idA in dit Amsterdam
jaargang 51 juli/augustus 2012
7
maandblad van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam
ZOMERNUMMER
INHOUD
Ook idA zou moeten matigen en het een beetje zuinig aan moeten doen. Daarom pakken we in de maanden juli en augustus breed uit met één zomernummer. Het gaat onder meer over de deugd van matiging en gematigdheid. Daarvoor vroegen we aan Jan Greven (voormalig hoofdredacteur van het dagblad Trouw) om daarover een essay te schrijven. Onze bedoeling was dat hij het – direct of indirect – ook zou hebben over de bezuinigingen ten gevolge van de economische crisis, hoe de overheid daarmee omgaat en wat dat betekent voor de Tweede Kamer-verkiezingen op 12 september. Onze essayist Jan Greven koos echter voor een andere, voor een meer persoonlijke benadering.
De eenzame doden van stadsdichter Starik – 5-7 Column – 7 Uit de kerkenraad – 8-9 Gemeente in beweging – 10 In Memoriam – 11 Jeugdwerk – 12 Prikbord – 13 Doperscafé – 14 Agenda, Voelen & meebeleven – 15 Kerkdiensten, Collectebestemmingen – 16
In dit zomernummer ook het verslag van een vraaggesprek van Helene Nauta-van Gelder met de Amsterdamse stadsdichter F. Starik, die onlangs (met nog vier andere jonge dichters) te zien en te horen was op een avond van het DopersCafé in de Singelkerk. Starik vertelt over het optreden van dichters op begrafenissen van anonieme stervelingen. Heel treffend, heel ontroerend wat Amsterdam doet voor zijn eenzame doden. (red.)
ESSAY OVER DE DEUGD VAN GEMATIGDHEID
Hardlopers op hetzelfde traject Door Jan Greven
Ik ben een verwoed hardloper. Ooit, lang geleden, ben ik ermee begonnen. Lange tijd gingen mijn prestaties omhoog. Maar op zeker moment begon de teruggang. Het duurde lang voor ik dat mezelf wilde toegeven. Maar de stopwatch loog niet. Toegeven dat het minder gaat, is niet prettig. Al valt dat bij hardlopen nog wel mee. De natuur houdt niemand tegen. Met autorijden is het al een stuk lastiger. Rijd ik slechter auto dan tien jaar geleden? Diep in mijn hart denk ik van wel. Maar dat ook toegeven? En met levenswijsheid? Ben ik behalve ouder, ook wijzer geworden? Mijn eerste neiging is daar ja op te zeggen. Dat denk ik niet alleen van mijzelf. Zo kijk ik ook naar de geschiedenis. Ik denk dat ik niet de enige ben, maar waar is dat idee op gebaseerd? Waar komt de gedachte vandaan, dat ik meer weet, dieper inzicht heb in het leven, meer facetten ken van het bestaan dan de generaties voor mij. Bij mijn ouders denk ik dat trouwens nog niet. Mijn vader had ik hoog, vond hem een wijze man en bovendien, ik had hem lief. Ik zou hem niet (ook niet postuum) in een mindere positie willen plaatsen. Maar geldt dat ook voor mijn grootvader, de vader van mijn vader, die ik niet gekend heb? Hij sorteerde de post in de trein van Zwolle naar Amersfoort en weer terug. Een lieve man, heb ik altijd gehoord, maar ik beschouw mezelf wel als een stuk verder.
Is dat zo? Ben ik ‘beter’, ‘wijzer’ dan mijn grootvader? Zijn wereld was kleiner, de normen strakker, de sociale controle groter. Ik denk me in hoe mijn grootouders leefden in het Zwolle van de jaren twintig van de vorige eeuw. Ik krijg een Madurodam-gevoel over me. Kijk in gedachten naar ze met dezelfde welwillendheid van hoog naar laag als ik naar mijn kleinkinderen kijk. De tijd van mijn grootouders was de tijd van de gematigdheid. Maar ook de tijd dat dubbeltjes geen kwartjes werden. Dat er een kleine elite was en heel veel gewoon volk. God had iedereen een plaats gegeven in de maatschappij. Mijn grootvaders plaats was in de posttrein. Zijn leven stond in het teken van de gematigdheid. Is gematigdheid een idee van vroeger waar je nu half nostalgisch, half vertederd naar kijkt?
T
oen ik in 1985 hoofdredacteur van het dagblad Trouw werd, was de krant onderdeel van de Perscombinatie. Door een reeks historisch te verklaren toevalligheden was veruit het grootste deel van de aandelen van dat bedrijf in handen van de Stichting Het Parool. Het bestuur van de Stichting bestond uit sober levende sociaaldemocraten, bij wie de deugd ‘gematigdheid’ op het voorhoofd geschreven stond. Er werden geen bonussen uitgekeerd. Niemand deelde in de winst, ook de directeuren niet. Alle winst werd I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 1
teruggeploegd in het bedrijf. Een schoolvoorbeeld van een dagbladbedrijf, zou je zeggen. Alles draaide om kranten. Geen cent verdween in de zakken van aandeelhouders. Het bedrijf was, vooral bij de krantenredacties, uitzonderlijk impopulair. Toen de Perscombinatie in 1995 de Nederlandse Dagblad Unie, uitgever van onder meer NRC Handelsblad en het Algemeen Dagblad, overnam en verder ging als PCM-Uitgevers, werd die impopulariteit alleen maar groter. Ik ben altijd van mening geweest dat dat kwam doordat het bedrijf een anomalie was. Een abnormaliteit. Het ging er niet om winst. Het ging om de continuïteit van de kranten. Ook van kranten waar het niet zo goed mee ging. Redacties van kranten waar het wel goed mee ging, voelden niets voor matiging vanwege ‘deze kindjes aan het infuus’. Ze hadden het geld liever voor zichzelf. Het is slecht afgelopen met PCM. Uiteindelijk is het verkocht aan een groepje Engelse aasgieren, die het bedrijf binnen de kortste keren leegzogen en de zo goed als failliete boedel vervolgens terug verkochten aan de oorspronkelijke aandeelhouders. Met beide transacties hebben zogenaamde adviseurs en andere graaiers zich schaamteloos verrijkt. Ik was toen al lang weg en heb vaak moeten denken aan die sobere sociaaldemocraten van voorheen. Uiteindelijk werd een van de kranten, NRC Handelsblad, verkocht aan de Investeringsmaatschappij Egeria van de C&A familie Brenninkmeijer en aan krantenmiljonair Derk Sauer. De overname werd begeleid door juichende commentaren in de overgenomen krant. Eindelijk bevrijd. Eindelijk onder de tucht van de markt, zoals dat hoort bij een deftige, degelijke krant. Vorige maand werd bekend dat Egeria en Sauer zichzelf over het afgelopen jaar een dividend van 12.5 miljoen euro hadden uitgekeerd. Bij een winst van 4.7 miljoen. Met een ‘lagere financiële buffer’ konden ze wel toe, luidde de toelichting. Je kunt ook zeggen: de krant wordt leeggezogen. Subtieler, minder grof, maar niet anders dan eerder PCM door de Engelse Investeringsmaatschappij is uitgezogen. Er was opschudding. NRC-columnist Bas Heyne riep “mensen die niet meer gewend zijn in termen van moraal te denken”, waarmee hij de eigenaren bedoelde, op dat toch nog eens een keer te doen. Een andere columnist, Youp van ’t Hek, dacht dat het wel mee zou vallen allemaal, omdat zijn vader ooit bij de eigenaren gewerkt had en hij ze kende als fatsoenlijke mensen. Ik denk dat Van ’t Hek daar gelijk in heeft. Ik denk dat het ingewikkelder is dan ‘niet meer gewend zijn’ moreel te denken. De vraag is of een investeringsmaatschappij in de huidige kapitalistische markteconomie nog in staat is in termen van moraal te denken. Matigheid is een prachtige deugd. Maar ondernemingen als investeringsmaatschappijen hebben er niets meer mee. Wie zich qua winstbestemming gematigd gedraagt, doet zichzelf en daarmee op den duur de continuïteit van de onderneming te kort. Veelzeggend in dat opzicht is dat het 2 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
maar om een betrekkelijk gering bedrag gaat. Acht miljoen euro. Voor sommigen veel geld, maar voor de huidige NRCeigenaren niet. Toch zetten ze door. Accepteren imagoschade. Gedreven door noodzaak. Geld moet geld genereren.
