Hetzelfde Anders Programma
Organisatie VA&S: Nele De Raedt, Jelle Laverge, Bruno Notteboom en Pieter Uyttenhove Organisatie studenten: Studenten March2, o.l.v. Astrid Ghyselen en Pieter De Walsche De Loeiende Koe Redactie: Nele De Raedt
Jokerweek / Colloquium 25 jaar opleiding burgerlijk ingenieur-architect
Toen de opleiding burgerlijk ingenieur-architect aan de Gentse universiteit (toen nog licentie bouwkunst) één jaar oud was verscheen onder redactie van Dirk De Meyer het boekje Hetzelfde Anders. Het dunne boekje bevatte, naast een selectie van de beste studentenontwerpen en een activiteitenoverzicht, een inleiding door vakgroepvoorzitter Charles Vermeersch en een toelichting van bOb Van Reeth over de ontwerpopdracht. Beide teksten, die in feite een soort beginselverklaring van de opleiding vormden, namen een uitgesproken positie in. Zo schreef Vermeersch dat het specifieke van een architectuuropleiding aan de universiteit het universalis-karakter is: een kennis-, inzichts- en cultuurverwerving die leidt tot een professionalisme dat ‘evenwel geen directe relatie van productiviteit tussen opleiding en eisen van de maatschappij hoeft in te sluiten.’ bOb Van Reeth op zijn beurt stelde dat de architectuuropleiding wou breken met een onderwijs dat vertrok vanuit pragmatische, functionele en technische aspecten en eerder een klemtoon wou leggen op het vormelijke, esthetische en artistieke. Het 9-vierkantenrooster van John Hejduk vormde het kader en de methode voor een ‘alfabetisering van het denken omtrent vorm en ruimte.’ Hetzelfde Anders bakende de ruimte af waarbinnen de opleiding architectuur wou onderwijzen, een plaats van vrijheid én precisie zowel in het denken als het ontwerp. Vandaag is het aantal studenten en stafleden ongeveer vertienvoudigd. De tijd waarin een opleiding kan worden ‘samengevat’ in een dun boekje of een beginselverklaring kan worden opgesteld lijkt ver achter ons te liggen. Tegelijk, zo geloven we graag, leeft nog sterk de geest van de beginfase: de zorg voor het ontwerp, de ruimte voor reflectie en stellingname, de kritische geest. We zien onze opleiding graag nog als een soort vrijplaats, een plek waar, terugverwijzend naar Vermeersch, los van de modetrends ‘wellicht mettertijd persoonlijke oeuvres ontstaan die hun wortels vinden in eigenzinnige keuzen die historisch, literair, autobiografisch, dagdagelijks, erotisch, technisch, poëtisch, … van oorsprong kunnen zijn.’ Geïnspireerd door Hetzelfde Anders wil de Jokerweek 2014 stelling innemen ten opzichte van de architectuur en het architectuuronderwijs. Niet één enkele ‘state of the union’ echter, zoals vijfentwintig jaar geleden, maar een veelheid aan stellingen, die een weerspiegeling vormen van de veelheid van benaderingen en meningen die de vakgroep ondertussen rijk is.
Opgave
Spelregels De Jokerweek neemt de vorm aan van een grootschalig colloquium dat de speelruimte schept waarbinnen dit ‘bombardement’ van stellingen plaatsvindt. De strak georkestreerde colloquiumformule is opgevat als kader voor actie en reactie. Concreet zal het colloquium onderverdeeld worden in 9 thematische ‘sessies’ waarin onder leiding van een aantal stafleden masterstudenten beargumenteerde stellingen naar voor schuiven, waarop bachelorstudenten reageren. Binnen de sessies wordt ook door internen en externen input gegeven via lezingen en/of wordt deelgenomen aan de discussie. Na het colloquium verwerken de master- en bachelorstudenten de stellingen en hun reacties tot een poster. Op de laatste dag worden alle posters samengebracht in een tentoonstelling in de foyer van het UFO. We sluiten de jokerweek feestelijk af met een gemodereerd gesprek tussen Stéphane Beel, Xaveer De Geyter, Willem-Jan Neutelings en bOb Van Reeth, gemodereerd door Maarten Delbeke. Hierna volgt een receptie in het UFO en een bal in de Vooruit.
De jokerweek bestaat dus uit verschillende fasen, waarin de masterstudenten en bachelorstudenten twee aparte trajecten volgen. De 4 fasen zijn de volgende Fase 1. Prepare datum: tot vrijdag 28/03 locatie: Gent en omstreken fase 2. Search datum: locatie:
vrijdag 28/03 tot zondag 30/03 Plateaugebouw. Atelier 1A en 1B
fase 3. Debate datum: locatie:
maandag 31/03 tot woensdag 02/04 Plateaugebouw. In drie verschillende arena’s
fase 4. Shuffle and edit datum: locatie:
woensdag 02/04 tot in de vroege uurtjes Plateaugebouw. Atelier 1A en 1B
fase 5. Exhibit datum: locatie:
donderdag 03/04 UFO. Foyer en auditorium
De spelregels worden hieronder voor master- en bachelorstudenten afzonderlijk uiteengezet.
Opgave 5
Spelregels
masters
Bachelors
Voorbereidingsfase • Kies één van de negen sessies • Bereid je inhoudelijk voor • Formuleer een stelling • Plaats de stelling tegen vrijdag 21 maart op Zephyr.
Voorbereidingsfase • Maak groepjes van 3 bachelors. Deze groepjes worden vanaf
Prepare. vrijdag 28/03
prepare. vrijdag 28/03
•
•
• • •
•
Jouw sessie heeft een kleur gekregen. Ga in de beuk van het UFO zitten die met jouw kleur correspondeert. Verlaat na de inleidende lezing het auditorium langs de uitgang die bij jouw kleur hoort. Stel je na de inleidende lezing klaar op het spelbord waar de afgeprinte versies van je stelling liggen. Een aantal groepjes van bachelorstudenten zullen een exemplaar van je stelling kiezen. Controleer of zij hun groepsnummer, hun namen en de stelling bij jou hebben neergeschreven. Breng na het voltooien van de keuzes je blad bij Jelle Laverge, één van de jokerweekverantwoordelijken.
•
• • •
•
•
6 Opgave
nu ‘spelgroepjes’ genoemd. Kies één van de 3 parcours: zwart, wit of grijs.
Ga in de beuk van het UFO zitten die met jouw kleur correspondeert. Verlaat na de inleidende lezing het auditorium langs de uitgang die bij jouw kleur hoort. Voor jou staan drie vakken met telkens negen stellingen uitgetekend op de grond. Ga naar vak 1. Je hebt maximaal 20 minuten om een eerste stelling te kiezen. Noteer je groepsnummer, namen van de groepsleden en de stelling op het blad dat de master bij zich heeft. Op het geluid van de gong ga je door naar vak 2. Je hebt maximaal 20 minuten om een tweede stelling te kiezen. Noteer je groepsnummer, namen van de groepsleden en de stelling op het blad dat de master bij zich heeft. Doe hetzelfde voor het derde vak.
Spelregels masters
Bachelors
search. zondag 31/03 • In afspraak met je sessie organisatoren begeleid je de
search. zondag 31/03
•
bachelorstudenten in het voorbereiden van hun reactie. Bereid je mentaal voor op je presentatie
• • • •
Je verzamelt met je groepsgenoten in atelier 1A of 1B. In de bibliotheek is er basisdocumentatie ter beschikking. Indien er voor jouw sessies documentatie is, neem je deze door. Bereid voor elke stelling die je gekozen hebt een reactie voor. Hiervoor produceer je per stelling: 1 paragraaf tekst (ca. 5 regels) eventueel vergezeld van maximaal 1 beeld. In totaal heb je dus 3 paragrafen en maximaal 3 beelden. Deze plaats je op een USB-stick én print je af. Op de dag van je sessies zal je deze digitale en papieren versie moeten meebrengen.
debate. maandag 31/03-woensdag 02/04
debate. maandag 31/03-woensdag 02/04
• •
•
• • •
Ga op de gepaste dag naar je sessie. Je neemt een afgeprinte versie van je stelling + argumentatie mee, alsook een digitale versie op USB-stick. Deze digitale versie plaats je op de beschikbare computer. De arena waar je dit moet doen, is op voorhand vastgelegd. Zie sessie informatie later in deze bundel. Presenteer je stelling en verdedig jezelf tegen de reacties van de bachelors. Op de dagen dat je niet presenteert volg je de discussies en lezingen in de andere sessies. De keuze hiervan is vrijblijvend en baseert zich op het programma, verder in deze bundel.
• • •
Volg elke dag de sessie die aansluit bij jouw traject (zwart, wit of grijs). De arena waar dit gebeurt is op voorhand vastgelegd. Zie sessie informatie later in deze bundel. Ga elke dag een half uurtje voor aanvang naar je sessie. Je plaatst je reactie van die dag en eventueel beeld op de beschikbare computer. Tijdens de sessie reageer je met je spelgroepje op de stelling die je gekozen hebt voor die dag. Elke dag reageert elk spelgroepje dus 1 keer. Herhaal deze acties elke dag, gedurende drie dagen.
Opgave 7
Spelregels
masters
Bachelors
Shuffle and edit. woensdagnacht 02/04 • Ga naar de tafel in atelier 1A en 1B waarop jouw stelling ligt. • Zo dadelijk komt een bachelor uit elk spelgroepje dat op je
Shuffle and edit. woensdagnacht 02/04 • Binnen elk spelgroepje overleggen de 3 spelers onderling wie
• • •
stelling gereageerd heeft jouw kant uit. Groet hen aan je tafel. Verwerk samen met hen de stelling en reacties tot een sprekende poster. De template hiervan wordt aangeleverd. Sla je poster op een USB-stick op en overhandig die ten laatste om 03:00 aan de jokerweekverantwoordelijke. Je kan ook een analoge poster maken. Deze wordt dan donderdagvoormiddag door de verantwoordelijken van de tentoonstelling op de afgedrukte template gekleefd. Lever je analoge poster ten laatste om 03:00 in bij de jokerweekverantwoordelijke.
