NIAZ Qmentum International
Operatiekamers/het operatiekwartier Normen
Normen De normen voor de operatiekamers/het operatiekwartier hebben betrekking op de veiligheid en kwaliteit in operatiekamers/het operatiekwartier. Deze normen vormen een aanvulling op de normen voor chirurgische zorg, die betrekking hebben op zorgaspecten in de preoperatieve en postoperatieve omgeving. De normen en criteria zijn bedoeld om te beoordelen of de instelling voldoet aan normen van uitmuntendheid, de best practices volgt, de beste onderzoeksresultaten toepast, rekening houdt met het perspectief van de cliënt, ingaat op vraagstukken van het volledige perioperatieve team (verpleegkundige medewerkers, ondersteunende medewerkers en
artsen), en prestatiemetingen doet op het vlak van structuren, processen en uitkomsten. De normen voor operatiekamers zijn onderverdeeld in de volgende hoofdstukken: Een sterk presterend team opzetten De ingreep voorbereiden De ingreep uitvoeren De cliënt na de ingreep overplaatsen Chirurgische apparatuur reinigen en onderhouden Resultaten positief beïnvloeden Het accreditatieprogramma Het Internationale Accreditatieprogramma NIAZ 3.0 (Qmentum) kent drie accreditatieniveaus: Goud, Platina en Diamant. Elk niveau zorgt door middel van gestandaardiseerde processen voor consistentie en efficiëntie bij de zorgverlening en biedt internationale zorginstellingen op die manier stappenplan op maat, voor accreditatie en kwaliteitsverbetering. Goud heeft betrekking op basisstructuren en processen die verband houden met de fundamentele elementen van veiligheids en kwaliteitsverbetering. Platina bouwt voort op deze elementen van kwaliteit en veiligheid, maar benadrukt ook cliëntgerichte zorg, waarbij consistentie in de zorgverlening wordt nagestreefd door middel van standaardprocedures en door het betrekken van cliënten en medewerkers bij de besluitvorming. Diamant richt zich op het realiseren van kwaliteit door het controleren van resultaten, gebruikmakend van praktijkervaring en best practices om diensten te verbeteren, en door het vergelijken van eigen resultaten met die van collegainstellingen om tot verbeteringen op systeemniveau te komen. Voor alle niveaus ondergaan aangesloten instellingen eens in de vier jaar een extern auditbezoek, waarbij zij worden getoetst aan de hand van het NIAZreferentiekader. De structuur van de normen Een set normen is verdeeld over hoofdstukken waarin verschillende aspecten van kwaliteit van dienstverlening aan de orde komen, zoals investeren in zorg, personeelsbezetting, verlenen van zorg, informatiesystemen en kwaliteitsverbetering. Elk hoofdstuk bestaat uit normen, criteria en richtlijnen die betrekking hebben op het hoofdstuk. 1.0 De norm. Een doelstelling, onderverdeeld in criteria. 1.1 Het criterium. Een meetbaar element waarin is beschreven welke activiteiten nodig zijn om aan de norm te voldoen. Aan elk van de criteria is een niveau toegekend (Goud, Platina of Diamant), en ieder criterium is gekoppeld aan een van de acht kwaliteitsdimensies die worden geïdentificeerd aan de hand van symbolen: toegankelijkheid, cliëntgerichte dienstverlening, continuïteit van de zorgverlening, effectiviteit, efficiëntie, doelgroepgerichtheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden. De auditoren beoordelen elk criterium tijdens het externe auditbezoek. Een aantal criteria staan aangeduid als ROP (Required Organizational Practice vereiste instellingsrichtlijn). Vereiste instellingsrichtlijnen zijn essentiële praktijken die instellingen moeten hanteren om de veiligheid van patiënten/cliënten te verbeteren en risico's te minimaliseren Richtlijnen: Sommige criteria bevatten aanvullende richtlijnen waarin de criteria verder toegelicht worden of waarin suggesties worden gedaan om te voldoen aan het criterium. Begrippenlijst: Een team: een groep zorgverleners die samenwerken om te voldoen aan de complexe en uiteenlopende behoeften van hun cliënten, hun familieleden en de gemeenschap waarvan zij deel uitmaken. Teams zijn multidisciplinair, wat inhoudt dat zorgverleners van verschillende disciplines samenwerken bij het verlenen van zorg. De samenstelling van een multidisciplinair team is afhankelijk van de aard van de zorg die wordt verleend. Voor operatiekamers bestaat een multidisciplinair team doorgaans uit chirurgen, verpleegkundigen, anesthesisten en andere zorgverleners die nodig worden geacht voor de specifieke ingreep. De teamleider: de persoon die verantwoordelijk is voor het operationele management van een multidisciplinair team. Het teamleiderschap kan wisselen tussen organisatorisch manager en medisch manager. Tot zijn of haar taken behoren het in kaart brengen van behoeften, personeelsbezetting en de rapportage aan een hoger leidinggevende. Een cliënt, of patiënt, is de ontvanger van de zorg. Familieleden zijn de naast betrokkenen van de cliënt. De cliënt definieert de 'familieleden': het kan gaan om relatie/partner, directe familieleden zoals broers en zussen, leden van de familie in ruimere zin of mantelzorgers. Diensten: het begrip diensten omvat onder andere diagnostiek, het verlenen van zorg, behandeling en dienstverlening door paramedici.
EEN STERK PRESTEREND TEAM OPZETTEN 1.0
Het operatieteam volgt een multidisciplinaire aanpak bij de zorgverlening.
1.1
De samenstelling van het team weerspiegelt de soorten operaties, de moeilijkheidsgraad, de aantallen operaties en de werkdruk. Diamant
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Het multidisciplinaire team van de operatiekamer bestaat uit uit een mix van competenties in functie van de geplande ingrepen. Hierbij is rekening gehouden met voorbehouden handelingen door artsen en verpleegkundigen. NIAZ Toelichtingen NL: http://wetten.overheid.nl/zoeken_op/BWBR0006251/HoofdstukIV/Artikel 36a/tekst_bevat_voorbehouden%2Bhandeling/geldigheidsdatum_100220 15 VL: https://www.riziv.be/care/nl/other/infirmiers/informationtopic/auxiliar ynurses/legaltexts/pdf/arkb20060112activity.pdf
1.2
Het team coördineert de zorg met andere perioperatieve afdelingen, zoals verkoeverkamers/recovery, intensive care units en verpleegafdelingen. Goud
Efficiëntie
Toelichtingen Er zijn afspraken over de wijze waarop transfers van patiënten gepland en uitgevoerd worden. Perioperatieve afdelingen hebben zicht op de planning in de operatiekamers.
1.3
Effectiviteit
Het team gebruikt evidencebased procesbeschrijvingen of zorgpaden voor de operatieve procedures om efficiënte zorg te bevorderen en optimale uitkomsten te bereiken.
Platina
Toelichtingen Zorgpaden bieden gedetailleerde richtlijnen voor elke fase in de behandeling van een cliënt gedurende een bepaalde periode. Ze zijn toegesneden op specifieke omstandigheden of procedures en worden regelmatig bijgewerkt op basis van best practices. Multidisciplinaire zorgpaden zijn met name belangrijk voor procedures waarbij sprake is van een hoog risico en ingrepen die vaak worden uitgevoerd.
1.4
Het team stimuleert de communicatie en het oplossen van problemen zowel onderling als met andere teams of afdelingen in de instelling. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Voordat met een chirurgische ingreep wordt begonnen, stellen de teamleden zich voor met naam en functie. Commissies, teamvergaderingen, interdisciplinaire conferenties en informatiesystemen dragen bij aan een betere communicatie en het oplossen van problemen. NIAZ Toelichtingen Vl: www.zorgengezondheid.be/Beleid/Procedures/Ziekenhuizen/Eisenkad ervoordechirurgischepati%c3%abnt/ en http://www.health.belgium.be/ep ortal/Healthcare/Healthcarefacilities/Patientsafety/SafeSurgery/index.htm
1.5
Het multidisciplinair team evalueert regelmatig zijn functioneren en voert waar nodig verbeteringen door.
Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen Beoordeling van de procedures en resultaten maakt deel uit van de evaluatie van het functioneren van het team. Het team wordt aangemoedigd om zijn functioneren te evalueren; dit gebeurt regelmatig en telkens wanneer er sprake is van een significante verandering in de samenstelling van het team.
2.0
De leden van het operatieteam zijn opgeleid, getraind, gekwalificeerd en bekwaam.
2.1
De teamleiders controleren jaarlijks of elk teamlid over de benodigde kwalificaties beschikt, inclusief de controle op de actualiteit van certificaten en registraties.
Effectiviteit
2.2
Goud
De teamleiders bepalen het werk van het ondersteunend personeel in de operatiekamer en wijst een superviserend teamlid aan. Platina
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Het aangewezen teamlid is verantwoordelijk voor het begeleiden en instrueren van ondersteunend personeel en delegeert taken aan hen. Het ondersteunend personeel weet wie toezicht houdt op de uit te voeren opdrachten.
2.3
Nieuwe teamleden krijgen een introductie die ingaat op de organisatie, het team en hun taken en verantwoordelijkheden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen In de introductie kunnen de volgende onderwerpen aan bod komen: de missie, visie en waarden van de instelling; het mandaat en de doelstellingen van het team; taken, verantwoordelijkheden en verwachtingen ten aanzien van prestaties; beleid en procedures, ook op het gebied van vertrouwelijkheid; geïntegreerd kwaliteitsmanagement (kwaliteitsverbetering, risicomanagement en efficiënt gebruik en beheer van middelen).
2.4
Veiligheid
Nieuwe teamleden krijgen een introductie over de apparatuur die op de operatiekamers/het operatiekwartier wordt gebruikt en worden bij de aanschaf van nieuwe apparatuur in het gebruik ervan getraind.
Goud
Toelichtingen Wanneer er bijvoorbeeld nieuwe technische apparatuur voor de operatiekamer wordt aangeschaft, krijgt het team training in hoe deze moet worden gebruikt.
2.5
De teamleden worden voortdurend getraind in brandpreventie op de operatiekamers/het operatiekwartier. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Bij opleiding en training valt te denken aan: brandrisico's in de operatiekamer signaleren; brandgevaar tijdens de chirurgische ingreep minimaliseren; een brand in de operatiekamer beheersen en blussen. Het
team neemt regelmatig deel aan brandoefeningen.
2.6
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN De zorgverleners ontvangen continue training in het veilig gebruik van alle (binnen de operatiekamers gehanteerde types) infuuspompen.
Veiligheid
Platina
Toelichtingen Instellingen wordt geadviseerd infuuspompen zoveel mogelijk te standaardiseren. Om de eventuele risico's te minimaliseren, ontvangen bevoegde zorgverleners op regelmatige basis training over infuuspompen, waarbij klinische behoeften van cliënten, competenties van medewerkers en infuuspomptechnologie aan bod komen. NIAZ Toelichtingen NL: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/personeelindezorg/vraage nantwoord/watzijnvoorbehoudenhandelingenenwiemagzeuitvoere n.html VL: https://www.riziv.be/care/nl/other/infirmiers/informationtopic/auxi liarynurses/legaltexts/pdf/arkb20060112activity.pdf Nalevingstest(s) 2.6.1
2.7
Continue training in het veilig gebruik van infuuspompen wordt geregistreerd.
De teamleiders evalueren regelmatig het functioneren van elk teamlid op een objectieve, interactieve en positieve manier, en nemen deze informatie in het personeelsdossier op.
Effectiviteit
Platina
Toelichtingen Bij het evalueren van het functioneren van medewerkers bekijken teamleiders het vermogen om verantwoordelijkheid te dragen en evalueren ze de individuele sterke kanten en verbeterpunten, de bijdragen op het gebied van cliëntveiligheid en andere terreinen die in het functieprofiel zijn beschreven. Een evaluatie van het functioneren (evaluatiegesprek) wordt gewoonlijk uitgevoerd voor het einde van de proeftijd en daarna jaarlijks of in een andere frequentie die de instelling heeft vastgelegd. Een evaluatie kan ook worden uitgevoerd na een herscholingsperiode, bijv. bij introductie van nieuwe technologieën, apparatuur (uitrusting) of vaardigheden.
2.8
Arbeidsomstandigheden
De teamleiders monitoren en voorzien in de behoeften van elk teamlid aan permanente opleiding, training en professionele ontwikkeling en nemen deze informatie op in het personeelsdossier.
Diamant
Toelichtingen Naast het bepalen van en tegemoetkomen aan de leerbehoeften van ieder teamlid kunnen ook prestatieevaluaties en periodieke inschattingen worden gemaakt van de behoeften van het team. Ook wordt in het oog gehouden wanneer specifieke training noodzakelijk is, bijv. wanneer nieuwe technologieën of apparatuur die specifieke vaardigheden vereisen, worden geïntroduceerd of wanneer een teamlid langere tijd afwezig is geweest.
Efficiëntie
3.0
Het team beschikt over de ‘middelen’ die nodig zijn om operatieve zorg van goede kwaliteit te verlenen en een vlotte doorstroming van operatiepatiënten te bevorderen.
3.1
Bij het plannen en ontwerpen van de operatiekamers/het operatiekwartier houdt de instelling rekening met de doorstroming van cliënten, verkeersstromen, ergonomie, en de logistiek bij het verplaatsen van apparatuur. NIAZ Toelichtingen Denk hierbij aan de scheiding tussen schoon/proper en vuil en de scheiding tussen de pre en de postoperatieve fase.
Platina
3.2
Effectiviteit
3.3
Veiligheid
De instelling zorgt bij het ontwerpen van de operatiekamers/het operatiekwartier dat een adequaat gebruik mogelijk is van voorzieningen als elektriciteit en noodstroomvoorzieningen, medische gassen, afsluitkleppen per operatiekamer, filters, leidingen, klimaatbeheersing, verlichting, ventilatie en ICT.
Bij het plannen en ontwerpen van de operatiekamerindeling neemt de instelling voorzorgsmaatregelen om de fysieke veiligheid van alle medewerkers en cliënten in de operatiekamer te waarborgen.
Platina
Platina
Toelichtingen Daarbij moet aandacht worden besteed aan bescherming tegen straling, bescherming tegen brand en explosie, rookafzuiging, veilige gebieden voor steriele opslag, bescherming tegen chemische risico's, en constructies en containers voor het beheer van afvalstoffen.
3.4
De operatiekamer kent drie niveaus van toegankelijkheid: vrij toegankelijk, semitoegankelijk en plaatsen met een strikte beperking. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Accessible, semirestricted, and restricted areas are so designated by the activities that occur within them. Accessible (or unrestricted) areas include the transition zones (e.g. a corridor) from the main hospital to the surgical suite. Although accessible, these areas should be monitored in a central location. Semirestricted areas include peripheral support spaces and access corridors to the operating room. Traffic is limited to authorized personnel wearing proper attire (scrubs and hair coverings). Restricted areas include the operating rooms and immediate support spaces where open sterile supplies and scrubbed personnel are located. Traffic is limited to authorized personnel wearing proper operating room attire (scrubs, head covering, and masks). NIAZ Toelichtingen In België wordt gesproken van een 'sluiszone' 'reine zone' en een 'aseptische zone'. De voorwaarden voor de toegang tot de verschillende zones moet beschreven zijn in een 'Reglement van Inwendige Orde'. Dit in nauwe betrokkenheid met de dienst Ziekenhuishygiëne.
3.5
Veiligheid
De steriele opslag van medische apparatuur, hulpmiddelen en steriele materialen is op de operatiekamers/het operatiekwartier beperkt toegankelijk.