Waarom zou ik, met zo’n geschiedenis bij de hand, welwillend en vanuit de hoogte neerkijken op de tijd van mijn grootvader? Geld was in zijn tijd nog niet oppermachtig. Er was nog vrijheid. Kwam dat doordat mensen toen moreler dachten, moreler handelden dan tegenwoordig? Wel nee. De markt was nog niet zo uitgekristalliseerd. Er waren nog monopolies, die een meer ontspannen omgang met de winsten toelieten dan tegenwoordig mogelijk is. Eigenaars en leidinggevenden wisten cijfermatig ook veel minder van hun bedrijven. Computers maken het tegenwoordig mogelijk kostprijsberekeningen tot in detail door te voeren. De toegevoegde waarde van een individuele medewerker kan tot drie decimalen achter de komma worden doorgerekend. Daardoor kunnen bedrijven veel intensiever aangestuurd worden. Was daar eens om gekomen in de tijd van mijn grootvader. De deugd gematigdheid heeft het moeilijk in deze tijd. De andere drie klassieke deugden, voorzichtigheid (prudentia), rechtvaardigheid (iustitia) en moed (fortitudo) zijn onveranderd belangrijke deugden gebleven. Je kunt moedig zijn, zelfs rechtvaardig en ook nog wel voorzichtig, terwijl je toch als bankier een levensgrote bonus opstrijkt. Maar gematigd kun je jezelf in dat geval niet noemen. De deugd ‘gematigdheid’ staat haaks op het geloof in de vrije markt, die juist het streven naar een zo groot mogelijk winst voorschrijft. De helden van het vrije ondernemen, zoals de pas overleden Steve Jobs van Apple, worden zo ongeveer heilig verklaard. Maar gematigd kun je hen niet noemen. Toch zou vaarwel zeggen tegen gematigdheid zoals we vaarwel gezegd hebben tegen de stoomtrein, de telegraaf en andere verworvenheden uit de tijd van onze grootouders, een heel slecht idee zijn. En dat niet alleen omdat sober leven en maat houden in onze tijd, vanwege de uitputting van de aarde, misschien nog wel belangrijker zijn dan vroeger. Maar vooral ook omdat matigheid meer is dan alleen ascetisch leven. Het Griekse woord ervoor is σωφροσυνη. Het is een samentrekking van twee woorden. Het eerste deel verwijst naar een woord dat ‘gezond’, ‘heilzaam’ betekent. In het andere zit het werkwoord ‘denken’. Sofrosyne is iets als gezond, helder denken. Zoals in de uitdrukking: ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. Er zit iets van zelfcontrole in het woord. De twee spreuken van het orakel van Delphi: ‘Ken uzelf’ (γνῶθι σεαυτόν) en ‘Niets teveel’ (µηδὲν ἄγαν) komen er in samen. Helder denken (sophrosyne) begint met zelfkennis. Daarom ligt deze deugd ten grondslag aan de andere drie klassieke deugden. Om moedig, rechtvaardig en voorzichtig te zijn moet je eerst jezelf kennen. Moet je eerst van binnen uit weten wat voor jou de juiste maat is.
Het voorbeeld van de eigenaars van de NRC staat niet op zichzelf. Iedere dag laten de economiepagina’s van de kranten zien dat ‘kennis van de juiste maat’ in het economisch verkeer geen enkele rol meer speelt. Niet omdat mensen zo veel slechter of inhaliger geworden zijn dan vroeger, maar omdat het systeem van de vrije markt geen eigen beslissingen meer tolereert. In ideologische hardheid doet het kapitalisme in geen enkel opzicht onder voor het communisme. De mens, zo zegt de ideologie, kent zichzelf als hij zijn eigen plek in het systeem begrijpt. In het communisme is dat een plek in de geschiedenis van het proletariaat. In het kapitalisme is dat een plek in dienst van het geld. Geld moet meer geld worden. Dat is het enige dat telt. Het communisme accepteerde geen vrije ruimte waarin de mens over zichzelf kon nadenken alsof hij buiten het systeem stond. Daarom waren er altijd problemen met de kerk. De kerk pretendeerde zo’n vrije ruimte te bieden, eiste die voor zichzelf op. Gaf mensen de ruimte zichzelf anders te verstaan. Het communisme was er gauw klaar mee. Overblijfsel van een reactionair verleden. Zo werd de kerk beschouwd. Het kapitalisme lijkt ruimer van opvatting. Lijkt toleranter. De werkelijkheid is dat je in het kapitalisme kunt denken wat je wilt zolang het maar irrelevant is voor de werking van de markt. Je mag geloven, je mag naar de kerk, zo lang je het maar beperkt tot de privésfeer. Zo lang je de markt maar niet voor de voeten loopt. De Romeinse filosoof Cicero beschouwde gematigdheid (temperantia) als een dynamisch begrip. Als een ideaal om in jezelf de juiste balans, de juiste mix te vinden. Om in evenwicht te zijn met jezelf. De filosoof Nietzsche werkte die gedachte uit in het beeld (ik vond het in een lezing van de filosoof Paul van Tongeren nadat ik Nietzsche en sophrosyne gegoogeld had) van een ruiter met een wild paard dat hij onder controle moet krijgen. Het gaat er ruig aan toe, maar op zeker moment krijgt de ruiter de overhand. Het paard gaat nog steeds geweldig te keer. Toch ontstaat er iets van harmonie tussen de twee krachten. Dat, zegt Nietzsche, is temperantia. Aan de ene kant maat houden. Maar aan de andere kant de confrontatie met de mateloosheid, in het voorbeeld gesymboliseerd door de wilde krachten van het paard, niet uit de weg gaan en daarin evenwicht vinden.
Ieder mens heeft zijn eigen temperantia. Zijn eigen balans. We danken er het woord temperament aan. Op de goede wijze temperamentvol is heftig, maar in evenwicht. Zoals de ruiter en het paard. Hoe dat evenwicht er uit ziet, is voor iedereen verschillend. Er is niet zo iets als een norm, opgelegd door een instantie, zoals vroeger de kerk. Des te ernstiger, dat het vrije marktdenken zo machtig is geworden, dat op de markt de vrijheid om de goede mix, het goede evenwicht te vinden, ten onder is gegaan. Wie daarnaar op zoek wil moet dat maar doen in
de privésfeer. Het is de basis voor het hedendaags mecenaat. Wat eerder keihard op de markt is binnengehaald, wordt later in de privésfeer met milde hand weggegeven. Youp van ’t Hek had gelijk en ongelijk. Ja, de mensen van die Investeringsmaatschappijen zijn fatsoenlijke mensen. Maar nee, als ze aan de financiële knoppen zitten, zijn ze niet vrij om zelf te bepalen wat het goede evenwicht is. Het geld schrijft voor, zij volgen. Maar ook buiten de markt is het voor individuen steeds lastiger de goede temperantia, de goede mix te vinden. Nietzsche zag dat al. Er is zo veel informatie. Om ons heen wordt zo verschillend gekozen. Voor je ’t weet, leidt dat tot onverschilligheid. Wie zal zeggen wat de goede mix is? Wie bepaalt de norm? Het vereist moed en kracht om te blijven zoeken naar de eigen temperantia en niet in een laissez faire Gods water maar over Gods akker te laten stromen of, de andere mogelijkheid, zich maar te voegen in een van bovenaf, door kerk, politieke beweging of omgeving opgelegd ascetisch ideaal. Wie zoekt naar sophrosyne, moet durven leven met hypothesen, moet, zoals Nietzsche zegt, durven zeilen op een oneindige zee. Hoe gezond iemand is, wordt bepaald door zijn vermogen ziektes te ondergaan en te boven te komen. Zo is het ook bij het groeien in sophrosyne. Hoe meer waarheid iemand kan verdragen zonder er aan ten onder te gaan, hoe beter hij in staat is de noodzaak te erkennen van leugens en illusies, des te sterker is de macht over zichzelf.