• • • • •
verder gaat met welke van de 3 stellingen waarop zij in de fase “debate” reageerden. (Elk van de 3 stellingen wordt dus 1 keer gekozen). De spelgroepjes gaan uiteen. Elke speler begeeft zich naar de tafel waarop de door hem/ haar gekozen stelling prijkt. Aan deze tafel vind je de verantwoordelijke master(s) en spelers uit andere groepjes die voor deze stelling gekozen hebben. Samen met de verantwoordelijke master(s) en spelers uit andere groepjes verwerk je de stelling en reacties tot een sprekende poster. De template wordt aangeleverd. Sla je poster op een USB-stick op en overhandig die ten laatste om 03:00 aan de jokerweekverantwoordelijke. Je kan ook een analoge poster maken. Lever je analoge poster ten laatste om 03:00 in bij de jokerweekverantwoordelijke. Deze wordt dan donderdagvoormiddag door de verantwoordelijken van de tentoonstelling op de afgedrukte template gekleefd.
Exhibit. donderdag 03/04
Exhibit. donderdag 03/04
•
•
•
Bewonder vanaf 14:00 het resultaat van onze stellingenoorlog in de foyer van de UFO. Geniet later op de avond van de finale slotlezing, de receptie en het afsluitend bal in de Vooruit.
8 Opgave
•
Bewonder vanaf 14:00 het resultaat van onze stellingenoorlog in de foyer van de UFO. Geniet later op de avond van de finale slotlezing, de receptie en het afsluitend bal in de Vooruit.
overzicht
HETZELFDE ANDERS WEEKOVERZICHT 07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22 + 23 + ...
VRIJDAG
BROODJES
Prepare: Inleidende sessie
keuze stellingen KOFFIE EN PANNENKOEKEN
BACHFEESTJE
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22 + 23 + 24
ZATERDAG
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22 + 23 + 24
ZONDAG
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 PAASEIERENRAAP + 13 + 14 Search + 15 TAFELVOETBAL XXL + 16 + 17 Search + 18 + 19 + 20 QUIZ&TAPAS + 21 + 22 + 23 + 24
MAANDAG
ONTBIJT
Debate TAFELVOETBAL XXL
Debate VIERUURTJE
Debate AVONDETEN JOKERTV
Key note:
Patrick Bouchain BAR&MUZIEK
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22 + 23 + 24
DINSDAG
ONTBIJT
Debate TAFELVOETBAL XXL
Debate VIERUURTJE
Debate AVONDETEN JOKERTV
Key note:
Grahame Shane BAR&SPELEN
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + ... + 03 + 04
WOENSDAG
ONTBIJT
Debate TAFELVOETBAL XXL
Debate VIERUURTJE
Debate AVONDETEN JOKERTV
...
and Edit
Nightsession
CLOSURE BY RUBEN
DONDERDAG
07 + 08 + 09 + 10 + 11 + 12 + 13 + 14 + Exhibit: 15 Tentoonstelling + 16 + 17 Debat met Curatoren + 18 + WALKING DINNER 19 + A conversation with 20 Stéphane Beel + Xaveer De Geyter 21 Willem-Jan Neutelings bOb Van Reeth + 22 moderated by Maarten Delbeke + Receptie 23 BAL + 03
Overzicht 11
Prepare
Zwarte Parcours Sessie 1 Sessie 2 Sessie 3 Sessie 4 Sessie 5 Sessie 6
Sessie 7 Sessie 8 Sessie 9
36 groepjes
4 exemplaren per stelling Sessie 4
Sessie 5
Sessie 6
Resultaat
9 stellingen
+
+
+
Per stelling
Per groepje
+
+
+
4 exemplaren 4 spelgroepjes
3 sessies 3 stellingen
+
+
+
...
Search ? ?
12 Overzicht
?
...
Debate
Per groepje 3 dagen 3 sessies 3 stellingen 3 bachelors
...
...
1 stelling 4 exemplaren 4 bachelors
Resultaat 1 stelling
Overzicht 13
4 exemplaren
+
+
+
+
Poster Stelling Reactie
Per sessie 9 stellingen 9 posters
Shuffle...
Per groepje 3 dagen 3 sessies 3 stellingen 3 bachelors
...
...
Resultaat 1 stelling
4 exemplaren
1 stelling 4 exemplaren 4 bachelors
and Edit +
+
+
+
+
+
+
+
...
Poster Stelling Reactie Poster Stelling Reactie
Per sessie 9 stellingen 9 posters
Exhibit
Analoog Witte en Grijze Parcours
Sessies
Ma. 31/03
1 “The Superdiverse City” Spaces of Urban Migration in Europe
4 Conventie en Inventie
Di. 01/04
Wo. 02/04
2 ‘Art-Architecture Interchange’
3 Het probleem van/met de Kroonlijst
5 SoftArchitecture Machines
6 Stedenbouw Sessie II: Privaat Collectief Wonen
revisited
7 Architectuur voor een wereld in transitie
8 From Suburbia to Collective Utopia and Back Again?
9 Nouvelle.Ecole. Architecture
Sessies 17
1
“The Superdiverse City” - Spaces of Urban Migration in Europe
In this session we will focus on the built environment that is occupied, used, appropriated by “migrants” in European cities. The session is an attempt to determine the role of built, urban space in the inclusion or exclusion of immigrant groups in urban societies and the extent to which specific places accommodate their lives (from housing to leisure to work), as well as symbolise their status. Students can choose to investigate common spaces that are part of the everyday life of migrants, as well as specific spaces that they only occupy temporarily for a variety of reasons, for instance to stage moments of (political) activism. Several social groups can be taken into consideration, ranging from (new) migrants, asylum seekers, African diaspora, Roma or Sinti, … Students are encouraged to focus and present an in depth reading/ understanding of a specific place; for example a public square, a playground, a residential block or a cultural centre. In geographic terms, we look at European cities in this session, so that sites can be chosen both within but also outside of Belgium. The perspective of the analysis can be historical or contemporary, or an analysis of how particular spaces have changed over the course of time. We further divide the session into three subthemes, and will organize the whole day along three tracks 1/ Superdiversity. Towards (new) policies on urban migration Although migration is a phenomenon with a long history, even in Europe, cities were until recently characterized by the presence of dominant population groups. This has however changed fundamentally in recent years. Migrants are no longer a minority group in European cities and one can no longer describe cities by using a majority – minority framework. In fact, in many cities the largest part of urban populations in Europe consists of people having their roots in migration. At the same time, it should also be understood that this group of “migrants” is not homogeneous either: migrants come from different cultures all over the globalised world and are driven by a wide range of different reasons (social, economic, political, ecologic, …). In recent discourse, the notion of “superdiversity” is being introduced to try to define this new condition, and to take into account this diversity and multifacetedness of the urban population that can no longer be grasped by the concept of ‘the multicultural society’. The question
18 Sessies
then rises what is the impact of this condition of superdiversity on the identity of the city and the citizen? How does it influence the way we perceive and act in the urban (built) environment? 2/ Mapping urban migrancy Migrancy and superdiversity can be measured and expressed through census data that can be mapped in a variety of graphs, charts, and even mapped out on the urban territory. While such sets of information can help us understand how and when the phenomenon emerged and how it spread out over the city in the course of time, or, by contrast, how it remained isolated to certain areas, we need other ways of mapping to gain a more nuanced understanding of how migrancy operates in urban space. How can we indeed trace how migrancy in the “superdiverse” city changes aspects such as people’s behaviour and the look of certains places. As a number of researchers has shown, much is to be learned from fieldwork observation, (in-depth) interviews or particular modes of photo reportage. In this session, we will focus on a variety of strategies to map migrancy, that navigate between purely quantitative and qualitative methods, and discuss how these differents strategies complement, confirm or contradict each other? 3/Coping with urban migrancy via design In the third an final track, we want to focus on the role the architect and planner can or even has to play in the context of dealing with migrancy in the “superdiverse city”. Two elements are at stake here. Firstly, the context of the “superdiverse city” brings changes to the working environment of the urban designer. How does this influence his/her approach and the outcome of his/hers work? Secondly, urban designers, architects and artists have in the past often attributed an active role to the designed built space in social processes, claiming that one can build a better society via good design. However, just as often, the ability of architecture and urban planning to deal with these processes has been seriously questioned or unmasked as mechanisms of homogenisation, negation, conservation and control. This raises the unavoidable question whether or not it is possible for those making and shaping urban space to steer processes of inclusion and exclusion and whether indeed this is a task for the urban designer or not?
Organizing Committee: Johan Lagae, Luce Beeckmans, AnneFrançoise Morel, Kim De Raedt, Dieter Bruggeman, Hannes Pieters, Bert Gellynck. Speakers: Karel Arnaut, Maarten Loopmans, Yacobi Haim, Pieter- Paul Verhaeghe, Els Vervloesem, Fabio Vanin, Christoph Grafe, Gideon Boie , Filip Berte Date: Monday 31 March Program: Superdiversity. Towards (New) Policies on Urban Migration 10:00-10:20 Karel Arnaut - “Superdiversity”. Introduction to a New Buzzword in Debates on Urban Migration 10:20-10:40 Maarten Loopmans 10:40-11:00 Yacobi Haim - Israël/Africa. A Genealogy of Moral Geography. Some Notes. 11:00-12:00 Student presentations and discussion Mapping Urban Migrancy 13:00-13:20 Pieter-Paul Verhaeghe - Mapping Urban Migrancy in Ghent. Between Quantative and Qualitative Data 13:20-13:40 Els Vervloesem - Mapping the Permanently Inhabited Campsites in the Brussels Fringe 13:40-14:00 Fabio Vanin 14:00-15:00 Student presentations and discussion Coping with Urban Migrancy via Design 16:00-16:20 Christoph Grafe - The Superdiverse City and its Challenges for Architects/Planners 16:20-16:40 Gideon Boie - Stéphane Beel, The Willing Executioner of the Superdiverse City 16:40-17:00 Filip Berte - The Inversion and Erosion of a Square. A Wishful Attempt for a Redrawn Topography of Displacement. 17:00-18:00 Student presentations and discussion Arena: Atelier 1A
Sessies 19
2
‘Art-Architecture Interchange’
At the dawn of postmodernism, art and architecture experienced a radical and reciprocal interchange: artists simulated “architectural” means like plans, models and pavilions; architects evoked “artistic” strategies in exhibitions, biennales and events; and institutions combined both activities in an interdisciplinary, hybrid “field”. Expanding one’s practice was not only a matter of repudiating and transgressing the limits and dogmas of modernism. It was also a question of choosing and evaluating instruments. After all, when ‘there’s only art’ (Victor Burgin) or when ‘everything is architecture’ (Hans Hollein), the methods and concepts of cultural practice, as well as the status of disciplinary objects are again up for grabs. ‘What remains,’ Douglas Crimp asserted in 1979, ‘are just so many aesthetic activities.’ In this session, we will examine two strands of interchange that address this issue: artists adopting architectural means, and architects appropriating artistic strategies. In particular, we are interested in ways in which means and strategies are transposed from one cultural regime to another, up to the point where their status, meaning or function is dislodged and transformed. We want to investigate the potential openings and possible deadlocks of such exchanges, both in terms of the displaced means/strategies (the model, diagram, installation, exhibition...) and the context in which they navigate (the art or architecture museum, magazine,...). In this sense, we are less interested in how means and strategies mobilize disciplines than well the other way around. Invited contributors in this session address the interchange of means and strategies between art and architecture from the late 1960s to today. As we believe in the discursive faculty of image as much as text, practice and theory, we aim for a diverse panel of academic speakers and cultural practioners.
