We t e n s c h a p p e l i j k k a t e r n
Het schrijven van een wetenschappelijk artikel Dr. Nicole M. de Roos, Wageningen Universiteit, Alliantie Voeding Gelderse Vallei
Het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek publiceert bij voorkeur onderzoeksresultaten van diëtisten. Het schrijven van een artikel kost echter tijd en moeite. Dit leidt ertoe dat interessante gegevens ongepubliceerd in een la verdwijnen. Om de drempel voor het schrijven van een artikel te verlagen, volgt hier een toelichting op de verschillende onderdelen van een artikel. De inleiding Een goede inleiding schetst het probleem en leidt tot de onderzoeksvraag. De opbouw van een inleiding kun je je voorstellen als een trechter: je begint breed met een algemene beschrijving en eindigt smal met de onderzoeksvraag of hypothese. In de eerste zinnen van de inleiding wordt het onderwerp neergezet. Je maakt duidelijk over welke patiëntenpopulatie je artikel gaat, over welk ziektebeeld of over welke meetmethode. Als je al verwijst naar literatuur, gebruik dan overzichtsartikelen, zoals reviews of meta-analyses, of verwijs naar een recente evidence-based richtlijn. Bijvoorbeeld: Dialysepatiënten overlijden doorgaans vroegtijdig door hart- en vaatziekten. In Nederland ... (sterftecijfer) ... (CBS). De hart- en vaatziekten worden voornamelijk veroorzaakt door calcificaties in de vaatwanden (review X). Behandeling met statines, doorgaans effectief in het voorkomen van hart- en vaatziekten, is bij deze patiëntengroep niet zinvol (richtlijn X). Vervolgens werk je toe naar je onderzoeksvraag: wat is bekend en wat moet nog worden onderzocht? Hier kun je verwijzen naar originele studies. Bijvoorbeeld: Calcificatie van de vaatwanden is in een aantal recente onderzoeken in verband gebracht met een lage vitamine Kinname (art 1, art 2, art 3). Dialysepatiënten hebben door hun dieetbeperking mogelijk een lage vitamine KDankwoord De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek dankt de leden van de Wetenschappelijke Advieraad (WAR) dr. P. van Assema, dr. M. van Bokhorst-de van der Schueren, dr. T. Hoekstra, dr. J. Iestra, d r. F. Kneepkens, prof. dr. L. Mathus-Vliegen, dr. N. Reijven, dr. N. de Roos en prof. dr. W. van Staveren voor het reviewen van de artikelen voor het wetenschappelijk katern. Tevens dank aan de WAR en de Redactieraad voor hun waardevolle bijdragen aan het tijdschrift.
inname. Wij onderzochten daarom in de huidige dialyse populatie van Ziekenhuis X of er een verband is tussen vitamine K-inname en mate van vasculaire calcificatie. Kies voor je betoog artikelen die ook voor anderen toegankelijk of aan te vragen zijn, dus artikelen die in databases terug te vinden zijn, boeken die in bibliotheken te vinden zijn, rapporten die bij instanties op te vragen zijn. Gebruik dus geen scripties of interne protocollen. Heb je keuze uit meerdere artikelen? Kies dan vooral artikelen uit tijdschriften met een grote impactfactor (zie kader ‘Impactfactor’) of van vooraanstaande onderzoekers. Realiseer je ook dat ‘bewijs’ uit interventiestudies sterker is dan uit observationele studies. Gebruik de laatste paragraaf van de inleiding voor het beschrijven van het doel van het artikel, de onderzoeksvraag of hypothese. Houd deze onderzoeksvraag steeds voor ogen en gebruik steeds exact dezelfde termen in de rest van je artikel. Bijvoorbeeld: In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de literatuur over magnesium in relatie tot spierkrampen. Aan de hand van de literatuur beantwoorden we de vraag of suppletie met magnesium effectief is ter voorkoming of vermindering van spierkrampen. De inleiding is doorgaans niet langer dan één A4’tje (regelafstand 1,5, fontgrootte 10). Methoden In dit onderdeel van een artikel worden de opzet en de uitvoering van de studie beschreven. De lezer moet door dit hoofdstuk een indruk krijgen van de kwaliteit van het onderzoek. De inhoud van het hoofdstuk Methoden is afhankelijk van het type studie. Hierna volgt een overzicht van wat er moet worden beschreven voor een literatuurstudie, een observationele studie en een interventiestudie. Literatuurstudie Bij het beschrijven van een literatuurstudie is minimaal informatie nodig over: - De gebruikte literatuurdatabases (zoals PubMed, Scopus, etc.) Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
1
nog worden beschreven, zijn daardoor wellicht niet relevant meer. Als er al een goed overzichtsartikel over een onderwerp beschikbaar is, verwijs daar dan naar en beschrijf de literatuur die sindsdien is gepubliceerd. Voorbeelden:
