Inhoudsopgave Inleiding Geschiedenis van de Caricom Het Verdrag van Chaguaramas – het oprichtingsverdrag van de CARICOM De belangrijkste organen van de Gemeenschap Het transformatieproces: de vestiging van de CARICOM Single Market and Economy (CSME) Het vrije verkeer van goederen Het vrije verkeer van diensten Het vrije verkeer van personen Het vrije verkeer vam kapitaal Het recht van (bedrijfs) vestiging Het Caribische Gerechtshof (CCF) CARICOM instituten gevestigd in Suriname
Inleiding Suriname werd in 1995 lid van de CARICOM. Concreet betekende dit voor Suriname dat ze een ontwikkeling gekozen had waarbinnen regionale integratie een belangrijke rol moet spelen. De interne barriéres op het gebied van het verkeer van goederen werden verwijderd en Suriname implementeerde een tarievenstructuur die overeenkwamen die van alle CARICOM- landen. De structuur staat bekend onder de naam Gemeenschappelijk Buitentarief. De handel in goederen met de CARICOM- landen vergemakkelijkte. Door deze ontwikkeling trad er een verschuiving op in onze handelsstructuur. Suriname zag zich, tezamen met de overige lidlanden, geplaatst voor de uitdaging in 2005, de Single Market te vestigen. Deze Single Market maakt het mogelijk dat de verschillende rechten die voortvloeien uit het Herziene Verdrag van Chaquaramas, door de verschillende personen en entiteiten in de CARICOM genoten kunnen worden. Met de vestiging van de CARCOM Single market en Economy (CSME) zal de Surinaamse economie eenn transformatie doormaken en deel uitmaken van een groter geheel, een regionale ecnomie. Dit zal ondermeer leiden tot: Toename van investeringen Werkgelegenheid Keuzemogelijkheden voor consumenten Verbetering van de kwaliteit van producten en diensten en Het barriére-vrij bedienen van goederen en diensten markten. Informatievoorziening naar de totale gemeenschap is noodzakelijk. Met dit boekje is getracht basisinformatie terzake het integratieproces binnen de CARICOM te verschaffen aan belanghebbenden.
Geschiedenis De oprichting van de Caribbean Community and Common Market (CARICOM) in 1973 was het resultaat van jarenlange inspanning van Caribische leiders. De voorloper was de vestiging van de Brits West- Indische Federatie in 1958. Het einde van de Federatie in 1962 betekende het begin van serieuzere pogingen van de politieke leiders in het Caribisch gebied om de bestaande banden tussen de eilanden te versterken door middel van het voortzetten en versterken van bestaand samenwerkingsgebieden. In December 1965 werd door de staatshoofden van Antigua & Barbuda, Barbados en Guyana een overeenkomst getekend aan de Dickinson Baai in Antigua, om een vrijhandelsassiociatie op te zetten. Op 1 mei 1968, tijdens de 4e Conferentie van Staatshoofden werd de Caribbean Free Trade Association (CARIFTA) formeel opgricht. Er werd ook overeengekomen dat deze vrijhandelsassociatie het begin zou zijn van wat eventueel de Caribbean Common Market gaan worden. Het verdrag van Chaguaramas Het oprichtingsverdrag van de CARICOM De CARICOM is opgericht bij het Verdrag van Chaguaramas, te Chaguaramas, Trinidad & Tobago. Op 4 juli 1973 tekenden Barbados, Guyana, Jamaica en Trinindad & Tobago dit verdrag. In de jaren die daarop volgden Antigua & Barbuda, de Bahamas, Belize, Dominica, Grenada, Monserat, St. Lucia, St. Kitts & Nevis en St. Vincent & the Granadenes zich aan. Suriname is op 4 juli 1995 als 14e lidland toegetreden terwijl Haiti het 15 e lidland werd. Tezamen met de Bahamas, Barbados, Guyana, Jamaica en Trinidad wordt Suriname gerekend tot de “More Developed Countries” (MDC’s) oftewel de meer ontwikkelde landen van de Caricom.
De belangrijkste organen van de Gemeenschap De Staatshoofdenvergadering Dit orgaan bestaande uit regeringsleiders van de CARICOM- landen is het belangrijkste orgaan van de CARICOM. Dit is het orgaan dat richting geeft aan het beleid van de Caricom.
