Jaargang 7 - nr. 1
Bijlage bij Nieuwsbrief van maart 2008
het Wetboek van vennootschappen 1. Inleiding. De wet van 7 mei 1999 (B.S., 6 augustus 1999), aangevuld door de reparatiewet van 23 januari 2001 (B.S., 6 februari 2001) heeft het wetboek van vennootschappen ingevoerd (afkorting: W. Venn.). Na talloze wijzigingen aan en coördinaties (o.m. ter implementatie van Europese richtlijnen) van de vennootschappenwet, destijds opgenomen in het wetboek van koophandel, kent het vennootschapsrecht nu al enkele jaren middels een apart wetboek een nieuwe verankering in het Belgisch rechtsbestel. Het geheel is transparanter en coherenter dan de opgeheven vennootschappenwet (Boek I titel IX W. Kh.). De batterij bis-, ter- en quater-bepalingen zijn verdwenen, op enkele uitzonderingen na opnieuw ingevoerd ingevolge reeds aangebrachte wijzigingen. De wetgever heeft geen diepgaande hervormingen doorgevoerd van het vennootschappenrecht op zich, noch bevatte het wetboek aanvankelijk enige normering betreffende corporate governance. De wet van 2 augustus 2002 (B.S., 22 augustus 2002) inzake behoorlijk vennootschapsbestuur bevat een aantal nieuwe bepalingen inzake bestuur van vennootschappen, organisatie en besluitvorming in de algemene vergadering, groepsinterne belangenconflicten e.d. en wijzigde in die optiek het W. Venn. Alleen het vennootschappenrecht is in het W. Venn. gecodificeerd, niet het rechtspersonenrecht in het algemeen. Zo maakten de vereniging zonder winstoogmerk en de stichting het voorwerp uit van een apart wetsontwerp, inmiddels de wet van 2 mei 2002 (B.S., 18 oktober 2002, erratum B.S., 11 december 2002). Terloops weze opgemerkt dat niet elke vennootschap een rechtspersoon is (cf. infra) en niet elke rechtspersoon een vennootschap. Het jaarrekeningenrecht is opgenomen in het wetboek van vennootschappen. De wettelijke grondslag van de verplichtingen van vennootschappen inzake de boekhouding blijft daarentegen de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van ondernemingen. Het wetboek is op 6 februari 2001 in werking getreden. Ook het KB van 30 januari 2001 (B.S., 6 februari 2001) tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen is op 6 februari 2001 in werking getreden. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste principes, wetswijzigingen en terminologie relevant voor de gerechtsdeurwaarderspraktijk. In veel exploten wordt nog oude terminologie of worden nog
1
2 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
oude afkortingen gebruikt, wellicht uit macht der gewoonte. Deze bijdrage wil een aanzet zijn tot correct juridisch taalgebruik met betrekking tot vennootschappen in gerechtsdeurwaardersakten. Een grondige analyse van de nieuwe wet is hier niet aan de orde; zie daarvoor o.m. H. BRAECKMANS, “Het wetboek van vennootschappen”, R.W., 2000-2001, 1473-1492 en H. BRAECKMANS, “De wet van 2 augustus 2002 inzake behoorlijk vennootschapsbestuur (corporate governance)”, R.W., 2002-2003, 1641-1651.
2
2. Situering en algemene bepalingen. 2.1. Het wetboek kent nog steeds vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (art. 2 § 1 en de artt. 46 tot 48 W. Venn.): de maatschap [société de droit commun], de tijdelijke handelsvennootschap (voorheen genaamd tijdelijke vereniging) [société momentanée] en de stille handelsvennootschap (voorheen genaamd vereniging bij wijze van deelneming) [société interne]. Aan deze vennootschappen kan dus niet betekend worden (zoals dat evenmin aan een feitelijke vereniging kan) en dient men de akte te betekenen aan elk van de vennoten afzonderlijk. 2.2. Het wetboek erkent momenteel als handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid (art. 2 § 2 W. Venn.) : - de vennootschap onder firma, afgekort V.O.F. [société en nom collectif – SNC] - de gewone commanditaire vennootschap, afgekort Comm. V (en niet meer G.C.V.) [société en commandite simple – SCS] - de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, afgekort BVBA [société privée à responsabilité limitée – SPRL] - de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, afgekort CVBA [société coopérative à responsabilité limitée – SCRL] - de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, afgekort CVOA (merk op dat de term ‘hoofdelijk’ is weggelaten) [société coopérative à responsabilité illimitée – SCRI] - de naamloze vennootschap, afgekort NV [société anonyme – SA] - de commanditaire vennootschap op aandelen, afgekort Comm. VA (en niet meer C.V.A.) [la société en commandite par actions – SCA] - het economisch samenwerkingsverband, afgekort ESV [le groupement d’intérêt économique – GIE] - de Europese vennootschap, afgekort SE [la Société européenne – SE] - de Europese Coöperatieve Vennootschap, afgekort SCE [la société cooperative européenne – SCE]
2.3. Het wetboek erkent als burgerlijke vennootschap met rechtspersoonlijkheid de landbouwvennootschap, afgekort LV [ société agricole – S. Agr.] (art. 2 § 3 W. Venn.). 2.4. De wettelijk vastgelegde afkortingen kennen een verschil: in het Nederlands is V.O.F., Comm. V en Comm. VA met puntjes, de andere afkortingen zijn zonder puntjes (in de vennootschappenwet stonden wel puntjes tussen de letters van elke vennootschapsvorm). Het W. Venn. volgt hier de logica van de nieuwe spelling: V.O.F., Comm. V en Comm. VA zijn afkortingen, waar punten thuis horen, de andere vennootschapsvormen zijn initiaalwoorden, waar geen punten nodig zijn. In de Franse tekst zijn alle afkortingen zonder puntjes, behalve S. Agr.