- De gebruikte zoektermen en -methode - De selectiecriteria - Het aantal geschikte artikelen dat is gebruikt in de literatuurstudie. PubMed (via de website www.pubmed.com) is een veelgebruikte database waarin de meeste goede medische en voedingstijdschriften zijn opgenomen. In PubMed kun je op verschillende manieren omgaan met zoektermen: als individuele woorden die onderdeel van de titel, het abstract of de tekst kunnen zijn, maar ook met door PubMed ‘erkende’ zoektermen uit de Medical Subject Headings (MeSH)database. De laatste is het makkelijkst te beschrijven in de methoden. Het NTVD besteedde aandacht aan het gebruik van PubMed in nr. 2011;04:12-3. Het zoeken met zoektermen en vervolgens via de door PubMed aangegeven ‘related articles’ wordt omschreven als de ‘sneeuwbalmethode’. Geef aan of je artikelen hebt gevonden via literatuurlijsten van artikelen die je door middel van zoektermen had gevonden. Selectiecriteria gebruik je om uit de lijst van gevonden artikelen de meest relevante te vinden. Welke criteria je kiest, hangt af van het doel van je artikel en hoeveel tijd je hebt om het stuk te schrijven. Bij weinig tijd zal je artikelen in een voor jou bekende taal zoeken (geen tijd voor vertaling) en in tijdschriften die gratis online beschikbaar zijn. Bij meer tijd kun je artikelen eventueel laten vertalen of aanvragen. Dit zijn vooral praktische criteria. Voor andere selectiecriteria geldt dat ze afhankelijk zijn van je onderzoeksvraag. In de volgende paragrafen wordt een aantal veelgebruikte selectiecriteria besproken. • Publicatiejaar Oude artikelen zijn niet altijd bruikbaar meer. Redenen om alleen recente literatuur te gebruiken: voedingsrichtlijnen kunnen zijn aangepast, operatietechnieken kunnen zijn verbeterd of nieuwe medicijnen of dieetpreparaten zijn beschikbaar gekomen. Voedingsproblemen die in oudere literatuur Impactfactor Tijdschriften met veel aanzien hebben een hoge impactfactor. De impactfactor is een maat voor hoe vaak artikelen uit een bepaald tijdschrift geciteerd worden. Het getal wordt per jaar opnieuw berekend. Op internet zijn diverse lijsten met impactfactoren te vinden. Ben je op zoek naar de impactfactor van een enkel tijdschrift, zoek dan (bijvoorbeeld met Google) op ‘
impactfactor’. Kies bij voorkeur voor tijdschriften met een impactfactor van 1,5 of hoger.
Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
2
Omdat sinds 2003 operatietechniek X niet meer wordt uitgevoerd in Nederlandse ziekenhuizen, zijn alleen publicaties van na 2003 opgenomen in het literatuuronderzoek. In dit literatuuroverzicht zijn alleen artikelen gepubliceerd na 2005 opgenomen. Voor een overzicht van de oudere literatuur verwijzen we naar het review van X et al (2005). Voor het opzoeken van prevalentiecijfers (obesitas, diabetes, etc.) gebruik je het best alleen de recentste bronnen. De websites van het Centraal Bureau voor de Statistiek (www.cbs.nl) en het RIVM (www.nationaalkompas.nl) zijn zeer geschikt om prevalentiecijfers van ziekten te vinden. • Onderzoekspopulatie Vermeld of de literatuurstudie beperkt is tot een bepaalde onderzoekspopulatie en waarom dat is gedaan. Voor een studie naar de effectiviteit van een voedingsstof om ziekte te voorkomen is beperking tot humaan onderzoek verstandig, terwijl voor een meer mechanistische studie ook in vitro-studies en dierstudies relevant kunnen zijn. De literatuurstudie kan zich beperken tot volwassenen, kinderen of ouderen, of specifieke patiëntengroepen. Geef aan of de selectie is uitgevoerd op basis van zoektermen (bijv. ‘elderly’ als extra zoekterm), uitsluiting (bijv. in PubMed met limits) of na het lezen van de samenvattingen. • Studie-opzet De onderzoeksvraag bepaalt welke studies in aanmerking komen voor de literatuurstudie. Wil je bijvoorbeeld beschrijven of er een causale relatie bestaat tussen voedingsstof X en ziekte Y, dan zal je kiezen voor interventiestudies. Bij observationele studies is de kans op verstorende effecten (bias) immers groot. Denk maar aan de observatie dat theedrinkers minder hart- en vaatziekten krijgen. Zou dat helemaal door de thee te verklaren zijn? Doe je literatuuronderzoek naar de validiteit van een screeningsinstrument, dan zul je alleen studies includeren waarbij het screeningsinstrument wordt gevalideerd met een referentiemethode. Probeer je een hypothese te formuleren over de oorzaak van een aandoening of van gezondheidsklachten, dan zul je ook observationele studies in je artikel opnemen. Geef in je methoden aan of je hebt geselecteerd op studie-opzet en op welke manier je dat gedaan hebt.