Een van de eerste dagen dit jaar stond ik met mijn dochter bij het toegangshek van het voetbalstadion in de Chileense hoofdstad Santiago de Chili. Ik wilde het stadion zien, omdat het na de coup tegen president Allende in 1973 de plek is geweest waar de coupplegers hun gevangenen heen brachten. Honderden zijn er vermoord. Duizenden zaten er gevangen. Een van hen was Koos Koster, oude vriend en later collega toen ik bij de IKON werkte. Op het laatste moment was hij er door moedig ingrijpen van de Nederlandse ambassadeur uit gehaald. De ervaring in het stadion heeft hij de rest van zijn leven met zich meegedragen. Koos had iets van de ruiter met het woeste paard van Nietzsche. Altijd bezig, zelden in balans. In 1982 werd hij samen met drie collega’s doodgeschoten in El Salvador. Het stadion is weer een gewoon stadion. Na enig zoeken vonden we bij het hek een gedenkplaat die herinnert aan de verschrikkingen van toen. Ik wou er over schrijven. Over de hartstocht van Koos voor de revolutie. Over de vraag of we toen niet te argeloos waren in onze hoop op betere tijden voor de armen. Over de vraag in hoeverre ‘het stadion’ zijn omgang met de deugden moed, rechtvaardigheid, voorzichtigheid en gematigdheid beïnvloed had. Staande voor die plaquette aan het hek vroegen we ons dat af. Mijn dochter en ik. Een week later I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 3
was ze dood. Overleden aan een acute hartstilstand. Van dat schrijven is niks gekomen. Mijn evenwicht was weg. Het leven verstoord. Voorgoed. Ik werd bereden door het wilde paard van rouw en verdriet. Intussen ben ik een half jaar verder. Het leven ligt er anders bij. Er valt nog een hoop te doen. Ik weet van binnenuit wat sophrosyne is. Of liever gezegd was. Zoals je weet wat iets is geweest, als het er niet meer is. Ik weet wat Nietzsche bedoelt als hij schrijft over durven zeilen op een oneindige zee en ik begrijp dat ik een half jaar eerder met een verkeerde vraagstelling bij dat voetbalstadion stond. Ik vroeg me toen vooral af wat de ervaring in het stadion gedaan had met de visie van Koos Koster op gerechtigheid en moed.
om het evenwicht tussen leven en dood, als van Nietzsche’s ruiter en paard, in Gods Woord. Christus probeert in Gethsemane te ontkomen aan zijn lijden, maar neemt het daarna op zich uit vrije wil. Zo komt hij tot balans. Aan het kruis. Ik raak daar niet over uitgedacht zonder dat ik het ooit zal begrijpen.
Ik had me moeten afvragen hoe hij na zo intiem oog in oog met de dood te hebben gestaan verder heeft geleefd. Ik weet nu, nu de dood, hoewel heel anders maar even intiem, in mijn leven is binnengedrongen, hoe moeilijk en hoe allesbeheersend het zoeken naar antwoord op die vraag is. Zelf zei hij erover: “Het feit van overleven verplicht.” Waarmee het ‘goede’ overleven een kwestie van moraal is geworden. Maar het zit dieper. Hoe behoud je na zo’n heftige, intieme confrontatie met de dood de eigen temperantia. Hoe overleef je? Uiteindelijk draait het daarom. Werkelijk ‘temperiert’, gematigd in een diepe, existentiële zin, leeft pas degene die heeft geleerd om te overleven, om midden in het leven te leven met de dood. Vanuit het goede midden. Zonder dood en verdriet te ontkennen maar ook zonder het allesbepalend te laten zijn. Gematigdheid berust op inzicht in vergankelijkheid: het leven is schaars en niet oneindig.
~~~
G
ezien vanuit dat perspectief is het onzinnig om van boven naar beneden naar mijn grootvader te kijken. We staan naast elkaar. Ik heb het niet moeilijker, maar ook niet makkelijker dan hij. Hoe meer we de confrontatie aangaan met wat ons evenwicht verstoort en bedreigt, ook al is het de dood, hoe sterker we worden. Dat geldt voor ons beiden. Toch een norm? Mijn grootvader had onmiddellijk gezegd: “Gods Woord”. Ik zeg hem dat niet meer na. Ik zie dezelfde worsteling
4 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
Misschien zat mijn grootvader zo vast in dogmatisch denken dat hij zo niet naar Christus kon kijken. Goed mogelijk dat ik hem daarmee opnieuw te kort doe en dat we ook in dit opzicht op elkaar lijken. Beide op zoek naar hetzelfde: temperantia als een evenwichtige gestemdheid die uiteindelijk neerkomt op een goede omgang met de dood. Hardlopers op hetzelfde traject.
Jan Greven (Almelo,1941) studeerde theologie (1959-1968) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vervolgens werkte hij daar als assistent godsdienstfilosofie, later als medewerker systematische theologie. Van 1972-1974 was Greven theologisch docent aan de Staatsuniversiteit UNAZA van het toenmalige Zaïre (thans weer Congo, Kinshasa). Van 1976-1985 trad Jan Greven op als algemeen directeur van de IKON. Van 1985 tot 1998 was hij hoofdredacteur van Trouw en vervolgens (1998 tot 2001) directeur Landelijke Dagbladen van PCM Uitgevers, die NRC Handelsblad, de Volkskrant, Algemeen Dagblad en Trouw uitgaf. Afgelopen twee maanden was Jan Greven voor het eerst van zijn leven praktiserend predikant, namelijk als invaldominee op Bonaire (zie ook www.jangreven.nl).
Op 29 mei van dit jaar waren in het Doperscafé in de Singelkerk vijf hedendaagse dichters te horen, te zien en te bewonderen. Een van hen was de Amsterdamse stadsdichter F. Starik met wie Helene Nauta-Van Gelder vervolgens een vraaggesprek had.
De eenzame doden van stadsdichter Starik Door Helene Nauta-Van Gelder
Drie hoog voor. Een gezellige volkswijk doorspekt met alle mogelijke nationaliteiten. Het gesprek vindt plaats aan de keukentafel met zicht op een door de tijd aangetast object, een keukendressoir in een vale tint groen. Starik zit voor mij, keurig gekleed – kraag over het colbert. De een zal hem smaak voor stijl toedichten en de ander zal hem fatterig vinden. Een ‘heer-vanstand’. Blije ogen lachen me toe in een open gezicht. Een innemend mens. Later ontdek ik in zijn handen enige nervositeit. Dus nog niet arrivé. Hij gaat door met dichten. Het gesprek ontwikkelt zich spontaan met zijweggetjes. Toch blijft het gesprek in hoofdzaak geconcentreerd op ‘De eenzame uitvaart’ in Amsterdam, waar dichters beurtelings door henzelf gemaakte gedichten voordragen bij de begrafenis van een eenzame dode.