Goud
NIAZ Toelichtingen Beperkt toegankelijk houdt in dat de ruimte alleen toegankelijk is voor bevoegd personeel dat passende kleding draagt (operatiekleding en haarbedekking)
3.6
Het team hanteert voor de operatiekamers en andere ruimtes een schoonmaakrooster en registreert de uitvoering ervan. Goud
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen De uitvoering van de schoonmaak kan door derden gebeuren. Het team ziet toe op naleving van het schoonmaakrooster
3.7
Het team hanteert objectieve criteria bij het aanvragen van chirurgische apparatuur, medische hulpmiddelen of materialen. Platina
Efficiëntie
Toelichtingen
Chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen omvatten reanimatieapparatuur, batterijen en sterilisatoren. Criteria voor het beoordelen van hulpmiddelen en apparatuur kunnen worden ontwikkeld met behulp van input van medewerkers, artsen en cliënten. Daarbij moet aandacht worden besteed aan: kosteneffectiviteit; veiligheid en gebruiksgemak; potentiële risico's of gevolgen voor infectiebestrijding, waaronder voorschriften voor reiniging en desinfectie; interne en externe kwaliteitscontrole; training en service door de leverancier; normen voor een gezonde en veilige werkplek; gevolgen voor het milieu; compatibiliteit met de huidige technologie; specificaties. Bij het toepassen van de criteria voor de verschillende in de operatiekamer te gebruiken technologieën kunnen verschillende partijen worden betrokken, zoals een multidisciplinaire subgroep van het operatieteam en vertegenwoordigers van de reinigings /sterilisatieafdelingen en infectiepreventie en bestrijding.
3.8
Het team maakt bij de planning gebruik van o.a. bloktijden voor een optimale doorstroming van cliënten in de operatiekamer.
Diamant
Efficiëntie
Toelichtingen Inzicht in chirurgische variabiliteit is noodzakelijk om de doorstroming van patienten in de operatiekamer te bevorderen. Door operaties tijdig en op de juiste manier in te plannen en met bloktijden te werken kan het totaal aantal electieve ingrepen gemakkelijker worden gepland. Een voorbeeld van een planningsstrategie is om de stroom van geplande en spoedgevallen/noodgevallen van elkaar te scheiden, of minder soorten electieve chirurgische opnames in te plannen. Het team moet ook rekening houden met de tijd die nodig is voor de juiste reiniging en desinfectie van chirurgische hulpmiddelen. Een goede planning kan de beschikbaarheid van bedden vergroten, overuren verminderen en de cliëntveiligheid helpen verbeteren.
3.9
Het team gebruikt methodes om de beschikbare ‘middelen’ in de operatiekamers als medewerkers en apparatuur effectief te managen.
Diamant
Efficiëntie
Toelichtingen Er kunnen verschillende planningsmethoden en ondersteunende technologie worden gebruikt: om te bepalen welke medewerkers/zorgverleners er nodig zijn en deze te coördineren; ter ondersteuning van perioperatieve registratie; voor het beheer van de vereiste naar apparatuur en benodigdheden; voorraadbeheer en onderhoud van apparatuur.
4.0
Het team bevordert het welzijn en de werkprivébalans elk van zijn leden.
4.1
Het team hanteert beleid om te proberen conflicten tussen teamleden op te lossen. Platina
Arbeidsomstandigheden
4.2
Arbeidsomstandigheden
De teamleiders zien toe op vermoeidheid en stress van de teamleden om factoren die hieraan bijdragen te onderkennen en zo nodig te beïnvloeden. Toelichtingen Vermoeidheid en stress kunnen worden gemonitord aan de hand van het aantal gewerkte uren, overuren of het optreden van onbedoelde uitkomsten. De teamleiders dienen deze factoren en informele signalen van overbelasing in de gaten te houden om te kunnen reageren op stress en veiligheidsrisico's.
4.3
De teamleiders bieden teamleden de gebruikelijke inentingen aan tegen overdraagbare ziekten.
Platina
Goud
Veiligheid
Toelichtingen Teamleden van de operatiekamer lopen vanwege hun contact met besmette cliënten of materialen het risico te worden blootgesteld aan en te worden besmet met ziekten die met vaccins kunnen worden voorkomen. Het handhaven van immuniteit is een essentieel onderdeel van infectiepreventie en bestrijding. Bekende overdraagbare ziekten zijn difterie, hepatitis B, influenza, mazelen, bof, rodehond, tetanus en pneumokokken.
DE INGREEP VOORBEREIDEN 5.0
Het team verifieert de gegevens van de cliënt voordat aan de ingreep wordt begonnen.
5.1
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN De instelling hanteert een protocol ter vermijding van chirurgische ingrepen op de verkeerde plaats, volgens de verkeerde procedure en bij de verkeerde persoon.
Veiligheid
Goud
Toelichtingen Het protocol ter vermijding van chirurgische ingrepen op de verkeerde plaats, volgens de verkeerde procedure en bij de verkeerde persoon onderscheidt drie fases van een operatie, die elk overeenkomen met een specifieke periode in het normale werkverloop: de periode voordat de anesthesie wordt ingeleid ('sign in') de periode voorafgaand aan de incisie ('timeout') en de periode voordat de cliënt de operatiekamer verlaat ('sign out'). In elke fase moet een checklistcoördinator bevestigen dat het operatieteam de genoemde taken heeft voltooid voordat het met de operatie verdergaat. Tijdens de preoperatieve verificatie wordt actief informatie verzameld, om ervoor te zorgen dat ontbrekende informatie of onduidelijkheden vóór het begin van de ingreep worden opgelost. De perioperatieve verificatie is bedoeld om de procedure te beoordelen en te controleren of deze overeenstemt met de verwachtingen van de cliënt en die van het team wat betreft de beoogde ingreep en plaats. Een timeout is een laatste veiligheidscontrole; een tijdstip waarop geen klinische activiteit plaatsvindt, zodat chirurgische en verpleegkundige zorgteamleden en anesthesisten zelfstandig de geplande klinische ingreep kunnen verifiëren. Tijdens een timeout moet ten minste het volgende worden geverifieerd: de juiste naam en identificatiecode van de cliënt de juiste ingreep de juiste plaats de juiste positie van de cliënt en eventuele implantaten/apparatuur die nodig is voor de operatie. NIAZ Toelichtingen NL: VMSthema 'verwisseling van en bij patiënten', SURPASS, TOP 123 www.vmszorg.nl VL: Nalevingstoezicht chirurgisch proces http://www4wvg.v laanderen.be/wvg/zorginspectie/inspecties/Pages/AlgemeneZH.aspx Nalevingstest(s)
5.2
Effectiviteit
5.1.1
De instelling heeft een protocol voor veilige operaties dat voldoet aan de World Health Organization's Safe Surgery Checklist.
5.1.2
Het protocol vereist dat voor de start van de ingreep de benodigde preoperatieve informatie aanwezig is.
5.1.3
Het protocol vereist voor de start van de ingreep een eenduidige markering van het operatiegebied.
5.1.4
Het protocol vereist een timeout vlak vóór de start van de ingreep.
Het team controleert of de opnamegegevens van de cliënt volledig zijn, inclusief de preoperatieve screening en eventueel relevante radiologische diagnostiek.
Goud
Toelichtingen De preoperatieve opname omvat: het identificeren van de cliënt; controleren of de patiënt nuchter is; verificatie van de cliënt; bespreking met de anesthesist; controleren of de cliënt de juiste informatie heeft gekregen; verificatie van het operatiegebied; afgeronde anamnese en lichamelijk onderzoek; relevante allergieën; uitslagen van laboratoriumtest, röntgenonderzoek, elektrocardiogram en diagnostische tests; beschikbaarheid van eerder cliëntdossier, indien aanwezig; problemen met de positie, bijv. artritis; aanwezigheid van prothesen, kunstgebit en bril.
5.3
Effectiviteit
Het daartoe aangewezen teamlid controleert of de cliënt informed consent voor de ingreep en de anesthesie heeft gegeven. Goud
Toelichtingen Duidelijk maken of het hier gaat om een 'Informed Consent' voor de anesthesie of voor de chirurgische ingreep zelf. NIAZ Toelichtingen NL: de landelijke perioperatieve richtlijn TOP123 vereist dat informed consent onderdeel uitmaakt van de preoperatieve time out. Het team gaat na of informed consent daadwerkelijk is vastgelegd in het cliëntdossier.
