Jan Zoet
Het theater in Nederland wordt verlamd door de ideologische kloof tussen productie en presentatie.
In onze liberale sam enleving is het realiseren van een zo hoog m ogelijke om zet een kernwaarde en een bouwsteen van de ideologie van de vrije m arkt. In de kunst werkt het anders. Een kunstwerk is wezenlijk iets anders dan een product dat gem aakt is om zoveel
In
de
econom ie
productieketen: product.
en
een
M eestal
wederverkoper
de
die
handel
producent aan
een
het
is
er
sprake
produceert winkel
product
en
of
opnieuw
van
een
levert
een
een
andere
verkoopt
aan
m ensen: de consum enten. Tussen
producent
en
Er
m oeten
wederverkoper
vindt
overleg
en
zoveel
m ogelijk
producten
worden
verkocht aan consum enten. Dat levert waarde op. En daarom wordt er sam engewerkt.
m ogelijk
wederverkoper
te over
niet financieel noch functioneel. Een
kunstwerk
ontleent
zijn
zeggingskracht
aan
een
laten hoe
die ervaarbaar wordt door de context waarin het wordt gepresenteerd en waargenom en. Dan krijgt het een betekenis die
zich
niet
altijd
gem akkelijk
laat
ontslu iten
en
weerbarstig kan zijn of ongrijpbaar. M eer nog dan in de econom ie en de handel is het dus
Om die waarde - bijna altijd is die financieel van aard - zo groot
kunstwerk is weliswaar van waarde, m aar deze is in beginsel
intrinsieke kwaliteit die een kunstenaar tot stand brengt en
afstem m ing plaats. Er zijn doorgaans geen uiteenlopende belangen.
m ogelijk financiële of functionele waarde op te leveren. Een
zijn, het
overleggen product
producent
zoveel
en
m ogelijk
consum enten kan aanspreken. Dan hebben ze het over de prijs, de prom otie en de aantrekkelijkheid van het product. Dat heet m arketing. (Prijs, prom otie en product zijn de 3 P’s. Die m oet je tweaken om succes te hebben.)
essentieel
dat
sam enspraak
kunstwerken
m et
de
zorgvuldig
producent
van
het
en
in
nauwe
kunstwerk
(de
kunstenaar) worden gepresenteerd en gedistribueerd. Om die reden zijn er instellingen, zoals theaters, concertgebouwen en m usea, die zich specialiseerden in het tot zijn recht laten kom en van een kunstwerk. Iem and die daar werkt noem je een curator of een program m eur, die geen ander doel heeft dan een bem iddelaar zijn tussen kunstenaar en publiek. Een
zo groot m ogelijk publiek is daarbij een doelstelling, m aar
Program m eurs van podia waren curatoren die zich sam en
niet ten koste van het kunstwerk.
m et
de
kunstenaars
inzetten
om
een
zo
goed
m ogelijk
publiek te vinden en er als sector toe te doen. Toch kan en m oet ook kunst functioneren in een m arkt die afhankelijk is van handel: kunst wordt verkocht. M aar niet
Al polderend lukte dat redelijk. Er werd gestreefd naar een
alle kunst kan in een opgeschroefde financiële vrije m arkt
evenwicht tussen toegankelijke en com plexe kunst, zodat
overleven.
een zo breed m ogelijk deel van de sam enleving werd bereikt.
Daarom
sam enlevingen gezam enlijk
die
zijn de
solidariteit
er
in
dit
ideologie m oet
deel
van
de
aanhangen
worden
wereld dat
er
opgebracht
en
geïnvesteerd in waarden als onderwijs, veiligheid en kunst.
Toch ging er iets m is dat verlam m end uitpakte voor de ontwikkeling van een vitaal theaterlandschap. Er ontstond een
Ook in Nederland is dit in beginsel het geval. Verschillende
ideologische
schouwburg
kloof.
directies,
vereniging
hadden
producties die hen werden aangeboden. En de producenten,
productie en distributie.
die ook een eigen vereniging hadden opgericht, klaagden
Voor
het
theater
betekent
dit
dat
de
rijksoverheid
investeert in opleiding, talentontwikkeling en distributie. En dat
de
lokale
overheden,
m et
nam e,
investeren
België
zijn
de
durf
bij
de
podia
die
producties. Het resultaat was dat, in plaats van sam en om tafel te gaan
Die tweedeling is niet het geval in landen om ons heen. In en
en
de
bovendien te lui waren om publiek te werven voor hun
zitten, Frankrijk
sm aak
van
in
presentatieplekken als podia en festivals.
Duitsland,
aan
ontoegankelijkheid
De
com bineren tot een geheel van opleiding, talentontwikkeling,
gebrek
de
eigen
verzuiling.
opgericht,
het
over
een
werd
overheden werken sam en om een bestel van functies te
over
klaagden
die
Polderen
producenten,
de
kunstenaars, ook verantwoordelijk voor de presentatie.
de
kunstproducenten
en
wederverkopers
(de
uitzonderingen daargelaten) verder uit elkaar groeiden. Er was nog m aar 12% rijksgesubsidieerd aanbod te zien op de Nederlandse
Podia.
Er
ontstonden
tegengestelde
lobby’s.
‘Hooghartig en badinerend’ werd letterlijk gezegd over de In Nederland werkte ons losgekoppelde systeem heel lang vrij
goed.
Podium kunstenaars
produceerden
werk.
gezelschappen. Artistiek leiders van gezelschappen hadden geen
tijd
voor
overleg
om dat
ze
m oesten
repeteren.
