Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl
[email protected] RABO Zwolle 39 73 41 121
J.W.M. Wenker, D.H.A. Wenker en H.J.M. Wenker-Olthof t.a.v. de heer J. Wenker Korte Slagenweg 4 7784 DN ANE
Inlichtingen bij Cootje Jonkman telefoon 038 499 6775
[email protected]
Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning
Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
1
Geachte heer Wenker, U heeft een aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) bij ons ingediend. Deze hebben wij op 24 september 20131 ontvangen. De aanvraag betreft het in werking hebben van een rund- en pluimveehouderij aan de Korte Slagenweg 4 te Ane. In deze brief geven wij onze beslissing weer.
Uw brief
Uw kenmerk
Zaaknummer
Z-HZ_NB-2013018764
Besluit Wij verlenen u een vergunning2 voor het in werking hebben van een rund- en pluimveehouderij aan Korte Slagenweg 4 te Ane in de gemeente Hardenberg. De motivering hiervoor is in bijlage 1 weergegeven. Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: de technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 16-09-2013. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Wij verbinden aan deze vergunning het volgende voorschrift: 1.
1 2
Bijlagen
Bijlage 1 Datum verzending
Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:
EDO-kenmerk 2013/0328242 Op basis van art. 19d
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Aangevraagde diersoorten en stalsystemen:
Stalnr
Diersoort
Stal E
Vrouwelijk jongvee < 2
Aantal Dieren
Rav-code 20
A3
jaar
Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
2 Uw brief
Stal E
Paard > 3 jaar
6
K1
Stal E
Paard < 3 jaar
2
K2
Stal E
Pony > 3 jaar
2
K3
Stal E
Pony < 2 jaar
Stal F
Zoogkoeien
Stal F
Fokstier en overig rundvee
Stal G
Vleeskuikens
8.755
E4.4.3
Stal H
Vleeskuikens
9.255
E4.4.3
Stal I
Vleeskuikens
9.255
E4.4.3
1
K4
40
A2
2
A7
Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Cootje Jonkman op telefoonnummer 038 4997675. Afschriften Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan Burgemeester en Wethouders van Hardenberg en het ministerie van Economische Zaken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Uw kenmerk
Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening
Bijlagen: Bijlage 1
Overwegingen bij het besluit
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Niet mee eens? Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen kunt u hieronder lezen. Rechtsmiddel Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 - 499 93 05). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op www.overijssel.nl/loket/bezwaar-klachten Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld.
3 Uw brief
Uw kenmerk
Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Overwegingen bij het besluit
Bijlage 1
Deze vergunning bestaat uit het besluit en de overwegingen. In deze bijlage zijn de overwegingen opgenomen. Het besluit en de overwegingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overwegingen zijn als volgt opgebouwd:
Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
4 Uw brief
A
WEERGAVE VAN DE FEITEN
A1
Vergunningaanvraag
A1.1 A1.2 A1.3 A1.4 A1.5
Projectomschrijving Periode Onderliggende documenten Aanvullende gegevens Aanvraag en Natura 2000
A2
Bevoegdheid
A3
Procedure
A3.1 Relevante overige besluiten A3.2 Betrokkenheid andere provincie bij Natura 2000-gebied A4
Vergunningplicht
B
TOETSING
B1
Inhoudelijke beoordeling Stap 1: toets aan artikel 19f Stap 2: toets aan artikel 19e Conclusie toetsing
Uw kenmerk
B2
Zienswijzen
B2.1 Bespreking van ingediende zienswijzen C
SLOTCONCLUSIE
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
A
WEERGAVE VAN DE FEITEN
A1
Vergunningaanvraag
A1.1 Projectomschrijving De aanvraag betreft het in werking hebben van een rund- en pluimveehouderij aan de Korte Slagenweg 4 te Ane. Familie Wenker heeft op deze locatie een rund- en pluimveehouderij. In 2011 is een milieuvergunning verleend voor de wijzigingen in de rund- en pluimveehouderij. De bestaande pluimveestallen, stallen G, H en I, zijn uitgevoerd met een energiearm stalsysteem (BWL 210.03.v1). Dit is een grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun. Stallen H en I zijn voorzien van een omgekeerde stofkap. Verder is het melkvee afgestoten in de ruil voor zoogkoeien en paarden. Voor deze al gerealiseerde situatie wordt nu een Nbwet-vergunning aangevraagd. Er vinden geen bouwwerkzaamheden plaats. Een overzicht van het aangevraagde veebestand is in tabel 1 weergegeven. Tabel 1: aangevraagde situatie Datum
