Het oudste doopboek van Neede 1616-1640 door Rob Stokkers
In juni 2012 is van mijn hand een transcriptie verschenen van het oudste doopboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Neede en gepubliceerd op de website van onze Historische Kring Neede (www.historischekringneede.nl) en de website Genealogie in de Achterhoek (www.genealogiedomein.nl). Met deze transcriptie is een schat aan persoonsgegevens van de Needse bevolking in het begin van de 17e eeuw op een voor iedereen makkelijk toegankelijke wijze beschikbaar gekomen. In dit artikel wil ik enige wetenswaardigheden schetsen uit dit doopboek, aangevuld met achtergrondinformatie uit andere historische bronnen. Hopelijk wekt dat ook de interesse van leden van de Historische Kring Neede voor het maken van transcripties en aansluiting bij onze werkgroep archief & genealogie.
Achtergrond Het oudste doopboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Neede begint op 20 juni 1616, vrijwel direct nadat in Neede de eerste gereformeerde predikant was aangesteld. Dit was het gevolg van een voor de geschiedenis van Gelderland belangrijke gebeurtenis. Bij vonnis van het Hof van Gelderland op 20 december 1615 werd na een langdurig proces met de bisschop van Munster namelijk de Heerlijkheid Borculo toegewezen aan graaf Joost van Limburg en Bronkhorst, heer van Stirum, Wisch en Borculo. Deze nieuwe heer van Borculo was waarschijnlijk rooms-katholiek gedoopt, maar omstreeks 1595 tot de lutherse religie overgegaan. De heer van Borculo bezat ook het collatierecht bij de beroeping van predikanten in zijn heerlijkheid en pas na zijn schriftelijke goedkeuring kon de Gereformeerde Kerk overgaan tot het benoemen van predikanten. De kerkenraad kon echter wel zelf geschikte kandidaten voor de functie van predikant zoeken en voordragen. Op 6 maart 1616 wordt ten dien einde een buitengewone vergadering gehouden van de classis Zutphen van de Nederlands Gereformeerde Kerk om te onderzoeken welke zittende pastoors, schoolmeesters en kosters zich aan de gereformeerde leer en kerkordening zouden willen conformeren. Met instemming van de heer van Borculo worden op 18 juni 1616 de volgende predikanten door de classis Zutphen aangenomen: ds. Bernhardus ad Holle senior voor Borculo, ds. Daniël Suave voor Geesteren en ds. Andreas Suave junior voor Neede. De predikanten voor Eibergen (met Rekken) en Gelselaar worden pas na enige strubbelingen met de heer van Borculo op 17 juni 1617 tot de classis toegelaten.
De predikanten en andere kerkfunctionarissen De opsommingen in deze paragraaf kunnen eenvoudig worden vervangen door tekst met de belangrijkste gegevens.
Predikanten: I.
Andreas Suavius, zoon van wijlen Israell Suaven, geb. Borculo ca. 1585, student te Leiden 24-4-1606, predikant te Gelselaar (1608) en Neede (1616-1622), ovl. 1622, tr.(ned.ger.) Lochem 9-10-1608 Margaretha (Grete) tho Herkell, dochter van wijlen Ment tho Herkell, geb. circa 1585, ovl. na 22-5-1633. Kinderen o.a.: 1. Israel, tr. voor 20-1-1635 Josina van den Velt. 2. Elszken, ged.(ned.ger.) Neede 6-12-1618 (getuigen Meister Derck van Eijll, Maria Swaven en Margretta Swaven). 3. Egbertusz, ged.(ned.ger.) Neede 16-9-1621 (getuigen Henrick Luszinck, kerckmeister tot Nede, Arendt Hoeten en Anna Kettelbursz).
Israel Suavius (Rothuis), predikant te Borculo en Gelselaar, ovl. tussen 28-5-1601 en 20-91607, tr. Glenke Elsabe Swijfels. Kinderen o.a.: 1. Andreas Suavius, geb. Borculo ca. 1586 (zie boven). 2. Claesken Suave, ovl. voor 22-5-1633, tr. Berent tho Elschotse, ovl. na 22-5-1633. 3. Catharina Suave, ovl. na 27-11-1678, tr. Borculo 28-1-1618 Bernd ten Noever, provisor der huisarmen, schepen en burgemeester te Borculo, ovl. tussen 11-12-1666 en 17-61678. 4. Theodora Suave, ovl. na 22-5-1633, tr. Peter Copes, burgemeester te Lochem, ovl. na 225-1633. II.
Bernhardus Westenberg, geb. Bentheim 1601, predikant te Neede (1624-1654), ovl. Neede 19-9-1654, otr./tr.(1)(ned.ger.) Neede/Deventer 10/31-10-1630 Lammeken Lodewichs, jongedochter van wijlen Lodewich Jansen aan den Brinck en Elisabeth Hamakers, geb. Deventer circa 1605, ovl. Neede 13-12-1635. Uit dit huwelijk: 1. Wesselus, geb. Deventer 1-1-1632. 2. Euphemia (Fenna), ged.(ned.ger.) Neede 1-1-1633 (getuigen de vader, Elszken Jansen en Fia Westenbergsz). 3. Euphemia (Fenna), ged.(ned.ger.) Neede 8-6-1634 (getuigen Maerten Kettelbur, Sophia Westenbergsz en Hermken Ledreisz). 4. Johanna, geb. Neede 25-7-1635.
Bernhardus tr.(2)(ned.ger.) Neede 22-1-1637 Rudolpha (Roelfken) Hoeten, dochter van Arent Hoeten en Margaretha Meijling, geb. Neede 1623, ovl. Neede 1685. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo bezit en bewoont “den pastoer Bernhardus Westerbergh huys ende hoff, groet 2 schepel gesaeys, tientvrij, geset op 10 gulden 10 stuver”, gelegen in het dorp Neede, en bezit hij “noch an bouwlandt in den Nederbergh, den pastoer eygen, groet 5 schepel, 2½ spint gesays, genaemt Rickersbree, tientvrij, 11-4-8”, “noch eene weyde geheeten die Hoege Maete, van 41/10 margen, den pastoer eygen, 4 koeweydens groet, geset op 18-0-0”, “noch een stucke landes op den Hondelinckcamp op dat Kisvelt, groet 4 schepel, 2 spint, tientvrij, den pastoer eygen: 7 gulden 10 stuver”. Tenslotte pacht hij “noch eenen gaerden van die edelen heeren Gedeputeerden, voor niet, kan derhalven niet resolveren van pacht, is ongeveer groet 3 schepel gesaeys” en “noch an weydelant van die edele heeren Gedeputeerden, naementlick die Rondemaete end Roeversmaetjen ende dat Wemergoerken ad 42 gulden”.
Uit dit huwelijk: 1. Wesselus, geb. Neede 6-12-1637, ged.(ned.ger.) Neede 17-12-1637 (getuigen Henricus Meilinck, Arent Hoeten en Enneken Hoeten), predikant, ovl. Neede 11-21689. 2. Ceijno, geb. Neede 17-10-1639, ged.(ned.ger.) Neede 17-11-1639 (getuigen Tilman Sluiter, kerckmeister tot Niede, en Griete, die huisfrouwe van Arent Hoeten), apotheker, gemeensman en burgerluitenant te Deventer, ovl. Deventer 15-10-1728. 3. Lambertina, geb. Neede 18-2-1641. 4. Johannes, geb. Neede 12-7-1642, stadhouder der heerlijkheid Verwolde, burgemeester te Lochem, gedeputeerde der Staten Generaal, ovl. Lochem 31-12-1732. 5. Coenraad Henrik, geb. Neede 6-3-1644, burgemeester te Neede, ovl. 1-4-1725. 6. Ortwinus, geb. Neede 7-9-1645, med.doct., geneesheer te Zutphen en daarna burgemeester te Bredevoort, ovl. 22-3-1727. 7. Anna Sophia, geb. Neede 12-11-1646, ovl. 1731. 8. Arnoldus, geb. Neede 12-12-1647, kamerbewaarder Staten van Overijssel en daarna landsbode Raad van State, ovl. Den Haag 22-10-1726. 9. Bernardus, geb. Neede 14-10-1649, ovl. 1673 (gesneuveld). 10. Geertruid, geb. Neede 6-8-1651, ovl. 6-1-1724. 11. Elbertus, geb. Neede 1652, ovl. Seneffe (Henegouwen) 11-8-1674 (gesneuveld).
Wessel Westenberg, zoon van Johannes Westenberg en Johanna Geertruida Kramers, predikant te Oehne (Bentheim), tr. Sophia Sutoris, dochter van Ds. Johannes Sutoris en Aleida de Graef, geb. 1567, ovl. Neede 20-8-1638. Kinderen o.a.: 1. Elbertus, predikant te Diepenheim, begr. Deventer 11-7-1624, tr. 1619 Margaretha Jacobsdr. Louwen (Lauwijck), ovl. 1622. 2. Johannes, med. doct., professor te Burgsteinfurt (Munster, ovl. Oldenzaal, tr. Johanna Johannesdr. Palthe. 3. Ortwinus Westenberg, geb. Oehne (Bentheim) 1595, med. doct., burgemeester van Wezel, ovl. Wezel 18-2-1652, tr. Wezel 13-1-1626 Anna van Eck, weduwe van Gerhardus Mol, ovl. Wezel 25-6-1651. 4. Sophia Geertruida Westenberg, tr. Johan Henrick Devolt, zoon van Ernst Christiaan Devolt, officier. 5. Bernardus, geb. Bentheim 1601. 6. Anna Maria, jong overleden.
Koster: In het doopboek wordt slechts één koster vermeld: Jan te Hoente, geb. circa 1590, vermeld in het doopboek 1616-1639, koster te Neede (1616-1639), tr. voor 5-10-1616 Wolter NN, geb. circa 1590, vermeld in het doopboek 1616-1621. Johan te Hoente en zijn huisvrouw Wolter worden samen vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede.
Uit dit huwelijk onder andere: 1. Harmen, ged.(ned.ger.) Neede 9-3-1617 (getuigen Martinus Kettelbur, tolwachter tott Nede, Margreta Henkelsz, de huisfrau van den pastor Swaven, en Anna, de huisfrau van Harmen van der Wick, voogt tott Nede). 2. Jan, ged.(ned.ger.) Neede 25-4-1619 (getuigen M. Jan Tangna, Francken Polmans en Fenne Blecken). 3. Berndt, ged.(ned.ger.) Neede 24-3-1621 (getuigen Arndt Moller, Albert Henrixsen ende Eva te Hoente), ovl. 20-4-1621.
Kerkmeesters: De kerkgoederen van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Neede werden meesttijds beheerd door twee kerkmeesters, die eveneens hun aanstelling ontvingen van de heer van Borculo. In het doopboek van Neede 1616-1640 worden weliswaar twee kerkmeesters vermeld, doch in elkaar niet overlappende tijdvakken: I.
Henrick Luszinck, geb. circa 1585, vermeld in het doopboek 1617-1632, kerkmeester te Neede (1621-1624), tr. voor 1610 Mette Schroers, geb. circa 1585, vermeld in het doopboek 1616-1635. Henrich Loeszinck en Metta Scraers worden samen met hun onderstaande kinderen vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede.
Uit dit huwelijk onder andere Henrich junior, Goesken, Toniesken en Geesken, allen geboren voor 1616. II.
Tilman Sluijter, zv. burgemeester en provisor van de Stad Borculo Albert Sluijter, geb. circa 1600, brouwer, kerkmeester te Neede (1639), ovl. voor 1-6-1656 (huwelijk dochter Maria), tr.(1) (ned.ger.) Neede 1625 Gertien Saelkinck, dv. Jacob Saelkinck, bierbrouwer en graanhandelaar in het dorp Neede, geb. circa 1600, ovl. circa 1638. Tilman Sluijter tr.(2) (ned.ger.) Neede 28-7-1639 Anna Hoeten, geb. ca. 1614. Tilman Sluijter tr.(3) (ned.ger.) Neede 21-3-1641 Aeltjen Haselbroeck. Tillman Sluijter wordt samen met zijn eerste twee echtgenoten Gerdjen Saelkinck en Anna Hoeten vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede. Zijn derde echtgenote Aeltjen Haselbroeck wordt op een later tijdstip in het lidmatenboek ingeschreven. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Telman Sluyters “huys ende hoff met een gaerden, 3 spint geseys, 15 gulden” in het dorp Neede, “noch een stucke landes geheeten die Huyrne,groet 5 schepel 1¼ spint gesaeys, thientvrij, ende in den Nederbergh an landt 3 schepel gesaeys ongeveer, tientvrij”, “noch een huys daer men brant (= brandhout?) ende saet in vattet ende an landt daerbij 2 schepel ende ½ spint, genoemt die Saelbraecke, tientvrij”en tenslotte “in den Beverscamp alias den Hornter Camp, groet 6 schepel 2¾ spint, tientvrij”, “30 gulden”.
Uit het eerste huwelijk onder andere: 1. Willem, geb. Neede 22-3-1627, ged.(ned.ger.) Neede 8-4-1627 (getuigen Jacob Salcking, Jan Retmolle en Gertien Moller), predikant te Eibergen (1653-1673) en Rouveen (1673-1674), dichter, ovl. Zwolle december 1674, tr. Eibergen 3-8-1662 Margareta Sibylla Hoornaerts, dv. de rentmeester der Heerlijkheid Borculo Johannes Hoornaart en Margaretha van Boekholt, geb. Borculo 1640 . 2. Hermen, ged.(ned.ger.) Neede 14-9-1628 (getuigen Albert Schluter, Toennisz Retmolle en Bernt Retmolle). 3. Maria, ged.(ned.ger.) Neede 22-8-1630 (getuigen Berndt Mollersz, Lise Retmollen en Anna Beijen), tr.(ned.ger.) Eibergen 1-6-1656 Andreas Suave, zv. wijlen Israël Suave tot Zwolle. 4. Daniell, ged.(ned.ger.) Neede 30-9-1632 (getuigen Otto Meiling, Berndt van Eibergen ende Mechtelt Schluttersz), tr.(ned.ger.) Eibergen 30-8-1657 Anna Wijginck, dv. Henrick Wijginck tot Eibergen. 5. Gertrudien, ged.(ned.ger.) Neede 14-6-1635 (getuigen Maertin Kettelbur, schoelmeister tot Nede, Gertien van Hall, de huiszfrau van den vogt Van der Wick, en Swencken Sallcking). 6. Swenneken, ged.(ned.ger.) Neede 7-5-1637 (getuigen Arendt Hoeten, Gertruida Muillers, Lisaebedt Rietmolle), tr.(ned.ger.) Eibergen/Neede 18-11-1660 Hermannus Gelinck, zv. wijlen de secretaris der Stad Deventer Henrik Gelink.
Schoolmeester: Het is vrijwel zeker dat de schoolmeester Martin Kettelbur in de periode 1616-1636 was belast met het inschrijven van de dopelingen in het doopboek (zie volgende paragraaf). Martin Kettelbur, vermeld in het doopboek 1616-1635, tolwachter (1617) en schoolmeester te Neede (1617-1636), tr. Anna Sweerszen, vermeld in het doopboek 1621-1634. Marten Kettelbuur en Anna Sweerszen worden samen vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede. Meer informatie over dit echtpaar heb ik vooralsnog niet kunnen vinden.
De doopinschrijvingen Het doopboek begint dus op 20 juni 1616 eindigt op 9 augustus 1640. In deze periode van iets meer dan 24 jaar zijn in totaal 968 dopen ingeschreven, een gemiddelde van 40 per jaar. Bij 51% van de dopelingen was het geslacht mannelijk en bij 49% vrouwelijk. Verder werden in totaal 18 tweelingen gedoopt, hetgeen overeenkomt met 3,9% van alle dopelingen. In de volgende grafiek zijn de doopinschrijvingen in de periode 1616-1640 nog eens grafisch weergegeven. In een aantal jaren is het aantal dopen opvallend laag, hetgeen kan duiden op bijzondere omstandigheden. De jaren 1616 en 1640 zijn gebroken jaren en dus eenvoudig te verklaren. In het tweede halfjaar van 1622 en 1623 zijn grote hiaten en worden respectievelijk slechts 9 en 4 kinderen gedoopt. Dit valt samen met de periode, waarin de eerste predikant Andreas Swavius is overleden. In de periode september-december 1630 wordt geen enkele doop ingeschreven. Dit houdt mogelijk verband met het eerste huwelijk van de tweede predikant Bernardus Westenberg in oktober van datzelfde jaar. Ten slotte is in de 2e helft van 1635 de boekhouding slordig door het ontbreken van een chronologische volgorde en vindt tussen 6 maart en 30 oktober1636 geen enkele doopinschrijving plaats. Dit is vermoedelijk het gevolg van een ziekbed en het overlijden van schoolmeester Martin Kettelbur op 15 november 1636. Deze schoolmeester was vrijwel zeker belast met het registreren van de dopen in het doopboek in de periode 1616-1636 . Extra aanwijzingen daarvoor zijn dat zijn overlijden direct na de doopinschrijving van 6 maart is ingeschreven in het doopboek en dat het doopboek nadien is voortgezet in een ander handschrift.
Dopen in NG-kerk Neede 1616-1640 60 50 40 30 Dochters 20
Zoons
10
1616 1617 1618 1619 1620 1621 1622 1623 1624 1625 1626 1627 1628 1629 1630 1631 1632 1633 1634 1635 1636 1637 1638 1639 1640
0
Jaar
Indien voor de hiaten in het doopboek wordt gecorrigeerd, dan is het aantal ingeschreven kinderen ongeveer 45 per jaar. Volgens enkele schaarse diverse bronnen bedroeg de gemiddelde levensverwachting aan het begin van de 17e eeuw naar schatting 30 jaar. Daaruit kan worden berekend, dat de bevolking van de kerkelijke gemeente Neede (inclusief Markvelde) circa 1.350 zielen heeft geteld. Deze schatting ligt ook geheel in lijn met de berekeningen van de Needse bevolkingsomvang in de 16e eeuw in Keunen (2006).
Doopgetuigen Normaliter waren bij de doop van elk kind drie getuigen aanwezig, dus bij een tweeling zes. Deze doopgetuigen waren veelal naaste familieleden (o.a. broers, zusters, ouders), naaste buren en/of personen uit dezelfde sociale klasse van de bevolking. De vermeldingen van de getuigen vormen daardoor een belangrijke informatiebron voor het achterhalen van familierelaties, sociale relaties en woonplaatsen van de ouders van de dopelingen. Een aantal doopgetuigen komt relatief veelvuldig voor: koster Jan te Hoente (1616-1639; 21 keer) schoolmeester Martin Kettelbur (1616-1635; 20 keer) Anna Beijen, echtgenote van Engelbert Beijen (1618-1640; 18 keer), zie hierna kerkmeester Henrick Luszinck (1617-1632; 17 keer) Arent Hoeten (1616-1637; 14 keer), zie hierna kerkmeester Tilman Sluijter (1627-1639; 12 keer) voogd Herman van der Wijck (1618-1640; 11 keer) meester Garrit Ransdorp (1618-1635; 10 keer), zie de paragraaf Ambachtslieden in het doopboek.
Anna Bei(j)en, geb. circa 1585, ovl. na 1640, tr. circa 1610 Engelbert Bei(j)en, ovl. na 1646. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Gese Beijen, uxor van Herman Weddelinck, Engelbert Beijen, Berent Beijen en Jacob Beijen. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit Engelbert Beyen in het dorp Neede “een oldt huys ende een haeffken, groet 2 spint gesaeys, geset op 7 gulden 10 stuver”. Zij zoon Berent Beyen is eigenaar van “een huys ende hoff van ½ spint, geset op 6 gulden 15 stuver” en pacht “een gaerden van de edele heeren Gedeputeerden, groet 2 spint gesaeys”, beide eveneens gelegen in het dorp Neede. Zijn zoon Jacob Beyen pacht “een huys van Jan Rotgerinck ende landt (2 schepel gesaeys) daerbij” en heeft “een spijcker daer een arm man in woent voor 3 daler” op den kerckhoff.
Uit dit huwelijk onder andere: 1. Elsken Beijen, tr.(ned.ger.) Neede 15-1-1637 Johan te Rellicker. 2. Geesken Beijen, tr.(ned.ger.) Neede 19-11-1637 Herman Weddelinck. 3. Berent Beijen, tr.(ned.ger.) Neede 18-7-1641 Stine Waerninck. 4. Jacob Beien, ged.(ned.ger.) Neede 28-12-1617 (getuigen Arndt Hoeten, Henrich Buthoern en Henrich Bruersz), tr.(ned.ger.) Neede 14-7-1639 Trijne van Bemmel.
5. Jutte, ged.(ned.ger.) Neede 21-11-1619 (getuigen Henrick Butthoern, Swenne Salckinck en Koenne te Kinckeler). 6. Benedictusz, ged.(ned.ger.) Neede 14-10-1621 (getuigen Jan von Aelten, Warner Kuersz en Margreta Swering). 7. Trintien, ged.(ned.ger.) Neede 1-1-1624 (getuigen Hermen Cornelliszen, Geese Kerckhoffs en Hermen Retmolle). 8. Aellcken, ged.(ned.ger.) Neede 12-10-1628 (getuigen Tellman Schlutter, Lijse Retmolle en Willem Retmolle). 9. Eva, ged.(ned.ger.) Neede 6.11.1631 (getuigen Jacob ten Kinckelaer, Henrick Ransdaerp en Jenncken Beijen).
Arendt Hoeten, geb. circa 1590, vermeld in het doopboek 1616-1639, tr. circa 1610 Margreta Meijling, geb. circa 1590, vermeld in het doopboek 1618-1639. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Arend Hoeten; Margrieta Meiling, Rudolpha Hoeten en Anna Hoeten. Op een later tijdstip worden op deze lijst eveneens achtereenvolgens vermeld Sophia Hoeten en Gertrudis Hoeten. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit Arent Hoeten vijf gaardens in het Kindergoer in of bij de stad Borculo, “een huys ende hoff met een haergaerden, groet 2¼ schepel gesaeis”, “noch eenen camp an ’t Kisvelt, genoemt Hoetencamp, groet 1½ schepel geseys”, beide in het dorp Neede, en is hij mede-eigenaar van erve Wibbelinck en erve Hengeler in de buurschap Hoente en ruim 2 molder bouwland geheten de Heghacker in de buurschap Noordijk.
Uit dit huwelijk onder andere: 1. Rudolpha (Roelfken) Hoeten, geb. Neede circa 1612, ovl. Neede 1685, tr.(ned.ger.) Neede 22-1-1637 Bernhardus Westenberg, wv. Lammeken Lodewichs, geb. Bentheim 1601, predikant te Neede (1624-1654), ovl. Neede 19-9-1654. 2. Anna Hoeten, geb. Neede circa 1614, tr. (ned.ger.) Neede 28-7-1639 Tilman Sluijter, wv. Gertien Saelkinck, brouwer, kerkmeester te Neede (1639), ovl. voor 1-6-1656 (huwelijk dochter Maria). 3. Sophia, ged.(ned.ger.) Neede 30-8-1618 (getuigen Jan van Hengell, Swenne Retmolle en Anna Beijen)., tr.(ned.ger.) Neede 13-3-1642 Joost Volmer. 4. Greten, ged.(ned.ger.) Neede 14-11-1619 (getuigen Ruloff van Eijll, Gertrudt Meiling en Tru Swering). 5. Gertrudt, ged.(ned.ger.) Neede 5-2-1622 (getuigen Gerdt Garretsen, Anna Rabelsz, de huiszfrau van den vogt Van der Wick, ende Trijne Teiszeling).
Buitenechtelijke kinderen In het doopboek zijn slechts drie buitenechtelijke kinderen ingeschreven, waarbij bovendien in alle gevallen ook de vader is genoemd. Hieronder volgt de letterlijke tekst van deze inschrijvingen: Den 1 januarij 1639 heeft Maria Mengerinck alhijr een jongen sohne laten doopen, soe sie volgens haer aengeven bij eenen Jan Gerritsen tot Amsterdam onechtelijk geprocriert hadde, hij is genoemt worden JAN, die getuigen sijn geweest Jan Fruinck. Den 8 decembr. ann. 1639 heeft Arent Trahes een jongen soone bij Marie, dochter van Brinck Evert geprocreert, laten doopen met namen BERENT, die getuigen Johan Weinck, Hendrick Temminck ende Anna Temmincks. Den 7 martij [1640] heeft Hendrick ten Middelhuis eenen jongen soene, bij Mettha Hilbers geprocreert, laten doopen met namen HENDRICK, testes Werner Hilferinck, Werner Brouwers ende Aelcken Hanincks. Laatstgenoemde Hendrick ten Middelhuijs ende Metta Hibbinck treden meteen de volgende dag nog in het huwelijk. Het tweede paar biologische ouders paar is mogelijk gelijk aan Arent ten Traahuijs ende Marie Cuijpers, die op 11 april 1641 trouwen te Neede.
Adellijke personen in het doopboek De vetgedrukte personen in deze paragraaf zijn vermeld in het doopboek.
I.
Jr. Johan Gansneb genant Tengnagell tot den Camp, zv. Otto Gansneb genant Tengnagel, schepen en burgemeester te Kampen, en Aleida Stegeman, sergeant-majoor (1598-1606), kapitein (1606-1618), vermeld in het doopboek 1617, ovl. tussen 13-7-1624 en 5-2-1625, tr. circa 1575 Juffrou Wendela van der Wijck, dv. Frans van der Wijck, drost van Bocholt, en Catharina von Werne, ovl. 25-9-1602, begr. in de Broederkerk te Deventer. Voor meer informatie zie het Nederlands Adelsboek deel 40 uit 1942 en Seters (1990).
Uit dit huwelijk: 1. Elisabeth. 2. Frans, geb. 1576, astronoom (1601-1604) en raadsheer in het Hof van Appèl van keizer Rudolph II te Praag (1604-1608), geheimraad van aartshertog Leopold van Oostenrijk (1608-1620), keizerlijke raad van keizer Ferdinand II van Bohemen (16201623), ridder van St. Marcus, ovl. 1-12-1623, tr. Praag 17-6-1601 Elisabeth Braë, dv. Tycho Braë uit Denemarken, mathematicus, astronoom en astroloog aan het hof van keizer Rudolph II te Praag in Bohemen (1599-1601), en Kyrstine, ovl. Regensburg 1613. Voor meer informatie zie Seters (1990).
3. Jr. Otto Ganszneb genant Tengnagel tot den Camp, vermeld in het doopboek 1616, kapitein en commandeur van Oostburg, lidmaat aldaar 2-5-1626, ovl. tussen 1636 en 4-6-1641, tr. Juffrau Ida Drosten, dv. Alard Droste tot Meulenbeecke en Geertruid Bischopinck, vermeld in het doopboek 1631, lidmaat te Oostburg 1-8-1626, begr. 3-7-1688 in de Bovenkerk te Kampen. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren te Oostburg. In 1636 wonen ze mogelijk op het door hen herbouwde huize den Camp in Neede (De Reus, 1986). Dit kan worden afgeleid uit een op 7 maart 1771 te Neede opgestelde akte, waarin melding wordt gemaakt van een boven de voordeur in steen uitgehouwen wapen met de vier vluchten van hun beider ouders en het jaartal 1636. Medio 1998 werd een dergelijke gevelsteen teruggevonden en kort nadien terug geplaatst in Huize de Kamp (De Reus, 1999).
4. Berent. 5. Jr. Jacob Ganszneb genandt Tengnagell tot den Kamp, tr. Juffrau Ursula van Roemberch, dv. Conrad von Romberg zu Bruninghausen en Anna von Vaerst zu Kaldenbeck. Uit dit huwelijk: a. Wendelken, ged.(ned.ger.) Zutphen 25-4-1614. b. Coert, ged.(ned.ger.) Zutphen 8-12-1616. c. Ida, geb. op den Camp, ged.(ned.ger.) Neede 5-9-1619. 6. Ida Catharina, ovl. 1601. 7. Reyner.
II.
Jr. Frans van Buloe, zv. Derck/Diederick en Eva van Buloe, leenman van het Utrechtse leen Welmerink (1604-1621), vermeld in het doopboek 1616-1617, ovl. voor 23-10-1627, tr.(1) Juffrau Jasper van Buloe?, vermeld in het doopboek 1617, tr.(2) Juffrau Gertrudt van Brockhusen, vermeld in het doopboek 1628, ovl. voor 17-8-1652. Uit dit huwelijk onder andere: 1. Jr. Derrick/Diederick van Bloe tot Welmerinck en Ravenshorst, leenman van het Utrechtse leen Welmerink (1621-1648), ovl. voor 12-9-1649, tr. voor 1637 Aleyd Margarietha de Swicker, dv. Jr. Casper de Swicker, ovl. na 17-8-1652. Op 6 april 1643 protesteert jonker Diederick van Bulo tot Welmerink voor het gericht van Borculo protesteert tegen de inleiding van zijn zwager jonker Hans Henrick de Swicker in de goederen "borch Ravenshorst, so toe onrechte Swickersborch genommt wordt, sampt de goederen Traman en Flierhaar" van 22 maart 1643. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 was Diederick van Bulo tot Welmerinck (weer) in het bezit van de goederen Ravenhorst, Traman en Flierhaar in de buurschap Brammelo. Uit dit huwelijk: a. Frans Caspar, vermeld in het Leenrepertorium Overijssel (1649-1663). b. Hinderick, ged.(ned.ger.) Neede 8-1-1637. c. Johan, ged.(ned.ger.) Neede 13-3-1640. 2.
Jr. Johan van Bulo tot Grollenborch, ovl. na 12-2-1653, tr.(ned.ger.) Neede 3-2-1639 Juffrau Elisabeth Bloes-de Libaert, vermeld in het doopboek 1639. Johan van Bulo en Elisabeth de Liebart zijn zusterskinderen en op 16 november 1638 wordt hen dispensatie verleend voor het voorgenomen huwelijk, waarin staat vermeld dat zij wonen op Welmerdinck in de heerlijkheid Borculo. Nadien wonen zij mogelijk op havezathe Ravenshorst alias Swickersborg in Rietmolen (1643) en in ieder geval op Grollenberg bij Horstmar? in Duitsland (16431656).
III.
Juffer Eva Gevekott tot die Hoeve, dv. Jr. Walrave Gevecote (ovl. voor 31-5-1615) en Juffer Magdalena van Bulo (ovl. voor 3-3-1656), vermeld in het doopboek 1621 en in het ORA Borculo tot 1684, ovl. tussen 9-4-1682 en 23-5-1683, tr.(ned.ger. Neede) 25-9-1659 Jr. Gerhard Rasinck tot het Coornblek onder Warnsveld. Juffer Eva Gevekott is één van de getuigen bij de doop van het tweelingzusje Gertrudt, dv. Jan Smeinck en Jenneken in Neede op 7-1-1621. Volgens het Gelders Leenregister is Eva Gevecote vanaf 30 juni 1628 tot aan haar overlijden omstreeks 1683 beleend met de Hoeve. Het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 vermeld in de buurschap Noordijk: “Ter Hoeve. Een aedelijcke haevesaete toebehoerende joffrouw Gevecoete”. Overigens is de onder II vermeld jonker Frans van Bulo tot Welmerink een oom van juffer Eva Gevecote tot de Hoeve.
IV.
Herman van der Wijck, zv. Berend van der Wijck, vicaris te Freckenhorst, geb. circa 1586, soldaat in de compagnie van kapitein Johan Gansneb genaamd Tengnagel (zie I), voogd van Neede (1616-1651), ovl. Neede 19-5-1651, otr./tr.(1) (ned.ger.) Zutphen 19-9-/20-10-1613 Anneken Rabels, dv. wijlen Rabel van Bruijninchuse, geb. circa 1590, vermeld in het doopboek 1617-1632, ovl. tussen 16-9-1632 en 31-3-1633. Herman van der Wijck vestigt zich rond 1615 met zijn eerste vrouw en oudste kind in Neede. Hij wordt samen met zijn eerste twee echtgenoten Anneken Rabels en Gertjen van Hal vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede. Bij de dopen van de kinderen uit het eerste huwelijk komen de volgende personen met de achternaam Van der Wijck voor: Johannes van der Wijck, schrijver van Johan van Voorst tot Grimbergen, drost van Twente (1595), secretaris te Delden (1619), vermeld in het doopboek 1619, ovl. tussen 20-6-1619 en 13-11-1625. Fransz/Franciscus van der Wijck, zv. Johannes van der Wijck en Maria, ged.(ned.ger.) Deventer 20-5-1597 (getuigen Johan van Voorst, drost van Twente, Laurentius Pinninck en vrouw Donckels), fiscaal, judicus en syndicus der heerlijkheid Borculo, vermeld in het doopboek 1621, otr./tr. (ned.ger.) Borculo/Zutphen 1624/6-6-1624 Christina Toonhuijs, jdv. wijlen Willem Toonhuijs uit Lochem, 1624 woonachtig in Zutphen. Uit dit huwelijk onder andere: Marrijcken, ged.(ned.ger.) Borculo 5-3-1626 (getuigen de voogd van Neede en Heiltgen Toonhuijs). Franciscus van der Wijck verdwijnt na een proces over het onderhoud van een onecht kind ca. 1631 naar Doetinchem en laat daar kinderen dopen. Catharina van der Wijck, dv. wijlen Johannes van der Wijck, vermeld in het doopboek 1624, wonende aan den Brinck in Deventer 1625, tr.(ned.ger.) Deventer 13-11-1625 Tobias Brackmannus van Molgast en Pomeren, soldaat onder kapitein Podewols. Jr. Jan Christian van der Wick, vermeld in het doopboek 1627. Juffrau Elisabet Angnesz van der Wick, vermeld in het doopboek 1627. In welke relatie zij staan tot Herman van der Wijck is mij vooralsnog onbekend. Voor meer informatie zie waarschijnlijk het Nederlands Adelsboek uit 1953. Andere doopgetuige van adellijke afkomst worden hierna afzonderlijk besproken.
Uit dit huwelijk: 1. Berndt van der Wick, ged.(ned.ger.) Zutphen 14-8-1614, voogd van Eibergen (16391670), ovl. tussen 2-9-1670 en 18-4-1675 (huwelijk dochter Maria), tr. (ned.ger.) Neede 28-10-1638 Anna Sophia van Bronckhorst, ovl. na 31-7-1675. 2. Derck van der Wijck, ged.(ned.ger.) Neede 27-11-1616 (getuigen Jr. Fransz van Buloe, Jr. Otto Ganszneb genant Tengnagell, Juffer Catarina van Eck). 3. Anna van der Wijck, ged.(ned.ger.) Neede 20-6-1619 (getuigen Johannes van der Wijck, secretaris te Delden, Anna Kappers en Swenne Retmolle). 4. Coenradt van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 4-11-1621 (getuigen Wolter van der Steg, Franciszcusz van der Wick, judicus der heerlijkheid Borculo, en Margreta Meilingsz), voogd van Neede (1651-1669), ovl. tussen 23-5-1669 en 15-6-1669, tr.(1) voor 9-11-1650 Walburg Hessels, doopgetuige in Borculo 1649, otr./tr.(2) (ned.ger.) Eibergen/Neede 27-2-1659 Geertruijt ten Cate, jdv. Godschalck ten Cate, burgemeester en kerkmeester te Eibergen, ovl. na 31-3-1671. Walburg is waarschijnlijk een zuster van doctor Jacobus Hessels.
5. Derck van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 11-4-1624 (getuigen Henrick Luszinck, Martin Kettelbur en Catarina van der Wick), ovl. tussen 7-1-1648 en 25-1-1653, tr. voor 15-4-1643 Geesken/Gesina te Lintelo, ovl. tussen 17-10-1667 en 24-10-1673. Derrick van der Wijck en zijn echtgenote Geesken te Lintel worden samen vermeld op de lidmatenlijst van de NG-gemeente Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. Anna van der Wijck, belijdenis in de NG-kerk te Neede op 2-6-1661 (Pinksteren), jongedochter van Neede in 1664, otr./tr. (ned.ger.) Neede/Deventer 6-3-1664 Jacob Jacobs, jzv. provisor Ruelof Jacobs in de Rijckmanstr. in Deventer. b. Johannes van der Wijck, geb. Neede 14-6-1645, schout te Raalte, ontvanger-generaal van Salland, ovl. op huize de Luure bij Zwolle 28-7-1724, otr./tr.(1) (ned.ger.) Haaksbergen 23-6/28-7-1667 Margrieta Michgorius, dv. Johannes Michgorius, verwalter richter en secretaris van het gericht Haaksbergen, en Lubberta Pothof, geb./ged.(ned.ger.) Haaksbergen 13/20-12-1640, lidmaat NGkerk Haaksbergen 28-7-1667, ovl./begr. Neede 22/27-5-1668. Op 25 december 1666 (Kerstmis) wordt Jan van der Wijck lidmaat van de NG-kerk Neede en op 25 december 1667 (Kerstmis) zijn echtgenote Margrieta Michorius met attestatie van Haaksbergen. Zij komt echter reeds op 22 mei 1668 te overlijden. Johannes van der Wijck tr.(2) Hasselt 20-7-1681 Elisabeth Bloemert, dv. Hendrik Bloemert en Maria ten Colcke, geb. Hasselt 9-2-1656, ovl. 1723.
6. Joan van der Wijck, ovl. tussen 30-6-1663 (ORAB 442) en 29-11-1666 (ORAB 443), tr. Maria Hoornaerts. 7. Anna Elisabeta van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 27-5-1627 (getuigen Jr. Jan Christian van der Wick en Juffrau Elisabet Angnesz van der Wick), ovl. na 3-7-1671, tr. voor 2-8-1655 Reint Avinck, zv. Warner Avinck en Helle ged.(ned.ger.) Neede 1-9-1622 , ovl. na 3-7-1671. 8. Hermen van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 10-1-1630 (getugen Bernhardusz Westenberg, Tellman Schluttersz en Juffrau Everhaerda Valckenboerch genant aen die Stege). 9. Margretta van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 18-12-1631 (getuigen Jr. Wilhelm van Lintelo, Juffrau Elisabeta van Munster en Juffrau Ida Drosten). Op 30 maart 1684 (Pasen) wordt juffrouw Margareta van der Wijck lidmaat van de NG-kerk te Neede.
Herman van der Wijck, tr.(2) (ned.ger.) Neede 31-3-1633 Garritjen van Halle, jdv. Baertholt van Halle en Jacob van Reden, 1633 woonachtig in Borculo, vermeld in het doopboek Neede 1635-1639. In 1633 woont hij op de “Grote en Kleine Selbraecke met browhuys” in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk: 1. Bartolt van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 15-3-1635 (getuigen Berndt van der Wijck, Henrick van Hall en Arian van Hall). 2. Baerdttoldt van der Wick, ged.(ned.ger.) Neede 23-4-1637 (getuigen IJackop Helendoeren, schout te Hellendoorn, Dries Kuper te Goor en IJacop van Reden, weduwe van Baertholt van Halle)., ovl. tussen 31-1-1657 en 15-11-1658. Herman van der Wijck, tr.(3) (ned.ger.) Neede 7-3-1641 Jfr. Gertrudis van Bevervoerden, dv. Jr. Bernard van Bevervoorde tot Mensinck en Jfr. Pelgrima van Coeverden, ovl. tussen september 1667 en 6-4-1669 (huwelijk dochter Anna). Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Herman van der Wijck “des vooghts huys, met eenen stall offte huys daer men peerde in settet ende koenen ende brandt (= brandhout?) in vattet, met een haergaerden, groet 3 schepel geseys, geset op 18 gulden”, gelegen in het dorp Neede, en bezit hij “noch in Nederbergh 7 schepel geseys, tientvrij, op 9 gulden”. Voorts pacht hij “noch een gaerdeken van de kercke, groot 3 schepel geseys”en “noch een stucke van de kercke van 5 schepel gesaeys, tientvrij, voor 8 schepel roggen”.
Tenslotte vermeldt het verpondingsregister in het dorp Neede “Herman van der Wijck, een nieuw huys getimmert. Is van binnen noch niet reede. Kan noch niemant in woenen. An landt daerbij 2 schepel gesaeys, geset op 8 guldens”. Op 25 januari 1653 verschijnen Berent en Conrad van der Wijck, voogden van respectievelijk Eibergen en Neede, voor het Landgericht Borculo, en verklaren na het afsterven van hun vader zaliger Herman van der Wijck als mombers te zijn aangesteld over hun hun halve zusters Anna, Geertrui en Johanna, door hem verwekt bij Geertrui van Bevervoorde. Conrad van der Wijck verzoekt van de momberschap ontheven te worden, daar hij behalve voogd van Dirk van der Wijck’s kind, voogd van Neede en het veldvoogdambt van de gehele heerlijkheid Borculo en die andere goederen zalige Jhr. Tengnagels kinderen beheert, vervangen te worden door Gerrit ten Cate en Stephan Meller (bron Protocol van Vrijwillige zaken). In een civiel proces tussen enerzijds Steffen Meller en Jan Hermensen, als erfgenamen van Conraed van der Wijck, voogd van Neede, en anderzijds Margaretha Geertruidt Vos, weduwe Marrienborgh, verschijnt op 17 mei 1669 voor het Landgericht van Borculo Gerrit Hermsen Wanink, als echtgenoot en momber van de eveneens aanwezige Anna van der Wijck. Hij ratificeert alle zaken die door de momberen van zijn vrouw Conraed van der Wijck, Stephen Meller en wijlen Gerrit ten Caete voor het landgericht Borculo hebben gediend. (ORAB inv.nr. 255-1 (1671), folio d.d. 17-5-1669). In het dossier van een civiel proces tussen enerzijds Gerrit Hermsen Waeninck, uit naam van zijn echtgenote Anna van der Wijck, en Geertjen en Johanna van der Wijck, en anderzijds Stephen Meller, weduwe Gerrit Palten en Johan ten Cathe zit een afrekening van 23 mei 1669. Volgens deze afrekening ontvangen Anne, Gertien en Janna van der Wijck samen 12 gulden en 4 stuivers. De akte wordt ondertekend door Gerrit Hermensen Waninck, Anne van der Wijck, Jan(na) van der Wijck en de getuige Conrad van der Wijck, voogd van Nede als momber. (ORAB inv.nr. 260-2 (1673), folio d.d. 23-5-1669.
Uit dit huwelijk: 1. Anneke Hermans van der Wijck, dv. zalige Herman Jansz, geb. Neede circa 1644, ovl. Amsterdam(?) voor 14-4-1679, otr.(1) (ned.ger.) Deventer 15-4-1665 (6 mei 165 met attestatie op Colmschate) Jan Hendriks, jongeman van Rijssen. Anna van der Wijck, des zaliger voogds dochter, wordt op 2 juni 1661 (Pinksteren) lidmaat van de NG-kerk te Neede met attestatie van de kerk van Deventer. Bij hun huwelijk in 1665 woont hij in de Noordenbergstraat en zij in de Graedtstege te Deventer.
Anna van der Wijck, otr.(2) (ned.ger.) Amsterdam 6-4-1669 Gerrit Harmensz. van Waning, geb. Goor circa 1645, snijder/kleermaker (1669-1679). Zij wonen bij hun huwelijk in 1669 op de Heeregracht in Amsterdam.
Gerrit Waningh, weduwnaar van Anna van der Wijck, otr.(2) (ned.ger.) Amsterdam 14-4-1679 Catrina Sigers, geb. Nieuwenhuis circa 1643. Hij woont bij hun huwelijk in 1679 op de Reguliersdwarsstraat en zij op de Heeregracht in Amsterdam.
2. Geertrui, dv. zalige Herman van der Wijk, geb. ca. 1647, otr.(ned.ger.) Eibergen 30-31682 (met attestatie op Neede of elders) Joan Hendric Storts, zv. wijlen Joan Willem Storts van Eibergen. Geertjen van der Wijck, jongedochter, doet op 25 december 1670 (het feest van Christdag) belijdenis in de NG-kerk te Neede.
3. Johanna, geb. circa 1649, ovl. na 23-1-1671. Janna van der Wijck, jongedochter, doet op 7 april 1672 (Pasen) belijdenis in de NG-kerk te Neede.
Gertruijt van Bevervoerde tr.(2) voor 25-8-1665 Jan ten Hachreisen, zv. Philipsz ten Hachreisen en Maergreta Poppinck, ged.(ned.ger.) Neede 13-2-1631, voogd van Neede, ovl. Neede 27-4-1691. Jan ter Haghreijse, wv. juffer Geertruijt van Bevervoorde te Neede, tr.(2) (ned.ger.) Neede/Eibergen 13-6/9-7-1669 Anna Bruijninck, wv. Jan Willem Storts te Eibergen.
Juffer Catarina van Eck, vermeld in het doopboek 1616. Een nakomeling van Joachim van Eck tot Medler en Elisabeth van der Wijck, dv. Frans van der Wijck en Catharina van Rhede??? Jonker Hendrik van Eck tot Medler en Harsselo was ondermeer jagermeester van de Veluwe, burgemeester van Zutphen van 1616 tot 1621 en gedeputeerde en gecommitteerde ter Staten-Generaal. In 1620 erfde hij de havezate het Medler in Vorden van zijn oom Vrijdag van Eck en hij was van 1621 tot 1631 eigenaar van de havezate het Waliën bij Winterswijk. In 1621 trouwde hij met Agnes toe Boecop, waardoor Van Eck bovendien met het Bennekomse huis Harsselo werd beleend. Het leven van Van Eck heeft in het teken van geschillen, ruzies, en processen gestaan. In 1642 kwam hij in ernstige financiële moeilijkheden, als gevolg waarvan het Medler in 1651 werd toegewezen aan zijn schuldeisers. Van Eck is omstreeks 1655 overleden.
Wolter van der Steg(e), vermeld in het doopboek 1621, stadhouder en ambtman der heerlijkheid Borculo, ovl. tussen 4-2-1627 en 7-10-1636, tr. Juffer Everharda Valckenborch genant aen die Stege, dv. Geerlich Valckenborch, vermeld in het doopboek 1630, ovl. na 9-12-1643.
Jr. Wilhelm van Lintelo, zv. Everhard van Lintelo, heer van de Marsch en Ehze, en Arnolda van Hoemen, geb. Zutphen 1600 of Lochem 1605, heer van de Ehze en March, drost van Bredevoort, schout van Lochem (1626), drost der heerlijkheid Borculo (1631), vermeld in het doopboek 1631, ovl. Almen 31-12-1658, tr. 21-2-1628 Johanna van Dorth of Heeckeren, dv. Diederik van Heeckeren, heer van Dorth en Roosendaal, en Margaretha thoe Boecop, geb. 1610, ovl. 9-5-1663. Lidmaat van de NG-kerk te Borculo in 1631 Wilhelmus te Linteloe, drost der Heerlijkheid Borculo. Lidmaten van de NG-kerk te Almen in 1651 Wilhelm van Lintelo, Heer ter Eese etc. ende Joanna van Dorth, sijn H. Ed. huisvrouwe.
Juffrau Elisabeta van Munster, vermeld in het doopboek 1631. Een nakomeling van Vijth Christoffel van Munster, heer tot Selle en Averenck, en Anna van der Wijck, dv. Frans van der Wijck en Catharina van Rhede??? Hengelo (Gld) 13.05.1652: Den weled. geboren j. Arnolt van Eegeren van Duijven in het landt van Cleve, sone van den adelicken huijse Magerhorst, cornet van een compagnie te paerde in dienst van sijne conincklicke majesteijt van Spanien, ende die weledel geborene juffer Wolberigh Elsebe Geertruijt van Munster, erffdochter van den adelicken huijse Holle Muller, residierende alhier tot Hengelo op de Leemkuijl.
Jr. Gerhardt Peckedam tot Ensinck, zv. Gert Peckedam en Hendrica van Keppel, vermeld in het doopboek 1621, richter te Diepenheim (1621), ovl. voor 25-9-1633, tr. 1596 Wobbeken Erenstein, dv. Hendrik Erenstein en Anna Temminck. Gerhardt Pekkendam, richter toe Depenhem, is één van de getuigen bij de doop van Fenna, dv. Egbert te Burman en Jennecken, in Neede op 22-7-1621.
Juffer Pelgrima van Coeverden, dv. Wolter van Coeverden tot Scherpenzeel en Agnes van Duth genaamd Buth, vermeld in het doopboek 1630, ovl. tussen 14-3-1630 en 29-11-1639, tr. voor 1600 Jr. Bernhard van Bevervoorde tot Mensinck. Wolter van Coeverden tot Scherpenzeel, die gehuwd was met Agnes van Duth genaamd Buth, dochter van Claas en Anna van Twickelo, is reeds in 1569 overleden, waarna zijn zoon Johan op Scherpenzeel opvolgde (Jordaan, 1954). Op 9 september 1600 (oude stijl) vindt de scheiding plaats van de ouderlijke goederen tussen Johan en diens zuster Pelgrima, gehuwd met Bernard van Bevervoorde tot Mensinck, Anna die later huwde met Roelof van Langen, en Johanna van Coeverden. Juffer Pelgrim van Beverfoorde is één van de getuigen bij de doop van Trine, dv. Jan Dieppering en Trine, in Neede op 14 maart 1630. Volgens het verpondingsregister van Borculo uit 1646 was het erve Deperinck in Noordijk eigendom van jonker Bevervoerde. Bernhardt van Beverfoorde toe Mensingen, weduwnaar van Pelgrum van Coverden, tr.(2) Gelselaar 29-11-1639 Gertruij van Dotinchem, echtelijke dochter van wijlen Derck van Doetinchem, erfgezeten op den Peckedam (onder Diepenheim).
Juffrau Angnesz Drosten, vermeld in het doopboek 1634. Juffrau Angnesz Drosten is één van de getuigen bij de doop van Albertt, zv. Gerrett Poppinck en Metta Fenna, in Neede op 7-9-1634. Op de lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan omstreeks 1630-1635 vermeld: frouw Drosten ter Moellenbeck, j. Agnes van Drosten, j. Gertrudis van Drosten en j. Margreta van Drosten. Het betreft hier zeer waarschijnlijk Geertruid Bischopinck,de schoonmoeder van jonker Otto Gansneb genaamd Tengnagel tot den Camp (zie onder I sub 3), met drie ongehuwde dochters. Laatstgenoemde Margaretha Droste van den Meulenbeek, dv. Alard Droste tot Meulenbeecke en Geertruid Bischopinck, geb. voor 1625, ovl/begr. Kampen 2/13-12-1687, otr./tr.(ned.ger.) Kampen 1/19-3-1650 Johan Gansneb genaamd Tengnagel, zv. Otto Gansneb genaamd Tengnagel en Elisabeth Clant, geb. voor 1630, burgemeester te Kampen, ovl. Kampen 1676.
Ambachtslieden in het doopboek In het doopboek komen diverse personen voor, die nader worden aangeduid als meester. In deze paragraaf worden deze personen op alfabetische volgorde van familienaam besproken. De meesten van hen woonden in het dorp Neede, met uitzondering van meister Willem Tegering, die woonde op het goed van de konker Buloe in de buurschap Hoonte, en wellicht meister Philips Engelberts alias Smits, die mogelijk woonde op Smienck in de buurschap Noordijk. Waarschijnlijk waren het allen handwerkslieden en derhalve meesters in een specifiek ambacht.
Meister Jan van Aelten, doopgetuige 1621-1639, geb. ca. 1590, ovl. na 1646, tr. voor 1617 Catrina/Trine Buurman, geb. ca. 1590, doopgetuige 1639, ovl. na 1639. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Johan van Aelten en Catrina Buurman. M. Jan van Alten is getuige bij de doop van Toennis Teus (28-1-1621), Benedictusz Beijen (14-10-1621), NN Gerdinck (16-3-1623), Berndt te Burman (2-3-1625), Wolter Teuteling (10-81628), Wolter te Burman (30-8-1629), Jan Moller tot Maerckfeltt (3-1-1636), Hinderick Raedemaecker (17-9-1637) en Roleff ten Damme (13-1-1639). Uit de namen van de dopelingen blijkt de afkomst van Trine Burman uit de buurschap Markvelde in het kerspel Neede. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Jan van Aelten “huys ende hoff, groet 3 spint gesaeys”, gelegen in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Harmen, zv. Jan van Aelten en Trine, ged.(ned.ger.) Neede 12-10-1617 (getuigen Arndt Hoeten, Harmen Olthoff en Jennecken ten Buerman), tr.(1) (ned.ger.) Neede 19-8-1638 Enneken Cuijpers, doopgetuige 1638-1639, ovl. voor 14-2-1641. Herman van Aelten tr.(2) (ned.ger.) Neede 14-2-1641 Christina ten Buschen. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan vermeld Herman van Aelten uxor ejus Christina ten Buschen. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 huurt Herman van Aelten “huys ende hoff, groet 3 spint gesaeys” in het dorp Neede van Wolbert Muller.
Mr. Herman Avinck (1640), geb. ca. 1600, doopgetuige 1640, ovl. na 11-12-1662, tr.(ned.ger.) Neede 8-3-1640 Griete Janszen Jessen, ovl. na 27-12-1657. Wellicht is hij gelijk aan de M. Herman Aavinck, die op 29 april 1627 te Borculo een zoon laat dopen genaamd Henrick. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Herman Avinck “een huys met een klein haeffken, groet ½ spint gesaeys, geset op 5 gulden”, gelegen in het dorp Neede. Mr. Herman Avinck is op 30-5-1640 getuige bij de doop van Egbert, zv. Aleff Avinck en Aeltjen Schraers, in de NG-kerk van Neede. Voornoemde Aloff Avinck is op zijn beurt in 1622 en 1632 in de NG-kerk van Neede doopgetuige bij twee kinderen van Warner Avinck en Helle, woonachtig op erve Avinck in Haarlo. Vermoedelijk zijn deze Aloff en Warner daarom broers van Mr. Herman Avinck.
M. Jan Bensing, geb.ca. 1590, doopgetuige 1625-1629, ovl. na 1646, tr.(1) voor 1617 Anna NN, ovl. voor 1625. Uit dit huwelijk o.a.: 1. Derck Bensing, ged.(ned.ger.) Neede 1-6-1617 (getuigen Johan Hungering, Harmen Marquering en Maria Schroers), ovl. na 25-3-1641. M. Johan Benszinck alias Budden, tr.(2) (ned.ger.) Neede 1625 Christina/Stine Budden. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan vermeld Johan Benszinck en verderop op deze lijst achtereenvolgens Johan Benszinck alias Budde en zijn uxor (=echtgenote) Christina Budde, alsmede Johan Benszinc op de [Reest]. M. Jan Bensing is op 18-9-1625 getuige bij de doop van Henrick, zv. Jan te Kotte en Anna, en Jan Bensing op 25-7-1629 bij Roloff, zv. Jan Rosenkamp en Aelle, en op 15-11-1629 bij Derck, zv. Joergen Weszelsz en Grete, allen in de NG-kerk van Neede. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Jan Bensinck “huys ende hoff, groet 3 spint gesaeys, op 9 gulden”, gelegen in het dorp Neede, en bezit hij “noch twee stucksken landes in den Nederbergh, groet 2½ schepel gesaeys, tientvrij, gesett op 4 gulden 13 stuver”.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. dochter Henrick Bensing, ged.(ned.ger.) Neede 16-12-1627 (getuigen Rotger Loerinck, Anna te Kotte en Cornellisz Radmackersz). 2. zoon Berent Bensing, ged.(ned.ger.) Neede 23-6-1633 (getuigen Gert Hungering, Herman van Brunckhoerst en Hermen Retmoll).
M. Henrich Buthoern, geb.ca. 1590, doopgetuige 1617-1619, ovl. voor 1625?, tr.(1) voor 1617 Jennecken Beijen, geb. ca. 1590, ovl. 1622. Henrich Buthoern is getuige bij de doop van Jacob Beien (28-12-1617), Berndt Gerdinck (16-8-1618), Elszken Schepper (11-10-1618) en Jutte Beien (21-11-1619). Jennecken Beien is getuige bij de doop van Elszken Gerding (24-2-1622), allen in de NG-kerk te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Maria Buthoern, ged.(ned.ger.) Neede 27-7-1617 (getuigen Arndt ten Grotenhus, Margreta Koettings en Margreta Assings). 2. Aelcken Butthoren, ged.(ned.ger.) Neede 27-12-1618 (getuigen Engelbertt Beien, Swenneken Retmolle en Margretta Kistemackers). 3. Henrick Buthoern, ged.(ned.ger.) Neede 7-1-1621 (getuigen den ehrenvester Herman van der Wijck, vogt tott Nede, Henrick Luszinck ende Anna Kettelburs). Henrick Budhooren tr.(2) Stine NN (Budden?) (zie Bensing hiervoor). Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jann Budhooren, ged.(ned.ger.) 18-5-1623 (getuigen Henrick Radmaker, Derck Buncking en Stine Greszhoff).
Meister Derck van Eijll. Hij is op 6-12-1618 getuige bij de doop van Elszken, dv. den erwerdige ende welgelernter heer Andreas Swavius, pastor tott Nede, ende Margreta te Herckell, sin huiszfrau., in de NG-kerk te Neede. Verder heb ik geen vermeldingen van een Derk van Eill of iets gelijkluidends gevonden, met uitzondering van een Dietrich von Eile, kanunnik te Horstmar, in het ORA van Borculo.
Meister Philips Engelberts alias Smits, geb. ca. 1595, doopgetuige 1620-1639, ovl. na 1646, tr. voor 1618 Margretta Marquerinck???, geb. ca. 1595, doopgetuige 1620-1639. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staat vermeld Philips Smit. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 is “Smienck toestendich Philips Smit. Daertoe ghoert an bouwlant 4½ schepel gesaeys, hofflandt 1 schepell en een halve koeweyde”, alles gelegen in de buurschap Noordijk.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Hille Engelberts, ged.(ned.ger.) Neede 22-3-1618 (getuigen M. Lubbert Engelberts, Anna Marquerinck en Harmen Klumpers). 2. Derck Engelberdt, ged.(ned.ger.) Neede 13-2-1620 (getuigen Jan Retmoll, Derck Marquerinck en Catarina Smits). 3. Engelbert Engelberts, ged.(ned.ger.) Neede 14-3-1624 (getuigen Jan ter Boerch, Willem Wolberinck en Hermecken Retmolle).
Meister Jan Gerdinck, geb. ca. 1595, provisor van de armen in Neede (1649), tr. voor 1618 Margreta NN, geb. ca 1595. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan vermeld Johan Gerdinck en uxor ejus Margreta. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 “hoort dat erve Gerdinck in de buurschap Noordijk (ene) Gerdinck selver. Hiertoe gehoort neffens het huys een gaerden van 3 schepel gesaeys, geset op 14 daler.”
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Berndt, ged.(ned.ger.) Neede 16-8-1618 (getuigen Jan Robbersz, Henrich Buthoren en Fia Hallersz). 2. Jann, ged.(ned.ger.) Neede 17-9-1620 (getuigen Alberdt ten Damm, Jann Gerdinck en Anna Hulszen). 3. Elszken, ged.(ned.ger.) Neede 24-2-1622 (getuigen Arndt Hoeten, Goele ten Damm en Jennecken Beijen). 4. NN, ged.(ned.ger.) Neede 16-3-1623 (getuigen Jan van Alten, Henrick Teusz en Anna Rabelsz, de huszfrau van den vogt Herman van der Wick). 5. Jan, ged.(ned.ger.) Neede 10-12-1626 (getuigen Hermen van der Wick, vogt tot Nede, David Hardersz en Margreta Meilingsz). 6. NN (zoon), ged.(ned.ger.) Neede 31-1-1630 (getuigen Martin Kettelbur, Lambertt Weszelsz en Fia Stoerrisz). 7. Herman, ged.(ned.ger.) Neede 16-9-1632 (getuigen Henrick Luszing, Tellman Sluter en Anna van der Wick).
M. Albert Hendrixsen, geb. ca. 1590, ovl. na 1635, tr.(1) voor 1616 Venne NN, geb. ca. 1590, ovl. voor 1635. Albert Henrixsen is op 24-3-1621 in de NG-kerk te Neede getuige bij de doop van Berndt, zv. Jan te Hoente, kuster tot Nede, ende Wolter sin huiszfrau.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Elszken, ged.(ned.ger.) Neede 22-9-1616 (getuigen Jan te Hoente kuster, Aalcken Kocksz en Margreta Borgholtsz). 2. Henrick, ged.(ned.ger.) Neede 13-12-1618 (getuigen M. Garritt Ransdorp, Aelbertt Moller en Harmen Retmolle). 3. Mette, ged.(ned.ger.) Neede 27-1-1622 (getuigen Martin Kettelbur, schoelmeister toe Nede, Mette Luszincksz en Jenneken Bloesz). Albert Hendricksen tr.(2) (ned.ger.) Neede 24-5-1635 Wilmken Hendricksen.
Meister Berndt ter Mollen, geb. ca. 1570, doopgetuige 1618-1630, ovl. na 1630. Berndt ter Moller is op 31-5-1618 doopgetuige bij Harmen, dv. Jochem Schmidt en Marten, op 4-10-1618 bij Barber, dv. Toennis Helmichs en Koenne, op 17-1-1619 bij Jan, zv. Henrick Meier en Henrick, op 12-51622 bij Aelle, dv. Jan Negbrinck en Jenneken, op 15-12-1622 bij Ernst, zv. M. Toennisz Retmoll en Ursula, op 11-11-1627 bij Henrick, zv. Wolbertt Mollersz en Jan, op 15-8-1630 bij Stine, dv. Bernt te Middelhuisz en Geszken, en op 22-8-1630 bij Maria, dv. Tellman Schluter en Gertien.
Kinderen o.a.: 1. Arndt Moller, geb. circa 1595, tr.(1) Berndt, geb. circa 1595. Uit dit huwelijk: Rosien (* Neede 08.02.1618) en Henrick (* Neede 01.01.1622). Arndt Moller tr.(2) Stine, geb. circa 1595. Uit dit huwelijk: dochter Berndt (* Neede 14.12.1623), dochter Egbert (* Neede 27.03.1625). Arend ter Moelle tr.(3) (ned.ger.) Neede 18-12-1631 Hilleken Swerinck, geb. circa 1595. Hij wordt vermeld op de lidmatenlijst van de NG-kerk te Neede met niet nader aangeduide echtgenote.
2. Wolbert Muller, geb. circa 1600, ovl. na 1670, tr.(1) (ned.ger.) Neede 1625 Jenneken van Eil, dv. wijlen Wessel van Eil, geb. circa 1600. Uit dit huwelijk: Aellcken (* Neede 18.12.1625), Henrick (* Neede 11.11.1627), Weszell (* Neede 11.01.1629), Berndt (* Neede 30.09.1632) en Arnt (* Neede 10.11.1634). Wolbert Muller tr.(2) (ned.ger.) Neede 17-5-1640 Ursula Jungen, geb. circa 1600. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Wolbert Mullers “huys ende hoff met een gaerden op die Haere ende noch een gaerden bij Rotgerinck, groet in alles 3 schepel gesaeys, tientvrij, gerekent op 12 gulden” in het dorp Neede en bezit hij “noch twee stucke landes in den Nederbergh, groet 4 schepel gesaeys, theitvrij, geset op 7 gulden 10 stuver”. Bovendien verhuurt Wolbert Muller aan Herman van Aelten “huys ende hoff, groet 3 spint gesaeys”, gelegen in het dorp Neede.
3. Meister Jan de Moller/Muller, geb. circa 1600, tr.(ned.ger.) Neede 1627 Grete ter Moellen, dv. Joost ter Mollen, geb. circa 1600. Jan Mollersz is op 27-3-1625 doopgetuige bij Egbert, dv. Arndt Moller en Stine, op 11-1-1629 bij Weszell, zv. Wolbertt Mollersz en Jan, en op 13-12-1629 bij Maria, dv. Jochem Schmitt en Maria, allen te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a) Aelcken, ged.(ned.ger.) Neede 9-7-1626 (getuigen Jost Kuper, Henrick Mollersz en Trude Teiszeling). b) Jost, ged.(ned.ger.) Neede 3-10-1631 (getuigen Jan Koster, Eerncken Bloems, Aenncken Bittersz). c) Aenecken, ged.(ned.ger.) Neede 18-12-1631 (getuigen Lambert Teiszeling, Jan Mollersz en Jasper Schrehmackersz). d) Enneken, ged.(ned.ger.) Neede 10-2-1633 (getuigen Henrick Teusz, Anna Hoeten en Goszken Luszing). Johan (Winde)muller tr.(2) (ned.ger.) Neede 4-12-1636 Hendricksen Jacobs, geb. circa 1610. Uit dit huwelijk o.a.: a) Griete Windemuller, ged.(ned.ger.) Neede 27-9-1637 (getuigen Hermen Groshof, Mete Folckerinck, Lise ten Kijnckeler). b) Rotger Windemoller, ged.(ned.ger.) Neede 27-10-1639 (getuigen Lambert Volckerinck, Wolbert Mollers ende Jenneken Volckerincks).
M. Henrick Oltenseel, geb. circa 1595, vermeld in het doopboek 1621-1628, ovl. voor 1646, tr. voor 1621 Margreta NN, geb. circa. 1595, vermeld in het doopboek 1621-1634, ovl. voor 1646. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staat Henrich Oldensell twee keer vermeld, doch beide keren zonder echtgenote. Henrick Altensel is op 18-11-1621 doopgetuige bij Welmer, zv. Jan Goszelich en Aelle, op 2-3-1623 bij Egbert, zv. Roetier Kock en Anna, en op 10-2-1628 bij Grette, dv. Jost Kroen en Wolter. Zijn echtgenote Maergreta Oldenselsz is op 13-4-1634 doopgetuige bij Jan, dv. Jost Kroen en Wolter, allen in de NG-kerk te Neede. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 “woent Peter Keysers in een spijcker op den kerckhoff” in het dorp Neede, en “heefft daerbij een kleyn haeffken van ½ spint gesaeys gepacht van Hendrick Oldenseels kinderen voor 6 gulden”.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jann, ged.(ned.ger.) Neede 23-12-1621 (getuigen Meinhardt Kotting, Breur Bitter en Margreta Poppingsz). 2. Garrett, ged.(ned.ger.) Neede 27-11-1625 (getuigen Derck Buszing, Jost Kroen en Anna Kottingsz). 3. Grette, ged.(ned.ger.) Neede 3-3-1628 (getuigen Johan te Hoente, kuster, Trude Oltensall en Anna Buszing). 4. Wolter, ged.(ned.ger.) Neede 29-11-1633 (getuigen M. Gerrett Ransdaerp, Jan te Kotte in Haerlo en Anna Bleken).
M. Garritt Ransdorp, vermeld in het doopboek 1618-1634, tr.(ned.ger.) Neede 1624 Hendricxsen/ Hendricksken van Brunckhorst, vermeld in het doopboek 1624-1627. Op de lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Gerrit Ransdorp en Hendricksken van Brunckhorst. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit Gerrit Ransdorp in het dorp Neede “een huysken, daerbij een klein haeffken, groet 1½ spint geseys”, dat wordt gehuurd door Lambert Bleken. Waar Gerrit Ransdorp op dat moment zelf woont, is mij niet bekend.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Garrett, ged.(ned.ger.) Neede 5-12-1624 (getuigen Arndt Hoeten, Jacob Salcking en Goszen Luszinckx). 2. Rosier, ged.(ned.ger.) Neede 26-12-1627 (getuigen Herman van der Wick, vogt tot Nede, Martin Kettelbur en Elszken van Brunckhoerst). 3. Elszken, ged.(ned.ger.) Neede 12-8-1632 (getuigen Henrick ter Brack, Anna Robelsz en Henrick van Brunckhoerst). 4. Frerick, ged.(ned.ger.) Neede 12-1-1636 (getuigen Jost van Brunckhoerst, Wolbertt Mollersz en Wilmken Retmollen).
M. Jan te Rellecker (1619), geb. circa 1565, vermeld in het doopboek 1619-1638. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staat vermeld Johan te Rellicker senior. M. Jan te Rellecker is op 21-2-1619 getuige bij de doop van Henrick, dv. Jan te Rellecker en Jennecken, in de NG-kerk te Neede
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jan/Johan te Rellecker, geb. circa 1590, tr.(1) voor 1616 Jennecken NN, geb. circa 1590, ovl. na 30-5-1665. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staat vermeld Johan ter Relcker zonder echtgenote. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont ene Joan ten Rellecker een “huys ende hoff, groet 2 spint geseys, op 9 gulden” in het dorp Neede. Bovendien wordt een Joan ten Rellicker vermeld met “een spijcker op den kerckhoff, getaxiert 3½ daler”, “en an bouwlandt op die Saelbraecke, groot 2 schepel gesaeys, tientvrij, doende 3-9-11”, eveneens in het dorp Neede. Het kan hier mogelijk ook gaan om de zoon of neef met dezelfde naam.
Uit dit huwelijk o.a.: a. zoon Albert, ged.(ned.ger.) Neede 1-9-1616 (getuigen Willem Klock, Jan Klock en Jenneken Tutling). b. dochter Henrick, ged.(ned.ger.) Neede 21-2-1619 (getuigen M. Jan te Rellecker, Elszken Leppincks en Egbertt te Brummeler). c. zoon Jann, ged.(ned.ger.) Neede 26-12-1621 (getuigen Herman ten Brummeler, Jan Kluck en Anna Luszingsz). d. dochter Herman, ged.(ned.ger.) Neede 22-7-1625 (getuigen Jan Pastoersz, Henrick Luszing en Toennisz Reimeling). e. dochter Ennecken, ged.(ned.ger.) Neede 22-7-1625 (getuigen Toennisz te Rellecker, Mette Luszing en Jenneken Totteling). Johan/Jan ten Rellicker tr.(2) (ned.ger.) Neede 15-1-1637 Elsken Beijen, dv. Engelbert Beijen en Anna, geb. circa 1610, ovl. na 30-5-1665. Uit dit huwelijk o.a.: a. zoon Garridt, ged.(ned.ger.) 27-8-1637 (getuigen Toenis ten Relcker, IJan ten Faeneholt en Gesken Beijen).
b. zoon Tonnes, ged.(ned.ger.) 14-10-1638 (getuigen Jan ten Relliker senior, Jacob Beijen en Grete Smits). c. dochter Aleken, ged.(ned.ger.) 3-11-1639 (getuigen Henrich Laerinck, Gretien Bogeholts, huisfrouwe van Philipo ter Hagreise, en Liseken ten Kinckeler). 2. Derck ten Rellicker, geb. circa 1595, tr. voor 1620 Trine (Catrina), geb. circa 1595, doopgetuige 1632. Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. dochter Reindt, ged.(ned.ger.) Neede 23-4-1620 (getuigen Henrich Marquerinck, Lutgert Olthaersz en Ale Marquerinck). b. zoon Jann, ged.(ned.ger.) Neede 13-4-1623 (getuigen Jan Hollerinck, Toennisz ten Rellecker en Gese Brasz). c. dochter Engelien, ged.(ned.ger.) Neede 24-10-1624 (getuigen Hermen ten Rellecker, Fenna Assing en Gertien ten Pasz). 3. Tonies ten Rellicker, geb. circa 1600, doopgetuige 1623-1625, ovl. na 22-5-1657, tr.(ned.ger.) Neede 1627 Elsken Hondelinck, geb. circa 1600. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Tonies ten Rellicker en zijn echtgenote Elske Hondelinck. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Tonnis ten Rollicker een “huys ende een klein haeffken, geset op 6 gulden 15 stuver” en bezit hij “noch een gaerdeken in die Weme, doende ter pacht 1 gulden 15 stuver”, alles gelegen in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. dochter Geszken, ged.(ned.ger.) Neede 7-12-1628 (getuigen Jan ter Rellecker, Lise Retmolle en Gertien Hoendeling). b. zoon Jan, ged.(ned.ger.) Neede 13-12-1635 (getuigen Jan ten Rellcker, Gertt Schroersz en Geszken Beijen). c. dochter Jenneken, ged.(ned.ger.) Neede 28-7-1639 (getuigen Herman Hondelinck, Orsele Rietmolle en Anna Beijen). 4. Henrick ten Rellicker, geb. circa 1600, ovl. 1638/1639, tr.(ned.ger.) Neede 1627 Lisebet Reetmoelle, dv. mr. Tonies Reetmoelle, geb. circa 1600. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan twee keer achtereenvolgens vermeld Henrich ten Rellicker en Lisebet Reetmoelle. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 bezit en bewoont Hendrick ten Rellicker een “een spijcker ende een gaerden van een spint gesaey, getaxiert 4-10-0”op den kerckhoff in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. dochter Maria, ged.(ned.ger.) Neede 16-3-1634 (getuigen Toennisz ten Rellcker, Gertien Retmolle en Webbe ten Rellcker). b. zoon Toenis, ged.(ned.ger.) Neede 22-1-1637 (getuigen Teelman Sluiter, Berendt te Hoente en Lisabet Ridtmollen). c. zoon Antoni/Tonnis, ged.(ned.ger.) Neede 14-1-1638 (getuigen Orssele Rietmolle, Jan ten Relcker en Herman Smit). 5. Herman ten Rellicker, geb. circa 1600, doopgetuige 1624, tr.(ned.ger.) Neede 22-11637 Hendrickjen Lanckheit, geb. circa 1600. In het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 staat in het dorp Neede vermeld: “Herman ten Rellekers huys staat ledich. Is an landt bij 3 spint gesaeys. Doet ter pacht 6 gulden.”
6. Aeltjen ten Rellicker, geb. circa 1605, tr.(ned.ger.) Neede 1629 Hendrick Laerinck/ Loering, geb. circa 1605, doopgetuige 1639. Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. dochter Stine, ged.(ned.ger.) Neede 13-3-1631(getuigen Jan ten Rellecker, Elszken ten Rellcker en Stine Buncking). b. zoon Jan, ged.(ned.ger.) Neede 30-9-1633 (getuigen Henrick Luszing junior, Henrick ter Relleker en Anna Loering). c. zoon Hijnderick, ged.(ned.ger.) Neede 29-5-1637 (getuigen IJannes Luisinck, Berendt van der Wick en Geseken te Lintele). d. dochter Eve, ged.(ned.ger.) Neede 28-6-1640 (getuigen Conrad van der Wijck, Lijseken toe Linteloe en Elske Gerdincks). 7. Aelcke ten Rellicker, tr.(ned.ger.) Neede 2-1-1631 Herman Elverinck, ovl. na 9-121651??? Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede.
8. Wolbert ten Rellicker, geb. circa 1605, doopgetuige 1631-1636, tr.(ned.ger.) Neede 6-12-1640 Jenneken Goerckinck, geb. circa 1605. 9. Gese ten Rellicker, geb. circa 1610, ovl. na 9-12-1651, tr.(1) (ned.ger.) Neede 17-31633 Henrich Goeszens alias ten Rellcker, geb. circa 1610. Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. dochter Maria, ged.(ned.ger.) Neede 23-3-1634 (getuigen Wolbert toe Rellcker, Geszken Luszing en Jenncken Schipbecke). b. zoon Jan, ged.(ned.ger.) Neede 17-1-1636 (getuigen Wolbertt ten Rellcker, Engelbertt Teisseling en Gretien ten Rellcker). Geesken ten Rellicker, tr.(2) (ned.ger.) Neede 27-5-1638 Gerrit ter Linde, geb. circa 1610, ovl. na 9-12-1651.
Meister Toennisz Retmolle, geb. ca. 1580, doopgetuige 1628, tr.(1) circa 1605 NN. Waarschijnlijk zijn de volgende personen een broer en twee zusters van Toennisz Retmolle: o Jan Retmolle en zijn echtgenote Berndt Brethouwers (Retmolle) (vermeld ORAB 11-9-1652). In het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 wordt in het dorp Neede vermeld Berendtjen, weduwe Roetmoelen. Uit dit huwelijk o.a.: Lisebit/Liseken Reetmolle (tr. (ned.ger.) Neede 16-9-1638 Johan Petershagen; vermeld ORAB 11-9-1652)), Gertien Reetmolle (vermeld ORAB 11-9-1652), Johan (* Neede 8-12-1616), Toennis (* Neede 2-1-1620) en Lummen (* Neede 8-12-1622, tr. voor 1648 Derck ten Nijenhuis alias Bitters (vermeld ORAB 27-7-1648 en 11-9-1652)). o Willem Retmolle en haar echtgenoot M. Jan Robbersz de jonge. Uit dit huwelijk o.a.: Trijnen (* Neede 28-7-1616), Robbert (* Neede 15-2-1618) en Conradt (* Neede 13-12-1620). o Hermen Retmolle, doopgetuige 1618-1635, tr.(ned.ger.) Neede 22-8-1630 Berent Wessels. Uit dit huwelijk o.a.: Toennisz (* Neede 10-11-1633).
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Lisebet Reetmoelle, geb. circa 1605, tr.(ned.ger.) Neede 1627 Henrick ten Rellicker, geb. circa 1600, ovl. 1638/1639. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan twee keer achtereenvolgens vermeld Henrich ten Rellicker en Lisebet Reetmoelle.
Meister Toennisz Retmolle, tr.(2) voor 1620 Ursula NN, geb. tussen 1590 en 1600, doopgetuige 1620-1639. Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede. Toennisz Retmolle is op 14-9-1628 getuige bij de doop van Hermen, zv. Telman Schluter en Gertien Salcking, en Ursula Retmolle is op 13-12-1620 getuige bij de doop van Conradt, zv. M. Jan Robersz en zijn echtgenote Willem Retmolle, op 5-2-1631 bij de doop van Henrick, dv. Herman Cornelliszen en Trine, op 14-1-1638 bij de doop van Antoni/Tonnis, zv. Henrich ten Relcker en Lijseken Rietmolle, en tenslotte op 28-7-1639 bij de doop van Jenneken, dv. Tonnis ten Relliker en Elscke Hondelinck, allen in de NG-kerk te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Ernst Retmoll, ged.(ned.ger.) Neede 15-12-1622 (getuigen Berndt Moller, Jacob Sallking en Fenna Retmoll). 2. dochter Jan Retmolle, ged.(ned.ger.) Neede 13-2-1625 (getuigen Roloff Kock, Gertien Salcking en Herman Retmolle). 3. Janmaget Retmolle, ged.(ned.ger.) Neede 18-5-1626 (getuigen Wolbert Moller, Anna Kettelbursz en Berndt Retmolle). 4. Garret Retmolle, ged.(ned.ger.) Neede 6-4-1628 (getuigen Jost Schmitt, Tellman Schlutter en Margreta Poppinck). 5. dochter Henrick Retmolle, ged.(ned.ger.) Neede 17-10-1631 (getuigen Henrick Luszing, Anna Kupersz en Lise Retmollen). 6. Toennisz, ged.(ned.ger.) Neede 18-6-1633 (getuigen Gerret Ransdaerp, Toennisz ten Rellcker en Maergreta Sentsz).
M. Jan Robbersz de jonge, geb. circa 1590, doopgetuige 1616-1626, tr. voor 1616 Willem Retmolle, geb. ca. 1590, doopgetuige 1618-1636. Jan Robbersz is op 8-12-1616 doopgetuige bij Johan, zv. Johan Reitmolle en Berent, op 16-8-1618 bij Berndt, zv. M. Jan Gerdinck en Grette, en op 30-7-1626 bij Berndt, zv. Joergen Weszelsz en Grete. Zijn echtgenote Willem Retmolle is op 25-10-1618 doopgetuige bij Berndt, zv. Roloff Kremmer en Luttien, op 10-1-1619 bij Mette, dv. Garrett Leppinck en Anna, op 20-4-1625 bij Warner, zv. Berndt Floerin en Anna, op 30-7-1626 bij Maria, dv. Henrick Radmacker en Cornellisz, op 11-11-1627 bij Mechtelt, dv. Joergen Weszelsz en Grette, op 1-1-1628 bij Alle, dv. Herman Cornelliszen en Trine, op 12-10-1628 bij Aellcken, dv. Engelbertt Beijen en Anna, en tenslotte op 12-11636 bij Frerick, zv. Gerret Ransdaerp en Henrick, allen in de NG-kerk te Neede. Zij staan niet vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Trijnen, ged.(ned.ger.) Neede 28-7-1616 (getuigen Lambert Haller, Marien Tappen en Jorrien, de husfrow van Berndt van Munster). 2. Robbert, ged.(ned.ger.) Neede 15-2-1618 (getuigen Robbert Robbertsen, Jan Retmolle en Anna van Aller). 3. Conradt, ged.(ned.ger.) Neede 13-12-1620 (getuigen Egbert Schulte Giffell, Arndt ten Grottenhusz en Ursula Retmollsz).
Meister Sendt Schmidt, geb. ca. 1590, doopgetuige 1619, ovl. voor 1646, tr. voor 1615 Margreta (Grette) NN (Kuppers of Loering?), geb. ca. 1590, doopgetuige 1623-1639, ovl. na 1646. Meister Sendt Schmidt is op 10-1-1619 doopgetuige bij Mette, dv. Garrett Leppinck en Anna. Zijn echtgenote Maergreta (Grete) Sentsz/Smitsz is op 23-3-1623 doopgetuige bij Fenna, dv. Herman Marquerinck en Maria, op 18-6-1633 bij Toennisz, zv. Toennisz Retmollen en Ursula, op 10-11-1634 bij Arnt, zv. Wolbertt Moller en Jan, op 11-10-1635 bij Gertien, dv. Jan Ruhoff en Trude, op 29-1-1637 bij Maeria, dv. Hermen Nihuis, op 14-10-1638 bij Tonnes, zv. Jan ten Relliker en Elske, en tenslotte op 21-41639 bij een zoon van Arent Viandes, allen in de NG-kerk te Neede. Zij staan echter geen van beiden vermeld op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 is Griete Cents een “schaemele weduwe” en bezit zij “een huysken ende een hoff van ½ spint gesaeys” in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Thomas Sentz/Cents, geb. ca. 1615, tr.(1) (ned.ger.) Neede 30-1-1642 Lutgert Taegerinckx, geb. ca. 1615, ovl. ca. 1662. Thomas Cents wordt op 10-6-1660 (Pinksteren) lidmaat van de NG-kerk Neede.
Thomas Centz, wv. Lutgert Tegerinx in den Rouwenhoff , tr.(2) (ned.ger.) Neede 9-3-1662 Jenneken Grollen, dv. Hendrik Grollen in Haxbergen. 2. Willem Sent Schmidt, ged.(ned.ger.) Neede 22-12-1616 (getuigen Berendt Kupper, Rouben Loerinck ende Koenne Helmichs). 3. Jan Sendt Smidt, ged.(ned.ger.) Neede 26-9-1618 (getuigen Jan Schurinck, Dres Wessels en Eva Loerinck). 4. Jutte Sendt Schmidt, ged.(ned.ger.) Neede 26-3-1620 (getuigen Jann Schurinck, Anna Leppinck en Anna Keisers), jdv. wijlen Cent Smits in Nede, tr.(ned.ger.) Neede 25-91659 Wilm Mullers, wv. Anneken Beckincks in Nede. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staat vermeld Judit Vincentz Thomas en op 28-91656 (St. Michiel) nogmaals Judith Centens, jongedochter, cum testimonio. Wilm Mullers wordt op 22-4-1660 (Pasen) lidmaat van de NG-kerk Neede.
Willem Muller, wv. Jutte Cents in Nede, otr./tr.(2) (ned.ger.) Neede 1/22-12-1667 Heijltjen Boumeijsters, dv. wijlen Hendrick Boumeijster van Haexbergen. 5. Wolter Sendt Schmidt, ged.(ned.ger.) Neede 18-5-1623 (getuigen Roetier Loerinck, Dresz Weszelsz en Maria Tangnasz)., ovl. tussen 1665 en 1669, tr. ca. 1645 NN. Wolter Centz wordt op 26-3-1665 (Pasen) lidmaat van de NG-kerk Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: a. Jenneken Cents, dv. Wolter Cents, geb. Neede ca. 1646, woonachtig in Geesteren 1669, otr. Geesteren/Neede 9/10-1-1669, tr.(ned.ger.) Neede 7-2-1669 Berent Berentsen, zv. wijlen Berent Wolters, geb. ca. 1646, woonachtig in Geesteren 1669. Jenneken Cents, huisvrouw van Berent Berentsen in Nede, wordt op 8-6-1679 (Pinksteren) lidmaat van de NG-kerk Neede.
b. Grietjen Cents, geb. Neede ca. 1651, tr.(ned.ger.) Neede 5-2-1676 Lambert Assinck, geb. ca. 1651. Lambert Assinck en Grietjen Cents, ehelieden, worden op 25-12-1678 (Kerstmis) lidmaat van de NG-kerk Neede. Uit dit huwelijk onder andere Wolter, zv. Lambert Berentsen en zijn ehevrouw, ged.(ned.ger.) Neede 19-12-1680.
6. Angnes Sent Schmidt, ged.(ned.ger.) Neede 19-12-1624 (getuigen Rotger Kock, Eva Tappen en Anna Kupers).
M. Jan Tangna, geb. Goor? circa 1595, doopgetuige 1619-1631, tr. voor 1619 Maria te Hoente, geb. circa 1595, doopgetuige 1623. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Johan Tangena en Maria ten Hoente. M. Jan Tangna is op 25-4-1619 doopgetuige bij Jan, zv. Jan te Hoente, koster tot Nedee, en zijn echtgenote Wolter, op 22-10-1620 bij Arndt, zv. Hermen Cornellis en Aele, en op 5-2-1631 bij Henrick, dv. Herman Cornelliszen en Trine, allen in de NG-kerk te Neede. Zijn echtgenote Maria Tangnasz is aldaar op 18-51623 doopgetuige bij Wolter, zv. Sendt Schmidt en Margretta.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Harmen, ged.(ned.ger.) Neede 30-5-1619 (getuigen Francken Polmans, Berndt Mentinck en Elszken Floers). 2. Elszken, ged.(ned.ger.) Neede 3-6-1621 (getuigen Jan Retmoll, Margreta Poppincks en Elszken Tangnas).
Meister Willem Teger(ing), geb. circa 1590, doopgetuige 1618-1626, ovl. na 1646, tr. voor 1616 Elszken (Elisabet), geb. circa 1590, doopgetuige 1620-1640. Meister Willem Teger(ing) is op 25-10-1618 doopgetuige bij Berndt, zv. Roloff Kremmer en Luttien, op 23-2-1625 bij Harmen, zv. Gert int Huiszken en Aelcken, op 20-11-1625 bij Goszen, zv. Egbert Tegering en Steven, en op 26-12-1626 bij Gertien, dv. Hermen te Lugenhoerst en Jutte. Zijn echtgenote Elske (Lijse) Tegerinck is op 13-2-1620 doopgetuige bij Margretta, dv. Garrett ter Meer en Fenna, op 8-5-1635 bij Elszken, dv. Egbertt Tegering en Steven, op 16-3-1637 bij Hinderick, dv. Albert Bloes Bouman en Elske, en op 13-3-1640 bij Johan, zv. Jr. Derrick van Buloe, allen in de NG-kerk te Neede. Waarschijnlijk zijn de onderstaande personen broers en zusters van Willem Teger(ing). Gezien de naamgeving van hun kinderen zouden hun ouders Jan en Stine geheten kunnen hebben. o Lutgert Tegerinck, geb. circa 1590, doopgetuige 1621-1634, tr.(1) voor 1618 Roloff Kremer, geb. circa 1590. Uit dit huwelijk o.a.: Berndt (* Neede 25-10-1618), Jan (* Neede 25-10-1618), Stine (* Neede 29-2-1624) en Henrick (* Neede 15-12-1624). Lutgert Taegerinckx tr.(2) (ned.ger.) Neede 30-1-1642 Thomas Sentz. o Berendt Teger(ing)/Taegerinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1616-1628, lidmaat NG-kerk Neede, tr.(ned.ger.) Neede 1627 Anna Loeszinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1633. Uit dit huwelijk o.a.: Goszen (* Neede 19-2-1630) en Jan (* Neede 23-3-1632). o Egbert Teger(ing)/Tägerinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1618-1632, tr.(ned.ger.) Neede 1625 Stephaentjen/Steven Loeszinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1630-1633. Uit dit huwelijk o.a.: Goszen (* Neede 20-11-1625), Stine (* Neede 1-11-1629), Elszken (* Neede 8-5-1635) en een ongenoemde zoon (* Neede 9-12-1638). o Aelle Tegerinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1619-1629. o Jan /Johan Tegering/Tägerinck, geb. circa 1605, doopgetuige 1628-1638, lidmaat NG-kerk Neede, tr.(ned.ger.) Neede 15-9-1630 Wilmken ten Erve, geb. circa 1605, doopgetuige 1630-1632. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 voor de buurschap Hoonte “woent Willhem Tegerinck mede op jonker Buloe sijn goet. Verclaert te hebben 4 molder geseys, tientvrij, daervan hij geefft: 27-0-0. Met dat huys sonder haeffken. Noch 3 molder geseys, tientvrij, gebouwt op die derde garve: 23-19-11. [Totaal:] 50-19-11.”.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jan Teger, ged.(ned.ger.) Neede 7-7-1616 (getuigen Ruloff te Giffell, Berendt Teger, Goesken Egginck). 2. Stine Teger, ged.(ned.ger.) Neede 28-7-1619 (getuigen Garrett ter Wemmen, Jannes Hondeling en Aelle Tegerinck). 3. Berndt, ged.(ned.ger.) Neede 23-8-1628 (getuigen Woltter te Hoente, Jan Tegering en Aelle Tegering).
Meister Henrick Teus(z), geb. circa 1590, doopgetuige 1623-1635, tr. voor 1617 Gertken/Gertien Tieszelinck, geb. circa 1590. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Henrich Matteuszen en Gertjen Tieszelinck. Henrick Teusz is op 16-3-1623 doopgetuige bij een onbenoemd kind van meister Jan Gerdinck en Margretta, op 10-2-1633 bij Enneken, dv. Jan Moller en Margreta, en op 1-3-1635 bij Jan, zv. Henrick en Elszken utt den Stoffernisze, allen in de NNG-kerk te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jan, ged.(ned.ger.) Neede 23-11-1617 (getuigen Arndt Hoeten, Jan Schroer en Elberich Hennich). 2. Derck, ged.(ned.ger.) Neede 22-8-1619 (getuigen Lamberdt Teiszeling, Woltter te Koette en Derck Teiszeling). 3. Toennis, ged.(ned.ger.) Neede 28-1-1621 (getuigen Jost van Brunckhorst, Jann van Alten en Margreta Herkels, die huiszfrau van den pastor Swaven). 4. Roetier, ged.(ned.ger.) Neede 19-1-1623 (getuigen Martin Kettelbur, schoelmeister tot Nede, Henrick Luszinck en Margretta Meilingsz). 5. Anna, ged.(ned.ger.) Neede 2-1-1625 (getuigen Garrett Ransdarp, Goszen Luszinck en Gertien Hoeten). 6. Allecken, ged.(ned.ger.) Neede 14-5-1627 (getuigen Kupper Jost van Geisteren, Elszken te Kotte en Alle Vittsz).
Meister Garrett Leppinck alias Timmerman, geb. ca. 1595, doopgetuige 1620-1633, ovl. voor 1646, tr. voor 1619 Anna NN, geb. circa 1595, doopgetuige 1620, ovl. na 1646. Hierbij is uitgegegaan van de hypothese dat Garrett Leppinck en Garrett Timmerman één en dezelfde persoon zijn, maar harde bewijzen daarvoor heb ik (nog) niet gevonden. Gerdt Leppinck is op 8-11-1620 doopgetuige bij Anna, dv. Jan van Beloe en Jennecken, Anna Leppinck is op 26-3-1620 doopgetuige bij Jutte, dv. Sendt Schmidt en Margreta, en Garrett Timmerman is op 18-3-1633 doopgetuige bij Marij, dv. Roleff Volckering en Jenncken, allen in de NG-kerk te Neede. Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 is Anneken Leppinck een “schaemele weduwe” en bezit zij “een huysken, daertoe een haeffken, groet 2 spint geseys, geefft tot thins 18 stuver. 7-10-0.”, gelegen in het dorp Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Mette Leppinck, ged.(ned.ger.) Neede 10-1-1619 (getuigen meister Sendt Schmidt, Willem Retmolle en Koenne te Kinckeler). 2. Jann Leppinck, ged.(ned.ger.) Neede 30-12-1621 (getuigen Gerret Kosters, Herman Kuppersz en Gertken Bennincksz). 3. Berndt Timmerman, ged.(ned.ger.) Neede 31-7-1625 (getuigen Lambert Teiszeling, Jan Pastoersz en Trude Ruhoffes).
Scholteboeren en molenaars in het doopboek
Jan Schulte te Ble(c)ken , geb. circa 1590, doopgetuige 1616-1637, tr.(1) voor 1614 Fenna NN, geb. circa 1590, doopgetuige 1619-1630, ovl. circa 1637. Jan/Johan Schulte Ble(c)ken is op 8-12-1616 doopgetuige bij Joerien, zv. Ruloff Assinck en Henrich, op 12-3-1620 bij Jann, zv. Jochim Schmidt en Maria, op 26-5-1622 bij Jann, zv. Gerdt Bleken en Gertien, op 13-2-1625 bij Heilcken, dv. Lambert Blecken en Margreta, op 16-4-1626 bij Wanner, zv. Berndt Floerin en Anna, op 23-7-1626 bij Jost, zv. Toennisz Timmermansz en Engele, en op 3-9-1637 bij Fenne, dv. Gerdt Huingerinck en Ale, allen in de NG-kerk te Neede. Zijn echtgenote Fenne Ble(c)ken is op 15-3-1619 doopgetuige bij Fenne, dv. Roloff Assinck en Henrick, op 25-4-1619 bij Jan, zv. Jan te Hoente, kuster tott Nede, en Woltter, op 6-5-1621 bij Elszken, dv. Roloff Kock en Henrick, en op 25-5-1630 bij Margreta, dv. Garret Poppinck en Metta, allen in de NG-kerk te Neede Het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 vermeldt in de buurschap Hoonte onder Neede “Dat erve Bleken. Gehoeret bij het Ampthuys toe Borkeloe. Desen bouwman geeft aen van gaerden ende bouwlandt: 16 molder, tientvij, op die derde garve. Hofflandt: 1 schepel ende 8 koeweyden. Geefft ter pacht 151 gulden, een gans, viefftich eyer, vier paer hoender. Pontschattinge 16 gulden 2½ stuver, 181-14-0.” Waarschijnlijk zijn de onderstaande personen broers en een zuster van Jan Schulte te Ble(c)ken: o Gerdt Bleken, geb. circa 1595, tr. voor 1622 Gertien NN. Uit dit huwelijk o.a.: Jann (* Neede 26-51622). o Lambert Bleken, geb. circa 1595, doopgetuige 1616-1627, tr.(ned.ger.) Neede 1624 Grete ter Luggenhorst, geb. circa 1595, doopgetuige 1628-1631. Uit dit huwelijk o.a.: Heilcken (* Neede 13-21625), Henrick (* Neede 10-6-1627), Trine (* Neede 25-3-1632) en Maeria (* Neede 11-12-1636). o Engele Bleken, geb. circa 1600, doopgetuige 1625, tr.(ned,ger.) Neede 1623 Tonies Timmerman, geb. circa 1600. Uit dit huwelijk o.a.: Jost (* Neede 23-7-1626). o Berndt Blecken, geb. circa 1600, doopgetuige 1625-1627.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Aeltjen Bleken, geb. circa 1614, doopgetuige 1633, tr.(ned.ger.) Neede 15-1-1637 Gerd Hungerinck, geb. circa 1614. Uit dit huwelijk o.a.: Fene (* Neede 3-9-1637), Derck (* Neede 8-9-1639).
2. zoon Koep, ged.(ned.ger.) Neede 5-10-1616 (getuigen Jan Goetinck, Albert ter Olinghoff en Wolter, de huiszfrau van Jan te Hoente, kuster tott Nede). 3. dochter Derck, ged.(ned.ger.) Neede 22-11-1618 (getuigen Johann Seissinck, Trine Smits en Aelcken te Kernebeck). 4. dochter Margreta, ged.(ned.ger.) Neede 18-3-1620 (getuigen Harmen Olinckhoef, Henrich Assinck en Maria Schmidts). 5. dochter Jan, ged.(ned.ger.) Neede 19-5-1622 (getuigen Herman Vennemans, Engele Hubertsz en Gertien Kernebecksz). 6. dochter Mechtelt, ged.(ned.ger.) Neede 1-5-1625 (getuigen Berndt Blecken, Margreta Poppingsz en Engele Blecken). 7. dochter Stine, ged.(ned.ger.) Neede 8-4-1627 (getuigen Roloff Poppinck, Anna Kettelbursz en Maria ter Mast). 8. dochter Trine, ged.(ned.ger.) Neede 8-3-1629 (getuigen Willem Loegemorsch, Alle Fennemans en Anna ten Dam). 9. zoon Jan, ged.(ned.ger.) Neede 31-7-1631 (getuigen Herman van der Wick, vogt tot Nede, Martin Kettelbur, scholmeister, en Swennen Retmolle).
Johan Schulte tot Bleken tr.(2) (ned.ger.) Neede 29-10-1637 Hardwich ten Ollinckhave, dv. Berndt ten Ollinckhave?, geb. circa 1610. Uit dit huwelijk o.a.: 1. zoon Berndt, ged.(ned.ger.) Neede 11-11-1638 (getuigen Jan te Hoente, Jan ten Oldinckhaeve en Enneken Cuipers). Johan Schulte tot Bleken tr.(3) (ned.ger.) Neede 9-5-1641 Eckbertjen Wolbrinck, geb. circa 1615.
Egbert Schulte Giffell, geb. circa 1675, doopgetuige 1620-1637, tr. Derksken NN, geb. circa 1675, doopgetuige 1618-1619. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Egbert Schulte tott Giffle en zijn broer Johan te Giffel (doopgetuige 1621-1629), met zijn echtgenote (ejus uxor) Johanna (doopgetuige 1633). Egbert Schulte Giffell is op 13-12-1620 doopgetuige bij Conradt, zv. M. Jan Robersz en Willem, op 6-3-1625 bij Geszken, dv. Egbert ter Buerman en Jennecken, op 1-1-1628 bij Derck, dv. Christiaen Schulte te Giffelle en Goszen, op 25-5-1629 bij Margreta, dv. Christoffer te Kotte en Elszken, op 13-12-1635 bij Hermen, zv. Henrick Luszing junior en Anna, en op 21-5-1637 bij IJan, zv. Wigerdt Eginck en Mechtelt. Zijn echtgenote Derck te Giffele is op 25-10-1618 doopgetuige bij Derck, zv. Harmen Nijhus en Gertien, en op 1-8-1619 bij Harmen, zv. Egbertt te Burman en Jennecken, allen in de NG-kerk te Neede.
Goszen/Geszken te Giffele, dv. Johan te Giffele en Johanna en oomzegger van Egbert Schulte te Giffell (ORAB 442), geb. circa 1600, doopgetuige 1625-1640, ovl. na 13-71663 (ORAB 442), otr./tr.(1) (ned.ger.) Lochem/Neede 4-4/12-6-1626 Christiaen Steelkamp, Schulte te Giffelle (1626-1641), ged.(ned.ger.) Lochem 3-11-1595, zv. Gerrit Steelkamp van der Wildenborch uit de Boshuurne, doopgetuige 1632-1637, ovl. tussen 19-4-1640 en 21-11-1641. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan vermeld Christianus te Giffel en Goswina, ejus uxor (=echtgenote). Christian te Giffele is op 6-1-1632 doopgetuige bij Jochem, zv. Albert Boumans en Elszken, en op 19-21637 bij Philipus, zv. Wolter te Hoente en Klaer. Zijn echtgenote Goossen is op 30-1-1625 doopgetuige bij Maria, dv. Jan Withach en Jennecken, op 12-2-1626 bij Lijse, dv. Jochem Bumans en Anna, op 16-5-1632 bij Anna, dv. Brock Jan en Jenneken, op 28-10-1632 bij Fenna, dv. Frerick Aszing en Fenna, op 13-2-1635 bij Jochem, zv. Albertt Boumans en Elszken, op 30-10-1636 bij IJan, zv. Evert Rotgerinck en Gesken, op 20-1-1639 bij Derck, dv. Wicherd Egginck en Mechtelt, op 13-3-1640 bij Johan, zv. Jr. Derrick van Buloe, en tenslotte op 19-4-1640 bij Berent, zv. Wolter te Hoente en Clara, allen in de NG-kerk te Neede. Uit de wederzijdse doopgetuigen blijkt een sterke relatie met de familie Van Buloe en met Albert Welmerinck, bouwman op Bloes, die op 13-3-1631 te Neede was gehuwd met Elske ter Beke.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. dochter Derck, ged.(ned.ger.) Neede 1-1-1628 (getuigen Egbertt Schultte Giffelle, juffrau Gertrudt van Brockhusen, weduwe van Clausz van Bulo, en Maria Eggink). 2. zoon Henrick, ged.(ned.ger.) Neede 28-11-1629 (getuigen Jan Steinkamp, Jan te Giffell, Johan Lendering). 3. dochter Jan, ged.(ned.ger.) Neede 13-3-1631 (getuigen Henrick Moller tot Marckfeltt, Aelle Wannighoff en Gertien Stilkamp). 4. dochter Stine, ged.(ned.ger.) Neede 27-10-1633 (getuigen Roloft Egginck, juffrau Bloeszen en Gerien te Kate). 5. dochter Gertien, ged.(ned.ger.) Neede 29-11-1635 (getuigen Albertt Boumans, Mechteltt Eggincksz en Geeszken Lendering).
6. zoon Gert, ged.(ned.ger.) Neede 26-2-1637 (getuigen IJan ten Kate, Alberdt Bloes Bouman, Gese Egginck). 7. zoon Egbert, ged.(ned.ger.) Neede 10-11-1639 (getuigen den E. Tilman Sluiter, kerckmeister tot Nede, en Goessen Werninckhoff met Gertien van Halle, huisfrouwe van den E. Herman van der Wijck, voogt tot Nede). Goesken te Giffele tr.(2) (ned.ger.) Neede 21-11-1641 Jacob Olthaer, Schulte te Giffell, geb. circa 1610 (ORAB 21), doopgetuige 1637, ovl. na 22-8-1664 (ORAB 21).
Jan Schulte te Negbrinck, geb. ca. 1585, doopgetuige 1617-1639, tr. circa 1610 Jennecken NN, geb. circa 1585, doopgetuige 1619-1633. Op de oudste lidmatenlijst van de NG-kerk Neede staan achtereenvolgens vermeld Johan Schulten op Negbrinck en zijn zoon Waerner Negbrinck. Jan Schulte te Negbrinck is op 11-5-1617 doopgetuige bij Henrich, zv. Arendt ten Hopen en Swenne, op 23-3-1623 bij Henrick, zv. Berndt ten Middelhusz en Gese, en op 27-1-1639 bij Jan en Garrit, zv. Albert Laerinck en Aele, allen in de NG-kerk te Neede. Zijn echtgenote Jennecken ten Negbrinck is op 1-1-1619 doopgetuige bij Stinne, dv. Gerdt Negbrinck en Jutte, op 5-9-1619 bij Harmen, dv. Floer Belen en Margretta, op 10-6-1621 bij Fenna, dv. Berndt te Middelhusz en Goese Keisers, op 1-1-1623 bij Egbert, zv. Lubbert Sigerinck en Fenna, op 4-11-1633 bij Hermen, zv. Henrick Wolbering en Hermen, allen in de NG-kerk te Neede. Mogelijk zijn de onderstaande personen een broer en zuster van Jan Schulte te Negbrinck: o Gerdt ten Negbrinck, geb. circa 1590, tr. circa 1615 Jutte NN. Uit dit huwelijk o.a.: Henrich (* Neede 13-10-1616), Stinne (* Neede 1-1-1619), dochter Derck (* Neede 15-7-1621), Jennecken (* Neede 156-1623) en dochter Henrick (* Neede 21-8-1625). o Fenna, geb. circa 1595, doopgetuige 1617-1618, tr. voor 1617 Lubbert (Engelberts?) Sigerinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1621-1632, lidmaat NG-kerk Neede. Uit dit huwelijk o.a. Egbert (* Neede 1-1-1623), Jenneken (* Neede 5-8-1632) en Albert (* Neede 24-6-1638).
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Stine, geb. circa 1605, doopgetuige 1627-1639, tr.(ned.ger.) Neede 1625 Goeszen Lärinck/ Loering, geb.circa 1605. Uit dit huwelijk o.a.: Herman (* 27-2-1625) en Trine (*11-5-1628).
2. Werner, geb. circa 1610, doopgetuige 1628-1637, overl. na 9-8-1668, tr.(ned.ger.) Neede 11-11-1632 Geesken ter Weme, geb. circa 1610, doopgetuige 1636-1638 . Wanner ten Negbrinck is op 11-5-1628 doopgetuige bij Trine, dv. Goszen Loerinck en Stine Negbrinck, op dezelfde datum bij Henrich, zv. Herman Henrixsen, op 5-8-1632 bij Jenneken, dv. Lubbert Sigering en Fenna, en op 16-4-1637 bij Garridt, zv. Alberdt Loerinck en Ale. Zijn echtgenote Geesken ten Negberinck is op 31-1-1636 doopgetuige bij Trine, dv. Jan ter Wemmen en Henrick, op 20-11-1636 bij Jencken, dv. Goesen Maerckerinck en Jencken, en op 24-6-1638 bij Albert, zv. Lubbert Sigerinck, allen in de NG-kerk te Neede Uit dit huwelijk: a) Hermen, ged.(ned.ger.) Neede 12-12-1636 (getuigen Geeske ten Brinckhaeve, Gerrdt ten Negberinck, Hinderick ten Negberinck). b) Johan, ged.(ned.ger.) Neede 8-9-1639 (getuigen Goessen Marquerinck, Alken Negberinck, Gerrit Negberinck).
3. Engelbert Negbrinck, geb. circa 1610, doopgetuige 1629-1633, tr.(ned.ger.) Neede 24-3-1636 Hendricksen Egginck. 4. Hendrick Neckbrinck, geb. circa 1615, doopgetuige 1636-1637, tr.(ned.ger.) Neede 26-3-1640 Aeltjen Kassenbergs. 5. Gerd ten Negbrinck, geb. circa 1615, doopgetuige 1636-1640, tr.(ned.ger.) Neede 20-3-1642 Grete Henninck.
6. Johan, ged.(ned.ger.) Neede 9-2-1617 (getuigen Warner Gerdinck, Henrich Bartelsz en Goesen Gossens). 7. onbenoemde zoon Thomas?, ged.(ned.ger.) Neede 2-1-1620 (getuigen Alberdt Gerdinck, Toennes Banninck en Aelle Hondeling), tr.(ned.ger.) Neede 18-9-1642 Hendricksken Elferinck. 8. Aelle, ged.(ned.ger.) Neede 12-5-1622 (getuigen Berndt Moller, Gesken Keisersz en Anna Voerking), doopgetuige 1639, tr.(ned.ger.) Neede 24-7-1642 Albert ten Brummelaer.
Bernt Ollinkhof, zv. Schulte Olminkhof en Hartwich NN, geb. circa 1585, landbouwer en schulte op het goed Olminkhof (1609-1628), ovl. voor mei 1628, tr. 26-2-1609 (archief van het Stift Vreden) Trinen (Cathrine) zu Lögemors, geb. circa 1590, ovl. voor 1642. Zij wonen op het goed Olminkhof in Olden Eibergen onder de voogdij Eibergen (thans Needseweg 35, Eibergen). Voor meer informatie over deze familie zie het boekwerk 800 jaar Olminkhof (Olminkhof, 1988). Berndt ten Olinckhoff is op 31-5-1618 doopgetuige bij Toennis, zv. Berndt Schurinck en Armgardt, en op 12-3-1620 bij Jann, zv. Jochim Schmidt en Maria, beiden in de NG-kerk te Neede. Mogelijk zijn de onderstaande personen broers en een zuster van Bernt Schulte Ollinkhof: o Albert Olinckhoff, geb. circa 1590, doopgetuige 1616, tr. voor1623 Gertien NN (te Logemarsch?), geb. circa 1590, doopgetuige 1629. Uit dit huwelijk o.a.: Berndt (* Neede 23-3-1623; getuigen Gerdt ter Beszbecke, Willem te Logemarsch en Berndtgen ter Logemarsch). Albert ter Olinghoff is op 5-10-1616 doopgetuige bij Koep, zv. Jan Schulte te Bleken en Venna, en zijn echtgenote Gertien ten Olinghoff is op 3-5-1629 doopgetuige bij Metta, dv. Henrick Blecken en Berntien, beiden in de NG-kerk te Neede. o Harmen ten Olinghove, is op 21-9-1617 doopgetuige bij Wessele, dv. Toennis Schuring en Gese, en op 18-3-1620 bij Margreta, dv. Jann Schulte Blecke en Mechtelt, beiden in de NG-kerk te Neede. o Jennecken ten Olinckhoff is op 6-6-1625 in de NG-kerk te Neede doopgetuige bij Gertien, dv. Henrick Schurinck en Maria. o Essele ten Ollinckhove, tr. (ned.ger.) Neede 23-5-1630 Gerrit ten Roschemaersch.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Hardwich ten Ollinckhave, geb. circa 1612, ovl. circa 1640, tr. (ned.ger.) Neede 29-101637 weduwnaar Johan Schulte tot Bleken, geb. circa 1590, doopgetuige 1616-1637. Uit dit huwelijk: Berndt, ged.(ned.ger.) Neede 11-11-1638 (getuigen Jan te Hoente, Jan ten Oldinckhaeve en Enneken Cuipers). Johan Schulte tot Bleken tr.(3) (ned.ger.) Neede 9-5-1641 Eckbertjen Wolbrinck.
2. Johann Schulte Olijnckhoff, geb. circa 1615, landbouwer en schulte op het goed Olminkhof (ca. 1640 e.v.), ovl. circa 17-6-1679, tr. circa 1640 Griete, geb. circa 1615, ovl. circa 25-9-1678. IJan Schulte ten Nolvinckhoeve is op 30-10-1636 doopgetuige bij IJan, zv. Hinderick op Schuirinck en Maeria, en Jan ten Oldinckhaeve op 11-11-1638 bij Berndt, zv. Jan Bleken en Hadewich (zie hiervoor sub 1), beiden in de NG-kerk te Neede. Zij wonen op het goed Olminkhof in Olden Eibergen onder de voogdij Eibergen (thans Needseweg 35, Eibergen). Het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 vermeldt in de buurschap Olden Eibergen “’t Goet soo Joan ten Olminckhoff den jongen bouwet. Is horich aen d’abdie te Vreden.” Hij wordt aangeduid als de jonge ter onderscheid van zijn stiefvader Johan Kreijsz alias Ollinckhoff de oude.
De overlijdensdata zijn af te leiden uit onderstaande gegevens uit het archief vann het Stift te Vreden: “Luna (maandag) 25 september 1678 Schulte Berndt zu Olminkhof seiner mutter sähl. Versterb verdungen 70 Reichstahler“ en “17 juni 1679 hat Schulte Berent ter Olminkhof für sein vater Johan ter Olminkhof versterb erdungen“. De (schoon)zoons Berent Schulte Olminckhoff, Jan Bensinck en Lambert Marquerinck worden samen vermeld in het inventrisnummer 444 van het ORA Borculo. Uit dit huwelijk: a) Berendt, zv. Johann Schulte Olijnckhoff en Griete, ged.(ned.ger.) Eibergen 29-3-1640, ovl. voor 10-111695 (huwelijk dochter Geertjen), otr./tr. (ned.ger.) Neede/Eibergen 8-6-1662 Marrijken ten Cleve, dv. Herman ten Cleve en Fenna/ Fenneken Veldinck in Loghuijsen in ’t kerspel van Nede. Uit dit huwelijk: Geertjen Olminckhoff (tr. Eibergen 10-11-1695 Jan IJbinck alias Schulte ten Olmelinckhof), Jan Schult Olinckhoff (* Eibergen 3-10-1669), Hermen Schulte Olinckhoff (* Eibergen 19-11-1671), Derrick Schulte Olminckhof (* Neede 17-1-1675; getuigen Gert en Jenneken ten Cleve en Gert Schuerinck), Jan Schulte Olinckhoff (* Eibergen 16-3-1679) en Hendrich Schulte Olinckhoff (Eibergen 2-10-1681). Voor Geertjen en Jan zie kader verderop. b) Jenneken, dv. Johan/Jan (Schulte) Olinckhoff en Grete in Olden Eijbergen, ged.(ned.ger.) Eibergen 14-1-1643, otr./tr.(ned.ger.) Eibergen/Neede 25-5-1662 Gert ten Cleve, zv. Herman ten Cleve en Fenna/ Fenneken Veldinck in Loghuijsen in ’t kerspel Nede, ged.(ned.ger.) 19-7-1634. Uit dit huwelijk: dochter Gerret an’t Cleve uit het kerspel Nede (* Eibergen 30-9-1666), Trine ten Cleve (* Neede 14-3-1669; getuigen Huibert Boemers, Trine Olminckhof en Truide ten Cleve), Hermen ant Kleve (* Eibergen 5-2-1671) en Jenneken ten Cleve (* Neede 6-5-1677; getuigen Berent Schulte Olminckhof, Swenne Rengerinck en Trine Marckerinck). c) Johan ten Olminckhof alias Benssinck, zv. Johan Ohelinckhoff en Griete, ged.(ned.ger.) Eibergen 18-51646, tr. voor 1677 Maria te Rosschemorsch, geb. circa 1650. Uit dit huwelijk: Jenneken Olminckhof op Benssinck (* Neede 20-5-1677; getuigen Lambert Marckerinck, Griete ten Olminckhof en Fenna te Rosschemorsch), Griete (* Neede 28-3-1679; getuigen Berent Schulte Olminckhof, Aeltien te Rosschemorsch en Trine Marckerinck), Fenna (* Neede 11-91681; getuigen Gert ten Cleve, Anna te Rosschemorsch en Anna Holwegs), Joanneken (* Neede 16-81685; getuigen Gert ten Cleve, Essele te Rosschemorsch en Gertien Schulten) en Gerrit (* Neede 25-111688; Jan Olminckhof, Jenneken ten Cleve en Gerrit Stovers). d) Trine/Trijntjen, dv. Johan/Jan (Schulte) Olinckhoff en Grete in Olden-Eibergen onder Eijbergen, ged.(ned.ger.) Eibergen 19-1-1651, otr./tr.(ned.ger.) Eibergen/Neede 22-11-1668/3-1-1669 Lambert Marckerinck, zv. wijlen Hendrick Marckerinck uit den Noordijk onder Nede, geb. circa 1645, lidmaat NG-kerk Neede op 30-5-1669 (Pinksteren). Uit dit huwelijk: Derrick (* Neede 26-12-1671; getuigen Joan Olminckhof, Gert ten Cleve en Hendricksken Marckerinck), Gerrit (* Neede 10-12-1676; getuigen Berent Schulte Olminckhof, Gert Cuipers en Jenneken ten Cleve), Gerrit (* Neede 17-3-1678; getuigen Joan Hungerinck, Gert ter Meer en Maria NN), Griete (* Neede 6-3-1681; getuigen Hendric Olthuis, Trine ten Haeve en Trine Marckerinck), Berent (* Neede 28-5-1683), Joan (* Neede 6-6-1686; getuigen Wolter Weddelinck, Gerrit Cuiper en Gertien Olminckhof), Aeltien (* Neede 6-6-1686; getuigen Derrick ten Cleve, Trine Marckerinck en Jenneken Weninckmoele), en Berent (* Neede 10-4-1692; getuigen Joan Olminckhof, Joan te Hoente en Essele Smits).
Cathrine tho Leugemors tr.(2) mei 1628 Johan Kreijsz alias Ollinckhoff, landbouwer en schulte op het goed Olminkhof (1628-ca. 1640), geb. circa 1600, ovl. na 1675. Zij wonen eerst eveneens op het goed Olminkhof in Olden Eibergen (thans Needseweg 35, Eibergen), maar verhuizen omstreeks 1640 naar de lijftocht op datzelfde goed (thans Needseweg 39, Eibergen). Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 “woent Jan schulte ten Olminckhoff op die lieftucht, soo die abdissinne te Vreden toebehoert” in de buurschap Olden Eibergen in de voogdij Eibergen.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Marrijtjen Scholten, geb. circa 1630, dv. Jan Scholte Olminckhoff in Olden-Eijbergen, tr.(ned.ger.) Eibergen 26-2-1654 Gerrit Kuijpers achter den Nes, zv. Henrick Kuijper en Jenneken in Olden-Eijbergen, geb. circa 1630. Uit dit huwelijk: Trincke (* Eibergen 17-11-1654), Jenneken (* Eibergen 1-3-1657), Jann (* Eibergen 28-10-1660), Jenneken (* Eibergen 17-11-1661), Jenneken (* Eibergen 12-7-1663), Tonnes (* Eibergen 27-10-1667) en Anna (* Eibergen 16-1-1670).
2. Joan Schulte Ollinckhoff alias Wenninckmoele, ged.(ned.ger.) Eibergen 9-5-1631, otr./tr. (ned.ger.) Eibergen/Neede 1657/6-1-1657 Marrie Wennincmeulle, dv. wijlen Derck Wenninckmoelle en Hille Saelkinck in 't kerspel Nede, geb. Neede circa 1632. Uit dit huwelijk o.a.: a) Trine ter Weninckmolle, geb. circa 1658, tr.(ned.ger.) Neede 11-6-1676 Engelbert Leusinck. Uit dit huwelijk: Joan Loessinck (* Neede 3-2-1678; getuigen Joan Olminckhof, Aernt Loessinck en Derck Weninckmoele), Essele Loessinck (* Neede 9-1-1681; getuigen Maria ter Weninckmoele, Goossen ten Goorhuis en Jenneken ten Goorhuis), Gerrit Loessinck (* Neede 10-2-1684; getuigen Hendric Weninckmoele, Joan Eelkinck en Jenneken, die huisvrouwe van Geerdinck in den Noordijck), Hendric Loessinck (* Neede 8-5-1687) en Joan Loessinck (* Neede 16-11-1690). b) Henrick Weninckmolle, geb. circa 1660, lidmaat NG-kerk Neede op 30-3-1684 (Pasen) Henrick, man op Weninckmolle. c) Hille Weninckmoele (* Neede 13-10-1667; getuigen Berent Wunnekinck, Armgardt en Trine Schulten).
3. Berendt, zv. Joan Schulte ten Ollinckhave en Trine, ged.(ned.ger.) Eibergen 21-6-1635. Johan Schulte Oelinckhoff tr.(2) circa 1640 Armgerdt Daven, geb. circa 1610, ovl. na 6-51677 (doop kleindochter Jenneken). Zij wonen ook op de lijftocht op het goed Olminkhof in Olden Eibergen (thans Needseweg 39, Eibergen). Volgens het verpondingsregister van de heerlijkheid Borculo uit 1646 “woent Jan schulte ten Olminckhoff op die lieftucht, soo die abdissinne te Vreden toebehoert” in de buurschap Olden Eibergen in de voogdij Eibergen
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Trijntjen ten Olminkhof, dv. Jan ten Olminkhof in 't kerspel van Eijbergen, geb. circa 1640, tr.(ned.ger.) Eibergen 1661 Jan Muller alias Lussinckcaete/ten Kotte, zv. wijlen Goossen Muller en Aeltjen Rutgerinck (tr. Neede 16-12-1632), geb. Neede circa 1640 en wonende in Haerloo. Uit dit huwelijk: Gertgen ten Lossinckate (ged. Eibergen 26-7-1663, Gossen ten Kotte (ged. Eibergen 21-8-1670), Aeltgen ten Kotte (geb. Haarlo, ged. Eibergen 22-8-1675), Jenneken ten Kotte (geb. Haarlo, ged. Eibergen 19-5-1678), Armgaert Loessinckate (geb. Haarlo, ged. Eibergen 28-8-1681) en Fenneken ten Kotte (geb. Haarlo, ged. Eibergen 10-4-1685).
2. Gossenn, zv. Johann Schulte Oelinckhoff en Armgerdt, ged.(ned.ger.) Eibergen 15-11642. 3. Aelken, dv. Johan Schulte Oelinckhoff en Ermgert, ged.(ned.ger.) Eibergen 30-6-1644. 4. Jenneken, dv. Johan Schulte Ohlinckhoff en Ermgert in Olden-Eibergen, ged.(ned.ger.) Eibergen 1-2-1646, otr./tr.(1) (ned,ger.) Rekken/Eibergen 25-8/28-9-1667 Jan Dieters, zv. wijlen Arent Dieters in Recken, ovl. voor 1675. Jenneken Olminckhoff uit Rekken otr./tr.(2) (ned.ger.) Neede/Rekken 10-1/13-2-1675 Philips Tiesselinck, zv. Derck Tiesselinck uit het Brammelerbroek, geb. Neede circa 1645.
5. Johann, zv. Johann de olde Schulte Olinckhoff en Armgert in Olden-Eibergen, ged.(ned.ger.) Eibergen 23-2-1651, ovl. circa 1690, otr./tr.(1) (ned,ger.) Eibergen/Rekken 28-2-1675 Geertjen Dieders, dv. wijlen Arendt Dieders in Recken. Johan Olminckhof en Geertjen Dieters wonen op de lijftocht op het goed Olminkhof in Olden Eibergen (thans Needseweg 39, Eibergen). Joan en Gertien Olminhof waren op 26-12-1686 in de NG-kerk te Neede doopgetuigen bij Tonnis, zv. Jacob Grijsen en Ale te Logemorsch. Dit echtpaar liet daar nog twee kinderen dopen: Joan (* Neede 26-12-1689) en Hendricksken (* Neede 20-6-1692). Uit dit huwelijk: Jan Schulte Olinckhoff (* Eibergen 5-12-1675), Jenneken Olminckhof op die Lijftucht (* Neede 6-5-1677; getuigen Tonis Schuerincks, Armgard en Griete ten Olminckhof), Arent Schulte Olinckhoff (* Eibergen 21-9-1679), Armgard Olminckhof (* Neede 27-8-1682) en Armgart Schulte Olinckhoff (* Eibergen 20-9-1685).
Jan ten Olminkhof, wv. Geertjen Dieters in het kerspel Eibergen, otr./tr.(2)(ned.ger.) Rekken/Eibergen 5/15-2-1688 Jannigien/Jenneken ter Huirne, dv. Berent ter Huirne en Enneken Tenkers uit Rekken, ged.(ned.ger.) Rekken 13-1-1661. Uit dit huwelijk: Geertien Olminckhof (* Eibergen 1-1-1689) en Jenneken Scholte Olmelinckhof (* Eibergen 30-7-1693).
Geertjen Olminckhoff, dv. wijlen Berent Olminckhoff en Marrijken ten Cleve onder Ouden Eijbergen, geb. circa 1670, tr.(ned.ger.) Eibergen 10-11-1695 Jan IJbinck, jzv. wijlen Engbert IJbinck uijt het kerspel van Vreden, geb. circa 1670. Zij wonen waarschijnlijk op het goed Olminkhof ofwel de Jonge Schulte. Uit dit huwelijk: Aaltien Schulte ten Olmelinckhof (* Eibergen 16-8-1696), Berent Schulte ten Olmelinckhof (* Eibergen 29-1-1699), Berent van de jonge Schulte ten Olmelinckhof (* 28-8-1701) en Geesken van de jonge Schulte ten Olmelinkhof (* Eibergen 6-9-1705).
Jan Schulte Olinckhoff, zv. wijlen Berendt Schulte Olijnckhoff en Marrijken ten Cleve uit Ouden Eibergen, ged.(ned.ger.) Eibergen 16-3-1679, tr.(ned.ger.) Eibergen 25-9-1698 Jenneken Olminckhof op die Lijftucht, dv. Jan Schulten van de Lijftucht ten Olmelinkhoff en Geertjen Dieters uit Ouden Eijbergen, ged.(ned.ger.) Neede 6-5-1677. Zij wonen waarschijnlijk op de lijftocht Olminkhof ofwel de Olde Schulte. Uit dit huwelijk: Berent Olde Scholte Olmelinckhof (* Eibergen 27-3-1698), Berent Schulte ten Olmelinckhof de jongste (* Eibergen 4-3-1701), Geertien Scholte Olminckhof (* Eibergen 18-1-1705) en Jan Scholten Olminckhof (* Eibergen 28-9-1707).
Henrick Schulte op Weinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1618-1632, schulte 1625-1638, tr.(2) (ned.ger.) Neede 5-6-1637 Eva/Evesse ten Damveldt (1638), geb. circa 1610. Henrich Weinck is op 26-4-1618 doopgetuige bij Jan, zv. Jan ten Groetenhus en Mette, op 25-6-1620 bij Henrich, zv. Jochem Hemersz en Gertien, op 5-1-1625 bij Jan, zv. Jochum Hemersz en Gertien, op 2-4-1632 bij Herman, zv. Henrick op der Stegen en Henrick, en op 9-10-1632 bij Henrick, zv. Jan de knecht van Egbert Teiszeling en Grete. Zijn echtgenote Eva Weenck is op 24-9-1637 doopgetuige bij Arendt, zv. IJan Weenck en Stine, allen in de NG-kerk te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Jan, zv. Henrich Schulte Weinck en Evesse, ged.(ned.ger.) Neede 28-1-1638 (getuigen Jan Weinck, Bernt Wittebuer en Geese Temmink).
Johan Schulte Weinck, geb. circa 1605, doopgetuige 1625-1639, schulte (1635), ovl. voor 8-1-1660 (huwelijk dochter Stijntjen), tr.(ned.ger.) Neede 14-8-1631 Gese to Lintelo, geb. circa 1605, ovl. na 19-9-1670 (Haaksbergse gerichtsprotocollen). Jan Weinck is op 5-1-1625 doopgetuige bij Jan, zv. Jochum Hemersz en Gertien, op 30-11-1625 bij Gert, zv. Jan te Brockhuisz en Mette, op 30-11-1634 bij Gertt en Jenncken, zv. en dv. Berndt Temminck en Grete, op 31-5-1635 bij Gotschalck, zv. Henrick Temminck en Trine, op 28-1-1638 bij Jan, zv. Henrich Schulte Weinck en Evesse, en op 8-12-1639 bij Brent, zv. Arent Trahes en Marie, dochter van Brinck Evert. Zijn echtgenote Geszken Weinck is op 2-9-1632 doopgetuige bij Albert, zv. Jan Retmollen en Jennecken, op 15-1-1637 bij Berendt, zv. Berendt te Wite en Gese, op 29-4-1638 bij Jenneken, dv. Frerick Temminck en Trine, en op 10-6-1638 bij Berndt, zv. Broeck Bernt, allen in de NG-kerk te Neede.
Uit dit huwelijk o.a.: 1. Henrick, zv. Jan Weinck en Geszken, ged.(ned.ger.) Neede 23-11-1634 (getuigen Henrick Temminck, Frerick Temminck en Jennecken Eszing), schulte (1669-1673), begr. Neede 31-1-1673, tr. voor 1656 Hermken ten Hoppenschot, geb. circa 1635, ovl. circa 8-2-1689 (ORAB inv.nr. 476). Den 31ten januarii 1673 ist begraffen Henrich Schulte Wehing ut den Bramelbrock mede meess ende predig, catholicus. Zijn jongste zoon werd dus drie maanden na zijn overlijden geboren. Uit dit huwelijk o.a.: Aernt (* Neede 11-12-1670) en Henricus (* Neede 30-4-1673).
Harmken ten Hoppenschot tr.(2) (ned.ger.) Neede 10-1-1675 Jan Hendrixsen Grevinck alias Schulte Weinck. Uit dit huwelijk o.a.: Grietien (* Neede 17-9-1676).
2. Stijntjen Weincks, jdv. wijlen Jan Weinck in ’t Brammelerbroeck, geb. circa 1635, tr.(ned.ger.) Neede 8-1-1660 Henrick ten Dam, jzv. Albert ten Dam soon in Merkvelde, geb. circa 1635. Uit dit huwelijk o.a.: Joan (* Neede 24-1-1669), Mettha (* Neede 4-6-1671) en Henrich (* Neede 17-12-1673).
3. Arendt, jzv. IJan Weenck en Stine in Brammeloo, ged.(ned.ger.) Neede 24-9-1637 (getuigen Derck Tieselinck, Eva Weenck, IJan ten Hoepen), tr.(ned.ger.) Neede 6-1-1661 Jenneken ten Dam, jdv. Albert ten Dam in Mercvelde, geb. circa 1637. Uit dit huwelijk o.a.: Mettha (* Neede 14-3-1669).
Jenneken ten Damme, wv. Arent Weeinck, tr.(2) (ned.ger.) Neede 27-2-1670 Philips Havinck, zv. Jan Havinck. 4. Mete, jdv. IJan Weenck en Gese in Brammeloo, ged.(ned.ger.) Neede 24-9-1637 (getuigen Derck toe Lintelo, Gese te Lintele, Arendtijen te Lintele), tr.(ned.ger.) Neede 15-5-1665 Jan ten Dam, zv. Albert ten Dam en Eva Meinck in Merkvelde, ged.(ned.ger.) Neede 10-3-1639 (getuigen Jurrien ten Damme en Henrich, die huisfrouwe van Herman Hondelinck). Jan ten Damme, wv. Mette Weinck, tr.(2) (ned.ger.) Neede 29-10-1671 Aeltjen Egginck, wv. Evert te Buirman. 5. Beerent Weeink, jzv. wijlen Jan Weeink in Brammeloo, geb. circa 1640, ovl. na 2-9-1671 (ORAB 443), tr.(ned.ger.) Neede 2-4-1665 Geertjen Boomcamps, wv. Jan Groothornte, geb. circa 1640. ovl. na 2-9-1671 (ORAB 443).
o Gertien Weinck is mogelijk een zuster van voornoemde Henrick Schulte Weinck en Jan Weinck en mogelijk gehuwd met Jochem Hemersz: Gertien Weinck, geb. circa 1595, doopgetuige 1617-1620, tr. circa 1620 Jochem Hemersz, geb. circa 1595. Uit dit huwelijk: Henrich (* Neede 25-6-1620; getuigen Henrich Weinck, Albert Temminck en Gertien ter Borch), dochter Joerien (* Neede 3-4-1622; getuigen Henrick ten Broeck, Lise Temmincksz en Anna Temmincksz) en Jan (* Neede 5-1-1625, getuigen Henrick Schulte Weinck, Jan Weinck en Gertien Temminck). Gertien Weinck is op 11-5-1617 doopgetuige bij Anna, dv. Jan Essing en Jennecken, op 4-10-1618 bij Henrich, zv. Lambert Borgers en Trijne, en op 13-2-1620 bij Johann, zv. Henrich Vlierhaer en Hille, allen in de NG-kerk te Neede.
o Stine Weinck is op 1-5-1625 in de NG-kerk te Neede doopgetuige bij Grete, dv. Hans Temminck en Anna. o Arndt Weinck is op 24-10-1626 doopgetuige bij Derck, dv. Jan Retmolle in der Becke en Jennecken, en op 4-6-1626 bij Lucasz, zv. Gerdt op de Morsch en Grete Temminck, beide in de NG-kerk te Neede. Voor meer informatie over de Hof te Weenk en zijn bewoners zie Kormelink (2005).
Henrich ASSINCK alias MOLLER, geb. circa 1590, molenaar in Markvelde (16171639), ovl. circa 1647, tr.(ned.ger.) Neede 16-12-1632 Metta Bunckinck, geb. circa 1610, doopgetuige 1631-1639, lidmaat NG-kerk Neede op 29-3-1657 (Pasen), mullersche in Markvelde (1657), overl. na 6-5-1675. Henrich Assinck, den Moller tot Marckfeldt, is op 23-2-1617 doopgetuige bij Gert, zv. Egbert te Buerman en Jennecken (Bunckinck?), op 18-11-1621 bij Roloff, dv. Roetier Leppinck en Henrick, op 11-1-1624 bij Gertien, dv. Jan Hummerdinck en Margretta, op 13-3-1631 bij Jan, dv. Christian te Giffelle en Geszken, op 4-11-1633 bij Hermen, zv. Henrick Wolbering en Hermen, en op 23-11-1634 bij Jan, zv. Evertt Buncking en Maergreta, Metta Bunkink alias Mollers, huisvrouw van Henrich Assinck, moller tot Marckfelde is op 10-7-1631 doopgetuige bij Gertien, dv. Joergen ten Dam en Aelle, op 3-2-1639 bij Aelken, dv. Evert Bonckinck, en op 24-11-1639 bij Aelcken, dv. Evert Wensinck en Geesken, allen in de NG-kerk te Neede
Uit dit huwelijk: 1. Arnt, ged.(ned.ger.) Neede 20-10-1633 (getuigen Evert Rotgering senior, Evertt Buncking en Fenna Schulten). 2. Jan, ged.(ned.ger.) Neede 3-1-1636 (getuigen Gerrett Moller, Jan toe Burman en Trine van Alten). 3. Fenneken, ged.(ned.ger.) Neede 24-9-1638 (getuigen Jan te Hoente, Margreta Bogeholts en Jenneken te Buerman). Mette Bunckinck alias Mullers, tr. circa 1647 Jan ter Weme alias Mullers, geb. circa 1607, muller in Markvelde (zie ORAB 20 d.d. 18-2-1656 en ORAB 223 d.d. 4-2-1665), ovl. tussen 16-11-1671 en 3-5-1675. Volgens het archief van het klooster Ter Hunnepe bij Deventer neemt Jan ter Weme in 1647 het molenaarschap in Markvelde over van Hendrick Assinck.
Uit dit huwelijk: 1. Hendrina Mullers, geb. circa 1648, jdv. van Jan ter Weme uit Markvelde, tr.(ned.ger.) Neede 16-11-1671 Lambert Bonkinck, geb. circa 1648, jzv. Gerrijt Bonkinck. Lambert Bonkinck tr.(2)(ned.ger.) Neede 11-6-1676 Fenneken Mejers. Lidmaat NG-kerk van Neede op 11-4-1680 (Pasen) Lambert Bonkinck, man van Fenneken Meiers. Uit dit tweede huwelijk: Hendric Bunckinck, ged.(ned.ger.) Neede 8-2-1680 (getuigen Elske Geerdinck, Hendric Meijer, Evert Muller).
2. Gerrijt ter Weme/Muller, geb. circa 1652, muller in Mallem (1677-1685), tr.(ned.ger.) Eibergen/Neede 22-4-1677 Aeltjen Dieters, wv. Hendrick Lookamp, meester en molenaar op de Mallumse molen, geb. circa 1650. Uit dit huwelijk: Jan, ged.(ned.ger.) Eibergen 13-10-1678, Hendrich, ged.(ned.ger.) Eibergen 13-21681, Nelle, ged.(ned.ger.) Eibergen 1-1-1683, Tonnes, ged.(ned.ger.) Eibergen 10-4-1685, Tringen, ged.(ned.ger.) Eibergen 20-11-1687, Gerrit, ged.(ned.ger.) Eibergen 24-3-1689, Frerick, ged.(ned.ger.) Eibergen 22-11-1691 en Derck, ged.(ned.ger.) Eibergen 10-4-1685.
3. Evert ter Weme/Muller, geb. circa 1655, muller in Markvelde (1685-1691), tr. circa 1685 Berentjen Nalis, geb. circa 1660. Lidmaten NG-kerk Neede op 19-4-1685 (Pasen) Evert ter Weme en Berentjen Nalis, eheluiden. Uit dit huwelijk: Joan, ged.(ned.ger.) Neede 23-7-1686, Herman, ged.(ned.ger.) Neede 28-8-1687, Hendrick, ged.(ned.ger.) Eibergen 7-4-1689, Hendric, ged.(ned.ger.) Neede 5-10-1690, Aernt, ged.(ned.ger.) Neede 22-11-1691, Elske, ged.(ned.ger.) Neede 21-1-1694, Metjen, ged.(ned.ger.) Neede 17-3-1695, Hendrickjen, ged.(ned.ger.) Neede 19-12-1697, Janna, ged. (ned.ger.) Neede 29-1-1699, Geertruit, ged.(ned.ger.) Neede 5-5-1701, en Berent, ged.(ned.ger.) Neede 1-1-1703).
Johan Rickers, windemuller, en zijn huisvrouw Truiken, laten op 19-1-1640 in de NGkerk te Neede een dochter dopen genaamd Derckmeken. De doopgetuigen waren Herman van der Wijck, voogd tot Nede, Anna ten Kaete en Jennecken Hilverincks. Over dit echtpaar heb ik geen nadere informatie kunnen vinden.
Geraadpleegde literatuur
Anoniem, 1923. Sluiter. Nederland’s Patriciaat 13 (1923): 352-358. Anoniem, 1945. Westenberg. Nederland’s Patriciaat 31 (1945): 321-373. Anoniem, 1977. Aanvullingen en verbeteringen van gepubliceerde artikelen – Nr. 1-2: De opgraving te Rietmolen. In: Tien jaargangen Aold Hoksebarge 1967-1977. Belonje, J., 1967. Gansneb genaamd Tengnagel. De Nederlandsche Leeuw 84-12 (1967): 430-433. Jordaan, D., 1954. De havezathe Scherpenzeel te Goor. VORG, Verslagen en mededelingen 69 (1954): 172-196. Jordaan, D., 1968. De opgraving te Rietmolen. Aold Hoksebarge 1-2 (1968): 23. Jordaan, D., 2004. De genealogie van het geslacht Michgorius. Aold Hoksebarge 37-3 (2004): 2585. Jordaan, J.D., 1955. Het geslacht van der Wyck in Nederland’s Adelsboek. De Nederlandsche Leeuw 72-2 (1955): 58-59. Keunen, L.J., 2006. Der grosse und kleine Hoff undt darauff bestehendes Dorpff Neede De ontwikkeling van de hof en het dorp Neede. Kleine Reeks deel 12, Bijdragen tot de geschiedenis van de Stad en Heerlijkheid Borculo, Stichting Stad en Heerlijkheid Borculo. Kormelink, H., 1989. De familie Van Bulo en de schrijfwijze van hun naam. Old Nee nr. 29 (1989): 9-12. Kormelink, H., 1993. Het edelmansgoed Swickerborg-Ravenshorst met het erve Borgman in Rietmolen. Old Nee nr. 38 (1993): 11-20. Kormelink, H., 2005. Hof te Weenk in Rietmolen; Uit de geschiedenis van een eeuwenoud erf en zijn bewoners. Markink, H., 1997. Havezate de Hoeve en de families Gevecote en Van Munster. Old Nee nr. 48 (1997): 3-8. Olminkhof, J.J.M., 1988. 800 jaar Olminkhof. RAGld, toegang 0523: De Archieven der Hervormde Gemeente Neede, Inleiding door J. den Draak uit 1973. Reus, H.H. de, 1986. Huize De Kamp 1636-1986. Themanummer van de Historische Kring Neede. Reus, H.H. de, 1999. De verloren gevelsteen van Huize de Kamp. Old Nee nr. 53 (1999): 3-9. Rijn, W.A., 1955. De afstamming van het geslacht van der Wyck. De Nederlandsche Leeuw 72-2 (1955): 60. Roell, Jhr. H.H., 1939. Gansneb genaamd Tengnagel. De Nederlandsche Leeuw 57-5 (1939): 196-200. Seters, W,H, van, 1990. Een Boheemse tak van het geslacht Gansneb genaamd Tengnagel tot de Camp. Themanummer van de Historische Kring Neede. Smit, J.G., 1984. Nogmaals de havezate “De Hoeve”. Old Nee nr. 13 (1984): 11-13. Vereniging Veluwse Geslachten. Huwelijksdispensatien in Gelderland 1617 – 1775. Publicatie 27.
Vries, W. de, 1953. Olmius (met aantekeningen over de families Van Dam en Suave (Suavius). De Nederlandsche Leeuw 70-1 (1953): 12-22. Wijck, Jhr. A.L.F.T. van der, 1875. Genealogie van het adellijk geslacht Van der Wyck. ’s-Gravenhage.