Ministeriële Organen De “Community Council”. Dit op één na hoogste organen van de CARICOM regelt de samenwerking op de gebieden van economische éénwording en international relaties. De “Council for Trade and Economic Development - COTED”. Dit orgaan houdt zich bezig met vraagstukken met betrekking tot de handel en de economische ontwikkeling. De “Council for Foreign and Community Relations - COFCOR”. De COFCOR houdt zich voornamelijk bezig met de relaties tussen Caricom en international organisaties, landen en groepen van landen. De “Council for Foreign for Human and Social Development” - COHSOD Vraagstukken die vallen onder de competentie van dit orgaan zijn onder andere: Onderwijs, Gezondheidzorg, Cultuur, Sport en Jeugd. De “Council for Finance and Planning” - COFAP De COFAP houdt zich voornamelijk bezig met issues die te maken hebben met de kapitaalmobiliteit, investeringen en planning.
Het transformatieproces: De vestiging van de Caricom Single Market and Economy (CSME) In 1989 nam de Staatshoofdenvergadering het besluit om Gemeenschappelijke Market (Common Market) te transformeren naar een Gemeenschappelijk Markt en Gemeenschappelijke Economie (Single Market & Economy). Dit besluit werd genomen als reactie op zowel de bedreigingen als de mogelijkheden die de steeds verder globaliserende wereld met zich meebrengt. De CSME moet leiden tot de samenkomst van hulpbronnen (kapitaal, arbeid en productiefactoren) en markten van de individuele lidstaten. Van belang is hierbij het vrije, niet aan restrictive gebonden verkeer van goederen, diensten, kapitaal en een bepaalde categorie van personen. Verder moet de CSME leiden tot harmonisatie van het beleid met betrekking tot vreemde valuta, interest, belasting, regimes en wetgeving. De transformatie vereist enkele fundamentale veranderingen binnen de gemeenschap. Dit process heeft zich in de eerste instantie voltrokken middels de herziening van de oprichtingakte (Verdrag van Chaguaramas) middels negen (9) protocollen. Het door middel van deze protocollen herziene verdrag heet nu “Treaty Establishing the Caribbean Community, including the Caricom Single Market and Economy”, verder aan te duiden als het “Herziene Verdrag”. Dit Herziene Verdrag is in juli 2001 door Suriname getekend en is intussen geratificeerd. Bij de inwerkingtreding van de CSME zullen meerder facetten van liberalisatie aan de orde komen, naast het vrije verkeer van goederen, namelijk: Het vrije verkeer van diensten; Het vrije verkeer van de bepaalde categorie personen; Het vrije verkeer van kapitaal. Het recht van (bedrijfs) vestiging Het vrije verkeer van goederen Binnen CARICOM worden er geen invoerrechten geheven op goederen de uit CARICOM – lidlanden worden geïmporteerd indien die goederen zich kwalificeren als CARICOM goed van origine. Op importen uit derde (niet CARICOM -landen) wordt er wel een tarief geheven. Dit tarief wordt genoemd het CARICOM gemeenschappelijk Buitentarief.
