HET VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE LEVEN VAN EEN VENNOOTSCHAP: VAN OPRICHTING, OVER DOELSTELLING TOT LIQUITDATIE - GUY PARMENTIER 1
CONTACT PARMENTIER GUY – MGI BVBA Valkenlaan 31 – 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail:
[email protected] Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor ‐ University of Antwerp Management School 2008 (Real Estate Accounting) Professor ‐ Karel De Grote Hogeschool Antwerp (Audit/Valuation) Docent postgraduaat Antwerp ‐ Accountancy Guest professor ‐ University Maastricht (Valuation) Guest professor – University of Economics Nicosia (Cyprus) Author of the book – Business Valuation ( Intersentia)
2
ISBN 978-1-78068-016-3
3
INHOUD Deel I Deel II Deel III – – – –
Oprichting Doel Ontbinding : Vennootschapsrechtelijk
:
Ontbinding : Fiscaal
Soorten ontbinding Procedure Aansprakelijkheden …
Deel IV – – – – –
: : :
Belastbaarheid van meerwaarden Liquidatiebonus Deficitaire vereffening BTW‐herziening …
4
INHOUD Deel V Deel VI
: :
Deel V
:
Ontbinding : Boekhoudkundig Ontbinding : vaak voorkomende fouten/problemen Ontbinding : Stappenplan
5
DEEL I OPRICHTING
6
DEEL I – DE OPRICHTING Constitutieve kenmerken : Een contract: onderhands of authentiek Tussen twee of meer personen: de pluraliteitsvereiste – uitzondering : de E‐BVBA – Bijzondere pluraliteitsvereiste : de coöperatieve vennootschap : minimum 3 – Praktijk : let op met vereniging van aandelen in één hand !
7
DEEL I – DE OPRICHTING Vereniging van aandelen in één hand : – Principe : van rechtswege ontbinding indien minder dan twee vennoten – Reden : bij de vereniging van alle aandelen in één hand kan er geen sprake zijn van een contract – Uitzondering : BVBA, NV, Comm. VA
8
DEEL I – DE OPRICHTING Praktijk : Vereniging van aandelen in één hand in een BVBA (art.213 W.Venn.): – kan verder blijven bestaan als E‐BVBA – maar art. 213 : gestort kapitaal moet 12.400 EUR bedragen binnen 1 jaar, tenzij • Binnen het jaar terug een tweede aandeelhouder • Binnen het jaar ontbinding – Sanctie : hoofdelijke aansprakelijkheid voor de enige vennoot voor alle verbintenissen vanaf het tijdstip van de éénhoofdigheid – let op : enige vennoot is een vennootschap => aansprakelijkheid
9
DEEL I – DE OPRICHTING Praktijk : Vereniging van aandelen in één hand in een NV (art. 646 W.Venn.) – blijft op zich verder bestaan – het feit van de eenhoofdigheid en de identiteit van de enige aandeelhouder melden aan de rechtbank van koophandel (vennootschapsdossier) – wel regulariseren binnen het jaar : • toevoeging tweede vennoot • omvorming in een BVBA • vrijwillige ontbinding – sanctie : onbeperkte aansprakelijkheid van de enige vennoot !
10
DEEL I – DE OPRICHTING Praktijk : Vereniging van aandelen in één hand in een VOF of Comm. V. : – van rechtswege ontbonden – alle bepalingen art. 208 WIB92 m.b.t. de ontbinding van de vennootschap treden in werking ! Pluraliteitsvereiste in de CVBA en CVOA : – Minimum 3 aandeelhouders – Ontbinding van de vennootschap indien minder dan 3 !
11
DEEL I – DE OPRICHTING Praktijk : Problematiek van “de echtgenoten” : één aandeelhouder of twee ? In de praktijk stelt zich vaak de vraag voor hoeveel vennoten de echtgenoten tellen die gemeenschapsgoederen inbrengen. De vraag is essentieel vermits de nietigheid van de vennootschap kan gevorderd worden wanneer niet voldaan is aan de pluraliteitsvereiste, tenzij het een E‐BVBA betreft. (art. 454 W.Venn.).
12
DEEL I – DE OPRICHTING Praktijk : Gehuwd onder het wettelijk stelsel : zij zullen slechts als twee afzonderlijke oprichters beschouwd worden, wanneer zij eigen aandelen verwerven, d.w.z. door een inbreng van eigen goederen : – Door inbreng van goederen van voor het huwelijk – verkregen via schenking of testament Gehuwd met scheiding van goederen : zij zullen beschouwd worden als twee afzonderlijke aandeelhouders, wanneer zij hun inbreng gedaan hebben met eigen goederen.
13
DEEL I – DE OPRICHTING Samenvatting pluraliteitsvereiste : – – – – –
BVBA : één of meer NV : twee of meer CVBA en CVOA : 3 of meer Comm. VA : 2 of meer VOF : 2 of meer
14
DEEL I – DE OPRICHTING Het werken via geblokkeerde rekening dient te gebeuren bij: ‐ NV ‐ BVBA ‐ Comm. VA ‐ CVBA voor wat betreft het VAST gedeelte van het kapitaal Inbreng van prestaties of kennis kan niet worden vergoed door aandelen in deze 4 vennootschapsvormen Dit soort inbreng is wel mogelijk in: ‐ VOF ‐ Comm. V ‐ CVOA
15
DEEL I – FINANCIEEL PLAN BVBA: art. 215 W.Venn. NV : art. 440 W.Venn. Verplicht neer te leggen bij de notaris (in vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid) Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de oprichters indien – binnen periode van 3 jaar na oprichting faillissement – Ontoereikend kapitaal voor normale bedrijfsuitvoering gedurende 2 jaar
Voorlegging door notaris bij rechtbank op verzoek van rechter‐ commissaris Bij S‐BVBA : de oprichter moet zich verplicht laten bijstaan door boekhouder/accountant/bedrijfsrevisor
16
DEEL I – FINANCIEEL PLAN Verplicht: – – – – –
NV Comm. VA. BVBA E‐BVBA CVBA
Niet verplicht: – CVOA – VOF – Comm. V.
17
DEEL I – OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID BVBA en CVBA : alle personen die verschijnen bij de oprichting dragen de oprichtersaansprakelijkheid NV: de statuten kunnen de oprichters aanduiden op voorwaarde dat de overige personen: ‐ enkel in geld hebben ingeschreven ( NIET inbreng) ‐ zij geen bijzondere voordelen genieten (art 450 W. Venn.) Oprichtersaansprakelijkheid omvat (art. 229 BVBA, art. 405 CVBA , art. 456 NV) : 1. volstorting volle gedeelte geplaatste kapitaal waarop niet op geldige wijze is ingeschreven 2. de gevolgen van de nietigheid van de vennootschap 3. de verbintenissen van de vennootschap naar een verhouding die de rechter vast stelt n.a.v. faillissement uitgesproken < 3 jaar indien maatschappelijk kapitaal onvoldoende voor 2 jaar bedrijfsvoering
18
DEEL I – OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID Het statuut van oprichter/inschrijver : Bij BVBA en CVBA : alle personen die bij de oprichting verschijnen, worden gekwalificeerd als oprichter, ongeacht de omvang van hun inschrijving. Zij komen dus allen in aanmerking voor de oprichtersaansprakelijkheid (art. 225 en 401 W.Venn.)
Bij NV : – Sommige verschijners bij de akte kunnen beschouwd worden als inschrijvers => geen oprichtersaansprakelijkheid (art. 450 W.Venn.) – Voorwaarden : • Uitdrukkelijk aangeduid in de oprichtingsakte • De inschrijver mag niet meer dan 2/3 van het maatschappelijk kapitaal bijeenbrengen • Mag enkel voor inbreng in speciën 19
DEEL I – HANDELINGEN VOOR OPRICHTING Verbintenissen aangegaan voor een vennootschap in oprichting (art. 60 W. Venn.) Principe : persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de oprichter Uitzondering : indien de vennootschap wordt opgericht binnen de twee jaar na het ontstaan van de aangegane verbintenis en de vennootschap die verbintenis overneemt binnen de twee maanden na de oprichting, dan wordt de verbintenis geacht ab initio door de vennootschap te zijn aangegaan. Gevolg: De promotor wordt in dit geval bevrijd van alle gehoudenheid. Verbintenis wordt geacht vanaf het begin in hoofde van de vennootschap te rusten.
20
DEEL I – HANDELINGEN VOOR OPRICHTING Verbintenissen aangegaan voor een vennootschap in oprichting (art. 60 W. Venn.) Principe : persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de oprichter Uitzondering : indien de vennootschap wordt opgericht binnen de twee jaar na het ontstaan van de aangegane verbintenis en de vennootschap die verbintenis overneemt binnen de twee maanden na de oprichting, dan wordt de verbintenis geacht ab initio door de vennootschap te zijn aangegaan. Gevolg: De promotor wordt in dit geval bevrijd van alle gehoudenheid. Verbintenis wordt geacht vanaf het begin in hoofde van de vennootschap te rusten.
21
DEEL I – HANDELINGEN VOOR OPRICHTING Verbintenissen aangegaan voor een vennootschap in oprichting (art. 60 W. Venn.) De overname kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren : – Uitdrukkelijk : via oprichtingsakte – Stilzwijgend : door uitvoering van een overeenkomst
22
DEEL I – HANDELINGEN VOOR OPRICHTING Maar let op fiscaal : de retroactiviteit wordt in beginsel niet aanvaard (Cass. 08.02.1995) Maar : ComIB92 nr. 340/82 : fiscus aanvaardt de retroactiviteit enkel indien : ‐ Overeenstemming met de werkelijkheid : Let op met documenten : gebruik van oude facturen, steeds vermelden “… in oprichting” ‐ Betrekking op een korte periode (max. 10 maanden) ‐ De juiste toepassing van de belastingwetgeving niet in de weg staat : steeds binnen hetzelfde aanslagjaar
23
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Het is onmogelijk op een correcte manier de boekhoudwetgeving, de fiscale wetgeving en de vennootschapswetgeving te volgen als u niet weet of de vennootschap kwalificeert als “grote” vennootschap of “kleine” vennootschap ! Wat is het belang van het onderscheid ?
24
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Fiscale gevolgen – – – – – – – – – – – –
Aanleg investeringsreserve Vermeerdering ontoereikende voorafbetalingen eerste drie boekjaren Beperking van de afschrijvingen Bij de aankoop komende kosten Tarief notionele intrestaftrek 120% aftrek kosten voor beveiliging Vanaf AJ 2014 : belasting 0,4% bij meerwaarden op aandelen Vanaf 01/07/2013 : sperperiode voor kapitaalvermindering na incorporatie belaste reserves Vanaf 01/07/2013 : verlaagde roerende voorheffing op dividenden voor KMO Vanaf AJ 2014 : de fairness tax (BS 01/08/2013) Vanaf jaar 2014 : herinvoering éénmalige investeringsaftrek (enkel voor KMO) Vanaf jaar 2014 : verhoging IPA‐korting (korting BV) met 1,12% (enkel voor KMO)
25
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Art. 15 W.Venn. : Kleine vennootschappen zijn deze vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die voor het laatste EN het voorlaatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden : Jaargemiddelde personeelsbestand : 50 Omzet excl. BTW : 7.300.000 EUR Balanstotaal : 3.650.000 EUR Tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt M.a.w. : grote vennootschap = Jaargemiddelde personeelsbestand meer dan 100 Tijdens laatste OF voorlaatste jaar minstens twee criteria overschrijden 26
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Omzet ? In principe 70‐rekening Tenzij wanneer “opbrengsten uit het gewoon bedrijf” (= 70 t/m 75) voor meer dan de helft bestaat uit opbrengsten die niet aan de omzet kunnen toegeschreven worden. Voorbeeld :
27
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Voorbeeld : omzet: 3.300.000 euro; andere bedrijfsopbrengsten: 200.000 euro; financiële opbrengsten: 700.000 euro; en uitzonderlijke opbrengsten: 550.000 euro. => omzet voor art. 15 = 3.300.000 EUR omzet: 3.300.000 euro; andere bedrijfsopbrengsten: 850.000 euro; financiële opbrengsten: 2.700.000 euro; en uitzonderlijke opbrengsten: 550.000 euro. => omzet voor art. 15 = 6.850.000 EUR 28
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP CRITERIA
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
PERSONEEL
10
10
11
12
15
15
15
OMZET
10 mio
12 mio
13 mio
13 mio
20 mio
18 mio
18 mio
BALANSTOT.
1 mio
2 mio
3 mio
4 mio
3 mio
3 mio
4 mio
Klein
Klein
Klein
Klein
Groot
Groot
Klein
29
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Praktijk: Hoe berekenen ? => zie Advies CBN 2010/5 (zie bijlage): Stel bijvoorbeeld dat een vennootschap tijdens de boekjaren 1, 2 en 3 de criteria niet overschrijdt. In de loop van boekjaar 4 wordt echter meer dan één van de criteria overschreden. Deze vennootschap zal toch nog als klein worden beschouwd gedurende het boekjaar 4, omdat ze dan voor het laatst afgesloten boekjaar (3) en het voorlaatst afgesloten boekjaar (2) niet meer dan één van de criteria overschreden heeft. Daarentegen zal ze niet meer als klein worden beschouwd vanaf boekjaar 5, ongeacht of ze de criteria op dat moment al dan niet overschrijdt, want één van de twee laatst afgesloten boekjaren (4) overschreed ze meer dan één criterium.
JAAR MEER DAN één CRITERIUM OVERSCHREDEN* GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP
1
2 NEE
3 NEE
4
5
6
7
NEE
JA
NEE
NEE
JA
KLEIN
KLEIN
GROOT
GROOT
KLEIN
30
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Wat met “verbonden vennootschappen” ? Art. 11 W.Venn. : Met een vennootschap verbonden vennootschap = Vennootschappen waarover zij een controlebevoegdheid uitoefent Vennootschappen die een controlebevoegdheid over haar uitoefenen Vennootschappen waarmee zij een consortium vormt Belang ? ‐ Grote of kleine vennootschap ? ‐ Grote of kleine groep ? ‐ Fiscaliteit!
31
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Art. 16 W.Venn. : Een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen, of vennootschappen die samen een consortium uitmaken, worden geacht een kleine groep te vormen, indien deze vennootschappen samen, op geconsolideerde basis, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden : Jaaromzet excl. BTW : 29.200.000 EUR balanstotaal : 14.600.000 EUR jaargemiddelde van het personeelsbestand : 250 Pas als twee jaar lang de criteria worden overschreden, is er een grote groep.
32
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Art. 141 2° W.Venn. inzake controle op de jaarrekening (aanstelling commissaris ) : “Dit hoofdstuk is niet van toepassing op : 2° de niet genoteerde kleine vennootschappen in de zin van artikel 15, met dien verstande dat voor de toepassing van dit hoofdstuk iedere vennootschap afzonderlijk wordt beschouwd, behoudens de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren;” Met andere woorden : ‐ Kleine vennootschappen in de zin van art. 15 W.Venn. moeten geen commissaris aanstellen ‐ BEHALVE indien de vennootschap deel uitmaakt van een groep die moet consolideren
33
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Let op : art. 141 omvat geen territorialiteitsbepaling : Praktijk : De vennootschap van uw klant is op zich een kleine vennootschap, maar is dochter van een Duitse vennootschap die in Duitsland consolideert (eventueel zonder dat u daarvan op de hoogte bent). U moet voor de Belgische vennootschap een commissaris aanstellen en een jaarrekening opstellen volgens het volledig schema
34
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Praktijk : Een groep van (Belgische) vennootschappen. De groep wordt niet aanzien als een “grote groep” (criteria art. 16 W.Venn.) U moet niet verplicht consolideren De groep overschrijdt op geconsolideerde basis wel aan de criteria van art. 15 W.Venn. U moet in alle groepsvennootschappen een jaarrekening opmaken volgens het volledig schema Een commissaris is enkel nodig in de vennootschap die op individuele basis art. 15 W.Venn. overschrijdt
35
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Is de vennootschap verbonden in de zin van art. 11 W.Venn. ?
Neen
Ja
Overschrijdt de vennootschap de criteria van art. 15 W.Venn. ?
Neen
verkort schema en geen commissaris
kleine vennootschap
Ja
Consolidatie opmaken
grote vennootschap
volledig schema en wel commissaris
Geen verplichte consolidatie
Overschrijdt de groep de criteria van art. 15 W.Venn. ?
Ja Voldoet de groep aan art. 16 W.Venn. ? Ja
Neen
Neen
verkort schema en geen commissaris
Ja
Wel consolidatieplicht
volledig schema voor alle groepsvennootschappen
volledig schema en wel commissaris voor alle groepsvennootschappen
commissaris enkel voor vennootschap die afzonderlijk art. 15 overschrijdt
36
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Praktijk Stelling : “een VOF of een GCV moet geen jaarrekening opmaken en publiceren” Art. 93 W.Venn. : opmaken van een jaarrekening : ‐ De kleine vennootschappen kunnen hun jaarrekening opmaken volgens een verkort schema ‐ De VOF en de GCV waarvan de omzet over het laatste boekjaar kleiner is dan 500.000 EUR (art. 1 KB 12/09/1983) behoeven geen jaarrekening op te stellen volgens het wettelijke schema => Zij moeten wel “een jaarrekening” opmaken
37
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Art. 97 W.Venn. : neerleggen van een jaarrekening : Niet van toepassing voor ‐ De kleine vennootschappen die de vorm hebben aangenomen van een VOF, een GCV of een CVOA ‐ De VOF, de GCV en de CVOA waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn VOF met omzet van 400.000 EUR : geen jaarrekening volgens wettelijk schema en geen publicatie VOF met omzet van 600.000 EUR : wel jaarrekening volgens wettelijk schema, maar geen publicatie “grote” VOF en onder de onbeperkt aansprakelijke vennoten één of meer rechtspersonen : wel jaarrekening volgens wettelijk schema en publicatie
38
DEEL I – GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP Conclusie : indien u discretie wenst, kan een VOF als vennootschapsvorm voor de topholding interessant zijn wegens geen verplichte neerlegging van de jaarrekening.