5.4
Veiligheid
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team hanteert een cliëntidentificatieprotocol dat toegepast wordt bij alle diensten en procedures.
Goud
Toelichtingen Patiëntidentificatie gebeurt minimaal op basis van twee correcte parameters: Bijvoorbeeld naam en voornaam, aangevuld met geboortedatum of naam en voornaam, aangevuld met dossiernummer (niet het kamernummer, bednummer of adres van de cliënt). NIAZ Toelichtingen NL: Landelijke perioperatieve richtlijn TOP123, VMSthema ‘Verwisseling van en bij patiënten’ www.vmszorg.nl VL: contract 'Coördinatie Kwaliteit en Patiëntveiligheid' met de FOD. http://www.health.fgov.be/internet2Prd/grou ps/public/@public/@dg1/@acutecare/documents/ie2divers/19083528_nl.pd f Nalevingstest(s) 5.4.1
De instelling beschikt over een gedocumenteerde methode van cliëntidentificatie (bijv. polsbandjes, fotoidentificatie) die standaard is in de hele instelling.
5.4.2
Het team gebruikt minimaal twee methodes (bijv. naam en geboortedatum) om een cliënt te identificeren voordat een dienst wordt verleend of een procedure wordt toegepast. Het kamernummer van de cliënt kan niet worden gebruikt om de cliënt te identificeren.
6.0
Het team controleert alle apparatuur en voorzieningen die nodig zijn voor de ingreep.
6.1
Het team test en inspecteert alle chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen voordat de cliënt de operatiekamer binnenkomt.
Goud
Veiligheid
Toelichtingen Basisapparatuur wordt gecontroleerd voor de eerste ingreep in de operatiekamer. Specifieke apparatuur/hulpmiddelen worden voor elke ingreep gecontrolerd.
6.2
Het team controleert of de benodigde voorzieningen beschikbaar zijn, waaronder materialen of orthopedische onderdelen voor implantatie. Goud
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen Controle gebeurt voor de inductie van de patiënt en maakt deel uit van een checklist voor veilig opereren (Safe Surgery Checklist). VL: http://health.bel gium.be/eportal/Healthcare/Healthcarefacilities/Patientsafety/SafeSurgery/i ndex.htm?fodnlang=nl
7.0
Het operatiekamerteam bereidt de cliënt op de juiste manier voor op de ingreep.
7.1
Indien ontharing is vereist voorafgaand aan de operatie, volgt het team een procedure voor de juiste ontharing op een locatie buiten de operatiekamer.
Goud
Veiligheid
Toelichtingen Het op de juiste wijze verwijderen van haar op het operatiekwartier/OK complex, leidt aantoonbaar tot minder postoperatieve wondinfecties. NIAZ Toelichtingen In Nederland en Vlaanderen geldt, i.t.t. de normtekst, dat de ontharing direct voor de operatie op het OKcomplex dient plaats te vinden NL: VMS thema ‘Voorkomen van wondinfecties na een operatie (POWI)’ www.vmszo rg.nl
7.2
Veiligheid
Het team hanteert een procedure voor het tellen van operatiemateriaal, die onder meer vastlegt welke materialen moeten worden geteld, wanneer de telling moet zijn afgerond en hoe de telling moet worden gedocumenteerd.
Goud
Toelichtingen Voor elke ingreep dient een chirurgische telling te worden uitgevoerd, zelfs als er een standaard set instrumenten wordt gebruikt. Het tellen kan ook worden uitgevoerd door 'meetmethodes' die afwijkingen signaleren.
7.3
Het team wijst ten minste twee teamleden aan om de telling van het operatiemateriaal voor de start van de ingreep uit te voeren. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De aangewezen teamleden moeten het eens zijn over het aantal getelde items. De preoperatieve telling vormt een ijkpunt voor alle daaropvolgende tellingen.
7.4
Het team zorgt voor een juiste positionering van de cliënt voorafgaand aan de ingreep. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen De positionering van de cliënt komt overeen met de correcte anatomische uitlijning en de fysiologische functies. Als er tijdens de preoperatieve beoordeling positioneringsproblemen zijn vastgesteld, dan wordt de positie aangepast. De positionering van de cliënt is een gedeelde verantwoordelijkheid in de operatiekamer.
7.5
Het team controleert voorafgaand aan de ingreep of lichaamspiercings, protheses, kunstgebitten of contactlenzen van de cliënt zijn verwijderd. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Het verwijderen van sieraden, piercings, kunstgebitten, prothesen en brillen voorafgaand aan de operatie kan infecties en complicaties helpen voorkomen tijdens de ingreep.
7.6
Veiligheid
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Daartoe gekwalificeerde teamleden dienen profylactische antibiotica toe om postoperatieve infecties te voorkomen. Toelichtingen Postoperatieve wondinfecties zijn nog altijd een van de meest voorkomende oorzaken van ernstige chirurgische complicaties omdat bewezen maatregelen niet consistent worden doorgevoerd. Het tijdig
Platina
toedienen van antibiotische profylaxe wordt algemeen erkend als belangrijke methode om postoperatieve wondinfecties terug te dringen. Vaak worden antibiotica echter te vroeg, te laat of onregelmatig toegediend. Langdurig gebruik van antibiotica of oneigenlijk gebruik van breedspectrumantibiotica kan een extra risico opleveren voor patiënten omdat ze antibioticaresistentie kunnen ontwikkelen. NIAZ Toelichtingen NL: VMSthema POWI www.vmszorg.nl Nalevingstest(s)
7.7
7.6.1
De instelling heeft een protocol (bv. een 'timeout'procedure, staande order(B)) voor het toedienen van antibiotica voor profylaxe binnen 60 minuten voorafgaand aan de huidincisie. Vancomycine en fluoroquinolon mogen tot twee uur voorafgaand aan de huidincisie worden toegediend.
7.6.2
De instelling heeft een protocol (bv. staande order(B)) om de toediening van profylactische antibiotica 24 uur na de chirurgische ingreep te beëindigen. De toediening van vancomycine en fluoroquinolon mag 48 uur na de chirurgische ingreep worden gestaakt.
Gekwalificeerde zorgverleners en andere medewerkers monitoren de vitale functies van de cliënt voorafgaand aan en tijdens de gehele ingreep. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Vitale functies omvatten oxygenatie, ventilatie, circulatie en temperatuur. Ter ondersteuning van de veiligheid kunnen ook mechanische of elektronische monitoren worden ingezet, bijvoorbeeld een pulsoximeter, maar deze kunnen continue controle door medewerkers en klinische zorgverleners niet vervangen.
7.8
Veiligheid
7.9
Veiligheid
Bij het afdekken van het operatiegebied houdt het team rekening met de plaats en grootte van de incisie, het plenum waarin wordt geopereerd, het aantal aanwezige teamleden en de apparatuur en instrumenten in het plenum.
Vlak voor de start van de ingreep houdt het team een timeout om de identiteit van de cliënt en de aard, locatie en zijde van de ingreep te bevestigen.
Goud
Goud
Toelichtingen De timeout is bedoeld om de cliëntveiligheid te vergroten door nog een extra mogelijkheid te bieden om de juistheid van essentiële informatie te controleren. De ingreep kan pas plaatsvinden als alle teamleden het eens zijn over de geverifieerde informatie.
7.10
De aangewezen teamleden registreren en ondertekenen de telling van het operatiemateriaal. Goud
Effectiviteit
NIAZ Toelichtingen Telling van het operatiemateriaal omvat niet enkel een telling van instrumenten, maar ook van kompressen, tampons, et cetera
7.11
Het team documenteert dat de cliënt correct is gepositioneerd voor de operatie. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen De correcte positionering van de cliënt moet worden opgenomen in het
verslag of het dossier, en worden ondertekend door degenen die verantwoordelijk zijn voor de positionering. Een elektronische validatie is ook geldig.
7.12
Het team documenteert de timeout.