Vertegenwoordigers van de schouwburgvereniging riepen om
Het wezenlijke dilem m a is dat de wereld door een digitale
het hardst dat het slecht ging m et de podium kunst en waren
revolutie en im m ense vraagstukken over overleven op een te
de belangrijkste pleitbezorgers voor het afschaffen van de
volle planeet in transitie is. W aar waarheid een product is en
productiehuizen. Deze verdeeldheid heeft er toe geleid dat
alles
de lokale politiek, die im m ers opdrachtgever en financier
podium kunsten
was
het
afbrokkelende planeconom ie heeft teruggetrokken. Om die
presenteren van gesubsidieerd aanbod afwees. Er werden
verlam m ing te verm ijden m oeten we echt elkaar in de ogen
wezenlijk
gehanteerd .
kijken en sam en naar voren gaan. Om richting te geven en
Een zaal m oet vol zitten. Zo niet dan is het werk niet goed.
onbenul aan te pakken. W ant als ergens saam horigheid en
Kwantiteit en financiële waarde werden doorslaggevend. Dat
verbinding kan ontstaan is dat niet op de scherm en van de
leidde er toe dat veel podia andere directies kregen die zich
global village, m aar in de werkelijke ontm oeting tussen
niet
publiek en kunstenaars.
van
eens
de
podia,
andere
bewust
iedere
verantwoordelijkheid
ideologische
zijn
waren
uitgangpunten
van
de
waarde
voor
van
een
theater.
gelaagder aanbod en kunst en entertainm ent op één lijn stelden. Als het niet leuk is of niet te volgen is het geen kunst. Vlakke vloertheaters kwam en in de problem en. M aar ook de podium kunstenaars zelf zaten vast in het stram ien van de splendid isolation van de black box en waren m aar al te vaak niet in staat om te zien wat er speelde. Er werden beelden gecreëerd van klagende verwende kunstenaars die hun hand ophouden. Terwijl er toch veel m eer overheidsgeld naar podia en infrastructuur gaat dan naar kunstenaars. W aar er synergie zou m oeten zijn ontstond verdeeldheid en ging een sector rollend over straat. Dat is schadelijk. W ant het
is
onterecht.
Absoluut
en
relatief
gezien
gaat
het
helem aal niet slecht m et ons theater. Integendeel zou ik zeggen.
En
de zich
wereld
van
in
loopgraven
de
de
Nederlandse van
een
Tom Blokdijk
zij er zelf geen ervaring m ee. Zoiets m ag gewoon al niet
De werkelijkheid was en is ons vreemd
voorkom en. Dit verstoort de orde in het kwadraat. Een stuk over een m an die als jongen seksueel m isbruikt is door een priester en zelf priester is geworden en dat stuk is goed gem aakt, dan strom en de toeschouwers toe. Het belang van dat soort stukken wordt m eteen onderkend. Som s vraagt het
Toen
de
gesubsidieerde
kunsten
een
paar
jaar
geleden
wat m eer tijd voordat dat belang tot je doordringt. M aar er
getroffen werden door buitenproportionele bezuinigingen,
zijn
ook
voorstellingen
waarbij
je
m eteen
weet
dat
ze
hebben we m oord en brand geschreeuwd. Een sam enleving
eigenlijk nergens over gaan. Niet iets van belang, tenm inste.
als de onze kan nu eenm aal niet zonder kunst, vinden we.
Ze zijn m isschien schitterend gem aakt zijn, erg ontroerend, of extreem grappig, m aar belangrijk... nou nee.
De reactie was voorspelbaar: 'Hoezo, kunst onm isbaar. De overheid
subsidieert
alleen
activiteiten
die
een
m aatschappelijk belang hebben. Nou, vertel eens, hoe zit dat
Het is duidelijk: de eerste categorie kom t in aanm erking voor subsidie, de tweede niet. .
bij de m et kunst?' Het antwoord op die vraag bleven wij geruim e tijd schuldig. En de eerste pogingen daartoe, waren niet erg overtuigend. M aar het wordt langzam erhand beter.
Een goede gesubsidieerde voorstelling biedt ons een visie op iets wat wij als onze werkelijkheid beschouwen
en echt
belangrijk vinden. Zaken die ons beroeren, angst aanjagen, Laten we het over het theater hebben. Theater confronteert
waarm ee we worstelen en die toch wezenlijk zijn voor ons
de toeschouwers m et een beeld van de werkelijkheid. W elke
bestaan, onze toekom st, ons hun geluk. Die visie van de
werkelijkheid?
de
voorstelling verdiept onze eigen visie daarop, verbreedt of
werkelijkheid zijn die de toeschouwers als hun werkelijkheid
ondergraaft die, brengt hem aan het wankelen, bevestigt
herkennen. Een stukje daarvan. Om
hem . W e worden door elkaar geram m eld, zijn totaal ontdaan,
Om
te
kunnen
functioneren
m oet
dat
een m aatschappelijk
belang te hebben, m oet dat stukje belangrijk zijn voor de
intens blij of zielsgelukkig.
toeschouwers. Het hoeft hen niet eens zelf aan te gaan. Seksueel
m isbruik
van
kinderen
en
jongeren
door
een
priester roept bij m ensen heftige em oties op, ook al hebben
Hoe
vaak
gebeurt
het
u
dat
een
gesubsidieerde
theatervoorstelling dat bij u teweeg brengt? M ij zelden. Als
dat bij u ook zo is
- en eerlijk gezegd hoop ik van niet,
m aar ben ik bang van wel - dan ziet de toekom st van het
behoefte
aan
hebben.
Het
wordt
op
allerlei
m anieren
geprobeerd.
gesubsidieerde toneel er slecht uit. W ant wat denkt u dat in dat geval het eerste kabinet Halbe Zijlstra in 2017 zal gaan doen?
Door voornam elijk
nieuwe stukken te spelen bijvoorbeeld.
Het aantal daarvan is spectaculair gestegen, de Nederlandse toneelschrijfkunst
Hoe kom t het dat het theater in deze penibele toestand is
is
opgebloeid.
M aar
groot
is
m ijn
teleurstelling en die van velen m et m ij, dat veel van die
geraakt? W aarom houden wij ons zo weinig m et zaken bezig
nieuwe
schrijvers
niet
echt
belangrijke
onderwerpen
die echt belangrijk zijn voor onze toeschouwers?
aansnijden of een niet zo'n erg bijzondere visie op onze werkelijkheid presenteren. Ja. Zo gaat het.
Ik zie drie oorzaken. De eerste is dat we het theater vooral zien als een vak. U kent die stevige uitspraak wel: Het
Acteurs begonnen zelf stukken te im proviseren. Som s m et
theater is een vak, niets m eer en niets m inder. Natuurlijk is
veel succes - Het W erkteater - som s m et m inder. Ja. Zo gaat
het een vak en als we dat niet heel goed uitoefenen bereiken
het.
we
niks,
hoe
belangrijk
ook.