39
VOORTAAN 4 CATEGORIEËN Richtlijn EU van kracht vanaf 19/07/2013 Belgisch recht: uiterlijk 20/07/2015 Micro *
Klein*
Middelgroot*
Groot**
Balans
350.000
4.000.000
20.000.000
20.000.000
Omzet
700.000
8.000.000
40.000.000
40.000.000
Gem FTE
10
50
250
250
*niet meer dan 2 criteria overschrijden ** meer dan 2 criteria overschrijden
40
DEEL 1 – DE OPRICHTING BVBA
CVBA
CVOA
Notariële akte
Verplicht
Verplicht
Niet verplicht
Financieel plan
Verplicht
Verplicht
Niet verplicht
Min. 1
Min. 3
Min. 3
Beperkt tot inbreng
Beperkt tot inbreng
Onbeperkt en hoofdelijk
Vennoten ‐ Aantal ‐ Aansprakelijkheid
41
DEEL 1 – DE OPRICHTING VOF
Comm. V
NV
Comm. VA
Notariële akte
Niet verplicht
Niet verplicht
Verplicht
Verplicht
Financieel plan
Niet verplicht
Niet verplicht
Verplicht
Verplicht
Min. 2
Min. 2
Min. 2
Min. 2
Onbeperkt en hoofdelijk
‐ Stille venn.:
Beperkt tot inbreng
‐ Stille venn.:
Vennoten # Aansprakelijk‐ heid
Beperkt tot inbreng
‐ Beherende: Onbeperkt en hoofdelijk
Beperkt tot inbreng
‐ Beherende: Onbeperkt en hoofdelijk
42
DEEL 1 – INBRENG IN NATURA Beperkte aansprakelijkheid – Verslag revisor (BVBA art. 313 §1 eerste lid W. Venn.) • Beschrijving van de inbreng • Beschrijving van de toegepaste waarderingsmethoden • Controle of de waardering overeenstemt met het aantal te creëren aandelen en eventuele uitgiftepremie (BVBA art. 313 §1 tweede lid W. Venn.)
– ALTIJD creatie van aandelen! – Reden? Individualisering van de inbreng d.m.v. uitgifte van nieuwe aandelen. Bron: Advies IBR 2013/01 “Kapitaalverhoging door inbreng in natura en uitgifte van nieuwe aandelen” d.d. 28/01/2013
43
DEEL 1 – INBRENG IN NATURA Beperkte aansprakelijkheid – Verslag revisor (BVBA art. 313 §1 eerste lid W. Venn.) – Geen software – Geen toekomstig werk
Onbeperkte aansprakelijkheid – Geen verslag revisor – Wel software – Wel toekomstig werk
44
DEEL 1 – INBRENG IN NATURA IN EEN VZW Mogelijk, maar niet vergoed Controleverslag? – Geen controleverslag van de revisor vereist. Wet van 27 juni 1921 Bron: ICCI vraagstelling inbreng in natura in een vzw dd. 28/01/2013 Bron: IBR‐brochure “Inbreng in natura en quasi‐inbreng – praktische toepassingsgevallen” Brugge, 2006, die Keure, p. 105
45
DEEL 1 – INBRENG IN NATURA IN EEN VZW 1) Waardering tegen marktwaarde of eventueel gebruikswaarde: • Geschonken of nagelaten goederen ter bedrijfsuitoefening die kosteloos verkregen zijn en die men mag uitbaten tegen betaling
Art. 39 KB 30 januari 2001 Art. 2 § 1 KB 19 december 2003
46
DEEL 1 – INBRENG IN NATURA IN EEN VZW 2) Geschonken of nagelaten goederen om vervolgens te worden gerealiseerd: • Waardering tegen waarschijnlijke realisatiewaarde op moment van inventaris • Waardering tegen realisatiewaarde indien realisatie plaats vindt voor het opstellen van de inventaris Art. 8.§ 1. KB 19 december 2003
47
48
DEEL II DOEL
49
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Let op voor art. 49 WIB92 ! Uitgaven zijn slechts aftrekbaar als beroepskosten wanneer ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 WIB’92. Meer bepaald moeten de kosten : – gedaan of gedragen zijn in het belastbaar tijdperk – om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden – en moet de echtheid en het bedrag hiervan bewezen worden. Volgens het Hof van Cassatie zijn uitgaven slechts aftrekbaar als beroepskosten wanneer ze inherent zijn aan de uitoefening van de beroepsactiviteit. M.a.w. wanneer ze verband houden met de maatschappelijke activiteit. Aldus wordt echter een voorwaarde toegevoegd aan de (fiscale) wet, wat de facto niet kan. Maar let op andere rechtspraak ! Bron: Monkey: “Voorwaarden voor aftrek als beroepskost”
50
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Rechtspraak Hof van Cassatie dd. 12.06.2009: Verband art. 49 WIB ’92 en art. 26 WIB ’92? Uitspraak Hof van Cassatie dat beide artikels autonoom bekeken dienen te worden. Indien uitgaven niet voldoen aan de voorwaarden om als beroepskost aangemerkt te kunnen worden, volgt niet dat die uitgaven abnormale en goedgunstige voordelen vormen overeenkomstig art. 26 WIB ’92 Evenmin dat ze, om belast te kunnen worden, gevoegd hadden moeten worden bij de eigen winst waarvan ze niet mogen worden afgetrokken (vermits het geen aftrekbare beroepskosten vormen).
Bron: Monkey: “Voorwaarden voor aftrek als beroepskost”
51
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Rechtspraak Hof van Cassatie dd. 10.12.2010 Het louter feit dat een handelsvennootschap‐rechtspersoon als doel heeft winstgevende activiteiten te verrichten, leidt niet automatisch tot de mogelijkheid om alle uitgaven in aftrek te mogen nemen. Uitgaven van een rechtspersoon kunnen slechts beschouwd worden als aftrekbare beroepskost wanneer ze noodzakelijkerwijs betrekking hebben op diens maatschappelijke activiteit.
Bron: Monkey: “Voorwaarden voor aftrek als beroepskost”
52
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Conclusie? Het Hof van Cassatie spreekt telkens over een maatschappelijke “activiteit” en niet over een maatschappelijk “doel”.
Bron: Monkey: “Voorwaarden voor aftrek als beroepskost”
53
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Rechtspraak: Rb. Gent dd. 04.06.2012: aftrek lidgeld golfclub door een apotheker wordt verworpen. Reden: golfclub is geen beroepsvereniging en het louter lidmaatschap (‘networking’) volstaat niet voor de aftrek. Antwerpen dd. 08.02.2011: Premies voor een polis bestuurdersaansprakelijkheid worden verworpen als aftrekbare beroepskosten (geen noodzakelijk verband met het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en niet betaald om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden). Het hof van beroep aanvaardt echter de aftrek omdat de polis werd afgesloten met oog op de dekking van de geldelijke gevolgen die de vennootschap/bestuurders zouden ondervinden in geval van een, in hun hoofde gestelde, bestuurdersaansprakelijkheid. Conclusie: dekking leidt tot het behoud van een belastbaar inkomen.
Bron: Monkey: “Voorwaarden voor aftrek als beroepskost” 54
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Het doel van de vennootschap mag niet te uitgebreid zijn ! Artikel 1 en art 69 W. Venn. bepalen dat elke vennootschap haar activiteiten in de statuten nauwkeurig moet omschrijven. Bestuurders en zaakvoerders kunnen tegenover de vennootschap en tegenover derden aansprakelijk worden gesteld bij overtreding van de statuten. Een gedetailleerd doel is belangrijk omdat het de bestuurders/zaakvoerders eventueel zal beschermen tegen de vordering van derden of aandeelhouder wegens doelsoverschrijdende handeling
55
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Opgelet: De vennootschap is verbonden voor handelingen gesteld door de Raad van Bestuur, zelfs indien die handelingen buiten haar doel liggen, tenzij zij bewijst dat de derde ervan op de hoogte was. Bekendmaking van de statuten alleen is echter geen voldoende bewijs.
56
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Doelsoverschrijdende handelingen art. 526 W. Venn. : Onder de aansprakelijkheid voor inbreuken op de statuten vallen verrichtingen gesteld buiten het maatschappelijk doel. Het is mogelijk dat een bestuurder of zaakvoerder geen deel heeft gehad aan de overtredingen. In dat geval is hij slechts ontheven van die aansprakelijkheid indien hem geen schuld kan worden verweten en indien hij die overtredingen heeft aangeklaagd op de eerste algemene vergadering nadat hij er kennis van heeft gekregen. Voorbeelden: opstarten van een activiteit buiten het doel die nadien verlieslatend blijkt te zijn . Problemen met curator of aandeelhouders 57
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Doel “ per ongeluk” overschreden : kan de vennootschap hier op terug komen ? Basis is de derdenbescherming. Derden die ter goeder trouw handelen met de vennootschap moeten beschermd worden. De vennootschap zelf kan de onbevoegdheid van haar organen slechts inroepen als ze kan bewijzen dat de derde wist dat het om een doelsoverschrijdende handeling ging Gevolg : doelsoverschrijdende handelingen vormen dus een reëel risico op aansprakelijkheidsvorderingen van derden Vb. afsluiten aankoopcompromis onroerend goed met te beperkte financiële draagkracht van de onderneming zonder dat onroerend goed verrichtingen in het doel staan 58
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Opgelet: – Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid – Geen verplichting tot het neerlegging van een uittreksel uit de oprichtingsakte met vermelding van het doel. Indien een derde de overschrijding wenst in te roepen, dient men eerst over te gaan tot opvraging van de statuten.
59
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Artsen en onroerend goed : Het maatschappelijk doel van een artsenvennootschap is van burgerlijke aard en is de uitoefening van de geneeskunde door haar vennoten. Elke handelsactiviteit is verboden. Bij oprichting van de vennootschap brengen de artsen hun volledige of een gedeelte van hun medische activiteiten in gemeenschap. In de professionele vennootschap met rechtspersoonlijkheid wordt de geneeskunde uitgeoefend door de vennoten in naam en voor rekening van de vennootschap. Alle inkomsten voortvloeiend uit de ingebrachte medische activiteit worden geïnd voor en door de vennootschap, zoals alle uit de medische activiteit voortvloeiende uitgaven door de vennootschap worden vereffend[1]. [1] ORDE VAN GENEESHEREN, Provenciale Raad Oost‐Vlaanderen, Leidraad voor vennootsch 2009. Bekeken 27 juli 2009 op http://www.ordomedic.be/nl/provinciale‐raden/oost‐vlaanderen/nieuws/
60
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP De arts en de Orde van Geneesheren : De Nationale Raad stelt (2007) dat het beleggen in roerende en onroerende goederen in alle professionele vennootschappen, zowel één‐ als meerpersoonsvennootschappen onder strikte voorwaarden kan worden toegelaten. Volgende criteria[1] dienen expliciet in de statuten vermeld te worden: – Het moet blijken dat het om een bijkomstig doel gaat; – de handelingen mogen niet van aard zijn het burgerlijk karakter van de vennootschap te wijzigen; – één en ander mag in gene mate aanleiding geven tot het ontwikkelen van welke commerciële activiteit ook; – de vennoten dienen de modaliteiten van een akkoord over het investeringsbeleid te bepalen. 61
DEEL II – DOEL VAN DE VENNOOTSCHAP Standpunt van de fiscus : De administratieve commentaar [1] stelt uitdrukkelijk dat al wat een vennootschap buiten haar gestorte kapitaal verkrijgt een baat van haar beroepswerkzaamheid is en na eventuele aftrek van de kosten, een maatschappelijke winst vormt dewelke in beginsel belastbaar is. Hierbij is het van geen belang of de gedane verrichtingen welke inkomsten opleveren al of niet binnen het maatschappelijk doel vallen van de vennootschap, zodat er, om de winst van een aan de vennootschapsbelasting onderworpen vennootschap te bepalen, met betrekking tot de inkomsten, geen onderscheid dient gemaakt te worden tussen handelingen welke verricht worden in overeenstemming met het statutaire doel van de vennootschap en handelingen welke het maatschappelijk doel overschrijden. Dit onderscheid is echter wel van belang voor de door de vennootschap gemaakte kosten. kunnen verworpen worden [1] 22 Com.I.B. nr. 183/4
62
63
DEEL III VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN ‐ ART. 181 – 196 W.VENN. 64
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Geschiedenis T/m AJ 2012 : – Meerwaarden vrijgesteld van belastingen – Tenzij niet voldaan aan de taxatievoorwaarde : 34%
AJ 2013 : – Bijkomende voorwaarde : bezitsduur van één jaar – Indien minder dan één jaar : 25%
Vanaf AJ 2014 : – Bijkomende belasting van 0,40% – Tenzij KMO‐vennootschap
65
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Fiscale principes : Combinatie van ‐ Art. 192 WIB92 ‐ Art. 202 WIB92 ‐ Art. 203 WIB92
66
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Art. 192 §1 WIB92 “Onverminderd de toepassing van artikel 217, 3°, zijn eveneens volledig vrijgesteld de niet in artikel 45, § 1, eerste lid, 1°, bedoelde meerwaarden verwezenlijkt, of vastgesteld bij de verdeling van het vermogen van een ontbonden vennootschap, op aandelen waarvan de eventuele inkomsten in aanmerking komen om krachtens de artikelen 202, § 1, en 203 van de winst te worden afgetrokken en gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom werden behouden.”
Meerwaarden op aandelen Waarvan de inkomsten in aanmerking komen voor aftrek op basis van art. 202 §1 (NIET §2) Één jaar in volle eigendom 67
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Art. 202 §1 WIB92 “§ 1. Van de winst van het belastbare tijdperk worden mede afgetrokken, in zover zij erin voorkomen: 1° dividenden … § 2. De in § 1, 1° en 2°, vermelde inkomsten zijn slechts aftrekbaar in zoverre: 1° op de datum van toekenning of betaalbaarstelling van deze inkomsten, de vennootschap die de inkomsten verkrijgt in het kapitaal van de vennootschap die ze uitkeert, een deelneming bezit van ten minste 10 pct of met een aanschaffingswaarde van ten minste 2.500.000 EUR; 2° deze inkomsten betrekking hebben op aandelen die gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom worden of werden behouden.”
68
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Art. 203 §1 WIB92 “§ 1. De in artikel 202, § 1, 1° en 2°, vermelde inkomsten zijn bovendien niet aftrekbaar wanneer ze worden verleend of toegekend door: 1° een vennootschap die niet aan de vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting van gelijke aard als die belasting is onderworpen of die gevestigd is in een land waar de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen aanzienlijk gunstiger zijn dan in België;”
69
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Onderscheid fiscaliteit inzake : ‐
Inkomsten van aandelen (dividenden) ‐ “DBI‐aftrek ‐ Art. 202 § 1 + art. 203 : Taxatievoorwaarde ‐ Art. 202 § 2 : Participatievoorwaarde : ‐ 10% of 2.500.000 EUR ‐ minimum 1 jaar ononderbroken in volle eigendom
‐
Meerwaarden op aandelen ‐ Art. 192 : minimum 1 jaar ononderbroken in volle eigendom ‐ Art. 202 § 1 + art. 203 : Taxatievoorwaarde
70
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Conclusie vanaf AJ 2014 : => combinatie art. 192 – 202 ‐203 WIB92 Meerwaarden vrijgesteld indien : – – –
KMO‐vennootschap En aandelen voldoen aan taxatievoorwaarde En aandelen gedurende ononderbroken periode van één jaar in bezit
Meerwaarden belast à 0,4% indien : – – –
Grote vennootschap En aandelen voldoen aan taxatievoorwaarde En aandelen gedurende ononderbroken periode van één jaar in bezit
Meerwaarden belast à 25% indien : (ook voor KMO) – –
Aandelen voldoen aan taxatievoorwaarde maar aandelen minder dan ononderbroken periode van één jaar in bezit
Meerwaarden belast à 34% indien : –
Niet voldaan aan de taxatievoorwaarde
71
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN
72
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 0,4% : – Voorwaarden : • Grote vennootschap (dus niet voor KMO) • En aandelen voldoen aan taxatievoorwaarde • En aandelen gedurende ononderbroken periode van één jaar in bezit – Technisch : • De meerwaarde nog steeds voor het volledige bedrag opnemen in de begintoestand van de reserves • Afzonderlijke belasting van 0,4% • De afzonderlijke belasting blijft altijd verschuldigd, dus geen vermindering door overgedragen verliezen, aftrek risicokapitaal, enz.
73
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 25% : – Voorwaarden : • KMO‐vennootschap of grote vennootschap • En aandelen voldoen aan taxatievoorwaarde • Maar aandelen minder dan ononderbroken periode van één jaar in bezit – Technisch : • de meerwaarde integraal opnemen in de belastbare grondslag (dus niet in begintoestand reserves) • In laatste instantie afsplitsen van de code 112 (belastbare grondslag NA alle aftrekken) naar de code 118 (Meerwaarden op aandelen belastbaar tegen 25%) => zie aangifte hierna.