stalnr
Diersoort
Aantal
Rav-code
dieren
15.08.2014 2014/0226228
Stal E
Vrouwelijk jongvee < 2 jaar
Pagina
Stal E Stal E
Uw brief
Uw kenmerk
Emissie in
factor
kg NH3/jr
kg NH3/jr
Kenmerk
5
Emissie-
20
A3
3,9
78,000
Paard > 3 jaar
6
K1
5,0
30,000
Paard < 3 jaar
2
K2
2,1
4,200
Stal E
Pony > 3 jaar
2
K3
3,1
6,200
Stal E
Pony < 2 jaar
Stal F
Zoogkoeien
Stal F
Fokstier en overig rundvee
Stal G
Vleeskuikens
Stal H
Vleeskuikens
Stal I
Vleeskuikens
1
K4
1,3
1,300
40
A2
5,3
212,000
2
A7
9,5
19,000
8.755
E4.4.3
0,435
3.808,425
9.255
E4.4.3
0,435
4.025,925
9.255
E4.4.3
0,435
4.025,925
Totaal
12.210,975
A1.2 Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. A1.3
Onderliggende documenten Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende documenten toegezonden: aanvraagformulier d.d. 30-09 2013; machtiging van J. Wenker aan de heer M. Doeschot van ForFarmers, d.d. 23-08-2013; een toelichting op het project; de technische situatietekening van de nieuwe situatie d.d. 16 september 2013; AAgro-Stacksberekening van de vergunde situatie op 10 juni 1994; AAgro-Stacksberekening van de vergunde situatie op 20 maart 2000 en 7 december 2004; AAgro-Stacksberekening van de gewenste situatie; vergunning Wet milieubeheer d.d. 25 januari 1994 met kenmerk Schuurman, inclusief de bijbehorende technische tekening; vergunning Wet milieubeheer d.d. 19 november 1996 met kenmerk Schuurman,
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Datum
inclusief de bijbehorende technische tekening, d.d. september 1996; vigerende vergunning Wet milieubeheer, d.d. 24 februari 2011 met nummer 2010232, inclusief bijbehorende technische tekening; kaarten met toetspunten voor AAgro-Stacksberekeningen; kaarten met de ligging van het bedrijf.
Aanvullend zijn onderstaande documenten ontvangen: ondertekening aanvraagformulier; brief waarin wordt bevestigd dat het bedrijf nog in werking is en dat alle milieuvergunningen zijn aangeleverd; toelichting aanvrager bij vergunning 24 februari 2011; een emailwisseling met de heer A. van der Wal; brief gemeente Hardenberg met uitleg over vergunde stalsysteem in de vergunning van 24 februari 2011, inclusief vergunningaanvraag d.d. 30 juni 2010 en technische tekening aangevraagde stalsituatie behorend bij deze vergunningaanvraag; AAgro-Stacksberekeningen op basis van de vergunde situatie op 24 maart 2000 en op basis van de aangevraagde situatie inclusief een toetspunt op de rand van het gebied ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’.
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
6 Uw brief
Uw kenmerk
A1.4 Aanvullende gegevens Op 1 oktober 2013 zijn aanvullende gegevens ontvangen en ingeboekt onder nummer 2013/0334553. Op 13 december 2013 zijn aanvullende gegevens gevraagd. Deze gegevens zijn op 17 januari 2014 ontvangen en ingeboekt onder nummer 2014/0014583. Additioneel zijn op 2 april 2014 aanvullende gegevens ontvangen welke zijn ingeboekt met kenmerk 2014/0093854. Tenslotte zijn op 5 juni 2014 via email depositieberekeningen op de rand van het gebied ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ door ons ontvangen, welke zijn ingeboekt met kenmerk 2014/0159569. A1.5 De aanvraag en het Natura 2000-gebied Uw bedrijf heeft door de uitstoot van ammoniak invloed op verschillende Natura 2000gebieden, waarvan het Natura 2000-gebied ‘Vecht- en Beneden-Reggegebied’ het dichtst bij uw bedrijf ligt (12.480 m). Er is sprake van externe werking door de aard van het bedrijf en de effecten die kunnen optreden. Voor de beoordeling of een vergunning kan worden afgegeven zijn de (ontwerp)aanwijzingsbesluiten van deze gebieden relevant.
A2
Bevoegdheid
De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig op het grondgebied van provincie Overijssel, zodat wij bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag3.