M aar
als
voorstellingen
eigenlijk alleen daarom worden gem aakt, is er geen reden
En tenslotte waren er nog die schitterende klassiekers,
waarom het niet aan de m arkt kan worden overgelaten. Er
waarin de toneelschrijvers van toen hun visie vorm gaven op
wordt
om dat
de tijd waarin zíj leefden. Hoe kunnen we daarm ee onze visie
theaterm akers nu eenm aal theater willen m aken. En m oeten
geven op ónze tijd. Al m eer dan veertig jaar zijn we dat aan
m aken: ze leven ervan. Ik kan vaak geen andere noodzaak
het proberen. Het m islukt bijna altijd jam m erlijk, wat wij
ontdekken.
m akers ook allem aal beweren over de actualiteit van onze
nu
te
veel
gesubsidieerd
theater
gem aakt
voorstellingen. W ij verwijzen wel m et allerlei vorm m iddeltjes De tweede oorzaak
is dat wij als theaterm akers niet goed
naar onze eigen tijd, m aar slagen er zelden in daarm ee over
weten hoe aan stukken te kom en of te m aken die duidelijk
onze tijd ook iets concreets en bijzonders te m elden, iets
herkenbaar
van
dat onze opvattingen en ideeën aan het wankelen brengt.
nog een opm erkelijke visie op
W ie Tasso van het Nationale Toneel gezien heeft, weet wat ik
gaan
over
de
toeschouwers nu en daar ook
brandende
kwesties
bevatten. Het is niet zo dat de theaterm akers daar geen
bedoel. Ook m ij is het vaak niet gelukt. Ja. Zo gaat het.
De
derde
oorzaak
dat
er
zo
weinig
echt
belangrijke
voorstellingen zijn is dat de tijd ons al m eer dan dertig jaar niet m ee zit. Al in 1977 werd het Ik-tijdperk uitgeroepen. Begin jaren tachtig werd het not done om je m et de grote kwesties
in
te
laten
die
de
sam enleving
beroerden, om
ergens kritiek op te hebben. Alles wat serieus was, diende belachelijk te worden gem aakt. Alles m oest gerelativeerd en geïroniseerd. Je blik als kunstenaar diende niet verder te reiken dan het eigen ik. Er waren en zijn uitzonderingen, m aar deze beweging werd in de jaren negentig m ainstream . Jonge theaterm akers werd en wordt geleerd uit te gaan van wat henzelf bezig houdt. M aar dat
is: henzelf. Ok. M aar
heeft dat enig m aatschappelijk belang? Is dat iets waar m ensen naar toe strom en om dat het gaat over iets dat wezenlijk voor ze is? M eestal niet. Toch zal het m oeten lukken. Denk aan het eerste kabinet Halbe Zijlstra. W e hebben geen andere keus. Het m aken van schitterende voorstellingen alleen zal ons niet redden. W e zullen ons m oeten richten op de grote brandende kwesties en hete hangijzers van onze tijd. Op zaken waar de m ensen echt m ee zitten. En dan bedoel ik niet speciaal de grote politieke kwesties. En als de m ensen zich daar niet van bewust zijn, m oeten we ze daar bewust van m aken. Om te beginnen onszelf.
M aarten Doorm an
fabrieksloodsen.
Het geloof in het vlakkevloertheater is een cliché
Ik
ging
naar
één-op-ééntheater
op
afgelegen plekken. W at was het vaak goed en bijzonder. M aar
de
kijkdoos
van
het
lijsttoneel
is
onderschat,
of
eigenlijk: het idee erachter. Juist nu we alles kunnen m et licht en film en geluid zouden regisseurs weer vaker aan de m agie van het theater m ogen denken. Zoals Guy Cassiers dat
Sinds Bertolt Brecht heerst er een taboe op lijsttoneel en de
doet. Ik weet precies hoe de bakstenen m u ur achter het
te rom antisch geachte betovering. Aap. het eind zakt het
toneel in de Am sterdam se Stadsschouwburg eruit ziet. W at is
gordijn niet (of het licht blijft aan, een equivalent van het
het statem ent om die voor de zoveelste keer te tonen?
open doek). De spelers en zangers' dienen zelf op een gegeven m om ent af te druipen, liefst voor het applaus is
Er spookt veel jaren zeventig door het toneel. Zoals in de
verstom d. Al decennia heerst het vlakkevloertheater. Opdat
beeldhouwkunst in de publieke ruim te een taboe ontstond
het publiek niet gelooft dat wat op het podium gebeurt echt
op de sokkel, het voetstuk waarop im m ers eeuwenlang de
is. En we ons niet de em oties van het stuk eigen m aken.
m acht van koningen, dictators en generaals was geplaatst;
W ant het lijsttheater is een kijkdoos die ons, het publiek,
zoals
een illusie voortovert en ons elke kritische distantie doet
hoofdingang nog m aar zelden te vinden was in de grauwe
opgeven. Het publiek wordt gezien als consum ent en zoals
trieste
religie opium is, zo brengt de poppenkast van het lijsttoneel
kapitalistische krachtpatserij, zo niet als puur fascism e werd
ons, onnozele kinderen, in een bedenkelijke roes en m aakt
gezien; zoals in die jaren de literatuur om laagdrem peligheid
ons tot willoze slachtoffers van het grootkapitaal.
te bereiken op krantenpapier werd gedrukt en onder de
in
grote gevels
om ineuze
naam
gebouwen om dat
uit
een
Bulkboek
de
jaren
pontificale
verscheen
zo
zeventig toegang
ontstond
de als
een
Natuurlijk, vlakkevloertheater is vaak de beste vorm . Ik heb
dwangm atig geloof in het vlak kevloertheater. Om dat het
veel theater op locatie gezien, dat nog verder weg staat van
dichter bij de toeschouwer stond, opdat de toeschouwer niet
de kijkdoos en de verwerpelijke illusie. Ik zwierf door de
rom antisch zou wegdrom en, om dat: we – hoe paradoxaal was
buitenwijken van Dries Verhoevens Niem andsland, zag vol
dit paternalism e als toeschouwer toch vooral kritisch bleven.
bewondering stukken in het Am sterdam se Bos, in garages,
Ik heb vaak op het podium gezeten, onder andere bij Ivo van
steengroeves,
Hoves Scènes uit een huwelijk, waarbij wij, publiek, werden
een
gesloopte
flat,
op
straat
en
in
verplaatst, net als bij M artijn Paddings opera Laika afgelopen zom er. Het was prachtig. M aar ik zag ook overrom pelende opera's van Händel in een oud lijstdecor. De m oordende intim iteit van W ho's afraid of Virginia W oolf sm eekt om podium en doek. Of de belichtingsvariant ervan. W e vergeten dat het bij theater om een ritueel gaat m et een ongeschreven liturgie.