74
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 25% :
75
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 25% : Voorbeeld 1 Omzet Kosten
Voorbeeld 2
Resultaat
5.000 4.100 ____ 900 100 ____ 1.000
4.550 4.100 _____ 450 100 _____ 550
Fiscaal verlies
‐500
‐500
EBIT Financiële opbrengst
76
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 25% : voorbeeld 1 Aangroei reserves Fiscaal verlies Belastbare grondslag
voorbeeld 2
1.000 ‐500 ____ 500
Belastbaar gewoon tarief 400 Belastbaar tegen 25% 100
550 ‐500 ____ 50 ‐50 100
=> =>
0 50
Principe : de bewerking mag niet tot gevolg hebben dat het aan het normale tarief in de VenB. onderworpen resultaat negatief wordt. 77
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Praktijk : belast à 34% : – Voorwaarden : • KMO‐vennootschap of grote vennootschap • En niet voldoen aan taxatievoorwaarde – Technisch : • de meerwaarde integraal opnemen in de belastbare grondslag
78
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Art. 198 7° WIB92 : “Als beroepskosten worden NIET aangemerkt : waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen, behoudens minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap tot ten hoogste het verlies aan gestorte kapitaal dat door die aandelen wordt vertegenwoordigd en de waardeverminderingen en de minderwaarden op de aandelen die behoren tot de handelsportefeuille, zoals bedoeld in artikel 35ter, § 1, tweede lid, a, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve opnemen in de belastbare grondslag
79
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Principes : ‐
Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen zijn niet aftrekbaar
‐
Tenzij ingeval van gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen
‐
Maar in dit geval tot hoogstens het verlies aan gestorte kapitaal
‐
Het deel dat niet aftrekbaar is dient opgenomen te worden bij de verworpen uitgaven
80
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Voorbeeld: ‐ ‐ ‐
Vennootschap A koopt 100% van de aandelen van vennootschap B voor 100.000 EUR. Het gestort kapitaal van B bedraagt 62.000 EUR Vennootschap A verkoopt de aandelen van B voor 80.000 EUR
‐
Boekhoudkundig : ‐ Minderwaarde van 80.000 – 100.000 = ‐20.000 EUR verlies
‐
Fiscaal : ‐ 20.000 EUR is niet aftrekbaar
81
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Voorbeeld: ‐ ‐ ‐
Vennootschap A koopt 100% van de aandelen van vennootschap B voor 100.000 EUR. Het gestort kapitaal van B bedraagt 62.000 EUR Vennootschap B wordt failliet verklaard en er kan niets meer gerecupereerd worden
‐
Boekhoudkundig : ‐ Minderwaarde van 0 – 100.000 = ‐100.000 EUR verlies
‐
Fiscaal : ‐ 62.000 EUR is het verlies aan gestort kapitaal en is aftrekbaar ‐ 38.000 EUR is m.a.w. fiscaal niet aftrekbaar
82
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Voorbeeld: ‐ ‐ ‐ ‐
‐ ‐
Een vennootschap A kocht aandelen van een vennootschap B voor een bedrag van 30.000 EUR. Het gestorte kapitaal dat door de aandelen wordt vertegenwoordigd, bedraagt 25.000 EUR. De aandelen blijven voor hun aankoopprijs op de balans behouden. Vennootschap B wordt ontbonden en vennootschap A ontvangt bij de verdeling van het vermogen van B een bedrag van 22.500 EUR. Boekhoudkundig : minderwaarde van 22.500 – 30.000 = ‐7.500 EUR Fiscaal : ‐ 2.500 EUR (25.000 – 22.500) is het verlies aan gestort kapitaal en is aftrekbaar ‐ 5.000 EUR is m.a.w. fiscaal niet aftrekbaar
83
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Op welk tijdstip is de minderwaarde fiscaal aftrekbaar? Art. 49 WIB92 : verliezen zijn als beroepskosten aftrekbaar in het belastbare tijdperk waarin ze 'gedaan of gedragen' zijn, met name wanneer ze het karakter van zekere en vaststaande verliezen hebben en als zodanig zijn geboekt
84
DEEL III – MEER- EN MINDERWAARDEN OP AANDELEN Op welk tijdstip is de minderwaarde fiscaal aftrekbaar ? Standpunt Administratie : de minderwaarde is pas aftrekbaar wanneer het verlies definitief is, m.a.w. bij de sluiting van het faillissement Hof van Beroep Gent (22/05/2012) : een attest van de curator volstaat als bewijs dat het verlies zeker en vaststaand is. In het boekjaar waarin dat attest verkregen wordt, mag de vennootschap de minderwaarde aftrekken, ook al is het faillissement nog niet afgesloten. Door te stellen dat het verlies pas aftrekbaar is bij de sluiting van het faillissement, voegt de Administratie een voorwaarde toe aan de wet, wat niet mogelijk is.
85
DEEL III VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN ‐
SOORTEN ONTBINDING 86
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vorm van ontbinding van de vennootschap
A. Ontbinding van rechtswege B. Gerechtelijke ontbinding C. Vrijwillige ontbinding (= voorwerp van dit seminarie)
87
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
A. Ontbinding van rechtswege : – De ontbinding van rechtswege houdt in dat een bepaald feit intreedt, waardoor zonder een beslissing van de aandeelhouders of rechtbank, de ontbinding van de vennootschap intreedt – Voorbeelden • Beëindiging van statutaire termijn voor vennootschappen met een welbepaalde duur (art. 39, 1° W. Venn.) • Het overlijden van een vennoot (art. 39, 3° W. Venn.) • Het ontbreken van de pluraliteitsvereiste tijdens het bestaan
88
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Aandachtspunten : • De vennootschap treedt onmiddellijk in vereffening • Bij niet‐benoeming van een vereffenaar worden ten aanzien van derden als vereffenaars beschouwd (art. 185 W.Venn.) : – VOF of CommV : de vennoten‐zaakvoerders – NV, BVBA, CV : de bestuurders of zaakvoerders • Er zijn geen formaliteiten voorzien (verslagplicht bestuursorgaan, controleverslag, enz) • Enkel een verklaring neerleggen ter griffie en publicatie in het Belgisch Staatsblad (art. 74 W.Venn.) – Belangrijk : best afstemmen met griffie wegens onduidelijkheid
89
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Aandachtspunten : • Het kan dus gebeuren dat een vennootschap zich in vereffening bevindt en dat er geen vereffenaars werden benoemd, bijvoorbeeld indien de vennootschap (misschien door de vennoten en de buitenwereld onopgemerkt) van rechtswege werd ontbonden door het verstrijken van de duur. De vraag rijst welke juridische gevolgen de afwezigheid van vereffenaars met zich meebrengt, meer bepaald t.a.v. derden die met de vennootschap handelen. • Derden kunnen volkomen rechtsgeldig vorderingen blijven instellen tegen de vennootschap. • Door art. 185 W. Venn. worden de derden, die handelen met een vennootschap waarin geen vereffenaars zijn benoemd, daarenboven op bijzondere wijze beschermd.
90
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Aandachtspunten : • Art. 185 W. Venn. bepaalt immers dat, wanneer geen vereffenaars werden aangesteld, de vennoten‐zaakvoerders als vereffenaars worden beschouwd. • Deze bepaling is voor derden interessant omdat zij impliceert dat de zaakvoerder, die automatisch als vereffenaar optreedt tegenover hen ook als vereffenaar aansprakelijk zijn. Dit kan belangrijke consequenties hebben voor de zaakvoerders‐vereffenaars. • Ter info : art. 185 W. Venn. Geeft enkel aan derden de mogelijkheid om de bestuurders en zaakvoerders als vereffenaars te beschouwen. Dit betekent o.m. dat bestuurders en zaakvoerders in art. 185 W. Venn. geen rechtsgrond vinden om zichzelf als vereffenaar te bestempelen en bijv. de vennootschap in die hoedanigheid als eiseres te vertegenwoordigen in rechtsvorderingen. 91
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Controleverslag noodzakelijk ? • Art. 181 W. Venn. is enkel van toepassing bij een vrijwillige ontbinding = ontbinding waartoe besloten wordt door de algemene vergadering. • Vallen aldus buiten het toepassingsgebied (1): – Ontbinding van rechtswege – Gerechtelijke ontbinding • Gevolg: geen controleverslag genoodzaak – Ontbinding vindt automatisch plaats
Bron: ICCI vraagstelling “Vennootschap opgericht voor bepaalde duur” dd 30 september 2013 (1) E. DE BIE en M. CORYENEN, “Art. 181 W. Venn.”, Vennootschappen en verenigingen, Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, 2000, Antwerpen, Kluwer, p. 7‐8; H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 798, nr 1466 92
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Alle andere verplichtingen moeten wel worden gevolgd: • Goedkeuring van de vereffenaar(s) • Tussentijdse verslaggevingsplicht aan de rechtbank (art. 189bis) • Goedkeuring van het verdelingsvoorstel (art. 190) • … – Let op : onduidelijke richtlijnen bij griffie
Bron: ICCI vraagstelling “Vennootschap opgericht voor bepaalde duur” dd. 30 september 2013
93
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Wetsontduiking: Vennootschap opgericht voor onbepaalde duur Statutaire wijziging naar een bepaalde duur Deze bepaalde duur verstrijkt één dag na de statutenwijziging = wetsontduiking! (1) Motivatie: Ontduiking aan de verslaggevingsplicht waaronder de verplichting van een controleverslag conform art. 181 W. Venn. Mogelijkheid tot nietigverklaring van het ontbindingsbesluit (2) Bron: ICCI vraagstelling “Vennootschap opgericht voor bepaalde duur” dd. 30 september 2013 (1) H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 201, p. 798, nr 1466 (2) Bron: Vz. Kh. Bergen 14 juli 2000, T.R.V. 2000, 389 e.v., noot R. TAS; Meer bepaald zou het een nietigheid van het ontbindingsbesluit wegens strijdigheid met de openbare orde betreffen 94
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Voorbeelden : Het overlijden van een vennoot (art. 39, 3° W.Venn.) : • Enkel van toepassing op vennootschappen die een intuitu personae‐ karakter vertonen : VOF en Comm.V. • De toepassing van art. 39 3° W.Venn. is verregaand : de vennootschap wordt ook ontbonden t.o.v. de andere overlevende medevennoten • Oplossing : art. 42 W.Venn. : deze grond van ontbinding kan worden uitgesloten door clausule in de statuten. Statuten zijn in casu dus van belang!
95
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Voorbeelden : Het overlijden van de Zaakvoerder in Comm.VA (art. 660 W.Venn.) : • Art. 660 W.Venn. : voor zover niet anders is bepaald, eindigt de vennootschap door de dood van de Zaakvoerder. • Praktisch : – Oplossing voor opvolging uitwerken in de statuten – Indien geen statutaire oplossing : Voorzichter Rechtbank van Koophandel stelt een vennoot of een ander persoon aan als bewindvoerder – Taken van de bewindvoerder : dringende zaken van louter beheer totdat de algemene vergadering bijeenkomt;
96
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : – Voorbeelden : Pluraliteitsvereiste (vereniging van aandelen in één hand) : • Principe : van rechtswege ontbinding indien minder dan één vennoot • Reden : bij de vereniging van alle aandelen in één hand kan er geen sprake zijn van een contract • Toepassingsgebied: – VOF – CommV – CV • Uitzondering : – BVBA – NV – Comm. VA
97
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : •
Vereniging van aandelen in één hand in een BVBA (art.213 W.Venn.): – kan verder blijven bestaan als E‐BVBA – maar art. 213 : gestort kapitaal moet 12.400 EUR bedragen binnen 1 jaar, tenzij • Binnen het jaar terug een tweede aandeelhouder • Binnen het jaar ontbinding – Sanctie : hoofdelijke aansprakelijkheid voor de enige vennoot voor alle verbintenissen vanaf het tijdstip van de éénhoofdigheid – let op : enige vennoot is een vennootschap => aansprakelijkheid
98
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : •
Vereniging van aandelen in één hand in een NV (art. 646 W.Venn.) / Comm. VA (657 W. Venn.) – blijft op zich verder bestaan – het feit van de eenhoofdigheid en de identiteit van de enige aandeelhouder melden aan de rechtbank van koophandel (vennootschapsdossier) – wel regulariseren binnen het jaar : • toevoeging tweede vennoot • omvorming in een BVBA • vrijwillige ontbinding – sanctie : onbeperkte aansprakelijkheid van de enige vennoot voor alle verbintenissen ontstaan na vereniging in één hand !
99
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : •
Vereniging van aandelen in één hand in een VOF of Comm. V. : – van rechtswege ontbonden indien de enige aandeelhouder een natuurlijke persoon is (Cass., 7 oktober 1958, Pas., 1958, I, 132.) – Fusie van rechtswege indien de enige aandeelhouder een vennootschap is – alle bepalingen art. 208 WIB92 m.b.t. de ontbinding van de vennootschap treden in werking (opgepast voor latente belastingen : gebouwen, goodwill, …)
•
Pluraliteitsvereiste in de CVBA en CVOA : – Minimum 3 aandeelhouders – Ontbinding van de vennootschap indien minder dan 3!
100
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : •
Wordt beschouwd als zijnde een fusie door overneming gelijkgestelde verrichting (art. 676 W. Venn.)
Art. 676 Tenzij anders bij wet bepaald, wordt met fusie door overneming gelijkgesteld 1° de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van één of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening overgaat op een andere vennootschap die reeds houdster is van al hun aandelen en van de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden; 2° de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van één of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening overgaat op een andere vennootschap, wanneer al hun aandelen en de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, in handen zijn ofwel van die andere vennootschap, ofwel van tussenpersonen van die vennootschap, ofwel van die tussenpersonen en van die vennootschap.
101
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING A. Ontbinding van rechtswege : •
•
Opgelet indien er onroerende goederen aanwezig zijn: – Onroerende goederen dienen verkocht te worden – Realisatiewaarde ligt bij oudere onroerende goederen hoger dan de boekwaarde gevolg: meerwaarde die belastbaar is! Opgelet met goodwill
102
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: – De gerechtelijke ontbinding wordt uitgesproken door de Rechtbank – De Rechtbank bepaalt dan ook de vereffeningswijze en aanstelling vereffenaar (art. 182 W.Venn.) – Er zijn geen formaliteiten voorzien (verslagplicht bestuursorgaan, controleverslag, enz) – Enkel een verklaring neerleggen ter griffie en publicatie in het Belgisch Staatsblad (art. 74 W.Venn.) – Rechtbank kan op vraag van elke belanghebbende de ontbinding van de vennootschap uitspreken : • Daling netto‐actief tot onder minimum maatschappelijk kapitaal (hierna); • Niet neerlegging jaarrekening (art. 182 W.Venn.)
103
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: – Daling netto‐actief tot onder minimum maatschappelijk kapitaal : – De “alarmbelprocedure” : 3 drempels (art. 333 en 334 BVBA) : • Netto actief < ½ van het geplaatst kapitaal : – De algemene vergadering moet samenkomen – Binnen een termijn van twee maanden – Beraadslagen over de ontbinding – Verslag Raad van Bestuur met voorstel van maatregelen – Beslissing over ontbinding met ¾ van de stemmen
104
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: • Netto actief < ¼ van het geplaatst kapitaal – Zelfde procedure, maar goedkeuring ontbinding met ¼ van de stemmen • Netto actief < minimum gestort kapitaal => elke belanghebbende kan de ontbinding voor de rechtbank vorderen. – Gestort kapitaal BVBA : 6.200 EUR – Gestort kapitaal NV : 61.500 EUR
105
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: – Ter info voor de beroepsbeoefenaar ingeval de “alarmbelprocedure” van toepassing is : Wet 27 mei 2013 tot wijziging van de WCO (B.S. 22 juli 2013) van toepassing vanaf 1 augustus 2013 : –
“De externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder‐fiscalist en de bedrijfsrevisor die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de onderneming van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen, lichten deze laatste hiervan op een omstandige wijze in, in voorkomend geval via zijn bestuursorgaan. Indien de schuldenaar binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de onderneming voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan de externe accountant, de externe belastingconsulent of de bedrijfsrevisor de voorzitter van de rechtbank van koophandel daarvan schriftelijk inlichten. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet toepasselijk.”
106
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: – Art. 182 W.Venn. : indien 3 opeenvolgende jaren geen jaarrekening werd neergelegd. – Vordering tot ontbinding kan worden ingesteld na termijn van 7 maanden vanaf datum afsluiten 3e boekjaar, door iedere belanghebbende – Vennootschap kan nog regulariseren door alsnog een jaarrekening neer te leggen voor alle voorbije jaren. – Het neerleggen van één jaarrekening is niet voldoende om een vordering tot gerechtelijke ontbinding tegen te gaan. – Rechter dient de financiële correctheid van neergelegde jaarrekeningen niet na te gaan (3 foutieve jaarrekeningen neerleggen dus ook voldoende om ontbinding tegen te gaan).
