Algemeen
Algemeen Het Regelingenboek van MATRANS bestaat uit regelingen die tot stand zijn gekomen met instemming van de Ondernemingsraad van MATRANS. Het Regelingenboek of onderdelen van het Regelingenboek kan / kunnen te allen tijde door de directie, na verkregen instemming van de Ondernemingsraad, worden gewijzigd. Het Regelingenboek wordt in ieder geval om de twee jaar op basis van zowel inbreng van de directie als de Ondernemingsraad besproken en geactualiseerd. Het Regelingenboek maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst. Het is van toepassing op medewerkers van Matrans Marine Services B.V. Elke medewerk(st)er ontvangt bij zijn/haar in dienst treden een exemplaar van dit Regelingenboek. Hij/zij ondertekent binnen zijn/haar proeftijd een verklaring ten bewijze dat de inhoud van het Regelingenboek hem/haar bekend is, dat hij/zij instemt met de inhoud ervan en zich aan de bepalingen zal houden. Nadat het Regelingenboek is gewijzigd wordt van elke medewerk(st)er een verklaring verlangd dat hij/zij instemt met deze wijziging.
Begripsbepaling
Begripsbepaling Algemeen In dit Regelingenboek wordt verstaan onder: A.
Onderneming / bedrijf: Matrans Marine Services b.v.
B.
Werkgever: Matrans Marine Services b.v.
C.
Directie: de directie van Matrans Marine Services b.v.
D.
Ondernemingsraad: overlegorgaan, zoals omschreven in de Wet op de ondernemingsraden, opererend binnen de onderneming.
E.
P&O: afdeling Personeel & Organisatie.
F.
Medewerker: de mannelijke of vrouwelijke medewerker in dienst van de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd.
G.
Dienstbetrekking: een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7: 610 BW.
H.
Geneeskundige: een persoon die bevoegd is om de geneeskunde uit te oefenen en die daarvoor door de arbo dienst is aangesteld.
I.
CAO: de Sjor - cao
J.
Bms: basismaandsalaris.
Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen In de Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen wordt verstaan onder: A.
Ongewenste omgangsvormen: het geheel van gedragingen inzake geloof, levensovertuiging, geaardheid, ras, sekse, huidskleur, fysieke kenmerken, psychische druk en fysiek geweld dat ongewenst of ongewild is, dan wel redelijkerwijs als zodanig wordt ervaren door degene die daarmee wordt geconfronteerd.
Begripsbepaling
“Redelijkerwijs” is volgens Van Dale (1997): 1. met billijkheid (bijvoorbeeld: Redelijkerwijs kunt u niet meer verlangen) en 2. met verstand redenerend (bijvoorbeeld: Zo iets kon men redelijkerwijs vermoeden). B.
Medewerker: iedereen die regelmatig bij of voor de organisatie werkzaam is (geweest). Hieronder worden ook begrepen derden, waaronder: ingehuurde adviseurs, uitzendkrachten, trainees, stagiair(e)s, leerlingen en oproepkrachten, die onder (in)direct toezicht van een MATRANS- medewerker werkzaam zijn (geweest), alsmede overige inhuur en externen.
C.
Directeur: de Director Operations en / of diens plaatsvervanger.
D.
Vertrouwenspersoon: de functionaris tot wie de medewerker die geconfronteerd wordt met ongewenste omgangsvormen, dan wel degene tegen wie daarover een klacht is ingediend, zich kan wenden voor advies, ondersteuning en hulpverlening. De directeur benoemt jaarlijks een interne en een externe vertrouwenspersoon.
E.
Coördinerend vertrouwenspersoon: een functionaris van Personeel & Organisatie, benoemd door de directeur.
Spaarloonregeling In de Spaarloonregeling wordt verstaan onder: A.
Deelnemer: de medewerker die overeenkomstig artikel 3 van de Spaarloonregeling is toegetreden tot deze spaarregeling en die niet deelneemt aan de levensloopregeling.
B.
