Business plan
Titel Opdrachtgever
Uitvoering
Datum
Business Plan Alliantie Voeding Gelderse Vallei Alliantie Voeding Gelderse Vallei Prof. Dr. Ir. F. J. Kok, Voeding en gezondheid, Wageningen Universiteit C.W.D.A. Klapwijk, gynaecoloog, Medisch lid Bestuursteam Ziekenhuis Gelderse Vallei Dr. Th. Ockhuizen, NUTRICOM consultancy,
[email protected], www.nutricom.nl juli 2008
Business plan De Alliantie Voeding Gelderse Vallei is een initiatief van Ziekenhuis Gelderse Vallei en de Afdeling Humane Voeding van Wageningen Universiteit. De Alliantie is opgericht met drie hoofddoelen: 1 Het verbeteren van de gezondheid van de patiënt door aandacht voor voeding vóór, tijdens en na ziekenhuisopname. 2 Het vergroten van het inzicht in de interacties tussen voeding en ziekte door het faciliteren van humaan klinisch-wetenschappelijk onderzoek. 3 Het communiceren en aanbieden van gezonde voeding middels ‘Hèt Voedingsziekenhuis’ – de wijze waarop het Ziekenhuis Gelderse Vallei zich profileert binnen Nederland. Het initiatief sluit aan bij de recente Nota Voedingsbeleid van de Nederlandse overheid waarin gestreefd wordt naar een inbedding van preventie in de zorg. Tevens sluit het aan bij de internationale ontwikkeling om de zorg voor specifieke patiëntengroepen in zorgpaden vast te leggen. De Alliantie streeft naar de ontwikkeling van een ‘Zorgpad Voeding’.
Voor de samenwerking tussen ziekenhuis en universiteit is een praktische structuur ontwikkeld de Alliantie Voeding Gelderse Vallei - met een bestuur, een dagelijks bestuur en een coördinatieteam. Er is gekozen voor een groeimodel, waarbij - naarmate de samenwerking succesvol vordert meer voedingszorg en researchactiviteiten ontplooid zullen worden. Om in januari 2009 van start te gaan met een basis organisatie en programmastructuur, is een jaarbudget vereist van 1.527 K€. Voor de volgende drie jaren is een budget nodig van respectievelijk 1.512, 1.377 en 1.377 K€ per jaar. Overheid, industrie en andere (non)profit organisaties zijn van harte welkom om in de Alliantie te participeren en deze mede te financieren. De meerwaarden van dit initiatief zijn divers en aansprekend. Voorbeelden die in dit businessplan worden genoemd zijn een afname van de kosten voor de ziekenzorg, een verbeterde zorgfunctie, extra kwaliteit van de opleidingen, patenten, en faciliteiten om voedingsconcepten te testen.
Inhoud
1. Voeding als onderdeel van de medische praktijk 2 2. Synergie voordelen 3 3. Werkplan 4 Programma 1. Ontwikkeling van het Zorgpad Voeding 5 Programma 2. Ondersteunend klinisch voedingsonderzoek 8 Programma 3. ‘Hèt voedingsziekenhuis’ 11 4.
Infrastructuur
13
5.
Financiën
14
Totale kosten ‘Alliantie Voeding Gelderse Vallei’ Toegekende en aan te vragen financiële ondersteuning Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning voor management Alliantie Voeding Gelderse Vallei Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 1 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 2 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 3
14 14
6.
Bijlagen
17
Bijlage 1. Ziekenhuis Gelderse Vallei Bijlage 2. Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Bijlage 3. De Alliantie Voeding Gelderse Vallei Bijlage 4. Programma 1: Werkplan Bijlage 5. Programma 2: Projectbeschrijvingen
17 17 17 18 20
15 15 16 16
1. Voeding als onderdeel van de medische praktijk In de recente Nota Voedingsbeleid streeft de Nederlandse regering naar een inbedding van preventie in de zorg. Professionals, zoals huisartsen en diëtisten, spelen hierbij een belangrijke rol. Het voedingsbeleid richt zich op het behalen van gezondheidswinst. Bij jeugd is het aanleren van gezonde voedingsgewoonten van belang, omdat het gezondheidswinst oplevert voor nu en later. Bij ouderen is ondervoeding een serieus, maar onderbelicht probleem. Meer aandacht voor gezonde voeding binnen de gezondheidszorg kan hierin verandering brengen. Een groot deel van de zorg in de toekomst zal ketenzorg zijn, waarbij het tijdig inzetten van wetenschappelijk goed onderbouwde voedingstherapie een belangrijke voorwaarde is voor kwaliteit in de patiëntenzorg. In Nederland vervult een aantal ziekenhuizen, waaronder Ziekenhuis Gelderse Vallei, een voortrekkersrol op het gebied van de klinische voedingszorg.
Binnen de afdeling Humane Voeding van WU bestaat internationaal erkende expertise op het gebied van voeding en ziekte. Deze expertise zal worden aangewend bij het ontwikkelen van een ‘Zorgpad Voeding’ voor diverse patiëntengroepen. Het Zorgpad Voeding wordt een beschrijving van de methoden en handelingen om de voedingstoestand te meten, te behandelen en te evalueren door de verschillende (para)medici die op het pad van de patiënt komen. Te denken valt aan de (verpleeg)huis-arts, de diëtist (thuiszorg, zelfstandig, ziekenhuis) en de medisch specialist. Medische kennis en inzicht in patiëntenlogistiek en ICT zijn ruim voorhanden in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Het Zorgpad Voeding is uniek vanwege de samenwerking tussen de diverse instellingen en disciplines. Daar waar vroeger de onderdelen min of meer onafhankelijk van elkaar de zorg verleenden, wordt nu een meerwaarde gecreëerd in de samenwerking.
Figuur 1. Schematische weergave Zorgpad Voeding
Een zorgpad is een complexe interventie om de gemeenschappelijke besluitvorming en organisatie van zorgprocessen te verwezenlijken voor een specifieke groep van patiënten gedurende een gedefinieerd tijdskader (European Pathway Association 2007)
2. Synergie voordelen
De Alliantie Voeding Gelderse Vallei beoogt het behalen van belangrijke gezondheidswinst door bundeling van klinische zorg met de kennis uit de voedingswetenschap. (Para)medische specialisten van Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) (zie bijlage 1) gaan gezamenlijk met voedingskundig onderzoekers van de Afdeling Humane Voeding van Wageningen Universiteit (WU; zie bijlage 2) een Zorgpad voeding opzetten, gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek uitvoeren, en bijdragen aan de profilering van ZGV als Hèt Voedingsziekenhuis. Om deze samenwerking te formaliseren is de Alliantie Voeding Gelderse Vallei (AVGV) (zie bijlage 3) opgericht.