3 MAART 2008
2.5. Burgerlijke vennootschappen met handelsvorm blijven uiteraard bestaan. Het zijn vennootschappen waarvan het doel burgerlijk is en die de rechtsvorm van een handelsvennootschap aannemen, zonder hun burgerlijke aard te verliezen, dit met het oog op het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid. De burgerlijke of handelsaard van een vennootschap wordt bepaald door haar doel. 2.6. Publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben (art. 1012 § 1 W. Venn.). 2.7. Verder geeft het wetboek wettelijke definities van genoteerde vennootschappen, controle, moeder- en dochtervennootschappen, consortium, verbonden en geassocieerde vennootschappen, deelneming(sverhouding) en de grootte van vennootschappen. 2.8. Boek III titel IX van het burgerlijk wetboek betreffende vennootschappen (artt. 1832-1873) is sinds 6 februari 2001 eveneens opgeheven. De bepalingen uit het B.W. betreffende vennootschappen die nog relevant waren zijn letterlijk overgenomen in de artt. 18 tot 45 W. Venn. en art. 55 W. Venn. Ook de wet van 17 juli 1989 betreffende de economische samenwerkingsverbanden is opgeheven. 2.9. Structuur: na de inleidende bepalingen (Boek I) volgen diverse bepalingen gemeenschappelijk aan alle vennootschappen (Boek II); vervolgens komen de vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid aan bod (boek III). Dan volgen de bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in het wetboek (boek IV), waarna de regels voor elk van deze rechtspersonen afzonderlijk uitgeschreven worden (Boeken V, VI, VII, VIII, IX, XIII, XIV, XV en XVI), ook al impliceert dit dat identieke bepalingen volledig worden herschreven; dit omwille van de transparantie en het gebruiksgemak. Vennootschappen met sociaal oogmerk (boek X), de herstructurering (Boek XI) en omzetting van vennootschappen (boek XII) worden afzonderlijk behandeld. Het laatste boek (Boek XVII) bevat diverse bepalingen en overgangsbepalingen.
3. Oprichting, openbaarmakingsformaliteiten en vereffening.
3
3.1. Art. 60 W. Venn. vervangt art. 13bis Venn. W. met betrekking tot verbintenissen in naam van een vennootschap in oprichting. De verbintenis wordt geacht van het begin af door de vennootschap te zijn aangegaan indien de vennootschap binnen de twee jaar na het ontstaan van de verbintenis is opgericht én het uittreksel uit de oprichtingsakte ter griffie van de rechtbank van koophandel is neergelegd en bovendien de verbintenis binnen de twee maanden na voormelde neerlegging is overgenomen. Zoniet zijn degenen die de verbintenis hebben aangegaan hoofdelijk en persoonlijk aansprakelijk. Uiteraard kan aan een vennootschap in oprichting, zolang ze niet is opgericht, niet betekend worden (hoewel menig opdrachtgever vraagt dit te doen). 3.2. Worden opgericht bij authentieke of onderhandse akte: de V.O.F., Comm. V, CVOA, ESV, LV. De BVBA, CVBA, NV, Comm. VA, SE en SCE kunnen enkel bij authentieke akte opgericht worden. 3.3. De expedities van de authentieke akten, de dubbels of originelen van de onderhandse akten en de nodige uittreksels moeten neergelegd worden ter griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waarbinnen de vennootschap haar zetel heeft. De stukken worden bijgehouden
4 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
in een dossier dat voor iedere vennootschap op de griffie van de rechtbank van koophandel wordt bijgehouden en de betreffende vennootschappen worden ingeschreven in het rechtspersonenregister, onderdeel van de Kruispuntbank van Ondernemingen. 3.4. De tegenwerpelijkheid wordt geregeld in art. 76 W. Venn. en bevat geen wijzigingen tegenover het vroegere art. 10 § 4 Venn. W. 3.5. Opmerkelijk is wel dat het voormalige art. 11 Venn. W. niet is hernomen in het W. Venn. Art. 11 Venn. W. bepaalde dat een rechtsvordering ingesteld door een vennootschap waarvan de oprichtingsakte niet conform het vroegere art. 10 § 1 Venn.W. was neergelegd, niet ontvankelijk was. Dergelijke bepaling is niet meer opgenomen in het wetboek van vennootschappen, behalve dan voor buitenlandse vennootschappen (zie art. 58, 2° lid W. Venn.). 3.6. Alle akten, facturen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van een BVBA, CVBA, CVOA, NV, Comm. VA, SE en SCE moeten vermelden : 1. de naam van de vennootschap; 2. de rechtsvorm (voluit of afgekort), alsook in voorkomend geval de woorden ‘burgerlijke vennootschap met handelsvorm’ [société civile à forme commerciale], leesbaar geschreven onmiddellijk voor of na de vennootschapsnaam; in het geval van een coöperatieve vennootschap moet vermeld worden of zij met beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid is. In voorkomend geval moeten deze vermeldingen nog gevolgd worden door de woorden ‘met een sociaal oogmerk’ [à finalité sociale], namelijk in het geval een vennootschap is opgericht met een sociaal oogmerk (zie art. 661 e.v. W. Venn.); 3. de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de vennootschap; 4. het ondernemingsnummer; 5. het woord “rechtspersonenregister” [registre des personnes morales] of de afkorting “RPR” [RPM], gevolgd door de vermelding van de zetel van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de vennootschap haar zetel heeft; 6. in voorkomend geval: het feit dat de vennootschap in vereffening is. Deze verplichting opgenomen in art. 78 W. Venn. lijkt niet alleen van belang voor de gerechtsdeurwaardersexploten (in aanvulling van art. 43, 2° Ger.W.), maar de gerechtsdeurwaarderskantoren die werken onder één van deze genoemde vennootschapsvormen moeten deze verplichting ook zelf naleven in al hun documenten, bekendmakingen, brieven en andere stukken. Het past om hier ook te verwijzen naar art. 62 W. Venn. : in alle akten die een vennootschap verbinden moet onmiddellijk voor of na de handtekening van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt, vermeld worden in welke hoedanigheid hij optreedt. 3.7. Elke vennootschap met rechtspersoonlijkheid moet een naam voeren, die verschillend moet zijn van die van een andere vennootschap. Indien de naam van een vennootschap gelijk is aan een andere naam of er zozeer op gelijkt dat verwarring mogelijk is, kan elke belanghebbende de naam doen wijzigen en eventueel een schadevergoeding eisen. De oprichters of de leden van het bestuursorgaan (bij latere naamswijziging) zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van die eventuele schadevergoeding (art. 65 W. Venn.). De praktijk wijst evenwel uit dat heel wat vennootschappen dezelfde of een gelijkluidende naam hebben.
5 MAART 2008
3.8. Titel IX van Boek IV (bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in het W. Venn.) bevat de regelgeving met betrekking tot ontbinding en vereffening.