Observationele studie Observationele studies onderscheiden zich van interventiestudies doordat ze niet ingrijpen in het gedrag van de onderzoekspopulatie. Het hoeft niet te betekenen dat je niets doet bij een deelnemer; het afnemen van een vragenlijst of het meten van lengte en gewicht kunnen onderdeel zijn van observationeel onderzoek. Voorbeelden van observationele studies zijn: - Statusonderzoeken bij patiënten (je hoeft de patiënt niet te zien) - Cliënttevredenheidsonderzoeken (schriftelijk, telefonisch, face-to-face) - Bloedonderzoeken (uit routinematig afgenomen bloed of speciaal voor het onderzoek) - Beschrijvingen van risico op ziekte. Voor een observationele studie moet minimaal beschreven worden welke populatie is onderzocht, hoe de gegevens zijn verkregen en in welke tijdsperiode. • Deelnemers aan observationele studie Als je de gegevens van een groep patiënten of vrijwilligers beschrijft, geef dan aan hoe je aan deze deelnemers bent gekomen. Is het totale bestand van patiënten uit een praktijk gebruikt, zijn patiënten willekeurig of selectief gevraagd om deel te nemen, is er een oproep geplaatst, zijn er uitnodigingsbrieven verstuurd? De verschillende methoden bepalen hoe representatief de deelnemers zijn. Bedenk dat deelnemers die zich vrijwillig aanmelden voor een studie vaak mensen zijn die geïnteresseerd zijn in gezondheid en daardoor wellicht gezonder leven. Dit is een punt om in de discussie op in te gaan. • Gegevensverzameling Beschrijf op welke manieren gegevens over de deelnemers is verkregen. In het overzicht dat hierna volgt, wordt per methode aangegeven hoeveel detaillering in het artikel moet worden gegeven. Interviews en vragenlijsten Hoe zijn vragen opgesteld? Open vragen of antwoordcategorieën? Hoeveel vragen? Hoeveel tijd nodig om in te vullen? Mondeling, telefonisch, op papier of via website? Anoniem of op naam? Geeft de deelnemer zelf de antwoorden of worden deze via een behandelaar/verzorger verkregen? Was de methode gevalideerd en zo ja: bij hoeveel personen, op welke manier en wat was het resultaat? Bij voedingsanamneses: geef aan of de actuele (dagboekje, 24-uurs recall) of de gebruikelijke voeding (dietary history, frequentievragenlijst) is nagevraagd. Geef
onderbouwing (literatuurverwijzing) waarom de gekozen methode geschikt is voor de onderzoeksvraag. Antropometrie Geef aan of onder gestandaardiseerde omstandigheden is gemeten (nuchter, volgens meetprotocol), welke apparatuur is gebruikt (fabrikant, eventueel typenummer) en tot op hoeveel decimalen nauwkeurig is gemeten. Voor gewicht wordt vaak tot op 100 gram nauwkeurig gemeten, voor lengte tot op een halve cm en voor lichaamsvet% op halve procenten. Zijn alle metingen door één persoon uitgevoerd of niet? Kan dit de uitkomsten beïnvloed hebben? Kom hier in de discussie op terug. Verzameling van bloed, urine, ontlasting et cetera Beschrijf welke methoden zijn gebruikt en hoe de deelnemers zijn geïnstrueerd. Bloedmonsters worden meestal met vena punctie verkregen. Moesten deelnemers nuchter zijn? Is serum of plasma gebruikt? Voor urine en ontlasting kan het nodig zijn om 24 uur te verzamelen. Beschrijf of en hoe de compleetheid daarvan nagegaan is. Laboratoriumbepalingen Geef aan hoe monsters zijn opgeslagen, welke voorbewerkingen zijn gedaan en volgens welke methode is gemeten. Als de methode is gepubliceerd, verwijs dan naar deze publicatie. Probeer tevens te achterhalen wat de nauwkeurigheid van de bepalingen is: zijn er herhaalde metingen gedaan en wat was hiervan de variatiecoëfficiënt (standaarddeviatie gedeeld door gemiddelde waarde)? Een variatiecoëfficiënt onder de 5% wordt voor de meeste bepalingen acceptabel geacht. • Tijdsperiode Observationele studies kunnen verschillen van tijdsduur: alle gegevens kunnen tegelijk verzameld worden, prospectief of retrospectief. Als alle gegevens per deelnemer