Deelname door externe instellingen en organisaties aan de programma’s van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei wordt van harte toegejuicht. Met name wordt hierbij gedacht aan samenwerking in de regio: • Food Valley (Wageningen/Ede). • Health Valley (Nijmegen, Wageningen). • Techno Valley (Twente). Ook zijn instellingen en industrie van harte welkom aan het programma deel te nemen, bijvoorbeeld: • Oost NV (provincies Gelderland en Overijssel). • Food & Nutrition Delta (Wageningen). • Voedingsmiddelenindustrie. • Producent klinische voeding. • Farmaceutische industrie. • Catering. • Subsidieverstrekkers/charitatieve instellingen. • Fabrikanten van Biomedische systemen. Samenwerking binnen de Alliantie heeft voor alle deelnemers een grote meerwaarde: • Belangrijke gezondheidswinst De samenwerking in de keten (van thuiszorg, huisarts tot en met ziekenhuis) is van groot maatschappelijk belang en draagt bij tot een belangrijke gezondheidswinst op individueel en
populatie niveau. Investeren in verbetering van de voedingstoestand van de patiënt levert een meerwaarde voor de patiënt en alle betrokken instellingen en organisaties in de eerste- en tweedelijns gezondheidzorg. • Afname ziektekosten Voor de zorgverzekeraar is het van belang dat op termijn kostenvermindering kan worden gerealiseerd door sneller herstel na ziekte, minder kans op recidief en verbetering van kwaliteit van leven voor de patiënt. • Verbetering patiëntenzorg en extra kwaliteit opleidingen Voor ZGV en WU biedt participatie in elkaars onderwijs- en onderzoeksprogramma’s grote voordelen. Onderzoekers van Wageningen Universiteit hebben toegang tot een omvangrijke bron van patiëntengegevens voor klinisch-wetenschappelijk voedingsonderzoek. MSc-studenten Humane Voeding kunnen aan dit onderzoek deelnemen in het kader van afstudeerscripties of stages. (Para)medici van ZGV participeren actief in onderzoeksprogramma’s en het voedingsonderzoek wordt geïntegreerd in de artsenopleiding. Onderzoeksbevindingen over voeding worden toegepast bij ziektebehandeling en nazorg, waardoor de kwaliteit van de zorg wordt verbeterd.
3. Werkplan De Alliantie Voeding Gelderse Vallei is opgericht met drie hoofddoelen: het verbeteren van de gezondheid van de patiënt door meer aandacht voor voeding; het vergroten van inzicht in de interacties tussen voeding en ziekte door het faciliteren van humaan klinisch-wetenschappelijk onderzoek, en het communiceren en aanbieden van gezonde voeding middels ‘Hèt Voedingsziekenhuis’ – de profilering van Ziekenhuis Gelderse Vallei. In het kader van de Alliantie zullen innovatieve, praktijkgeoriënteerde onderzoeken onderwijsprogramma’s worden opgezet.
De Alliantie heeft haar drie hoofddoelen geconcretiseerd in drie programma’s (Figuur 2): Programma 1: Zorgpad Voeding
Programma 2: Ondersteunend klinisch voedingsonderzoek
Programma 3: Hèt voedingsziekenhuis
Figuur 2. De drie programma’s van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei
Programma 1
3.1. Ontwikkeling van het Zorgpad Voeding De laatste jaren is een groeiende aandacht voor het belang van zorgconcepten voor de kwaliteit van zorgverlening en de kosten van de zorg. Alle (gezondheidszorg)sectoren bewegen in de richting van de zorgverlening bezien vanuit het perspectief van de patiënt. Zorgpaden (gebaseerd op de stappen die een patiënt doorloopt van huisarts naar het moment van binnenkomst in het ziekenhuis tot het moment van vertrek) krijgen daarbij een belangrijkere rol dan de voorzieningen. Om de continuïteit van de zorg te waarborgen, is het noodzakelijk dat de transmurale delen van het zorgpad goed op elkaar aansluiten. Het programma Zorgpad voeding ambieert het verbeteren van de voedingstoestand van de patiënt, zowel voorafgaand als tijdens ziektebehandeling en in het hersteltraject. Daarnaast beoogt het Zorgpad voeding het verbeteren van de infrastructuur in de zorgketen met een optimale aandacht voor voeding en leefstijl (Figuur 3). Het programma is ontwikkeld naar analogie van andere zorgpaden. Deze zorgpaden worden ontwikkeld om de zorg voor grote patiëntenpopulaties beter te stroomlijnen. Met alle betrokken disciplines en instellingen worden afspraken gemaakt over het traject dat een patiënt zal afleggen.
Figuur 3. Aanpak van het Transmurale Zorgpad Voeding
De verbeterde aandacht voor voeding vertaalt zich in gezondheidswinst, in termen van afname van morbiditeit en mortaliteit (minder ziektedagen, minder complicaties van behandelingen, kortere opnameduur, betere voedingstoestand en betere kwaliteit van leven). In eerste instantie komen hiervoor in aanmerking chronisch zieke patiënten en patiënten die wachten op een electieve (dat wil zeggen: te plannen) behandeling. In een later stadium kunnen ook andere patiëntgroepen (acute zorg) worden betrokken. Wanneer de resultaten – zoals verwacht – positief zijn, kan deze aanpak ook landelijk worden geïmplementeerd.
Programma 1
Voorwaarden Voor de realisering van het programma 1 ‘Zorgpad Voeding’ gelden de volgende aspecten: • • • •
Er dienen keuzes gemaakt te worden met betrekking tot de aandoeningen die geschikt zijn om via het traject van het Zorgpad voeding behandeld te worden. Op basis van de wetenschappelijke literatuur dient vastgesteld te worden welke rol voeding speelt in het behandelingstraject. Er zullen ‘evidence-based’ proto- collen ontwikkeld en geïmplementeerd worden. Op basis van de geïdentificeerde ruimte in de kennis om de voedingszorg te optimaliseren dienen onder-werpen vastgesteld te worden voor aanvullend en grensverleggend onderzoek (in Programma 2).
‘Best practices’ Op dit moment kunnen ‘best practices’ in kaart gebracht worden voor chronische en electieve aandoeningen zoals darmziekten, neurodegeneratieve ziekten bij ouderen, hart- en vaatziekten inclusief beroerte, en COPD (chronisch obstructief longlijden). Via projecten, waarbij evidence-based en cost-effective behandelingen belangrijke invalshoeken zijn, kan worden bepaald welke nadere protocollen noodzakelijk zijn om de voedingszorg verder gestalte te geven. Per groep van aandoeningen is onderzoek nodig waarbij aanvullende voeding, met een goed gedefinieerde
en afgewogen voedingsstoffensamenstelling, wordt verstrekt (interventiestudies) waarmee de patiënt in een goede voedingstoestand komt of blijft. De voedingsstoffen kunnen worden gegeven in de vorm van drinkvoeding, maaltijden, supplementen. Deze trials, zowel relatief kort van duur als langdurig, kunnen door het gehele traject georganiseerd worden. Doel is het voorkomen van de teruggang van de voedingstoestand en/of het optimaliseren ervan. Werkplan Een kort werkplan is omschreven in Tabel 1. Een uitgebreidere versie is vermeld in Bijlage 4.
Twee deelprojecten in het kader van Programma 1 zijn reeds geformuleerd. Het eerste project heeft als titel: ‘Regionale aanpak obesitas’ (coördinator: Dr. Ben Witteman). Binnen dit project gaan meerdere (para)medische disciplines van ZGV en de eerstelijns gezondheidszorg samenwerken met diverse onderzoekers van WU aan een regionale aanpak van obesitas. Het project beoogt een verdere ontwikkeling van effectieve strategieën om af te vallen bij diverse doelgroepen en op diverse locaties (thuis, school, huisartsenpraktijk, ziekenhuis). Deze aanpak biedt diverse mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van voedingsgedrag, nutrigenomics, effecten op mobiliteit en kwaliteit van leven, klinische epidemiologie en basale fysiologie.