A3
Procedure
De vergunningprocedure is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk VIII van de Nbwet en de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. A3.1 Relevante overige besluiten Wij wijzen u erop, dat voor de door u te verrichten activiteit, voor zover ons bekend, mogelijk ook het navolgende op aanvraag te nemen besluit nodig is: 3
Art 2 Nbwet
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Naam wet en van toepassing zijnde artikel
Bevoegd bestuursorgaan en adres
Nbwet, artikel 19d
Provincie Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen
Uw activiteit heeft mogelijk effecten op het Natura 2000-gebied ‘Mantingerveld’. Voor dit gebied zijn wij niet bevoegd, zodat wij geen oordeel kunnen geven over de vergunningplicht in relatie tot dat gebied. U dient hiervoor contact op te nemen met provincie Drenthe. A3.2 Betrokkenheid andere provincie De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig binnen de begrenzing van provincie Overijssel. Overeenstemming met een andere provincie is in dit geval niet aan de orde.
A4
Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
Vergunningplicht
Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen en tekeningen hebben we beoordeeld of de aangevraagde bedrijfsveranderingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied en/of beschermd natuurmonument kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wij hebben geconstateerd dat de activiteit negatieve effecten heeft op habitats in Natura 2000-gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. De activiteit leidt mogelijk tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats.
7 Uw brief
Uw kenmerk
Er is geen sprake van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Verder is er geen sprake van bestaand gebruik, in overeenstemming met art. 1 van de Nbwet. Daarmee is deze activiteit vergunningplichtig in het kader van art. 19d Nbwet. Uit de nadere afweging moet voor het voorliggende project blijken of een vergunning kan worden afgegeven.
B
TOETSING
B1
Inhoudelijke beoordeling
Effecten op Natura 2000-gebied De aangevraagde activiteiten hebben een (mogelijke) negatieve invloed op de aanwezige habitattypen en/of soorten in omliggende Natura 2000-gebieden voor wat betreft de factoren verzuring en vermesting. Hieronder wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Nbwet. Stap 1: Toets aan artikel 19f Rondom uw bedrijf bevinden zich meerdere voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden. Daarvan ligt het Natura 2000-gebied ‘Vecht- en Beneden-Reggegebied’ het dichtst bij. Aangezien uw bedrijf stikstof uitstoot en de achtergronddepositie van stikstof hoger is dan de kritische depositiewaarden van de betrokken gebieden zijn significant negatieve effecten op voorhand niet uit te sluiten. In overeenstemming met art. 19f is een passende beoordeling dan aan de orde. Uit jurisprudentie4 blijkt dat er uitzonderingen zijn voor die gevallen, waarbij de stikstofdepositie niet toeneemt ten opzichte van de milieuvergunde situatie op het tijdstip van
4
ABRvS 31 maart 2010, zaaknummer 200903784/1
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
aanwijzing5 van een beschermd gebied. In die situatie is een passende beoordeling niet noodzakelijk. Recente jurisprudentie6 heeft verder duidelijk gemaakt dat er continuiteit in de bedrijfsvoering moet zitten vanaf de aanwijsdatum van de relevante Natura 2000-gebieden tot vandaag de dag. Dat wil zeggen dat het bedrijf feitelijk nog aanwezig is en nog over een geldende milieuvergunning beschikt. Ook is duidelijk geworden dat alleen op basis van de laagste milieuvergunde situatie vanaf de relevante aanwijsdata tot nu sprake is van ‘ammoniakrechten’. Dat geldt alleen als een bedrijf niet over een vergunning op basis van de Nbwet beschikt. Zoals bevestigd in de aanvullende gegevens, door ons ontvangen op 17 januari 2014, is het bedrijf nog feitelijk aanwezig, en in werking conform de vigerende vergunning.
Datum
Bij de referentiedatum geldt voor alle Habitatrichtlijngebieden in Overijssel de datum van 7 december 2004. De aanwijzingen als Vogelrichtlijngebied zijn in Overijssel van eerdere datum. Aangezien het om verschillende data gaat moeten we in de beoordeling de stikstofgevoelige Vogelrichtlijngebieden betrekken binnen de depositiecontour van 0,05 mol N/ha/jr rondom het bedrijf. In overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State van 7 september 20117 geldt voor gebieden die voor 10 juni 19948 zijn aangewezen deze datum als toetsingsmoment.
