederland. Het vormt het kader voor de andere hoofdstukken die steeds een ander deel van Nederland of een thema (over Nederland) behandelen. Een deel van de leerstof herhaalt leerstof uit groep 5. In les 1 verkennen de kinderen de inrichting van de eigen omgeving. In les 2 kijken ze naar de inrichting van Nederland. Les 3 gaat in op de inrichtingskenmerken van dichtbevolkte en dun-bevolkte gebieden in Nederland.
2
In dit hoofdstuk staan de drie noordelijke provincies centraal. Les 1 behandelt de verschillende vormen van landbouw. In de lessen 2 en 3 komen kenmerkende zaken uit de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aan de orde.
3
‘Hoog en laag Nederland’ is het thema van dit hoofdstuk. Les 1 besteedt aandacht aan de strijd tegen het water. In les 2 kijken de kinderen nader naar de verschillende landschappen van Nederland. Les 3 behandelt het ontstaan van Nederland.
4
Dit hoofdstuk gaat over de twee zuidelijke provincies van Nederland: Noord-Brabant en Limburg. Centrale thema’s daarbij zijn industrie en energie. Les 1 behandelt het thema industrie aan de hand van Noord-Brabant. In les 2 komen enkele kenmerkende zaken aan bod op het gebied van historie, cultuur, economie en natuur in het zuiden van Nederland. Energie staat centraal in les 3.
5
Hoofdstuk 5 gaat over het westelijk deel van Nederland. Centraal in les 1 staat de Randstad als dichtbevolkt, economisch belangrijk deel van Nederland. In les 2 draait het om de economische en natuurlijke kenmerken van West-Nederland. In les 3 komen de havens van Rotterdam en de luchthaven Schiphol aan de orde.
II
227478_HL_6.indb
2
23-06-2008
15:10:32
6
Dit hoofdstuk gaat over Nederland en de strijd tegen water. In les 1 staan de polders centraal. Les 2 gaat in op de strijd tegen het zeewater en de Deltawerken. Les 3 behandelt de strijd tegen het rivierwater.
7
In dit hoofdstuk staat Oost-Nederland centraal. In les 1 komen diverse aspecten van de Veluwe aan de orde. Les 2 behandelt de historische, culturele en economische aspecten van OostNederland. In les 3 gaat de aandacht vooral uit naar zorgvuldig omgaan met het milieu in Nederland.
8
Les 1 gaat over de vroegere koloniën en de huidige overzeese rijksdelen. Les 2 behandelt de immigratie naar Nederland en de ontwikkeling van een multiculturele samenleving. Les 3 staat in het teken van de ontwikkelingseducatie.
2.2 Topografie Hoofdstuk 1
Provincies, provinciehoofdsteden en Amsterdam
Plaatsen
Groningen, Leeuwarden, Assen, Zwolle, Arnhem, Lelystad, Utrecht, Haarlem, Den Haag, Middelburg ,’s-Hertogenbosch, Maastricht, Amsterdam
Gebieden
Groningen, Fryslân (Friesland), Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
Hoofdstuk 2
Noord-Nederland
Plaatsen
Groningen, Leeuwarden, Assen, Delfzijl, Winschoten, Veendam, Drachten, Sneek, Heerenveen, Emmen, Meppel, Hoogeveen
Gebieden
Groningen, Fryslân, Drenthe, Waddeneilanden, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog
Wateren
IJsselmeer, Waddenzee, Noordzee
Overig
Afsluitdijk, Hondsrug
Hoofdstuk 3
Regio’s en Waddeneilanden
Gebieden
Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, Twente, Salland, Veluwe, Betuwe, Achterhoek, Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland, Zuidelijk Flevoland, Haarlemmermeer, Schiphol, Gooi, Westland, Rijnmond, Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Peel, Biesbosch, Zuid-Limburg, Utrechtse Heuvelrug
Hoofdstuk 4
Zuid-Nederland
Plaatsen
‘s Hertogenbosch, Oss, Eindhoven, Breda, Tilburg, Bergen op Zoom, Roosendaal, Helmond, Maastricht, Venlo, Heerlen, Roermond, Kerkrade
Gebieden
Noord-Brabant, Limburg
Wateren
Maas, Biesbosch
Overig
Vaalserberg
Hoofdstuk 5
West-Nederland
Plaatsen
