Verslag van Mr. Kris Wagner, Secretaris van de Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel, over de werkzaamheden van de Raad van de Orde gedurende het werkingsjaar 2013-2014
Salduz Het uitgangspunt blijft dat het waarborgen van het recht op rechtsbijstand één van de kerntaken van de balie is. Indien wij dit als balie niet naar behoren organiseren, is het gevaar levensgroot dat de overheid die taak naar zich zal trekken – met als mogelijk gevolg de aanstelling van zogenaamde staatsadvocaten van wie de onafhankelijkheid wellicht niet kan worden gewaarborgd. We zijn twee jaar geleden vertrokken vanuit de vaststelling dat 10 à 20 procent van de oproepingen niet gehonoreerd wordt, m.a.w. dat men geen advocaat vindt die een aangehouden rechtszoekende kan bijstaan in het kader van een verhoor door de politie of de onderzoeksrechter. Om deze problematiek beheersbaar te maken en ook om een betere controle mogelijk te maken, werd geopteerd voor een organisatie per regio. Verder is het van belang voor ogen te houden dat er twee soorten Salduzbijstand bestaan, nl. bijstand op het niveau van de politie, , naast bijstand voor de onderzoeksrechter. Voor wat betreft Salduz bijstand op het niveau van de onderzoeksrechters, gebeurt dit meestal door tableau-advocaten. Op dat niveau zijn er nauwelijks problemen, ook al omdat verhoren voor de onderzoeksrechter slechts zelden ’s nachts of tijdens het week-end plaatsvinden, zoals wel voor de politie. De Raad heeft twee jaar geleden beslist dat Salduz-verplichtingen wegvallen als stageverplichting. Wel is het zo dat Salduz prestaties mee in rekening worden gebracht voor wat betreft het verplichte aantal pro deo dossiers volgens bepaalde modaliteiten –1–
waarover de Raad heeft beslist. In essentie komt het erop neer dat Salduz prestaties van stagiairs kunnen meetellen voor een maximum van 1/3 van het verplichte aantal pro deo dossiers. Prestaties tijdens de nacht of tijdens het week-end wegen ook zwaarder door bij de berekening. In het kader van de organisatie van de Salduz-bijstand, is de Raad uitgegaan van de volgende territoriale verdeling: er zijn vier zones in Halle-Vilvoorde (Asse, Halle, Vilvoorde, en Zaventem). De vier zones gelegen in het arrondissement Brussel extra muros werden aangeduid als “Vlaamse Rand Noord bij Brussel”, “Vlaamse Rand Oost bij Brussel”, “Vlaamse Rand Zuid bij Brussel”, “Vlaamse Rand West bij Brussel” – de zone Brussel 19 werd aangeduid als “Brussel-Stad”. Voor elk van die zones werd een regio-verantwoordelijke aangeduid in het kader van de Salduz permanentie. Ook de nieuwe procureur des Konings is voorstander van centrale ondervragingspunten. Het immers organisatorisch niet haalbaar om ondervragingen te organiseren in ieder dorp van Vlaams-Brabant. De Raad heeft geoordeeld dat het niet consequent is zich kandidaat te stellen voor de lijst tweedelijns rechtsbijstand, maar geen kandidaat te zijn voor de lijst Salduz bijstand. Wie zich opgeeft voor de lijst tweedelijnsbijstand, schrijft zich zodoende tevens in op de lijst Salduz bijstand, zo heeft de Raad beslist. Bij vrijheidsberoving is immers a fortiori bijstand van een advocaat nodig. Het reglement naamlening is bedoeld om te vermijden dat men zich in geheel Vlaanderen zou inschrijven, zonder dat daartegenover een daadwerkelijke persoonlijke activiteit zou staan. De statistieken duiden aan dat er voor de Rand een behoorlijke dekking is, boven de 70%. Binnen Brussel 19 evolueert het percentage eerder naar 20 %. Week-ends en nachten blijven problematisch. In nogal wat gevallen werd dus geen positief gevolg verleend aan oproepen Salduz. Vaak wordt de opdracht niet aanvaard, of soms is eenvoudigweg geen advocaat bereikbaar.