3.9. De beslissing tot ontbinding van een vennootschap wordt in principe genomen door de algemene vergadering. In een aantal gevallen wordt de ontbinding van de vennootschap uitgesproken door de rechtbank, namelijk bij niet-neerlegging van de jaarrekening gedurende drie opeenvolgende boekjaren (op vordering van elke belanghebbende of het openbaar ministerie: art. 182 § 1 W.Venn.) of in het raam van de alarmbelprocedure (bij verlies van maatschappelijk kapitaal in de BVBA, CVBA, NV en Comm. VA) cf. infra, en in geval van “wettige” redenen (diverse artikelen in het W. Venn.). Vooral de niet-neerlegging van de jaarrekening is voor de gerechtsdeurwaarder gelast met een invordering een knipperlicht dat de vennootschap mogelijks in financiële moeilijkheden zit. 3.10. Een vennootschap wordt na ontbinding geacht voort te bestaan voor haar vereffening. Alle stukken uitgaande van een ontbonden vennootschap vermelden dat zij in vereffening is (art. 183 § 1 W. Venn.). De invereffeningstelling van de vennootschap houdt in dat de bestuursorganen van de vennootschap terugtreden en worden vervangen door één of meer vereffenaars. Conform art. 42,7° Ger.W. kan enkel nog betekend worden aan de vennootschapszetel of woonplaats van één der vereffenaars (of de procureur des konings indien er geen vereffenaar is). Opmerkelijk is art. 185 W. Venn.: indien geen vereffenaars benoemd zijn dan worden de vennotenzaakvoerders (V.O.F., Comm. V en Comm. VA), bestuurders of zaakvoerders (NV, BVBA, CVBA, CVOA) ten aanzien van derden van rechtswege als vereffenaars beschouwd. Dit artikel heeft zijn belang in enkele specifieke gevallen die in de praktijk van de gerechtsdeurwaarder kunnen voorkomen: zo kan na sluiting van een faillissement een vennootschap toch nog blijven bestaan voor haar vereffening (art. 73, 2°, 3° en 5° lid en art. 83 Faill.W.). Men kan dan nog betekenen aan de vereffenaars van rechtswege (bij voorbeeld om verjaring van (vooral fiscale) vorderingen te stuiten; na een faillissement kan men ook nog geconfronteerd worden met later opduikende activa of met onverkochte activa die overblijven na sluiting). 3.11. De vereffenaar heeft tot taak om de activa te verzilveren en de schuldeisers te betalen naar evenredigheid, zonder onderscheid tussen opeisbare en niet-opeisbare schulden, weliswaar rekeninghoudend met de rechten van de bevoorrechte schuldeisers; een eventueel saldo moeten ze uitkeren aan de aandeelhouders (art. 190 § 1 W. Venn.). 3.12. De vereffenaars moeten op geregelde tijdstippen een omstandige staat van de toestand van de vereffening overmaken aan de griffie van de rechtbank van koophandel van het arrondissement waarin de vennootschap haar zetel heeft (art. 189bis W. Venn.). Miskenning van deze verplichting kan strafrechtelijk vervolgd worden. 3.13. De vereffening van vennootschappen werd aanvankelijk beperkt geregeld in het W. Venn. De wijzigingen aangebracht door de wet van 2 juni 2006 tot wijziging van het W. Venn. teneinde de vereffeningsprocedure te verbeteren (B.S., 26 juni 2006) heeft een belangrijke weerslag op de wijze van vereffening en vormt een belangrijke stap inzake de vereffening van vennootschappen; deze wet plaatst de benoeming, de afwikkeling en de beëindiging van de vereffening onder een vorm van controle van de rechtbank. Zij biedt waarborgen om malafide vereffenaars (wat vroeger veel voorkwam) te weren. Vereffeningen louter om een faillissement uit te stellen of te ontlopen zouden tot het verleden moeten behoren, minstens veel minder dan vroeger voorkomen. In die zin wordt
6 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
een evenwicht tot stand gebracht tussen oprichting en beëindiging van vennootschappen: vroeger was de oprichting van kapitaalvennootschappen streng geregeld (financieel plan, kapitaalvereiste, storting op afzonderlijke rekening, controle bij inbreng in natura, regeling inzake de quasi-inbreng) en was de vereffening eerder summier geregeld. Dit is nu verholpen.
4 5
4. Verjaring. Nog steeds geldt een bijzondere verjaringstermijn van vijf jaar wat betreft rechtsvorderingen tegen vennoten of tegen zaakvoerders, bestuurders, vereffenaars en commissarissen, wegens verrichtingen in verband met hun taak (cf. art. 198 § 1 W. Venn.). In enkele specifieke gevallen is een verjaringstermijn van slechts zes maanden bepaald, b.v. de nietigverklaring van een besluit van de algemene vergadering (cf. art. 198 § 2 W. Venn.).