20 Sessies
Organizing Committee: Wouter Davidts, Stefaan Vervoort, Maarten Liefooghe, and Christophe van Gerrewey Speakers: Nikolaus Hirsch, Mechtild Widrich, UP (Koenraad Dedobbeleer & Kris Kimpe), Raymond Barion, Felicity Scott Program: 10:00-10:15 Introduction 10:15-11:00 Nikolaus Hirsch - ‘The Gwangju Folly Project’ 11:00-11:45 Mechtild Widrich - ‘A Space is Worth a Thousand Words: Tschumi, Goldberg, and Performing Space’ 11:45-12:00 Discussion 13:00-13:45 UP (Koenraad Dedobbeleer & Kris Kimpe) - ‘Interesting Architectures’ 13:45-14:30 Raymond Barion - ‘Isometric Landscapes’ 14:30-15:00 Exhibition view 16:00-16:45 Felicity Scott - ‘Architecture: Out of Place - Arata Isozaki’s Electric Labyrinth’ 16:45-18:00 Panel discussion + Concluding remarks Date: Tuesday 01 April Arena: Atelier 2
3
Het probleem van/met de Kroonlijst
“A great ’classic’ cornice,” [Frank Lloyd Wright] remembers, “had been projecting boldly from the top of the building, against the sky. Its moorings partly torn away, this cornice now hung down in places, great hollow boxes of galvanized iron, hanging up there suspended on end. One great section of cornice I saw hanging from an upper window. A workman hung, head downward, his foot caught, crushed on the sill of this window by a failing beam.” After this experience young Wright began “to examine cornices critically.” He saw them as “images of a dead culture,” and began to cast about for expressions of a new and living culture. He saw the “pilasters, architraves and rusticated walls” of late Victorian architecture as belonging to the same stuffy scheme of things as the “puffed sleeves, frizzes, furbelows and flounces” of the absurd feminine attire of the same period... “Tyranny of the Skyscraper”, New York Times Book Review (31 mei 1931). “Een pilaster, een architraaf, representeren, ‘figureren’, ook een functie, niet minder dan, in de tekening, een been of een arm. Een kroonlijst stelt niets anders dan zichzelf voor, een pure, abstracte vorm van objectieve referenties.” Luigi Moretti, “Valori della modenatura”, Spazio 6 (1951). Elk op hun manier stellen Moretti en Wright stellen de kroonlijst voor als een paradigmatisch element om over moderne architectuur te denken. Voor Moretti wijst de kroonlijst naar de abstractie die de moderne architectuur kan nastreven; voor Wright belichaamt ze de zelfs dodelijke perversie van de oude architectuur. In beide gevallen gaat het om wat de kroonlijst representeert: hoe de architectuur zich lostrekt van de natuur (Moretti), of hoe de architectuur zich onderwerpt aan achterhaalde manieren van bouwen (Wright). De kroonlijst drijft deze tweespalt op de spits omdat ze een complex en visueel prominent element van de klassieke architectuur is; een al te snel vergeten ontwerpmiddel volgens Moretti, in Wright’s oog een doorn.
ook stedenbouwkundigen, die de kroonlijst als bepalend element van de straat en bij uitbreiding de stad bekijken, als een intrigerend visueel gegeven of als de materialisering van banale bepalingen zoals de toegestane bouwhoogte. Aan de andere kant van het architecturale spectrum verschijnt ze als een bijzonder vraagstuk voor bouwfysici, een veeleisende bouwknoop waarin gevel en dakvlak met elkaar dienen te worden verbonden. De kroonlijst blijkt een cruciaal element waarin de verschillende disciplines die onder de architectuur ressorteren elkaar als vanzelf kruisen, een knoop waarop verschillende architectuurstromingen en hun bijhorende registers allerlei verwijten en verwachtingen projecteren. Toch is de kroonlijst in de architectuurgeschiedenis, -kritiek én praktijk over het algemeen een wat ondergeschoven kind. Er is geen uitgewerkte theorie en geschiedenis van de kroonlijst (zoals er wel een theorie en geschiedenis van de vijf ordes bestaat), en een blik op de architectuurproductie van pakweg de laatste honderd jaar suggereert dat de kroonlijst letterlijk en figuurlijk in gewicht afneemt. Het lijkt alsof het belang van de kroonlijst gaandeweg vermindert. De kroonlijst past niet in blob-architectuur of complexe structuren, en de minimalistisch ingestelde architect deinst niet terug voor extreme details om de overgang tussen muur en dak tot een welhaast immateriële lijn terug te brengen. Deze sessie buigt zich over de kroonlijst als onderzoeksobject en architectuurelement, met de bedoeling de mogelijkheden van een (ontwerp)theorie van de kroonlijst te onderzoeken; te bekijken wat het historische, kritische en theoretische potentieel van de kroonlijst is; op zoek te gaan naar de al dan niet verborgen verlangens, obsessies of betekenissen die samengaan met de kroonlijst en haar negatie. De vraagstelling luidt, met andere woorden: wat is het probleem met de kroonlijst?
De uitlatingen van Moretti en Wright behoren tot de kleine maar interessante groep teksten die een thema expliciet maken dat sluimert in de praktijk, geschiedenis en theorie van de architectuur: de kroonlijst is een cruciaal architecturaal element, waarin het maken van, en denken over de architectuur zich kristalliseert. De kroonlijst beroert
Sessies 21
Organisatoren: Maarten Delbeke, Tijl Vanmeirhaeghe, Pieter-Jan Cierkens, Kris Coremans, Nele De Raedt, Sven Verbruggen. Sprekers: Adrian Forty, Christian Kieckens, orthodoxe, Edoardo Piccoli Datum: Woensdag 02 april Programma: 10:00 - 10:15 Introductie: Het probleem van/met de Kroonlijst 10:15 - 10:45 Adrian Forty - The Big Overhang 10:45 - 11:15 Orthodoxe - The Doublefunctioning Element: contradictions in Mies’s cornices 11:15 - 12:00 3 stellingen van masterstudenten + reacties en debat 13:00 - 13:30 Edoardo Piccoli - The Turin Cornice 13:30 - 15:00 3 stellingen van stafleden, 3 stellingen van masterstudenten + reacties en debat 16:00 - 16:30 Christian Kieckens - 1642 x 2014 16:30 - 18:00 2 stellingen van stafleden, 3 stellingen van masterstudenten + reacties en debat Arena: Atelier 1B
22 Sessies
4
Conventie en Inventie
Van bij de start van de nieuwe architectuuropleiding aan de UGent, nu 25 jaar geleden, was de creatieve spanning tussen conventie en inventie, zowel in tekening als in ontwerp, bepalend voor de educatieve aanpak. Dit was destijds het geval voor de 1ste jaars initiatie in het ontwerp die gebaseerd was op het negenvierkantenrooster van John Hejduk. Vandaag wordt dit, zij het in gewijzigde vorm, voortgezet als een wezenlijk aandachtspunt in sommige masterstudio’s en theorievakken. De interactie tussen conventie en inventie kunnen we als volgt begrijpen: terwijl de waarde van een inventie wordt afgemeten aan een code, worden conventies als dusdanig onthuld en op de proef gesteld door een inventieve praktijk. In Complexity and Contradiction in Architecture (1966, p. 42) beschrijft Robert Venturi dit als een conditie van situationele wederkerigheid: “The old clichés involving both banality and mess will still be the context of our new architecture, and our new architecture significantly will be the context for them.” We stellen voor om ‘het nieuwe’ te beschouwen als het resultaat van een omzetting of een transformatie (hoe klein ze ook is) van de bereikte architecturale ‘totaliteit’. Nieuwigheid wordt zo begrepen als de derde term die door de dialectiek van conventie en inventie wordt voortgebracht. Tussen de uitersten vertegenwoordigd door enerzijds, een voorzichtige of bevestigende, ‘prozaïsche’ architectuur en anderzijds, een architectuur begrepen als een meedogenloos, utopisch gebaar (“een kreet in de leegte”- Loos), ligt het speelveld waarop de architectuur een kritische zet kan doen; waar ze een bevattelijk voorstel kan doen (of belichamen) voor wat ‘vooralsnog’ niet wordt verwacht. De kwestie kan betrekking hebben op de verhouding tussen professionele en artistieke praktijk; op de wijze waarop afwijkende praktijken mettertijd de norm kunnen verleggen, nieuwe codes kunnen vestigen, nieuwe archetypes kunnen voortbrengen; … Deze sessie beoogt de dialectiek van Conventie & Inventie te verkennen in het veld van de geschiedenis en de theorie, in de stads- en architectuurontwerppraktijk en in de bouwpraktijk.