Randstad, Groene Hart, Amsterdam, Amstelveen, Haarlem, Zaandam, Purmerend, Alkmaar, Den Helder, Enkhuizen, Hilversum, Hoofddorp, Den Haag, Rotterdam, Leiden, Gouda, Dordrecht, Delft, Zoetermeer, Alphen aan den Rijn, Schiedam, Utrecht, Amersfoort, Nieuwegein
Gebieden
Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Texel, Rijnmond
Wateren
Amsterdam-Rijnkanaal, Noordzeekanaal, Lek, Nieuwe Waterweg
Overig
Schiphol
III
227478_HL_6.indb
3
23-06-2008
15:10:33
Hoofdstuk 6
Zeeland en Flevoland
Plaatsen
Middelburg, Vlissingen, Goes, Terneuzen, Almere, Lelystad, Emmeloord
Gebieden
Zeeland, Flevoland, Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland, Zuidelijk Flevoland
Wateren
Oosterschelde, Westerschelde, Noordzee, Schelde-Rijnkanaal, IJsselmeer, Markermeer
Hoofdstuk 7
Oost-Nederland
Plaatsen
Zwolle, Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal, Deventer, Kampen, Arnhem, Nijmegen, Apeldoorn, Ede, Doetinchem, Harderwijk, Winterswijk, Zutphen, Wageningen, Tiel
Gebieden
Overijssel, Gelderland, Twente, Salland, Veluwe, Achterhoek, Betuwe
Wateren
IJssel, Twentekanaal, Rijn, Neder-Rijn, Waal, Amsterdam-Rijnkanaal, Maas
Hoofdstuk 8
Nederlandse Antillen en Suriname
Plaatsen
Oranjestad (A), Kralendijk, Willemstad, Philipsburg, The Bottom, Oranjestad(stE), Paramaribo
Gebieden
Nederlandse Antillen, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Maarten, Sint Eustatius, Suriname
Wateren
Caribische Zee, Atlantische Oceaan, Brokopondostuwmeer, Marowijne, Corantijn
Gebergte
Wilhelminagebergte
3 Materialen Het materiaal van Wijzer door de wereld bestaat voor jaargroep 5 tot en met 8 per jaargroep uit: n leerlingenboek n werkboek n antwoordenboek n handleiding n kopieerboek n methodegebonden software n digibordsoftware
(een atlasopdracht) en de computer (een computer/ internet-opdracht). De topografie-opdrachten zijn herkenbaar aan het roodgekleurde opdrachtnummer. Elk hoofdstuk eindigt met gevarieerde keuzeopdrachten (Kies wijzer). De theorie van meervoudige intelligentie ligt ten grondslag aan deze (omvangrijkere) opdrachten. De toetsscore en uw visie bepalen welke kinderen welke opdrachten maken. Bij het werkboek hoort een antwoordenboek waarmee kinderen zelf hun werk kunnen controleren.
Leerlingenboek Het leerlingenboek bevat aansprekende teksten en functionele illustraties, die vaak tekstvervangend zijn. Alle leesteksten in het leerlingenboek zijn op hun leesbaarheid gecontroleerd met de CLIB-leesindex van het Cito. De clibniveaus liggen tussen E5 en E6.
Werkboek
IV
Wijzer door de wereld is werkboekgestuurd. De kinderen kunnen de leerstof van de basislessen zelfstandig verwerven en verwerken. De opdrachten in het werkboek zijn gevarieerd. Elke les begint met een of twee opdrachten die zorgen voor de oriëntatie op de les en het activeren van voorkennis. Daarna wisselen kennis-, inzicht- en vaardigheidsopdrachten elkaar af (bijvoorbeeld: invullen, rubriceren, vergelijken, ordenen, combineren, multiple-choice, puzzelen). Tevens worden de kinderen geregeld in staat gesteld hun eigen mening te geven. De laatste opdracht van elke les is gekoppeld aan het invullen van een blokje in de samenvatting (Kijk mee terug). Daarna volgen er een of twee steropdrachten (met het pictogram ster). Dit is extra werk: tempodifferentiatie. Andere pictogrammen zijn: de wereldbol met de loep
227478_HL_6.indb
4
Handleiding De handleiding bestaat uit een Algemene inleiding en lesbeschrijvingen. Met de aanwijzingen in de lesbeschrijvingen haalt u optimaal rendement uit het materiaal in het leerlingenboek en werkboek. Stap voor stap wordt aangegeven hoe u en de kinderen met deze materialen kunnen omgaan. U kunt de kopieerbladen opnemen in de handleiding.