107
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
B. Gerechtelijke ontbinding: Opgelet: – Aansprakelijkheid bestuursorgaan en strafbaar indien neerlegging jaarrekening die niet de correcte financiële toestand weergeeft. – Taak rechtbank: • Vereffeningswijze bepalen en vereffenaar(s) aanduiden • Onmiddellijke afsluiting : art. 182 : De rechtbank kan de onmiddellijke afsluiting uitspreken
Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening”
108
DEEL III – SOORTEN ONTBINDING Mogelijke vormen van ontbinding van de vennootschap :
• C. Vrijwillige ontbinding: Zie verdere inhoud van het seminarie
109
DEEL III VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN ‐
PROCEDURE 110
DEEL III – STATUUT Statuut van de in vereffening gestelde vennootschap : Art. 183 W.Venn. : een vennootschap wordt na haar ontbinding geacht voort te bestaan voor haar vereffening Chronologie : principe bestaande vennootschap de ontbinding (bij notariële akte, …) de periode van vereffening
111
DEEL III – STATUUT Statuut van de in vereffening gestelde vennootschap : Art. 183 W.Venn. : de vennootschap bestaat nog “voor haar vereffening” : ‐ Deze regel impliceert dat de vennootschap in vereffening geen nieuwe activiteiten kan ontwikkelen ‐ De ontbinding maakt geen einde aan de rechtspersoonlijkheid : tot de sluiting van de vereffening blijft de vennootschap de eigenaar van de goederen die haar actief vormen. Slechts door de sluiting van de vereffening gaan de goederen die het netto‐actief vormen over naar de vennoten Art. 183 W.Venn. : – Iedere wijziging van de naam van een vennootschap in vereffening (dus NA de ontbinding) is verboden – Verplaatsing van de zetel : enkel na homologatie van de rechtbank Een vennootschap in vereffening kan nog altijd failliet verklaard worden In voorkomend geval blijft het mandaat van de commissaris bestaan 112
DEEL III – PROCEDURE Stappenplan van toepassing bij de vrijwillige ontbinding en vereffening : (Ter info : achteraan in de syllabus zit een uitgebreid stappenplan) Let op onderscheid vennootschapsvorm. De procedure van art. 181 W.Venn. (staat van activa en passiva, verslag bestuursorgaan en controleverslag) is van toepassing bij : • CVBA • Comm.VA • BVBA • NV Dus niet bij VOF, Comm.V en CVOA
113
DEEL III – PROCEDURE Stappenplan van toepassing bij de vrijwillige ontbinding en vereffening :
Stap 1: Initiatief van het bestuursorgaan • • • • • •
Art. 181 W.Venn. Enkel voor CVBA, Comm.VA, BVBA en NV Voorstel tot ontbinding gericht aan de Algemene Vergadering Opmaak van een staat van activa en passiva (let op termijn 3 maanden in functie van datum akte notaris) De staat van activa en passiva moet toegevoegd worden aan het verslag van het bestuursorgaan (“Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd …”) De staat van activa en passiva moet opgemaakt worden in discontinuïteit, ingeval de vennootschap besluit haar activiteit te beëindigen (art. 181, met verwijzing naar art. 92 W.Venn. – zie verder deel boekhouding)
114
DEEL III – PROCEDURE Stappenplan van toepassing bij de vrijwillige ontbinding en vereffening :
Stap 1: Initiatief van het bestuursorgaan • •
Voorstel tot aanstelling van een vereffenaar Mogelijke redenen voor het voorstel tot ontbinding : – Pensioenleeftijd – Slechte economische vooruitzichten – Discussie tussen de aandeelhouders – Geen opvolging – enz
115
DEEL III – PROCEDURE Stappenplan van toepassing bij de vrijwillige ontbinding en vereffening :
Stap 2: De staat van activa en passiva • •
Deze staat moet bij het voorstel tot ontbinding gevoegd worden Deze staat mag niet ouder zijn dan drie maanden op de datum van de notariële akte : – Staat van activa en passiva op 31 /12/2013 => akte moet uiterlijk 31/03/2014 verleden worden – Staat van activa en passiva op 30 /04/2014 => akte moet uiterlijk 31/07/2014 verleden worden
•
Het bestuursorgaan moet bij de opmaak van de staat van activa en passiva uitgaan van de veronderstelling van discontinuïteit en bijgevolg de waarderingsregels aanpassen (art. 28 KB/W.Venn.) : zie verder 116
DEEL III – PROCEDURE Stap 3: Controleverslag • •
•
•
Art. 181 W.Venn. Opgemaakt door : – De commissaris (indien aanwezig) – Bedrijfsrevisor of externe accountant Bestuursorgaan stelt bedrijfsrevisor of externe accountant aan. Ingeval er een commissaris aanwezig is, werd deze voordien al aangesteld door de algemene vergadering Doel : verslag uitbrengen – over de staat van activa en passiva – En in het bijzonder melden of in de staat van activa en passiva de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven – Dus belangrijke informatieplicht naar de aandeelhouders en de vereffenaar
117
DEEL III – PROCEDURE Stap 4: Buitengewone algemene vergadering • •
• •
Uitnodiging tot de algemene vergadering minstens 15 dagen voor de algemene vergadering (belangrijk i.g.v. discussie tussen aandeelhouders !) De aandeelhouders moeten een copij ontvangen van – het voorstel tot ontbinding, – de staat van activa en passiva, – en het verslag van de bedrijfsrevisor Beslissing tot ontbinding d.m.v. notariële akte Stemming over de ontbinding en aanstelling vereffenaar – 1/2e kapitaal aanwezig – 3/4e meerderheid stemmen – Tenzij strengere statutaire bepalingen
118
DEEL III – PROCEDURE Stap 4: Buitengewone algemene vergadering •
Andere agendapunten : – Ontslag van het bestuursorgaan – Benoeming van de vereffenaar (onder opschortende voorwaarde van homologatie door de rechtbank) – Eventueel : benoeming van een vervangende vereffenaar – Eventueel : vergoeding van de vereffenaar
• •
Ter info : Het kan soms nuttig zijn om voor de buitengewone algemene vergadering met de beslissing tot ontbinding over te gaan tot : – Verplaatsing van de zetel (bijvoorbeeld naar het adres van de vereffenaar) – Wijziging van de naam (verboden na ontbinding !)
119
DEEL III – PROCEDURE Stap 5: Verzoekschrift vereffenaar (art. 184 W. Venn.) • •
•
Na beslissing tot ontbinding Benoeming van de vereffenaar door de algemene vergadering – Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid : BVBA, CVBA, NV en Comm.VA : aanstelling vereffenaar bij gewone meerderheid – Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid : Comm. V en VOF: aanstelling vereffenaar door ½ vennoten die 3/4e kapitaal vertegenwoordigen (art. 184 W.Venn.) – Indien geen vereffenaar aangesteld wordt (vb. bij ontbinding en vereffening in één akte) wordt het bestuursorgaan als vereffenaar van rechtswege beschouwd. Ondertekening van het verzoekschrift door bevoegd orgaan: de vereffenaar, advocaat, notaris of een bestuurder/zaakvoerder. Niet door een revisor/accountant (Praktijk : let op met briefpapier of briefomslag !) 120
DEEL III – PROCEDURE Stap 5: Verzoekschrift vereffenaar (art. 184 W. Venn.) •
Eenzijdig verzoekschrift bevattende in duplicaat: – Het rolrecht t.b.v. 60,00 EUR tenzij via overschrijving – Verslag bestuursorgaan van de CVBA, Comm. VA, BVBA, EV, SCE en NV (overeenkomstig art. 181 W. Venn.) – Staat van activa en passiva niet ouder dan 3 maand (art. 181 §1 W. Venn.) – Kopij van het controleverslag van de commissaris, bedrijfsrevisor, externe accountant
IBR “Stukken bij het verzoek tot bevestiging van de vereffenaar te voegen – art. 184 §2 W. Venn.”) uitspraak Nederlandstalige Voorzitters van de Rechtbanken van Koophandel uitspraak dd 3 mei 2013
121
DEEL III – PROCEDURE Stap 5: Verzoekschrift vereffenaar (art. 184 W. Venn.) •
Eenzijdig verzoekschrift bevattende in duplicaat: – Kopij ondertekende notariële akte (dient nog niet geregistreerd te zijn) • Uitzondering: – Bij VOF, Comm. V en CVOA: kopie van het verslag van de vergadering van de vennoten ter beslissing van de ontbinding en aanstelling van de vereffenaar – Bij VOF en Comm. V.: bewijs dat de beslissing genomen werd bij min. 1/2e meerderheid, in het bezit van 3/4e vermogen
IBR “Stukken bij het verzoek tot bevestiging van de vereffenaar te voegen – art. 184 §2 W. Venn.”) uitspraak Nederlandstalige Voorzitters van de Rechtbanken van Koophandel uitspraak dd 3 mei 2013
122
DEEL III – PROCEDURE Stap 5: Verzoekschrift vereffenaar (art. 184 W. Venn.) • •
Eenzijdig verzoekschrift bevattende in duplicaat: Let op : Hier bestaat geen nominatieve lijst, en de ene rechtbank zal veeleisender zijn dan de andere. Best kan u zich informeren bij de bevoegde griffie van de rechtbank van koophandel. – Vereffenaar is vennootschap: • Identiteitskaart vaste vertegenwoordiger, natuurlijk persoon • Afschrift van de statuten ter aansluiting van de activiteit als vereffenaar met haar maatschappelijk doel – Vereffenaar is een natuurlijk persoon zonder Belgische nationaliteit of een vennootschap waarvan de vaste vertegenwoordiger geen Belgische nationaliteit draagt: • Getuigschrift van goed gedrag en zeden
IBR “Stukken bij het verzoek tot bevestiging van de vereffenaar te voegen – art. 184 §2 W. Venn.”) uitspraak Nederlandstalige Voorzitters van de Rechtbanken van Koophandel uitspraak dd 3 mei 2013
123
DEEL III – PROCEDURE Stap 5: Verzoekschrift vereffenaar (art. 184 W. Venn.) •
Eenzijdig verzoekschrift bevattende in duplicaat: – Verklaring op eer door de vereffenaar of de vaste vertegenwoordiger van de vennootschap aangesteld als vereffenaar ter bevestiging dat: • Men nooit in staat van faillissement is verklaard • De voorbije 10 jaar niet heeft verzuimd om rekening en verantwoording te doen of af te rekenen als bewaarder, voogd, bestuurder of rekenplichtige
IBR “Stukken bij het verzoek tot bevestiging van de vereffenaar te voegen – art. 184 §2 W. Venn.”) uitspraak Nederlandstalige Voorzitters van de Rechtbanken van Koophandel uitspraak dd 3 mei 2013
124
DEEL III – PROCEDURE Stap 6: Homologatie door Rechtbank van Koophandel (art. 184 §2 W. Venn.) • • • •
•
Uitspraak binnen 5 werkdagen Zo niet: benoeming wordt beschouwd als zijnde bevestigd, dan wel gehomologeerd Wat indien de rechtbank niet bevestigt/homologeert? Rechtbank arrondissement waar zetel van de vennootschap gevestigd was op tijdstip ontbinding – Indien verplaatsing van zetel binnen de 6 maanden voor ontbinding: rechtbank arrondissement van de zetel VOOR verplaatsing (art. 184 §1 lid 2 W. Venn.) Art. 184 §2 4° W.Venn. : de rechtbank oordeelt eveneens over de handelingen tussen de benoeming en de homologatie (zie verder) 125
DEEL III – PROCEDURE Stap 6: Homologatie door Rechtbank van Koophandel (art. 184 §2 W. Venn.) Bevoegdheden Rechtbank van Koophandel: (art. 184 §2 en §4 W. Venn.) ‐ Aanvragen bevestiging en homologatie aanstelling vereffenaar ‐ Vordering tot vervanging van de vereffenaar ‐ Aanvragen tot goedkeuring verdelingsplan
126
DEEL III – PROCEDURE Stap 7: Neerlegging •
Notaris legt notariële akte en afschrift goedkeuring Rechtbank van Koophandel neer bij griffie van de Rechtbank van Koophandel en publicatie in Belgisch Staatsblad
127
DEEL III – PROCEDURE Stap 8: Bekendmaking •
Bekendmaking ontbinding en aanstelling vereffenaar aan KBO + opmaken vereffeningsdossier (art. 195bis W. Venn.): – Vennootschapsdossier – Afschrift bijzonder verslag bestuursorgaan en controleverslag – Uittreksels van de bekendmakingen – Lijst van homologaties/bevestigingen indien van toepassing – Kopie van alle verslagen omtrent de vereffening – Eenzijdig verzoekschrift m.b.t. de bevestiging van de benoeming vereffenaar
128
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva • •
Is niet tijdsgebonden en kan dus meerdere jaren duren Vereffenaar gaat over tot de realisatie van het actief en de vereffening van de passiva (art. 190 W. Venn.)
129
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva • • •
Handelingen van de vereffenaar : Worden omschreven in art. 186 en art. 187 W.Venn. : Let op met onroerende goederen
•
Art. 186 W.Venn. : Voor zover de statuten of de akte van benoeming niet anders bepalen, kunnen de vereffenaars alle rechtsgedingen voeren, hetzij als eiser hetzij als verweerder, alle betalingen ontvangen, opheffing van inschrijving verlenen met of zonder kwijting, alle roerende waarden van de vennootschap te gelde maken, alle handelspapieren endosseren, dadingen of compromissen aangaan betreffende alle geschillen. Zij kunnen de onroerende goederen van de vennootschap openbaar verkopen indien zij de verkoop nodig achten voor de betaling van de schulden van de vennootschap. 130
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva •
Art. 187 W.Venn. : Voor sommige handelingen heeft de vereffenaar voorafgaandelijk de toestemming nodig van de algemene vergadering : – het bedrijf of de handel voortzetten tot de tegeldemaking – leningen aangaan voor de betaling van de schulden der vennootschap – handelspapier uitgeven – de goederen van de vennootschap hypothekeren of in pand geven – de onroerende goederen, zelfs uit de hand, verkopen – het vermogen in andere vennootschappen inbrengen.
131
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva • • •
•
De vereffenaar kan tijdens de vereffeningsperiode al voorschotten toekennen aan de aandeelhouders Voor de boekingswijze : zie verder Ter info : op de voorschotten moet roerende voorheffing ingehouden worden (tenzij Moeder‐Dochter) Let wel : de vereffenaar is persoonlijk aansprakelijk ingeval er nadien een tekort zou zijn !
132
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva •
Rapportering : – Aan Rechtbank van Koophandel (zie hierna) – Aan Nationale Bank : verplichting opmaak en neerlegging jaarrekening blijft bestaan – Aan Algemene Vergadering
133
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva • • •
• •
Verplichting tot opstellen van een omstandige staat door vereffenaar Motivatie van de reden waarom niet overgegaan kan worden tot de sluiting van de vereffening Wanneer (gewijzigd door de Wet van 19/03/2012) ? – 1e jaar: • 7e maand : verslag over de eerste 6 maanden • 13e maand: verslag over de eerste 12 maanden – Vanaf 2e jaar: jaarlijks Neerlegging op de griffie van de Rechtbank van Koophandel (niet publiceren!) Sanctie: – Vervanging van de vereffenaar – Geldboete vereffening (art. 196 lid 5 W. Venn.) 134
DEEL III – PROCEDURE Stap 9: Realisatie van activa en passiva Akte notaris
Omstandige staat
31/03/2011
…..
31/03/2012
Omstandige staat 30/09/2011
Omstandige staat
Sluiting vereffening
31/03/2013
135
DEEL III – PROCEDURE ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
31/12/2012 : 31/03/2013 : 30/06/2013 : 05/07/2013 : 31/12/2013 : 31/01/2014 : 30/06/2014 : 30/07/2014 : 30/06/2015 : … … : … : … : … :
einde boekjaar Datum staat van activa en passiva Datum voor notariële akte ( maximaal 3 maanden) Uiterlijke datum voor homologatie vereffenaar (5 dagen) Datum 1ste omstandige staat (na 6 maanden) Uiterlijke datum neerlegging omstandige staat per 31/12/2013 Datum 2de omstandige staat (na 12 maanden) Uiterlijke datum neerlegging omstandige staat per 30/06/2014 Datum 3de omstandige staat (2de jaar) afronding vereffening : plan van verdeling goedkeuring plan van verdeling door de rechtbank sluiting van de vereffening bewaartermijn 5 jaar 136
DEEL III – PROCEDURE Stap 10: Realisatie rekeningen • •
Op het ogenblik dat de vereffenaar van oordeel is dat de vereffening afgerond is : opmaak plan van verdeling door de vereffenaar. Inhoud is niet wettelijk gedefinieerd, maar minstens : – – – – –
• •
•
Hoe zijn de activa gerealiseerd sedert de ontbinding ? Welke schulden zijn er betaald sedert de ontbinding ? Zijn er activa en/of passiva die worden toebedeeld aan de aandeelhouders ? Wat is het eventuele vereffeningssaldo ? Liquidatiebonus
Plan van verdeling (art. 190 W. Venn.) Goedkeuring door rechtbank van Koophandel – Akkoord wordt niet gepubliceerd – Heeft geen kwijting tot gevolg Vereffeningssaldo verdelen 137
DEEL III – PROCEDURE Stap 11: Sluiting vereffening • • • • •
Indien de Rechtbank van Koophandel akkoord gaat met het plan van verdeling kan er overgegaan worden tot de sluiting van de vereffening Voorstel van de vereffenaar aan de Buitengewone Algemene Vergadering tot sluiting van de vereffening Ten minste één maand voor de algemene vergadering legt de vereffenaar de rekeningen neer op de zetel van de vennootschap Beslissing tot sluiting bij onderhandse akte, tenzij toebedeling van onroerende goederen Bewaarplicht van alle stukken gedurende 5 jaar!