Het tweede project is getiteld: ‘Ambiance-project’ (samenwerkingsverband ZVG-Opella-WU). Het project streeft naar een verbetering van de ambiance rondom de maaltijd; een bewezen effectieve strategie ter bevordering van de calorische inneming die kan bijdragen aan de preventie en behandeling van ondervoeding, onder andere bij ouderen. Voor de implementatie en evaluatie van de verbetering van ambiance in haar zorginstellingen, heeft Opella (zorgaanbieder op het gebied van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening in de regio Ede/ Wageningen) samenwerking gezocht met de afdeling Humane Voeding van de Wageningen Universiteit. Een eerste fase is het beschrijven van de huidige maaltijdvoorziening. Hiervan uitgaande kunnen nieuwe benaderingen worden voorgesteld. In een latere fase zullen nieuwe vormen getest worden.
Programma 1
Tabel 1 Werkplan Programma 1: Zorgpad Voeding Programma coördinatie Projectmedewerkers en affiliatie Adviesgroep Doelstellingen en beoogd resultaat
Ir. Yvonne van Gameren, programmacoördinator (ZGV), Joke Huitinck, hoofd diëtetiek (ZGV), Dr. Jeanne de Vries, klinische voeding, diëtetiek (WU) Anja Boot, voedingsverpleegkundige (ZGV), Pien Lelie, diëtist (ZGV), Inez Jans, diëtist (ZGV), Dr. Arthur van Zanten, intensivist (ZGV), Dr. Ben Witteman, MDL arts (ZGV) Prof. Ellen Kampman (WU), Dr. Ben Witteman (ZGV), Diederic Klapwijk gynaecoloog (ZGV), Prof. Frans Kok (WU), Dr. Nicole de Roos (WU) Het doel van het Programma 1 ‘Zorgpad Voeding’ is om de voedingstoestand van de patiënt, zowel voorafgaand als tijdens en na de ziektebehandeling, te verbeteren. Aan de patiënten zal een wetenschappelijk verantwoorde voedingstherapie gegeven worden. De voedingstherapie kan gericht zijn op ondervoeding, op voedingsgerelateerde klachten ten gevolge van de ziekte of behandeling, maar ook op overvoeding. Omdat de patiëntengroep zo divers is, zal projectmatig voor verschillende patiëntengroepen onderzocht worden welke voedingstherapie het meest effectief is in het verminderen van de ziektelast en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Binnen de projecten zal worden gewerkt volgens het proces van richtlijnontwikkeling zoals beschreven door het kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO . Een voorbeeldproject (preventie en behandeling van ondervoeding) is uitgewerkt in Bijlage 4.
Programma 2
3.2 Humaan klinischwetenschappelijk onderzoek
De samenwerking tussen Wageningen Universiteit en Ziekenhuis Gelderse Vallei op het gebied van klinisch voedingsonderzoek bestaat reeds een aantal jaren.
Dit blijkt onder andere uit de volgende lopende onderzoeks- projecten:
•
Cognitie bij veroudering: effecten van n-3 vetzuren. Ir. O. van de Rest, AIO (WU), Andre Janse, klinisch geriater (ZGV), Prof. Lisette de Groot, voeding van de oudere mens (WU).
•
Effect van mediterrane voeding op risicofactoren voor metabool syndroom Ir. Marieke Bos, AIO (WU), Dr. Rik Heijligenberg (ZGV), Prof. Edith Feskens, epidemiologie (WU), Prof. Lisette de Groot, voeding van de oudere mens (WU), Dr. Jeanne de Vries, voedingsanamnese (WU).
• Alpha-omega Trial. Dr. Marianne Geleijnse, epidemiologie (WU), T. van Loenhout, cardioloog (ZGV). • Vis en darmgezondheid (FISHGASTRO Study). Ir. Gerda Pot, AIO (WU), Prof. Ellen Kampman, epidemiologie (WU), Dr. Ben Witteman, MDL arts (ZGV). •
Voeding, leefstijlfactoren en genetische gevoeligheid voor adenomateuze darmpoliepen. Ir. Akke Botma, AIO (WU), Prof. Ellen Kampman, epidemiologie (WU), Dr. Ben Witteman, MDL arts (ZGV).
De meerwaarde van de Alliantie is het faciliteren van onder- zoekers en medisch specialisten om samen te werken binnen wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Hiertoe zijn twee coördinatoren aangesteld (één op elke lokatie) die ondersteuning kunnen bieden bij het voorbereiden, schrijven en indienen van projectvoorstellen en het samen brengen van onderzoekers, artsen en studenten.
Ambitie Voor een optimale invulling van het Zorgpad voeding (Programma 1) is wetenschappelijke ondersteuning een voorwaarde. De ambitie van Programma 2 is de patiëntenzorg op het gebied van de klinische voeding met wetenschappelijke kennis te onderbouwen en daardoor te verbeteren. Beeldverwerkende technieken als MRI vormen een speerpunt. Deze technieken zullen worden ingezet bij meerdere projecten met als voorbeelden vetverdeling over het lichaam, eetgedrag en sensoriek, en cognitie. Onderzoeksthema’s Naar aanleiding van het lopende en geplande ondersteunend klinisch voedingsonderzoek zijn binnen Programma 2 drie thema’s gedefinieerd: Thema 1: Ondervoeding & Klinische depletie Thema 2: Overvoeding & Metabool syndroom Thema 3: Orgaanspecifieke aandoeningen & Oncologie
In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de geplande projecten in programma 2. Een overzicht van deze projecten wordt in bijlage 5 gegeven.
Programma 2 Tabel 2 Beschrijving Programma 2: Ondersteunend klinisch voedingsonderzoek Programma 2
Ondersteunend klinisch voedingsonderzoek
Programmacoördinatie
Dr. Nicole de Roos (WU), Ir. Yvonne van Gameren (ZGV)
Adviesgroep
Prof. Ellen Kampman (WU), Prof. Frans Kok (WU) Dr. Ben Witteman (ZGV)
Samenwerking
Onderzoekers van de afdeling Humane Voeding (WU) zullen projectmatig samenwerken met medisch specialisten en paramedici van ZGV.
Doelstellingen en beoogd resultaat
Binnen Programma 2 zal toegepast en fundamenteel onderzoek worden uitgevoerd op het raakvlak van voeding, gezondheid en ziekte. Gekozen wordt voor onderwerpen waarbij de combinatie van kennis, vaardigheden, apparatuur en faciliteiten van ZGV en WU kan leiden tot resultaten die zonder samenwerking niet mogelijk zouden zijn. Primair doel van Programma 2 is het ondersteunen van het Zorgpad voeding door vermeerdering van wetenschappelijke kennis over de relatie voeding en ziektebehandeling. Er wordt gestreefd naar een jaarlijkse output van minimaal vijf tot tien wetenschappelijke publicaties per project in vooraanstaande internationale tijdschriften op het gebied van (klinische) voeding en gezondheid.
Thema 1: Ondervoeding & Klinische depletie
Voorkomen en behandelen van ondervoeding door: • inzicht in metabole veranderingen tijdens ziekte • inzicht in effecten van voedingsstoffen (n-3 vetzuren, aminozuren) op metabolisme tijdens ziekte • aanpassing van voeding op sensorische veranderingen tijdens ziekte
Beperken van de gevolgen van veroudering door: • inzicht in fysiologische aspecten van ouderdomsgerelateerde anorexie • aanpassing van voeding op sensorische veranderingen tijdens veroudering
Thema 2: Overvoeding & Metabool syndroom
Voorkomen en behandelen van obesitas door: - inzicht in regulatie van eetlust (op het gebied van gedrag, genetisch en hormonaal) en vetmetabolisme (expressie van regulerende eiwitten)
Optimalisering van de behandeling van metabool syndroom door: - inzicht in insulineresistentie bij risicogroepen - ontwikkeling van effectieve lifestyle programma’s voor diabetici Thema 3: Orgaanspecifieke aandoeningen & Oncologie
Voorkomen van dikke darm kanker en darmontstekingen: - inzicht in mogelijk beschermende effecten van visconsumptie - inzicht in klinische en lifestyle factoren van invloed op ontstaan van darmpoliepen en darmkanker Voorkomen van overgewicht en verbetering van overleving na borstkanker en darmkanker.