Platina
Veiligheid
Toelichtingen De registratie van de uitgevoerde 'timeout' is een onderdeel van het patiëntendossier. De uitvoering is bevestigd door (elektronische) ondertekening. De ondertekening gebeurt minimaal door de zorgverlener verantwoordelijk voor het uitvoeren van de timeout.
DE INGREEP UITVOEREN 8.0
Het team dient anesthetica en andere medicatie in de operatiekamer veilig toe.
8.1
Het team documenteert alle medicatieopdrachten, inclusief informatie uit de preoperatieve screening die de toediening van anesthetica of andere medicatie in de operatiekamer kan beïnvloeden.
Veiligheid
8.2
Veiligheid
8.3
Veiligheid
8.4
Het team controleert de juistheid en volledigheid van alle medicatieopdrachten, met inbegrip van eventuele discrepanties die verband houden met de allergieën, geneesmiddeldoseringen of compatibiliteit van geneesmiddelen van de cliënt.
Bij het voor toediening gereed maken van de narcosemiddelen houdt het team rekening met de beschikbare medicatie, toedieningsrichtlijnen, mogelijke complicaties en bijwerkingen, en indicaties/contraindicaties.
Goud
Goud
Goud
Het team controleert in de operatiekamer alle medicatie verbaal en visueel (double check). Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Voor toediening van geneesmiddelen wordt actief gecontroleerd door de toediener of het product overeenstemt met de door de arts opgestelde medicatieopdracht. De artsen hebben in overleg met andere betrokkenen een lijst opgesteld van beschikbare geneesmiddelen.
8.5
Alle medicatie die naar de operatiekamer wordt gebracht, is geëtiketteerd en aseptisch bereid. Goud
Effectiviteit
NIAZ Toelichtingen Het etiket van een geneesmiddel bevat de nodige gegevens om een veilige geneesmiddelentoediening mogelijk te maken.
8.6
Het team houdt toezicht op de cliënt tijdens en onmiddellijk na de narcose.
Goud
Veiligheid
8.7
Bij pauzes of bij verandering van dienst dragen de teamleden de informatie over de toegediende en toe te dienen medicatie aan elkaar over. Platina
Veiligheid
8.8
Veiligheid
Het team documenteert de hoeveelheid toegediende medicatie en zorgt dat de verpakkingen van de gebruikte geneesmiddelen in de operatiekamer blijven tot het einde van de ingreep.
Platina
9.0
Het team voorkomt en minimaliseert infecties in de operatiekamer.
9.1
De teamleden houden zich binnen de operatiekamers aan kledingvoorschriften.
Platina
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen Kledingvoorschriften moeten in België zijn opgenomen in een 'Reglement Inwendige Orde' dat wordt opgesteld in gemeen overleg tussen de leidinggevende en het Comité Ziekenhuishygiëne.
9.2
Het team hanteert een procedure voor handdesinfectie, voor het steriel aantrekken van operatiejassen en steriele handschoenen. Goud
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen Alle medewerkers dragen een mond en neusmasker binnen de operatiezaal vanaf het moment dat het steriele veld opgengaat tot de wonde gesloten is. http://www.zorgengezondheid.be/Beleid/Procedures/Zi ekenhuizen/Eisenkadervoordechirurgischepatiënt/
9.3
Het team hanteert voorzorgsmaatregelen om het risico op infectie voor cliënten en medewerkers via de lucht, contact en druppels te verminderen. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Voorzorgsmaatregelen om infectie via de lucht te voorkomen zijn: waar nodig het gebruik geschikte maskers (bijvoorbeeld N95); de deur naar de operatiekamer zoveel mogelijk gesloten houden; luchtisolatieborden plaatsen op de deuren naar de operatiekamer. Voorzorgsmaatregelen om infectie via druppels te voorkomen omvatten alle voorzorgsmaatregelen om infectie via de lucht te voorkomen en het dragen van oogbescherming wanneer er een kans bestaat dat lichaamsvloeistof in contact komt met de ogen. Voorzorgsmaatregelen om infectie via contact te voorkomen zijn: onnodige apparatuur uit de operatiekamer verwijderen; contactisolatieborden plaatsen op de deuren naar de operatiekamer; handschoenen dragen bij het aanraken van een cliënt; een OKjas/schort dragen als kleding direct in contact komt met de cliënt of oppervlakken of voorwerpen in de operatiekamer raakt die in contact zijn gekomen met de cliënt; de cliënt in de operatiekamer of in een aparte afgeschermde ruimte opnieuw bedekken; de operatiekamer na de ingreep schoonmaken. NIAZ Toelichtingen NL: Beheersplan luchtbehandling voor de operatiekamer, WIP 2005 htt p://www.rivm.nl/Onderwerpen/W/Werkgroep_Infectie_Preventie_WIP/WI P_Richtlijnen
9.4
Het operatiekamerteam maakt te allen tijde tijdens de ingreep gebruik van aseptische technieken. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Aseptische technieken worden gebruikt voor het creëren van een steriel werkoppervlak, het verstrekken van steriele materialen, het steriel houden van het werkoppervlak, en het zorgen voor steriele opslag.
9.5
Het team gaat op passende wijze om met vuil linnengoed, infectieus materiaal en gevaarlijk afval in de operatiekamer. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Op de juiste wijze omgaan met besmette en infectieuze materialen voorkomt het risico van blootstelling en infectie voor iedereen in de operatiekamer. Dit houdt in het op de juiste wijze verzamelen, opslaan, vervoeren en verwijderen. Er is ten allen tijde een scheiding van vuile en schone stromen in de logistiek van middelen en materialen.
NIAZ Toelichtingen VL: In het 'Reglement Inwendige Orde' is opgenmen welke maatregelen getroffen moeten worden om te beletten dat vuil of niet steriel materiaal in aanraking zou komen met reine of steriele materialen.
10.0
Het team gebruikt alle operatiekamerapparatuur en benodigdheden op een veilige wijze.
10.1
Het team gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen volgens de instructies van de fabrikant.
Goud
Veiligheid
Toelichtingen Using personal protective equipment appropriately reduces the risk of harm or injury from medical devices such as lasers, scalpels, or electrocautery. NIAZ Toelichtingen VL: Anesthesieapparatuur en elketrische installaties moet voor betrouwbaarheid minstens twee maal per jaar getest worden. (KB 15/12/1978)
10.2
Het team maakt veilig gebruik van lasers en doet dit in een gecontroleerde omgeving. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Bij alle toegangen tot de operatiekamer moeten waarschuwingsborden worden geplaatst met informatie over het type laser dat wordt gebruikt. Veilig lasergebruik betekent onder andere dat: de toegang tot de gecontroleerde omgeving wordt beperkt tot de belangrijkste medewerkers/zorgverleners; gebruik wordt gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen; openingen worden afgedekt zodat de laserstraal niet ontsnapt; reflecterende oppervlakken worden vermeden, en er een goede brandblusser binnen handbereik is.
10.3
Veiligheid
De teamleden nemen passende voorzorgsmaatregelen om brandgevaar bij gespecialiseerde chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen te verkleinen.
Goud
Toelichtingen Voorzorgsmaatregelen zijn: ontsmettingsmiddelen volledig laten drogen/verdampen; natte of brandvertragende afdekdoeken; steriel water of fysiologische zoutoplossing op het steriele werkoppervlak; een brandblusser; brand of laservertragende benodigdheden (bijv. slangen); chirurgische instrumenten voorzien van de juiste afwerking of coating.
10.4
De instelling hanteert een systeem voor rookverdrijving bij het gebruik van elektrochirurgische apparatuur. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Rookwolken kunnen giftige gassen, dampen en virussen bevatten.
10.5
Het team gebruikt tijdens de chirurgische ingreep alleen sponzen en handdoeken die een markering hebben die zichtbaar is met röntgenstraling. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Uit onderzoek blijkt dat het gebruik van materialen (sponzen, gazen, kompressen, handdoeken,…) met een markering die zichtbaar is met
röntgenstraling het identificeren en lokaliseren van achtergebleven lichaamsvreemde materialen vergemakkelijkt.