F. Starik. Fotograaf Keke Keukelaar, 2011
Beeldend kunstenaar Na studie aan de Rietveldacademie krijgt hij door toedoen van een paar docenten van de Rijksacademie voor Beeldende Kunst contact met zijn talent. “Je zit hier niet omdat je zielig bent maar omdat je talent hebt. Dat is een heel cruciaal moment voor mij geweest”. Hij gaat op ontdekkingsreis. Na een aantal jaren beeldend kunstenaar te zijn geweest komt hij uit op zijn dichterschap. Zijn hang naar ‘verbinding met de wereld’ vond hij meer in de poëzie.
In 2009 werd hij onderscheiden met de ‘Amsterdamprijs’ voor de kunst. Van 2010- 2012 was Starik de vierde stadsdichter.
Lees verder op pagina 6
F. Starik is sinds tien jaar de initiator en coördinator van ‘De eenzame uitvaart’ in Amsterdam, waarin wisselend een dichter een gedicht schrijft en voordraagt voor de eenzame dode.
Publicaties, o.a.: • De eenzame uitvaart. Hoe dichters eenzame doden op hun laatste tocht vergezellen. (incl. Cd). Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2005. • Songloed. Gedichten. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2007. • De gastspeler. Roman. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2009. • Victoria. Gedichten. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2010 • Een Steek Diep. Schetsen van verloren levens. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2011.
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 5
Het was zijn uitbundige ervaring in de Willem Kloos Groep als zanger van teksten van dode dichters, die hem het laatste duwtje in die richting gaf. Hij wordt zelfs stadsdichter van Amsterdam (2010-2012). Een geweldige en enerverende ervaring. Dan beginnen zijn ogen weer te glimmen en zegt hij: “het is een groots geschenk om nu stadsdichter af te zijn. Je moet overal opdraven. Je wordt geleefd. Het is verrukkelijk om in detail met een nieuwe gedichtenbundel bezig te zijn”. Aan deze goed betaalde functie heeft hij een atelier over gehouden. Dit wordt voor hem een vluchthaven. Weg van een te vol huis en de hectiek van een druk bestaan.
In zijn eerste bundel ‘De eenzame uitvaart’ (2005), die als een roman leest met een fabelachtig gevoel voor detail, doet hij verslag van deze uitvaarten, inclusief de gedichten. De bundel opent met een gedicht van F. Starik: N.N.
Iedereen kent ze: de grauwe ruiten die als doffe ogen in de gevels hangen de gesloten leden, de moeie lappen waarachter onzichtbare mensen wonen.
Iedereen kent ze: de onzichtbare mensen die op banken en bedden liggen, achter deuren zonder naam erop, iedereen kent ze
In navolging van de Groningse stadsdichter Bart FM Droog, die bij zijn aanstelling als stadsdichter, besloot om in die functie bij een eenzame uitvaart aanwezig te zijn met een gedicht, kwam Starik op de appellerende gedachte ook iets dergelijks te gaan doen in Amsterdam. Alles uit de kast De kiem van fascinatie voor de dood werd gezaaid bij het overlijden van zijn vader in 1989. Starik stond versteld van de onhandigheid en zwijgende spanning tijdens die begrafenis. Eenzaamheid alom. Hij gaat zich dan intens bezig houden met de dood. Na lang soebatten krijgt Starik in 2002 de kans van de Gemeente Amsterdam om een bijdrage in de vorm van een gedicht bij een dergelijke plechtigheid uit te spreken. Samen met een aantal andere dichters (de ‘Poule des doods’) doen zij ingetogen en met respect mee aan deze bijzondere uitvaarten. In tegenstelling tot de meer sobere uitvoeringen van Den Haag en Rotterdam worden in Amsterdam alle ingrediënten van een begrafenisritueel uit de kast gehaald. Voor de eenzame dode ook: de kist in de aula, bloemen, drie keer een muziekfragment, het uitgesproken gedicht gemaakt voor en opgedragen aan de overledene, de teraardebestelling en koffie na afloop.
6 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
de deuren, de ramen, niet de mensen.
Tranen In zijn bundel schrijft Starik dat hij op begrafenissen snel tot tranen toe ontroerd kan zijn (zelfs bij vage kennissen). Maar tijdens de begrafenissen van de anonieme dode, houdt hij zichzelf onder controle, is hij professioneel. “Het is bizar dat jij gaat huilen om iemand, van wie je niets tot heel weinig weet. Het is onbeleefd. Je eigent je iets toe dat jou niet toebehoort”. Even later zegt hij heel emotioneel “ik heb er nu de schurft in dat ik me ook ga in houden op begrafenissen van vrienden en kennissen”. Op de vraag of er door het stramien van de eenzame uitvaart (weinig informatie over de persoon, weinig tijd) sprake is van een zekere transformatie, wordt het even stil. Het gaat om transformatie van dichter als kunstenaar tot dichter als ambachtsman. Na een klein oponthoud zegt hij gepassioneerd: “Ook in dichten als ambacht zit een spelelement. Niet altijd haal je onder tijdsdruk topkwaliteit, maar het tolletje van creativiteit draait onder de gekste omstandigheden door. Ik heb inmiddels genoeg zelfvertrouwen om een goed gedicht (met de deadline in agenda en hoofd) te produceren”.
Victoria In zijn bundel ‘Victoria’ (2010) worden achtereenvolgens de liefde, de tijd en de dood bezongen. Naar aanleiding van het gedicht ‘Death on the Internet’ ontspint zich tussen ons een discussie over tijd-ruimte en eeuwigheid. Er is leven na de dood. We kunnen virtueel eeuwig doorleven in sites als Facebook, Hyves, Linkedin etc. Het is een aansprekend gedicht. Van deze tijd van deze wereld. Het geeft een opening om hem te vragen naar geloven in een Eeuwige, een hiernamaals. Starik antwoordt: “God en hemelpoort zijn waandenkbeelden. Maar ze zijn waar omdat we ze denken”. Een Cartesiaans antwoord. Het afsluitende gedicht van deze bundel is: ‘Victoria!’. Een ontroerend gedicht over de kwetsbare mens, die zelf zijn aftakeling overwint met: “maar ik ben er nog, ik ben hier”. Prachtig! Aan het eind stel ik de vraag: “ben je zelf bang voor de dood? “Dat weet ik niet”, zegt hij. “Ik hoop net als mijn dierbare collega Adriaan Jaeggi (op 40-jarige leeftijd overleden) te kunnen zeggen dat ik heb bereikt wat ik wilde bereiken. We leven in een maf toneelstuk.”
Column
Zomerstil Door Frits Groeneveld
Een ontzettend oude bak, maar perfect gerestaureerd 's Nachts voeg ik virtuele vrienden toe aan mijn virtuele
Vorige zondag was het de 1ste juli en nu alweer de 8ste dag van de maand. Het is zomertijd en het wordt misschien weer zomerstil. De schreeuwerigheid van de politici verstomt, voor de media breekt de komkommertijd aan en voor twee maanden worden kerkelijke activiteiten op een laag pitje gezet.
vrienden, duizend heb ik er verzameld. Ik schroef ze in een kastje aan de verwarmingsbuizen vast. Hier zal niemand vallen. Zie de maan schijnt in mijn kamer.
Hier zijn we allemaal samen makker en niemand tot last. Ik zal je hooguit op verbergen zetten, ik kan je zo onzichtbaar maken zonder dat je ooit de grond zult raken. Mijn gebleekte gebeente vertelt je dat ik deuren zal gebruiken die voor anderen
gesloten bleven. Mijn gebrek is mijn kracht. Je kent ze wel, van die zogenaamd ontzettend aardige mannen die je leegknijpen op een contract – altijd de kleine lettertjes lezen.