Kopieerboek Het kopieerboek bestaat uit: n Lastige woorden n Samenvattingen n Toetsen n Antwoorden toetsen n Herhaling n Antwoorden herhaling n Verdiepingsopdrachten
Methodegebonden software In Wijzer door de wereld krijgen de kinderen een pakket topografische namen aangeboden. Alle topografische items uit de Citolijst komen hierin terug. In de
23-06-2008
15:10:33
werkboeken krijgen de kinderen blinde kaarten, waarop de aan te leren namen op de juiste plaats moeten worden aangegeven. In de software worden dezelfde namen per hoofdstuk aangeboden. Behalve het grondig oefenen van de ‘losse’ topografische namen in een kaart, worden de namen ook in samenhang geoefend, bijvoorbeeld: n Welke provincies grenzen aan Duitsland? n Welke provincies grenzen aan de provincie Utrecht? n Welke provincie ligt het meest zuidelijk in Nederland?
oost in juiste volgorde langs de Rijn). De kinderen kunnen deze toets ook op de computer maken. In de toetsbeschrijvingen staan de normeringen van beide toetsen. Natuurlijk kunt u hiervan afwijken, afhankelijk van het verloop van de lessen en de waarde die u zelf toekent aan een bepaalde opdracht.
5 Herhaling en verdieping 5.1 Differentiatie
Digibordsoftware Het materiaal voor het digibord bestaat o.a. uit filmpjes, animaties en links naar internet. Hiermee kunt u uw les verlevendigen.
Wijzer door de wereld werkt met het BHV-model. Dit onderwijsmodel leent zich goed om adaptief onderwijs te geven. BHV staat voor de onderdelen Basisstof, Herhalen en Verdiepen.
5.1.1 Basisstof
4 Het programma in groep 5 tot en met 8
De basisstof is bedoeld voor alle kinderen. Elk hoofdstuk bestaat uit drie lessen basisstof. Deze drie lessen worden afgesloten met een toetsles.
4.1 Acht hoofdstukken 5.1.2 Herhalen Hoofdstukken Basisstoflessen Toetsen Herhaling + verdieping
1 3 1 1
2 3 1 1
3 3 1 1
4 3 1 1
5 3 1 1
6 3 1 1
7 3 1 1
8 3 1 1
4.2 Samenvatting en toetsen
Herhaling is bedoeld voor kinderen die de basisstof onvoldoende beheersen en die nog moeite hebben met bepaalde opdrachten. Dit zijn de kinderen die onvoldoende scoren op de afsluitende toets(en). Omdat dit vaak kinderen zijn die moeite hebben met taal, wordt de basisstof van de aardrijkskundige toets herhaald via opdrachten die aan de illustraties in het leerlingenboek zijn gekoppeld. Op deze wijze verwerken de kinderen de basisstof nog eens op visuele wijze. Vooraf kunt u het kopieerblad met de samenvatting met ze doornemen. Kinderen die onvoldoende scoren op de topografietoets, maken de topo-herhalingsbladen. Hierin wordt - vaak op speelse wijze - de topografie herhaald. Ook met de topografiesoftware kan de stof worden herhaald. De herhalingsopdrachten staan op een kopieerblad.
Samenvatting
5.1.3 Verdiepen
Aan het eind van elke les maken de kinderen in het werkboek opdrachten die samen een samenvatting van de lesstof vormen (Kijk mee terug). De kern en de essentiële begrippen worden er nog eens op een rijtje gezet. Het resultaat van alle opdrachten van Kijk mee terug vormt een samenvatting van het hoofdstuk. De samenvatting kan geheel zelfstandig worden verwerkt, maar u kunt het ook samen doen. De kinderen kunnen de samenvatting gebruiken ter voorbereiding op de toets. In het kopieerboek staat ook nog een leesbare samenvatting die kinderen kunnen gebruiken om de stof te leren.
De verrijking of verdieping vormt de kern van het adaptief werken. Ze is bedoeld voor die kinderen die de toets voldoende of goed hebben gemaakt. Zij gaan aan de slag met een verdiepingsopdracht die aansluit bij de aardrijkskundige inhoud van het hoofdstuk. Ook de kinderen die eerst de basisstof hebben herhaald, kunnen een minder tijdrovende - verdiepingsopdracht maken. De Kies wijzers in het werkboek bevatten per hoofdstuk vier verdiepingsopdrachten. Er wordt hierbij van de kinderen een grote mate van zelfstandigheid verwacht. Zij werken alleen, in tweetallen of in groepjes.
Het standaardprogramma bestaat uit acht hoofdstukken van elk 3 basislessen. Dus in totaal 24 lessen. Een les duurt ongeveer 45 minuten. Naast de basislessen zijn er 8 toetslessen met samenvattingen. U kunt het standaardprogramma dus in 32 lessen behandelen. Met dit standaardprogramma voldoet u volledig aan de kerndoelen. Daarnaast kunnen de basislessen worden aangevuld met herhaling- en verdiepingsstof.