Organisatoren: Dirk De Meyer, Dirk Somers, Guy Châtel. Begeleiders: Eef Boeckx, Pieter D’haeseleer, Laurent Liefooghe, Johannes Robberecht, David Schmitz, Tania Vandenbussche Sprekers: Job Floris, Réjean Legault, Axel Sowa, Laurent Stalder, Oliver Thill, Paul Vermeulen Datum: Maandag 31 maart Programma: 10:00-11:20 Réjean Legault and Job Floris. Chair: Dirk De Meyer 11:20-12:00 Werksessie 13:00-14:20 Laurent Stalder and Paul Vermeulen. Chair: Guy Châtel 14:20-15:00 Werksessie 16:00-17:20 Axel Sowa and Oliver Thill. Chair: Dirk Somers 17:20-18:00 Werksessie Arena: Atelier 1B
Sessies 23
5
SoftArchitectureMachinesrevisited
5
De sessie kent een theoretisch en empirisch luik. Stellingnames uit de theorie worden namelijk tijdens de sessie getoetst aan een fysiek experiment resulterend in een tijdelijke installatie. Twee thema’s met betrekking tot het architecturaal ontwerpproces worden onderzocht: de inzetbaarheid van emergente strategieën (i) en de invloed van mens-machine interactie (ii). Thema (i) behandelt de wijze waarop de interactie tussen (een groot aantal) agenten op microniveau, gebaseerd op lokale regels, globale geometrische patronen kunnen genereren, cfr cellular automata, game of life,... In (ii) wordt de rol van de machine in het ontwerpproces bekeken. Uitgangspunt voor dit onderzoek is het werk van Nicolas Negroponte “Soft Architecture Machines” (1975), waarin hij aan de hand van uiteenlopende experimenten de relatie ontwerper-machine tracht te duiden. Hierbij wordt gepoogd een actualisering van zijn inzichten te bekomen. Het globale opzet bestaat erin een/meerdere torengebouw(en) te ontwerpen. De participerende groep studenten wordt onderverdeeld in een aantal groepen met elk hun eigen doelstelling (bewaken van architecturale kwaliteiten zoals iconische waarde, binnen/buiten relaties, efficiënte circulatie, lichttoetreding, enz). De machine echter beschikt ook over een aantal evaluatieprocedures, onzichtbaar voor de ontwerpers. Tijdens de experimenten wordt een spel tussen de ontwerpers en de machine opgezet. Door laag per laag en beurtelings ontwerpbeslissingen te nemen, waarbij vorige stappen bestendigd of vernietigd worden, bouwt het model zich op. Tenslotte zal het beste resultaat aan de hand van rapid protoyping technieken gefabriceerd en tentoon gesteld worden.
24 Sessies
Organisatoren: Tiemen Strobbe, Willem Bekers, Sebastiaan Leenknegt, Frank Van Hulle, Ruben Verstraeten Sprekers: Sean Hanna Datum: Dinsdag 01 april Programma: 10:00-10:30 introductie 10:30-12:00 eerste verkenning van de ontwerpsessie. 13:00-14:00 eerste conclusies/commentaren 14:00-15:00 lezing door Sean Hanna 16:00-18:00 definitieve ontwerpsessie. Arena: Atelier 1A
6
Stedenbouw Sessie II: Privaat Collectief Wonen
Collectief wonen betekent samenleven met vele andere bewoners in één of meerdere gemeenschappelijke gebouwen, in een dense buurt. De woningen en de woonvoorzieningen zijn dan het resultaat van een planmatige aanpak, publiek of privaat gestuurd. Collectief wonen kan een utopie, een verlangen, een pragmatische noodzaak, een ideologische keuze, een economische noodzaak, een verschrikking zijn… In sommige samenlevingen wordt collectief wonen vanuit de overheid opgelegd of aangemoedigd; in andere samenlevingen zijn het de bewoners zelf die collectief anders willen gaan wonen, of de vrije markt die collectief wonen aanprijst en mogelijk maakt. Deze sessie behandelt samen met Stedenbouw sessie I het thema ‘Collectief Wonen’. Beide sessie benaderen dit thema vanuit een tegenovergestelde richting. De eerste sessie, ‘Publiek Collectief Wonen’, benadert de problematiek vanuit de sociale woningbouw, een meer bepaald vanuit de Grands Ensembles. De tweede sessie, ‘Privaat Collectief Wonen’ vertrekt vanuit het geïndividualiseerde suburbane wonen. In de eerste sessie stelt zich de vraag hoe een oorspronkelijk overheidsgestuurde woonvorm zich kan aanpassen aan hedendaagse individuele woonwensen, terwijl in de tweede sessie de vraag is hoe in een geprivatiseerd woonlandschap nieuwe vormen van collectiviteit kunnen ontstaan.
In deze sessie discussiëren we over de vraag wat collectief wonen in deze context kan zijn. Hoe hoog mikken we? Wonen we al collectief als we simpelweg dichter bij elkaar wonen, of als we een aantal voorzieningen delen die in de modale verkaveling niet worden gedeeld (als een gecorrigeerde versie van het individueel wonen)? Of zoeken we gedeelde vormen van wonen die de consumptieve trend keren en bijdragen aan een landschap met collectieve maatschappelijke betekenis. En wint architectuur in een meer publieke voorstad terug aan maatschappelijk belang? Centraal staat de vraag welke vorm collectiviteit aanneemt in een omgeving die geworteld is in het wensbeeld van het private wonen.
Stedenbouw Sessie II: Privaat Collectief Wonen De laagwaardige woonvormen die de stedelijke rand op vandaag bevolken, tonen in belangrijke mate het gezamenlijke onvermogen om een omgeving te produceren van enige collectieve betekenis. Veelal vormt een eindeloze repetitie van uniform verkavelde lappen grond het dominante speelveld waarbinnen een voorspelbare woningproductie tot stand komt. De regie die hier gevoerd wordt is amper meer dan het beheersen van de optelsom van een eindeloze reeks private belangen. Enige vorm van ‘publieke sfeer’- in de betekenis van een gedeelde opvatting over waar het met deze ruimte naar toe moetis hier notoir afwezig en als gevolg wordt het landschap nagenoeg volledig geconsumeerd.
Sessies 25
Organisatoren: Michiel Dehaene, Tom Broes, Bruno Notteboom, Dirk Somers, Trice Hofkens Sprekers: Mieke Vogels, Kristiaan Borret & Isabelle Verhaert, Gérald Ledent, Jos Bosman Datum: Woensdag 02 april Programma: Policy 10:00-11:00 Kristiaan Borret & Isabelle Verhaert - LaboXX Antwerpen 11:00-12:00 Mieke Vogels - Het Nieuwe Wonen Typology 13:00-14:00 Gérald Ledent - Potentiels Relationnels 14:00-15:00 Jos Bosman - Grossformen in wohnungsbau, O.M. Ungers POSITIONS 16:00-18:00 Parallelle stellingenoorlog met studenten en sprekers Arena: Majolicazaal, Hongaarse Zaal en Bibliotheek
26 Sessies
7
Architectuur voor een wereld in transitie
“De wereld is in de ban van transitie: transitie naar een koolstof arme samenleving, naar het post-kapitalisme, naar een post Noord Atlantisch imperialisme, naar een duurzame economie, naar een krimpende samenleving … Al die transitie logica roept vele vragen op voor diegene die op dit ogenblik een bouwwerk wil oprichten. Bouwen betekent immers iets maken met een lange tijdsschaal. Moeten we dan moedeloos worden wanneer zoveel onbekende factoren opdoemen? Of alleen maar wegwerpachitectuur meer maken? Of het bestaande patrimonium dan maar laten verloederen wegens inherent onaangepast aan de toekomst? En kan architectuur uberhaupt wel een rol van betekentis spelen in al die ‘overgangen’? Het visierapport ‘Scenario’s for a low carbon Belgium by 2050’ is maar een van de vele voorbeelden van de stevige uitdagingen die we onszelf als samenleving momenteel stellen, en daarbij is ingrijpen in de bebouwde omgeving 1 van de 10 speerpunten. Niet alleen door het drastisch verminderen van de enerigevraag van gebouwen, maar evengoed door het inspelen op het gedrag van de mensen (die in het westen toevallig 90% van hun tijd in gebouwen doorbrengen), het denken in een cradle to cradle logica bij materialisatie, het herinterpreteren van transport infrastructuur en ruimtelijke ordening, city engineering aangevuld met het inzetten van elk stukje restruimte in de stad voor landbouw, drinkwater management, duurzame energieopwekking, … Als multidisciplinair ontwerper zijn wij, architecten, de trekkers bij uitstek om al die dingen steeds opnieuw op een interessante manier samen te brengen in bouwwerken die uitdagen, die kritiek leveren, die het hun bewoners lastig maken, hen met de neus op de feiten drukken of hen toelaten even de doorgedraaide wereld de rug toe te keren.”
Organisatoren: Arnold Janssens, Eline Himpe, Glenn De Meersman, Jelle Laverge, Julio Vaillant Rebollar, Kim Goethals, Lien De Backer, Marc Delghust, Nathan Van Den Bossche, Wolf Bracke Begeleiders: Yves Deweerdt, Riet Van de Velde, Wim Debacker, Michiel Dehaene, Ruben Verstraeten Sprekers: Andre Viljoen, Tim Janβen, Douwe Jan Joustra Datum: Maandag 31 maart Programma: 10:00-10:45. Andre Viljoen. Urban food production, its rationale, urban and architectural design implications. 10:45-12:00. Discussies gemodereed door session assistants 13:00-13:45. Tim Janβen. Cradle to cradle. 13:45-15:00. Discussies gemodereed door session assistants 16:00-16:45. Douwe Jan Joustra. Bio-mimicry and eco-mimicry, urban metabolisms, circulaire economie. 16:45-17:00. Discussies gemodereed door session assistants Arena: Majolicazaal, Hongaarse zaal, Bibliotheek
Sessies 27
8
From Suburbia to Collective Utopia and Back Again?
Destruction and demolition in the context of grands ensembles and the project for the city
Public mass-housing usually has a utopian dimension that wants to improve the living conditions of large necessitous social groups. Social housing projects always represent a bright new modern future to come. However social housing, collective estates, grands ensembles or mikrorayons also involve, directly or indirectly, a lot of destruction and demolition. On the one hand this destruction is the result of war damage, tabula rasa, urban destruction, slum clearance or dismantling. On the other hand it results from the need for renovation and of a new (sub)urban condition. This session wants to look at the relationship between construction and destruction in the context of mass-housing, and question its meaning for society and for the city in terms of progress, living environment, social segregation. In the background of this session will be present the question of the ongoing project of the city. In his lecture, Pieter Uyttenhove will explain that, seen from a bit further on a macro-level, grands ensembles seem to play another role in society then what is usually stated as their mission, namely to create a modern welfare living environment. They rather appear as large scale operators of abrupt and irreversible ruptures in urban and suburban space, material culture and social tissue. These ruptures don’t need to happen in the immediate context of the construction or renovation of grands ensembles. They are part of a larger social, cultural and political ‘economy’ of destruction, deterioration, demolition and deconstruction of many different pre-existing structures. The question then remains what exactly their effects are inside this economy. Walter Balducci will analyse the housing complex of the “Pilastro”. This is one of the social housing estates built in Bologna (Italy) during the second half of the 20th century. This project was realized in three phases over a period of thirty years. Different theoretical hypotheses on suburban development were experimented and alternated. In the early sixties the Pilastro complex had been conceived as an autonomous village as part of the belt of workers neighbourhoods around the city. In the seventies the hypothesis of a “big form” is tried out like “an uncertain dam, rooted in the periphery” (M. Tafuri). In the eighties finally, the project will be the outcome of the search for new contemporary and anti-modernist urban forms.