Ik kan netzogoed in de Bijlmer gaan wonen, in landelijk Noord, te Purmerend, Uithoorn, ergens verschrikkelijks: er is geen mens die in het echt dichtbij wil komen. Ga toch niet stilletjes.
F. Starik
De twee gedichten van Starik, die in dit nummer van idA zijn afgedrukt, worden gepubliceerd in de bundel 'Door', die in januari 2013 zal verschijnen.
Daar ben ik blij mee. Eindelijk rust. Met dat jaarlijkse stilteseizoen. En dan herinner ik me onwillekeurig het stiltegedichtje: Min de stilte in uw wezen Zoek de stilte die bezielt Zij die alle stilte vrezen Hebben nooit hun hart gelezen Hebben nooit geknield. Dat versje bracht onze tante Dien (een Doopsgezinde hulpdominee) lang geleden bij ons in de familie. Het was het eerste couplet van een gedicht van C.S. Adama van Scheltema uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Sindsdien komen die regels heel af en toe, als er een aanleiding voor bestaat, weer in me naar boven. Ze kwamen naar boven door de vertoning op drie achtereen volgende zondagavonden van de prachtige BBC-serie ‘The big silence’ over vijf Britten die de confrontatie met de stilte aangaan. Ze doen dat onder leiding van een Benedictijner monnik die het vijftal de bijzondere waarde van stiltemeditatie probeert bij te brengen. Of zij voor stilte een plek in hun dagelijkse leven kunnen vinden en die kunnen vasthouden. Dat vraagt om oefening en om training. Om een tijdlang te kunnen zwijgen, om geestelijk tot rust te komen. Of je in stilte meer van jezelf, meer van anderen en/of meer van God gewaar kunt worden. Stilte is leegte, stilte is niet niks, stilte is de overbodigheid buiten laten. Ontzettend spannend, heel erg inspannend ook. Soms bijna niet uit en vol te houden. Moeilijk. Confronterend. Maar ook: vernieuwend en geestverruimend. En nog veel meer wat moeilijk te beschrijven valt. Zou dat wat voor ons zijn in onze gemeente? Een weekeinde of een paar doordeweekse dagen. Om je in stilte, in stilzijn te oefenen. Min de stilte in uw wezen Zoek de stilte die bezielt Zij die alle stilte vrezen Hebben nooit hun hart gelezen Hebben nooit geknield.
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 7
Uit de kerkenraad
Uit de kerkenraadsvergaderingen van mei en juni 2012 Uit de kerkenraad van mei 2012 • Stichting Beheer Herengracht 427/429/431: advocaten Wieringa gaan het pand verlaten. Een deel van het pand is eigendom van een van de advocaten die zijn deel te koop heeft aangeboden aan de Stichting. Voor ons is dat interessant om aan te kopen, omdat er dan weer één kantorencomplex verhuurd kan worden. Maar de middelen daarvoor zijn niet toereikend, of er moeten, met veel verlies, effecten worden verkocht. Er wordt gekeken naar andere mogelijkheden. • Kerkenraadsleden Gerrit Visser heeft aangeboden grootboekhouder te worden per 1 oktober 2012. De kerkenraad stemt hiermee in. Door het vertrek van Ineke Voncken ontstaat een tweede vacature, de eerste is al geruime tijd nog niet vervuld. Door deze twee vacatures komen we onder het vereiste minimum. Dat is zorgwekkend. Uit de kerkenraad van juni 2012 • NTR Voor een documentaireserie van de NTR over religieuze tolerantie in de Gouden Eeuw wordt er in de maand juli gefilmd in de Singelkerk. Er is gevraagd of zij ook tijdens
een kerkdienst mogen filmen. De kerkenraad heeft hiermee ingestemd. In de maand september vinden de opnames tijdens de kerkdienst plaats. • Uitwisseling Haarlem De kerkenraad heeft zich voorgenomen om nader kennis te maken met de kerkenraad van de Doopsgezinde Gemeente te Haarlem. Doel van deze bijeenkomst zal zijn het uitwisselen van kennis en ervaring. • EBGA Na afloop van de gezamenlijke dienst met de EBGA op zondag 24 juni is er door de EBGA aangegeven dat zij graag eens met de Doopsgezinden Gemeente Amsterdam overleggen of het mogelijk is om opnieuw enkele gezamenlijke activiteit te ontplooien naast de jaarlijkse kerkdienst. Een aantal gemeenteleden gaat hierover in gesprek met de EBGA. • Zon’shofje In het Zon’shofje was altijd een kamer gereserveerd voor bewoning door een vluchteling. Binnen de overheidszorg voor vluchtelingen is een aantal zaken gewijzigd met als gevolg dat er geen vluchteling meer woont in het Zon’shofje. De kerken-raad bezint zich op een nieuwe bestemming voor deze kamer en treed daarover in overleg met de diverse betrokken partijen.
Collecte-opbrengsten 2012 (kwartaal 1+2) eigen gemeente projecten – – – –
Singelkerk 2.310,03 Menno Simonshuis 312,45 Noord Meerpad 539,11 EBGA (eigen gemeente) Totaal 3.161,59 Eigen gemeente + projecten
2.899,47 357,10 584,04 3.840,61 7.002,20
2011 (kwartaal 1+2) eigen gemeente projecten 3.467,19 267,30 499,43 176,76 4.410,68
4.456,06 313,48 455,74 5.225,28 9.635,96
Opbrengsten collecten t.b.v. projecten, 2de kwartaal 2012 – – – – – – – – – – –
Stoelenproject Amsterdam ADS, St. DG Monumenten in Friesland St. Stuwkracht 10 St. Mennonite Voluntary Service Project KONGO Project KENIA Stichting Kruispost Collectedoel van de EBGA Rampen wereldwijd Diaconaal Fonds VDGA DG Centrum voor Gemeenteopbouw Totaal
8 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
571,45 74,70 374,12 89,40 297,55 297,55 208,84 45,20 75,79 127,10 5,00 2.166,70
Dopelingen en doopjubilarissen
Nieuwe secretaris – Joke Rooseboom
Een groot aantal gemeenteleden was aanwezig bij de belijdenisavonden en de doopdienst van elf nieuwe gemeenteleden. In het vorige nummer van idA stonden hun persoonlijke, vaak ontroerende, getuigenissen.
Na het vertrek van Geerard Verheule als ambtelijk secretaris van de Doopsgezinde Gemeente Amsterdam heeft Joke Rooseboom uit Haarlem die functie overgenomen. De gemeente heeft, zoals gebruikelijk, twee secretarissen. Nu zijn dat Anke Spijker (secretaris van de kerkenraad) en Joke Rooseboom als beroepskracht, als betaalde functionaris van de gemeente.
Op 5 juni waren ca. 15 doopjubilarissen bijeen. Jubilarissen die hun eerste doopjubileum hadden, zij waren vijf jaar geleden gedoopt, maar er waren ook jubilea van 45 en 60 jaar! Na een gezellige maaltijd werd er gesproken over ieders belijdenis en ieder filosofeerde of deze nog actueel was. Fascinerend om hier bij stil te staan, een herformulering van je geloof. En ook hier weer zo’n enorme verscheidenheid aan geloofsopvattingen. Prachtig om op deze avonden je te realiseren dat het andere leven dan het dagelijks leven een inspiratie voor het handelen en het zijn van mensen is. De gemeente biedt bijbelkringen en geloofsgesprekskringen aan om stil te staan bij het geloof en om de diepere lagen te ontdekken. We zijn verheugd dat wij dit kunnen aanbieden dankzij ondermeer de bijdragen van de leden.