op één moment in de tijd zijn verzameld, spreken we van een cross-sectionele studie (dwarsdoorsnede-onderzoek). Als de gedragsgevens eerst zijn verzameld en later in de tijd de ‘uitkomst’ (ziekte, herstel, etc.), spreken we van een prospectief (longitudinaal) onderzoek. Andersom kan ook: wanneer uitgaande van de uitkomst wordt onderzocht of er verschillen zijn in vroeger gedrag of gegevens uit de patiëntenstatus, spreken we van retrospectief onderzoek. Niet alleen het type onderzoek, ook de periode waarin het onderzoek is uitgevoerd is belangrijk. In welk jaar, in welk jaargetijde? Zowel voedingsNed Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
3
Controlegroep Een controlegroep is nodig om te kunnen corrigeren voor ‘natuurlijke’ veranderingen in je uitkomsten. Serum vitamine D is bijvoorbeeld niet het hele jaar gelijk. Een interventie om vitamine D te verhogen kan teleurstellend uitpakken als je deze in de winter uitvoert (vitamine D-waarden dalen dan doorgaans). Een controlegroep stelt je in staat om deze veranderingen te meten en zo het ‘netto’ effect van de behandeling te berekenen. gedrag als ziekte fluctueert over het jaar; denk maar aan het eten van aardbeien of het aantal gevallen van griep. Vermeld dit als het voor je studie relevant is. • Statistiek bij een observationele studie Geef in deze paragraaf weer hoe de onderzoeksresultaten worden beschreven, en of er eventueel statistische toetsen zijn uitgevoerd. Beschrijvende statistiek is bijvoorbeeld het geven van gemiddelden (of medianen), minimum- en maximumwaarden, percentages en prevalentiecijfers. Samenhang tussen variabelen beschrijf je door een correlatie te berekenen. Statistische toetsen doe je alleen als je vooraf een hypothese had geformuleerd, bijvoorbeeld dat de cliënttevredenheid bij mannen significant hoger is dan bij vrouwen. Interventiestudie Bij een interventiestudie wordt aan de deelnemers een bepaald gedrag of een bepaalde behandeling opgelegd. Als onderzoeker maak je op één of andere manier inbreuk op de integriteit van de proefpersoon. Interventiestudies die veel van de deelnemers vragen of die worden uitgevoerd met medicijnen, vallen onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). Een medisch-ethische toetsingscommissie moet toestemming geven voor de uitvoering van dit onderzoek. Dit moet worden vermeld in het artikel. Een uitgebreide uitleg over welke onderzoeken hieronder vallen is te vinden op www.ccmo-online.nl. In het hoofdstuk Methoden van een interventiestudie moet worden ingegaan op de keuze en selectie van de deelnemers, de studie-opzet (hoeveel behandelingsgroepen), de lengte van de interventieperiode en eventuele vorm en dosering, de effectmeting en de meting van de compliance (hoe goed werd de interventie gevolgd). • Deelnemers aan interventiestudie Beschrijf voor de deelnemers aan een interventiestudie: Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
4
- Hoe werden ze geworven (huis-aan-huisblad, posters, brieven gericht aan patiëntenbestand, etc.)? - Hoe werden ze vervolgens geïnformeerd (voorlichtingsbijeenkomst, telefonisch, etc.) en hoeveel deelnemers hebben zich hierna aangemeld? - In- en exclusiecriteria: werden deelnemers geselecteerd op basis van criteria als BMI, wel of niet roken, medicijngebruik? Vermeld de in- en exclusiecriteria en hoeveel deelnemers overbleven na toepassing van deze criteria. Geef eventueel een stroomdiagram als de tekst niet helder is. - Uitval tijdens de studie: hoeveel deelnemers vielen uit, hoeveel deelnemers hebben de studie succesvol afgerond? Een stroomdiagram is vaak overzichtelijker dan tekst. De hiervoor genoemde punten komen vaak terug in de discussie, omdat ze de uitkomsten van de studie kunnen beïnvloeden. • Studie-opzet Beschrijf hoe de interventie is uitgevoerd: - In één groep, waarbij alleen metingen voor en na interventie