28 Sessies
In her expose, Camille Canteux will point out that the ministeries in charge of housing provide a collection of films to demonstrate their action on building construction and urban planning. In these films, the building of grands ensembles, the destructions of the Second World War and the demolition as a result of urban renewal occupy an important place as well in words as in images. Beyond demolition and construction, these films also show, through the contrast between industrial cities and modern housing estates, the desintegration of the traditional towns in front of the utopian city represented by these innovative constructions. The lecture of Mladen Stilinovic will discuss the case of Skopje where the earthquake of 1963 destroyed a large part of the city’s housing stock. Through an internationally supported renewal, guided by a plan by Doxiadis, building typologies from both the ‘capitalist West’ and the ‘communist East’ were imported. The lecture will look more closely into the prefabricated variants of ‘Khrushchyovka’ buildings, produced by a Soviet-donated factory, and their recent (in)formal renovation, using results of fieldwork conducted in the ‘Karpos 3’ neighborhood of Skopje. Manten Devriendt will talk in his lecture about the structure of the city of Riga, transformed during 800 years of history. Legacies of Swedish, Polish, Russian, German and finally Latvian rulers tell a lot of different stories chaotically connected to each other. These micro narrations featured Riga’s lack of a clear structure. Especially the socialistmodernist followed by the capitalist narratives, fragmented not only outside the core of the 19th century city, but also made important changes in the existing structure. This lecture explores conditions of the post-socialist hybrid urban space. In his expose, David Peleman will offer an overview of narratives and counter-narratives about demolition or destruction in the history of urbanism. The lecture explores the different ways this demolition has been picked up as a key moment to develop specific historical discourses, to reinterpret the history of the city, and to reorientate the future development of the city.
Organizing Committee: Pieter Uyttenhove, David Peleman, with the cooperation of Claudia Faraone Speakers: Valter Balducci, Camille Canteux, Mladen Stilinovic, Manten Devriendt Datum: Dinsdag 01 april Program: 10:00-10:30.Pieter Uyttenhove - Destruction and demolition in the context of grands ensembles. An introduction 10:30-11:00.Valter Balducci - Du village a la grande forme. Le « Pilastro » a Bologna (1960-1991) 11:00-11:15. Questions 11:15-12:00. Student statements and discussions 13:00-13:30. Camille Canteux - Des grands ensembles pour effacer la ville. Démolitions, Reconstruction, construction dans les films des ministères en charge du logement en France (1948-1966) 13:30-14:00. Mladen Stilinovic - Domesticating the Prefabricated (Imported to Informal). Karpos 3 neighborhood in Skopje, 1963-2014 14:00-14:15. Questions 14:15-15:00. Student statements and discussions 16:00-16:30. Manten Devriendt - New forms of collectivity: postsocialist hybrid urban space. What is Riga and why is it unique? 16:30-17:15. David Peleman - Dangerous liaisons? Demolition and the project for the city. A round-up 17:15-18:00. Student statements and discussions Arena: Atlier 1B
Sessies 29
9
Nouvelle.Ecole.Architecture
Nouvelle . Architecture . Ecole is vooral een plaats, een plaats die is blijven bestaan na de installatie van de digitale conditie, een plaats die wil blijven bestaan na de installatie van de digitale conditie. Nochtans bestaat er niet de minste illusie dat men die nieuwe menselijke conditie zou kunnen ontkennen: de menselijke conditie dringt zich op en wij ondergaan. Het enige dat wij kunnen doen is ons zo fel mogelijk te confronteren met deze nieuwe conditie, om deze nieuwe conditie niet te ontkennen. Een school is een lege architectuur. Nouvelle . Ecole . Architecture is de nul graad van de architectuur. In deze architectuur zijn we allemaal vreemden. Er zijn geen objecten die ons de indruk kunnen geven ? of beter gezegd de illusie dat we ?thuis? zouden zijn.
Organisatoren: Wim Cuyvers, Bart Verschaffel Sprekers: Jan Masschelein, Paul Robbrecht` Datum: Woensdag 02 april Programma: 10:00-12:00 // 13:00-15:00 Nouvelle. Bart Verschaffel (UGent) - Over afstand(elijkheid), zintuiglijkheid en contact in de (virtuele) publieke ruimte Ecole. Jan Masschelein (KU Leuven) - Over school en universiteit als ruimtes van ‘commoning’ en ‘vrije tijd’. Een lofrede. Discussie 16:00-17:00 Architecture. Wim Cuyvers (UGent) - (Lof van de) Architectuur. 17:00-18:00 Architecture. Paul Robbrecht - (Lof van de) Architectuur. Arena: Atelier 1A
30 Sessies
lezingen
Lezingen / Bio’s van de gasten 1. “THE SUPERDIVERSE CITY” Spaces of Urban Migration in Europe Karel Arnout Monday 31 March. 10:00-10:20. Atelier 1A Karel Arnout is sociologist at the KU Leuven. His research is mainly focused on multiculturalism and superdiversity, migration, minorities and urban governance. A recent publication on the topic is ‘Super-diversity: Elements of an emerging perspective’, in: Diversities, 14 (2), 2012. http://www. kuleuven.be/wieiswie/en/person/u0090859
Maarten Loopmans Monday 31 March. 10:20-10:40. Atelier 1A Maarten Loopmans is social geographer at the KU Leuven. Loopmans’ research topics include political geography, political ecology, slum redevelopment, social planning, urban development and policies, marginal spaces and marginal groups, gentrification, urban and rural protest, and prostitution policy. http:// www.kuleuven.be/wieiswie/en/person/00032419
Haim Yacobi Monday 31 March. 10:40-11:00. Atelier 1A Haim Yacobi is a senior lecturer at the Department of Politics and Government at Ben Gurion University. As an architect and planner who specialized in geography, his academic work focuses on the urban as a political, social and cultural entity. The main issues of his research are social justice, the politics of identity, migration, globalization and planning in relation to the urban space. In 1999 he formulated the idea of establishing “Bimkom – Planners for Planning Rights” (NGO) and was its co-founder. http://humweb2.bgu.ac.il/politics/content/people/ faculty/dr-haim-yacobi
Pieter-Paul Verhaegen Monday 31 March. 13:00-13:20. Atelier 1A Pieter-Paul Verhaegen is sociologist at Ghent University. His research focuses mainly on the role of the social network in the discrimination of minorities on the labour market. One of his most recent publications is titled ‘Ruimtelijke segregatie van ‘oude’ en ‘nieuwe’ migrantengroepen in Gent’, in: Ruimte en Maatschappij, 4 (4), 2013. https:// biblio.ugent.be/person/002002460724
Els Vervloesem Monday 31 March. 13:20-13:40. Atelier 1A Els Vervloesem is architect and researcher at KULeuven, where she researches the complex interaction between urban design and urban development processes. For her doctoral thesis she studies the place of and for migrants in the city from a social and spatial perspective. For Stad en Architectuur she co-curated the 2013-2014 Auditorium lectures series titled Architecture and Social Change. http://www.kuleuven.be/wieiswie/en/ person/00047786
Fabio Vanin Monday 31 March. 13:40-14:00. Atelier 1A Fabio Vanin is architect and founding member of Latitude. Latitude is a non-profit organization based in Brussels and Venice that focuses on urban and territorial research and design. Latitude addresses contemporary urgent issues such as urban, environmental and social fragility, flood vulnerability, post-crisis reconstruction, urban safety and security. Latitude develops critical positions through international researches, design, exhibitions, writings and conferences.http://www.latitude-platform.eu/
Lezingen 33
Lezingen / Bio’s van de gasten
Christoph Grafe Monday 31 March. 16:00-16:20. Atelier 1A Christoph Grafe is trained as an architect and architectural historian. In 2011 he was appointed director of the Flemish Architecture Institute (www. vai.be) and teaches architectural history and theory at Berg University of Wuppertal (North RhineWestphalia, Germany) since 2013. He is an editor of Oase Journal for Architecture and the Journal of Architecture and specializes in contextual approaches to design, history and theory of architectural design and general cultural ruminations. http://www.vai.be/wie-is-wie/9613
Gideon Boie Monday 31 March. 16:20-16:40. Atelier 1A Gideon Boie is philosopher, architectural activist and founding member of BAVO. Together with Mathias Pauwels, philosopher, Boie examines the political dimension of art, architecture and urban planning. A result of their research has been shown as an exhibition De Janssens Werken (2008) and in the publication Too Active to Act (2010) in which they use on over-identification in order to critically understand the building policy of Ghent. http://www. bavo.biz/
Filip Berte Monday 31 March. 16:40-17:00. Atelier 1A Filip Berte is artist and architect and leads the Eutopia project. Within this project, Berte questions the definition and the status of concepts such as frontiers, migration, European identity by the means of architectural installations. http://www.eutopia.be/ about-house-of-eutopia
34 Lezingen
2. ‘Art-Architecture Interchange’ Nikolaus Hirsch Dinsdag 01 april. 10:15-11:00. Atelier 2 Nikolaus Hirsch is architect, professor en curator. Hij was rector van de Städelschule Academy of Fine Arts en directeur van de Portikus Kunsthalle in Frankfurt (2010-2013) en heeft lesgegeven aan de Architectural Association in London (2000-2005), de University of Pennsylvania in Philadelphia (2006), het Institute of Applied Theater Studies at Gießen University (2003/2004), en HfG Karlsruhe (2004).