Ter regulering van het goederen regime zijn er 2 belangrijke instrumenten te weten: het “Gemeenschapppelijk Buitentarief” (CET, afkorting voor Common External Tariff) en de CARICOM Oorsprongregels (Rules of Origin). Het Buitentarief is het invoerrechtentarief dat geheven wordt bij importen uit niet CARICOMlanden. Dit tarief is in alle CARICOM- landen gelijk. De CET is gebaseerd op het geharmoniseerd Systeem van de wereld Douane Organisatie (Harmonised System) en bestaat uit een classificatie van alle verhandelbare goederen en een bijbehorend tarief. De oorsprongregels Het vaststellen van de orgine status van goederen is binnen het goederenregime een belangrijke actie. Deze orgine status van goederen dient vastgesteld te worden vanwege de eliminatie van de tarieven die hieruit voortvloeit. Elk goed dat zich kwalificeert als goed van CARICOM orgine zal hiertoe gecertificeerd moeten worden. Voor de CARICOM zijn de oorsprongregels zijn de oorsprongregels vastgelegd in het Herziene Verdrag, alsmede in een lijst behorende bij dit Verdrag. Het vrije verkeer van diensten Onder de CSME zijn de lidlanden verplicht om alle discriminineerde maatregelen, zowel wettelijk als administratief, die als belemmeringen van “iemands recht een dienst te verlenen” beschouwd kan worden, te verwijderen. Lidlanden dienen te verzekeren dat aan burgers van andere landen geen belemmeringen worden opgelegd indien zij een dienst wensen te velenen of een bedrijf wensen op te zetten. Ter completering van dit regime hebben alle lidlanden hun bestaande restricties geïdentificeerd, genotifioceerd en aan deadlines verbonden. Conform deze daedline heeft de verwijdering van de restricties is te bezichtigen op www.caricom.org onder de naam “programmes for the removal of restrictions under chapter 3”. Het vrije verkeer van personen Hoofdstuk 3 van het Herziene Verdrag biedt op dit moment aan bepaalde groepen CARICOM – burgers het recht om zich voor werkdoeleinden te verplaatsen in de CARICOM. Dit recht is verwoord in artikel 46 van voornoemd verdrag en vormt een belangrijk van hetr egime om het diensten – en kapitaalverkeer te liberaliseren. Eveneens zijn er vanuit hoofdstuk 3 maatregelen vereist om alle restricties, die een belemmering vormen op de bedrijfsvestiging, te verwijderen.
De groepen die zich momenteel vrijelijk kunnen verplaatsen in de CARICOM zijn : 1. afgestudeerden van de Universiteit; 2. mediawerkers; 3. sporters; 4. artiesten; 5. muzikanten; 6. ondernemers, ondernemingen en 7. management, technisch en toezichthoudend personeel behorend bij een bedrijf zoals genoemd in punt 6. Deze personen en ondernemingen dienen economische activiteiten te ontplooien in de “CARICOM Single Market and Economy (CSME)”. Personen die behoren tot één van deze 7 groepen, mogen werken zonder een werkvergunning. Zij die niet vallen onder één van de 7 groepen mogen niet werken zonder een werkvergunning. Om in een ander CARICOM – lidland te kunnen werken moeten de genoemde groepen 1 t/m 5 over een CARICOM “ Skilled national Certificate” beschikken. Dit certificaat geeft aan dat de persoon behoort tot één van de groepen die zich vrijelijk mag bewegen in de CARICOM. Het “ Skilled national Certificate” vergemakkelijkt de binnenkomst van de houder van het certificaat. CARICOM – staatshoofden zijn nu doende een voorstel uit te werken dat moet leiden tot algehele liberalisatie van het personenverkeer. Het vrije verkeer van kapitaal Hierbij is het bedoeling van het Herziene Verdrag dat “CARICOM – nationals” in staat moeten worden gesteld om met behulp van de verschillende daarvoor aanwezige middelen ( cheques, elektronische transacties etc.) geld over te maken naar een ander lidland. Ook mogen er geen nieuwe transacties in het leven worden geroepen. Iedere “CARICOM – national” zal bijvoorbeeld ook in staat moeten zijn om , waar dan ook in de gemeenschap, aandelen van bedrijven te kopen. Het verplaatsen van kapitaal van het ene lidland naar een ander zal ook tot één van de mogelijkheden behoren. Het recht van (bedrijfs)vestiging Hoofdstuk 3 van het herziene verdrag van Chaguaramas biedt het raamwerk waarbinnen CARICOM – burgers gerechtigd zijn overal in de regio een bedrijf op te zetten. Indien hiertoe de behoefte bestaat, moeten zij op precies dezelfde manier behamdeld worden als burgers van dat land. Alle barrières die hiertoe een belemmering kunnen vormen, dienen verwijderd te worden.