138
DEEL III – PROCEDURE Opgelet • •
•
Strafrechtelijke sancties wegens nalating neerlegging van de tussentijdse staten (art. 189 bis W. Venn.) Nalating neerlegging verdelingsplan: – Geen strafrechtelijke sanctie – Wel mogelijke aansprakelijkheid van de vereffenaar indien er schade uit voort vloeit Publicatie in het Belgisch Staatsblad van de sluiting
139
DEEL III – PROCEDURE Elke belanghebbende kan de vervanging van de vereffenaar vragen indien de procedure niet wordt gevolgd
140
DEEL III – PROCEDURE Principes i.v.m. de jaarrekening Invereffeningsstelling (ontbinding): – Op moment van invereffeningstelling/ontbinding dient er geen jaarrekening opgesteld of openbaar gemaakt te worden – TENZIJ de datum van ontbinding samenvalt met de normale afsluitingsdatum van het boekjaar. – Maar let op advies CBN 2011/8 : zie volgende bladzijde
141
DEEL III – PROCEDURE Principes i.v.m. de jaarrekening Commissie voor Boekhoudkundige Normen – Aangewezen om jaarrekening op te maken bij aanvang van ontbinding een afrekening voorop te stellen van ‘normale werkingsperiode’ – Advies dat men een balans, resultatenrekening en toelichting dient op te maken vanaf datum einde boekjaar tot de datum van het ontbindingsbesluit via authentieke akte (invereffeningstelling). – Doel: duidelijk onderscheid maken tussen aansprakelijkheid van de bestuurders en die van de vereffenaar. – Uitzondering: indien het bestuursorgaan en de vereffenaar dezelfde personen betreffen (onnodige administratieve rompslomp en kosten) Bron: Nationale Bank van België Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
142
DEEL III – PROCEDURE Principes i.v.m. de jaarrekening Commissie voor Boekhoudkundige Normen Om het tegenstelbaar te maken aan derden: – Jaarrekening ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering; – Advies tot neerleggen ter publicatie binnen 30 dagen na datum algemene vergadering.
Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
143
DEEL III – PROCEDURE Principes i.v.m. de jaarrekening Ter info : Het is aangewezen om een jaarrekening op te maken, maar er is toch een staat van activa en passiva ? Maar : – Jaarrekening is uitgebreider (toelichting !) – Bovendien is het aangewezen om deze jaarrekening ook te publiceren om deze tegenstelbaar te maken aan derden. Een staat van activa en passiva kan niet bij de Nationale Bank gepubliceerd worden.
144
DEEL III – PROCEDURE Principes i.v.m. de jaarrekening Gedurende de vereffening: – jaarrekening opmaken bij afsluiten van het boekjaar door vereffenaar omwille van het continuïteitsbeginsel – Merk op : art. 193 W.Venn. : de vereffenaar moet de jaarrekening “voorleggen” aan de algemene vergadering => de algemene vergadering moet zich derhalve niet uitspreken over de jaarrekening en wordt enkel geïnformeerd – Praktijk : het is niet mogelijk om een jaarrekening neer te leggen die niet is goedgekeurd door de algemene vergadering (de jaarrekening is enkel voorgelegd …) Sluiting vereffening: – Vereffenaar stelt de rekeningen op, maar er dient geen jaarrekening opgesteld noch neergelegd te worden.
145
DEEL III – PROCEDURE Concreet : de jaarrekening met betrekking tot het laatste onvolledige boekjaar moet niet meer neergelegd worden. Voorbeeld : – Ontbinding : 15/12/2013 – Einde boekjaar : 31/12/2013 – Sluiting vereffening : 15/03/2014 – Jaarrekening per 31/12/2013 moet nog neergelegd worden – Jaarrekening 01/01/2014 – 15/03/2014 moet niet meer neergelegd worden
146
DEEL III – PROCEDURE Overige aandachtspunten Vennootschap blijft verder bestaan tot de afsluiting Wijziging naam is verboden (art. 183 §2 W. Venn.) Verplaatsing zetel enkel mits homologatie door Rechtbank van Koophandel (art. 183 §3 W. Venn.) Alle documenten moeten vermelden “vennootschap in vereffening” Het exploitatiedoel wordt vervangen door het vereffeningdoel in notariële akte De Algemene Vergadering blijft behouden maar krijgt een ander doel (geen goedkeuring meer van de jaarrekening en winstverdeling, wel opvolging en beslissing over de vereffening) Vennootschap blijft onderworpen aan boekhoudwet en gewone regels aangaande vennootschapsbelasting
147
DEEL III – PROCEDURE Verloop van de vereffening De Algemene Vergadering beslist pas na afloop vereffening tot kwijting van de vereffenaar, de jaarlijkse Algemene Vergadering tijdens procedure neemt enkel kennis van jaarrekening (zonder deze goed te keuren). De Algemene Vergadering heeft niet langer de bevoegdheid om de jaarrekening goed te keuren. De vereffenaar mag, indien gewenst, de datum waarop de jaarrekening voorgelegd werd aan de Algemene Vergadering vermelden op de jaarrekening.
Bron: Nationale Bank van België Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
148
DEEL III – PROCEDURE Jaarrekening bij vereffening Vereffenaars dienen jaarrekening op te stellen over geheel boekjaar, niet enkel het gedeelte vanaf de invereffeningstelling (art. 92 W. Venn.) Jaarrekening voorleggen aan de algemene vergadering . Motiveren waarom de vereffening niet afgesloten kan worden (art. 193 W.Venn.). Vermelding op jaarrekening: “in vereffening”
Bron: Nationale Bank van België Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
149
DEEL III – PROCEDURE Jaarrekening bij vereffening Jaarrekening verplicht neerleggen binnen 30 dagen na datum algemene vergadering en ten laatste 7 maanden na datum afsluiting boekjaar. (art 193 W. Venn.) Indien de vereffening in het jaar van ontbinding reeds definitief wordt afgesloten dan moet de jaarrekening niet meer openbaar gemaakt worden.
Bron: Nationale Bank van België Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
150
DEEL III – PROCEDURE Plan van verdeling (art 190 W. Venn.) Ter goedkeuring voor te leggen aan de Rechtbank van Koophandel Rechtbank van Koophandel kan dit plan aan een controle onderwerpen. Indien activa onvoldoende is om de schulden te dekken ontstaat er immers het risico op faillissement. Geen maximumtermijn van behandeling door rechtbank vastgelegd door wet. Ondertekend door: – Vereffenaar – Zaakvoerder/bestuurder – Notaris – Advocaat
151
DEEL III – PROCEDURE Sluiting van de vereffening Na afloop van de vereffening & 1 maand voor de Algemene Vergadering leggen de vereffenaars alle rekeningen en stukken tot staving neer op de zetel. Controle van stukken door commissaris. Indien geen commissaris: alle vennoten hebben een INDIVIDUEEL onderzoeksrecht, eventueel met bijstand door bedrijfsrevisor of extern accountant (art. 194 W. Venn.)
Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011 152
DEEL III – PROCEDURE Sluiting van de vereffening Jaarrekening Jaarrekening opmaken maar niet neer te leggen (art 193 W. Venn. geldt enkel tijdens de vereffening) – Tenzij datum sluiting samenvalt met de normale afsluitingsdatum van het boekjaar Jaarrekening ter goedkeuring voorleggen aan de Algemene Vergadering Afsluiting bekendmaken in Belgisch Staatsblad. Vereffenaar blijft nog 5 jaar aansprakelijk na datum bekendmaking van de sluiting Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – 6 april 2011
153
DEEL III – PROCEDURE Sluiting van de vereffening : Bijzondere Algemene vergadering Bijkomende algemene vergadering aangaande de sluiting kan: – Onderhands (indien geen onroerend goed in de vennootschap) – Authentiek Agendapunten: – Beslissing afsluiting; – Kwijting vereffenaar; – Beslissing tot sluiting bij gewone meerderheid (bij VOF en Comm.V. : 1/2 kapitaal en 3/4e meerderheid); – Publicatie van de sluiting in bijlage Belgisch Staatsblad; – Inschrijving in handelsregister schrappen; – Btw‐registratienummer schrappen.
154
DEEL III VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN ‐
DE VEREFFENAAR 155
DEEL III – DE VEREFFENAAR Vereffenaar (art. 184 §3 W. Venn.) Natuurlijk persoon Rechtspersoon vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon die benoemd is in het benoemingsbesluit. – Een vennootschap kan aldus aangesteld worden als vereffenaar.
156
DEEL III – DE VEREFFENAAR Indien geen expliciete benoeming van de vereffenaar worden ten aanzien van derden als vereffenaar beschouwd (Art. 185 W. Venn.): • NV, BVBA, coöperatieve vennootschappen: bestuurder/zaakvoerder • VOF, Comm. V.: vennoten zaakvoerders
157
DEEL III – DE VEREFFENAAR Bevoegdheden (art 186 W. Venn.): Eigen bevoegdheden – Activa realiseren (tegen realisatiewaarde) – Betaling schulden en aldus het passief aan te zuiveren – Niet betaalde schulden blijven op de staat open staan en leiden aldus tot een negatief eigen vermogen – Het eventueel vereffeningsaldo wordt verdeeld onder de aandeelhouders
158
DEEL III – DE VEREFFENAAR Bevoegdheden (art 186 W. Venn.): Uitz.: toestemming van de algemene vergadering is genoodzaakt bij (art. 187 W. Venn.): – Voortzetting van de activiteit; – Aangaan leningen om schulden te betalen; – Hypothekeren en verpanden van goederen; – Verkoop van onroerend goed (tenzij openbare verkoop – art. 186 W.Venn.); – Activa en passiva in te brengen in andere vennootschappen; – Inkopen van eigen aandelen.
159
DEEL III – DE VEREFFENAAR Tussentijdse handelingen vereffenaar (art. 184 §2 W. Venn.) Beoordeling door Rechtbank van Koophandel omtrent de handelingen gesteld door vereffenaar tussen benoeming door de Algemene Vergadering en de bevestiging ervan. Opgaveplicht door de vennootschap Mogelijkheid tot nietig verklaring met terugwerkende kracht indien in strijd met de rechten van derden.
Bron: www.legalworld.be “Vereffeningsprocedure vennootschappen vereenvoudigd” – 10/5/2012 Bron: ICCI: Seminarie “Ontbinding en vereffening van een onderneming” Permanente vorming 2013‐2014 160
DEEL III – DE VEREFFENAAR Aansprakelijkheid (art 192 W. Venn.) Verantwoordelijk ten aanzien van derden en vennoten voor het vervullen van diens opdracht Aansprakelijk voor tekortkomingen bij uitvoering van zijn bestuur Aansprakelijk voor openstaande belastingschulden indien: – Sprake van fout, schade en oorzakelijk verband tussen beiden – Bewijs leveren door persoon die de schade inroept – De fiscus dient m.a.w. te bewijzen dat men de volledige belasting had kunnen innen zonder de fout van de vereffenaar – Indien er nog schulden t.a.v. de fiscus zijn na afsluiting van de vereffening Aangewezen dat de vereffenaar de schuldenaars aanschrijft en hen aanmaant om de achterstallige facturen aan te zuiveren
161
DEEL III – DE VEREFFENAAR Aansprakelijkheid (art 192 W. Venn.) Niet of laattijdig neerleggen jaarrekeningen / Niet naleven alarmbelprocedure: – Bewijs dat de nalatigheid vereffenaar heeft bijgedragen tot de fiscale achterstand Taak van de vereffenaar om voor afsluiting van de vereffening na te gaan of alle schuldeisers betaald zijn (incl. fiscus). Belang om vereffenaar te wijzen op de risico’s van diens opdracht.
162
DEEL III – DE VEREFFENAAR Ontslag Beëindiging van het mandaat – Vrijwillig – Door de Algemene Vergadering – Door de rechtbank
163
DEEL III VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE AANDACHTSPUNTEN ‐
DE “TURBO‐LIQUIDATIE” 164
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Context : Wet van 2 juni 2006 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen (versterkte rechterlijke controle ter bescherming van de schuldeisers, o.a. m.b.t. tussentijdse rapportering, plan van verdeling, enz.) 14 november 2006 : Omzendbrief Minister L. Onkelinkx : verduidelijking omtrent de wet, en bevestiging dat ontbinding en sluiting in één akte nog mogelijk is, als tegemoetkoming aan de soms zware administratieve handelingen door de Wet van 2 juni 2006 Wet van 7 mei 2012 : voorwaarden voor vereffening en sluiting in één akte wordt wettelijk geregeld 12 december 2012 : Parlementaire Vraag L.Van Biesen aan Minister A. Turtelboom i.v.m. praktische voorwaarden vereffening en sluiting in één akte
165
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Principe: één notariële akte die de vereffening en sluiting van de vereffening vervat Wet van 7 mei 2012 (art. 184 §5 W. Venn.) : “§ 5. Onverminderd artikel 181, zijn een ontbinding en vereffening in één akte slechts mogelijk mits naleving van de volgende voorwaarden : 1° er is geen vereffenaar aangeduid; 2° er zijn geen passiva luidens de staat van activa en passiva als bedoeld in artikel 181; 3° alle aandeelhouders of vennoten zijn op de algemene vergadering aanwezig of geldig vertegenwoordigd en besluiten met eenparigheid van stemmen. De terugname van het resterend actief gebeurt door de vennoten zelf.”
166
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Voorwaarden: 1° 2° 3°
Er is geen vereffenaar aangeduid; Er zijn geen schulden luidens de staat van activa en passiva bedoeld in art. 181; Alle aandeelhouders of vennoten zijn vertegenwoordigd en besluiten met éénparigheid van stemmen.
De terugname van het resterend actief gebeurt door de vennoten zelf.
167
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch Raming vennootschapsbelasting doorvoeren en reeds voldoende voorafbetaling opdat er een vordering is t.a.v. de administratie Verhinderen de ééndagsprocedure niet (n.a.v. Parlementaire vraag aan Minister Turtelboom): – Schulden t.a.v. de aandeelhouder/vennoot – Schulden t.a.v. het bestuursorgaan – Schulden m.b.t. de vereffening zijnde kosten notaris, revisor, accountant... Voorziening mag op het passief staan (maar moeten wel voldaan zijn op datum van de akte – zie verder)
Bron: Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN). Bron: Accountancy & fiscaliteit “Vereffening en ontbinding in één akte; de passiviteitsvereiste uitgeklaard?” BAART T. en D’HERDE W. – nr. 8 dd. 28 februari 2013 168
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch De notie “geen passiva luidens de staat van activa en passiva als bedoeld in artikel 181” dient volgens de Minister geïnterpreteerd te worden als (Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN) “de schulden ten aanzien van derden”. De minister preciseert : “andere passiva, zoals kapitaal en reserves, dienen buiten beschouwing te worden gelaten. De kosten of provisies zelf vormen evenmin een beletsel”.
169
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch Enkel schulden t.a.v. derden zijn strikt verboden Melding maken van de toepassing ééndagsprocedure in: – Verslag revisor/commissaris/externe accountant (besluit) – Bijzonder verslag van het bestuursorgaan
Bron: Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN). Bron: Accountancy & fiscaliteit “Vereffening en ontbinding in één akte; de passiviteitsvereiste uitgeklaard?” BAART T. en D’HERDE W. – nr. 8 dd. 28 februari 2013
170
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch Vormen geen “passiva” in de zin van het artikel 184 § 5 W. Venn.: – Maatschappelijk kapitaal – Wettelijke en overige reserves opgebouwd die na de vereffening uitbetaald worden aan de aandeelhouders/vennoten; – Notariële kosten n.a.v. de ontbinding; – Revisorale kosten – Overige kosten die een rechtstreeks verband vertonen met de ontbinding en vereffening – Schulden, andere dan kapitaal en reserves, t.a.v. de aandeelhouders/vennoten. Bron: Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN). Bron: Accountancy & fiscaliteit “Vereffening en ontbinding in één akte; de passiviteitsvereiste uitgeklaard?” BAART T. en D’HERDE W. – nr. 8 dd. 28 februari 2013
171
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch Indien deze schulden vervat staan op de balans, kan de ééndagprocedure alsnog gehanteerd worden. Voorwaarde: – Schulden moeten voldaan zijn in de periode tussen de datum van de interne staat en de datum van de ontbinding (notariële akte). – Bewijs voorleggen van betaling
Bron: Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN). Bron: Accountancy & fiscaliteit “Vereffening en ontbinding in één akte; de passiviteitsvereiste uitgeklaard?” BAART T. en D’HERDE W. – nr. 8 dd. 28 februari 2013 172
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch In de Parlementaire Vraag wordt eveneens verduidelijkt dat de verwijzing naar art. 181 W.Venn. slechts van toepassing is voor de vennootschapsvormen die deze staat van activa en passiva kennen, met name de BVBA, CVBA, NV en Comm.VA Bij een VOF en Comm.V. is er geen staat van activa en passiva nodig (art. 181 W.Venn.). Kan hier dan de ééndagsprocedure wel gevolgd worden ?
Bron: Vr. en Antw. Kamer 2012‐2013, 12 december 2012, 27, (Vr. nr. 14529 L. VAN BIESEN). Bron: Accountancy & fiscaliteit “Vereffening en ontbinding in één akte; de passiviteitsvereiste uitgeklaard?” BAART T. en D’HERDE W. – nr. 8 dd. 28 februari 2013 173
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktisch De ééndagsprocedure voor VOF en Comm.V. (Accountancy & Tax 2013/2, IAB) In artikel 181 §1 W.Venn. wordt uitdrukkelijk limitatief bepaald dat dit artikel betrekking heeft op de voorstellen tot ontbinding van de BVBA, CVBA, NV en Comm.VA. Derhalve is dit artikel niet van toepassig op de VOF of de Comm.V. Vervolgens bepaalt art. 184 §5 W.Venn. dat “onverminderd artikel 181, zijn een ontbinding en vereffening in één akte slechts mogelijk mits naleving van de volgende voorwaarden … 2° er zijn geen passiva luidens de staat van activa en passiva als bedoeld in artikel 181”. Aangezien de VOF en de Comm.V geen staat van activa en passiva dienen op te maken, kunnen er dan ook geen passiva blijken uit dergelijke staat Als conclusie kan hieruit worden afgeleid dat, voor zover aan de andere voorwaarden voldaan is, het ontbreken van een staat van activa en passiva de ontbinding en vereffening in één akte van een VOF en Comm.V. niet in de weg kan staan 174
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE 1) Heeft de notaris een controletaak? Notaris dient de wettigheid van de verrichtingen te bevestigen. Een ambtsverlening in casu ongeldige verrichting zal diens aansprakelijkheid in het gedrang brengen. Bedenking: bevoegdheid beoordeling verslaggeving? Conclusie: taak van de revisor, commissaris, accountant om in het besluit van het verslag melding te maken van de toepassing van de nieuwe procedure. + melding in het verslag van het bestuursorgaan.
175
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Aandachtspunten: Vraag omtrent aansprakelijkheid rijst. Geen wettelijke bepalingen vastgelegd. Geen aanspreekpunt indien discussies/claims na de sluiting van de vereffening vermits er geen vereffenaar is. Onduidelijkheid omtrent de aansprakelijkheid!!! – Wie kan aansprakelijk gesteld worden? • Notaris?? • Accountant?? Procedure houdt mogelijks een risico in voor de accountant! Voorzichtigheid is geboden!
176
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Aandachtspunten: Oplossing die in de praktijk wordt toegepast : clausule in de akte waarin wordt opgenomen dat alle eventuele schulden die na de sluiting opduiken, zullen worden betaald door de aandeelhouders (zij ontvangen immers ook het vereffeningssaldo) Art. 185 W.Venn. : “zijn geen vereffenaars benoemd (cfr. de ééndagsvereffening), dan worden de zaakvoerders of bestuurders ten aanzien van derden als vereffenaars beschouwd.” => zijn de zaakvoerders/bestuurders dan aansprakelijk ? Notaris 1 : wijst de bestuurders/zaakvoerders op de verzwaarde aansprakelijkheid Notaris 2 : de aandeelhouders zijn verantwoordelijk Notaris 3 : de aandeelhouders dienen aangesproken te worden
177
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Bouwsector Probleemstelling bij de bouwsector wegens 10 jarige aansprakelijkheid Principe: (onder)aannemers en architecten blijven 10 jaar na oplevering aansprakelijk voor zware gebreken (art. 1792 B.W.) = openbare orde Indien vennootschap in vereffening: vordering instellen bij de vereffenaar die gedurende 5 jaar na sluiting aansprakelijk blijft. Principe ééndagsprocedure: geen vereffenaar aldus geen aanspreekpunt aangaande eventuele schadeclaims.
Bron: ICCI “Ontbinding van een bouwvennootschap”, 17 januari 2013 178
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Bouwsector Geen garantie tot uitsluitsel toekomstige schulden. Men kan immers niet voorspellen dat een claim gevestigd zal worden na oplevering werf. Gevolg: voorwaarde art 184 §5 2° is niet voldaan. Biedt een verzekering ter dekking van dergelijke schadeclaims oplossing? Dergelijke verzekering houdt het bestaan van schulden niet tegen
Bron: ICCI “Ontbinding van een bouwvennootschap”, 17 januari 2013
179
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Praktijk Melding maken in het revisoraal verslag van de mogelijke schuld. Rechtbank van Koophandel inlichten over het bestaan van een mogelijke schuld die vermoedelijk niet zal instemmen met de ééndagprocedure omwille van het materieel risico. Gevolg: verslag wordt teruggestuurd en er moet een nieuwe staat met revisoraal verslag opgemaakt worden wat leidt tot verdubbeling kosten.
Conclusie: Eéndagsprocedure in een bouwsector af te raden omwille van de tienjarige aansprakelijkheid!
Bron: ICCI “Ontbinding van een bouwvennootschap”, 17 januari 2013 180
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Wat met liquidatiebonus? – Schuld in hoofde van de vennootschap? – Schuld in hoofde van de aandeelhouder? – Voorschot uitkeren is niet mogelijk gezien de vereffening nog niet is opgestart, bijgevolg ontstaat schuld pas bij de akte van vereffening
181
DEEL III – VEREFFENING EN SLUITING IN ÉÉN AKTE Schuldeisers hebben het recht om: Tot 6 maanden na sluiting vereffening faillissement aan te vragen – Bewijs leveren dat op moment van sluiting de betalingen gestaakt werden. Om de vernietiging van de sluiting aan te vragen – Bewijs leveren dat de sluiting met bedrieglijke benadeling is geschied. – Rechtbank zal oordelen over de benadeling. – Gevolg: vernietiging van de sluiting. De vennootschap zal haar bestaan opnieuw verder zetten met het oog op de vereffening.
182
DEEL III – FAILLISSEMENT (Cass. 14 januari 2005, T.R.V.). Het Hof stelde o.a. dat “een vennootschap in vereffening die haar eisbare schulden niet betaalt of waarvan vaststaat dat zij haar schulden op korte termijn niet zal kunnen voldoen, aan wie haar schuldeisers weigeren een uitstel van betaling of een vermindering van hun schuldvordering toe te staan en die geen nieuw krediet krijgt, in staat van faillissement (is). Het feit dat de schuldeisers of een significant deel daarvan het vertrouwen behouden in de vereffenaar en de vereffening, kan een element zijn waarop de feitenrechter zijn oordeel laat rusten dat de vennootschap in vereffening nog haar krediet behoudt en dus niet in staat van faillissement is. Evenmin heeft een vennootschap in vereffening waarvan de vereffenaar in de wettelijk toegelaten grenzen de eisbare schulden afbetaalt en die het vertrouwen van de schuldeisers behoudt, in beginsel opgehouden te betalen”.
183
184
DEEL IV FISCALE AANDACHTSPUNTEN ‐
VENNOOTSCHAPSBELASTING
185
DEEL IV – PRINCIPE Fiscale continuïteit van de vennootschap in vereffening (art. 208 en 209 WIB92) Gevolg: blijft onderhevig aan alle fiscale bepalingen geldig voor een gewone vennootschap waaronder de bepalingen omtrent de aangifte vennootschapsbelasting.
186
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Aangifte vennootschapsbelasting Jaarlijks in te dienen volgens het normale regime Aangifte speciaal bij sluiting vereffening Voorbeeld • Vennootschap sluit normaal haar boekjaar af op 31 december • Ontbinding : 15 maart 2010 • Sluiting vereffening : 27 november 2012
Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1
187
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Aangifte vennootschapsbelasting Oplossing: • • •
Aangifte AJ 2011 Aangifte AJ 2012 Bijzondere aangifte AJ 2012
: : :
01/01/2010 t.e.m. 31/12/2010 01/01/2011 t.e.m. 31/12/2011 01/01/2012 t.e.m. 27/11/ 2012
188
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Principes : Art. 208 WIB92 “Vennootschappen in vereffening blijven aan de vennootschapsbelasting onderworpen volgens de bepalingen van de artikelen 183 tot 207. Hun winst omvat mede de meerwaarden die worden verwezenlijkt of vastgesteld naar aanleiding van de verdeling van hun vermogen” Praktijk : – Wat ingeval van de uitbreng in natura van een gebouw ? Moet/mag een herwaarderingsmeerwaarde geboekt worden ? – Wat ingeval van aandelen ? blijven genieten van de vrijstelling van art. 192 WIB92
189
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Principes : Art. 208 WIB92 ‐
‐
Circulaire Ci.D. 14/416.334 dd. 22/04/1993 : bij het bepalen van het in artikel 208 WIB92 bedoelde dividend, dient rekening gehouden te worden met de werkelijke waarde van de in natura uitgekeerde vermogensbestanddelen Com.I.B. nr. 208/15 : worden onroerende goederen toebedeeld, moet uitgegaan worden van de verkoopwaarde
Conclusie : ‐ ‐
Boekhoudkundig zal waarschijnlijk geen herwaarderingsmeerwaarde mogen geboekt worden in toepassing van art. 57 KB/W.Venn. (zie Deel V) De Administratie verwacht echter wel dat rekening worden gehouden met de reëele waarde !
190
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Principes : Art. 209 WIB92 Fiscale regeling van de verdelingen Wordt als een uitgekeerd dividend beschouwd : het positieve verschil tussen de uitkeringen en de gerevaloriseerde waarde van het kapitaal : – De terugbetaling van werkelijk gestort kapitaal is bijgevolg niet belastbaar – Het deel boven het gestorte kapitaal is de liquidatiebonus Fiscale volgorde van de verdeling : – Eerst van het gestorte kapitaal – Vervolgens van de belaste reserves – Tenslotte van de vrijgestelde reserves Ter info : dit is de fiscale volgorde, NIET de boekhoudkundige volgorde
191
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Fiscale regeling van de verdelingen op het netto‐actief (art. 209 WIB92): 1) 2) 3)
Gestort kapitaal: niet belastbaar Belaste reserves: taxatie liquidatiebonus compenseert de afname van de belaste reserves (nuloperatie) Vrijgestelde reserves of winsten gerealiseerd tijdens jaar vereffening d.m.v. meerwaarden: belastbaar
Ter info : verdeling van het netto‐actief bij fusie of splitsing : ‐art. 78 t/m 80bis KB/W.Venn. : continuïteitsbeginsel ‐Verdeling van het eigen vermogen : op basis van de fiscale nettowaarde
Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1 192
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Wat indien aandelen opgesplitst zijn in vruchtgebruik / naakte eigendom? Aan wie komt het voorschot toe? Afhankelijk van de basis aangewend ter uitbetaling – Volstort kapitaal en opgebouwde reserves komen toe aan de vruchtgebruiker en naakte eigenaar (pro‐rata volgens sterftetabellen) – Overgedragen winsten komen toe aan de vruchtgebruiker (omdat dit nog niet‐ bestemde reserves betreft)
193
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Voorbeeld : bestaande situatie A
P
Gebouwen
8.000
Kapitaal
4.000
Machines
7.000
Wettelijke reserve
1.000
Beschikbare reserve
5.000
Vrijgestelde reserve
3.000
Schulden
4.000
TOTAAL
17.000
Voorraad
TOTAAL
2.000
17.000
194
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Stap 1 Verkoop van de machines : 10.000 Bruto meerwaarde: 3.000 (10.000 – 7.000 boekwaarde machines) Netto: 1.980 (3.000 – 34%) toekenning aan overgedragen winst Voorschot op verdeling tijdens het vereffeningsjaar: 9.000 Vervolgens is er een jaarafsluiting (dus nog geen sluiting van vereffening)
195
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Stap 2 : Voorbeeld : boekhoudkundige situatie na verkoop A Gebouwen
P 8.000
Machines Voorraad Cash
TOTAAL
2.000 10.000
20.000
Kapitaal
4.000
Wettelijke reserve
1.000
Beschikbare reserve
5.000
Vrijgestelde reserve
3.000
Overgedragen winst
1.980
Schulden
4.000
Te betalen belasting
1.020
TOTAAL
20.000
196
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Stap 3 : Dankzij de bedragen die de vennootschap ingevolge haar verkoop heeft ontvangen, beslist de vennootschap om over te gaan tot een eerste verdeling van 9.000.
197
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Stap 3 : boekhoudkundige situatie na uitkering A Gebouwen
P 8.000
Machines Voorraad
Cash
TOTAAL
2.000
1.000
11.000
Kapitaal
4.000
Wettelijke reserve
1.000
Beschikbare reserve
5.000
Vrijgestelde reserve
3.000
Overgedragen winst
1.980
19 Voorschot verdeling
‐9.000
Schulden
4.000
Te betalen belasting
1.020
TOTAAL
11.000 198
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF
199
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Stap 4 : – Nog steeds in de vereffeningsperiode – Maar einde van het boekjaar – Opmaak aangifte vennootschapsbelasting => toepassing art. 209 WIB92
200
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Oplossing : Vermindering gestort kapitaal : 4.000 Uitkering liquidatiebonus : 5.000 = dividend dus onderhevig aan 10% roerende voorheffing Een uitkering van een liquidatiebonus gelijk aan het verschil tussen de 9.000 (uitgekeerde bedragen) en 4.000 (gestort kapitaal) Vermindering van de belaste reserves : 5.000
201
DEEL IV – VERDELING NETTO-ACTIEF Aangifte vennootschapsbelasting : Vak IA
01/01
31/12
Wettelijke reserve
1.000
1.000
Belaste reserves
5.000
0
Overgedragen resultaat 0
1.980
TOTAAL
2.980
6.000
Vermindering
‐3.020
Verworpen uitgaven
1.020
Liquidatiebonus
5.000
TOTAAL
3.000
202
DEEL IV – VENNOOTSCHAPSBELASTING Recht op verlaagd tarief vennootschapsbelasting: Geldt ook tijdens de periode van vereffening indien aan de voorwaarden voldaan is. Voorwaarden (art. 215 WIB92): – Dividenduitkering max. 13% gestort kapitaal bij aanvang belastbaar tijdperk – Aandelen max. 1/2e van gestort kapitaal + belaste reserves + meerwaarden – Bezoldiging bedrijfsleiders (omvat ook “vereffenaar”) min. 36.000 EUR – Vennootschap maakt geen deel uit van een coördinatiecentrum – Aandelen niet voor 1/2e (of meer) in bezit van andere vennootschappen Opgelet: voorschotten op de liquidatiebonus worden afgenomen van het kapitaal waardoor de criteria ivm dividenden gemakkelijk overschreden wordt. Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1
203
DEEL IV – HERWAARDERINGSMEERWAARDEN Wat met bestaande herwaarderingsmeerwaarden? Voordien vrijgestelde reserves worden belastbaar wanneer ze uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. Onaantastbaarheidsclausule wordt verbroken Onaantastbaarheidsvoorwaarden? – Boekingsvoorwaarde : bedrag van de voor vrijstelling vatbare meerwaarde moet op één of meerdere afzonderlijke rekeningen van het passief worden geboekt – Bestemmingsvoorwaarde : de meerwaarde mag niet als grondslag dienen voor de berekening van de jaarlijkse toevoeging aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1
204
DEEL IV – HERWAARDERINGSMEERWAARDEN Mag een vennootschap tijdens haar vereffening nog herwaarderen ? Zie Deel V !
205
DEEL IV – LATENTE MEERWAARDEN Wat met niet‐uitgedrukte meerwaarden ? Art. 208 WIB92 : “Vennootschappen in vereffening blijven aan de vennootschapsbelasting onderworpen volgens de bepalingen van de artikelen 183 tot 207. Hun winst bevat mede de meerwaarden die worden verwezenlijkt of vastgesteld naar aanleiding van de verdeling van hun vermogen.” =>
Latente meerwaarden zijn belastbaar !
206
DEEL IV – MEERWAARDEN BIJ AANDEELHOUDER Situatie : De aandelen van vennootschap A zijn in handen van vennootschap X Vennootschap A wordt ontbonden X realiseert een meerwaarde Deze meerwaarde wordt in hoofde van X beschouwd als DBI X realiseert een minderwaarde Deze minderwaarde is in hoofde van X niet aftrekbaar, behalve voor het verlies van werkelijk gestort kapitaal (art. 198 1ste lid, 7° WIB92)
207
DEEL IV – GESPREIDE TAXATIE Gespreide taxatie? De voorheen vrijgestelde beleggingsreserve wordt aanzien als winst van dat belastbaar tijdperk, ondanks dat de termijn van drie jaar nog niet verstreken is Nalatigheidsintresten (7%) vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarin de vrijstelling werd toegestaan Periode herbelegging per kalenderjaar (niet per belastbaar tijdperk)
Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1
208
DEEL IV – LIQUIDATIEBONUS Roerende voorheffing verschuldigd op de liquidatiebonus Tarief: – Huidig: 10% – Opgelet vanaf 1 oktober 2014: 25% !!!
CBN‐advies 2010/22 – “Boekingswijze van een voorschot op de verdeling van het netto‐actief”
209
DEEL IV – LIQUIDATIEBONUS 30 juni 2013
STAAT VAN ACTIVA EN PASSIVA
Aktief
Passief Eigen vermogen Geplaatst Kapitaal Wettelijke reserve Overgedragen resultaat Resultaat van de periode
62.500,00 6.250,00 -2.382,04 1.687.335,86 1.753.703,82
Liquide middelen ING Flexibonus account ING BE76 3200 2789 0095
Schulden < 1jr 0,04 1.761.475,64
Voorziening kosten notaris, accountant en revisor Leveranciers 1.761.475,68 Geraamde belastingschuld AJ 2013
3.000,00 868,00 3.903,86 7.771,86
1.761.475,68
1.761.475,68
210
DEEL IV – LIQUIDATIEBONUS Berekening liquidatiebonus
Netto vermogen
1.753.703,82
Geplaatst kapitaal
62.500,00
Waarvan geïncorporeerd
10.513,31
Werkelijk gestort kapitaal
51.986,69
Verschil
1.701.717,13
LIQUIDATIEBONUS
10,00%
170.171,71
211
DEEL IV – VOORSCHOT LIQUIDATIEBONUS Voorschot liquidatiebonus Voorschot op verdeling toegekend aan de aandeelhouder Max. netto‐actief verminderd met 10% roerende voorheffing Berekening op een recente staat Vereffenaar mag voorschotten terugvorderen Via eigen vermogen rek “19 Voorschotten aan de vennoten op verdeling netto‐actief” Via rekening 489 “Andere diverse schulden” of rekening 48 R/C Zie Deel V voor verdere uitwerking
CBN‐advies 2010/22 – “Boekingswijze van een voorschot op de verdeling van het netto‐actief”
212
DEEL IV – VOORSCHOT LIQUIDATIEBONUS Voorschot liquidatiebonus Beslissing om voorschot uit te keren 19 Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto‐actief Aan 48... R/C vennoten 45… Te betalen roerende voorheffing Betaling 48... R/C vennoten 45… Ingehouden voorheffingen Aan 550 Kredietinstelling CBN‐advies 2010/22 – “Boekingswijze van een voorschot op de verdeling van het netto‐actief” 213
DEEL IV – VOORSCHOT LIQUIDATIEBONUS Voorschot liquidatiebonus Na afloop vereffening 100 Kapitaal 11 Uitgiftepremies 13 Reserves 14 Overgedragen winst Aan 19 Voorschot aan de vennoten op de verdeling netto‐actief
CBN‐advies 2010/22 – “Boekingswijze van een voorschot op de verdeling van het netto‐actief”
214
DEEL IV – VOORSCHOT LIQUIDATIEBONUS Hoeveel? Verantwoordelijkheid juiste verwerking ligt bij bestuursorgaan. De boekwaarde van aandelen mag verminderd worden met het voorschot indien risico quasi nihil. Fiscaal (art 209 WIB): Opeisbaarheid 10% roerende voorheffing bij toekenning voorschot Geen roerende voorheffing op terugbetaling ingelegd kapitaal aan vennoten (verdeling overschrijdt gestort kapitaal niet) Geen notionele intrestaftrek meer op dat deel CBN‐advies 2010/22 – “Boekingswijze van een voorschot op de verdeling van het netto‐actief”
215
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening De vraag of de stelling of een vereffening al dan niet “deficitair” kan of mag, heeft uiteenlopende rechtspraak gegeven. Het Hof van Cassatie aanvaardt de deficitaire vereffening op voorwaarde dat de schuldeisers het vertrouwen geven aan de vereffening en haar vereffenaars.
Bron: Cass. 6 maart 2003, T.R.V 2003, 413 en Cass. 14 januari 2005, T.R.V. 2005
216
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening Bijkomende inbreng van de vennoten is niet genoodzaakt Schuldeisers moeten voorafgaandelijk uitdrukkelijk instemmen met de deficitaire vereffening – Voorwaarden faillissement zijn niet vervuld en dus moet de rechtbank het faillissement niet uitspreken. Ontbreken toestemming schuldeiser? Rechtbank kan plan van verdeling weigeren. Praktisch: melding maken in: – Verslag bestuursorgaan – Controleverslag revisor Bron: Cass. 6 maart 2003, T.R.V 2003, 413 en Cass. 14 januari 2005, T.R.V. 2005 Bron: H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek Vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 831‐832, nr. 1515
217
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening Stel vennootschap in vereffening met – Overgedragen belastingverliezen – Schuld aan moedermaatschappij
: :
1.000.000 10.000.000
Drie scenario’s – Afstand van de schuldvorderingen; – Overname van activa en passiva; – Deficitaire vereffening.
218
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening Scenario 1 Fiscaal gezien wordt de afstand van de schuldvordering beschouwd als zijnde een uitzonderlijke winst van 10.000.000 EUR die verminderd kunnen worden met de 1.000.000 belastingverliezen. Opgelet: abnormaal en goedgunstig voordeel!! (art. 26 WIB 1992) (art. 79 WIB 1992) “Beroepsverliezen worden niet afgetrokken van het gedeelte van de winst of de baten dat voortkomt uit abnormale of goedgunstige voordelen die de belastingplichtige, in welke vorm of door welk middel ook, rechtstreeks of onrechtstreeks heeft verkregen uit een onderneming ten aanzien waarvan hij zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enige band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt.” 219
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening Scenario 2 Overname van activa en passiva door moedervennootschap Fiscaal tevens beschouwd als zijnde een expliciete afstand van de schuldvorderingen. We creëren aldus tevens uitzonderlijke opbrengsten overeenkomstig scenario 1.
220
DEEL IV – DEFICITAIRE VEREFFENING Deficitaire vereffening Scenario 3 Schuldeiser doet geen afstand van de schuldvordering en neemt de activa en passiva niet over. Schuldeiser geeft toestemming tot ingang vereffening Schuldvordering blijft boekhoudkundig en juridisch bestaan – Vennootschap in vereffening leidt niet tot een bevrijding van haar contractuele verbintenissen. – Rechtbank kan nog steeds het faillissement uitspreken
221
DEEL IV FISCALE AANDACHTSPUNTEN ‐
BTW
222
DEEL IV – BTW HERZIENING Basisprincipe BTW wetgeving: Om recht te hebben op de aftrek van de voorbelasting is het essentieel dat de belastingplichtige belastbare handelingen stelt. Vennootschap in vereffening blijft onderhevig aan de BTW wetgeving in het kader van de continuïteit Behoudt van het recht op BTW‐aftrek in het kader van haar economische levensloop tot de sluiting van de vereffening Herziening over de bedrijfsmiddelen : vanaf 1 januari 2014 wordt de drempel van 250 EUR opgetrokken naar 1.000 EUR om te kwalificeren als bedrijfsmiddel
223
DEEL IV – BTW HERZIENING Principe: Recht op aftrek van de betaalde BTW bij aanschaffing van bedrijfsactiefbestanddelen. Voorwaarde dat de bedrijfsmiddelen langere tijd in de onderneming benut blijven Herziening indien het goed niet meer beroepsmatig aangewend wordt Enkel voor bedrijfsmiddelen die niet het onderwerp uitmaken van een belastbare handeling onderworpen aan BTW vb. een verkoop Concreet enkel van toepassing op bedrijfsmiddelen die verdeeld worden aan de aandeelhouders als vergoeding voor hun aandelen. In praktijk worden bedrijfsmiddelen veelal eerst ten gelde gemaakt alvorens over te gaan tot verdeling van het netto‐actief aan de aandeelhouders waardoor de herziening in casu niet van toepassing is.
224
DEEL IV – BTW HERZIENING Termijn: Principe: 5 jaar Uitzondering: 15 jaar m.b.t. een onroerend goed
Aandachtspunt: Architectkosten vallen onder toepassingsgebied van BTW herziening ongeacht dat dit een dienst is (en dus geen bedrijfsmiddel)
225
DEEL IV – BTW HERZIENING Praktisch Aanvang herzieningstermijn : – Sinds 1 januari 2012 begint de vijftienjarige herzieningstermijn voor onroerende bedrijfsmiddelen altijd te lopen vanaf 1 januari van het jaar van de ingebruikneming – Voorbeeld : gebouw opgericht en facturen betaald in 2011, maar ingebruikname in 2012 => herzieningstermijn vangt aan op 01/01/2012 Telling per kalenderjaar, ongeacht de afsluitingsdatum van het boekjaar Aanvangsdatum: jaar waarin het bedrijfsmiddel is opgenomen onder de code 82 van de BTW aangifte Toepassingsgebied: Wijziging van elementen die aan de basis liggen van de oorspronkelijke aftrek Verlies van de hoedanigheid van belastingsplichtige 226
DEEL IV FISCALE AANDACHTSPUNTEN ‐
REGISTRATIERECHTEN
227
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED Principes Een onttrekking van een onroerend goed bij vereffening wordt in principe gelijkgesteld met een overdracht => 10% registratierechten in Vlaams gewest (12,5% Brussels gewest) Uitzonderingen : art. 129 W.Reg. – Verdelingsrecht: 2,5% – Vast recht: 25 EUR, maar Wet van 18 juni 2013 (gepubliceerd in B.S. per 30 augustus 2013): verdubbeling van 25 EUR naar 50 EUR. Het gewijzigd tarief is van toepassing op alle akten en geschriften die vanaf 1 juli 2013 ter registratie worden aangeboden.
228
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED Art. 129 W.Reg. : “Het verkrijgen, anderszins dan bij inbreng in vennootschap, door één of meer vennoten, van in België gelegen onroerende goederen, voortkomende van een vennootschap onder firma of van een gewone commanditaire vennootschap, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een landbouwvennootschap geeft, welke ook de wijze zij waarop het geschiedt, aanleiding tot het heffen van het voor verkopingen gesteld recht. In geval van afgifte van de maatschappelijke goederen door de vereffenaar van de invereffening gestelde vennootschap aan al de vennoten, is voorgaand lid van toepassing op de latere toebedeling van de goederen aan één of meer vennoten. Lid 1 is niet toepasselijk zo het gaat om: 1° onroerende goederen welke in de vennootschap werden ingebracht, wanneer zij verkregen worden door de persoon die de inbreng gedaan heeft; 2° onroerende goederen welke door de vennootschap met betaling van het voor de verkopingen bepaald registratierecht verkregen werden, wanneer het vaststaat dat de vennoot die eigenaar van die onroerende goederen wordt deel uitmaakte van de vennootschap toen laatst genoemde de goederen verkreeg.”
229
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED Onderscheid : ‐
Kapitaalvennootschappen : NV, Comm.VA en CV : altijd verkooprecht van 10%
‐
Personenvennootschappen : VOF, Comm.V, BVBA of landbouwvennootschap ‐ In principe ook verkooprecht van 10%, maar drie uitzonderingen (art. 129 W.Reg.):
230
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED 1ste uitzondering : (de “wachtregeling”) ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Toebedeling door de vereffenaar van een ontbonden vennootschap van het onroerend goed aan ALLE vennoten in onverdeeldheid En naar verhouding tot hun respectieve rechten in de vennootschap Algemeen vast recht van 50 EUR Na toebedeling zijn de vennoten onverdeelde eigenaars van het onroerend goed Let wel : bij latere uit onverdeeldheidtreding wordt het normale verkooprecht geheven Ter info : ook de onttrekking aan een éénhoofdige BVBA door de enige vennoot die het onroerend goed destijds zelf heeft ingebracht, is onderworpen aan het vast recht van 50 EUR
231
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED 2de uitzondering : ‐ ‐
Verkrijging van het onroerend goed door de vennoot die het onroerend goed heeft ingebracht (art. 129, derde lid 1° W.Reg.) In dit geval wordt de verwerving belast overeenkomstig de werkelijke juridische aard. Wanneer de verkrijging een verdeling is, is het verdelingsrecht van 2,5% van toepassing.
232
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED 3de uitzondering : ‐ ‐
‐
Verkrijging van het onroerend goed door de vennoot van door de vennootschap aangekochte onroerende goederen (art. 129, derde lid 2° W.Reg.) In dit geval wordt de verwerving eveneens belast overeenkomstig de werkelijke juridische aard, op voorwaarde dat : ‐ Het onroerend goed door de vennootschap werd verkregen met betaling van het verkooprecht EN ‐ De verkrijgende vennoot reeds vennoot was op het ogenblik dat de vennootschap het onroerend goed verkreeg Wanneer de verkrijging een verdeling is, is het verdelingsrecht van 2,5% van toepassing.
233
DEEL IV – VERWERVING ONROEREND GOED Belangrijk Raadpleeg notaris voor de problematie van de registratierechten ! Waardering van het onroerend goed is belangrijk => bij voorkeur door onafhankelijk schatter : – Vennootschapsbelasting: meerwaarde(belasting) moet correct zijn – Vennootschapsbelasting : berekening liquidatiebonus – Registratierechten : worden berekend op de normale verkoopwaarde – Strafrecht : onroerend goed te goedkoop uit de vennootschap halen vormt een onttrekking van activa en wordt strafrechtelijk gesanctioneerd
234
DEEL IV FISCALE AANDACHTSPUNTEN ‐
ZAKELIJKE RECHTEN
235
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Soorten zakelijke rechten in het kader van een vereffening: – Vruchtgebruik – Recht van opstal
236
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Vennootschap heeft een zakelijk recht onder de vorm van een vruchtgebruik op een onroerend goed en zij treedt in vereffening. Vroegtijdige beëindiging van de vruchtgebruik constructie. Praktisch? – Vruchtgebruik herberekenen aan realisatiewaarde op datum van heden. Voor oudere constructies (met nog een redelijke termijn te lopen) kan dit aldus leiden tot een meerwaarde vermits het zakelijk recht reeds gedeeltelijk is afgeschreven.
237
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Vruchtgebruik uit vennootschap halen : – Problematiek: loutere afboeking (dus aan boekwaarde die lager is dan de marktwaarde) leidt tot een voordeel in natura in hoofde van de verkrijgende partij. Men verkrijgt immers een voordeel zonder tegenprestatie = belastbaar – Fiche opmaken voor dit voordeel – Taxatie in de personenbelasting (art. 32 WIB ‘92)
238
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Vruchtgebruik uit vennootschap halen ? – Oplossing: verkoop van het vruchtgebruik aan de verkrijgende partij tegen een normale vergoeding zijnde de realisatiewaarde op heden. – Boekhoudkundig: 41.. Rekening‐courant verkrijgende partij debet 2..9 Afschrijvingen op gebouw in vruchtgebruik debet Aan 2.. Gebouw in vruchtgebruik Aan 76.. Uitzonderlijke meerwaarde
credit credit
239
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Verschillende scenario’s zijn mogelijk: 1. Verkoop van het vruchtgebruik aan een derde partij • Natuurlijk persoon • Vennootschap 2. Verkoop van het vruchtgebruik aan een aandeelhouder/vennoot 3. Verkoop van het vruchtgebruik aan de naakte eigenaar die dan volle eigenaar wordt.
240
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Voorbeeld Vennootschap A geniet het vruchtgebruik van een onroerend goed verkregen van persoon X. Dit vruchtgebruik is vastgelegd per 2003 voor 150.000,00 EUR voor een periode van 15 jaar. Vennootschap A wenst haar activteiten te beëindigen en stelt een tussentijdse staat per 31 augustus 2012 op. De reële waarde van het vruchtgebruik wordt geschat op 60.000,00 EUR
241
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Voorbeeld VOOR verkoop zakelijk recht ACTIVA
PASSIVA
Machines
2.500,00 Kapitaal
Rollend materieel
5.000,00 Wettelijke R
1.860,00
50.000,00 Beschikbare R
40.040,00
6.500,00 Leveranciers
3.500,00
Gebouw in vruchtgebruik
Bank
64.000,00
18.600,00
64.000,00
242
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Voorbeeld Vruchtgebruik Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde Reële waarde Bruto meerwaarde
: : : : :
150.000,00 ‐100.000,00 50.000,00 60.000,00 10.000,00 (1)
(1) Dit is per definitie niet de netto meerwaarde maar ter illustratie hebben we het bedrag van 10.000,00 EUR weerhouden als zijnde resultaat van het boekjaar zonder rekening te houden met de belasting waaraan de vennootschap onderhevig is.
243
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Voorbeeld Boekhoudkundige verwerking:
2...9 Gebouw in vruchtgebruik afschrijving 41.. Rekening‐courant persoon X Aan 2....0 Gebouw in vruchtgebruik Aan 76 Uitzonderlijke meerwaarde
100.000,00 60.000,00 150.000,00 10.000,00
244
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Voorbeeld NA verkoop zakelijk recht ACTIVA
PASSIVA
Machines
2.500,00 Kapitaal
Rollend materieel
5.000,00 Wettelijke R
Gebouw in vruchtgebruik R/C persoon X Bank
0,00 Beschikbare R
18.600,00 1.860,00 40.040,00
Resultaat BJ
10.000,00
6.500,00 Leveranciers
3.500,00
60.000,00
74.000,00
74.000,00
245
DEEL IV – ZAKELIJKE RECHTEN Inrichting? Bij een volle eigendom – Wordt niet weerhouden vermits inrichting niet gerealiseerd kan worden. – De boekwaarde wordt herleidt naar 0,00 EUR. Bij vruchtgebruik: – Boekwaarde gelijkstellen aan realisatiewaarde! – Geen meerwaarde mogelijk op de inrichting.
246
247
DEEL V BOEKHOUDKUNDIGE AANDACHTSPUNTEN
248
DEEL V – BOEKHOUDKUNDIG Basis : art. 28 KB/W.Venn. : “Indien de vennootschap ‐ al dan niet ingevolge een beslissing tot invereffeningstelling ‐ besluit haar bedrijf stop te zetten of indien, in tegenstelling met het bepaalde in § 1, derde lid, er niet meer kan van worden uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten, worden de waarderingsregels dienovereenkomstig aangepast en geldt in het bijzonder het volgende : a) de oprichtingskosten moeten volledig worden afgeschreven; b) voor de vaste en de vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde; c) een voorziening moet worden gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden, inzonderheid voor de aan het personeel uit te keren vergoedingen”.
249
DEEL V – BOEKHOUDKUNDIG Aandachtspunten Principe : Waarderingsregels aanpassing overeenkomstig art. 28 KB/W.Venn. Tenzij het bestuursorgaan kan verantwoorden dat : – Bepaalde bedrijfsonderdelen of activiteiten nog zouden kunnen worden verdergezet gedurende verschillende jaren – Op basis van ernstige vooruitzichten, de ontbinding niet tot een economische discontinuïteit van de activiteit zal leiden, omdat ernstige vooruitzichten bestaan van overdracht van het geheel of een deel van de exploitatie aan een andere vennootschap die de exploitatie zal verderzetten
Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – advies van 6 april 2011. 250
DEEL V – BOEKHOUDKUNDIG Aandachtspunten Waarderingsregels aanpassen (art. 28, §2 KB W.Venn): Oprichtingskosten moeten volledig afgeschreven zijn; Vaste of vlottende activa: eventueel overgaan tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen om de boekwaarde terug te brengen tot de realisatiewaarde; Voorziening aanleggen i.v.m. de kosten voor de vereffening (notaris, accountant, revisor...) alsook voorziening i.v.m. personeelskosten.
