Het reizende licht van fotograaf Iwan Baan
‘Ik vind overal wel stukjes thuis’
30
OUDVRIJESCHOLIER
Al in de zesde klas wist Iwan Baan wat hij wilde worden: fotograaf. Zijn carrière heeft inmiddels een hoge vlucht genomen. Soms ook letterlijk. Onze vorige afspraak liep mis omdat hij vast zat in New York - door de overstromingen, veroorzaakt door orkaan Sandy. Iwan huurde een helikoper en maakte dé foto van het half verduisterde New York tijdens de storm. De New York Times zette hem op de cover, waarna de foto de
hele
wereld
over
ging.
Sindsdien wordt Iwan Baan’s werk vertegenwoordigd
door
Perry
Rubenstein, een toonaangevende galerie in Los Angeles – naast grootheden als Mike Kelley en Helmut Newton. Maar daarvoor stond Iwan al bekend om zijn vernieuwende architectuurfotografie. Foto: Nationaal Olympisch Stadion in Peking van Herzog & de Meuron 2006 - De gastarbeiders die mee bouwen aan het stadion, leven op de bouwplaats. ’s Avonds rusten ze uit en kijken ze tv.
>>
TEKST EVELIEN NIJEBOER | FOTOGRAFIE IWAN BAAN
31
‘Mijn eerste computer verdween thuis onmiddellijk in de prullenbak. Maar ja, toen werd het pas écht interessant’ De beroemde fotograaf leidt een onthecht bestaan. Hij woont in Amsterdam, maar is slechts een paar dagen per kwartaal in de stad. Wil ik hem nog te spreken krijgen dan moet ik snel zijn en ik bied aan om hem naar het vliegveld te brengen. ‘s Ochtends vroeg haal ik Iwan op bij zijn hotel. Hotel? ‘Tja, vorig jaar is mijn appartement helemaal uitgebrand. Alles wat ik heb ligt hier in de achterbak’. Hij lacht erbij, voluit. Veel tijd om een verbouwing te regelen had hij niet - en eigenlijk heeft hij zo’n vaste plek op dit moment ook helemaal niet nodig. Hij is altijd onderweg voor opdrachten en eigen projecten en om de paar dagen vliegt hij naar een andere uithoek van de wereld. Iwan reist licht; zijn bagage inclusief camera-uitrusting, neemt minder ruimte in dan die van een gemiddelde toerist. En zijn tempo is hoog. Hij is de vriendelijkheid en de rust zelve, maar ik kan hem als interviewer maar nauwelijks bijbenen.
vond het leuk om wekkers en radio’s te slopen en ze dan weer in elkaar te zetten. Te zien hoe dat in elkaar zit, van binnen. Op mijn twaalfde kreeg ik mijn eerste camera en vanaf toen wilde ik fotograaf worden.’ Ook zijn eerste computer kreeg hij op z’n twaalfde: een afgedankte Atari uit het gezin van een vriend. ‘Helaas verdween die onmiddellijk in de prullenbak – mijn vader (priester bij de Christengemeenschap - EN) vond dat zoiets niet thuishoorde in een goed antroposofisch gezin. Maar ja, toen werden computers pas echt interessant.’ Als eindwerkstuk voor de 12e klas bouwde Iwan zelf een camera en fotografeerde daarmee. Het werken met techniek op de achtergrond loopt als een rode draad door Iwan’s loopbaan. Hij liep stage bij een pionier in de digitale fotografie en ontwikkelde nieuwe technieken, onder andere voor de digitale beeldbewerking.