5. Afzonderlijke bepalingen per vennootschaprechtspersoon. Vanaf boek V bevat het wetboek specifieke rechtsregels per type vennootschap. 5. 1. De vennootschap onder firma en de gewone commanditaire vennootschap (artt. 201 – 209 W. Venn.). Deze vennootschappen kennen geen beperkte aansprakelijkheid (men noemt dit daarom ook wel eens vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid, net zoals de CVOA). De V.O.F. wordt aangegaan tussen hoofdelijk aansprakelijke vennoten [associés responsables et solidaires]. De Comm. V wordt aangegaan tussen één of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten, beherende vennoten [commandités] genoemd, en één of meer geldschieters, stille vennoten [commanditaires] genoemd. Zoals voorheen kunnen vennoten niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden op grond van verbintenissen van de vennootschap zolang deze niet zelf is veroordeeld (art. 203 W. Venn., voorheen art. 189 Venn. W.). De vraag stelt zich of invordering lastens een hoofdelijk aansprakelijk vennoot mogelijk is indien enkel een uitvoerbare titel voorhanden is lastens de vennootschap zelf, zonder dat de vennoten daarin persoonlijk mee hoofdelijk veroordeeld zijn. Naar Nederlands recht moeten de vennoten van een onvolkomen rechtspersoon mee in de uitvoerbare titel opgenomen zijn, zoniet kan tegen hen persoonlijk niet ingevorderd worden. Naar Belgisch lijkt het na een recent cassatiearrest zo te zijn dat de uitvoerbare titel die bestaat enkel lastens de vennootschap voldoende basis biedt om de invordering verder te zetten lastens de hoofdelijk aansprakelijke vennoten. Het Hof van Beroep te Gent heeft in een arrest van 25 oktober 2005 nog beslist dat voor de invordering van een schuld van een V.O.F. lastens een hoofdelijk aansprakelijk vennoot van de V.O.F. een uitvoerbare titel lastens de vennoot persoonlijk noodzakelijk is. Het Hof van Cassatie daarentegen heeft in een arrest van 14 juni 2007 geoordeeld dat:
7 MAART 2008
“Aangezien de vennoot persoonlijk gehouden is tot betaling van de belasting die vastgesteld is ten name van de coöperatieve vennootschap [met onbeperkte aansprakelijkheid] is hij een belastingschuldige ten laste van wie de administratie de rechten kan doen gelden die de wet haar verleent met het oog op de invordering van de belasting. Het arrest dat oordeelt dat “geen enkele bepaling van het Wetboek van de inkomstenbelastingen in de mogelijkheid voorziet om de vennootschapsbelasting op grond van een ten name van de belastingplichtige coöperatieve vennootschap uitvoerbaar kohier in te vorderen ten laste van een derde natuurlijke persoon, in casu een krachtens het vennootschapsrecht hoofdelijke schuldenaar” verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.” Het W. Venn. bevat geen specifieke bepalingen wat betreft het bestuursorgaan van deze vennootschapsvormen. Zijdelings is sprake van ‘zaakvoerder’ [gérant] (cf. de artt. 206, 207 § 1 en 208 W. Venn.). Wat de Comm. V betreft zou men ex art. 202 W. Venn. ook de term ‘beherend vennoot’ [commandité] kunnen hanteren als bestuursorgaan. 5. 2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (artt. 210 – 349 W. Venn.). De BVBA kan opgericht worden door één persoon (art. 211 W. Venn.). De officiële afkorting blijft ook dan BVBA, niet EBVBA. Het maatschappelijk kapitaal is vastgesteld op € 18.550. Het bedrag van het kapitaal moet gestort zijn ten belope van minstens € 6.200 (of € 12.400 indien het gaat om een BVBA opgericht door één persoon). Inbrengen in natura moeten volledig volstort zijn; op ieder aandeel waarop in geld is ingeschreven moet ten minste één vijfde gestort zijn. De BVBA wordt bestuurd door één of meer personen (‘zaakvoerder’ [gérant] genoemd), al dan niet vennoten. Vroeger kon enkel een natuurlijk persoon zaakvoerder zijn van een BVBA; sinds de wet van 2 augustus 2002 kan een BVBA ook door een rechtspersoon bestuurd worden. Het nieuwe art. 61 § 2 W. Venn. bepaalt wel dat indien een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité, de bestuurder-rechtspersoon onder zijn vennoten, zaakvoerders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger [représentant permanent] moet benoemen, die belast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon. Dit verhoogt de transparantie (men wil een wisseling vermijden van de natuurlijke personen die de rechtspersoon vertegenwoordigen naar gelang de omstandigheden) en beoogt een gelijkschakeling van het aansprakelijkheidsregime van de natuurlijke personen en rechtspersonen. Er is een mogelijkheid tot uitgifte van aandelen zonder stemrecht, certificaten en obligaties. Verlies van het maatschappelijk kapitaal (het nettoactief is gedaald tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal) is geregeld in de artt. 332 – 333 W. Venn. (voorheen art. 140 jo art. 103 Venn.W.). Daalt het nettoactief onder € 6.200, dan kan elke belanghebbende de ontbinding van de vennootschap vorderen voor de rechtbank. De uitsluiting en uittreding van vennoten is nu geregeld in de artt. 334 – 342 W. Venn. en verschilt niet van de regeling in de artt. 190ter – 190quater Venn.W., van kracht sinds 01 juli 1996 (procedure
8 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
zoals in kort geding voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel, waarbij ook de vennootschap zelf moet gedagvaard worden). In de zetel van de vennootschap wordt een register van aandelen en een register van obligaties gehouden (art. 233 W. Venn.). Deze effecten zijn op naam, ze kunnen niet gedematerialiseerd zijn. Elke belanghebbende derde kan inzage nemen van het register van aandelen (waarom niet in het register van obligaties?). Dit is niet onbelangrijk met het oog op een beslag onder derden dat uiteraard ook de aandelen (of obligaties) van de schuldenaar in een vennootschap kan treffen. Met betrekking tot zo een beslag onder derden bevat art. 234 W. Venn. toch een eigenaardige regeling : het register kan in twee delen gesplitst zijn, waarvan één deel berust in de zetel en het ander erbuiten, mogelijks zelfs in het buitenland! Van elk deel wordt een kopie bewaard op de plaats waar het andere deel berust. Deze kopie wordt regelmatig bijgehouden en indien zulks onmogelijk blijkt, bijgewerkt ‘zodra de omstandigheden het toelaten’. Chicanes naar aanleiding van een beslag onder derden waarbij de gerechtsdeurwaarder het aandelenregister wil viseren op dag en uur van het beslag zijn dan ook niet uitgesloten. 5. 