zijn gedaan. Hoe zijn de nulmetingen (voor interventie) gedaan en zijn deze metingen onder dezelfde condities gedaan als na de interventie? Zijn andere factoren die de uitkomst kunnen verstoren constant gehouden? Deze opzet vereist een uitgebreide toelichting in de discussie, omdat eventuele effecten ook tijdseffecten kunnen zijn (zie kader Controlegroep) - In twee of meer groepen waarbij de interventie is vergeleken met een controlegroep of reguliere behandelingsgroep. Belangrijk hierbij is of de deelnemers ‘at random’ toegewezen werden aan de behandeling, en op welke manier dit werd gedaan. Als dit niet wordt gerandomiseerd, kunnen systematische verschillen tussen de groepen ontstaan (bijvoorbeeld cliënten van diëtist A in de behandelingsgroep en cliënten van diëtist B in de controlegroep: zijn verschillen dan toe te wijzen aan de behandeling of aan de diëtist?). Werden deelnemers voor randomisering nog ingedeeld in groepen (bijvoorbeeld op basis van geslacht of leeftijd), dan moet dit ook worden vermeld. • Interventie: in welke vorm, hoe lang, dosering Een interventie kan een advies zijn (dieet, beweging, leefstijl, combinatie), een supplement, een voedingsmiddel (of dieetpreparaat, klinische voeding) of een volledig gecontroleerde voedingsinterventie. Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk waaruit de interventie bestaat en op welke manier is gecontroleerd of de interventie ook juist werd uitgevoerd en opgevolgd.
Tabel 1. Overzicht van beschrijvende statistiek en veelgebruikte statistische toetsen (naar Intuitive Biostatistics - Harvey Motulsky, ISBN 0195086074).
Doel
Type gegevens met voorbeelden Normaal verdeelde metingen
Niet-normaal verdeelde metingen
Binomiaal (twee mogelijke uitkomsten)
Lichaamsgewicht, bloeddruk, serumwaarden, handknijpkracht
Metingen die aan onder- of bovenzijde begrensd zijn, of die veel uitschieters naar onder of boven hebben, of die meer dan één ‘piek’ hebben
Geslacht, het al dan niet hebben van een aandoening
Beschrijvende statistiek voor één groep
Gemiddelde, standaarddeviatie (SD), betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde
Mediaan, interkwartiel range, range
Proportie (percentage)
Vergelijken van uitkomsten in één groep met hypothetische waarde (meestal nul)
Gepaarde t-toets (one sample t-test)
Wilcoxon-toets
Chi-kwadraat of Binomiale toets
Vergelijken van twee verschillende groepen
Ongepaarde t-toets (Student’s t-test for independent samples)
Mann-Whitney-toets
Fisher’s test
Vergelijken van twee gepaarde groepen
Gepaarde t-toets
Wilcoxon-test
McNemar’s test
Vergelijken van drie of meer onafhankelijke groepen
One-way ANOVA
Kruskal-Wallis-test
Chi-kwadraat test
Vergelijken van drie of meer herhaalde (afhankelijke) metingen
Repeated-measures ANOVA
Friedman-test
Cochrane Q-test
Samenhang tussen twee variabelen
Pearson correlatie coëfficiënt
Spearman-correlatiecoëfficiënt
Voorspellen van een waarde uit een andere gemeten waarde
Lineaire regressie of nonlineaire regressie
Nonparametrische regressie
Voorspellen van een waarde uit meerdere andere gemeten waarden
Multivariate (non)lineaire regressie
Beschrijf in het artikel hoe lang de interventieperiode was en waarom voor deze lengte is gekozen (vaak omdat in eerdere studies een minimale lengte is aangetoond). Was er een inloopperiode of werd na afloop van de interventieperiode nog doorgegaan met het verzamelen van gegevens (‘wash-out-periode’)? Als de studie is uitgevoerd met een supplement of voedingsmiddel, is waarschijnlijk de dosering belangrijk. Waarom is voor deze dosering gekozen en is gemeten of deze dosering ook echt is toegediend (analyse van supplement of voeding) en gebruikt (meting van compliance)? In het hoofdstuk Methoden wordt bij elke keuze uitgelegd waarom hiervoor is gekozen. In de discussie wordt vervolgens besproken wat de gevolgen van deze keuze zijn geweest.