Dit voorgaande betekent dat de grenzen voor investeringen worden verruimd, omdat nu niet alleen het eigen land gebruikt kan worden voor het opzetten van bedrijven, maar ook de overige CARICOM – landen. Het Caribisch Gerechtshof (CCJ) in het kort Om te voorkomen dat de voorzieningen die in het Herziene Verdrag zijn opgenomen niet worden nagekomen, of dat er bij eventuele verkeerde toepassing geen mogelijkheid tot bezwaar of beroep aanwezig is, heeft het Verdrag voorzien in de oprichting van het Caribisch Gerechtshof. Het Hof zal binnen twee rechtsgebieden recht kunne spreken, namelijk de “ Original Jurisdiction” en de “Appellate Jurisdiction”. De lidlanden kunnen voor beide, maar ook voor één van de genoemde rechtsgebieden kiezen. Suriname heeft enkel getekend voor de “Original Jurisdiction”. In gevaal van de “Original Jurisdiction” zal recht worden gesproken in (beroeps)zaken die te maken hebben met de interpretatie van de CSME. In dit geval wordt door het bestaan van de CCJrechtszekerheid verschaft inzake de toepassing, interpretatie en naleving van de voorzieningen die in het Herziene Verdrag zijn opgenomen. De “Appellate Jurisdiction” van de CCJ zal recht spreken in civiele – en constitutionle kwesties van de verschillende lidlanden die ook voor dit rechtsgebied binnen de CCJ hebben gekozen. In dit geval kan de CCJ uitspraak doen als bij het hoogste gerecht in het lidland geen genoegdoening is gevonden inzake een gerechterlijk proces. CARICOM instituten gevestigd in Suriname Suriname huisvest twee belangrijke instituten van de Caricom. De Caribbean Regional Information and Translation Institute (CRITI) werd op 17 januari 2008 officieël geopend en staat aan de Watermolenstraat 51-53. Het doel van de CRITI is het bevorderen van de effectieve samenwerking binnen Cariforum en het bevorderen van het proces van regionale integratie en samenwerking binnen de Caricom. Het instituut zal dit doen door te voorzien in gecertificeerde vertalingen en informatieverspreiding in de talen Nederlands, Engels, Spaans en Frans. Doordat Suriname bij de toetreding tot de Caricom veel probl;emen heeft ondervonden heft vanwege de taalbarrière, deed Suriname een voorstel binnen het regionale programma van de Europese Unie om een Caribische Regionaal Informatie en Vertaal Instituut op te richten. CRITI zal niet allen werkzaamheden uitvoedren binnen de Cariforum, maar ook andere regionale ne internationale institutenn voorzien van diensten. Cariforum is opgericht in 1992 en bestaat uit alle CARICOM landen, Cuba en de Dominicaanse Republiek.
The caricom Competition Commission (CCC) werd officieel geinstalleerd op 18 januari 2008en is gevestigd aan de Hendrikstraat 69. De CCC telt 7 leden afkomstig uit de landen Trindad en Tobago, Barbados, Dominica, Guyana, Jamaica en Suriname. De instelling van deze commissie is vastgelegd in Artikel 171 van het herziene verdrag van Chaguaramas en is het regionale instituut om toe te zien op de naleving van de mededingings regels die gelden binnen de CARICOM. Deze mededingings regels verbieden: 1) misbruik van dominante posities van bedrijven en 2) overeenkomsten, besluiten en kartelvorming die als doel hebben gezonde concurrentie tegen te gaan. De CCC heeft als taak: 1) toepasen van mededingings regels 2) bevorderen van de concurrentie en beschermen van de consument 3) het coördineren van de uitvoering van het mededingsbeleid binnen de CSME 4) monitoren van anti-concurrentie gedrag van bedrijven binnen de CSME 5) bevorderen van het instellen van natioanle mededingingsinstituten en harmonisatie van nationale mededingingswetten 6) samenwerken met natioanale mededingings autoriteiten 7) COTED adviseren over het beleid ter bescherming van consumenten en het mededingingsbeleid.
CARICOM Youth Ambassadors Program Ontstaan CARICOM Youth Ambassadors Program (CYAP)
Het CARICOM – Jeugambassadeursprogramma is ontstaan in 1993, nadat de Vergadering van CARICOM – staatshoofden dit besloten. De Vergadering staatshoofden is het hoogste beleidsorgaan in de CARICOM. Missie Het CARICOM – Jeugambassadeursprogramma (CYAP) is het regionale netwerk van Caribische jongeren, die een leiderschapsfunctie vervullen binnen nationale als regionale ontwikkelingsprocessen door hun jongeren/ achterban te onderrichten in zaken aangaande de gemeenschapsprioriteiten en programma’s en onderhandelen voor beleidskwesties die zowel sociaal als economsch de caribische jongeren opbouwen.