–2–
De Raad heeft gemeend dat repressief optreden in de mate van het mogelijke moet worden vermeden, teneinde deze cijfers te verbeteren. Beter lijkt om met een gerichte training de drempelvrees te vermijden. Aangezien alle stagiairs de training dienen te volgen, zijn de stagiairs in principe voorbereid op de verschillende Salduz-situaties. Indien een advocaat overeenkomstig het Brusselse systeem wordt aangeduid (overeenkomstig de Straatburgse rechtspraak), is het niet aanvaardbaar dat om het even welke derde de aangeduide advocaat mag “afzetten”, m.a.w. de problematiek van opvolgingen blijft actueel. Er is inderdaad recht op vrije keuze van een advocaat, maar indien sprake is van rechtsbijstand, is dit aan voorwaarden gekoppeld. Het loutere feit dat een asielzoeker meldt dat hij een andere advocaat wil, volstaat nog niet om te aanvaarden dat er inderdaad sprake is van een vertrouwensbreuk. Het is niet aanvaardbaar dat bepaalde lobby- of belangengroepen trachten een zo groot mogelijk deel van het vreemdelingencontentieux naar zich trachten te trekken. De Salduz-studiedag was een groot succes. aanwezigen.
Er waren ongeveer 380
Er zullen bijkomende trainingen worden georganiseerd. De opleidingsmomenten en begeleiding door de Orde illustreren dat er wel belangstelling bestaat bij een aanzienlijk aantal confraters om hun medewerking te verlenen in het kader van de Salduz-werking. Er zijn soms echo’s dat stagiairs vanwege hun stagemeester verhinderd worden om hun medewerking te verlenen aan Salduz-prestaties. Dit is niet aanvaardbaar. Het is voor stagemeesters niet toegelaten om hun stagiair te verhinderen zijn of haar medewerking te verlenen aan de Salduz-werking. Het reglement naamlening werd verder uitgewerkt. Dit reglement beoogt in essentie drie punten: (1) geen misbruik van naamleningen meer; (2) stagemeesters moeten toelaten dat stagiairs Salduzzaken behandelen; (3) training wordt voorzien. Het gewijzigde reglement treedt in werking ten laatste op 1 oktober 2014.
–3–
Er zullen trainers op het vlak van Salduz-bijstand worden opgeleid. Het gaat om een opleiding van vijf dagen, met de bedoeling in de maand augustus daarvoor acht mensen op te leiden. Vervolgens zullen er 200, en op termijn 600 stagiairs worden opgeleid. Per 1 september zullen dan per sectie trainingen worden georganiseerd ten behoeve van de stagiairs. De opleidingssessie voor de stagiairs zal, naar verwachting, plaatsvinden binnen het bestek van één middag. Voor wat betreft een eerste verhoor waarbij de cliënt niet-onvermogend is maar vervolgens niet betaalt, heeft de Raad van de Orde beslist dat de Orde instaat voor de inning van de erelonen indien de begunstigde niet onder de tweedelijnsbijstand valt. De financiering is rondgeraakt, er is een bijkomende betaling van 947.000 euro geweest. Wat telefonische Salduz-prestaties betreft, meent de Raad dat telefonisch advies niet mag worden aangemoedigd. Het is niet correct dat iemand vergoed wordt om enkel aan de telefoon te zeggen dat de betrokkene geen advocaat nodig heeft. Zoiets moet als een misbruik worden beschouwd. Het aantal Salduz-prestaties zal in de toekomst naar verwachting nog gevoelig uitbreiden, zodat de Raad hieraan tijdens het volgende gerechtelijk jaar ongetwijfeld ook de nodige aandacht zal blijven besteden.