Focus on excellence Medische disciplines en voedingskundige invalshoeken Naast klassieke voedingskundige onderzoeksmethoden, zoals voedingsanamnese, kenmerkt Programma 2 zich door grensverleggende nieuwe onderzoeksmethoden. Deze nieuwe technologie is verweven met de drie thema’s (figuur 3). Diverse disciplines en onderzoeksgroepen komen in meerdere van de onderzoeksthema’s van Programma 2 terug. Dit zijn bijvoorbeeld farmacologie en fysiotherapie. Ook nieuwe onderzoeksmethoden op het gebied van moleculaire voeding (nutrigenomics) en sensorisch onderzoek vinden een brede toepassing. Het onderzoek beperkt zich niet tot patiënten; ook topsporters en gezonde consumenten behoren tot de doelgroep. Hiertoe is een samenwerking aangegaan met het NOC*NSF (Papendal, Arnhem) en het Restaurant van de Toekomst (Wageningen). Speerpunt: Beeldvormende technieken De divisie Humane Voeding van Wageningen Universiteit is voornemens om beeldvormende technieken
(Magnetische Resonantie Imaging/ Spectroscopie) tot een speerpunt in het onderzoeksprogramma te maken. Er worden met behulp van deze technologie doorbraken verwacht in belangrijke onderzoekslijnen (lichaamsvetverdeling, eetlust regulatie en cognitief functioneren). Er is een nauwe samenwerking tot stand gekomen tussen Wageningen Universiteit, Ziekenhuis Gelderse Vallei en Universiteit van Utrecht op het gebied van ‘Voedingsonderzoek en Beeldvorming’ (Nutritional Research Imaging). Additionele onderzoeksfaciliteiten Ter facilitering van het ondersteunend klinisch voedingsonderzoek is een Metabolic Ward uiterst gewenst. Hierin kunnen gezonde vrijwilligers en patiënten onder gestandaardiseerde condities deelnemen aan voedingsproeven. Omdat deze experimenten streven naar een grensverlegging in de klinische voedingszorg zullen er nieuwe klinisch-chemische laboratoriumbepalingen geïntroduceerd en/of ontwikkeld moeten worden. Hiervoor is de oprichting van een ‘Laboratorium Bijzondere Bepalingen’ noodzakelijk.
Figuur 3. Toepassing van basistechnieken en medische disciplines in de drie onderzoeksthema’s van Programma 2.
10
Programma 3
3.3 ‘Hèt voedingsziekenhuis’ Optimale aandacht voor voeding Ziekenhuis Gelderse Vallei heeft de ambitie om hèt voedingsziekenhuis van Nederland te zijn. Dit betekent een optimale aandacht voor de voeding van patiënt, bezoeker en medewerker. In Programma 3 vindt de implementatie plaats van een totaal en geïntegreerd voedingsplan in het Ziekenhuis Gelderse Vallei. Het programma zal onder andere gebaseerd zijn op de resultaten van de programmaonderdelen 1 en 2 en zal regelmatig geëvalueerd worden. ZGV wil de ambitie realiseren door het toepassen van nieuwe inzichten op het gebied van de (intramurale) voedingszorg met het accent op die aspecten die voor het ziekenhuis van belang zijn. De rol van de afdeling Humane Voeding is het beschikbaar stellen van kennis op het gebied van effect-
metingen van voedingsveranderingen en interventies. Werkplan Een multidisciplinair voedingsteam in ZGV is al gedurende meerdere jaren bezig met alle aspecten van voeding in het ziekenhuis. De ambitie van dit team heeft zich vertaald in een programma met meerdere onderdelen (zie Tabel 4). De belangrijkste kenmerken zijn: • ZGV zal zich gaan profileren als hét voedingsziekenhuis voor patiënten en collega’s. • Het voedingsaanbod en de maaltijdvoorziening zullen zo veel mogelijk gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs: evidence- based, maar altijd op best-practice gegevens.
• Een operationeel voedingsteam. • Klantgerichte maaltijdvoorziening voor patiënten, personeel en bezoekers.
11
Tijdsplanning De tijdsplanning van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei is weergegeven in tabel 5. De eerste helft van 2008 zal het business plan ontwikkeld worden. De tweede helft van 2008 zal gebruikt worden voor het vinden van financiële ondersteuning.
Tabel 5 Tijdsplanning Alliantie Voeding Gelderse Vallei Tijdsplanning Alliantie
Voorbereiding Business plan Fondsenwerving Implementatie Coördinatieteam Programma 1 Programma 2
Kw 2 Kw 3 Kw 4
2008
2010
2011
2012
draft gereed regionaal NL operationeel continuering continuering en start
gefaseerde start projecten Programma 3 Communicatie
2009
x continuering ja
x
x
ja
ja
ja
Programma 3 Tabel 4 Beschrijving Programma 3: ‘Hèt voedingsziekenhuis’ Programma 3 Programmaleiding
Samenwerking
Hét voedingsziekenhuis Ir. Yvonne van Gameren, programmacoördinator (ZGV), Diederic Klapwijk, gynaecoloog, Medisch lid Bestuursteam (ZGV), Joke Huitinck, hoofd diëtetiek (ZGV). Afdeling Humane Voeding (WU)
Doelstellingen en beoogd resultaat
Evidence-based handelen In samenhang met Programma 1 zal het voedselaanbod en de voedsel voorziening aan patiënten wetenschappelijke onderbouwd worden. De samenwerking met de Afdeling Humane Voeding van WU zal instrumenteel zijn bij het ontwikkelen van evidence-based handelen. Prestatie-indicator ZGV heeft sinds 1996 een multidisciplinair voedingsteam met onder andere als taak om (dreigende) ondervoeding bij ziekte te voorkomen en te behandelen. ZGV voldoet ruimschoots aan de eisen van de prestatie-indicator voor vroege herkenning en behandeling van ondervoeding. Om nog beter op dit gebied te presteren zal een projectplan worden opgesteld ten einde beter gestructureerd en gecontroleerd te sturen. Maaltijdvoorziening De maaltijdvoorziening van de patiënt wordt afgestemd op zijn/haar medische behoefte en de wens voor meer service zowel in het aange-boden assortiment als op de maaltijdmomenten. Ook de ambiance zal verbeterd worden waarvan verwacht wordt dat de patiënt beter gaat eten en de kans op ondervoeding tijdens ziekenhuisopname verkleind wordt. In samenwerking met FoodStep wordt met ingang van 1 juli 2008 een ondernemingsplan uitgewerkt waarbij de klantgerichtheid prevaleert boven logistiek en infrastructuur. Herkenbaarheid en bekendheid ZGV zal zich gaan profileren als hèt voedingsziekenhuis voor patiënten en collega’s. In eerste instantie zal communicatie vooral gericht zijn op uitwisseling van kennis en ideeën met de betreffende beroepsgroepen, bijvoorbeeld door het organiseren van seminars over de diverse thema’s van onderzoek en een jaarlijks congres over klinische voeding. In een later stadium zullen de resultaten van de diverse activiteiten worden uitgedragen via de media of door middel van nog op te zetten communicatieprojecten. In het toekomstscenario past het opzetten van een leerhuis of museum, waar op een speelse wijze voorlichting kan worden gegeven over hoe de spijsvertering werkt en over het belang van gezonde voeding voor de preventie en de behandeling van ziekte.