Visie Het CARICOM – Jeugambassadeursprogramma, zal wijd erkend worden door jeugdparticipatie te verbeteren en de CARICOM – doelen aangaande duurzame ontwikkeling en Caribische éénheid op zowel nationaal als regionaal niveau te realiseren. Wijze van verkiezing In elk CARICOM – land moeten er twee Jeugdambassadeurs zijn, een dame en een heer. Alleen in Suriname worden de leden gekozen door het Nationaal Jeugdparlement. De ambassadeurs zijn geselecteerd aan de hand van de gestelde criteria ( w.o. goede beheersing van de Engelse en Nederlandse taal, enkele jaren ervaring op het gebied van jongerenwerk, regionale of internationale ervaring). Tot nu toe is Guyana het enige land dat nooit jeugdambassadeurs heef gehad. Haïti heeft momenteel geen jeugdambassadeurs. Verder hebben de andere lidlanden en geassocieerde lidlanden (deze landen zijn geen lid van de CARICOM, maar kunnen als ze daartoe behoefte hebben participeren in regionale activiteiten van de organisatie) er allemaal 2 of 1( in geval waar er maar 1 is moet er een tweede aangewezen worden. De CARICOM – Jeugdambassadeurs voor Suriname De eerste CARICOM – Jeugdambassadeurs voor Suriname waren Sergio Belfor en Sheryl Starke. Ze werden in juli 2000 in Greneda geïnstalleerd. In agustus 2002 werden in Suriname weer CARICOM – Jeugdambassadeursvoor 2 jaar geïnstalleerd. Deze waren Sergio Belfor en Valeri Lalji. In januari 2005 werden Yldiz Beighle en Harish Monorath gekozen. In 2007 waren het Ferranto Dongor en Stephany Kasketi Enkele activiteiten van de vorige CARICOM– Jeugdambassadeurs
De anti –discrminatie loop met awarduitreiking
Workshop CSME en CCJ Oriëntatiebezoeken in districten Training vergadertechnieken aan jongeren uit Coronie en Nickerie “Regionale Workshop on Sustainable Development” met vertegenwoordigers uit 10 landen. Radio en TV- programma’s over de CARICOM Het plaatsen van Billboards met betrekking tot HIV/AIDS Paneldiscussies met betrekking tot CSME en CCJ Het Pancap Minigrants Programma
Waarom is het CARICOM– Jeugdambassadeursprogramma (CYAP) belangrijk? Er is een regionaal CARICOM – Jeugdambassadeursprogramma, waaruit het nationaal programma moet voortvloeien. Het regionaal programma heeft prioriteiten die kunnen veranderen van jaar tot jaar. Aan de hand van de dringende zaken op dat moment worden de prioriteiten vastgesteld door het CARICOM– Jeugdambassadeurskorps.
Het hoofddoel van het CYAP is, om jongeren te informeren over zaken die te maken hebben met de CARICOM zoals CSME en de CCJ. Het is belangrijk dat jongeren elkaar kunnen informeren over de voordelen in de CARICOM op het gebied van sport, studie en werk. De CARICOM – Jeugdambassadeurs voor Suriname zijn de stem voor de Surinaamse jongeren in de CARICOM. CYAP zones De CARICOM –landen binnen het CYAP zijn ingedeeld in 4 zones. Suriname zit in zone 2. Zone 2 bestaat uit Trinidad &Tobago, Guyana, Barbados en Suriname. In onze zone is Suriname de voorzitter. Alle zone voorzitters zitten in het management team voor het regionaal korps. Suriname maakt dus ook deel uit van het management team. Functie President: Elk CARICOM – staatshoofd heeft een werkgebied waarvoor hij zich voor een bepaalde periode moet inzetten. Dit noemt men een portfolio.
CARICOM – Jeugdambassadeurs & “Youth Officers” korps De CARICOM – Jeugdambassadeurs voor Suriname hebben een professioneel team met wie ze samenwerken namelijk: 15 “Youth Officers”. Het korps helpt bij het plannen en de uitvoering van het jaarprogramma van de CARICOM – Jeugdambassadeurs. Deze “Youth Officers” moeten
jonge activisten zijn op het gebied van regionale integratie. De “Youth Officers” worden benoemd door de CARICOM – Jeugdambassadeurs.