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
8 Uw brief
Uw kenmerk
Uw bedrijf heeft, naast de invloed op de Habitatrichtlijngebieden, tevens invloed op twee Vogelrichtlijngebied, te weten ‘Engbertsdijksvenen’ en ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’. Deze gebieden zijn respectievelijk op 2 mei 1989 en op 24 maart 2000 door toenmalige ministeries thans ministerie van EZ, aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Wij hebben vastgesteld dat het bedrijf al voor aanwijzing van gebieden beschikte over een milieuvergunning. Daarvan is de milieuvergunde situatie van 25 januari 1994 met kenmerk Schuurman de kleinste milieuvergunde situatie. Op de toetsingsdatum van het Vogelrichtlijngebied ‘Engbertsdijksvenen’ had u een milieuvergunning met kenmerk Schuurman, d.d. 25 januari 1994. In tabel 2 zijn de milieuvergunde aantallen dieren op 10 juni 1994 weergegeven. Tabel 2: Milieuvergunde situatie met de laagste ammoniakemissie vanaf 10 juni 1994
stalnr
Diersoort
Rav-code
Emissiefactor kg NH3/jr
Emissie in kg NH3/jr
E
Melk- en kalfkoeien
50
A1.100.1
9,5
F
Vrouwelijk jongvee < 2 jaar
35
A3
3,9
G
Ouderdieren van vleeskuikens overig
8.000
E4.100
0,58
4.640,0
H
Ouderdieren van vleeskuikens overig
6.000
E4.100
0,58
3.480,0
K
Ouderdieren van vleeskuikens overig
6.000
E4.100
0,58
totaal
5
Aantal dieren
475,0 136,5
3.480,0 12.211,5
Voor speciale beschermingszones in de zin van de Vogelrichtlijn, die zijn aangewezen voor afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn gelden de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van
6
7 8
de Habitatrichtlijn vanaf 10 juni 1994
ABRvS 13 november 2013, zaaknummers 201303243/1/R2 en 201303324/1/R2 en 201303514/1/R2 en 201303816/1/R2; Uitspraak 201211640/1/R2 ABRvS zaaknummer 201003301/1 Weerribben en Engbertsdijksvenen
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Op de toetsdatum van het Vogelrichtlijngebied ‘Uiterwaarden Zwarte Water & Vecht’ had u een milieuvergunning met kenmerk Schuurman, d.d. 19 november 1996. In tabel 3 zijn de milieuvergunde aantallen dieren op 24 maart 2000 weergegeven. Op de datum van het plaatsen van de Habitatrichtlijngebieden op de lijst van gebieden van communautair belang was de milieuvergunning van 19 november 1996 met kenmerk Schuurman nog steeds vigerend. Daarom zijn in tabel 3 tevens de milieuvergunde aantallen dieren op 7 december 2004 weergegeven. Tabel 3: Milieuvergunde situatie met de laagste ammoniakemissie vanaf 24 maart 2000 en 7 december 2004
stalnr
Diersoort
E
Melk- en kalfkoeien
Aantal dieren
Rav-code
Emissiefactor kg NH3/jr
50
A1.100.1
9,5
35
Emissie in kg NH3/jr 475,0
F
Vrouwelijk jongvee < 2 jaar
A3
3,9
G
Ouderdieren van vleeskuikens overig
8.000
E4.100
0,58
4.640,0
Datum
H
Ouderdieren van vleeskuikens overig
6.000
E4.100
0,58
3.480,0
15.08.2014
K
Ouderdieren van vleeskuikens overig
6.000
E4.100
0,58
Kenmerk
2014/0226228 Pagina
9 Uw brief
Uw kenmerk
totaal
136,5
3.480,0 12.211,5
Het bedrijf heeft op 24 februari 2011 een vergunning verkregen met een totale vergunde ammoniakemissie van 6.600,7 kg (kenmerk 2010-232). Dit is een lagere ammoniakemissie dan de vergunde situatie op 25 januari 1994 en 19 november 1996. Echter, zoals volgt uit de brief d.d. 27 februari 2014 van de gemeente Hardenberg, is deze vergunning uit 2011 verleend op basis van een stalsysteem dat nooit bedoeld was om daadwerkelijk gerealiseerd te worden. Slechts om te voldoen aan het toenmalige Besluit huisvesting is er vergunning verleend voor een stalsysteem (BWL 2004.13, Ravcode E4.4.1) dat het meest leek op het stalsysteem dat aanvrager voornemens was te realiseren, maar wat nog niet officieel opgenomen was op de Ravlijst, te weten BWL 2010.03, Ravcode E4.4.3. Uit de vergunningaanvraag d.d. 23 juni 2013 en de bijbehorende tekeningen, blijkt dat het stalsysteem BWL 2010.03 was aangevraagd. De vergunning is echter verleend voor het stalsysteem BWL 2004.13. Op basis van bovenstaande vinden wij het redelijk en zijn wij van oordeel dat de vergunning van 24 februari 2011 niet meetelt als kleinere vergunde situatie. Hierdoor