Joke (38) komt voort uit de Nederlands Hervormde kerk van de PKN. Desgevraagd zegt ze dat ze vooralsnog niet de intentie heeft om Doopsgezind te worden (en niemand verlangt dat ook van haar), want ze blijft actief in haar eigen Haarlemse Bavokerkgemeente. Joke Rooseboom heeft drie kinderen en ze is nauw betrokken bij de kinderkerk van haar gemeente in Haarlem. Na haar aanstelling, twee maanden geleden, heeft zij om met haar nieuwe werk vertrouwd te raken eerst met Mieke Krebber samengewerkt. Momenteel zit Natascha van Berkum bij Joke op de kamer. Vooral om het archief opnieuw te ordenen en in te richten. Het secretariaatskantoor ziet er nu schoon en mooi opgeruimd uit. Waarschijnlijk wordt het nog wat fleuriger en gemoderniseerd zodat de nieuwe secretaris er naar hartenlust zal kunnen werken. (FG)
Vacature organist
Zondagse Singelkerkbloemen
Voor de tweewekelijkse kerkdiensten in het Menno Simonshuis is de kerkenraad dringend op zoek naar een organist die deze diensten muzikaal kan begeleiden. Bent u vaardig in het begeleiden van gemeentezang, om de week beschikbaar en vindt u het ook nog leuk om na afloop een kopje koffie met de kerkgangers te drinken dan nodigen we u van harte uit om contact op te nemen met Anke Spijker. Zij is te bereiken op tel. nr. 020 6861377 of via mail
[email protected]
De bloemen, die tijdens de dienst in de Singelkerk staan, worden na de dienst gebracht bij leden die een moeilijke tijd door moeten maken, ziek zijn of iets te vieren hebben. Wilt u de namen door geven aan: Martina Simons telefoon (020) 662 19 34, Jetske Camarasa-Wisselink telefoon (020) 641 10 40 of Ineke Bremer telefoon (020) 615 26 22.
In het ziekenhuis opgenomen Onze gemeente wil graag meeleven. Wilt u van uzelf, familie, vrienden en VDGA-leden ons een opname laten weten? Eén van onderstaande contactleden zal de opgave dan doorgeven aan de desbetreffende bezoekster. Martina Simons (tevens organisatie) telefoon (020) 662 19 34, Jetske Camarasa-Wisselink (020) 641 10 40 en Ineke Bremer (020) 615 26 22.
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 9
Gemeente in beweging
ZomerZondagen in Noord Tot september worden er voor de kinderen tijdens de diensten aan het Meerpad op de 1e en 3e zondag van de maand ZomerZondagen georganiseerd. Dat betekent, hutten bouwen, een spel spelen, plantjes zoeken etc. Ook bij regen valt er wat te doen. Een en ander vindt (meestal) plaats o.l.v. Essemie van Dunné. Contact: evandunné@vdga.nl of 06-48350725.
Stille wakes bij grensgevangenissen gaan door
Slotzondag 3 juni 2012 De laatste zondag van het seizoen regende het behoorlijk. Maar er zaten wel een heleboel mensen in de kerk, waarvan 14 kinderen. De dienst ging over Rust en Vertrouwen. Twee kinderen namen afscheid van de kinderkerk: Jules en Asun. In het Boetje hebben de kinderen naar muziek geluisterd en geprobeerd wat ze hoorden te schilderen. Dat kon alleen als je rustig werd en erop zou vertrouwen dat het wel goed ging. De schilderingen komen in een boekje voor Jules en Asun. Na de dienst aten we pannenkoeken, door Henk Smit gebakken, binnen (door diezelfde regen) en superlekker! Daarna was de kerk aan het Meerpad onderdeel van de Moskee- en Kerkloop. Kinderen konden een speurtocht doen en tenten bouwen. Er kwamen best wat mensen, maar niet héél veel kinderen (misschien ook weer door die regen...)
Er komt nog geen eind aan de ‘stille wakes’ tegen gevangenhouding van buitenlanders zonder geldige verblijfspapieren. Tot nu toe vonden deze wakes plaats op elke tweede zondag van de maand bij de grensgevangenis Schiphol-Oost. Het komende najaar of in de winter worden de wakes echter verplaatst naar het nieuwe detentiecentrum Schiphol-West dat bij Badhoevedorp in aanbouw is. Het nieuwe centrum ligt aan een doodlopende weg, is moeilijk te vinden en gaat schuil achter hoge muren en geluidwerende voorzieningen. De eerstvolgende wake (nog op Schiphol-Oost) is op 12 augustus. Op vrijdag 2 november (Allerzielen) worden in Amsterdam alle doden aan de Europese buitengrenzen herdacht. De herdenking wordt gehouden op de steiger aan de Amstel voor het Hermitage Museum. De theologe Jacobine Geel zal een overweging houden. Op zondag 13 januari willen de organisatoren van de wakes het detentiecentrum Schiphol-West symbolisch ‘omsmeden’ tot een “gastvrije herberg voor mensen (…) die een plek nodig hebben om op adem te komen”. (Informatie uit de Nieuwsbrief van het Jeannette Noëlhuis in Amsterdam. Verdere informatie: www.schipholwakes.nl).
Vijfde zondag in juli Omdat het vakantietijd is, is er op zondag 29/7 (5e zondag) geen gespreksdienst in de kerk aan het Meerpad.
10 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
In Memoriam
Gerardus Franciscus Bouwman 1935 – 26 juni 2012
Dank Ank Groenhof bedankt allen voor de warmte en hartelijkheid die zij ontving tijdens de ziekte en rondom het overlijden van haar man Freek Oldigs.
Rectificatie In het vorige nummer van idA zijn bij het In Memoriam van ds Woelinga verkeerde jaartallen geplaatst. Haeije Douwes Woelinga is geboren op 25 oktober 1919 en overleden op 18 april 2012.
Op 26 juni 2012 is geheel onverwacht overleden onze vriend en broeder Gerard Bouwman, in de leeftijd van 76 jaar. Gerard was geen lid van onze gemeente maar daarmee wel zeer verbonden. Met zijn echtgenote Coby was hij in de jaren negentig een aantal jaren actief in het kosterswerk in ons voormalig wijkgebouw aan de Karperweg. Daarna heeft hij zich lange jaren en met grote toewijding ingezet voor de Mennomaaltijden daar. De door hem in de middag al gedekte tafels waren altijd een feest om te zien. Ook nadat de maaltijden aan het Singel waren voortgezet bleef Gerard daaraan vol toewijding meehelpen. De laatste keer was dat nog heel kort geleden, op 12 juni. Het leven van Gerard was niet zonder tegenslagen. Zijn zoon en zijn vrouw waren hem al ontvallen. Maar grote steun vond hij bij zijn dochter Marjolein, over wie hij vol warmte kon spreken. Gerard bleef bij dat alles altijd zijn bescheiden en hoffelijke zelf. Wij zullen hem missen. Op 2 juli van dit jaar werd op Westgaarde afscheid genomen van Gerard. Van onze kant waren daarbij woorden van ds. Ineke Reinhold, die besloot met enkele dichtregels van Bonhoeffer. We herinneren ons een ware vriend van de gemeente; zijn gedachtenis zij tot zegen.