Logistische regressie
Multivariate logistische regressie
• Statistiek bij een interventiestudie Bij interventieonderzoek gaat het doorgaans om het toetsen of een behandeleffect significant afwijkt van nul (geen effect). Geef in je artikel aan wat je precies hebt getoetst (veranderingen t.o.v. een beginwaarde, verschil in veranderingen tussen groepen, etc.). Geef ook aan welke toetsen je hebt gebruikt (tabel 1) en welke betrouwbaarheid je hebt gebruikt (doorgaans wordt een onbetrouwbaarheid alfa van 5% gebruikt en een power beta van 80 of 90%). Een belangrijk onderdeel van deze paragraaf is de onderbouwing voor het aantal deelnemers aan de studie, de zogenaamde steekproefgrootte. Deze dient te worden berekend aan de hand van het beoogde effect en de verwachte standaarddeviatie van het effect. Voorbeeld van formulering: Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
5
Vooraf werd berekend dat 64 deelnemers per groep nodig zouden zijn om een verschil van 4 mmHg aan te tonen als statistisch significant bij een alfa van 5% en een power van 80%, uitgaande van een standaarddeviatie van 8 mmHg (verwijzing naar statistiek handboek of website). Omdat we een uitval van 10% verwachtten, zijn per groep 70 deelnemers gestart. Resultaten Het hoofdstuk Resultaten bevat de gegevens waarmee de onderzoeksvraag beantwoord kan worden. De volgorde waarin de resultaten worden gepresenteerd is dezelfde als in het hoofdstuk Methoden. Het is de kunst om de meetgegevens zo te presenteren dat ze overzichtelijk zijn, maar voldoende details bevatten om door de lezer beoordeeld te kunnen worden. Het is bijvoorbeeld niet voldoende om – bij een interventiestudie – alleen het effect te vermelden. Vermeld ook de begin- en eindwaarden. Gebruik tabellen en figuren om resultaten overzichtelijk weer te geven. Zorg dat tabelkoppen en bijschriften van figuren zo veel informatie bevatten dat ze los van de tekst gelezen kunnen worden. Zet getallen die vergeleken moeten (bijvoorbeeld een voor- en nameting) liever naast elkaar, dus in verschillende kolommen, dan onder elkaar. Herhaal niet alle getallen in de tekst, want dat leest niet prettig. Gebruik de tekst voor de voornaamste uitkomsten. Er is vaak onzekerheid over de mate van interpretatie die in het hoofdstuk Resultaten gegeven mag worden. Interpretatie (verklaring, beoordeling) van de resultaten dient immers in de Discussie te gebeuren. Het is echter wel toegestaan, en zelfs prettig, als de resultaten worden beschreven of in een context worden geplaatst. Voorbeeld - ‘Kale’ weergave van gegevens: In de controlegroep was de gemiddelde (±SD) bloeddruk 94 ± 3 mmHg. In de groep met natriumbeperkt dieet was dit 85 ± 5 mmHg. Bewerking 1 - Gegevens met interpretatie – duidelijker voor lezer: De gemiddelde (±SD) bloeddruk in de behandelde groep was lager dan in de controlegroep (85 ± 5 versus 94 ± 3 mmHg). Bewerking 2 - Gegevens met interpretatie en berekening – nog duidelijker voor lezer: De gemiddelde bloeddruk was in de behandelde groep 9 mmHg lager dan in de controlegroep (85 ± 5 versus 94 ± 3 (SD) mmHg). Discussie De discussie wordt vaak moeilijk gevonden om te schrijven. Als de volgende opzet wordt aangehouden valt de invulling van de discussie wel mee: Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
- Start met het antwoord op de onderzoeksvraag, gebaseerd op je eigen resultaten. Gebruik hierbij dezelfde formulering als in de inleiding. - Bespreek hoe de resultaten zich verhouden tot die van vergelijkbare studies: • Overeenkomstig? Wat is dan de (meer)waarde van jouw onderzoek? Betere opzet, langere studieduur, meer deelnemers, betere registratie? • Anders? Wat kan hiervan de oorzaak zijn? - Wat zijn de sterke en zwakke punten van het uitgevoerde onderzoek? • Denk hierbij aan de kwaliteitscriteria voor het type onderzoek dat je hebt gedaan. Voldoet je onderzoek daaraan? - Bespreek de vertaalbaarheid van de resultaten naar de praktijk - Eindig met het antwoord op de onderzoeksvraag, gebaseerd op alle informatie die beschikbaar is. Dit kan dus een ander antwoord zijn als waarmee je de discussie bent gestart. Voorbeeld van de start van een discussie: Het gebruik van een natriumbeperkt dieet gedurende 4 weken ging