Rechtsbijstand De rechtsbijstand is ook aandachtspunt geweest.
tijdens
het
afgelopen
jaar
een
permanent
Indien wij dit als balie niet in goede banen leiden, ligt het voor de hand dat de politiek in onze plaats zal beslissen, waarbij het gevaar dat onze onafhankelijkheid in het gedrang komt niet denkbeeldig is. De Raad is in dat verband geen enkel probleempunt uit de weg gegaan. Er was geen enkel taboe. Als er bijvoorbeeld een oververgoeding is voor vreemdelingenzaken en een ondervergoeding voor andere zaken, dan moet dat –4–
worden herbekeken. Het kan ook niet de bedoeling zijn dat het puur repetitief neerleggen van nog maar eens een verzoekschrift wordt aangemoedigd. Dit gaf dan ook aanleiding tot herleiding van punten. De billijke gematigdheid verzet zich ertegen dat men louter op repetitieve wijze hetzelfde document vele malen neerlegt (bv. een verzoekschrift voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen). De kruiscontroles gaven aanleiding tot een herleiding van 303 punten. In totaal werden meer dan 195.000 punten toegekend in het kader van volledige of gedeeltelijke kosteloosheid, aan meer dan 800 confraters. Het aantal herleidingen is dus in verhouding tot het totaal zeer bescheiden.
Gerechtelijke reorganisatie en de nieuwe Rechtbanken De hervorming van het gerechtelijk landschap in 2014 was de belangrijkste hervorming van het Belgisch gerechtelijk landschap sinds 1831. De wetgever had het kader gekoppeld aan de werklastmeting, de werklastmeting is uitgevoerd, op grond van de werklastmeting heeft men een kader vastgelegd. De Raad heeft een studiedag over de organisatie van de nieuwe rechtbank georganiseerd op 17 december 2013. Deze studiedag was een groot succes. Op 31 maart 2014 vond de constitutieve zitting plaats naar aanleiding van de oprichting van de drie nieuwe rechtbanken op het niveau eerste aanleg. De Stafhouder vervulde een zeer belangrijke rol bij de organisatie van deze plechtige zitting en een aantal van de toen gehouden toespraken zal U trouwens terugvinden in het jaarboek, waarvoor zo dadelijk iets meer. De taalwetgeving is territoriaal, niet persoonsgebonden. Er kan uiteraard aan een Nederlandstalige advocaat nooit verbod worden opgelegd om in het Frans te pleiten, net zoals aan een Franstalige advocaat vanzelfsprekend ook geen verbod kan worden opgelegd om in het Nederlands te pleiten. –5–
De ontdubbeling van de rechtbanken heeft aan dit principe niets veranderd. Magistraten mogen uiteraard niet beslissen wie wel of niet mag komen pleiten. De balie is immers onafhankelijk tegenover de rechterlijke macht alsook het parket. De onafhankelijkheid van de balie is een cruciale verworvenheid van de rechtstaat. Een Belgisch advocaat mag krachtens het Gerechtelijk Wetboek pleiten voor alle rechtbanken in het Rijk.
Stage De Raad heeft beslist artikel 205 van de Codex te wijzigen, derwijze dat de verplichting om de sectievergaderingen stipt bij te wonen vanaf die wijziging meer gedetailleerd wordt opgenomen in het gedeelte dat de stageverplichtingen van de stagiairs bepaalt. Er werd in hetzelfde verband ook een 252 bis in de Codex toegevoegd, dat op dit vlak een duidelijker houvast biedt. Aanwezigheid van de stagiair tijdens de sectievergaderingen geldt als een stageverplichting, hoewel het Reglement weliswaar voorziet in een zeker evenwicht, met name kan er sprake zijn van overmacht of een dwingende geldige reden, te beoordelen door het sectiehoofd onder toezicht van de Raad van de Orde. Er werd ook verduidelijkt dat de stagiair verplicht is alle zaken waarin hij wordt aangesteld zelf te behandelen en in dat kader de nodige taken persoonlijk uit te voeren, tenzij indien sprake is van een weigeringsgrond of gewetensnood, te beoordelen door het sectiehoofd, onder toezicht van de Raad van de Orde. Het is de stagiair niet toegestaan om een dossier in rechtsbijstand waarin hij door een sectiehoofd is aangesteld, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een andere advocaat, tenzij gedeeltelijk en occasioneel en met uitdrukkelijke voorafgaande goedkeuring van het sectiehoofd. Daarnaast en bijkomend dient de stagiair tijdens zijn stage minstens 15 aanstellingen in het kader van de juridische bijstand (de verplichte pro deo's) te hebben verkregen, waarvan 10 aanstellingen door de stagiair moeten zijn afgesloten alvorens de stagiair zijn opname op het tableau kan aanvragen. –6–