Maaike Frouwke van der Velden-Bos 1925 – 15 juni 2012
Ons bereikte het bericht dat op 15 juni is overleden Maaike van der Velden-Bos. Maaike van der Velden was van 1980 tot 1984 parttime predikant in de Doopsgezinde Gemeente Amsterdam. Zij had de pastorale zorg voor de gemeenteleden in Amstelveen. Maaike studeerde theologie en volgde de predikantsopleiding aan het Doopsgezind Seminarium. In 1951 werd ze aangesteld als proponent. Daarna heeft zij enkele jaren als hulppredikant gewerkt op Texel. Op latere leeftijd heeft zij het predikantschap weer opgevat en de Amsterdamse gemeente gediend. Maaike woonde in Soest, de laatste tijd in een verpleeghuis. Zij was lid van de doopsgezinde gemeente Amersfoort. De uitvaartdienst heeft plaatsgevonden in Bilthoven en deze werd geleid door de predikante van Amersfoort. Maaike van der Velden was een zeer bescheiden vrouw. Zij zette zich met grote toewijding in voor vrede en gerechtigheid. Zij was lid van Eirene, de Doopsgezinde Vredesgroep en Vrouwen voor Vrede. Zij stond open voor de mensen om haar; geestelijk sterk met een frêle verschijning. Oudere gemeenteleden uit Amstelveen denken met warmte terug aan de jaren dat zij hun predikante was. De nagedachtenis aan Maaike van der Velden-Bos zij tot zegen. Mieke Krebber
Thijs van Hoogstraten
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 11
Jeugdwerk
Boekrecensie
Met stille trom door F. Springer ‘In 1962 was het afgelopen met de Nederlandse overheersing op Nieuw-Guinea… Deze roman beschrijft de laatste stuiptrekkingen van ons kolonialisme...’ Zo werd in 1963 Met stille trom aangekondigd, het boek dat F. Springer schreef na zijn terugkomst uit Nieuw-Guinea, waar hij vier jaar als bestuursambtenaar had gediend. Vlak voor publicatie trok hij het manuscript terug, omdat hij er bij nader inzien het drama van de oorspronkelijke Papoeabevolking in miste. In het jaar van zijn overlijden heeft Springer het manuscript bewerkt en er een voorwoord bij geschreven. In die vorm verschijnt Met stille trom alsnog, zij het postuum. Dekker, de hoofdpersoon van Met stille trom, is aan het eind van de jaren vijftig aangesteld als controleur van de bestuurspost in Zakar, een streek in het bergachtige binnenland. Zijn taak is de telkens oplaaiende stammenstrijd tussen de Zakari te voorkomen. Daarbij wordt hij in de weg gezeten door een Amerikaanse antropoloog die oorlog voeren beschouwt als onderdeel van de cultuur van deze volken. Dekker krijgt ook te maken met het verbale geweld van de diverse bestuursambtenaren. Hij weet op tactische wijze menig conflict te sussen. Ook de strijd met pijl en boog tussen de stammen weet hij tot bedaren te brengen, hoewel hij daarbij zelf gewond raakt. Met stille trom, door F. Springer
Tijdens de Boekenweek kocht ik dit boek, dat even lezenswaardig is als Springers andere boeken. Op internet zocht ik naar een kaart van Nieuw-Guinea om te zien waar de Zakar precies lag. Die heb ik nog niet gevonden, maar wel een recensie van het boek bij de Leestips op Jongeren Literatuurplein. Die recensie eindigt met de volgende opmerking: “Dit boek is geschikt om te lezen voor de leeslijst Nederlands. Het is leesniveau 4. Overleg wel eerst met je leraar of je het voor jouw leeslijst mag lezen.” Ook voor jongeren lijkt mij dit boek geschikt als achtergrond bij de geschiedenisles. Maar, niet alleen jongeren zullen dit boek waarderen, ook ouderen die nog herinneringen hebben aan de jaren zestig. Zeer de moeite waard! Mieke Krebber
12 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
Prikbord
29 augustus – 2 september
Slavernij
Daggast bij Eco-conferentie
De Evangelische Broedergemeente heeft in overleg met de Raad van Kerken in Nederland gespreksmateriaal gemaakt bij het boek ‘Zoektocht in vrijheid’. Het boek en het materiaal zijn te verkrijgen bij de EBG en het Zeister Zendingsgenootschap. Meer informatie over het boek en de presentatie van het boek is te lezen op de website van de Raad van Kerken onder het kopje Slavernij.
De conferentie gaat over het thema ‘Eco-justice, growth and hope’. Centrale vraag is welke bijdrage we vanuit geloof en hoop kunnen leveren aan duurzaamheid, eerlijke economie en het beteugelen van klimaatverandering. Dit gebeurt door ontmoeting, viering en uitwisseling van kennis en goede ideeën.
Van verschillende kanten zijn er vragen binnengekomen bij het bureau van de Raad van Kerken of het mogelijk is om (delen van) de internationale eco-conferentie bij te wonen die van 29 augustus tot 2 september in Elspeet wordt gehouden. In overleg met de organisatie kan worden meegedeeld dat het mogelijk is om tegen een geringe vergoeding (25 euro) een dag mee te draaien en de lunch te gebruiken. Zij die de hele conferentie willen bijwonen moeten zich opgeven en kunnen – als er nog plaats is – de beschikking krijgen over een hotelkamer. De kosten zullen liggen tussen de 300 en 350 euro. Een uitwerking van het programma en een aanmeldingsformulier is te vinden op http://www.ecen.org. Er worden zo’n 100 christenen uit heel Europa verwacht in het conferentiecentrum Mennorode in Elspeet. De conferentie, tevens de 9e Assemblee van het European Christian Environmental Network (ECEN), is tot stand gekomen op uitnodiging van de Noach Alliantie en de Raad van Kerken, ondersteund door Oikos en Kerk in Actie.
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 13
Het team
Het Doperscafé Het programma van Doperscafé in het najaar van 2012
Dinsdag 28 augustus
Heimwee naar het paradijs Natascha van der Does-Brantjes t 06 44 71 49 30
[email protected]
met Louise Fresco (universiteitshoogleraar duurzame ontwikkeling aan de UvA) Het streven naar duurzaamheid wordt mede bepaald door heimwee naar een wereld waarin mens en natuur in evenwicht leefden met elkaar – als die wereld ooit al heeft bestaan. Volgens Louise Fresco is dat verlangen naar het paradijs vooral een obstakel in de discussie over duurzame ontwikkeling. Zij pleit voor een zakelijke blik: niet terug, maar vooruit.
Dinsdag 25 september Essemie van Dunné t 06 48 35 07 25
[email protected]
Joke van der Heide t (020) 661 16 52
[email protected]
Topsport en religie met Carina Benninga (oud-hockeyinternational, oud-hockeycoach, consultant) en Floris Evers (aanvoerder van het Nederlands hockey-elftal, consultant) Topsport wordt vaak vergeleken met oorlog, maar ook met religie. Twee topsporters laten hun licht schijnen over het fenomeen. In hoeverre zijn topervaringen in de sport te vergelijken met religieuze ervaringen? Hoe belangrijk is inspiratie voor sportmensen? Bestaat er zoiets als naastenliefde op het hockeyveld? En zijn er lessen uit de sport te trekken voor een betere wereld?
Dinsdag 30 oktober
Leve de vrijzinnigheid met Jolande Sap (fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer)
Henk Leegte t 06 - 45 62 62 70
[email protected]
Vrijzinnigheid is een leidend thema in het leven van Jolande Sap. Ze groeide op in Limburg in een chaotisch gezin, als dochter van een cafébaas. Ze vocht zich vrij van de katholieke kerk, van haar ouders, van het traditionele rollenpatroon. In Den Haag probeert ze haar vrijzinnige idealen overeind te houden, in tijden van toenemende polarisatie: leve de vrijzinnigheid.