12
4. Infrastructuur
Bestuur Alliantie Voeding Gelderse Vallei De activiteiten, zoals beschreven in het werkplan, vinden plaats onder eindverantwoording van het bestuur van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur zijn kort in bijlage 3 omschreven. Dagelijks bestuur Voor operationele zaken is een dagelijks bestuur (DB) geformeerd bestaande uit de voorzitter en vicevoorzitter van het bestuur. Het DB vergadert naar gelang de noodzaak, doch minimaal één maal per maand. Bij deze vergadering wordt het coördinatieteam uitgenodigd. Coördinatieteam Het coördinatieteam bestaat uit twee programmacoördinatoren, te weten Ir. Yvonne van Gameren (ZGV) en Dr. Nicole de Roos (WU). Yvonne van Gameren richt zich voornamelijk op zaken met betrekking tot de programma’s 1 en 3. Nicole de Roos zal zich voornamelijk richten op het ondersteunend klinisch voedingsonderzoek (programma 2). Beide functionarissen zullen zowel operationeel als inhoudelijk actief zijn. Het team zal zowel in het ZGV als bij de WU administratief en secretarieel ondersteund worden door aanwezige staffunctionarissen.
De taken van het coördinatieteam zijn: • Intensief contact onderhouden met het bestuur van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei. • Het onderhouden van een actief netwerk met alle deelnemers in de drie programma binnen de Alliantie Voeding Gelderse Vallei. • De organisatie van de relevante secretariële en administratieve ondersteuning. • Coördinatie van de thema’s, zowel inhoudelijk als operationeel. • Samenwerking met de project- leiders. • Terugkoppeling naar stakeholders binnen en buiten het programma en/of thema. • Inhoudelijk een bijdrage leveren aan de continuering van de programma’s. • Organisatie jaarlijks congres en tussentijdse kleinere workshops en wetenschappelijke en organisato rische bijeenkomsten. Administratieve ondersteuning Tot de administratieve werkzaamheden kunnen o.a. gerekend worden: • Agenda’s bijhouden. • Het beleggen van vergaderingen van bestuur, DB en werkgroepen. • Zorg dragen halfjaarlijks voort gangsverslag. • Bijhouden website en verzorgen van de elektronische nieuwsbrief. • Front office voor vragen over de Alliantie Voeding Gelderse Vallei. • Ondersteuning bij de organisatie van wetenschappelijke bijeen- komsten, symposia en workshops.
13
5. Financiën Tabel 6 Totale kosten Alliantie Voeding Gelderse Vallei Totale kosten
2009
2010
2011
2012
Infrastructuur 145 145 145 145 Programma 1 330 390 280 280 Programma 2 727 637 637 637 Outillage* 225 225 225 225 Programma 3 100 115 90 90 Totale kosten 1.527 1.512 1.377 1.377 * specificatie zie Tabel 10.
14 Opmerkingen
K€ 5.793 in 4 jaar
Tabel 7 Toegekende en aan te vragen financiële ondersteuning Alliantie Voeding Gelderse Vallei Inkomsten Mogelijke financiële bronnen Regionale overheid Industrie Research fondsen Bijdrage aan outillage Zorgsector
2009
2010
2011
2012
Opmerkingen
145* 280 727 225 100 50
145 280 637 225 225
145 170 637 225 200
145 170 637 225 200
Infrastructuur Programma 1 Programma 2 Programma 2 Programma 3
50 Totale Toegezegd Inkomsten Nog te verwerven 1.477 1.512 1.377 1.377 * aan te vragen financiële ondersteuning in blauw: reeds toegekende financiële middelen in wit.
K€ 5.743 in 4 jaar
Tabel 8 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning voor management Alliantie Voeding Gelderse Vallei Infrastructuur
2009
2010
2011
2012
Opmerkingen
Vergaderingen 10 10 10 10 Bestuur & comm. Coördinator (ZGV) 50 50 50 50 Secr. steun (ZGV) 10 10 10 10 Coördinator (WU) 50 50 50 50 Secr. steun (WU) 10 10 10 10 Kantoor items 7 7 7 7 Webcommunicatie 8 8 8 8 Overig
Totale kosten 145 145 145 145 Aan te vragen financiën 145 145 145 145
15 K€ 580 in 4 jaar
Tabel 9 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 1: Extramurale voeding Programma 1 Zorgpad Voeding
2009
2010
2011
2012
Opmerkingen
Vergaderingen werkgroepen
10 10
10 10
10 10
10 10
Deskundigheidsbevordering Voedingsonderzoek
1 fte onderzoeker
50
110
110
110
Samenwerking Zorgaanbieder
1 fte diëtist
50
50
50
50
Voedingsonderzoek
1fte diëtist 50 50 50 50
Opstellen en implementatie evidence-based richtlijnen
.4 fte nursepractioner 20 20 20 20
Opstellen transmurale richtlijnen
Regionale aanpak obesitas
Start up en onderhoud 30 infrastructuur
30
30
30
Post-doc obesitas 110 110
2 jaar ontwikkeling en uitrol regionale aanpak
Totale kosten
330
1.280 K€ in 4 jaar
Toegekende en aan te vragen financiën
50 280 390 280 280
390
280
280
Zorgaanbieder Opella
Tabel 10 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 2: Ondersteunend klinisch voedingsonderzoek Programma 2 2009 Onderzoek
2010
2011
2012
Effectiviteit van 112 dieetinterventie Anorexia of aging 110 Atypische anti- 115 psychotica en obesitas Mechanistisch 90 onderzoek Fiaf eiwit Lifestyle interventie 100 bij diabetici Overgewicht na 100 borstkanker Overgewicht na 100 darmkanker
112
112
112
110
110
110
115
115
115
100
100
100
100
100
100
100
100
100
225
225
225
Nieuwe technieken* 225
Totale kosten 952 862 862 862 Aan te vragen financiën 952 862 862 862
Opmerkingen
16
K€ 3.538 in 4 jaar
*Nieuwe beeldtechnieken 100 K€/jaar, bijzondere laboratoriumbepalingen 75 K€/jaar, metabolic ward 50 K€/jaar. In totaal 225 K€/jaar.
Tabel 11 Kosten en aan te vragen financiële ondersteuning Programma 3: Hèt voedingsziekenhuis Programma 3 Voedingsziekenhuis Werkgroepen Kantoor/comm. Implementatie Extra infrastructuur Extra voorlichting
2009
2010
2011
2012
5 5 35 30 25
5 5 50 30 25
5 5 5 5 25 30 30 25 25
Totale kosten 100 115 90 90 Aan te vragen financiën 100 115 90 90
Opmerkingen
i.s.m. Foodstep i.s.m. Foodstep i.s.m. Foodstep K€ 395 in 4 jaar
Bijlage 1
6. Bijlagen
Bijlage 2
Ziekenhuis Gelderse Vallei Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) is een algemeen ziekenhuis met een belangrijke regionale gezondheid- en zorgfunctie (230.000 patiënten). Er werken ruim 2500 medewerkers en 140 medisch specialisten. Het ziekenhuis biedt een zo volledig mogelijk pakket aan professionele zorg, onderzoek en behandeling. Er zijn opleidingen voor een aantal medisch specialismen en voor vele andere functies in het ziekenhuis. Er is een nauwe samenwerking met de huisartsen, de thuiszorg en andere zorgorganisaties in de regio. ZGV heeft speciale interesse voor klinische en transmurale voeding. Daarom heeft ZGV voeding als speerpunt aangemerkt. Dit impliceert dat voeding een vanzelfsprekend onderdeel is van de medische behandeling binnen alle afdelingen en transmuraal. ZGV is één van de eerste ziekenhuizen in Nederland waar een screeningprogramma is opgezet om ondervoeding bij patiënten, zowel intra- als extramuraal, op te sporen. In 2005 is een transmuraal voedingsteam van start gegaan, waarin deskundigen van ZGV samenwerken met eerstelijns gezondheidswerkers om ziektegerelateerde ondervoeding te voorkómen en te behandelen.
Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit De afdeling Humane Voeding van de Wageningen Universiteit geniet internationale bekendheid op het gebied van voeding in al zijn facetten, van voedingsepidemiologie en interventiestudies tot onderzoek op moleculair niveau. Belangrijke onderzoeksthema’s zijn onder meer: voeding en andere leefstijlfactoren bij gezondheid en ziekte; cellulaire en fysiologische mechanismen die gezondheid in stand houden; preventie van hart- en vaatziekten en maagdarm-aandoeningen; obesitas gerelateerde syndromen en ondervoeding in ontwikkelingslanden en bij ouderen. Op de afdeling werken circa 80 medewerkers en circa 70 PhD studenten. In totaal volgen 450 (inter)nationale studenten de academische opleiding Voeding en Gezondheid. Per jaar levert de afdeling Humane Voeding circa 100 wetenschappelijke publicaties in internationale peer reviewed tijdschriften.
Bijlage 3
De Alliantie Voeding Gelderse Vallei • • •
De Alliantie Voeding Gelderse Vallei heeft tot doel: Verbeteren van/ bijdragen aan de volksgezondheid door middel van het optimaliseren van de voedingszorg voor de patiënt, alsmede het genereren van nieuwe kennis over (klinische) voeding en gezondheid, en het uitdragen daarvan; Verbeteren van/ bijdragen aan de volksgezondheid door middel van het inzetten van wetenschappelijk onderbouwde voedingszorg, zowel voorafgaand als tijdens poliklinische behandeling of ziekenhuisopname en in het revalidatietraject; Kennis uitdragen naar andere ziekenhuizen.
• • • •
De Alliantie Voeding Gelderse Vallei wil haar doel realiseren door: Het opzetten van innovatieve, praktijkgeoriënteerde onderzoeksprojecten, onderwijsprogramma’s of communicatieprojecten waarbij academische onderzoekers van de WU en (para)medische professionals van ZVG samen werken. Door bundeling van voedingswetenschap en klinische zorg wordt de beschikbare kennis optimaal benut; Het genereren van nieuwe wetenschappelijke kennis op het gebied van ziektegerelateerde voeding en gezondheid, die directe toepassing kan vinden In de transmurale patiëntenzorg en in patiënten- of consumenteninformatie; Samenwerking tussen academische- en perifere ziekenhuizen en eerstelijns- instellingen op het gebied van klinische voeding intensiveren; Andere participanten interesseren om activiteiten op te zetten die bij de doelstelling aanhaken.
17
Het bestuur van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei heeft als taken: • De doelstelling van de alliantie uit te dragen; • Toe te zien op de correcte uitvoering van de taken; • Toe te zien op de naleving van de gemaakte afspraken binnen de samenwerkingsverbanden; • Aanstellen van een programmacoördinator (directeur van het bureau); • Jaarlijks verantwoording afleggen van haar activiteiten in een jaarverslag; • Goedkeuren van de jaarlijkse begroting en de financiële jaarrekening. Samenstelling van het Bestuur van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei: • C.W.D.A. Klapwijk, gynaecoloog, Medisch lid bestuursteam ZGV, voorzitter • Prof. dr. ir. F.J. Kok, Hoofd Afdeling Humane Voeding WU, vicevoorzitter • Prof. dr. ir. E. Kampman, Afdeling Humane Voeding WU, secretaris • Dr. B.J.M. Witteman, Maag Darm Lever arts ZGV, penningmeester • Prof. dr. J.G.A.J. Hautvast, Emeritus hoogleraar Humane Voeding De Alliantie Voeding Gelderse Vallei heeft een Comité van Aanbeveling die het initiatief van harte ondersteunt. Het Comité van Aanbeveling is als volgt samengesteld: • Th. A. M. Meijer, voorzitter Food Valley Wageningen • Ir. H. Otten, Meteo Consult Wageningen • Drs. A. Pechtold, politicus; lid Tweede Kamer • Mw. E.G. Terpstra, voorzitter NOC-NSF, Arnhem • H. Wiegel, voorzitter Ver. Ned. Ziektekostenverzekeraars
Bijlage 4 Programma 1 Programmaleiding Project-medewerkers en affiliatie Adviesgroep Doelstellingen en beoogd resultaat
Werkplan programma 1: Zorgpad Voeding Zorgpad Voeding Ir. Yvonne van Gameren, programmacoördinator (ZGV), Joke Huitinck, hoofd diëtetiek (ZGV), Dr. Jeanne de Vries, klinische voeding, diëtetiek (WU) Anja Boot, voedingsverpleegkundige (ZGV), Pien Lelie, diëtist (ZGV), Dr. Arthur van Zanten, intensivist (ZGV), Inez Jans, diëtist (ZGV), Dr. Ben Witteman, MDL arts (ZGV). Prof. Ellen Kampman (WU), Dr. Ben Witteman (ZGV), Diederick Klapwijk gynaecoloog (ZGV), Prof. Frans Kok (WU) Inleiding Het doel van het Programma 1 ‘Zorgpad Voeding’ is om de voedingstoestand van de patiënt, zowel voorafgaand als tijdens en na de ziektebehandeling, te verbeteren. Aan de patiënten zal een wetenschappelijk verantwoorde voedingstherapie gegeven worden. Onderzocht zal worden of deze aanpak leidt tot minder ziektelast en een betere kwaliteit van leven. Fasen van het onderzoek Het plan van aanpak is gefaseerd volgens het proces dat wordt gehanteerd bij richtlijnontwikkeling en is beschreven door het kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO1. Het is een cyclisch proces dat begint met een analyse van de knelpunten en eindigt met het vaststellen van de definitieve richtlijn. Zo nodig kan de richtlijn na verloop van tijd worden aangepast volgens hetzelfde proces. In het schema hieronder is de richtlijnontwikkeling naar de verschillende fasen van het onderzoek vertaald.
18
Fase 1. Beschrijving van de patiëntengroep, huidige voedingsinterventies en analyse van de knelpunten. Aan de hand van eerder onderzoek naar de voedingsstatus van de patiënten in ZGV en naar aanleiding van de knelpunten zoals deze door de verpleging zijn aangegeven wordt een meest effectieve voedingstherapie opgesteld. Zo nodig worden in deze beginfase aanvullende gegevens met betrekking tot knelpunten verzameld om de interventie voor best practice aan te vullen. Patiënten kunnen worden onderscheiden naar de plaats van behandeling, poliklinische of klinische patiënten, en naar de reden van hun bezoek of opname in een acute, chronische of electieve patiëntengroep. Er is gekozen voor poliklinische patiënten die behoren tot de electieve groep. Deze patiënten komen na hun diagnose in de polikliniek in aanmerking voor een operatie of andere behandeling zoals chemotherapie. In deze patiëntengroep is het mogelijk om de behandeling zo vroeg mogelijk in te zetten. Alle patiënten die gedurende zes maanden de polikliniek bezoeken en tot de electieve en chronische patiëntengroep behoren zullen in het onderzoek worden betrokken.