Om
bezoek
aan
een
ruim te
waar
wij
door
die
geheim e liturgie bij iets anders kom en, onbehaaglijk of vreugdevol, tegelijk vreem d en bekend, m aar niet in de eerste plaats 'herkenbaar' en 'werkelijk'. W as in die zin niet juist het vlakkevloertheater een hellend vlak?
M arijke Hoogenboom
De theaterwetenschap gaat het Nederlandse theatergeheugen niet redden
Hoe
vanzelfsprekend
deze
crisissituatie
blijkbaar
al
is
geworden illustreert de recente verkenning van de Raad voor Cultuur. Voor het belangrijkste adviesorgaan bestaat het veld enkel uit productie, presentatie en publiek. Een kwalijke vergissing. Een Raad die niet de noodzaak agendeert om
W ie theater m aakt leeft gevaarlijk en loopt voortdurend het
docum entatie,
analyse
risico om te verdwijnen. Theater is een kunst die weinig
geven
bestel
achter
toekom st en laat een belangrijke kans liggen om ooit nog
laat,
niets
eigenlijk,
als
wij
het
niet
vertellen,
oprapen, aan elkaar plakken, tonen, bespreken, opschrijven,
in
het
en
kritiek
heeft
een
weinig
onm isbare
plek
te
verwachtingen
van
de
voorbij te gaan aan de huidige status quo.
vergelijken, verwerpen, opnieuw uitproberen. Het geheugen van het theater m oet, net als het theater zelf, steeds weer gem aakt
worden.
M aar
in
Nederland
lijken
wij
een
tijd
En
toch
is
m ijn
stelling:
er
is
hoop.
De
Nederlandse
podium kunsten kennen niet alleen een unieke geschiedenis
tegem oet te gaan waarin we uitsluitend nog in het heden
van
m ogen bestaan, een tijd van verwaarloosde archieven en
'instituten' die reflectie en onderzoek dicht op de huid van
collectieve am nesie.
de praktijk hebben georganiseerd. M et onze wederopbouw
individuele
kunstenaars,
m aar
ook
van
eigengereide
m oeten we daarom ook niet beginnen bij dat ene nationale De
ram pzalige
Instituut
m onum ent dat in elkaar is gedonderd, m aar juist bij heel
Nederland – als sector én erfgoedinstelling – staat sym bool
andere bouwsels. En het m ooie is: deze zijn niet van steen,
voor
ze
het
geheugen Nederland.
teloorgang
fundam entele van De
en
de
politiek
van
gebrek
reflectie heeft
het aan
op
de
gekozen
Theater aandacht
voor
podium kunsten voor
het in
geschiedenis
zijn
m ensenwerk.
Kassies
en
zijn
De
bron
is
de
Instituut
voor
geen
kram pachtig
ingewikkelds',
onverm ijdelijke
Theateronderzoek.
Jan
'Niets
beleid
voor
zonder perspectief: de collectie is 'veilig' ondergebracht bij
talentontwikkeling:
gewoon
de
de UvA, tegelijkertijd wordt niet m eer geïnvesteerd in het
verplichting
beroeps·
praktijk
bijhouden van de actuele praktijk, laat staan in een centrale,
voorzien
onafhankelijke plek die zich verantwoordelijk voelt voor een
am bacht te vernieuwen. Vervolgens hoeven we ons m aar door
kritisch discours en onderzoek vanuit het veld zelf.
een aantal vuurtorens te laten leiden: de zoektocht: en
en
om
de
kunstenaars
de
vanzelf· van
gelegenheid
sprekende
inform atie te
bieden
te hun
nieuwsgierigheid van M ickery om de eigen werking steeds verder uit te breiden; de ethiek van Discordia om van het toneel een levende wetenschap te m aken, dwars door de generaties heen; de integriteit van M arianne Van Kerkhoven (Theaterschrift) om te luisteren, door te vragen en vast te houden; en de courage van Ditte Pelgrom om m et I)e Nieuwe Toneelbibliotheek het veld op de voet te blijven volgen en een stem te geven. Bijvoorbeeld. Keer op keer zijn het de kunstenaars die gepleit hebben voor context, voor een nieuwe taal, en voor het rigoureus blootleggen van hun eigen visie. M aar keer op keer heb je ook onverm oeibare strijders nodig voor wie ontkenning en vergeten
geen
optie
Nederlandse
theater
oprapen
opnieuw
en
is. niet
Nog
is
het
verloren.
bouwen.
Om
geheugen
Laten te
we
van
de
beginnen:
het
stenen hef
het
verbod op de subsidiëring van discours, bem iddelaars en vakbladen op –
corrigeer de verkenning van de Raad – en,
koester de kracht van de kleine, vloeibare instituten van vlees en bloed. Tim Etchells zei ooit: 'It works sm all the history thing. Sm all things m ake big changes.' Of in de woorden van Ritsaert ten Cate: 'Ik doe wat ik doe en geloof daar heilig in. En verder kan iedereen de boom in.'