Zolang de stagiair de 15 aanstellingen niet heeft verkregen en de 10 aanstellingen niet heeft afgesloten, kan hij zijn aanvraag tot opname op het tableau niet indienen en wordt zijn stage verlengd tot hij deze vereiste 15 aanstellingen heeft verkregen en de 10 aanstellingen heeft afgesloten en beëindigd. De stagiair dient alle zaken waarin hij wordt aangesteld zelf te behandelen en in dat kader de nodige taken persoonlijk uit te voeren. De Raad beoordeelt of een dossier, behandeld door de stagiair in tweedelijnsbijstand, kan meetellen in het kader van deze minstens vijftien aanstellingen en minstens tien afgesloten aanstellingen. De Raad kan beslissen dat een dossier niet meetelt, bijvoorbeeld, omdat de stagiair onvoldoende inspanningen verricht, omdat de stagiair het dossier kwalitatief niet goed heeft behandeld, omdat de stagiair heel wat dossiers in een zelfde rechtsmaterie voorlegt, of indien een stagiair identieke of gelijkaardige prestaties voor familieleden als onderscheiden pro deo dossiers voorlegt. Er werd vervolgens ook een artikel 254 bis in de Codex toegevoegd, dat luidt als volgt: « De stagemeester dient kennis te nemen van de data van de sectievergaderingen en er samen met de stagiair voor in te staan dat de stagiair de nodige tijd en beschikbaarheid heeft om op deze sectievergaderingen aanwezig te zijn, behoudens overmacht of een dwingende geldige reden, te beoordelen door het sectiehoofd, onder toezicht van de Raad van de Orde. Indien de stagemeester deze verplichting schendt, kan (benevens de verlenging van de stage voor de stagiair) dit aanleiding geven tot het schrappen van de stagemeester van de lijst van stagemeesters, en/of tot een weigering van de Raad van de Orde om de betrokken stagemeester in een concreet geval of in de toekomst nog te laten optreden als stagemeester. » De Raad heeft eraan herinnerd dat de verplichtingen m.b.t. de vergoeding van de stagiair stipt moeten worden nageleefd. De Raad heeft erop gewezen dat de afwezigheid van een stagiair voor het volgen van balielessen, of het deelnemen aan de balie-examens, of het volgen van de sectievergaderingen, of het werken in de dossiers van de juridische bijstand die aan de stagiair worden toegewezen in het kader van de stageverplichtingen, geen afbreuk doen aan de voltijdse beschikbaarheid van de stagiair in de zin van artikel 12 van het Reglement betreffende de stage van de Orde van Vlaamse Balies, en geen reden kan zijn om de maandelijkse stagevergoeding te verminderen. –7–
De maandelijkse stagevergoeding kan nooit lager zijn dan de maandelijks bepaalde minimumvergoeding van artikel 12, ook niet door aan de stagiair zogezegde kosten aan te rekenen (bv. kosten voor het gebruik van een vergaderzaal op kantoor, kosten voor elektriciteit op kantoor, kosten voor het gebruik van de bibliotheek op kantoor, …). Steeds meer stagiairs hebben de bekommernis of klacht laten horen dat zij er moeite mee hebben om nog binnen een normale stageperiode aan het vereiste aantal pro deo aanstellingen te geraken. Dit laat zich met name gevoelen nu er sprake is van een merkbare daling in het aantal vreemdelingendossiers. Verder worden er bv. een aanzienlijk aantal strafzaken behandeld via de permanentie strafrecht, zodat het voor stagiairs niet altijd eenvoudig is om nog ervaring op te doen in strafzaken. Het uitgangspunt is dat de belangen van de rechtszoekende centraal staan. Indien een aantal ervaren confraters zich toeleggen op de