Toetsen De toetsen evalueren de beheersing van de basisstof. Er zijn twee soorten toetsen: n kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen over de aardrijkskundige inhoud uit de eerste drie lessen (de samenvatting) en de verwerkingsopdrachten uit het werkboek (de steropdrachten worden niet getoetst); n topografietoets; de opdrachten gaan over de feitelijke topografie (reproductie) en over het kaartbeeld (toepassing; bijvoorbeeld: zet de plaatsen van west naar
227478_HL_6.indb
5
U kunt de verdiepingsopdrachten op verschillende manieren inzetten, bijvoorbeeld: n u laat de kinderen zelf een opdracht kiezen; n u laat de kinderen afzonderlijk aan dezelfde opdracht werken; n u verdeelt de opdrachten over de kinderen; n u kiest één of meer opdrachten en voert die samen met de kinderen uit; n u werkt met de hele groep aan één opdracht. U vindt de verdiepingsopdrachten in het kopieerboek.
V
23-06-2008
15:10:33
6 Werken met combinatiegroepen
5.2 Extra activiteiten U kunt het standaardprogramma ook uitbreiden met extra activiteiten beschreven. Deze vindt u direct na de beschrijving van een basisles in de handleiding. Er worden twee extra activiteiten beschreven die in de regel speels en creatief van aard zijn. U kunt ze met de hele groep uitvoeren of zelfstandig door de kinderen laten uitvoeren.
Dankzij de korte teksten en het vele beeldmateriaal kunnen de kinderen goed zelfstandig aan de slag. Het werkboek leidt de kinderen met behulp van duidelijke verwijzingen door het materiaal. De lessen in Wijzer door de wereld kennen een vaste afwisseling van leerkrachtgestuurde lessen en lessen zelfstandig werken. Het verschil kunt u zien aan het pictogram achter de lestitel.
5.3 Taalzwakke kinderen De korte teksten, aandacht voor moeilijke begrippen en veel foto’s en illustraties, maken Wijzer door de wereld zeer geschikt voor kinderen met een taalachterstand. Kinderen met leesproblemen hebben veel steun aan goede beelddidactiek. Eén afbeelding zegt vaak meer dan 1000 woorden. De afbeeldingen in Wijzer door de wereld leggen een aardrijkskundig proces of begrip uit. Pre-teaching is zeer effectief voor kinderen met een taalachterstand. Bij elke basisles is een kopieerblad Lastige woorden opgenomen. Dit kopieerblad kunt u vóór de les met de betreffende kinderen doornemen. Eenduidige woorden worden ook met een tekening verduidelijkt. Ook zijn de herhalingsopdrachten inzetbaar als pre-teachingopdrachten voor een groepje taalzwakke kinderen.
staat voor leerkrachtgestuurde les.
staat voor zelfstandig te verwerken les. Door dit organisatiemodel is de methode ook zeer geschikt voor gebruik in combinatiegroepen. Scholen met combinatiegroepen kunnen de lessen van Wijzer door de wereld op twee manieren inroosteren (zie de schema’s hieronder).
1 combinatiegroep met één les per week U hebt de ene les tijd voor instructie voor de ene groep en de volgende les tijd voor instructie voor de andere groep. Bij de eerste les van het jaar kiest u ervoor om met één groep te beginnen, de andere groep volgt de volgende les. Door het verplaatsen van de les Kies wijzer is het mogelijk om beide groepen tegelijk te toetsen.
2 combinatiegroep met twee lessen per week Beide groepen hebben dan in de week één leerkrachtgestuurde les en één les zelfstandig werken.
een les per week groep 5 of 7 hfdst 1 les 1
hfdst 1 les 2
hfdst 1 les 3
hfdst 1 les 4
hfdst 1 les 5
toets
kies wijzer
hfdst 1 les 4
hfdst 1 les 5
hfdst 2 les 1
kies wijzer
toets
hfdst 2 les 1
groep 6 of 8 hfdst 1 les 2
hfdst 1 les 1
hfdst 1 les 3
hfdst 2 les 2
twee lessen per week
les 1a
les 1b
les 2a
les 2b
les 3a
les 3b
les 4
les 5
groep 5/7
toets
kies wijzer
groep 6/8
toets
kies wijzer
VI
227478_HL_6.indb
6
23-06-2008
15:10:34