Mechtild Widrich Dinsdag 01 april. 11:00-11:45. Atelier 2 Mechtild Widrich is verbonden als postdoktoranda en docente aan de Leerstoel voor Kunst- en Architectuurgeschiedenis aan de ETH Zurich. Voorheen was zij verbonden als doctoraal onderzoekster aan het History, Theory and Criticism Program van het Department of Architecture, MIT, Cambridge, Mass. en aan het English Department van Harvard University.
UP (koenraad Dedobbeleer & Kris Kimpe) Dinsdag 01 april. 13:00-13:45. Atelier 2 UP (koenraad Dedobbeleer & Kris Kimpe) is een fanzine gewijd aan de singuliere en subjectieve liefde voor het gebouwde. Koenraad Dedobbeleer is kunstenaar en Kris Kimpe is architect.
Raymond Barion Dinsdag 01 april. 13:45-14:30. Atelier 2 Raymond Barion is kunstenaar. Hij woont en werk in
Antwerpen. Op 4 april opent de solo-tentoonstelling OF LENSES AND ARENAS in Extra City, Antwerpen www.extracitykunsthal.org
Felicity D. Scott Dinsdag 01 april. 16u00-16u45. Atelier 2 Felicity D. Scott is associate professor of architecture en hoofd van het programma Critical, Curatorial and Conceptual Practices in Architecture (CCCP) aan de Graduate School of Architecture, Planning and Preservation van Columbia University, New York. Zij is founding co-editor van Grey Room, een tijdschrift voor architectuur, kunst, media en politiek uitgeven bij MIT Press sinds 2000. 3. Het probleem van/met de kroonlijst Adrian Forty Wednesday 02 april. 10:15-10:45. Atelier 1B. Adrian Forty, Professor of Architectural History at the Bartlett School of Architecture, UCL, author of Words and Buildings (2004), and of Concrete and Culture (2013), will talk about The Big Overhang, with particular reference to Louis Sullivan’s Condict/ Bayard Building, New York.
Orthodoxe Wednesday 02 april. 10:45-11:15. Atelier 1B. orthodoxe is an association of six architects sharing simple, fundamental beliefs: making architecture cannot be understood outside history, cannot be thought without theories, and cannot be founded without criticism. The collective concentrates, both individually and together, on practicing architecture in the areas of design, cultural mediation and teaching.
Orthodoxe proposes to focus on the floor in the work of Mies. According to Venturi’s acknowledgment of contradictory levels in architecture, the function and the structure of a building related to the “Doublefunctioning Element” while the “Both-And” phenomenon would refer more particularly to the multiple meanings of its elements. In a wide range of Mies’s projects, the archetypical figure of the floor contains both meanings of functions and structure within the same basic element: a parallelepipedic white volume. Orthodoxe proposes to read this recurrent element of architecture by means of these Venturian keys, the same Venturi himseld used to criticize “the limitations of orthodox Modern architecture”.
Edoardo Piccoli Wednesday 02 april. 13:00-13:30. Atelier 1B. Edoardo Piccoli teaches Early Modern and Contemporary architecture in the Architectural Bachelor, Master and PhD programs at the Politecnico di Torino. His research focuses on eighteenth century architecture with a specific interest in French and Italian architecture and architectural theory. He will discuss how the problem of the cornice can be examined through its relationship with issues of jurisdiction in the construction of early modern cities. In order to understand how the cornice may be used to mark the separation between jurisdictional and normative spaces (typically, between the façade and the roof) while defining also the apparent “regularity” and completeness of an urban setting, he will examine the “Turin cornice”: not a single element defining one building, but an ideally continuous urban feature.
Lezingen 35
Lezingen / Bio’s van de gasten Christian Kieckens Wednesday 02 april. 16:00-16:30. Atelier 1B. Christian Kieckens, Architect and Professor of Architecture at the University of Antwerp; will juxtapose two moments in the history of the cornice. 1642: In the Cappella dei Re Magi Francesco Borromini separated earth and heaven between shifted columns and dome as a method of methamorphology. 2014: How does this act reflect in contemporary statements that are suspended between the technè of solving a problem and representation? 4. Conventie en Inventie Job Floris Monday 31 March. 10:00-11:20. Atelier 1B Job Floris is an architect and co-founder of MONADNOCK, a Rotterdam-based office for architecture, urbanism, interior and research. He was trained as an interior- and furniture designer at the Royal Academy of Fine Arts St. Joost in Breda and as an architect at the Rotterdam Academy of Architecture. Job Floris is head of the Master’s course in Architecture at the Rotterdam Academy of Architecture and Urbanism (RAVB). He is editor of OASE Journal for Architecture and writes about architecture for various media. He is affiliated to several architecture institutes as visiting lecturer.
Réjean Legault Monday 31 March. 10:00-11:20. Atelier 1B Réjean Legault studied architecture at the Université de Montréal and holds a Ph.D. in architecture from the Massachusetts Institute of Technology. In 1996 he developed the Canadian Centre for Architecture’s Visiting Scholars Program and set
36 Lezingen
up the institution’s Study Centre, which he directed until 2000. Since then he has been professor at the École de design of the Université du Québec à Montréal, where he teaches the history and theory of modern architecture. His research, lectures and publications focus on the historiography of modern architecture, on the relationship between materials and architectural modernity and on tectonics and building cultures. His publications include Anxious Modernisms: Experimentation in Postwar Architectural Culture (co-edited with Sarah Williams Goldhagen, 2000) and numerous articles in journals, books of essays, and exhibition catalogues.
Laurent Stalder Monday 31 March. 13:00-14:20. Atelier 1B Laurent Stalder is Associate Professor for the theory of architecture at the ETH Zurich, Switzerland. His focal points of research and publication intersect the history and theory of architecture with the history of technology. Recent projects include: Hermann Muthesius: Das Landhaus als kulturgeschichtlicher Entwurf (2008); Valerio Olgiati (2008); Der Schwellenatlas [Thresholdatlas] (2009), Atelier Bow-Wow. A Primer (2013). He is currently working on a study on British Architecture: Architecture, Appliances, Environments 1930-1970.
Paul Vermeulen Monday 31 March. 13:00-14:20. Atelier 1B Paul Vermeulen is a principal of De Smet Vermeulen architecten in Ghent. He taught at KU Leuven and TU Delft, and writes as a critic for European architectural publications. He was awarded the biennial Culture Prize of Flanders for Architecture (2011). Work by De Smet Vermeulen architects was published in 8
Flemish Yearbooks and in the online Phaidon Atlas. They recently won a Belgium Building Award for their Antwerp Kindergarten Strandloper (2014).
Axel Sowa Monday 31 March. 16:00-17:20. Atelier 1B Axel Sowa is professor for architectural theory at RWTH-Aachen University. Starting from a residence as research fellow at the Canadian Center for Architecture (CCA) in Montreal, his current research is related to the concept of mimesis, the question of imitation in modern contexts, and at the beginning of industrial mass production of building components. Form 2000-2007, Axel Sowa had been the editorin-chief of the French magazine L’Architecture d’Aujourd’hui where he published more than fifty thematic issues on fundamental questions of architectural theory and practice. He contributed to numerous magazines such as Domus, Werk Bauen & Wohnen and Bauwelt and wrote books on buildings for the arts, notably the Friedrich-Christian-FlickCollection in Hamburger Bahnhof, Berlin, and the Espace de l’Art Concret in Mouans-Sartoux, France. Together with Susanne Schindler, Anne Kockelkorn, and Andres Lepik, Axel Sowa is co-editor of Candide. Journal for Architectural Knowledge.
Oliver Thill Monday 31 March. 16:00-17:20. Atelier 1B Oliver Thill is a partner of Atelier Kempe Thill architects in Rotterdam. The office was founded by André Kempe and Oliver Thill in 2000 following their Europan 5 winning proposal for 300 dwellings in Kop van Zuid Rotterdam. Since 15 years the office’s work has systematically broadened. It has aroused a broad international interest, with numerous
awards, publications, lectures and exhibitions. Oliver Thill studied architecture in the TU-Dresden. He was granted with the Maaskantprijs voor Jonge Architecten in 2005. Since 1999 he was a visiting lecturer at several academic institutes. Oliver Thill is a professor at EPF Lausanne/ CH. 5. SoftArchitectureMachinesrevisited Sean Hanna Tuesday 01 april. 14:00. Atelier 1A Sean Hanna is a Lecturer in Space and Adaptive Architectures at UCL and Director of the Bartlett’s MSc programs in Adaptive Architecture and Computation. Sean Hanna’s research is primarily in developing computational methods for dealing with complexity in the built environment, including the comparative modelling of space and its perception by machine, and the use of machine learning and optimisation techniques for the design and fabrication of structures. 6. Stedenbouw Sessie II: Privaat Collectief Wonen Kristiaan Borret en Isabelle Verhaert Woensdag 02 april. 10:00-11:00. Majolicazaal In zijn loopbaan pendelt Kristiaan Borret (gastprofessor UGent) tussen theorie en praktijk, tussen publieke en privé-sector, tussen beleid en ontwerp. Zodoende heeft hij een ruime expertise opgebouwd omtrent hedendaagse transformaties van de stad, stedelijkheid en publieke ruimte. Met Labo XX brak hij in Antwerpen recent een lans voor de transformatie van de voorstad. Hoe kan de verwachte bevolkingsaangroei aanleiding zijn voor een duurzame stadsvernieuwing?
Lezingen 37
Lezingen / Bio’s van de gasten Isabelle Verhaert is coördinator van het team ontwerpend onderzoek aan de stad Antwerpen. Op dit moment is zij tevens projectleider van de lopende studie Labo XX. Voor dit project stuurt zij een reeks workshops aan waarin verschillende teams (Maatontwerpers, 51N4E, Palmbout, Buur) hun visies uitwerken voor de Antwerpse voorstad van morgen. Samen met Kristiaan Borret co-auteur van het artikel LaboXX de komende transformatie van de voorstad in het vakblad ‘Ruimte’.
Mieke Vogels Woensdag 02 april. 11:00-12:00. Majolicazaal Mieke Vogels is politica voor Groen, was actief als Vlaams minister, zetelde in de commissie Wonen en Energie in het Vlaams Parlement en was een tijd lector aan de Erasmushogeschool in Brussel. In haar recente boek ‘Het Nieuwe Wonen’ gaat zij in op de historische kans die Vlaanderen krijgt nu het Vlinderakkoord van wonen een Vlaamse bevoegdheid maakt. Wat zijn de mechanismen om gezinnen compact, goed en betaalbaar te laten wonen?