Dinsdag 27 november
Idealisme versus extremisme Ewoud Roos t 06 44 13 00 46
[email protected]
Tom Rijken t 06 22 51 75 65
[email protected]
met Monique van der Werff (theatermaakster), Ruard Ganzevoort (theoloog) en Arjan de Wolf (terrorismedeskundige) Wat bezielt iemand om alles in het teken te stellen van zijn of haar idealen? In haar theatervoorstelling Hardliners kruipt Monique van der Werff in de huid van generatiegenoten als Anders Breivik en Tanja Nijmeier. Hoe kwamen zij tot hun daden? In deze speciale aflevering van Het Doperscafé een scène uit de voorstelling en een gesprek met deskundigen: waar eindigt idealisme en begint het kwaad? Voor meer informatie: zie http://www.doperscafe.nl/programma/
14 – I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS
Agenda
Kopij voor het volgende nummer vóór 10 augustus 2012 sturen aan Mieke Krebber Mail:
[email protected] Adres: Europaplein 89, 1078 GZ Amsterdam (telefoon 020-6731926).
Augustus 2012 Kerkdiensten (zie achterkant)
• Zo 5 aug
Zomerzondag voor de kinderen
Meerpad
10.15 uur
• Zo 12 aug Wakebij grenshospitium
Schiphol Oost 14.00 uur
• Zo 19 aug Zomerzondag voor de kinderen
Meerpad
10.15 uur
• Di 28 aug
Singelkerk
20.15 uur
DopersCafé: Louise Fresco, Heimwee naar het paradijs
Eind augustus verschijnt de Gemeentegids 2012|2013 met gegevens over de activiteiten in het nieuwe seizoen.
De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten of niet op te nemen.
Secretariaat en administratie Singel 452 1017 AW Amsterdam t kerk (020) 623 45 88 t secretariaat (020) 624 65 73 t boekhouding (020) 627 70 72 fax (020) 624 44 40 gironummer 141442 (VDGA) website www.vdga.nl
Voelen & meebeleven Snor Jezelf zijn. Dat je zoiets nooit eerder hebt bedacht. Jij, zelf. Anderen zijn er al zat. Best geinig: ergens binnenkomen als dit ben ik en ik kan niet anders en als je weer vertrekt jezelf daar vergeten
COLOFON idA, in dit Amsterdam Maandblad voor geloof en gemeenteleven van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam.
als een paraplu wanneer het niet meer regent en dan thuiskomen als volstrekt iemand anders. Je kleedt je uit en verbaast je over de kleren die je kennelijk hebt gedragen, je poetst een totaal andere bek vol tanden en in de spiegel
Redactie Mieke Krebber (eindredacteur) Frits Ph. Groeneveld Sjoukje Halbertsma Heleen Nauta-van Gelder Jan Willem Stenvers
grijnst het gezicht van een volslagen onbekende je toe. Het verontrust je nauwelijks. Je bent misschien een beetje moe. Je hoopt maar dat die ander nu gaat slapen. En die snor staat je best goed. F. Starik (voorpublicatie)
Vertegenwoordiger van de kerkenraad: Anke Spijker Ontwerp en realisatie Ontwerpgroep Lâle, www.lale.nl fax (033) 462 46 94 Drukwerk Grammé3.0 - grafische producties, Amersfoort
I N DIT AMSTERDAM J U LI-AUGUSTUS – 15
Amsterdam Centrum Amsterdam Noord Amsterdam Buitenveldert
Singelkerk – Singel 452 – t (020) 623 45 88 Meerpad – Meerpad 9 06-53 77 06 01 Menno Simonshuis – Noord-Hollandstraat 17a – t (020) 517 10 10
KERKDIENSTEN Singelkerk
Meerpad
Menno Simonshuis
Centrum 10.30 uur
Noord 10.15 uur
Buitenveldert 10.00 uur
15 juli
Ds. A-M. Visser
Ds H. Leegte Zomerzondag voor de kinderen
Geen dienst
22 juli
Ds. H. Leegte
Geen dienst
Ds. M. IJspeert
29 juli
Ds. A. Maas - Smilde
Geen dienst
Geen dienst
5 augustus
Ds. J. van Woerden - Surink
Ds. A-M. Visser Zomerzondag voor de kinderen
Geen dienst
12 augustus
Ds. R.M.M. Hoogewoud-Verschoor
Geen dienst
Ds. J.E. Klanderman
19 augustus
Ds. W. Epp
Ds. M. van der Burgt Zomerzondag voor de kinderen
Geen dienst
26 augustus
Ds. A.A. Rijken
Geen dienst
Ds. F.Ph. Groeneveld
2 september
Ds. J. Gulmans
Ds. A.A. Rijken Startzondag
Geen dienst
Collectebestemmingen
De collecte in de blauwe c.q. zwarte zak is bestemd voor de eigen gemeente.
De collecte in de rode zak is de volgende zondagen bestemd voor: • 15, 22 juli en 5 augustus wordt er gecollecteerd voor de St. Samenwerking Bijzondere Noden Amsterdam. Doelstelling SSBNA. Het bieden van financiële hulp aan inwoners van Amsterdam, die om welke redenen dan ook in een urgente noodsituatie terecht zijn gekomen, terwijl (wettelijke) voorliggende voorzieningen niet meer of niet voldoende beschikbaar zijn. Sinds 1936 kunnen professionele hulpverlenende organisaties voor hun cliënten een beroep doen op de SSBNA. Dit geldt voor instellingen op het terrein van maatschappelijk werk, jeugd-, ouderen- en geestelijke gezondheidszorg met wie een convenant is afgesloten. Rekeningnummer 29.46.97 SSBNA, Amsterdam • 29 juli, de vijfde zondag van de maand, wordt er gecollecteerd voor een dan actuele noodsituatie.
• 12 augustus wordt er gecollecteerd voor Pastoraal Diaconaal Fonds. De collecte is bestemd voor de specifieke taken van de Broederschapshuizen. Rekeningnummer 24.34.93.886 Penningmeester Algemene Doopsgezinde Sociëteit Amsterdam, inzake Pastoraal Diaconaal Fonds
zame getuigenissen op plekken waar het wringt en door concrete hulp aan de armsten. Rekeningnummer 27.25.828 Jeannette Noël Huis, Amsterdam
• 2 september wordt er gecollecteerd voor de Doopsgezinde zending. De Doopsgezinde zending zet zich in op • 19 en 26 augustus wordt er gecollecverschillende thema’s door zich te teerd voor het Jeannette Noël Huis in verbinden met diverse problematiek Amsterdam. Het Jeannette Noël Huis is een zoals de behoefte aan onderwijs door leefgemeenschap in Amsterdam Zuidoost. het verstrekken van studiebeurzen Hun levensstijl is gebaseerd op eenvoud, aan studenten, het versterken van gastvrijheid, gebed en directe actie voor mensenrechten, investeren in medische een betere samenleving. De gemeenschap zorg, en het investeren in les en studieis ontstaan vanuit de Catholic Workermateriaal voor lekenpredikanten beweging in de Verenigde Staten. De Ook zorgen ze voor vormen van ontCatholic Worker is een beweging van moetingen tussen jongeren wereldwijd radicale christenen en is pacifistisch en via uitwisselingen. Ze investeren in anarchistisch ingesteld: De loyaliteit aan gemeenteopbouw dichtbij en veraf. Van het Koninkrijk van God is groter, dan de alle projecten hoort een wederkerigheid loyaliteit aan het Koninkrijk der Nederlan- uit te gaan , leren staat hierbij voorop. den. Het is hun streven om het evangelie Rekeningnummer 54.54.24.976 handen en voeten te geven door vreedDoopsgezinde Zending, Amsterdam
1 6 – I N D I T A M S T E R D A M J U LI-AUGUSTUS