Computer in de prullenbak
Autonoom in een vreemd wereldje
Achteraf vertoont Iwan’s carrière een rechte lijn vanaf zijn twaalfde. ‘Ik was als kind heel geïnteresseerd in techniek. Ik
Gek genoeg had men op de kunstacademie al net zo’n aversie tegen computers als zijn ouders thuis. ‘Maar een digitale camera is nog steeds een camera met een lens, een diafragma en sluitertijden. Alleen de film is vervangen door een sensorplaat - die levert een beeld op waarmee je in de computer een hoop extra dingen kan doen.’ Iwan liep stage in New York en maakte met zijn docenten de afspraak dat hij zijn eindexamenproject digitaal zou aanleveren, in de vorm van een interactieve website. De eindexamencommissie vond echter tijdens het afstuderen zulke digitale plaatjes ‘geen echte foto’s ‘ - en wilde hem geen diploma geven. ‘Die studie heb ik dus niet afgemaakt. Maar ja, niemand heeft me daarna ooit naar mijn diploma’s gevraagd’. De kunstacademie was enerzijds een plek waar hij gewoon in zijn eigen wereldje kon blijven. ‘Op de vrijeschool kon ik veel visueel bezig zijn, ik was altijd aan het tekenen of schilderen. Rekenen leerde ik minder goed, maar wat ik nu doe ligt wel in het verlengde van mijn schooltijd.’ Anderzijds vond hij zichzelf ook opnieuw uit. Hij leerde het vrijeschoolidioom af, door een andere beeldtaal aan te leren. Na de academie vormde hij ook dat weer om. ‘De kunstacademie was een beetje een vreemd wereldje - alleen al omdat niemand zich bezig hield met hoe je als fotograaf je geld verdient. Hoe ik nu werk, dat konden mijn leraren zich helemaal niet voorstellen.’ Iwan’s vergaande interesse in techniek komt in zijn werk vooral tot uitdrukking in de kwaliteit van zijn foto’s. Zijn eigenlijke onderwerp is hoe mensen leven, hoe zij in ruimtes verkeren, hoe zij plekken weten te creëren voor zichzelf. Zo betrof zijn eindexamenproject de microkredietbank van Nobelprijswinnaar Mohammed Yunnus. ‘Ik vond het een fantastisch idee, dat iemand met vijf dollar een leven op kan bouwen.’ Iwan was er drie maanden voor in India om te fotograferen. Inmiddels werkt Iwan volledig autonoom. Hij volgt exact zijn
BIOGRAFIE IWAN BAAN
32
1975
Geboren te Alkmaar
1982
Vrije School Zeist, onderbouw
1987
Stichtse Vrije School Zeist, bovenbouw
1994
Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, Den Haag
1996
Naar New York voor stage bij fotograaf/ uitgever
1998
Afsluiting studie KABK
2005
Ontmoeting Rem Koolhaas, introductie in de architectuur
2010
Julius Shulman Award Los Angeles
2012
Gouden Leeuw op de Architectuur Biennale, Venetië
2013
Architizer Relevance Award New York
Foto: Bibliotheca Espana van Giancarlo Mazzanti in de sloppenwijk van Medellin
eigen interesses, of hij nu voor een opdrachtgever werkt of een eigen project. Zijn portfolio wordt daardoor ook in de wereld van de beeldende kunst interessant gevonden. Via zijn stage kreeg Iwan goed contact met een uitgever in New York. Deze werkte een aantal jaren met hem - en geeft ook nu nog zijn fotoboeken uit.
Kijken naar het geheel Naast allerlei fotoklussen ontwikkelde hij met vrienden een interactieve techniek, waarmee een digitale foto op het computerscherm ruimtelijk beleefbaar wordt. Zo kun je mensen als het ware rond laten lopen in een gefotografeerde ruimte - of in een ontwerp daarvan. Voor architecten is dat natuurlijk interessant. Iwan: ‘Alleen, de digitale fotografie stond toen nog in de kinderschoenen waardoor het eigenlijk nog niet bruikbaar was. De grootste foto die je toen kon maken was 256 MB.’ Later viel alles op zijn plek. Toen Iwan toevallig in China was, fotografeerde hij daar het gebouw van de Chinese Televisie van architect Rem Koolhaas. Iwan: ‘De stand van de techniek was toen nét zover dat een architect daarmee ook echt iets kon. Sinds de ontmoeting met Koolhaas, acht jaar geleden, zit Iwan’s leven in een stroomversnelling. Hij fotografeert het werk van ‘s werelds beroemdste architecten en ontving prijzen als architectuurfotograaf. Dit, terwijl hij beweert geen verstand te hebben van architectuur - en het werk van een architect doorgaans beoordeeld wordt op basis van foto’s. Iwan: ‘Architectuurfotografie wordt vaak gedaan door ex-
architecten, die op zuiver technische manier naar de details van een gebouw kijken. Ze kunnen dat goed, maar voor mij moet er toch een ander soort verhaal in zitten rond een gebouw.’ Op Iwan’s foto’s zie je altijd de wisselwerking tussen dat gloednieuwe gebouw en de mensen die er leven en werken, maar ook de stad er omheen.. ‘Ik ben snel afgeleid en kijk altijd naar het geheel. Wellicht is dat een overblijfsel van mijn vrijeschooltijd. Ik vind vooral interessant wat er om dat gebouw heen gebeurt.’ Soms staan er op de foto van zo’n glimmend gebouw dus ook de zwervers die ernaast wonen.