gepaard met een niet-significante bloeddrukverlaging van 4 mmHg systole en 3 mmHg diastole. De gemiddelde natriumbeperking was 10% en daarmee minder dan de beoogde 20%. Voorbeeld van een slot: In gecontroleerde situaties is natriumbeperking een effectieve manier om bloeddruk te verlagen. In de praktijk is het effect echter beperkt omdat patiënten moeite hebben het dieet te volgen. Conclusie en/of aanbevelingen De conclusie van het artikel is de kernachtige samenvatting van de bevindingen. De conclusie is géén herhaling van de resultaten. Sommige tijdschriften kiezen ervoor om geen aparte conclusie op te nemen, maar om hier de laatste paragraaf van de discussie voor te reserveren. Aanbevelingen zijn praktischer van aard. Wat kun je nu in de praktijk met de conclusie? Een aanbeveling is een concreet advies om de conclusie toe te passen. De sterkte van een aanbeveling is niet alleen afhankelijk van de overtuigingskracht van het wetenschappelijke bewijs, maar ook van een aantal andere overwegingen, zoals klinische relevantie, schade of bijwerkingen, de beschikbaarheid van voorzieningen, de kosten van zorg, de organisatie van zorg, patiëntenperspectief, professionele perspectief, medico-legale aspecten en ethische aspecten (EBROhandleiding CBO, te raadplegen via www.cbo.nl). Auteursvermeldingen Veel wetenschappelijke artikelen worden geschre-
6
ven door meerdere auteurs. De volgorde waarin auteurs vermeld worden, hangt onder andere af van intellectueel eigendom, idee, uitwerking en afwerking. Bedenk dat het werk niet ophoudt na het indienen van het artikel. Het herzien van het oorspronkelijke manuscript kost vaak veel tijd. De persoon die meeste tijd heeft besteed aan het onderzoek en het schrijven van het artikel, is de eerste auteur, de directe begeleider is vaak tweede auteur. De bedenker en regisseur van het onderzoek wordt meestal vermeld als laatste auteur. Het staat positief op je cv als je meegewerkt hebt aan publicaties, ook al ben je niet de belangrijkste auteur. Voor vermelding als auteur moet je in ieder geval een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van het artikel. Als je alleen data hebt verzameld zonder dat je analyses hebt uitgevoerd, geeft dat geen recht op een auteursplaats. Peer review Om met een concrete aanbeveling af te sluiten: heb je plannen om je eigen onderzoek te publiceren, probeer het gewoon en sta open voor de adviezen en commentaren van de redactie en de reviewers. Het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek hanteert net als de meeste wetenschappelijke tijdschriften een systeem van peer review. Dit houdt in dat manuscripten pas als artikel in het tijdschrift worden gepubliceerd als het positief is beoordeeld door deskundigen (de Wetenschappelijke Adviesraad). De redactie legt het ingediende manuscript geanonimiseerd voor aan de Wetenschappelijke Adviesraad voor een eerste screening. Je ontvangt naar aanleiding van deze screening ofwel de reden voor afwijzing ofwel enkele verbetersuggesties voor het manuscript. Indien er (nog) geen verbetersuggesties zijn, ontvang je de bevestiging dat het manuscript door twee leden van de adviesraad wordt beoordeeld. Na deze beoordeling kan de auteur(s) worden gevraagd het manuscript te herzien of kan het manuscript worden afgewezen voor publicatie. Na herziening kan een nieuwe versie van een manuscript worden geaccepteerd, maar ook nog worden afgewezen. Het is heel gebruikelijk dat er ten minste twee, soms drie reviewrondes nodig zijn om het artikel acceptabel te maken voor publicatie. De verbetersuggesties van de reviewers zijn bedoeld om het artikel naar een hoger niveau te brengen. Kritiek is soms lastig te verwerken, maar bedenk dat de reviewers dit zelf ook ervaren als ze hun eigen onderzoek ter publicatie naar wetenschappelijke tijdschriften sturen. Het is in ieders belang om het uiteindelijke artikel, zowel qua vorm als qua inhoud, goed af te stemmen op het lezerspubliek.
Een goed artikel stimuleert het evidence-based werken, en dat komt de profilering van de diëtist zeker ten goede. Leestips Essentials of writing biomedical research papers – Mimi Zeiger Het schrijven van een medisch-wetenschappelijk artikel – H.C. Walvoort et al.