Spaarbedrag: ieder overeenkomstig de bepalingen van de Spaarloonregeling op het brutoloon ingehouden en op de bijzondere spaarrekening van de deelnemer gestort bedrag.
C.
Spaarinstelling: Fortis.
D.
Effecten: waardepapieren, die een waarde vertegenwoordigen in een onderneming en die verhandelbaar zijn op de Nederlandse Effectenbeurs.
Privacyreglement In het Privacyreglement wordt verstaan onder: A.
Medewerker: elke man of vrouw die in dienst is van of werkzaam ten behoeve van de werkgever.
B.
Personeelsadministratie: een geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde administratie van persoonsgegevens van de medewerker in de zin van het Privacyreglement.
C.
Verantwoordelijke: de werkgever, vertegenwoordigd door de Director Operations
Begripsbepaling
D.
Beheerder: Hoofd Personeel & Organisatie, aan wie de verantwoordelijke de dagelijkse zorg voor de administratie heeft opgedragen.
E.
Derden: een ieder, niet zijnde de medewerker in de zin van het Privacyreglement, de verantwoordelijke of gemachtigde vallend onder rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke.
Gezondheid
HOOFDSTUK 1
Gezondheid 1.1
Bezoek aan huisarts, tandarts, specialist e.d. Noodzakelijke bezoeken aan artsen vinden in beginsel buiten werktijd plaats. Indien dat niet mogelijk is, wordt naar redelijkheid en behoefte vrij gegeven met behoud van salaris (CAO). Bezoekregeling 1. Indien een bezoek aan de huisarts of de tandarts niet buiten werktijd kan worden geregeld, worden, in beginsel, ter beoordeling van de direct leidinggevende, maximaal twee uren vergoed. 2. Indien een bezoek aan de specialist of de fysiotherapeut niet buiten werktijd kan worden geregeld, wordt, in beginsel, ter beoordeling van de direct leidinggevende, maximaal een taak / dagdeel vergoed. Een verwijs- of afsprakenbriefje voor de specialist of de fysiotherapeut moet worden getoond aan de (direct) leidinggevende. De medewerker dient zich voor de eerste of tweede taak / dagdeel op het bedrijf te melden, indien hij in staat is om zijn werkzaamheden gedurende die taak / dagdeel te verrichten. Wordt gedurende de eerste of tweede taak / dagdeel niet gewerkt, wordt deze taak / dagdeel voor eigen rekening geschreven of, indien gewenst, afgeboekt als een halve snipperdag. 3. Bij een bezoek van een medewerker aan de arbo dienst of een specialist tijdens ziekte worden de in dit verband gemaakte reiskosten niet vergoed.
1.2
Geneeskundig onderzoek 1. De medewerker wordt voor zover wettelijk toegestaan verzocht zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek wanneer de directie dit wenselijk acht. Een dergelijk onderzoek dient te geschieden door de geneeskundige. 2. Het onderzoek dient zowel in het belang van de betrokkene als in het belang van het bedrijf te worden verzocht. In voorkomende gevallen zal aan de medewerker de reden van het verzoek gemotiveerd worden meegedeeld. De kosten van het onderzoek zijn voor rekening van het bedrijf. 3. Indien de medewerker bezwaren heeft tegen een dergelijk onderzoek, kan hij zich wenden tot de Ondernemingsraad. 4. Indien de medewerker bezwaren heeft tegen de persoon van de geneeskundige, wordt in onderling overleg tussen de medewerker en de P&O- functionaris getracht een andere geneeskundige aan te wijzen.
1.3
Verplicht geneeskundig onderzoek Verplicht geneeskundig onderzoek vindt voor zover wettelijk toegestaan in de volgende gevallen plaats:
Gezondheid
A. Aanstellingskeuring bij indiensttreding en/of functiewijziging voor functies die vóóraf zijn vastgesteld. B. Verplicht oog- en ooronderzoek voor: • medewerkers in functiepakketten, waarin de functie- onderdelen radioman dek en straddle carrierchauffeur voorkomen; Het oog- en ooronderzoek vindt periodiek (1x per 2 jaar) in werktijd plaats.
1.4
Overig geneeskundig onderzoek A. Periodiek arbeid gezondheidskundig onderzoek (PAGO) Medewerkers kunnen, indien daartoe aanleiding bestaat, op basis van vrijwilligheid en voor rekening van het bedrijf, in de gelegenheid worden gesteld om, indien mogelijk buiten werktijd, een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) te ondergaan. Medewerkers worden in ieder geval, op vrijwillige basis, uitgenodigd door de arbo dienst op de navolgende wijze: • vanaf 35 tot 50 jaar eens per vier jaar; • vanaf 50 tot 55 jaar eens per drie jaar en • vanaf 55 jaar eens per twee jaar. Indien de medewerker verwijtbaar niet op de PAGO- afspraak komt, worden de kosten door de werkgever bij de medewerker in rekening gebracht. B. Arbo-arts Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om, na telefonische afspraak en in overleg met de (direct) leidinggevende naar het spreekuur van de arbo- arts te gaan. De medewerker die op vermeende medische gronden problemen heeft met het functioneren, kan op verzoek van het bedrijf op het spreekuur van de arbo- arts worden uitgenodigd. De medewerker kan, bij hersteld melding na langdurige arbeidsongeschiktheid, in verband met begeleiding worden verzocht naar het spreekuur van de arbo- arts te gaan. C. Oog- en ooronderzoek Oog- en ooronderzoek, voor andere functiecategorieën dan de onder 1.3 punt B genoemde, is mogelijk op basis van vrijwilligheid en buiten werktijd.
1.5
Procedure ziek- en hersteld melden, juist verblijfadres Onverminderd de bepalingen van de geldende wetgeving dient de medewerker bij ziekte en/of ongeval de volgende bepalingen in acht te nemen: 1. In geval van ziekte, ongeval (of absentie om andere redenen), behoort de medewerker dit zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk voor 10 uur zelf telefonisch te melden aan de (direct) leidinggevende, de afdeling planning alsmede (tijdens kantoortijden) aan de loonadministratie.
Gezondheid
2. De medewerker is verplicht ervoor te zorgen dat de Arbo Unie en het bedrijf te allen tijde beschikken over zijn juiste verblijfadres en een telefoonnummer waarop hij te bereiken is. 3. Op de dag dat de medewerker wordt meegedeeld dat hij per een bepaalde datum hersteld is verklaard, informeert hij direct de (direct) leidinggevende over de herstel datum, zodat hij kan worden ingedeeld voor de eerstvolgende dienst. De medewerker meldt zich bij de Arbo Unie af, indien hij vóór de oproepdatum voor het spreekuur het werk hervat. Het telefoonnummer van de Arbo Unie staat vermeld op het roosterkaartje. 4. Ziekte tijdens vakantie: Zowel tijdens verblijf in Nederland als in het buitenland dient de medewerker zich uiterlijk voor 10.00 uur bij de (direct) leidinggevende ziek te melden. 5. Indien de medewerker zich niet houdt aan de procedureregels, is de werkgever gerechtigd de loondoorbetaling op te schorten, teneinde middels deze financiële prikkel te bewerkstelligen dat de medewerker er zich alsnog aan gaat houden. Vanaf het moment dat de medewerker zich weer houdt aan de procedureregels, wordt de loondoorbetaling hervat. 1.6
Procedure ziekteverzuimbegeleiding in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter 1. Nadat de medewerker zich ziek heeft gemeld bij de (direct) leidinggevende wordt hij binnen 2 werkdagen, met uitzondering van het weekend, gebeld door de arbo assistente of -verpleegkundige van de Arbo Unie. De medewerker kan aansluitend worden opgeroepen voor het spreekuur van de arbo- arts of de verpleegkundige. De medewerker wordt in ieder geval opgeroepen, als het verzuim vermoedelijk langdurig gaat worden. De medewerker is verplicht naar redelijkheid aan deze oproep gehoor te geven. 