3. De coöperatieve vennootschap (artt. 350 – 436 W. Venn.). Deze moet nog steeds door minstens drie personen opgericht worden, in afwijking van art. 1 W. Venn. De statuten moeten uitdrukkelijk bepalen of de vennoten beperkt of onbeperkt aansprakelijk zijn (art. 352 W. Venn.). Het betreft een vennootschap samengesteld uit een veranderlijk aantal vennoten met veranderlijke inbrengen. Het maatschappelijk kapitaal bestaat daarom uit een vast en variabel gedeelte. De aandelen zijn op naam. De uitgifte van obligaties wordt geregeld door de statuten. In de zetel van de vennootschap wordt een aandelenregister gehouden, waarvan elke vennoot inzage kan nemen. Van inzagerecht voor een belanghebbende derde zoals bij de BVBA, wordt geen melding gemaakt (art. 357 W. Venn.). Het aandelenregister kan in twee delen gesplitst worden zoals bij de BVBA. Art. 361 W. Venn. bepaalt dat de persoonlijke schuldeisers van de vennoot slechts beslag kunnen leggen op de rente en dividenden die toekomen aan de vennoot en op het aandeel dat bij de ontbinding van de vennootschap aan deze wordt toegekend (zoals vroeger bepaald was in art. 157 Venn.W.). Verlies van het maatschappelijk kapitaal is geregeld in de artt. 431 – 432 W. Venn. Uitsluiting en uittreding is totaal verschillend van de BVBA (zie de artt. 366 – 376 W. Venn.). Onbegrijpelijk is de rol van de griffier van het vredegerecht van de zetel van de vennootschap (art. 369 W. Venn.) indien het bestuursorgaan weigert de uittreding vast te stellen. Waarom niet de griffier van de rechtbank van koophandel inschakelen? De coöperatieve vennootschap wordt bestuurd door één bestuurder [administrateur], al dan niet vennoot, tenzij statutair daarvan wordt afgeweken (art. 378 W. Venn). De wet spreekt dus niet van ‘zaakvoerder’, enkel van ‘bestuurder’. Dit is belangrijk voor een correcte invulling van de artt. 34 en 43, 4° Ger.W. Het vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal van de CVBA is bepaald op minimum € 18.550; dit moet volstort zijn ten belope van € 6.200. Op elk aandeel dat een inbreng in geld vertegenwoordigt
9 MAART 2008
en op elk aandeel dat geheel of gedeeltelijk een inbreng in natura vertegenwoordigt moet één vierde worden volstort (merk het verschil op met de BVBA). 5. 4. De naamloze vennootschap (artt. 437 – 652 W. Venn.). Het maatschappelijk kapitaal moet minstens € 61.500 bedragen; dit moet volledig volstort zijn. Bovendien moet op ieder aandeel dat overeenstemt met een inbreng in geld en op ieder aandeel dat geheel of ten dele overeenstemt met een inbreng in natura een vierde gestort zijn. Daarbij moeten aandelen die inbrengen in natura vertegenwoordigen volgestort zijn binnen een termijn van vijf jaar na de oprichting. In een NV kunnen aandelen bestaan, winstbewijzen, obligaties en warrants. Deze effecten zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd (boeking op rekening, bij een vereffeningsinstelling of erkende rekeninghouder, art. 468 e.v. W. Venn.). Aandelen zijn totdat ze zijn volgestort altijd op naam. Ingevolge de wet van 14 december 2005 (B.S., 23 december 2005) kunnen vanaf 1 januari 2008 effecten door de emittent alleen nog worden uitgegeven in de vorm van effecten op naam of gedematerialiseerde effecten. Er loopt een omzettingsperiode van 1 januari 2008 tot 31 december 2013. Vanaf 1 januari 2014 worden toondereffecten waarvan de omzetting nog niet werd aangevraagd van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten. Voor elke categorie van effecten op naam wordt in de zetel van de vennootschap een (eventueel elektronisch) register gehouden (art. 463 W. Venn.). De houders van effecten op naam kunnen inzage nemen van het register dat op hen betrekking heeft. Er is wederom geen sprake van een belanghebbende derde ( cf. supra ). Het register kan net zoals bij de BVBA en de coöperatieve vennootschap in twee gesplitst worden. Betreffende gedematerialiseerde effecten is geen beslag onder derden mogelijk op de rekening op naam van een erkende rekeninghouder bij de vereffeningsinstelling. Wel mogen schuldeisers van de eigenaar van de effecten (ingeval van faillissement van deze laatste of in alle andere gevallen van samenloop) hun rechten laten gelden op het beschikbaar saldo van de effecten dat op naam en voor rekening van hun schuldenaar is ingeschreven, onder de modaliteiten bepaald in art. 472 W. Venn. De naamloze vennootschap wordt bestuurd door natuurlijke personen of rechtspersonen (in principe drie, uitzonderlijk twee, zie art. 518 § 1 W. Venn.). De duur van de opdracht mag niet langer zijn dan zes jaar (bestuurders zijn wel herbenoembaar). Bestuurders kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen (herroeping ad nutum). Het dagelijks bestuur mag opgedragen worden aan één of meer personen. Art 63 Venn.W. kende de termen ‘directeurs, zaakvoerders of andere personen’. Art. 525 W. Venn. vermeldt enkel nog dat het dagelijks bestuur [gestion journalière] mag worden opgedragen aan één of meer personen. Zie b.v. ook art. 527 W. Venn. De wet kent enkel de termen ‘bestuurder’ [administrateur] en ‘dagelijks bestuurder’ [le délégué à la gestion journalière]. De term ‘afgevaardigd bestuurder’ is niet terug te vinden in de wet, noch ‘gedelegeerd bestuurder’ of ‘beheerder’. Wat naamloze vennootschappen betreft is de term ‘beheerder’ reeds door de wet van 26 mei 1983 (cf. infra) vervangen door ‘bestuurder’. Tot de wet van 2 augustus 2002 waren alleen de raad van bestuur en het dagelijks bestuur wettelijk geregeld. Dit vormde in grote vennootschappen een probleem omdat er behoefte ontstond aan een
10 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
comité tussen de raad van bestuur en het dagelijks bestuur; in de praktijk werd al in veel gevallen een directiecomité geïnstalleerd dat het management op zich nam; in kredietinstellingen bestond dit wel al officieel. Het nieuwe art. 524bis W. Venn. geeft aan het directiecomité [comité de direction] een legale onderbouw; de nieuwe regeling geldt enkel voor de NV (en ook de Comm. VA). De statuten kunnen aan de raad van bestuur toestaan zijn bestuursbevoegdheden over te dragen Het directiecomité is een meerhoofdig orgaan; zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen er deel van uitmaken. Het past hier om even stil te staan bij de vermelding die in een exploot kan voorkomen met betrekking tot de persoon aan wie de stukken worden overhandigd. In een omzendbrief van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van 25 september 2002 (C2002/108) is geconcludeerd dat men sinds de wet van 2 augustus 2002 (invoering van een directiecomité in een NV en invoering van een vaste vertegenwoordiger indien een rechtspersoon aangewezen is tot bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité) in voorkomend geval de betekening kan doen voor een rechtspersoon aan de “wettelijke vertegenwoordiger”. Dit moet genuanceerd worden. De term “wettelijk vertegenwoordiger” heeft niet enkel betrekking op een lid van het directiecomité van een naamloze vennootschap of de vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon aangewezen tot bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité. Immers, “wettelijk vertegenwoordiger” kan betrekking hebben op meerdere functies binnen een vennootschap: wat naamloze vennootschappen betreft kende het W. Venn. tot vóór de wet van 02 augustus 2002 twee bestuursorganen: de raad van bestuur (art. 517-524 W. Venn.) en het dagelijks bestuur (art. 525 W. Venn.). De voorlopige bewindvoerder c.q. vereffenaar, als uitzonderingssituatie, buiten beschouwing gelaten. Art. 522 § 2 W. Venn. bepaalt dat de raad van bestuur de vennootschap vertegenwoordigt jegens derden én in rechte als eiser of als verweerder. De statuten kunnen echter aan een of meer bestuurders bevoegdheid verlenen om alleen of gezamenlijk de vennootschap te vertegenwoordigen. Het dagelijks bestuur alsook de vertegenwoordiging van de vennootschap mag worden opgedragen aan een of meer personen, die alleen of gezamenlijk optreden (art. 525, 1° lid W. Venn.). Sinds de wet van 02 augustus 2002 kunnen de statuten van naamloze vennootschappen de raad van bestuur toestaan zijn bestuursbevoegdheden over te dragen aan een directiecomité. Dit directiecomité bestaat uit meerdere personen, die al dan niet bestuurder zijn. Daarbij kunnen de statuten aan een of meer leden van het directiecomité bevoegdheid verlenen om de vennootschap alleen, hetzij gezamenlijk te vertegenwoordigen. Men moet het belang van deze bepalingen in de eerste plaatse zien in het kader van art. 703 Ger.W. en vooral art. 34 Ger.W.: indien de betekening voor een rechtspersoon gedaan wordt aan het orgaan dat of de aangestelde die krachtens de wet, de statuten of een regelmatige opdracht bevoegd is om de rechtspersoon, zelfs samen met anderen, in rechte te vertegenwoordigen, dan wordt de betekening geacht gedaan te zijn aan persoon (cf. art. 33 Ger.W. voor natuurlijke personen); zie ook B. TILLEMAN, “Proceshandelingen van en tegen vennootschappen”, Maklu, Antwerpen-Apeldoorn, 1997, nr. 344). In het kader van art. 43,4° Ger.W. kan de gerechtsdeurwaarder evengoed beter blijven vermelden dat hij afschrift laat aan een zaakvoerder, (dagelijks) bestuurder of lid van het directiecomité. Heeft die geen vertegenwoordigingsbevoegdheid, dan toch wordt er rechtsgeldig betekend in het kader van art. 35, 1° en 2° lid Ger.W. Alleen zal de betekening niet geacht worden gebeurd te zijn aan de “persoon” van de betrokken rechtspersoon. Ter plaatse is het voor de gerechtsdeurwaarder makkelijker om na te gaan of de persoon die hij ontmoet zaakvoerder, (dagelijks) bestuurder of lid van het directiecomité is, eerder dan te verifiëren of de betrokkene vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft. Het is in het
11 MAART 2008
kader van art. 43,4° Ger.W. veiliger de werkelijke functie te vermelden van degene aan wie het stuk wordt afgegeven, eerder dan te bepalen of die betrokken persoon vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft. Indien de betekening wordt gedaan aan een vaste vertegenwoordiger (natuurlijk persoon) zit er niets anders op dan ter plaatse het exploot trapsgewijs in te vullen, bij voorbeeld in geval vennootschap A de geadresseerde is, die bestuurd wordt door vennootschap B: “…stukken afgegeven aan persoon X, vaste vertegenwoordiger voor vennootschap B, haar bestuurder” . Verlies van maatschappelijk kapitaal wordt geregeld in de artt. 633 – 634 W. Venn. (voorheen de artt. 103 – 104 Venn.W., de zogenaamde ‘alarmbelprocedure’). Wanneer het nettoactief gedaald is tot beneden € 61.500 kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen. Veel naamloze vennootschappen flirten met deze grens en zijn dan ook virtueel failliet of komen voor gerechtelijke ontbinding in aanmerking. De uitsluitings- en uittredingsregeling is bepaald in de artt. 636 – 643 W. Venn. 5.5. De commanditaire vennootschap op aandelen ( artt. 654 – 660 W. Venn. ). De Comm. VA is een vennootschap aangegaan door één of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten (‘beherende’ vennoten [commandités] genoemd) en één of meer vennoten die slechts een inbreng verbinden (‘stille’ vennoten [commanditaires] genoemd). Beherende vennoten kunnen niet persoonlijk worden veroordeeld op grond van verbintenissen van de vennootschap zolang deze zelf niet is veroordeeld. Grosso modo zijn de bepalingen betreffende naamloze vennootschappen van toepassing op de commanditaire vennootschappen op aandelen (art. 657 W. Venn.). Voor dit type vennootschap heeft de wetgever de regeling niet meer volledig uitgeschreven. De wet hanteert als besturend orgaan de term ‘zaakvoerder-vennoot’ [associé gérant]. Zijn positie is bijzonder sterk omdat hij een vennoot is én in de oprichtingsakte is aangewezen. De zaakvoerder is eigenlijk onafzetbaar ingevolge art. 659 W. Venn.: handelingen die de statuten wijzigen worden door de algemene vergadering niet verricht of bekrachtigd dan met instemming van de zaakvoerder. Deze laatste is in de statuten aangewezen en hem vervangen impliceert dus een statutenwijziging waarmee hijzelf moet instemmen. Vandaar het succes van deze vennootschapsvorm als patrimoniumvennootschap: de ouders kunnen hun aandelen overdragen aan hun kinderen, maar zijn statutair aangewezen als zaakvoerder en kunnen dus niet buitenspel gezet worden. 5.6. De landbouwvennootschap ( artt. 789 – 838 W. Venn. ). Deze vennootschap heeft de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf tot doel. Zij wordt aangegaan tussen beherende vennoten [associés gérants] hetzij tussen één of meer beherende vennoten en één of meer stille vennoten [associés commanditaires]. De beherende vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk. Stille vennoten zijn slechts tot beloop van hun inbreng aansprakelijk. Alleen natuurlijke personen kunnen vennoot worden van de landbouwvennootschap. De vennoten moeten zich in het geheel verbonden hebben tot een inbreng van minstens 6.150, vanaf de oprichting volledig volstort. Voor het meerdere bedrag moet elk aandeel dat een inbreng in geld vertegenwoordigt voor ten minste één vijfde gestort zijn.