Warme aanbeveling Het schrijven van een artikel kost veel tijd en moeite. Dat geldt zeker voor het schrijven van een wetenschappelijk artikel. Niet zo vreemd, want schrijven moet je vooral veel doen om er steeds beter in te worden. Het ontvangen van feedback helpt ook om te groeien als schrijver. Iedere auteur wordt op een gegeven moment blind voor zijn eigen fouten. Daarom laat het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek artikelen voor het wetenschappelijk katern reviewen door leden van de Wetenschappelijke Adviesraad. Als een auteur de gegeven adviezen ter harte neemt, kan hij of zij het artikel naar een hoger niveau tillen. Met deze bijdrage van Nicole de Roos wordt het schrijven van een artikel een stuk gemakkelijker en bent u beter in staat om uw kennis en bevindingen met een grote groep lezers te delen. De Wetenschappelijke Adviesraad van het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek beveelt u dit artikel dan ook van harte aan. De redactie maakt zich op om een nieuwe stroom manuscripten voor het wetenschappelijk katern te ontvangen. U kunt nu immers niet meer zeggen dat u niet weet hoe het moet! Evelien Adriaan Hoofdredacteur
Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
7
Richtlijnen voor een origineel peer reviewed onderzoeksartikel voor het wetenschappelijk katern in het NTVD Het wetenschappelijk katern van het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek is ‘peer reviewed’. Dat betekent dat ingezonden artikelen worden onderworpen aan de kritische blik van een aantal vakgenoten, met als doel de kwaliteit te verbeteren. Dit gebeurt door de wetenschappelijke adviesraad, bestaande uit (onderzoeks)diëtisten en andere deskundigen. Artikelen worden beoordeeld op onder andere: ---------
Geschiktheid van het onderwerp Betrouwbaarheid Wetenschappelijk niveau Bruikbaarheid in de praktijk Actualiteit Originaliteit Variatie in (zienswijze op) onderwerpen Leesbaarheid.
Door inzending van een artikel verklaart de auteur: -- Dat het manuscript niet tegelijkertijd aan een ander Nederlandstalig tijdschrift ter publicatie is aangeboden, geaccepteerd of gepubliceerd, tenzij anders is overeengekomen met de redactie. -- Dat het recht van publicatie, in geval van acceptatie, wordt overgedragen aan het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek. Wordt het manuscript afgewezen, dan vallen de rechten aan de auteur terug. -- De hbo-opleiding Voeding & Diëtetiek afgerond te hebben. -- Dat de met naam genoemde personen die aan het totstandkomen van het artikel hebben bijgedragen, akkoord gaan met de vermelding van hun naam. -- Toestemming te hebben gekregen voor het publiceren van reeds eerder gepubliceerd materiaal. -- Ermee akkoord te gaan dat de redactie het artikel anoniem laat beoordelen door haar adviseurs. -- Bereid te zijn de opmerkingen van de adviesraad en de redactie te verwerken in het artikel, binnen de door de redactie in overleg met de auteur vastgestelde termijn. -- Dat het artikel voldoet aan de auteursrichtlijnen voor een peer reviewed onderzoeksartikel (zoals vermeld op www.nvdietist.nl). De auteur moet er rekening mee houden dat het traject tot aan publicatie ruim een half jaar in beslag kan nemen.
Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)
s
8
Procedure Overleg vooraf met de redactie Overleg met de redactie voordat u een manuscript stuurt. De auteur ontvangt van de redactie een bevestiging van ontvangst van het manuscript. De redactie legt het manuscript geanonimiseerd voor aan de wetenschappelijke adviesraad voor een eerste screening. De redactie geeft aan de auteur door wanneer het manuscript is ingediend voor een eerste screening en wanneer de uitkomst verwacht wordt. Binnen een maand na het indienen van het manuscript ontvangt de auteur de uitkomsten van de eerste screening. De auteur ontvangt ofwel de reden voor afwijzing ofwel enkele verbetersuggesties voor het manuscript. Indien er (nog) geen verbetersuggesties zijn, ontvangt de auteur de bevestiging dat het manuscript door twee leden van de adviesraad wordt beoordeeld. Verwerk verbetervoorstellen in een herziening Na beoordeling door de adviesraad kan de auteur(s) worden gevraagd het manuscript te herzien of kan het manuscript worden afgewezen voor publicatie. Na herziening kan een nieuwe versie van een manuscript worden geaccepteerd, maar ook nog worden afgewezen. Kritische beschouwing Bij het artikel wordt een beschouwing of editorial geplaatst door de adviesraadleden die het artikel hebben gereviewd. In deze beschouwing kunnen eventuele tekortkomingen van het beschreven onderzoek of van het artikel worden besproken. Deze beschouwing kunt u niet voor publicatie inzien. Eventueel kunt u via een ingezonden brief na publicatie reageren op de beschouwing. Praktische richtlijnen De praktische richtlijnen voor het schrijven van het artikel zijn te vinden op: www.nvdietist.nl > NTVD > Auteursrichtlijnen. Punten kwaliteitsregister Publiceren in het tijdschrift is niet alleen leuk en leerzaam, het levert ook punten op voor het kwaliteitsregister. Voor het schrijven van een volledig artikel ontvangt u 15 punten.