10.6
Veiligheid
10.7
Indien een instrument breekt tijdens de ingreep, registreert het team het voorval en zorgt het voor het terugvinden van alle stukken van het instrument.
Goud
De aangewezen teamleden voeren een chirurgische telling uit wanneer de ingreep is voltooid. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Naast een telling aan het begin van de ingreep, voeren de aangewezen teamleden aan het eind van de chirurgische ingreep (voor dat de wond gesloten is) nogmaals een chirurgische telling uit. De aangewezen teamleden moeten het eens zijn over het aantal getelde items. Voorwerpen die tijdens de ingreep worden toegevoegd, worden onmiddellijk geteld, vastgelegd en geparafeerd. De voorwerpen blijven bij elkaar totdat de telling is afgerond en de telling mag niet worden onderbroken. De telling wordt geregistreerd in het cliëntdossier. Tevens is duidelijk wie de telling heeft uitgevoerd.
10.8
Veiligheid
Als een chirurgische telling leidt tot een verkeerd aantal, volgt het team een procedure die bestaat uit een hertelling, het zoeken naar het ontbrekende voorwerp met behulp van röntgenstraling, het vastleggen van de verkeerde uitkomst van de telling, en het in kennis stellen van de chirurg en andere zorgverleners.
Goud
Toelichtingen Documentatie houdt in dat de verkeerde uitkomst van de telling wordt genoteerd op het formulier, dat er een incidentrapport wordt opgesteld en alle ondernomen acties in het cliëntdossier worden vastgelegd.
10.9
Het team reageert op noodsituaties in de operatiekamer.
Goud
Veiligheid
Toelichtingen Voorbeelden van noodsituaties die van invloed kunnen zijn op het operatiekwartier: brand, stroomuitval, uitval medische gassen, overstromingen, externe rampen, het ontbreken van nooduitrusting, storingen aan apparatuur of instrumenten, narcose of operatiegerelateerde noodsituaties. Het operatieteam heeft de mogelijkheid om te trainen in hun reactie op dergelijke noodsituaties.
11.0
Het team legt alle chirurgische werkzaamheden vast in het cliëntdossier, met inbegrip van het nemen van monsters of biopten.
11.1
Het team legt schriftelijk vast welke medewerkers en artsen bij de ingreep zijn betrokken, en welke chirurgische technieken zijn gebruikt.
Goud
Effectiviteit
11.2
Het team noteert de fysiologische variabelen die zijn gecontroleerd tijdens de ingreep. Goud
Effectiviteit
11.3
Het team registreert het type, de hoeveelheid, de dosering en het tijdstip van toediening van alle geneesmiddelen en vloeistoffen tijdens de ingreep,
met inbegrip van bloed en bloedproducten.
Goud
Veiligheid
11.4
Veiligheid
11.5
Veiligheid
Het team registreert alle gegevens met betrekking tot de toediening van anesthesie, waaronder eventuele ongebruikelijke gebeurtenissen, de duur van de anesthesie, en de toestand van de cliënt bij beëindiging van de anesthesie.
Het team noteert alle apparatuur, benodigdheden en instrumenten die tijdens de ingreep zijn gebruikt, met inbegrip van chirurgische tellingen, en serienummers.
Platina
Platina
NIAZ Toelichtingen Dit criterium beoogt de traceerbaarheid (recall) van gebruikte apparatuur, instrumentensets, hulpmiddelen en prothesematerialen. Het noteren vindt plaats in het cliëntdossier.
11.6
Effectiviteit
Het team registreert alle monsters die bij de cliënt zijn genomen tijdens de ingreep in het cliëntdossier en op het pathologieformulier, en etiketteert beide met de precieze datum, naam van de cliënt, en het soort weefsel.
Platina
Toelichtingen De genomen monsters of biopten zijn opgenomen in het cliëntdossier en nauwkeurig aangeduid op het pathologieformulier. Etikettering gebeurt volgens de in het ziekenhuis bepaalde werkwijze waarbij minimaal de datum van staalname en de identificatiegegevens van de patiënt zijn vermeld. Het staal wordt ondubbelzinnig gelinkt aan een uniek aanvraagformulier voor verder onderzoek.
11.7
Effectiviteit
Het team actualiseert het postoperatieve zorgplan van de cliënt in het cliëntdossier. Platina
DE CLIËNT NA DE INGREEP OVERPLAATSEN 12.0
Het team zorgt na de ingreep voor een veilige overplaatsing van de cliënt naar de verkoeverafdeling/recovery.
12.1
Het operatieteam gebruikt gestandaardiseerde criteria om te bepalen wanneer de cliënt kan worden overgeplaatst naar de verkoeverafdeling/recovery.
Effectiviteit
12.2
Platina
Het team meldt eventuele postoperatieve chirurgische risico's aan de verkoeverafdeling/recovery. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Het gebruik van een gestandaardiseerde overdrachtsmethode bij patiëntentrasnfers is aan te bevelen. Methodes als SBAR hebben een bewezen effect op de correctheid en tijdigheid van mondelinge communicatie tussen zorgverleners. Dit alles dient ondersteund te worden door een gedegen schriftelijke communicatie in het cliëntdossier.
12.3
Veiligheid
Tijdens de overplaatsing van de operatiekamer naar de verkoeverafdeling/recovery wordt de cliënt voortdurend geobserveerd door een of meer aangewezen teamleden.
Goud
Toelichtingen Voortdurende observatie, eventueel met behulp van apparatuur, helpt bij het snel opmerken van postoperatieve en postanesthetische reacties.
12.4
Het operatieteam stelt het volledige cliëntdossier ter beschikking aan de verkoeverafdeling/recovery en het chirurgische zorgteam. Goud
Continuïteit van de zorgverlening
Toelichtingen Het volledige cliëntdossier bevat alle preoperatieve informatie en informatie die tijdens of na de ingreep is toegevoegd, met inbegrip van het postoperatieve zorgplan.
12.5
Effectiviteit
Het operatieteam neemt contact op met cliënten of nazorg verleners voor hulp bij de evaluatie van de effectiviteit van de procedure en de overdracht na de operatie, en voert waar nodig verbeteringen in zijn zorgverlening door.
Diamant
CHIRURGISCHE APPARATUUR REINIGEN EN ONDERHOUDEN 13.0
Het team volgt de instructies van de fabrikant voor het reinigen, desinfecteren en hergebruiken van chirurgische hulpmiddelen en apparatuur.
13.1
De teamleiders controleren de kwalificaties en competenties van medewerkers die betrokken zijn bij hergebruik in de operatiekamer.
Goud
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen Dit is de verantwoordelijkheid van de sterilisatieafdeling in plaats van de teamleider van het OK team.
13.2
Veiligheid
Voor elk besmet instrument en apparaat gebruikt een opgeleide medewerker een erkend classificatiesysteem om vast te stellen of sterilisatie nodig is.
Goud
Toelichtingen Een classificatiesysteem (bijv. het Spaulding Classification System) deelt medische hulpmiddelen in op basis van hun gebruik en het risico van infectie dat het gebruik met zich meebrengt, om vast te stellen welke schoonmaak en reinigingshandelingen nodig zijn om infectie te voorkomen. De instelling gebruikt het classificatiesysteem of andere professionele richtlijnen om te bepalen of ontsmetting, reiniging en desinfectie of sterilisatie noodzakelijk zijn. NIAZ Toelichtingen Dit criterium is niet van toepassing in Nederland en Vlaanderen. In Nederland geldt de WIPrichtlijn 'Beleid reiniging, desinfectie en sterilisatie' (zie par. 2.2, desinfectie instrumenten). http://www.rivm.nl/Documenten_e n_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectieziekten/WIP_Richtl ijnen/Actuele_WIP_Richtlijnen/Ziekenhuizen/WIP_richtlijn_Reiniging_Desinf ectie_Sterilisatie_Beleid_ZKH
13.3
Veiligheid
Indien desinfectie nodig is, volgt een opgeleide en competente medewerker gedetailleerde procedures voor het reinigen of desinfecteren van het herbruikbare instrument of apparaat.