De patiënt vult een vragenlijst naar de kwaliteit van leven in en een voedselfrequentievragenlijst voor het vaststellen van de kwaliteit van de voedselconsumptie. Tijdens opname in de kliniek zal de duur van ziekenhuisopname en het voorkomen van complicaties worden geregistreerd.
Fase 3. Voorbereiding en uitvoering interventieonderzoek De patiënten worden at random toegewezen aan een interventie- of een controlegroep. De interventie richt zich op de situatie voor en tijdens opname en na ontslag uit het ziekenhuis en bestaat uit de richtlijnen voor best practice. De controlegroep krijgt de normale behandeling. De effecten op voedingstoestand (resultaten van screeningslijst, lichaamsgewicht), kwaliteit van leven, voedselconsumptie en compliance van de interventiegroep zal worden vergeleken met die van de controlegroep. Hierbij wordt ook de efficiëntie van de interventie geëvalueerd aan de hand van een kosten/batenanalyse.
Fase 4. Implementatie Fase 2. Vaststellen voedingsinterventies, strategieën voor implementatie en indicatoren Voedingsinterventies en implementatie De interventie voor de poliklinische patiënten zal worden vastgesteld op grond van de literatuur en eigen bevindingen en bestaat uit een voedingsadvies en begeleiding door de diëtist aangevuld met een voedingssupplement en/of verrijkt voedingsmiddel. Hierbij kan afhankelijk van de voedingstoestand en de benodigde behandeling worden gedacht aan bijvoorbeeld extra energie, eiwit, specifieke aminozuren, n-3 vetzuren of vitamines en mineralen. In het ziekenhuis zullen de maaltijden op de gewenste voedingsinterventie worden aangepast en zal een optimale voeding worden gegeven aan de hand van de laatste inzichten bijvoorbeeld door middel van het geven van extra maaltijden en/of supplementen. Zo nodig wordt aanvullend literatuuronderzoek gedaan naar kenmerken van patiënten met ondervoeding, mogelijke voedingsinterventies (inclusief begeleiding) en strategieën voor implementatie. Op grond van de resultaten van fase 1 en het literatuuronderzoek wordt een conceptrichtlijn opgesteld die wordt voorgelegd aan experts uit het ziekenhuis en de thuiszorg. Patiënten worden gescreend aan de hand van de MUSTscreeningslijst bij polikliniekbezoek, als ze opgenomen worden in het ziekenhuis en daarna verder gevolgd. Deze screeningslijst is een van de twee lijsten die worden aanbevolen voor screening naar ondervoeding. Indicatoren De MUST-vragenlijst wordt gebruikt voor screening van de patiënten op ondervoeding. Deze bevat vragen over recente gewichtsveranderingen zodat patiënten kunnen worden ingedeeld naar goed gevoed, matig ondervoed, ernstig ondervoed of slecht gevoed. Van elke patiënt worden lengte en gewicht vastgesteld en zo mogelijk eerdere gewichtsmetingen geregistreerd. Vastgelegd wordt de reden van bezoek, hoe vaak de patiënt de kliniek al heeft bezocht en hoe het verdere verloop zal zijn.
De verwachting is dat het aantal patiënten met ondervoeding zal verminderen en dat een verbetering van de andere uitkomstmaten in vergelijking met de controle groep zal worden gevonden. Aan de hand van de bevindingen zullen richtlijnen worden opgesteld, die in de betreffende afdelingen geïmplementeerd zullen worden. Dit gebeurt in nauw overleg met de verpleging, specialisten, huisartsen, diëtisten, keuken en thuiszorg. Hiervoor moet met betrokkenen een implementatieplan worden opgesteld. Medewerkers moeten worden geïnformeerd, zo nodig bijgeschoold en er dienen voldoende middelen en materialen (bijv. weegschalen, personeel dat voor de screening zorgt) beschikbaar te zijn. Het streven is tevens om in deze fase de resultaten van het onderzoek ook naar andere perifere ziekenhuizen uit te rollen. Fase 5. Evaluatie De implementatie van de evidence-based richtlijn voor ondervoeding wordt geëvalueerd. Deze evaluatie bestaat uit een proces- en een effectevaluatie.
19
Bijlage 5
Projectbeschrijvingen Programma 2
Thema 1
Ondervoeding & Klinische depletie Effectiviteit van dieetinterventie als behandeling van ondervoeding Dr. Jeanne de Vries, voedingskundige (WU), Joke Huitinck, diëtetiek (ZVG), vacature AIO. In Programma 1 wordt het Zorgpad voeding voor meerdere patiëntengroepen uitgewerkt. De effectiviteit van verschillende dieetinterventies is nog onvoldoende beschreven in de literatuur. Bij goed afgebakende patiëntengroepen zullen daarom ‘best practice’ voedingsinterventies worden uitgetest op hun effect op herstel, lichaamsgewicht en – samenstelling, en kwaliteit van leven. Het protocol wordt voorbereid door een MSc-student. Geraamde kosten: 448 k€ over een periode van 4 jaar (diëtist, onderzoeksassistent, supervisie, chemische analyses). Anorexia of aging André Janse, klinisch geriater (ZGV), Prof. Lisette de Groot, hoogleraar voeding van de oudere mens (WU), vacature AIO. ‘Anorexia of aging’ is een term die de fysiologische veranderingen in het lichaam omschrijft die leiden tot verminderde eetlust bij ouderen, resulterend in ondervoeding en fragiliteit. In diverse promotieonderzoeken van de WU is onderzocht wat de determinanten zijn van succesvol ouder worden en of voedingsinterventies effectief kunnen zijn om de gevolgen van anorexia of aging te verminderen. Dit nieuw te starten AIO project is een vervolg op deze eerdere studies. Doel van dit project is beter inzicht te krijgen in de fysiologische veranderingen die leiden tot anorexia of aging, ontwikkeling van screeningsmethoden en behandelmogelijkheden. Voor dit project zal samenwerking gezocht worden met UMCs binnen het Nationaal Programma Ouderenzorg van ZonMw. Onderzoekers hebben ruime ervaring op het gebied van onderzoek bij ouderen, wat reeds geresulteerd heeft in diverse proefschriften. Geraamde kosten: 440 k€ over een periode van 4 jaar
Thema 2
Overvoeding & Metabool syndroom Effecten van atypische antipsychotica op de ontwikkeling van obesitas en metabole complicaties: mogelijkheden voor vroege diagnostiek, preventie en interventie Dr. J. Spijker, psychiater (GGZ de Gelderse Roos), Dr. K. de Mooij, psychiater en opleider (GGZ de Gelderse Roos), Dr. Gert van der Meer, ziekenhuis- apotheker (ZGV), Prof. Renger Witkamp, hoogleraar Food en Pharma (WU), Drs A. Quintus, psychiater in opleiding (ZGV), Dr J. Meijerink , universitair docent (WU) Atypische antipsychotica worden in toenemende mate in de psychiatrie toegepast. Vertegenwoordigers van deze klasse zijn bijvoorbeeld olanzapine, aripiprazol, clozapine, risperidon, en quetiapine. Hoewel de atypische antipsychotica zich in het algemeen gunstig onderscheiden van de klassieke/typische antipsychotica (haloperidol, pimozide, fenothiazinen) voor wat betreft (extra-
20