Erwin Jans
Kennis van theatergeschiedenis kan het theater ernstige schade toebrengen
Voor Nietzsche leiden dieren een gelukkig en zorgeloos leven in het hier en nu om dat ze kunnen vergeten. Ze zijn onhistorisch. De m ens daarentegen kan niet vergeten en kan zich niet losm aken van zijn verleden. De m ens is historisch. Nietzsche pleit voor een evenwicht tussen het historische en het onhistorische, tussen het herinneren en het vergeten. Hij
Aan bovenstaande aan Nietzsche ontleende form ulering m oet
schreef echter in een periode – de tweede helft van de
ik vaak denken wanneer ik m ijn cursus theatergeschiedenis
negentiende
doceer aan het KASK, het Koninklijk Conservatorium , in
m ythische vorm en had aangenom en. Ik heb het gevoel dat we
Gent.
nu
Hebben
ze
er
wel
iets
aan,
de
toekom stige
aan
eeuw
het
begin
–
waarin
van
de
het
historische
eenentwintigste
besef eeuw
haast in
het
theaterm akers die voor m e zitten? En dan heb ik het m inder
om gekeerde regim e zitten: een regim e van het vergeten, van
over historisch belangrijke figuren als Craig, M eyerhold,
gebrek
Piscator, Brecht of Artaud, m aar eerder over de recente
geworden. Is dat de reden van het enorm e succes van de
geschiedenis van het theater in Vlaanderen en Nederland, de
herdenking van de Eerste W ereldoorlog, de Groote Oorlog, in
geschiedenis van de voorafgaande generatie. W ant hier doet
Vlaanderen op dit ogenblik?
aan
historisch
besef.
Geschiedenis
is
koopwaar
zich de spanning het scherpst voelen. Zelf opgevoed m et en gevorm d door het theater dat in Vlaanderen begin jaren
Vind
ik
dat
de
huidige
generatie
theaterm akers
iets
tachtig ontstond – de generatie van inm iddels grote en
fundam enteels aan het vergeten is dat de vorige generatie
bekende nam en als Jan Lauwers, Jan Fabre, Guy Cassiers,Jan
ontdekt
Decorte, Ivo van Hove, Josse De Pauw, Arne Sierens en uit
vergeten? De generatie waarover ik het hierboven had werpt
Nederland
nog steeds haar licht (of haar schaduw?) over het theater in
M aatschappij
Onafhankelijk
Toneel
–
Discordia, word
ik
nu
Gerardjan
Rijnders,
geconfronteerd
m et
had?
Vlaanderen
en
M isschien
zijn
Nederland.
er
Het
wel
is
redenen
een
voor
generatie
dat
die
studenten voor wie deze nam en slechts nam en zijn zoals
internationaal is doorgebroken en erkend wordt. M aar heeft
vele andere en niet, zoals voor m ij, zowat de essentie van
zij de huidige generatie nog iets te vertellen? Ik heb het
wat m odern theater is in Vlaanderen en Nederland. M aar wat
gevoel van niet. Vind ik dat erg? Ik heb het gevoel van wel.
doe ik daarm ee?
M oet ik dan gewoon m aar aanvaarden dat: het theater van m ijn hel·· den uit de jaren tachtig stilaan een verhaal van
het verleden aan het worden is? Een verhaal dat: zijn tijd gehad heeft en nu historisch is geworden? Het paradoxale is dat die grote generatie geen generatie is waartegen je je als jonge m aker gem akkelijk kunt afzetten. Tegen wat zou je je in godsnaam afzetten? Je kunt er geen artistieke vaderm oord op plegen zonder jezelf voor schut te zetten. Het is een generatie die het theater in alle richtingen heeft opengebroken. Je kunt die generatie blijkbaar alleen m aar vergeten of negeren. En m isschien is dat wat de jonge generatie aan het doen is? M isschien is enig geheugenverlies noodzakelijk
om
ruim te
te
creëren
voor
iets
nieuws?
Ronald Klam er
Toneel en literatuur praten niet meer met elkaar
Om dat lezen steeds m inder een activiteit is die gelijk staat aan
geduld.
Geduld
dat
nodig
is
om
te
begrijpen
wat
schrijvers ons te vertellen hebben. Om dat afstand in de tijd ongem akkelijk is in plaats van verhelderend.
Toneel en literatuur praten niet m eer m et elkaar.
Toneel
vertrouwt
steeds
m inder
op
de
kracht
en
de
betekenis van het verhaal. Toneelm akers zijn onverschillig geworden als het gaat om hun schrijvers.
De m ening, het standpunt heeft de plaats van de scène ingenom en. Scènes gaan over m ensen en hun dilem m a’s,
Gevolg: toneel is vlakker, schem atischer en narcistischer
over de keuzes die m ensen voortdurend m oeten m aken.
geworden. Toneelm ensen Het Toneel Speelt heeft in 2 jaar tijd - 2009 en 2010 – drie grote stukken van Heijerm ans uitgebracht. In volgorde:
zijn
onverschilliger
geworden
over
hun
schrijvers. Daarom worden onze grote toneelschrijvers nog m aar m ondjesm aat gespeeld. Vondel en Heijerm ans zijn niet stoffig, zijn niet m useaal. Het Toneel Speelt heeft in 2 jaar
Op Hoop van Zegen (1900),
Ghetto (1898) en De W ijze
Kater (1917). Dat m oest, vond ik toen en vind ik nog steeds.
tijd - 2009 en 2010 – drie grote stukken van Heijerm ans uitgebracht.
In
volgorde:
Op
Hoop
van
Zegen
(1900),
Ghetto (1898) en De W ijze Kater (1917). Dat m oest, vond ik Het toneel in Nederland leeft bij de m odieuze waan van de
toen en vind ik nog steeds. W e hebben drie jaar achter elkaar
dag. De heersende toneelm ode is dat de schrijver niet m eer
de Gijsbrecht op 1 januari gespeeld in de Stadsschouwburg
de bron is van een voorstelling.
Toneel en literatuur praten
Am sterdam . Ook om dat wij vinden dat dat m oet. Toen wij
niet of nauwelijks m eer m et elkaar. Dat kom t om dat de tekst
drie jaar geleden voor het eerst weer de Gijsbrecht speelden,
niet m eer heilig is.
was het een belevenis. W at een traditie! Wat is het dat we zo
slordig zijn?
Im m ers, wie geen oog heeft voor zijn traditie,
voor allen die ons zijn voorgegaan, die m ist de kern waar theater
over
gaat.
Natuurlijk,
theater
is
vluchtig.
Jonge
Het derde bedrijf, waarin al die vissersvrouwen m ijm erend bij elkaar zitten en hun verdriet verdrijven, is van een grote
toneelspelers van nu kennen bijvoorbeeld de grote nam en
dram atische
van m ijn toneeljeugd niet m eer. En dan zeg ik
Vrouwen van Euripides. M et het spelen van 3 stukken van
weg
Elisabeth
Andersen
net
zo
m ooi
als
Trojaanse
grote actrices die heel veel voor het toneel hebben betekent.
ervaren dat het volkstoneel van Heijerm ans niet verouderd
Kijk naar de nam en op de balcons van de Stadsschouwburg
is. Het is volkstoneel zoals ook De geschiedenis van de
Am sterdam ,
fam ilie Avenier van M aria Goos volkstoneel is
schilderijen
Nieuwenhuijzen.
is
Heijerm ans ging het ons erom te laten zien en vooral te
de
Annet
Dat
Twee
naar
en
voor de vuist
kracht.
aan
de
wanden.
Zij
verbeelden de geschiedenis van schrijvers, toneelstukken en hun interpreten. W e horen en over de Gijsbrecht en Badeloch
W ilfred Takken schreef in NRC Handelsblad:
van Ellen Vogel, Ank van de M oer, Han Bentz van de Berg en zien die van Carine Crutzen, M ark Rietm an, M arlies Heuer.
De hele toneelliteratuur geef ik voor alleen al het derde bedrijf van Op hoop van zegen: de vissersvrouwen die in een
Ons
toneel
krijgt
betekenis
door
zijn
schrijvers.
Toen
storm nacht bijeen zitten, bang voor het lot van hun m annen
Heijerm ans werd begraven, stonden de m ensen drie rijen dik
op zee. Drie oudere weduwen en twee jonge vrouwen die op
langs de straat. De halve stad was uitgelopen om hem de
dat m om ent weduwe worden, m aar dat nog niet weten.
laatste eer te bewijzen. En dat voor een toneelschrijver. Zonder het talent van een toneeschrijver m et de am bities Op
Hoop
van
Zegen
is
een
Grieks
dram a,
m aar
dan
van een literator verliest het toneel zijn betekenis. Het
gesitueerd in een Hollandse vissersplaats. En Kniertje is een
verschrom pelt tot de realiteit van het repetitielokaal. Acteurs
vrouwelijke variant van Job, die uiteindelijk op de m estvaalt
worden ondanks hun talent ijdeltijten.
eindigt. Alles wordt haar afgenom en, er blijft niets m eer over. Hoe overleef je dat?
Daarover gaat het. En dat is een
Het
zijn
de
schrijvers
die
toneelspelers
voorzien
van
vraag die blijft. Daarover gaat bijvoorbeeld Twelve Years a
duistere, sm achtende, wanhopie, verliefde personages, van
Slave. Over wat leven is en wat overleven. En welke offers
grootse
een m ens daarvoor m oet brengen.
karakters.
scenes
Denk
en
daarm ee
aan
de
veranderen
scene
van
de
toneelspelers
in
toneelspelers
in
Ham let. Het is een verschil om een personage te spelen, om grote scenes te spelen, of in een boekbewerking te staan. Daarom spelen wij opnieuw Een sneeuw vanW illem Jan Otten, ook zo’n toneelschijver waar wij trots op kunnen zijn. M ijn hoop is dat acteurs en regisseurs weer ontdekken wat de kracht is van grote, oorspronkelijke toneelteksten. Het is aan hen om die teksten van vlees en bloed te voorzien zodat wij toeschouwers zowel kennis kunnen nem en van onze klassiekers
als
verrast
kunnen
worden
door
de
toneelschrijvers van nu. Schrijvers die de lat zo hoog leggen dat toneel een intellectuele, em otionele, zinnelijke
sensatie
is waarin het schem a plaatsm aakt voor wat com plex is en ondoorgrondelijk.
Tobias Kokkelm ans & W alther Bart
academ ici beschouwen toch alleen m aar? Aan hen toch alleen
De democratisering van het Nederlands theaterlandschap is omgeslagen naar
m aar de taak om te duiden, achteraf? Ja, m aar ja. Duiden is óók politieke daad. Duiden is óók signaleren, form uleren, benoem en, vorm en.
aristocratisering
Aristocratisering
vorm t
een
begrippenpaar
m et
De dem ocratisering van het Nederlands theaterlandschap is
dem ocratisering.
Dem ocratisering
om geslagen naar aristocratisering. Dat is onze stelling. Deze
vergroting
inspraak
trend
technocratisch
anderzijds ook de vergroting van toegang tot m iddelen en
discours, dat we m aar al te vaak afdoen als ‘de schuld’ van
ideeën. En dat is een voortdurend proces. Alleen neigen we
‘dé politiek in Den Haag’ of zoiets. Dus m et andere woorden:
dat te vergeten, of doen we dat af als ‘verm oeiend’. Het is
‘zíj’ schuiven de parlem entaire verantwoordelijkheid voor het
absurd om te denken dat dem ocratie ‘datgene’ is wat we nu
kunstenveld
en
bereikt hebben. W ant m et zo’n redeneertrant ontaardt een
aristocratischer wordt. M aar ook het kunstenveld zelf is daar
dem ocratie in een technodem ocratie, waaruit alle inhoud
enorm debet aan, om dat wij veel te snel m eegaan in dat
weggezogen is door ‘ooit’ vastgelegde procedures die we
technocratische jargon. Denk aan de sterrificering van de
vervolgens als ‘onwrikbaar’ of ‘onverbeterbaar’ beschouwen.
kunstkritiek, de roep om trechtervorm ing, het verdwijnen
M et de huidige depolitisering als een schrijnend resultaat.
wordt
gevoed
van
door
zich
een
af,
neoliberaal
zodat
dat
veld
kleiner
van
en
betekent
enerzijds:
m edezeggenschap,
de
m aar
van de productiehuizen uit de BIS (dus de autonom ie van die ontwikkelplekken niet m eer erkennen als een basisfunctie in
Aristocratisering
is
uiteraard
het
tegendeel
van
het
het bestel) etcetera, etcetera. En al die ontwikkelingen (of
dem ocratiseringsproces. En die aristocratisering geldt niet
beter
een
alleen
ook
bestuur daarvan. En dat is, als we niets ondernem en, een
producenten,
volstrekt autom atisch proces. W ereldschokkend nieuws is dat
gezegd:
enorm e
afwikkelingen)
passiviteit
beleidsm akers,
van
niet
com m issies,
worden alleen
om geven politici,
bestuurders,
door m aar
kunstenaars, journalisten, dram aturgen en academ ici.