Goud
Toelichtingen De desinfectieprocedures van de instelling betreffen het sorteren, weken, wassen, spoelen en drogen van de items, evenals het inspecteren van elk item na het drogen om de goede werking te controleren en om eventuele losse onderdelen, scherven, ongewenste scherpe randen, slijtage, botheid en andere defecten op te sporen.
13.4
De medewerker weekt, spoelt en reinigt elk instrument tijdig om anorganisch en organisch materiaal van het instrument te verwijderen. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Apparatuur die mag worden ondergedompeld, kan worden geweekt in water of een product met een enzymatisch reinigingsproduct om het schoonmaken te vergemakkelijken en te voorkomen dat organisch materiaal opdroogt. Een zoutoplossing mag niet worden gebruikt om in te weken. Bij het schoonmaken wordt anorganisch en organisch materiaal verwijderd dat het desinfectieproces kan hinderen. Het schoonmaken kan handmatig of geautomatiseerd gebeuren. Het lumen van een te reinigen object (zoals katheters en naalden) wordt indien mogelijk gereinigd met een borstel of pijpenrager en gespoeld met een oplossing met een oplossing met enzymatisch reinigingsproduct.
13.5
Effectiviteit
13.6
Effectiviteit
13.7
Effectiviteit
De instelling kiest desinfecterende middelen op basis van compatibiliteit met de te desinfecteren instrumenten; compatibiliteit met andere middelen die voor het desinfecteren of steriliseren worden gebruikt; het beoogde gebruik van de te desinfecteren instrumenten; en de veiligheid van cliënten, medewerkers en het milieu.
Bij elk desinfecterend middel volgt de instelling de aanbevelingen van de fabrikant voor gebruik, contacttijd, houdbaarheid, opslag, geschikte verdunning en vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
De instelling controleert de concentratie van desinfecterende middelen dagelijks met geschikte teststrips en gooit desinfecterende middelen die meer dan twee weken oud zijn weg, ook indien de concentratie gecontroleerd is.
Goud
Goud
Platina
Toelichtingen * NIAZ Toelichtingen Dit criterium is in de Nederlandse en Vlaamse instellingen niet van toepassing.
13.8
Effectiviteit
13.9
De instelling houdt een administratie bij van uitgevoerde desinfectieprocedures, waarin de gebruikte instrumenten en desinfecterende middelen zijn terug te vinden.
Platina
De instelling draagt zorg voor het deugdelijk verpakken en transporteren van besmette voorwerpen naar de sterilisatieafdeling of ruimte. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De instelling volgt formele criteria voor het bewaren van gebruikte items en het vervoer daarvan naar en uit de ruimte waarin ze gesteriliseerd worden. Reiniging en sterilisatie kunnen plaatsvinden in een specifieke ruimte van de instelling of op een andere locatie, of worden uitbesteed aan een particulier bedrijf. NIAZ Toelichtingen NL: verwijzen naar NEN richtlijn steriliseren en steriliteit www.nen.nl/nensh op/vakgebieden/medischehulpmiddelen en WIP richtlijnen.
13.10
Veiligheid
13.11
Effectiviteit
De instelling vervoert besmette voorwerpen gescheiden van schone of gesteriliseerde voorwerpen, en het vervoer vindt niet plaats in gebieden waar veel cliënten aanwezig zijn.
Bij het transporteren van besmette apparatuur en instrumenten voldoet de instelling aan van toepassing zijnde regelgeving, controleert zij de omstandigheden in de gebouwen, en gebruikt zij schone en geschikte bakken, dozen, zakken en vervoermiddelen. Toelichtingen Omgevingsomstandigheden zijn onder meer temperatuur en vochtigheid. Het kan nodig zijn een pneumatische vering te installeren op voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van besmette apparatuur en hulpmiddelen buiten het terrein.De instelling moet rekening houden met speciale vereisten, zoals temperatuurcontroles, schokbrekers of speciale containers, bij het vervoer van hulpmiddelen of apparatuur over lange afstanden.
Platina
Platina
13.12
Veiligheid
Het team past alleen in noodsituaties in de operatiekamer stoomsterilisatie toe, en past dit nooit toe bij complete sets of bij implanteerbare hulmiddelen.
Goud
Toelichtingen Een voorbeeld van een noodsituatie die mogelijk stoomsterilisatie vereist, is wanneer een zeer specialistisch instrument tijdens een ingreep valt en moet worden gesteriliseerd voordat het weer kan worden gebruikt tijdens de ingreep.
13.13
Het team registreert elk gebruik van stoomsterilisatie en legt dit schriftelijk vast in zijn dossiers. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Het gebruik van stoomsterilisatie moet zowel in een incidentenrapport als in het cliëntdossier worden geregistreerd.
13.14
Veiligheid
Het team slaat schone en steriele chirurgische apparatuur, medische apparatuur en benodigdheden op volgens de instructies van de fabrikanten, en gescheiden van vuile apparatuur en afval.
Goud
Toelichtingen De voorwerpen moeten gescheiden worden gehouden door middel van opslag, afstand, andere vervoersstromen en door ze onafhankelijk van elkaar te verplaatsen.
13.15
Veiligheid
De instelling verhindert dat instrumenten en materialen voor eenmalig gebruik weer gesteriliseerd worden en geschikt gemaakt worden voor hergebruik.
Platina
Toelichtingen Slechts mogelijk na validatie van de sterilisatieprocedure.
13.16
Veiligheid
De instelling volgt instrumenten die voor sterilisatie zijn aangeboden, zodat ze kunnen worden herleid (recall) in geval van een defect of storing in het sterilisatiesysteem.
Platina
NIAZ Toelichtingen Traceerbaarheid
13.17
Veiligheid
De instelling volgt consistent een gedocumenteerde procedure voor het binnen de instelling herleiden (recall) van chirurgische apparatuur en medische instrumenten bij twijfel over hun steriliteit.
Platina
NIAZ Toelichtingen Track en trace: Instrumenten, apparatuur en materialen kunnen worden teruggeroepen om verschillende redenen, bijvoorbeeld wanneer de reiniging en sterilisatie niet voldoen of wanneer een ongebruikelijk patroon van postoperatieve infecties wordt ontdekt.
13.18
Veiligheid
De instelling heeft een programma om de kwaliteit van het reinigen, desinfecteren en steriliseren van medische instrumenten en materialen die opnieuw gebruikt worden te controleren. Toelichtingen
Goud
Het kwaliteitscontroleprogramma omvat voortdurend toezicht op en competentiebeoordelingen van medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het reinigen, desinfecteren en steriliseren van herbruikbare medische hulpmiddelen. Met behulp van procescontrole of rapportagesystemen wordt naleving van geldende praktijkrichtlijnen en instellingsbeleid en procedures gecontroleerd. Ook zijn er systemen om storingen in de schoonmaak, desinfectie of sterilisatieprocedures van de instelling snel op te sporen, inclusief procedures om apparatuur terug te roepen als dat nodig is (recallprocedure). NIAZ Toelichtingen NL: 'NEN richtlijnen steriliseren en steriliteit en WIP richtlijnen.
13.19
Effectiviteit
13.20
Indien het reinigen en steriliseren is uitbesteed aan externe leveranciers, draagt de instelling zorg voor het opstellen en handhaven van een overeenkomst met elke leverancier.
Goud
Indien het reinigen en steriliseren is uitbesteed aan externe leveranciers, controleert de instelling regelmatig de kwaliteit van de verleende diensten. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen De instelling controleert of de externe leverancier de geldende praktijkrichtlijnen hanteert om de kwaliteit van geleverde diensten te waarborgen. Bijv. systematische controle van uitdraaien en overige gedocumenteerde bewijzen van kwaliteitscontrole door de externe leverancier.
13.21
Effectiviteit
13.22
Indien het reinigen en steriliseren is uitbesteed aan externe leveranciers, beoordeelt de instelling jaarlijks elke overeenkomst en houdt zij documentatie bij die betrekking heeft op de overeenkomst en de onderhandelingen.