Gérald Ledent Woensdag 02 april. 13:00-14:00. Majolicazaal Gérald Ledent is als dr.ir.architect verbonden aan de Université Louvain-La-Neuve. Recent promoveerde hij met het proefschrift Potentiels Relationels, l’aptitude des dispositifs physiques de l’habitat à soutenir la sociabilité. Voor deze studie onderzocht en hertekende hij 13000 vrijstaande woningen in de voorstad van Brussel. Daarbij stelde hij zich de vraag wat architectuur kan bijdragen tot het articuleren van een ‘vivre ensemble’ in de hedendaagse voorstad.
38 Lezingen
Jos Bosman Woensdag 02 april. 14:00-15:00. Majolicazaal Jos Bosman is als dr.ir. en associate professor verbonden aan de TUEindhoven. Hij heeft een ruime expertise opgebouwd op de raakvlakken tussen de architectuur van de stad, het huisvestingsvraagstuk en stedenbouw in het algemeen. Meer concreet is hij sterk vertrouwd met het werk van O.M.Ungers en diens ‘Grossform im Wohnungsbau’ of hoe het wonen als bouwsteen aangewend kan worden voor het construeren van een collectieve dimensie in de stad. 7. Architectuur voor een wereld in transitie Andre Viljoen Maandag 31 maart. 10:00. Majolicazaal Andre Viljoen (University of Brighton staff, Bohn and Viljoen architects, UK) is a leading figure in the field of urban food production, its rationale, urban and architectural design implications. Author of the book: “Continuous Productive Urban Landscapes: designing urban agriculture for sustainable cities”
Tim Janβen Maandag 31 maart. 13:00. Majolicazaal Tim Janβen (Cradle to Cradle – Wiege zur Wiege Verein, Hamburg) is expert in Cradle-to-cradle filosofie en principes en staat in voor de verspreiding en het stimuleren van de toepassing van deze principes in de praktijk (in allerhande producten en processen, maar ook in de architectuur en stadsplanning)
Douwe Jan Joustra:
Maandag 31 maart. 15:00. Majolicazaal. Douwe Jan Joustra (oneplanetarchitecture instituteOPAi, NL) is expert in het begeleiden van duurzame ontwikkelingsprocessen in de stedenbouw en architectuur in Nederland. Hij zal spreken over ‘bio-mimicry’ en ‘eco-mimicry’ als bron van inspiratie voor de architectuur en stedenbouw van de toekomst en over ‘urban metabolisms’ en de systeemveranderingen naar de circulaire economie. Hij is auteur van het rapport “Ondernemen in de circulaire economie” en het boek “Tien perspectieven uit de natuur”.
Riet Van de Velde Maandag 31 maart. Session Assistant. 15 min-talk. Majolicazaal Riet Van de Velde (Universiteit Gent) is milieucoördinator en drijvende kracht achter “Transitie UGent: samen voor een duurzame universiteit”, een denktank waarin een duurzaamheidsbeleid voor de Universiteit wordt uitgewerkt via transitiepaden voor onderwijs, onderzoek, mobiliteit, energie, aankopen, voeding, groen, water… Zie ook: http://issuu.com/ universiteitgent/docs/transitie.
Yves De Weerdt Maandag 31 maart. Session Assistant. 15 min-talk. Majolicazaal Yves De Weerdt (VITO) is doctor in de sociologie en onderzoekscoordinator voor Stedelijke duurzaamheid bij VITO. Vanuit het oogpunt van de transitie naar een duurzame stedelijkheid brengt hij perspectieven uit de sociale wetenschappen, planning, sociale innovatie en technologie samen. Via principes als ‘co-creation’ en ‘participatory urbanism’ wordt de mens in het centrum van
stedelijke ontwikkeling geplaatst, en indien nuttig ondersteund en gefaciliteerd door technologie.
Wim Debacker Maandag 31 maart. Session Assistant. 15 min-talk. Majolicazaal Wim Debacker (VITO) is doctor ingenieur-architect en expert duurzaam bouwen bij VITO. Hij doet onderzoek naar de milieu-impact en van materialen, bouwcomponenten en constructiesystemen, rekening houdend met hun volledige levenscyclus. Zijn doctoraat handelt over “Design and environmental load assessment of multi-use construction kits for temporary applications based on 4Dimensional Design”. 8.From Suburbia to Collective Utopia and Back Again? Pieter Uyttenhove Dinsdag 02 april. 10:00-10:30. Atelier 1B Professor in Theory and History of Urbanism, currently Head of the department of Architecture and Urbanism at Ghent University. Adviser of doctoral research and co-director of the UGent laboratory for urbanism Labo S, he has developed and directed in recent years research in 19th and 20th century theory and history of urbanism. He publishes in national and international periodicals and is author of several books.
Valter Balducci Dinsdag 02 april. 10:30-11:00. Atelier 1B Architecte et docteur en architecture de l’Istituto Universitario di Architettura di Venezia, Valter Balducci est professeur agréé de Composition
Lezingen 39
Lezingen / Bio’s van de gasten Architecturale au Département d’Architecture de l’Université de Bologne. Ses recherches actuelles portent sur les territoires du tourisme balnéaire et sur les quartiers d’habitation sociale de la deuxième moitié du XXe siècle
Camille Canteux Dinsdag 02 april. 13:00-13:30. Atelier 1B Professeur d’histoire-géographie dans l’enseignement secondaire, elle a soutenu sa thèse d’histoire Villes rêvées, villes introuvables, Histoire des représentations audiovisuelles des grands ensembles à la télévision, au cinéma et dans les films institutionnels du milieu des années 1930 au début des années 1980 préparée à l’Université de Paris I – Panthéon – Sorbonne sous la direction d’Annie Fourcaut en 2008. La publication de sa thèse aux éditions Créaphis est prévue pour le printemps 2014.
Mladen Stilinovic Dinsdag 02 april. 13:30-14:00. Atelier 1B Born 1982, has graduated as an architect at the Faculty of Architecture in Skopje, Macedonia, where he also worked as a teaching assistant. After graduating as a Master of Human Settlements at KULeuven, he is currently living and working as an independent architect in Brussels. His research interests are in the wider field of urbanism, urban history and cartography, with a focus on post militarised landscapes.
Manten Devriendt Dinsdag 02 april. 16:00-16:30. Atelier 1B Partner of the architecture and design studio
40 Lezingen
SAMPLING, based in Riga, Latvia. With his studio he has curated exhibitions in Latvia, Norway, Germany and Belgium. In 2007, he founded Pecha Kucha Night Riga. Currently he’s teaching Architectural Design at Riseba University, Faculty of Architecture and Design, Riga.
David Peleman Dinsdag 02 april. 16:30-17:15. Atelier 1B Post-doctoral researcher at the Department of Architecture and Urban Planning, Ghent University. Since 2004 David Peleman has participated in different research projects on urbanism and urbanization at Labo S (Ghent University). In 2013 he defended his doctoral dissertation entitled Les Hommes de la Route. Engineering the urban society of the modern road in Belgium (1889-1962), an analysis of the different cultural discourses of road engineers that contributed to the process of urbanization.
Claudia Faraone Organizing Committee Post-doctoral researcher at IUAV in Venice and this semester she is a visiting scholar at the Department of Architecture and Urban Planning in Gent. Claudia Faraone studied architecture and urbanism at IAUV in Venice, TU Delft and KU Leuven. In 2011 she finished her doctoral dissertation at the University of Rome about video surveillance as a tool for urban research (‘Il video d’osservazione come strumento di ricerca urbanistica’).
9. NOUVELLE.ECOLE.ARCHITECTURE
Bart Verschaffel (UGent) Woensdag 02 april. Atelier 1A. “Over afstand(elijkheid), zintuiglijkheid en contact in de (virtuele) publieke ruimte”
Jan Masschelein (KU Leuven) Woensdag 02 april. Atelier 1A. “Over school en universiteit als ruimtes van ‘commoning’ en ‘vrije tijd’. Een lofrede.” Jan Masschelein is hoogleraar wijsgerige pedagogiek aan de KULeuven waar hij het nieuw opgerichte Laboratorium voor Educatie en Samenleving leidt. Daar wordt onderzoek gedaan naar de publieke betekenis van opvoeding en onderwijs en de zich wijzigende ervaringen van tijd en ruimte in het tijdperk van het netwerk. Veel aandacht gaat ook naar experimentele pedagogische praktijken. In het Nederlands publiceerde hij verschilende werken, telkens in samenwerking met Maarten Simons, waaronder ‘Europa anno 2006. E-ducatieve berichten uit niemandsland’ (2006); ‘De schaduw van onze welwillendheid. Kritische studies van de pedagogische actualiteit’ (2008) en de ‘Apologie van de school. Een publieke kwestie’. (2012).
Wim Cuyvers (UGent) Woensdag 02 april. 16:00. Atelier 1A (Lof van de) Architectuur Cuyvers behaalde zijn diploma architectuur aan de Gentse academie (1977-82). Na zijn studies werkte hij in de Verenigde Staten bij Preston Phillips en Venturi, Rauch & Scott Brown. Daarna werkte hij als stagiair bij Paul Robbrecht en Hilde Daem. Hij bleef in de jaren negentig bij gelegenheid met dit bureau samenwerken. In 1984 startte hij een eigen bureau in Gent, waarin hij architectuuropdrachten en
wedstrijddeelnames combineerde met studiewerk over o.a. Sarajevo en rustplaatsen op autowegen. Hij doceerde aan de academies voor bouwkunst van Tilburg en de Design Academy Eindhoven en aan Sint-Lucas in Gent. In 2000 vestigde hij zich in de Franse Jura.
Paul Robbrecht Woensdag 02 april. 17:00. Atelier 1A (Lof van de ) Architectuur Robbrecht studeerde aan het Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas (1969-1974). Na zijn stage bij Marc Dessauvage, startte hij samen met Hilde Daem een architectuurpraktijk. Zij hadden grote belangstelling in de ontwikkeling van beeldende kunst en haar mogelijke invloed op architectuur. Ze vonden in hun praktijk een uitweg uit de architectuurcrisis van de jaren 1970 via een herwaardering van architectuur als autonome discipline. Tot hun belangrijkste werken behoren de uitbreiding van het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam (1996-2003) en het Concertgebouw in Brugge (1999-2002). In 1997 realiseerden ze de Kanaalhuizen aan de Coupure in Gent, een ensemble van twee flatgebouwen die zijn afgestemd op de omliggende 19e-eeuwse herenhuizen. Robbrecht doceerde aan de Gentse academie (1978-92), Sint-Lucas Gent en de AA School in Londen. In 2012 selecteerde architect David Chipperfield de nieuwe stadshal van Gent voor de Architectuurbiënnale van Venetië
Lezingen 41
KeyNotes
Keynotes Patrick Bouchain Maandag 31/03. 19:30. Jozef Plateaugebouw. Auditorium A Après plus de dix ans d’enseignement du dessin et de l’architecture (1974 à 1983), Patrick Bouchain (°1945) a associé un souci politique à son travail d’architecte, considérant « que l’architecture est politique et qu’elle doit répondre au souci de l’intérêt général ». Depuis, s’il continue son œuvre d’architecte, il se concentre sur des constructions publiques. Il est un pionnier du réaménagement de lieux industriels en espaces culturels, à partir de 1985 et la réhabilitation du Magasin à Grenoble en centre d’art contemporain, suivi de La Ferme du Buisson, Le Lieu unique, et la Condition publique, à Roubaix. Il est aussi sur la scène artistique française, avec des collaborations avec de nombreux artistes comme Daniel Buren (“ Les deux plateaux “ dans la cour du Palais Royal, 1986 et “ Les anneaux “ à Nantes pour le festival de l’estuaire 2007) . Abstract L’exploration du possible “Percevoir dans le présent le possible ignoré” Henri Lefevre. Le monde COMMUN est à composer, tout est là, il est à faire. Pour le composer, il faut détecter les composionnistes et se mettre au travail. Il n’y a plus un bon et un mauvais côté des idées, il faut les mettre à l’épreuve et expérimenter. Confronter sans cesse ce que nous pouvons être à ce que nous sommes. Certaines époques appellent à l’utopie, je me demande si ce n’est pas le cas de la nôtre. Actuellement, tout est bloqué. La fonction positive de l’utopie c’est l’exploration du possible, son intention est de défier l’ordre présent. L’utopie
ne fonctionne pas comme une alternative à l’ordre, mais comme un moyen de palier l’inadéquation de l’action politique et de répondre par l’action au désenchantement du citoyen face à l’imbroglio dans lequel nous nous trouvons tous. Elle autorise une manifestation affective vers l’action. L’utopie met à distance de la réalité présente, elle évite de la voir comme inéluctable car elle propose d’autres réalités possibles, elle fait voir les choses autrement, elle donne envie de faire ensemble le monde COMMUN.
Grahame Shane Dinsdag 01/04. 19:30. Jozef Plateaugebouw. Auditorium A. David Grahame Shane trained at the Architectural Association in the early Archigram years, going on to study a Masters in Urban Design at Cornell and then a PhD in Architectural and Urban History both with Colin Rowe. He participated in Alvin Boyarsky’s International Summer Schools (1969-71) and taught the First Year Urban Unit at the AA in the 1970’s later teaching at Columbia University from 1985 and in the Urban Design Program from 1990 to the present. He also taught Town Planning at the Cooper Union from 1991-2011. He is the author of Recombinant Urbanism (2005) and Urban Design Since 1945: a global perspective (2011). Abstract Narratives of Architectural Education and the Urban Turn; Experiments and Experiences 1963-2013. This narrative reflects upon a major shift in emphasis in Architectural Education in Europe and North
Keynotes 43
Keynotes America, now the globe. It begins in 1963 when architectural educators were primarily concerned with the production of the building as a distinct, functional and technical, architectural object, in the tradition of the Bauhaus. During the 1950’s young architects questioned this approach and CIAM, setting in motion an emphasis on the both the logic and formal devices available to architecture in building, site and city. This formal and geometric turn cascaded through various schools across Europe and the USA, including Ghent, taking an urban turn at Cornell University. From there at the Architectural Association in the 70’s the urban turn unfolded altering the shape of architectural education into a multi-stranded, multi-scalar discipline that reflected contemporary changes in the profession and city. This shift pointed schools towards the complex urban ecologies, now with a global and local orientation.
A conversation with Stéphane Beel, Xaveer De Geyter, Willem-Jan Neutelings, bOb Van Reeth, moderated by Maarten Delbeke. Donderdag 02/04. 19:30. UFO. Auditorium Stéphane Beel (1955, Kortrijk) studeerde in 1980 af aan het Hoger Architectuurinstituut te Gent. In de begin jaren 80 richtte hij zijn eigen architectenbureau op. Het bureau ontwierp verschillende openbare en niet-openbare gebouwen, zowel internationaal als nationaal. Enkele voorbeelden zijn het ‘Rubenshuis’ in Antwerpen, de uitbreiding en renovatie van het ‘Centraal Museum Utrecht’, het ‘Roger Raveelmuseum’ in Machelen-aan-de-Leie, het Gerechtsgebouw te Gent, de uitbreiding van
44 Keynotes
deSingel in Antwerpen, het Museum M in Leuven en verschillende privé woningen. Sinds kort is ook de uitbreiding, restauratie en renovatie gestart van het ‘Koninklijk Museum voor Midden-Afrika’ in Tervuren. In 2005 werd Stéphane Beel, als eerste Belg, gekozen door El Croquis om een boek te publiceren over zijn werk. In de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig was Xaveer De Geyter (°1957) projectarchitect bij OMA / Rem Koolhaas. Samen met Stéphane Beel, Willem Jan Neutelings en Arjan Karssenberg , maakte hij in 1983 deel uit van het Team Hoogpoort, dat een revolutionair voorstel ontwikkelde voor het Europakruispunt in Brussel, en hierbij een keerpunt markeerde in de naoorlogse geschiedenis van de Belgische en Europese architectuur. In 1988 startte Xaveer De Geyter een eigen architectuurpraktijk die op vaak verrassende wijze de verborgen paradoxen en conflicten van het (sub) urbane leven belicht. Zijn werk is gebaseerd op het bewuste geloof dat architectuur een formele kracht bezit die de vele stromen en vaak onverzoenbare activiteiten van de hedendaagse samenleving kan vormgeven en organiseren. Recentelijk won het bureau twee prestigieuze wedstrijden, een voor de heraanleg van het Schumanplein in Brussel, en een voor de bouw van het nieuwe Provinciehuis in Antwerpen. Gedurende de afgelopen jaren ging XDGA meer en meer in het buitenland werken door deel te nemen aan tal van wedstrijden en door enkele grootschalige realisaties, zoals de reconversie van het Entrepot Macdonald in Parijs, een complex van 410 appartementen in Bordeaux en een masterplan voor de Parijse buitenwijk Saclay. (tekst: Christophe Van Gerrewey) b0b Van Reeth (1943) is één van de belangrijkste
vernieuwers van architectuur in Vlaanderen. Na zijn studies richtte hij Krokus 1 op, een ‘werkgroep voor de rehabilitatie van de stedelijke omgeving’. Krokus 2 volgde met als doel een ‘werkgroep voor de studie van de revaluatie van het centrum van Overijse’ te zijn. In de jaren ‘80 stichtte Van Reeth vervolgens awg architecten in Antwerpen. Verschillende overzichtstentoonstellingen van zijn werk werden reeds gemaakt, waaronder recent “bOb Van Reeth: Architect” in de Bozar. Van Reeth was de eerste Vlaamse Bouwmeester, alsook: Supervisor “Zuidas” Amsterdam; Hoogleraar, Technisch Universiteit van Delft; Eerste houder, Leerstoel Charles Vermeersch, UGent; Laureaat Vlaamse Cultuurprijs Architectuur; Ridder in de Orde van Oranje-Nassau; Grootofficier in de Leopoldsorde.” Willem Jan Neutelings (1959) is samen met Michiel Riedijk (1964) de oprichter van het sinds 1992 in Rotterdam gevestigde bureau Neutelings Riedijk Architecten. Carl Meeusen is verantwoordelijk voor het algemeen management. Het bureau heeft de afgelopen twintig jaar vele toonaangevende projecten gerealiseerd in binnen- en buitenland, waaronder de Drukkerij Veenman te Ede, het Minnaertgebouw van de Universiteit Utrecht, het Kunstencentrum STUK te Leuven en het Museum aan de Stroom in Antwerpen. Het bureau won verschillende internationale competities en werd onderscheiden met meerdere prijzen voor haar oeuvre, zoals de BNA Kubus en de Belgian Building Awards. Het werk van Neutelings Riedijk Architecten werd geselecteerd voor de Biënnales van Venetië, Sao Paulo en Bejing en werd tentoongesteld onder meer te New York, Barcelona, Praag, Los Angeles, Tokio, Lissabon en Parijs. Willem Jan Neutelings was van 1988 tot 2000 docent aan de Academie van Bouwkunst en Berlage
Instituut te Rotterdom. Hij was ook werkzaam als visiting professor aan de Harvard University. Maarten Delbeke doceert architectuurtheorie aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de UGent en leidt het Vidi-onderzoeksproject The quest for the legitimacy of architecture in Europe 17501850 aan de Universiteit Leiden. Hij publiceert over de theorie en geschiedenis van de architectuur en de visuele kunsten van de vroegmoderne tijd tot heden. Abstract circa 1988 Dit gesprek wil met vier eminente actoren het ‘moment’ 1988 verkennen. Er heerste een gevoel van crisis, zowel binnen de discipline als daarbuiten, maar ook een nieuwe onbevangenheid. Bestaande, deels lokale referentiekaders werden zonder complexen ingeruild voor een nieuw, en vanzelfsprekend internationaal perspectief. De ontwerppraktijk die stelde zich open voor een heel gamma aan nieuwe, vooral buitenlandse invloeden. Het was het moment net voor de opkomst van de ‘architectuurcultuur’ die vandaag vanzelfsprekend is. Tegelijk werd die architectuurcultuur meteen verbreed door in dialoog te gaan met kunst, beeldcultuur, literatuur ... Wat stond er circa 1988 op het spel, en hoe reflecteerde dat in de nieuwe opleiding?
Keynotes 45
Notes
Notes