voor
de
kunstproductie
zelf,
m aar
ook
voor
het
niet. Nota bene al in 1911 form uleerde de Duits-Italiaanse socioloog Robert M ichels zijn theorie van ‘de ijzeren wet van
Zelfs academ ici? Ja. En voor het gem ak reken ik m ijzelf daar ook
toe, om dat ik
in
dit instituut ben
opgevoed. M aar
de
oligarchie’.
ongeacht
hun
Hij
stelde
dat
dem ocratische
alle
organisatievorm en, of
autocratische
uitgangspositie, onverm ijdelijk afglijden naar een oligarchie,
politiek staan. Dat zal steeds opnieuw m oeten gebeuren. Als
dus letterlijk: ‘de heerschappij van enkelingen’. De oorzaak,
we die dem ocratiseringsgedachte niet m eer om arm en, wordt
aldus
ons alom geroem de horizontale, diverse landschap vanzelf
M ichels,
leiderschap
is
om
1)
zich
de
autom atische
steeds
verticaler
tendens te
bij
het
organiseren
en
verticaal.
vooral hun eigen belangen te behartigen; 2) de dankbaarheid van de geleide groep en 3) de passiviteit van de m assa. Ironisch
genoeg
autom atisch
af:
gleed in
de
M ichels jaren
‘20
uiteindelijk sloot
hij
ook
zich
aan
De uitdaging ligt in het form uleren van nieuwe voorstellen
zelf
die niet als definitieve m aatregel m oeten gelden m aar juist
bij
als nieuw experim ent. Om ook zo’n voorstel weer op een
M ussolini.
gegeven m om ent te herzien of zelfs los te laten, zodat de ijzeren wet van de oligarchie er geen vat op kan krijgen.
De Rotterdam se Socioloog W illem Schinkel stelt: “Het is
Dem ocratisering wordt pas verm oeiend als we onze ooit
absurd om te denken dat dem ocratie af is: ‘ooit hebben een
ingenom en
stellingen
paar Grieken en Verlichtingsfilosofen erover nagedacht, dus
verdedigen, ook al zijn ze allang onhoudbaar geworden. Er
niks m eer aan doen, dit is het’. Dem ocratie betekent juist
wordt vaak te snel en te concreet gedacht. M aar toch, om
het tegenovergestelde: voortdurend experim enteren. Dat zal
jullie in positieve zin te irriteren en alvast de discussie aan
steeds opnieuw m oeten gebeuren. Dem ocratie m oet juist iets
te
houden van een ‘uitstaan naar de toekom st’, van een ‘nog-
geïnspireerd op hoe Gerard M ortier het deed. En hoe Frie
niet-karakter’. Als dem ocratie dat niet heeft, dan heb je al
Leysen het nog steeds doet.
zwengelen,
hierbij
en
posities
alvast
m aar
één
m oeten
concreet
blijven
voorstel,
heel snel een vorm van anti-dem ocratie. Derrida heeft het over ‘avenir’: toekom st, m aar ook ‘te-kom en’.”
Stel voor instellingen in de basisinfrastructuur m andaten in. De BIS gaat over basisvoorzieningen en hangt dus niet aan
M et andere woorden: als we het dem ocratische project koesteren, stoppen.
dan En
is dat
dem ocratisering is
niet
iets
dat
verm oeiend.
Dat
nooit is
personen. De instelling is er voor de stad of voor de regio,
m ag
en dus uiteindelijk niet voor de persoon die die instelling
juist
bestiert
–
de
intendant,
directeur,
artistiek
leider,
onwaarschijnlijk inspirerend. De dem ocratie kan - en m oet! –
program m eur etc. W at houdt dat m andaat in? M axim aal twee
nam elijk
keer
term ijnen van vier jaar, m et na de eerste vier jaar een
verkleden, zich om draaien en weer voor de spiegel van de
evaluatiem om ent m et inspraak van niet alleen de raad van
voortdurend
experim enteren,
zich
elke
toezicht, m aar ook de ondernem ingsraad van het gezelschap, de
lokale
politici
én
de
betrokken
en
verantwoordelijke
toeschouwers. Qua tijdspanne is het ideaal: vier jaar om je esthetiek te installeren. En, als die aanslaat, nog eens vier jaar om die esthetiek uit te bouwen. En dan het stokje doorgeven. Langer dan acht jaar op één plek m aakt m oe en voorspelbaar. Voor een vitale sector die niet kan vastroesten, zijn al te lange m onopolieposities dodelijk. W e nodigen u uit om hierop te reageren. Spreekt u zich uit, alstublieft! Depolitisering betekent nam elijk niet dat we ‘het politieke’ in ons verleerd zijn. W e hebben alleen verleerd dat politieke als zodanig te benoem en en uit te dragen.
Jelle Koopm ans
50 jaar theaterwetenschap in Amsterdam en nog steeds geen handvat voor een geschiedenis van toneel, theater, drama.
waarvan ik ook niet weet wat die betekenen (doen we een keertje apart). 4. Ik heb ooit eens gezegd dat m iddeleeuws Frans toneel niet M iddeleeuws is, niet Frans is, en geen toneel is: toen m ij een
1.
of
andere
m edaille
uitgereikt
werd
zei
de
lokale
50 jaar theaterwetenschap in Am sterdam en nog steeds
burgem eester: m ooi is dat, als je onderzoek doet naar iets
geen handvat voor een geschiedenis van toneel, theater,
waarvan je zo weinig weet te vertellen. Ja, prachtig! Dat is
dram a. Hij gaat in 20 keer 20 seconden – dat is de Pecha-
wetenschap!
Kucha, m aar zonder dia’s, want ik ben geen architect, en geen Japanner. Ik kom van Franse letterkunde.
5. M iddeleeuws toneel is een uitvinding van de negentiende
2.
eeuw. En in het vervolg is dat zo gebleven: m en knipt uit de
M eer dan 30 jaar geleden startte ik m ijn onderzoek –
docum enten wat leek op een negentiende -eeuws idee van
iedereen
suggereerde
m ij
allerlei
prachtige
theatertheoretische studies, die ik ook gelezen heb: ik had
toneel, trok daar een vloeiende krom m e door, en noem de dat theatergeschiedenis. Briljant, m aar een grote leugen.
er geen zak aan – ik herhaal “Geen Zak”. Alsof m ijn object theoretisch niet m ocht bestaan – en het betrof toch een
6.
toneelgenre – de zaken zijn inm iddels nauwelijks veranderd.