Bron: CBN‐advies 2011/8 – “Verslaggeving bij ontbinding en vereffening” – advies van 6 april 2011.
251
DEEL V – AFSCHRIJVINGEN Afschrijvingen? Boekwaarde terugbrengen naar de realisatiewaarde Boekhoudkundig: uitzonderlijke afschrijvingen boeken verplicht Fiscaal: – worden deze uitzonderlijke afschrijvingen aanvaard ? – Principe : legaliteitsbeginsel : het fiscaal recht volgt het boekhoudrecht, behoudens uitdrukkelijke afwijking (art. 170 Grondwet) – Maar let wel : art. 61 WIB92 : de afschrijving noodzakelijk zijn en samengaan met een waardevermindering die zich in het belastbare tijdperk werkelijk heeft voorgedaan
Bron: Accountancy & Tax “De fiscale regeling voor vennootschappen in vereffening : essentiële principes en specifieke toelichtingen” 2011/1 252
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? 1ste aandachtspunt : Art. 28 KB.W.Venn. : voor de vaste en de vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde. Enerzijds betreft deze bepaling enkel aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen om een eventueel negatief verschil tussen de boekwaarde en de realisatiewaarde weg te werken. In geen enkel geval laat deze wettelijke bepaling toe een meerwaarde tot uiting te brengen. Anderzijds heeft een vennootschap (zelfs in vereffening) steeds de mogelijkheid (maar niet de verplichting) materiële vaste activa te herwaarderen op basis van artikel 57 van voormeld koninklijk besluit, “wanneer de waarde van deze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde”. 253
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? 2de aandachtspunt : Art. 57 KB/W.Venn. : herwaarderingsmeerwaarden : Voorwaarden : De vennootschap mag herwaarderen : Materiële of financiële vaste activa Vaststaand en duurzaam karakter Rentabiliteitsvoorwaarden Tot maximaal de marktwaarde Verantwoording in de toelichting Meerwaarde op materiële vaste activa met beperkte levensduur moeten afgeschreven worden over de residuele gebruiksduur Toerekening aan de rubriek “herwaarderingsmeerwaarden” op het passief
254
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Voorwaarde : Vaststaand en duurzaam karakter : Meerwaarde moet vaststaand en duurzaam karakter hebben – Er kan dus geen herwaardering geboekt worden op bijvoorbeeld rollend materieel dat zijn waarde verliest
255
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Voorwaarden inzake rentabiliteit : Art. 57 KB/W.Venn. maakt een onderscheid tussen : Actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde Bijkomende rentabiliteitsvoorwaarde
256
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde : Een vennootschap mag haar materiële en financiële vaste activa enkel herwaarderen wanneer de waarde van deze activa bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven de boekwaarde : – Het betrokken actief dient voldoende rentabiliteit te genereren om de hogere afschrijvingskost te dragen – Rendement van het actief mag in principe niet dalen : dus geen herwaardering mogelijk tenzij bijvoorbeeld herinrichting en de huur wordt verhoogd
257
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Bijkomende rentabiliteitsvoorwaarde voor activa noodzakelijk voor de voorzetting van het bedrijf : Deze rentabiliteitsvoorwaarde is dus irrelevant bij een vereffening – Indien het actief niet noodzakelijk is voor de voorzetting (in principe geboekt op 26 Overige materiële vaste activa), dient enkel de actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde vervuld te worden – Er mag slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap, m.a.w. : • De rentabiliteit moet voldoende zijn en blijven na de geplande herwaarderingsmeerwaarde • Praktijk : bijvoorbeeld : resultaat boekjaar / eigen vermogen • Vennootschap mag geen herwaarderingsmeerwaarde boeken indien er een overgedragen verlies is of wanneer er verlies is in het huidige boekjaar (vennootschap moet ook extra afschrijvingslast kunnen dragen)
258
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Advies ICCI 05/07/2012 : “Aangezien er, in het kader van een vereffening (en dus de stopzetting van de activiteiten van de vennootschap), geen sprake meer is van “de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap”, wordt de rentabiliteitsvoorwaarde irrelevant. Deze situatie is vergelijkbaar met deze van een vennootschap (niet in vereffening) die activa wenst te herwaarderen die niet noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap. Het “nut” van de desbetreffende activa voor een vennootschap in vereffening is enkel nog het genereren van liquiditeiten teneinde de vereffening af te ronden.” => Conclusie : herwaarderingsmeerwaarde boeken mag … maar voor welk bedrag ?
259
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Advies ICCI 05/07/2012 : Uiteraard zal de herwaarderingsmeerwaarde geboekt worden in rubriek III van het passief en in geen enkel geval via de resultatenrekening. Bovendien zal men uiterst voorzichtig moeten zijn bij het bepalen van het bedrag van de niet‐gerealiseerde meerwaarde teneinde te vermijden dat er achteraf bij realisatie een minderwaarde zou moeten worden vastgesteld. Bovendien is er een problematiek in het kader van de latente belastingen, m.a.w. mag de herwaarderingsmeerwaarde geboekt worden voor het bruto‐bedrag of voor het netto‐bedrag?
260
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Belgisch boekhoudrecht : CBN‐Advies 2011/14 : Bij de boeking van herwaarderingsmeerwaarden dient geen rekening te worden gehouden met de eventuele belasting die op deze meerwaarden zal geheven worden bij realisatie van de geherwaardeerde activa. In het kader van een vereffening : Advies ICCI 05/07/2012 : In het geciteerde voorbeeld van een niet‐gerealiseerde meerwaarde van €900.000, stelt het ICCI voor de meerwaarde te boeken voor dit bedrag, verminderd met de geschatte belastingdruk die effectief tot uiting zal komen op het moment van de verkoop. Hierbij zal men rekening houden met alle beschikbare elementen, onder meer met de eventuele beschikbaarheid van fiscaal overgedragen verliezen.
261
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Vervolg Advies ICCI 05/07/2012 : De in de voorgaande alinea voorgestelde werkwijze geeft geen perfect resultaat omdat er een compensatie ontstaat tussen de meerwaarde en de voorziene latente belastingen. Deze behandeling is echter het direct gevolg van een duidelijke lacune in het boekhoudrecht. Het ICCI stelt dan ook dat deze informatie duidelijk zou worden weergegeven in een toelichting bij de staat van activa en passiva opgesteld in het kader van de geplande ontbinding. Deze specifieke vraag zal worden voorgelegd aan twee commissies van het IBR namelijk de Juridische Commissie en de Commissie voor Boekhoudkundige aangelegenheden….
262
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? 3de aandachtspunt: Standpunt juridische commissies IBR (goedgekeurd, nog niet gepubliceerd) : Hieruit kan worden afgeleid dat eerst op cumulatieve wijze dient voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden vooraleer kan worden overwogen om desgevallend eventueel een herwaarderingsmeerwaarde te boeken : 1) De waarde van de kwestieuze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, dienen op vaststaande en duurzame wijze boven hun boekwaarde uit te stijgen 2) De aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap 3) De herwaarderingsmeerwaarde op het betrokken actief mag de marktwaarde van het geherwaardeerd actief nooit overschrijden 263
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? 3de aandachtspunt : Standpunt juridische commissies IBR (goedgekeurd, nog niet gepubliceerd) : In de praktijk zal echter zelden worden voldaan aan bovenstaande voorwaarden omdat de toekomstige rentabiliteit meestal niet zal toelaten om de extra afschrijvingskosten te absorberen. Bovendien stelt de Juridische Commissie dat, rekening houdende met de formulering van art. 28 KB/W.Venn. 2de lid b), het niet tot de normale activiteiten behoort om een herwaarderingsmeerwaarde op een onroerend goed van een vennootschap in vereffening te boeken of desgevallend te certificeren.
264
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Conclusie: Standpunt juridische commissies IBR (goedgekeurd, nog niet gepubliceerd) : De Juridische Commissie is van oordeel dat een herwaarderingsmeerwaarde op een onroerend goed van een vennootschap in vereffening kan worden geboekt (facultatief), maar dat de informatieverstrekking in ieder geval vooropstaat. Zo acht de Juridische Commissie het raadzaam dat de latente meerwaarde desgevallend in de toelichting van de jaarrekening wordt vermeld overeenkomstig art. 24 2de lid KB/W.Venn. Ingeval deze informatie hem onontbeerlijk lijkt voor de goede informatieverstrekking aan de aandeelhouders, zou de beroepsbeoefenaar het bestuursorgaan evenwel kunnen aanbevelen om in een verklarende bijlage bij de boekhoudkundige staat de waarschijnlijke latente meerwaarde te vermelden.
265
DEEL V – HERWAARDERINGSMEERWAARDE Is herwaarderen bij vereffening toegestaan ? Conclusie: Standpunt juridische commissies IBR (goedgekeurd, nog niet gepubliceerd) : Men kan slechts zelden de herwaarderingsmeerwaarde boeken Geen uitspraak omtrent de latente belasting …
266
267
DEEL V – AANDACHTSPUNTEN Meerwaarden op terreinen en gebouwen Herziening BTW Raming van de vennootschapsbelasting op latente meerwaarden na verrekening van de BTW herziening Inning klantenvorderingen – dubieuze debiteuren Voorziening vereffeningskosten Voorziening opzegvergoedingen Overboeking lange termijn schulden naar korte termijn Wederbeleggingsvergoeding n.a.v. vervroegde terugbetaling lening Vrijvallen belastinggvrije reserves
268
269
DEEL VI VAAK VOORKOMENDE FOUTEN/PROBLEMEN
270
DEEL VI – FOUTEN/PROBLEMEN Onvoldoende communicatie omtrent de kosten/erelonen tijdens de vereffening en ten gevolge van de sluiting van de vereffening : – Klant had zich niet meer aan deze kosten verwacht – Wenst bijgevolg niet meer te betalen – Beroepsbeoefenaar zet zijn activiteiten stop – Maar vereffening is nog niet gesloten – Er worden geen aangiften venb. meer ingediend – Enz. Problemen met de griffie i.v.m. documenten publicatie/sluiting vereffening Termijn van 3 maanden wordt uit het oog verloren Omstandige staat na 6/12 maanden wordt vergeten …
271
272
DEEL VII STAPPENPLAN VRIJWILLIGE ONTBINDING
273
DEEL VII – STAPPENPLAN Ter info : dit stappenplan is van toepassing voor de vrijwillige ontbinding van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid : BVBA, CVBA, NV en Comm.VA. Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (VOF en Comm.V) geldt een afwijkende procedure.
Stap 01 : – – – –
Verslag van het bestuursorgaan
Bron : art. 181 W.Venn. Schriftelijk document, gericht aan de algemene vergadering Het betreft een voorstel tot ontbinding De wet stelt geen specifieke vereisten omtrent de inhoud
274
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 02 : – – – –
Staat van activa en passiva
Bron : art. 181 W.Venn. Opmaak door het bestuursorgaan Staat mag niet ouder zijn dan drie maanden op datum van de notariële akte De staat moet opgesteld worden in discontinuïteit (art. 28 KB/W.Venn.)
Stap 03 :
Controleverslag over het voorstel tot ontbinding
– Bron : art. 181 W.Venn. – Opmaak door de commissaris, bedrijfsrevisor of externe accountant – Doel : verslag over de staat van activa en passiva en in het bijzonder of de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven
275
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 04 :
Uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering
– Bron : art. 181 W.Venn. – Uitnodiging minstens 15 dagen voor de algemene vergadering – Bijlage : verslag bestuursorgaan en verslag bedrijfsrevisor
Stap 05 :
De algemene vergadering
– Bron : art. 181 W.Venn. – Moet worden gehouden bij notaris => authentieke akte – Beslissing tot ontbinding : ½ van het kapitaal en ¾ van de stemmen (tenzij strengere statuten) – Eventueel voorafgaandelijk aan de beslissing tot ontbinding: • Verplaatsing van de maatschappelijke zetel (naar adres vereffenaar) • Wijziging naam 276
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 06 : – – – – –
Benoeming van de vereffenaar
Bron : art. 184 W.Venn. De leden van het bestuursorgaan worden ontslagen In de plaats wordt een vereffenaar aangesteld Eventueel voorzien in een vervangende vereffenaar De benoeming van de vereffenaar gebeurt onder opschortende voorwaarde van bevestiging door de Rechtbank van Koophandel
277
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 07 :
Bevestiging van de vereffenaar
– Bron : art. 184 W.Venn. – De bevestiging wordt gevraagd op basis van een éénzijdig verzoekschrift, ondertekend door de notaris, de vereffenaar, zaakvoerder, bestuurder of advocaat – De voorzitter van de Rechtbank van Koophandel moet uitspraak doen binnen 5 werkdagen nadat het verzoekschrift is ingediend. Na deze termijn wordt de vereffenaar aanzien als zijnde bevestigd.
Stap 08 :
Publicatie in het Belgisch Staatsblad
– Bron : art. 184 W.Venn. – Publicatie in Belgisch Staatsblad – Gebeurt door de notaris
278
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 09 :
De vereffening
– Bron : art. 183 W.Venn. – Na haar ontbinding bestaat de vennootschap voor haar vereffening – Taak van de vereffenaar : • Activa realiseren • Schulden betalen • Eventuele vereffeningssaldo verdelen onder de aandeelhouders – Let op met bepaalde handelingen : machtiging nodig van de algemene vergadering
279
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 10 :
De jaarrekening
– Geen jaarrekening op datum van ontbinding : • tenzij deze datum dezelfde is als de normale afsluitdatum van het boekjaar • Afwijkend advies CBN – Tijdens de vereffening : elk jaar moet de vereffenaar een jaarrekening voorleggen (≠ laten goedkeuren) aan de algemene vergadering – Deze jaarrekening moet neergelegd worden – Toelichten waarom de vereffening nog niet kan afgesloten worden – Bij definitieve sluiting moet geen jaarrekening meer gepubliceerd worden, tenzij de datum van de definitieve sluiting samenvalt met de normale afsluitdatum van het boekjaar
280
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 11 :
De aangifte vennootschapsbelasting
– De aangifteplicht wijzigt niet – De laatste aangifte moet ingediend worden over de periode van afsluiting van het vorige boekjaar tot de datum van sluiting van de vereffening
Stap 12 : – – – –
Uitkering van voorschotten
De vereffenaar kan voorschotten toekennen aan de aandeelhouders Let op met de persoonlijke aansprakelijkheid van de vereffenaar Boeking op 19‐rekening (CBN‐advies 2010/22) Inhouding roerende voorheffing op de voorschotten
281
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 13 :
Eventueel : tussentijdse verslaggeving
– Bron : art. 189bis W.Venn. – De vereffenaar moet in de 7de en de 13de maand na de invereffeningstelling een vereffeningsstaat bezorgen aan de Rechtbank van Koophandel
282
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 14 :
Sluiting van de vereffening : plan van verdeling
– Bron : art. 190 W.Venn. – De vereffenaar moet een plan van verdeling opmaken en voor akkoord voorleggen aan de Rechtbank van Koophandel – Inhoud : (niet wettelijk bepaald) : • Welke activa zijn gerealiseerd • Welke schulden zijn betaald • Wat wordt toebedeeld aan de aandeelhouders • Liquidatiebonus • Inhoud kan variëren naargelang de plaats van de rechtbank
283
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 15 :
Sluiting van de vereffening : algemene vergadering
– Na akkoord van de rechtbank omtrent het plan van verdeling – Vereffenaar doet voorstel aan de algemene vergadering om vereffening te sluiten – Ten minste één maand voor de algemene vergadering legt de vereffenaar de stukken neer op de zetel van de vennootschap – De algemene vergadering beslist over de sluiting van de vereffening en over de kwijting van de vereffenaar – De sluiting van de vereffening moet niet gebeuren bij notariële akte, tenzij er onroerende goederen worden toebedeeld aan de aandeelhouders
284
DEEL VII – STAPPENPLAN Stap 16 :
Sluiting van de vereffening : administratieve verplichtingen
– Publicatie in het Belgisch Staatsblad van de sluiting van de vereffening – Schrapping bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen : dit gebeurt automatisch na publicatie van de sluiting in het Belgisch Staatsblad – Aangifte van stopzetting voor BTW
285
DEEL VII – INCORPORATIE RESERVES Vereffening moet niet gesloten zijn voor 1 oktober 2014 MAAR
U moet kunnen aantonen dat u de vereffening gestart bent U moet kunnen aantonen dat de vereffening bezig is
286
EINDE BEDANKT VOOR UW AANDACHT!
287
CONTACT PARMENTIER GUY – MGI BVBA Valkenlaan 31 – 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail:
[email protected] Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor ‐ University of Antwerp Management School 2008 (Real Estate Accounting) Professor ‐ Karel De Grote Hogeschool Antwerp (Audit/Valuation) Docent postgraduaat Antwerp ‐ Accountancy Guest professor ‐ University Maastricht (Valuation) Guest professor – University of Economics Nicosia (Cyprus) Author of the book – Business Valuation ( Intersentia)
288
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wetboek Vennootschapsrecht art. 181 – 196 WIB92 art. 208 – 209 CBN‐advies 2011/8 CBN‐advies 2010/22 Advies ICCI Programmawet 28 juni 2013
289
ISBN 978-1-78068-016-3
290