tweedelijnsbijstand en zich organiseren in het kader van permanenties zoals de permanentie strafrecht, dan kan dit in het belang zijn van de rechtszoekende in de mate hij daardoor wordt bijgestaan door ervaren, gemotiveerde en gespecialiseerde confraters, aangesteld op een objectieve en transparante wijze, waarbij eenieder die daaraan wenst mee te werken, de kans krijgt aan de permanentie mee te werken. Tegelijk moet de gemotiveerde stagiair die ervaring wenst op te doen in een bepaalde rechtstak, bijvoorbeeld het strafrecht, de kans krijgen daarin ervaring op te doen, onder toezicht van zijn stagemeester. De Raad van de Orde nam kennis van vragen en opmerkingen van de stagiairs over de aanwezigheidsplicht tijdens de sectievergaderingen, en over het feit dat heel wat stagiairs er niet meer in slagen om 15 pro deo aanstellingen te krijgen tijdens hun stage. Daarom werd verwezen naar artikel 255 bis, lid a), eerste paragraaf van de Codex, waarin is bepaald dat elke stagiair verplicht is om aanwezig te zijn op de sectievergaderingen, “behoudens overmacht of dwingende geldige reden, te beoordelen door het sectiehoofd,…”. Elke stagiair heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat hij zijn stageverplichtingen vervult, en dus ook aanwezig kan zijn op alle sectievergaderingen. Als de stagiair wegens overmacht of dwingende geldige reden niet aanwezig kan zijn, dient de stagiair –8–
het BJB (niet het sectiehoofd) hiervan op voorhand te verwittigen. Op het einde van de stage stelt het sectiehoofd een verslag op over de stagiair, waarin het sectiehoofd zal beoordelen of de stagiair correct de aanwezigheidsplicht heeft nageleefd. De verplichting om gemiste sectievergaderingen onmiddellijk in te halen, werd opgeheven. Als de stagiair de aanwezigheidsplicht niet correct heeft nageleefd, bestaat de mogelijkheid dat zijn stage verlengd wordt, of dat andere sancties worden genomen. Tevens werd de “pro deo” waarde van de Salduz prestaties van de stagiair verhoogd in het kader van het minimum van 15 te behandelen pro deo dossiers. Een effectieve Salduz bijstand tijdens de dag telt nu mee voor 0,5 afgesloten pro deo verplichtingen (voorheen 0,2), en een effectieve Salduz bijstand ’s nachts of tijdens de weekends telt mee voor een volledige afgesloten pro deo verplichting (voorheen 0,4). Deze hogere waarde van de Salduz prestaties van de stagiairs geldt retro-actief, wat betekent dat de stagiairs hun in het verleden afgelegde Salduz bijstanden in het gerechtelijk arrondissement Brussel volgens deze nieuwe verdeelsleutel (0,5 overdag, en 1 ’s nachts en in het weekend) mogen laten meetellen als ze hun aanvraag tot inschrijving op het tableau indienen. Telefonische Salduz bijstand afgelegd na 17 februari 2014 zal niet meer meetellen in het kader van de verplicht te behandelen 15 pro deo dossiers (maar de stagiair kan natuurlijk nog wel hiervoor een vergoeding verkrijgen vanwege de Belgische Staat). De Salduz bijstand mag meetellen voor maximaal 2/3 van de verplichte pro deo aanstellingen en dient gespreid in de tijd te worden verricht. De stagiair engageert zich het dossier verder op te volgen in overleg met het BJB. Ter vermindering van de belasting van de sectievergaderingen zullen 2 bijkomende sectievergaderingen worden opgestart vanaf het volgende gerechtelijk jaar. Tevens kunnen de stagiairs de sectievergaderingen ook volgen bij de gedecentraliseerde secties. –9–
Indien Salduz-bijstand zwaarder doorweegt bij het behalen van het vereiste aantal pro deo dossiers, is de tegenhanger daarvan wel dat de stagiair die Salduz-bijstand levert, daartoe de nodige opleiding dient te hebben gevolgd. De Raad van de Orde heeft beslist dat het aantal Salduz-punten gemaximeerd is op 10 punten van de 15 vereiste punten. Het moet daarbij gaan om een gespreide Salduz-medewerking. Verder dient men in principe zelf het ganse dossier te blijven opvolgen, in overleg met het BJB.