De theaterwetenschap weet niets van de M iddeleeuwen – het is recirculatie van oude m euk – en erger nog: er is geen
3. Onlangs geschreven
reële interesse. Zelfs de m eest open theaterwetenschappers heb
ik
het
voor
hoofdstuk de
over
nieuwe
de
M iddeleeuwen
– ik denk aan Christian Biet - hebben wel interesse, m aar
Nederlandstalige
weten er totaal en geheel niets van. Alle kennis is vierde- of
theatergeschiedenis – te verschijnen bij Lannoo. Ik weet nog
vijfde-hands: en zo kom en we nergens!
steeds niet waarvan ik nu een geschiedenis geschreven heb: lees dat boek! Het verschijnt dit voorjaar) m et veel plaatjes,
7. De
10. theatergeschiedenis
te
W e m oeten terug naar het archief. Daar is alles te vinden.
brengen als wat we in de uitvoeringspraktijk van de oude
W e m oeten voor de geschiedenis terug naar de culturele
m uziek gezien hebben. W e m oeten, en ik neem dat zelf ook
infrastructuur. Subsidie voor het spelen van heiligenlevens
zeer
terugkoppelen
bestond vaak uit enkele vaten buskruit (geniaal, overigens is
naar de praktijk – en Nederland is daarin een obsoleet
het buskruit een van de belangrijkste uitvindingen voor het
object: het is elders gewoon vele m alen beter.
theater) – m aar de teksten vertrellen niets daarover.
serieus,
heeft
uitgerekend
de
verzuim d
iets
geschiedenis
teweeg
8. De
11. zogenaam de
te
W e m oeten terug naar het archief: en dan zien we dat bij
zware
voorbeeld de Franse “farce”ontstaan is aan het hof: niets
esthetische last, is irrelevant voor Afrika en Azië, m aar ook
volkstheater of populaire cultuur! Gewoon aan het hof (m aar
voor onze eigen M iddeleeuwen. En eigenlijk ook voor alle
de teksten zijn kwijt). Lees traks m ijn geschiedenis van de
theaterpraktijk die zich niet gebogen heeft naar de “grote
farce: gek genoeg heeft niem and ooit het idee gehad dat je
lijnen”: wat er werkelijk, buiten de grote officiële theaters
daarvan
gebeurde (m en denke aan Chris Balm e over: de hoftheaters
chronologisch, kon schrijven: wat weten we?
noem en,
is
“theorie”
W esters
die
zich
geörienteerd,
algem een draagt
weet
een
ook
gewoon
een
geschiedenis,
ouderwets,
in Frankrijk: hey: dat was alleen Parijs en een klein stukje Parijs!) lijkt irrelevant.
12. W e m oeten terug naar het archief, m aar we m oeten ook
9.
leren dat we als theaterhistorici historici zijn – en daarm ee
De toneelgeschiedenis als we die kennen, staat op zeer
leren denken als historici, ons de m ethoden eigen m aken, en
gespannen
voet
m et
de
achriefdocum enten
die
we
ter
de algem enere historische discussie op onze m anier in onze
beschikking hebben. Voor de m iddeleeuwen lijkt het wel
praktijk
alsof
opgave.
er
twee
toneelgeschiedenissen
zijn:
eentje
van
de
assim ileren
bewaarde teksten, eentje van de archiefstukken – en dat kan niet kloppen. W e m oeten integraler werken.
–
en
dat is
zeker geen
eenvoudige
13.
zondag ook toneel spelen dan wel naar het toneel gaan. En
Gewoon een illustratie: ik dacht iets gevonden te hebben
de Kerk stopte er som s ook veel geld in.
over
een
zestiende-eeuws
theateraffiche.
Fijn.
W el:
in
Frankrijk claim en zeker twintig m usea te beschikken over het
16.
oudste theateraffiche: het is allem aal achttiende eeuws. De
De term en zijn al onm ogelijk. Ik hoorde een lezing waarin
oudste die ik gevonden heb: Rostock 1522 – m isschien
in twaalfde-eeuws London buikdanseressen voorbij kwam en.
Ham burg 1478 – het onderzoek gaat voort. M aar de stand
Op m ijn vraag: wat was de Latijnse term , geen antwoord (tja:
van wetenschap is bedroevend – en de vraag is toch sim pel,
zoiets vergeet je toch niet?). Thuis de tekst en alle m ogelijke
cf. Verzam elaars van zulke affiches.
vertalingen bekeken: de betekenis van het woord (crissariae) is zuiver giswerk. En dat gelt voor vrijwel alle term inologie
14.
in m iddeleeuwse bronnen. M im i, histriones, tregetours (van
Nog gewoon een illustratie: beroepstoneel start m et een
tragediatores) en zo verder en voort en voort.
contract uit Padua, zestiende eeuw. Kom t goed uit: Italiaanse renaissance, beroepsen, begin van het m oderne toneel. Klopt
17.
niet: het eerste contract is Parijs 1486 – en in Italië m oet
Alles gaat om herbronning. “Ad fontes”. Alles m oet over –
veel te vinden zijn, m aar niem and wilde zoeken, en niem and
en nu hebben we via interoperationele data-base-structuren
zoekt – want m en denkt dat de waarheid al gevonden is: the
ook de m ogelijkheid om dat te doen.
convenient truth! 18. 15. Vooruit:
Daarin m oeten we lef hebben, brutaal en nieuw opereren. nog
antitheatrale
één.
Het
houding
vooroordeel van
de
tegen
Kerk.
toneel
of
Tertullianus
de
Brutaal in de wetenschap, nieuw in de praktijk, m aar ook
en
nieuw in de wetenschap en brutaal in de praktijk. Later leg ik
Augustinus zijn duidelijk; het concilie van Trente ook, m aar daartussen
is
heel
weinig
duidelijk.
Vaak
gaat
het
nog wel eens uit hoe dat m oet.
om
m arginale dingen: m ogen priesters spelen, m ag een m onnik
19.
een baard laten staan om een apostel te spelen, m ag je op
M isschien is het wel zeer urgent – m en denke ook aan de lezing van Chris Balm e, gisteren, om te kom en tot een