12 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
Elke kapitaalinbreng anders dan in geld moet volgestort zijn. De aandelen zijn op naam. In de zetel van de vennootschap wordt een aandelenregister bijgehouden. Elke vennoot of elke derde belanghebbende kan kennisnemen van dit register, dat niet gesplitst kan worden (art. 803 W. Venn.). De LV wordt bestuurd door één of meerdere ‘beherende vennoten’. De verbintenis van een vennoot tot het verrichten van lichamelijke arbeid verleent hem het statuut van beherend vennoot (art. 808 W. Venn.). 5.7. Het economisch samenwerkingsverband (artt. 839 – 873 W. Venn.). Deze vennootschap kan opgericht worden door natuurlijke personen of rechtspersonen en heeft uitsluitend tot doel de economische bedrijvigheid van haar leden te vergemakkelijken of te ontwikkelen dan wel de resultaten daarvan te verbeteren. Het samenwerkingsverband wordt bestuurd door één of meerdere (uitsluitend) natuurlijke personen, ‘zaakvoerder’ [gérant] genoemd. In afwijking van art. 2 § 2 W. Venn. worden deze samenwerkingsverbanden geacht geen rechtspersoonlijkheid te hebben voor de toepassing van de inkomstenbelasting (art. 2, 59° b) W. 23 januari 2001 dat een § 2 invoegt bij art. 843 W. Venn.). De leden van een samenwerkingsverband zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle verbintenissen van het samenwerkingsverband (art. 843 W. Venn.). 5.8. De vennootschap met sociaal oogmerk (artt. 661 – 669 W. Venn.). De vennootschappen met rechtspersoonlijkheid opgesomd in art. 2 § 2 W. Venn. (met uitzondering van de SE en SCE) kunnen opgericht worden met een sociaal oogmerk [finalité sociale]; ze mogen dan niet gericht zijn op de verrijking van hun vennoten. Zij worden beheerst door de bepalingen van de vennootschapsvorm die zij hebben aangenomen, onder voorbehoud van de bepalingen van boek X betreffende de vennootschappen met een sociaal oogmerk. Betreffende het kapitaal gelden bijzondere regels (art. 665 W. Venn.). Een vereniging zonder winstoogmerk kan worden omgezet in een vennootschap met een sociaal oogmerk (art. 668-669 W. Venn.). 5.9. De Europese vennootschap (Societas Europaea - artt. 874 - 948 W. Venn.). Deze nieuwe vennootschapsstructuur laat bedrijven toe een echte Europese identiteit aan te nemen. De SE is een aanvulling op de verschillende vennootschapsstructuren zoals een Belgische NV, Duitse AG of Franse SA. Bedrijven die opteren voor een SE hoeven niet langer in diverse Europese landen aparte dochtervennootschappen op te richten en kunnen in heel Europa opereren als één rechtspersoon, wat hen de kans geeft te concurreren met Amerikaanse bedrijven. Een SE kan een monistisch stelsel hebben, waarbij het bestuursorgaan de raad van bestuur is, met mogelijkheid van een dagelijks bestuur (Belgisch model).
13 MAART 2008
Een SE kan ook kiezen voor een dualistisch stelsel (Duits en Nederlands model), waar het leidinggevend orgaan de directieraad is [conseil de direction] en de raad van toezicht het toezichthoudend orgaan is [conseil de surveillance], strikt gescheiden van de directieraad. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt minstens € 120.000. Een SE kan alleen worden opgericht via fusie of holding, dus enkel door bestaande bedrijven. 5.10. De Europese Coöperatieve Vennootschap (artt. 949 - 1011 W. Venn.). Dit betreft een zeer specifieke vennootschapsvorm, met een strakke koppeling tussen de inspraak van werknemers en de oprichting van de SCE. Ook hier kan men kiezen tussen het monistisch en dualistisch stelsel.
6. Overgangsbepalingen. De bestaande vennootschappen kregen drie jaar tijd om hun statuten aan te passen aan de nieuwe bepalingen, te rekenen vanaf de inwerkingtreding, dus tegen uiterlijk 06 februari 2004 dienden alle statuten aangepast te zijn. De sanctie is drastisch: elke belanghebbende kan de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen (de rechtbank kan aan de vennootschap evenwel een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren). Als bijlage bij het wetboek is een concordantietabel opgenomen met verwijzing van de oude artikelen van het B.W., de Venn.W (Boek I, titel IX W. Kh.), de landbouwvennootschapswet, ESV en de boekhoudwet naar de desbetreffende nieuwe bepalingen van het W. Venn. Zolang een vennootschap haar statuten niet heeft aangepast zal elke statutaire bepaling die refereert aan wettelijke bepalingen die door het nieuwe wetboek zijn opgeheven of waarvan de nummering is gewijzigd, gelezen worden als een verwijzing naar de nieuwe nummering van het W. Venn., aan de hand van de concordantietabel.
7. Slotbeschouwingen. 7.1. Het wetboek van vennootschappen bevat voor de gerechtsdeurwaarderspraktijk geen echte innovaties. De gerechtsdeurwaarder moet evenwel als openbaar ambtenaar er zorg voor dragen dat hij in zijn akten de juiste wettelijke termen hanteert en daarom moet hij aandacht besteden aan de (soms gewijzigde) terminologie en wettelijk vastgelegde afkortingen bepaald in het wetboek van vennootschappen. 7.2. In het kader hiervan stelt zich evenwel een terminologisch probleem: de wet van 26 mei 1983 (B.S., 19 januari 1984) tot vaststelling van de Nederlandse tekst en tot aanpassing van de Franse tekst van het Wetboek van Koophandel, Boek I, Titel IX heeft een aantal juridische termen in de vennootschapswetgeving aangepast aan de evolutie van de Nederlandse taal. Zo werd onder meer ‘beheer’ vervangen door ‘bestuur’, ‘deelbewijs’ door ‘aandeel’, enz. De term ‘maatschappelijke zetel’ is daarbij vervangen door ‘zetel van de vennootschap’, zie o.m. het vroegere art. 7 b), 3° Venn.W. of 9, 4° Venn.W.: ‘het uittreksel bevat…de zetel van de vennootschap’. Ook het W. Venn. hanteert de term ‘zetel van de vennootschap’ (zie bv. art 67 § 1 en art. 69, 2° W. Venn.).