Gemeenschappelijke diensten Er is dit jaar ook ruime aandacht besteed aan de werking van de gemeenschappelijke diensten georganiseerd door de beide Ordes van onze balie, die zich voornamelijk toeleggen op de organisatie van de vestiaire, de cafetaria, de bibliotheek en het elektronisch tableau. De uitbating van de cafetaria en de parking zijn aan BTW onderworpen diensten. Deze activiteiten werden daarom ondergebracht in een aparte rechtspersoon, met name een VZW. Voor de bibliotheek en de vestiaire werd een samenwerkingsverband met de Franse Orde aangegaan. Wat betreft gemeenschappelijke conferenties: een doelstelling van de VZW in dit verband is het organiseren van de diensten wanneer gemeenschappelijke conferenties worden georganiseerd. De VZW organiseert de diensten die gezamenlijk worden aangeboden door de twee Ordes. De personeelsleden die instaan voor vestiaire en parking, behouden hun statuut. De Raad van Bestuur van de VZW zal moeten bepalen op welke wijze dat personeel voor rekening van de VZW zal werken. Er werden quota afgesproken voor dienstverlening van de parking (en gelijkgesteld). Aan het statuut van het personeel en hun dienstenopdrachten werd niets gewijzigd. In de mate ze voor de VZW werken, zal de betaling door de VZW gebeuren. De Raad van de Orde heeft de statuten van de VZW goedgekeurd en de VZW werd inmiddels opgericht. – 10 –
De Raad is er bij de Franse Orde ook blijven op aandringen dat de kwestie van de unitaire Orde in vereffening correct wordt afgehandeld.
Communicatie Er zijn op het vlak van communicatie het afgelopen jaar heel wat inspanningen geweest. Zo werd de website van onze Orde onder impuls van de Stafhouder en de ViceStafhouder zowel qua inhoud als qua vormgeving grondig opgefrist. Naast de website is ook het Jaarboek te vermelden, waar vooral Mr. Luc Van Heeswijck zijn schouders onder gezet heeft. Uit de afrekening blijkt dat de sponsors +/- 90% van de kosten gedragen hebben. Dank zij de inspanningen m.b.t. het aantrekken van sponsors, heeft het jaarboek geen noemenswaardige budgettaire implicaties gehad. De besparing tegenover het voorheen periodiek verschijnend informatieblad (wat aanleiding gaf tot aanzienlijk hogere kosten, o.m. omwille van de recurrente verzendingskosten) bedraagt ongeveer 22.000 euro. Omwille van het jaarboek is er nog slechts 1x per jaar de verzendingskost, waarbij bovendien de inkomsten uit sponsoring het overgrote deel van de kosten dekken.
Benefietconcert Op 23 januari 2014 vond een groot benefietconcert plaats in Bozar. Het concert vond plaats ten voordele van de stichting NOAB en was een groot succes.
Vormingsinstituut voor Advocaten Een laatste punt waarover ik zou willen rapporteren, is de werking van het Vormingsinstituut voor Advocaten. – 11 –
Onder impuls van Stafhouder Vandenberghe heeft permanente vorming dit jaar bijzondere aandacht genoten – over de activiteiten van VIA werd tijdens elke bijeenkomst van de Raad gerapporteerd. Van oudsher is de advocaat een voorvechter van recht en vrijheid, en aarzelt hij niet om het op te nemen tegen de machthebbers en het centraal gezag. Ieder centraal opgelegd reglement waarvan de advocaat meent dat het zijn persoonlijke vrijheid aantast, zal ongetwijfeld op verzet stuiten. Er zijn op dit ogenblik, ja misschien zelfs in dit lokaal, nog altijd advocaten die het moeilijk hebben met het OVB reglement permanente vorming. Sommigen vinden dit een vorm van betutteling of vinden het gewoon nutteloos. De Engelse politieke filosoof Jeremy Bentham heeft gezegd: “Lawyers are the only persons in whom ignorance of the law is not punished.” Sinds het OVB reglement inzake permanente vorming, is dat niet meer waar. De vraag blijft nochtans: is het opportuun een advocaat te verplichten zich permanent te vormen, en zo ja, in welke vorm. Dat het recht constant evolueert, zal allicht niemand betwisten. Dat we als advocaat permanent nieuwe informatie verwerken en bestuderen, is ook een evidentie. Bewerkstelligen dat de advocaat op de hoogte blijft van evoluties in zijn vakgebied, zou eventueel kunnen worden overgelaten aan een louter individuele keuze, aan de werking van de vrije markt, al dan niet met een occasionele aansprakelijkheidsvordering als katalysator. Men kan vrijheidsminnend zijn, maar de vraag is of liefde voor vrijheid misschien toch niet ooit pervers kan worden, zoals dat met iedere vorm van liefde ongetwijfeld wel kan.