Drieënveertig verdiepingen zonder water Door het vele reizen ziet Iwan met eigen ogen hoe de wereld verandert. ‘Wereldwijd en vooral in China zie je een enorme verstedelijking. Er zijn daar steden van 20 tot 30 miljoen mensen waar wij nog nooit van gehoord hebben. Die voorsteden beginnen wereldwijd ook steeds meer op elkaar te lijken. Bijna eng - het lijkt wel een groot sociaal experiment. Misschien komt het door de invloed van de tv, maar overal zie je dezelfde shopping malls verschijnen. Voor de cultuur geldt hetzelfde, ook onder minder bedeelden. Alleen maken die provisorisch zelf na wat ze op tv zien.’ Iwan is geïnteresseerd in de bijzondere plekken die mensen, vaak de allerarmsten, voor zichzelf hebben weten te organiseren - buiten die mondiale cultuur van projectontwikkelaars. Vaak zijn dat locaties die niemand anders geschikt vindt om te bebouwen of te bewonen. Zoals de Torre David, een wolkenkrabber in Caracas die nooit werd afgebouwd, doordat
Seizoener
33
Foto: Nationaal Olympisch Stadion in Peking van Herzog & de Meuron 2008 - Eerste bezoekers bij het nieuwe stadion
de economie in Venezuela instortte. Drieënveertig verdiepingen zonder lift, water, elektriciteit of riolering. De bouwplaats werd gekraakt door een groep van zevenhonderd families, die er intussen een heel leefbaar bestaan hebben weten op te bouwen. Over een spiraalvormige galerij kan nu gemotoriseerd verkeer tot de vijftiende verdieping op en neer rijden. Er is een bewonersvereniging, een systeem voor waterverdeling, een vuilophaaldienst en allerlei winkeltjes en bedrijfjes, waaronder een kerk en een sportschool. Het is een verticale sloppenwijk van 43 verdiepingen, die zichzelf helemaal georganiseerd heeft. In samenwerking met architecten van Urban Think Tank maakte Iwan er een installatie van, op de Architectuur biënnale in Venetië. Daarvoor ontvingen ze de Gouden Leeuw.
Op het moment is hij bezig met een serie over de wijk Makoko in Lagos, Nigeria. Iwan: ‘Daar hebben mensen zelf een sloppenwijk gebouwd op het water, zo’n 150.000 mensen wonen daar op een ondiep stuk van de Lagos Lagoon. Een vriend van mij, Kunle Adeyemi, bouwde daar een drijvende school op het water. Ook hier is het leven weer compleet getransformeerd naar een heel specifieke manier van wonen. Ieder huis is alleen bereikbaar per boot en alles speelt zich af op het water. Bij een eerder bezoek zag hij de plaatselijke band langskomen. ‘Op een boot met een flinke generator erop en muzikanten met allemaal dezelfde kleding aan. Iedere avond zijn die op weg naar een bruiloft of partij. Dat krijgt zo’n gemeenschap toch maar voor elkaar.’
Stukjes thuis Creatieve armoede Wat opvalt is de positieve uitstraling van Iwan’s foto’s. Ze zijn prachtig, of het nu om glimmende nieuwbouw gaat of bijzondere doe-het-zelfprojecten in derdewereldlanden. ‘Op dat soort plekken krijgen fotografen vaak de neiging om te laten zien hoe erg en hoe moeilijk het daar allemaal is. Ik vind het veel interessanter om te laten zien hoe mensen het voor elkaar krijgen om in, voor ons toch extreme omstandigheden, een leven op te bouwen. Ik zie overal opnieuw die menselijke noodzaak om het leuk te maken met elkaar, een speciale plek voor jezelf te creëren. Als ik op zo’n plek kom, waarderen ze mijn belangstelling. Ze worden enthousiast en trots op wat ze bereikt hebben. Ik maak dan voor even deel uit van hun wereldje.’
34
Seizoener
Dat hij nu zelf geen huis heeft, is in dit licht wel opmerkelijk. Voorlopig hoort het echter bij zijn manier van leven. ‘Ik vind overal wel stukjes ‘thuis’. Mijn foto’s zijn een soort dagboek van alles wat ik meemaak. Hoe ik nu leef, drie keer per week in een ander land, dat is wel een beetje absurd. Maar heel gaaf om mee te maken. Ik kom met zoveel verschillende werelden in contact en zie dat hele spectrum, wereldwijd, van hoe mensen leven en werken. Het is fascinerend om te zien wat men ’normaal‘ vindt, dat kan een appartement zijn op 5th Avenue in New York - of een zelf gebouwde hut in een sloppenwijk. Dan leer je echt alles te relativeren. Er zijn heel weinig regels en er kan heel veel.’ •