2. De medewerker wordt uitgenodigd voor het reïntegratiespreekuur bij de Arbo Unie. De arbo- arts onderzoekt dan zijn mogelijkheden om te werken en de beperkingen als gevolg van zijn ziekte. De wet noemt dit de probleemanalyse. De arbo- arts dient de probleemanalyse in de 6e week van het ziekteverzuim te hebben opgesteld. Als de arbo- arts verwacht dat het verzuim niet tot WIAinstroom zal leiden, mag de arbo- arts volstaan met een beknopte probleemanalyse. De medewerker krijgt informatie mee over zijn rechten en plichten. 3. De medewerker maakt samen met zijn leidinggevende een plan van aanpak. Daarin zet hij de activiteiten die de medewerker en de (direct) leidinggevende gaan ondernemen om weer aan het werk te kunnen gaan. Dat kan op vele manieren. Bijvoorbeeld na een behandeling, een training en/of een aanpassing op het werk, misschien wel een andere functie. Het plan van aanpak dient uiterlijk in de 8e week van het ziekteverzuim te zijn opgesteld. 4. De medewerker en de (direct) leidinggevende voeren de reïntegratieactiviteiten uit conform het plan van aanpak. De betreffende medewerker van P&O en de reïntegratiemedewerker zien hierop toe. 5. Indien de medewerker arbeidsongeschikt blijft, ontvangt de medewerker na de 86e week van het ziekteverzuim WIA- aanvraagformulieren van het UWV. In dat geval leggen de medewerker en de (direct) leidinggevende door middel van een reïntegratieverslag (RIV) verantwoording af. De medewerker dient de WIA aanvraagformulieren met het RIV uiterlijk 21 maanden na de eerste ziektedag in te dienen bij het UWV. Het UWV bepaalt of de medewerker en de (direct) leidinggevende voldoende reïntegratieactiviteiten hebben verricht. Is één van
Gezondheid
beiden hierin in gebreke gebleven, neemt het UWV maatregelen gericht op de werkgever dan wel de medewerker. 6. Indien de medewerker, in tegenstelling tot het oordeel van de werkgever, van mening is dat hij arbeidsongeschikt is, of indien de medewerker het aangeboden passende werk niet passend vindt, dient de medewerker direct een zogenaamde second opinion bij het UWV aan te vragen. Het UWV dient binnen 14 dagen te beslissen. Op basis van de praktijk wordt er vanuit gegaan dat het UWV binnen zes weken op de second opinion aanvraag beslist. Indien het UWV de medewerker in het ongelijk stelt, wordt de loondoorbetaling met terugwerkende kracht vanaf de datum van de second opinion- aanvraag tot de datum van de second opinion van het UWV, met een maximum van 14 dagen, gestopt. Voorts wordt de loondoorbetaling vanaf de datum van de second opinion van het UWV gestopt, indien de medewerker niet aanvaardt dat hij arbeidsgeschikt is dan wel het aangeboden werk niet aanvaardt. De wettelijk bepaalde kosten voor de second opinion- aanvraag zijn voor rekening van de medewerker, tenzij de medewerker door het UWV in het gelijk wordt gesteld. In dat geval komen de kosten voor rekening van de werkgever. 7. Indien de medewerker zich niet houdt aan de procedureregels, is de werkgever gerechtigd de loondoorbetaling op te schorten, teneinde inmiddels deze financiële prikkel te bewerkstelligen dat de medewerker er zich alsnog aan gaat houden. Vanaf het moment dat de medewerker zich weer houdt aan de procedureregels, wordt de loondoorbetaling hervat. 1.7
Attenties bij ziekte Algemeen De (direct) leidinggevende zorgt ervoor dat in bijzondere situaties extra aandacht aan een medewerker wordt besteed door middel van een attentie. Langdurige ziekte Een medewerker die langer dan drie weken ononderbroken ziek is, krijgt een bloemstukje thuisbezorgd. In geval van ziekenhuisopname van een medewerker wordt eveneens een bloemstukje bezorgd. De (direct) leidinggevende verzorgt de bezorging.