– 12 –
Ook in dat verband stemmen de woorden van Jeremy Bentham tot nadenken: “Every law is an infraction of liberty”, of nog: “Tyranny and anarchy are never far apart.” Betekent dit er naar de mensen die ongelukkig zijn met of zelfs kritiek hebben op het systeem van permanente vorming niet geluisterd wordt? Integendeel. En dat luisteren blijft niet beperkt tot loutere beleefdheid of tot een paternalistische poging om hun ongelijk aan te tonen, maar vertaalt zich in concrete actie. Precies om te vermijden dat confraters naar uiteenzettingen zouden komen luisteren louter om punten te pakken, werd er binnen VIA een zo ruim mogelijk aanbod van lessen aangeboden, om te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk mensen de gelegenheid krijgen om te komen luisteren naar uiteenzettingen die voor hun praktijk werkelijk relevant zijn. Er wordt op dit ogenblik ook gewerkt aan de samenstelling van een inhaalprogramma in augustus, waarbij ook weer gestreefd wordt naar een zeer ruim aanbod, om te zorgen dat de aangeboden permanente vorming relevant en interessant is. Er zijn ook meer praktische aspecten die maken dat het Vormingsinstituut voor Advocaten ertoe bijdraagt dat naleving van uw verplichtingen inzake permanente vorming geen corvee hoeft te zijn, omdat het aanbod ruim is, op een locatie die voor Brusselse advocaten geen verre verplaatsingen vergt. De tarieven kunnen in vergelijking met private aanbieders van seminaries als bijzonder democratisch gelden, en ten slotte is er voor wie lessen volgt bij VIA helemaal geen administratieve rompslomp meer, nu de punten voor deelnemers aan een uiteenzetting bij VIA automatisch aan uw elektronische puntenkaart worden toegevoegd. Wij kijken er daarom naar uit U tijdens de komende uiteenzettingen bij VIA te mogen verwelkomen, niet omdat het moet, maar omdat U het zelf wil. De leden van onze Orde die twee jaar lang nul punten halen en niet antwoorden op een brief van de Stafhouder, maken het voorwerp uit van een tuchtvervolging. De betrokkenen werden of zullen worden gehoord. – 13 –
Indien men alsnog 16 punten haalt tegen 1 september 2014, en nog eens 16 punten tussen 1 september 2014 en 1 mei 2015, bestaat wellicht een nietonaanzienlijke kans dat de tuchtvervolging zonder verdere gevolgen zal blijven. Ter afronding nog dit. Ik citeerde vorig jaar reeds de woorden van die andere grote Hugo, niet Vandenberghe, maar Hugo De Groot, die zei: “Ubi iudicia deficiunt incipit bellum” – waar de methoden van het recht of waar rechterlijke uitspraken ontbreken, daar begint de oorlog. De vraag zou kunnen rijzen, nu het batonnaat van Stafhouder Vandenberghe stilaan in de laatste fase terechtkomt, of de oorlog begint. Ik denk het niet. Ik heb immers het voorbije jaar beter kennis kunnen maken met de vice-Stafhouder, thans verkozen Stafhouder, die vanaf 1 september 2014 de fakkel overneemt. Hoewel het ongelofelijke uitdaging moet zijn om in de voetsporen te treden van Hugo Vandenberghe, heb ik er absoluut vertrouwen in dat verkozen Stafhouder Vercraeye deze zware taak met brio zal vervullen. Mijnheer de Stafhouder, het was een eer om U de voorbije jaren te mogen bijstaan als secretaris. Ik hoop namens de volledige Raad van de Orde dat wij nog vele jaren beroep zullen kunnen blijven doen op uw ervaring, uw kennis en uw wijsheid. Dank U, mijnheer de Stafhouder, en dank U, hooggeachte Vergadering voor uw aandacht. * *
– 14 –
*