6 7
14 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
De term ‘maatschappelijke zetel’ kwam en komt weliswaar niet meer voor in de vennootschappenwet respectievelijk het wetboek van vennootschappen, maar blijft in het dagelijks taalgebruik, ook in de rechtspraak en rechtsleer, veel meer gehanteerd dan ‘vennootschapszetel of zetel van de vennootschap’. In het Frans stelt dit probleem zich niet: de wettelijke term blijft ‘siège social’. In het Frans blijft men m.b.t. vennootschappen vasthouden aan het gebruik van de term ‘social’, b.v. art. 69, 11° W. Venn.: ‘doel van de vennootschap’ is in het Frans ‘objet social’. Ook het gerechtelijk wetboek gebruikt de term ‘maatschappelijke zetel’: art. 35, 1° Ger.W., 42, 5° Ger.W. en 703, 2° lid Ger.W. Het gerechtelijk wetboek is dienaangaande nooit aangepast. De term ‘administratieve zetel’ (art. 35, eerste lid in fine Ger.W.) komt in het vennootschappenrecht niet voor. Een terminologische update van het Ger.W. wordt hoogtijd. Evenwel zijn de termen maatschappelijke zetel, statutaire zetel of zetel van de vennootschap en zelfs administratieve zetel alle te beschouwen als synoniemen: men bedoelt er niets anders mee dan de ‘werkelijke bestuurszetel’, dit is de plaats van waaruit de vennootschap wordt geleid. Deze ‘zetel’ wordt op weerlegbare wijze vermoed gelokaliseerd te zijn op de plaats aangegeven in de statuten. Dit vermoeden kan evenwel door derden weerlegd worden indien de plaats aangeduid in de statuten fictief is. Zie voor een zeer heldere uiteenzetting over de begrippen ‘maatschappelijke zetel’, ‘werkelijke zetel’, ‘bedrijfszetel’, verplaatsing van de zetel en betekeningen aan deze ‘zetels’: B. TILLEMAN, “Proceshandelingen van en tegen vennootschappen”, Maklu, Antwerpen-Apeldoorn, 1997, nrs. 359-393. 7.3. Concluderend kan gesteld worden dat men vanuit louter juridisch standpunt, daarbij gesteund door gezaghebbende rechtspraak en rechtsleer, zowel de termen ‘maatschappelijke zetel’, ‘statutaire zetel’, ‘vennootschapszetel’ als ‘zetel van de vennootschap’ door elkaar kan hanteren, hoewel het correcter lijkt en de voorkeur verdient de in het wetboek van vennootschappen vastgelegde term te hanteren (‘zetel van de vennootschap’/’vennootschapszetel’). Te dezen is het W. Venn. toch de lex specialis. 7.4. Wat het al dan niet blijven gebruiken van de term ‘maatschappelijke zetel’ betreft zaait de wetgever wel een beetje verwarring: - de term ‘maatschappelijk’ is immers niet helemaal verdwenen uit het vennootschapsrecht. Zowel de vennootschappenwet voorheen als nu het wetboek van vennootschappen gebruikt op diverse plaatsen de term ‘maatschappelijk kapitaal’. Zie b.v. art. 69, 5°, art. 214 e.v. of 439 e.v. W. Venn. Zelfs de term ‘maatschappelijke rechten’ duikt op (art. 356 W. Venn.); - het nieuwe wetboek voert de ‘maatschap’ in als een vennootschapsvorm, zij het zonder rechtspersoonlijkheid (zie de artt. 2, 46, 51 en 52 W. Venn.). In de Franse tekst noemt de wetgever dit dan weer de ‘société de droit commun’. - in het K.B. van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen (cf. supra) wordt dan weer wel de term ‘maatschappelijke zetel’ gebruikt (b.v. art. 2, eerste lid; art. 9 § 1, 3°), dan weer niet (b.v. art. 11 § 2 of art. 174, 3°, waar men het (terecht) heeft over de ‘zetel van de vennootschap’). In de formulieren tot (wijziging van) inschrijving, waarvan de modellen bij dit K.B. zijn gevoegd, hanteert de koning nog steeds de term ‘maatschappelijke’ zetel… Er schort nog wel meer aan dat K.B. De in het wetboek vastgelegde afkortingen worden in dit bedoeld
15 MAART 2008
K.B. zelf niet consequent overgenomen. Zo worden ondermeer in de tabel van de akten en uittreksels uit akten die ter griffie moeten worden neergelegd de oude vennootschapsafkortingen gebruikt. 7.4. Wat er ook van zij, wie (uit gewoonte?) de term ‘maatschappelijke zetel’ wil blijven gebruiken, kan dit enkel voor vennootschappen, niet voor verenigingen (b.v. VZW’s, beroepsverenigingen, opdrachthoudende verenigingen), stichtingen van openbaar nut, private stichtingen, overheidsinstellingen of publiekrechtelijke rechtspersonen (tenzij deze laatsten de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, cf. supra). Deze categorieën rechtspersonen zijn geenszins vennootschappen of ‘maatschappen’ (in de juridische noch etymologische zin van het woord). Voor deze rechtspersonen is de gepaste term dan ‘verenigingszetel’ voor VZW’s of ‘bestuurszetel’ voor de andere. Het gaat niet op dit onderscheid af te doen als loutere spielerei: een vennootschap is in oorsprong, essentie en doel iets totaal anders dan een vereniging, stichting of instelling. In die zin heeft het wetboek een correcte terminologische wijziging aangebracht: de ‘tijdelijke vereniging’ en de ‘vereniging bij wijze van deelneming’, wat wel degelijk vennootschappen zijn, noemen thans ‘tijdelijke handelsvennootschap’ respectievelijk ‘stille handelsvennootschap’ (cf. supra sub 2.1.). Francis Snoeck lic.iur. lic.not. gerechtsdeurwaarder bestuurder CVG
Overzichtstabel op volgende pagina
16 • Extra dossier CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS
Overzichtstabel bestuursorgaan per vennootschap (art. 34 en 43,4° Ger.W.):
Rechtsvorm
Bestuursorgaan
V.O.F.
Zaakvoerder
Comm. V
Zaakvoerder of beherend vennoot
BVBA
Zaakvoerder
CVBA/CVOA
Bestuurder
NV
Raad van Bestuur / (dagelijks) bestuurder / (evt) (lid van) het directiecomité
Comm. VA
Zaakvoerder-vennoot / (evt) (lid van) het directiecomité
LV
Beherend vennoot
ESV
Zaakvoerder
SE SCE
Monistisch: Raad van Bestuur / (dagelijks) bestuurder; Dualistisch: Directieraad / lid van de directieraad / dagelijks bestuurder Monistisch: Raad van Bestuur / bestuurder; Dualistisch: Directieraad / lid van de directieraad