pyramidale-) bijwerkingen, worden bij toepassing ervan opvallend vaak metabole bijwerkingen gevonden . Deze omvatten onder andere: sterke gewichtstoename, type 2 diabetes, diabetische ketoacidose en hypertriglyceridemie. Deze bijwerkingen treden op binnen een kort tijdsbestek (maanden). Vanwege zowel de korte termijn effecten (welbevinden van de patiënt) als de risico’s (bijv. cardiovasculair) op langere termijn zijn deze bijwerkingen klinisch zeer relevant. Ondanks de aandacht voor het probleem, onder andere via preventieprogramma’s (dieet en beweging), is er mechanistisch nog weinig bekend over de achtergrond. Ook bestaat er onduidelijkheid over de predispositie en eventuele bijdragende factoren. Naast de directe klinische relevantie kunnen genoemde neveneffecten ook zeer interessant zijn voor het onderzoek naar obesitas en de complicaties daarvan. De vraag is of het fenomeen zich onderscheidt van het gangbare normale patroon aan effecten dat bij obesitas optreedt. Bij het onderzoek op het gebied van obesitas vormt het langzame verloop soms een praktisch nadeel en kan een versneld verlopende variant belangrijke inzichten opleveren. Onderzoeksvragen die zijn geformuleerd: • Inventariserend onderzoek naar de omvang van het probleem binnen de patiëntenpopulatie in relatie tot basale lichaamskenmerken, leefstijlfactoren etcetera. • Prospectief onderzoek naar de relatie tussen bekende biomerkers voor complicaties van obesitas (Adiponectine, retinol binding protein, omentine etc..) en het al dan niet optreden van de complicaties. Evt gecombineerd met glucose tolerantie test, lipide profielen etcetera. • Ontwikkelen en/of implementeren van een (risico-) monitoring programma (bijv BMI, bloeddruk, lipiden, fasting glucose etcetera) • Ontwikkelen en/of implementeren van preventieprogramma’s (voeding/ beweging). • Onderzoek naar de relatie met het endo-cannabinoide systeem (bepaling diverse endo-cannabinoiden in bloed) • Onderzoek naar de relatie met het genoom en / of transcriptoom (dmv DNA array analyses in uit bloed geïsoleerde lymfocyten). Binnen dit project is een MSc stage (Pieter Hooyenga) afgerond. Onderwerp was het inventariseren van het probleem en het opzetten van een pilot studie. Protocol voor pilot studie is recent (april 2008) goedgekeurd. Geraamde kosten: tenminste 60 k€ voor logistiek, metingen, chemicalien etc. over periode 2009-2012, 400 k€ voor AIO. Mechanistisch onderzoek Fiaf eiwit Dr. Ben Witteman (ZGV), Dr. Sander Kersten, voedingskundige/nutrigenomics (WU). De metabole eigenschappen van vetweefsel van obese patiënten bieden wellicht aanknopingspunten voor de behandeling van obesitas. In een samenwerkingsproject van de nutrigenomics-groep (WU) en ZGV zullen vetbiopten en leverweefsel worden onderzocht. De specimen worden verkregen van patiënten die een buikoperatie ondergaan. De patiënten krijgen geen interventie. Onderzocht zal worden of het plasma gehalte van het Fiaf eiwit (een eiwit wat al langer door de nutrigenomics-groep wordt bestudeerd) correleert met expressie in de lever of in het vetweefsel. Geraamde kosten: 40 K€. Diederic Klapwijk, gyneacoloog (ZGV), Dr. Sander Kersten, voedingskundige/ nutrigenomics (WU). In een samenwerking tussen de nutrigenomics-groep van WU en de afdeling Gynaecologie van ZGV zullen HUVEC cellen uit navelstrengen worden verzameld voor bestudering van de effecten van Fiaf eiwit op endotheelfunctie. De HUVEC (human umbilical vascular endothelial cells) cellen worden gebruikt als model voor fysiologie en pathologie van andere endotheelcellen in het lichaam. Geraamde kosten: 50 K€ (wordt ingediend bij NWO).
21
Effect van lifestyle interventie bij diabetici op risicofactoren voor metabool syndroom Prof. Edith Feskens, hoogleraar epidemiologie (WU), nog nader te bepalen (ZGV) In navolging van een succesvol lopend GGD-project in Apeldoorn (dr. A. Haveman, WU) bestaat de wens om een lifestyle programma voor diabetici en patiënten met metaboolsyndroom op te stellen. Dit programma lijkt met beperkte aanpassing ook toepasbaar in de poliklinische situatie en de thuiszorg van diabetici. Doelstellingen zijn vermindering van aantal complicaties door diabetes en metaboolsyndroom; vermindering van medicijngebruik; inzicht in insulineresistentie Geraamde kosten: 400 k€ over periode van 4 jaar (AIO project).
Thema 3
Orgaanspecifieke aandoeningen & Oncologie Overgewicht na borstkanker Dr. Eijo Balk, oncoloog (ZGV), Prof. Ellen Kampman, hoogleraar epidemiologie (WU), vacature AIO Een steeds groter percentage vrouwen wordt succesvol behandeld voor borstkanker. Tijdens en na behandeling blijkt bij een aanzienlijk deel van de vrouwen een ongewenste stijging van het lichaamsgewicht op te treden. Hierbij gaat het voornamelijk om ‘sarcopenic obesity’: een toename van vooral vetmassa terwijl de spiermassa afneemt. Dit kan leiden tot verlies van conditie en verminderde kwaliteit van leven. In dit project zullen de factoren die hiertoe bijdragen worden onderzocht, alsmede behandelplannen worden opgesteld. In dit project zal samenwerking worden gezocht met de afdelingen diëtetiek, fysiotherapie, farmacologie en oncologie. Geraamde kosten: 400 k€ (AIO project, wordt ingediend bij KWF) Prevalentie van overgewicht na darmkanker en effect op overleving. Prof. Ellen Kampman, hoogleraar epidemiologie (WU), Dr. Ben Witteman, MDL arts (ZGV), vacature AIO Ook bij patiënten met darmkanker wordt een ongewenste gewichtsstijging gezien bij een aanzienlijk deel van de patiënten. Onduidelijk is of deze gewichtsstijging de kans op terugkeer van de darmkanker beïnvloedt en daarmee de kans op overleving na een eerste succesvolle behandeling. Geraamde kosten 400 k€
Focus on Excellence
Beeldverwerkende technieken bij klinisch voedingsonderzoek
Samenwerking afdeling Humane Voeding (WU) met afdeling Radiologie (ZGV). De divisie Humane Voeding van Wageningen Universiteit zal beeldvormende technieken (Magnetische Resonantie Imaging /Spectroscopie) gaan gebruiken bij meerdere onderzoekslijnen. Voorbeelden hiervan zijn onderzoek op het gebied van lichaamsvetverdeling (MRI en 1H-MRS), honger en verzadiging (BOLD fMRI), en smaakverlies bij veroudering en ziekte (fMRI). Op het terrein van BOLD fMRI bestaan er reeds contacten met Utrecht (prof Viergever en prof Mali). De samenwerking WU/ZGV/UMC Utrecht biedt de mogelijkheid om sterk te worden op het gebied van ‘Voedingsonderzoek en Beeldvorming’ (Nutritional Research Imaging). In meerdere experimenten wordt de MRI/MRS technologie al gebruikt. In afwachting van plaatsing van de nieuwe scanner (ZGV) worden al protocollen geschreven en verkennende studies verricht. Geraamde kosten K€ 400 in 4 jaar.
22
Correspondentie-adres
Alliantie Voeding Gelderse Vallei p/a Ziekenhuis Gelderse Vallei Secretariaat Raad van Bestuur Postbus 9025 6710 HN Ede Tel. 0318 - 434 304