blijft de vergunning van 25 januari 1994 gelden als de kleinst vergunde situatie vanaf datum aanwijzing Vogelrichtlijngebied ‘Engbertsdijksvenen’. De vergunning van 19 november 1996 blijft gelden als de kleinst vergunde situatie vanaf datum aanwijzing Vogelrichtlijngebied ‘Uiterwaarden Zwarte Water & Vecht’ en vanaf de plaatsingsdatum van de Habitatrichtlijngebieden op de lijst van gebieden van communautair belang. Om te beoordelen of de depositie in de nieuwe situatie op de Vogelrichtlijngebieden dan wel de Habitatrichtlijngebieden ten opzichte van de toetsingsdatum/ aanwijzingsdatum is toegenomen, zijn depositieberekeningen van de verschillende situaties uitgevoerd en in tabel 4 weergegeven.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Tabel 4: N-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr
Grens Vogelrichtlijn- en/of habitats in Habitatrichtlijngebied
Coördinaten grens VR-gebied en/of habitattypen
N-Depositie
X
Y
10 juni 1994, 24 mrt 2000, 7 dec 2004
H4010A Vochtige heiden
232 430
505 544
1,09
1,09
H4030 Droge heiden
232 656
505 474
1,13
1,13
H91EOC Beekbegeleidende alluviale bossen
232 840
505 194
1,12
1,12
H6430A Ruigten en zomen (moerasspirea)
232 982
505 196
1,12
1,12
H6120 Stroomdalgraslanden
232 938
505 168
1,12
1,12
H5130 Jeneverbesstruwelen
232 852
505 084
1,11
1,11
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
232 516
504 910
1,08
1,08
nieuwe situatie
Vecht- en Beneden-Reggegebied
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
229 806
505 860
0,88
0,88
Datum
H6230vka Heischrale graslanden
229 665
505 789
0,87
0,87
15.08.2014
H7140A Overgangs- en trilvenen
229 295
505 837
0,86
0,86
H9190 Oude eikenbossen
229 754
504 930
0,83
0,83
Rand gebied (1994)
242 205
495 662
0,48
0,48
H7120ah Herstellende hoogvenen
241 440
501 001
0,70
0,70
H7110B Actief hoogveen
241 863
500 046
0,63
0,63
252 537
497 869
0,44
0,44
206 674
505 789
0,23
0,23
Kenmerk
2014/0226228 Pagina
10 Uw brief
Uw kenmerk
Engbertsdijksvenen
Springendal en Dal van de Mosbeek H4010B Vochtige heiden Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Rand gebied (2000)
Uit de depositieberekeningen blijkt dat er geen sprake is van een verslechtering van de kwaliteit van Natura 2000-gebieden ten opzichte van relevante referentiedata. Conclusie stap 1: Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk is aan de situatie ten tijde van de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied c.q. de plaatsing van een Habitatrichtlijngebied op de lijst van gebieden van communautair belang. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Stap 2: toetsing aan art. 19e Uit de toetsing van uw aangevraagde project blijkt dat er geen sprake is van negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen. Wij zien geen aanleiding om de gevraagde vergunning te weigeren. Er zijn geen andere vereisten relevant die weigering zouden rechtvaardigen.
Conclusie toetsing Uit vorenstaande gegevens blijkt dat ten opzichte van de relevante referentiedata de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie niet toeneemt. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Er zijn geen andere effecten te verwachten op de Natura 2000-gebieden.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Er zijn geen belemmeringen om de vergunning af te geven op basis van deze toetsing.
B2
Zienswijzen
B2.1 Bespreking van ingediende zienswijze Het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg is gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken9. De gemeente heeft binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen.
C
Datum
15.08.2014 Kenmerk
2014/0226228 Pagina
Slotconclusie
Uit de beoordeling van de gewenste activiteit van het rund- en pluimveebedrijf van J.W.M. Wenker, D.H.A. Wenker en H.J.M. Wenker-Olthof aan Korte Slagenweg 4 te Ane blijkt dat er geen sprake is van een verslechtering van de kwaliteit van gebieden ten opzichte van de relevante referentiedata. Vergunning in het kader van de Nbwet kan, onder voorwaarden, worden verleend.
11 Uw brief
Uw kenmerk
9
In overeenstemming met art. 44, lid 3 Nbwet