Platina
De instelling monitort haar procedures voor het reinigen voor hergebruik van apparatuur en brengt indien nodig verbeteringen aan. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen Instellingen reinigen en desinfecteren apparatuur en instrumenten volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Als de instelling zelf geen apparatuur reinigt of desinfecteert, moet ze een procedure hebben om te waarborgen dat apparatuur en instrumenten voor gebruik correct gereinigd en gedesinfecteerd zijn.
14.0
Het team onderhoudt de chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen op een veilige en accurate wijze.
14.1
Het team heeft een preventief onderhoudsprogramma voor alle chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen.
Goud
Veiligheid
NIAZ Toelichtingen NL: Convenant veilige toepassing medische technologie in het ziekenhuis. http://www.nfu.nl/img/pdf/NFU11.4224_Convenant_VeiligeToepassing_Me dTechn_Zh.pdf VL: Anesthesieapparatuur en elektrische installaties moeten minstens tweemaal per jaar getest worden. (KB 15/12/1978) en htt p://icuro.be/documents/content/Hettoezichtopmedischeapparatuurindezorgi nstelling.pdf
14.2
Het team legt alle voltooide preventieve onderhoudswerkzaamheden aan
chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen schriftelijk vast.
Platina
Effectiviteit
Toelichtingen Voorbeelden van gegevens die moeten worden vastgelegd: de datum van de inspectie/interventie; identificatie van de geïnspecteerde apparatuur (bijv. serienummer, artikelnummer); het type inspectie dat is gedaan; de resultaten van de inspectie de datum van de volgende geplande onderhoudsbeurt de naam en titel van de persoon die de inspectie/interventie heeft gedaan; eventuele reparaties/vervanging van onderdelen.
14.3
Bij het regelmatig ijken van chirurgische apparatuur en medische hulpmiddelen volgt het team de instructies van fabrikanten. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Biomedische technologie wordt ingezet bij het oplossen van kalibratie of andere technologische problemen met apparatuur.
14.4
Het team signaleert, meldt, beheert en documenteert risicowaarschuwingen of recalls van apparatuur en de daarop genomen maatregelen. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Het team kan een gemeenschappelijk meldpunt aanwijzen of speciaal personeel om recallmeldingen in ontvangst te nemen, en heeft eventueel de middelen om recallmeldingen in de gehele instelling te verspreiden. De ondernomen actie hangt af van het soort recall.
14.5
Het team rapporteert storingen in apparatuur die plaatsvinden tijdens anesthesie of chirurgie en haalt de apparatuur uit de circulatie. Goud
Veiligheid
Toelichtingen In rapportages over storingen in apparatuur moet duidelijk zijn aangegeven: om welk apparaat het gaat (bijv. serienummer, artikelnummer); het soort storing; datum, tijd en omstandigheden van de storing; en maatregelen die zijn genomen om te zorgen dat de apparatuur wordt gerepareerd of vervangen voordat deze opnieuw wordt gebruikt.
14.6
Veiligheid
Het team controleert of de chirurgische apparatuur of medische hulpmiddelen die terugkeren naar de operatiekamer na reparatie of vervanging, duidelijk zijn voorzien van de datum en een ondertekende mededeling waarin het onderhoud of de aankoop wordt beschreven.
Diamant
RESULTATEN POSITIEF BEÏNVLOEDEN 15.0
Het team heeft een gecoördineerd systeem voor het signaleren, voorkomen en beheersen van risico's in de operatiekamer en het verbeteren van de kwaliteit van zijn zorgverlening.
15.1
Het team wisselt regelmatig informatie over veiligheidsrisico’s uit om het risico op fouten te verminderen en de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren.
Veiligheid
Platina
Toelichtingen Als er regelmatig gelegenheid is om informatie uit te wisselen over potentiële problemen en incidenten die zijn voorgevallen, kan zowel het risico op als de waarschijnlijkheid van herhaling van een incident worden teruggedrongen.
15.2
Het team signaleert, rapporteert, registreert en controleert incidenten, bijna ongevallen, en bijwerkingen op tijdige wijze. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Hieronder valt: het onderzoeken van incidenten; actie ondernemen om te voorkomen dat dezelfde situatie zich opnieuw voordoet; evaluatie van incidenten die in de loop der tijd zijn voorgevallen; deze informatie gebruiken om verbeteringen aan te brengen.
15.3
Het team selecteert en controleert specifieke prestatieindicatoren voor de operatiekamer en de zorgverlening. Platina
Effectiviteit
15.4
Het team formuleert prestatiedoelen en doelstellingen, en meet of deze worden bereikt. Diamant
Effectiviteit
15.5
Het team benchmarkt of vergelijkt zijn resultaten met andere soortgelijke interventies, programma's of instellingen. Diamant
Effectiviteit
NIAZ Toelichtingen Het team kan deelnemen aan benchmarkinitiatieven en vergelijkingen met collegainstellingen om de eigen prestaties te beoordelen en mogelijkheden voor verbetering te signaleren. Het team zoekt uit wat de toonaangevende best practices zijn en stelt deze beschikbaar.
15.6
Effectiviteit
Het team gebruikt de informatie die het verzamelt over veiligheid, risico en prestaties om successen en mogelijkheden tot verbetering te signaleren en waar nodig verbeteringen door te voeren. Toelichtingen Dit past binnen de bredere filosofie van kwaliteitsverbetering en kwaliteitsverbeterende activiteiten van de instelling. Het controleren en verbeteren van de kwaliteit van de zorg door het team is geïntegreerd in de algemene inspanningen van de instelling op het gebied van kwaliteitsverbetering, risicomanagement (waaronder cliëntveiligheid) en gebruiksbeheer.
Diamant
Gepubliceerd door Accreditation Canada International. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd of overgedragen, in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opname of anderszins, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Accreditation Canada. © Accreditation Canada, 2015
Operatiekamers/het operatiekwartier v 2
Accreditation Canada International
Legenda: Kwaliteitsdimensies: Doelgroepgerichtheid
Samenwerken met doelgroepen om te anticiperen en te voldoen aan behoeftes
Toegankelijkheid
Tijdige en rechtvaardige zorg
Veiligheid
Zorgen dat mensen veilig zijn
Arbeidsomstandigheden
Welzijn op de werkplek ondersteunen
Cliëntgerichte zorgverlening
Cliënten en familieleden op de eerste plaats
Continuïteit van de zorgverlening
Gecoördineerde en consistente zorg beleven
Effectiviteit
Het juiste doen om de best mogelijke resultaten te behalen
Efficiëntie
Bronnen zo goed mogelijk benutten
Types criteria: Vereiste instellingsrichtlijnen (ROPs)
Een vereiste instellingsrichtlijn (ROP) is een essentiële praktijk die organisaties moeten hanteren om de patiënt/cliëntveiligheid te verbeteren en risico's te minimaliseren.
Prestatiemaatstaven
Prestatiemetingen zijn op bewijs gebaseerde instrumenten en indicatoren die worden gebruikt om te meten en evalueren in welke mate een organisatie haar doelen, doelstellingen en programmaactiviteiten heeft bereikt.
Hoge prioriteit
Criteria met hoge prioriteit hebben te maken met veiligheid, ethiek, risicobeheer en kwaliteitsverbetering. Ze zijn geïdentificeerd in de normen.
Goud
heeft betrekking op basisstructuren en –processen die verband houden met de fundamentele elementen van veiligheids en kwaliteitsverbetering.
Platina
bouwt voort op deze elementen van kwaliteit en veiligheid, maar benadrukt ook cliëntgerichte zorg, waarbij consistentie in de zorgverlening wordt nagestreefd door middel van standaardprocedures en door het betrekken van cliënten en medewerkers bij de besluitvorming.
Diamant
richt zich op het realiseren van kwaliteit door het controleren van resultaten, gebruikmakend van praktijkervaring en best practices om diensten te verbeteren, en door het vergelijken van eigen resultaten met die van collega instellingen om tot verbeteringen op systeemniveau te komen.
Prioriteit:
Niveaus: