Proje t Number FP6-021235-2
I
A
lgorithms for
mproving the
V
R
ARRIVAL
obust and online
A
alidity and reli
R
ailway optimization:
bility of
L
arge s ale systems
STREP Member of the FET Open S heme
ARRIVAL TR 0143
Developing a measure for robustness for
rew s hedules of Netherlands Railways Chrissy Tan
July 2008
Het ontwikkelen van een robuustheidmaatstaf voor NS personeelsplannen Bachelorscriptie door Chrissy Tan - studentnummer 276818 Onder begeleiding van Dr. Dennis Huisman 22 juli 2007
Erasmus Universiteit Rotterdam Capaciteitsgroep Econometrie & Besliskunde Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA ROTTERDAM
INHOUDSOPGAVE
1
Inhoudsopgave 1 Inleiding
2
2 Probleemomschrijving 2.1 Uitleg begrippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 Personeelsplanningsprobleem . . . . . . . . . . . . . 2.2.1 Aspecten van personeelsplanning bij NS . . . 2.3 Robuustheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . .
4 4 5 5 6
3 Methoden 3.1 Robuustheidmaatstaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 LP-model voor het bepalen van gemiddelde vertragingen . . . . . . .
7 7 7
. . . .
. . . .
. . . .
4 Data 4.1 Data omschrijving personeelsplannen NS . . . . . . . . . . 4.2 Data aanpassing voor het vergelijken van personeelsplannen 4.3 GAMS model verificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4 Modelleren van kleine verstoringen . . . . . . . . . . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
10 10 10 10 11
5 Resultaten op NS data 5.1 Punctualiteitsverandering door personeelsplan . . . . . . . . . . . . 5.2 Robuustheidmaatstaf vergelijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13 13 15
6 Conclusie & discussie
18
7 Bijlagen
20
A 35 meetstations
20
B Weggelaten taken uit de personeelsplannen
21
C Input file gebruikt in het GAMS model
22
D GAMS model
23
E Aankomstpunctualiteitscijfers
24
F Robuustheidmaatstaf
25
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
1 INLEIDING
2
1 Inleiding De Nederlandse Spoorwegen (NS) genereert personeelsplannen met het softwarepakket Turni. Maar voordat er een plan uitrolt moeten er eerst parameters gekozen worden. Door verschillende parameters te kiezen, ontstaan er ook verschillende personeelsplannen. E´en van de parameters die gekozen kunnen worden, is de tijd die een machinist krijgt om over te stappen op een volgende trein, verder in de scriptie aangeduid als de (machinist-)overgangstijd. Maar hoe weet de NS welk personeelsplan het beste is? En welk criteria worden er gebruikt om te bepalen wanneer men een plan als beste kan kwalificeren? Een veelvoorkomend criterium is de robuustheid van een plan. Bij een robuuster personeelsplan hebben vertragingen eerder op de dag minder invloed op ritten later op de dag of elders in het land en dat is een belangrijke eigenschap. Zo heeft de NS een stabieler personeelsplan, dat weinig aanpassingen nodig heeft bij kleine verstoringen en heeft de consument minder last van vertragingen die veroorzaakt worden door vertragingen die eerder op die dag ontstaan zijn. Er is veel onderzoek gedaan op het gebied van personeelsplanningsproblemen (PPP) (zie bijv. Housos en Elmroth [3], Cavique et al. [1], Yunes et al. [10] en Kroon en Fischetti [5]). In recenter onderzoek wordt de nadruk gelegd op het cre¨eren van robuustere personeelsplannen. Dit zien we bij Lourenc¸o, Paix˜ao en Portugal [6] die het probleem verbeteren door meerdere doelfuncties te gebruiken bij het oplossen van het PPP. Waarna Ehrgott en Ryan [2] een robuustheidsdoelfunctie toevoegen aan de kosten doelfunctie. Shebalov en Klabjan [7] gaan een stap verder en hebben een model ontwikkeld voor vluchtroosters waarmee men robuustere personeelsplannen kan cre¨eren door het aantal personeelsleden die kunnen wisselen van taken om zo vertragingen te reduceren te maximaliseren, waardoor dus ook robuustere plannen ontstaan. Dit is helaas niet toepasbaar voor instanties zoals treinmaatschappij de NS, omdat de NS niet bij elk station een depot met treinen heeft die elk moment inzetbaar zijn voor het opvangen van vertragingen. Een ander interessant onderzoek op het gebied van robuustere personeelsplannen ontwikkelen, is het onderzoek van Yen en Birge [9]. Door het personeelsplanningsprobleem stochastisch te modelleren, hebben Yen en Birge een methode bedacht om verstoringen mee te nemen bij het identificeren van robuustere personeelsplannen. Ondanks alle aanpassingen, met als doel robuustere plannen te genereren, valt er nog niets te vinden in de literatuur waarmee men personeelsplannen met elkaar kan vergelijken op basis van robuustheid. Daarom is een maatstaf voor robuustheid gewenst. In dit onderzoek draait het daarom om het vinden van een antwoord op de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen personeelsplannen van de NS, waarbij de overgangstijden vari¨eren, vergeleken worden op basis van robuustheid bij kleine verstoringen in de rijtijden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden worden de volgende deelvragen eerst beantwoord:
1 INLEIDING
3
• Op basis van welke andere aspecten kunnen personeelsplannen van de NS worden vergeleken? • Welk aspect in het personeelsplan heeft invloed op de robuustheid van een personeels plan? • Wat is het nut van het vergelijken van personeelsplannen op basis van robuustheid? • Waarom ontwikkelen we een robuustheidmaatstaf op basis van kleine verstoringen in het personeelsplan van de NS? • Welke methode wordt er gebruikt om de robuustheidmaatstaf te ontwikkelen? Eerst wordt in hoofdstuk 2 het probleem omschreven door de te gebruiken begrippen toe te lichten. Daarna wordt er ingegaan op wat personeelsplanningsproblemen inhouden door te kijken naar aspecten waarmee zo’n plan rekening moet houden en wordt NS data omschreven die gebruikt worden in dit onderzoek. En als laatste wordt uitgelegd wat robuustheid inhoudt en wat de verwachtingen zijn van het onderzoek met betrekking tot de robuustheid van een personeelsplan. Dan introduceren we in hoofdstuk 3 de robuustheidmaatstaf en vervolgens stellen we een Lineair Programmerings (LP) model op voor het vinden van de benodigde elementen voor de maatstaf. Daarna wordt er in hoofdstuk 4 nader ingegaan op aanpassingen op de NS data om zo de verschillende plannen te kunnen vergelijken. Ook wordt er geverifieerd dat het LP model van hoofdstuk 3 goed ge¨ımplementeerd is, alvorens daarmee te simuleren. En als laatste wordt er een paragraaf gewijd aan het modelleren van kleine verstoringen. Hierna worden de resultaten getoond in hoofdstuk 5. Waarbij eerst de resultaten met betrekking tot de aankomstpunctualiteit van treinen worden bekeken en daarna de resultaten van de robuustheidmaatstaf. Tot slot wordt er in de conclusie en discussie een korte samenvatting gegeven van het onderzoek en vindt men het antwoord op de hoofdvraag. Afsluitend worden er suggesties voor vervolgonderzoek besproken.
2 PROBLEEMOMSCHRIJVING
4
2 Probleemomschrijving De logistieke afdeling van de NS houdt zich o.a. bezig met het maken van de roosters voor machinisten en conducteurs. Er bestaat nu een software pakket dat een groot deel van het werk voor hen doet, maar voordat dat pakket met een optimaal rooster op de proppen komt, moeten er parameters worden ingevoerd. Een voorbeeld van zo’n parameter is de minimale overstaptijd voor de machinisten. Maar hoe weten zij deze parameters goed te kiezen? Wie kan zeggen of twintig minuten overstaptijd het plan “beter” maakt, dan wanneer men vijftien minuten gebruikt? En wat houdt een “beter” personeelsplan in? Welke maatstaven kunnen daarbij gebruikt worden? In dit onderzoek gaan we een maatstaf ontwikkelen die de robuustheid van een personeelsplan aangeeft, om zo via verschillende methoden verkregen personeelsplannen te kunnen vergelijken op robuustheid. Eerst wordt er uitgelegd in paragraaf 2.1 welke definities er gehanteerd worden in deze scriptie. Als tweede zal omschreven worden wat het personeelsplanningsprobleem inhoudt en hoe de NS daarmee te maken heeft (zie paragraaf 2.2). Vervolgens wordt er gekeken naar wat robuustheid is en hoe dit gemeten kan worden (zie paragraaf 2.3).
2.1 Uitleg begrippen Voor de duidelijkheid worden hier een aantal begrippen uitgelegd die worden gebruikt in dit onderzoek voor het NS personeelsplan. Rit
Een deel van een materieeldienst, m.a.w. een verplaatsing van het materieel van punt A naar punt B; Taak Een deel van een machinistdienst, m.a.w. bij elke rit hoort een taak van een machinist die die rit uitvoert; Rijtijd De tijd die een trein nodig heeft om e´ e´ n rit af te leggen; Geplande rijtijd Rijtijd die wordt opgehoogd met een buffer van 7%; Verstoring De tijd veroorzaakt door externe factoren die bij de rijtijd wordt opgeteld, waarbij de totale rijtijd nog steeds kleiner is dan de geplande rijtijd; Vertraging Het verschil tussen de geplande aankomsttijd en de werkelijke aankomsttijd, waarbij de werkelijke aankomsttijd later is dan geplande aankomsttijd. Een vertraging ontstaat dus pas als de verstoring van een rit zodanig groot wordt dat de trein niet meer voor of op de geplande tijd aankomt; Meetstation Een treinstation waar vertragingen worden gemeten (zie bijlage A voor de complete lijst met meetstations).
2 PROBLEEMOMSCHRIJVING
5
2.2 Personeelsplanningsprobleem Bij een personeelsplanningsprobleem probeert men taken toe te kennen aan het aanwezige personeel, opdat alle taken worden uitgevoerd, aan alle van tevoren vastgestelde voorwaarden worden voldaan en de kosten worden geminimaliseerd. Bij de voorwaarden kan men denken aan restricties opgelegd door de overheid en/of het bedrijf zelf die zijn opgenomen in de arbeidsvoorwaarden (bijv. rustperiode tussen twee taken, lunchpauzes, lengte dienst, minimale tijd die het materieel nodig heeft om zich klaar te maken voor zijn volgende rit). Maar ook is het logisch dat mensen of materieel vaak maar voor e´ e´ n taak op e´ e´ n moment kunnen worden ingezet. In paragraaf 2.2.1 wordt er gekeken naar drie belangrijke aspecten waar de NS rekening mee moet houden bij het opstellen van haar personeelsplan. 2.2.1 Aspecten van personeelsplanning bij NS De NS moet met veel tegenstrijdige aspecten rekening houden bij het ontwikkelen van een personeelsplan. Drie belangrijke aspecten worden hier toegelicht: kosten, sociale aspecten en robuustheid. Op het gebied van kosten wil de NS de kosten zo laag mogelijk houden door het minimum aantal diensten te vinden die toch alle taken uitvoert, waarbij het personeelsplan voldoet aan de arbeidsvoorwaarden (zie ook Huisman et al.[4]). Mensen kunnen niet langer dan acht uur per dag intensief werk doen. De NS heeft machinisten en conducteurs in dienst. Daardoor kan niet elk personeelslid ingezet worden om een machinistendienst uit te voeren door het ontbreken van bepaalde kwalificaties. Er moet dus een balans worden gevonden tussen het voldoen aan de arbeidsvoorwaarden en vraag naar vervoer aan de ene kant en het laag houden van de (personeels)kosten aan de andere kant. Maar alleen kijken naar kosten minimalisatie is niet voldoende, er zijn ook sociale aspecten waar de NS rekening mee moet houden. Denk hierbij aan de wensen van passagiers, maar ook het personeel heeft zijn eisen aan hun rooster. Tegenwoordig is veiligheid ook een aspect waar de NS rekening mee moet gaan houden. Passagiers voelen zich veiliger als er genoeg conducteurs rondlopen op de trein of op de perrons. Door deze wens, zien we een duidelijk conflict tussen het minimaliseren van de personeelskosten en het tegemoet komen aan de wensen van de treinreizigers. Veel van deze reizigerswensen worden meegenomen in het opstellen van het dienstrooster en het maken van het personeelsplan. Bovendien heeft het personeel ook nog wensen met betrekking tot hun rooster (“Sweet-and-Sour Rules” omschreven in Huisman et al.[4]). Een medewerker wil ook afwisseling in zijn werk en wenst niet de hele dag hetzelfde traject te rijden. Ook bestaat er de voorkeur voor trajecten waarop intercity treinen rijden. Deze zijn namelijk comfortabeler dan oude stoptreinen. Maar er zijn ook trajecten minder geliefd doordat die in beruchte delen van het land liggen en waar veel meer criminaliteit heerst. Door al deze wensen, moet in het personeelsplan ervoor gezorgd worden dat de taken
2 PROBLEEMOMSCHRIJVING
6
eerlijk worden verdeeld. Een wens die steeds meer meespeelt is robuustheid van een personeelsplan. Passagiers vinden het storend als treinen vertraagd vertrekken door externe factoren zoals slechte weersomstandigheden of defecte treinen. Hier valt helaas weinig aan te doen. Maar vaak veroorzaakt zo’n primaire vertraging vertragingen elders in het land, de zogenaamde secundaire vertragingen. Dit kan echter wel geminimaliseerd worden door het aantal wisselingen van treinen door machinisten zo klein mogelijk te houden en de overstaptijd voor machinisten naar de volgende trein te vergroten. Zo wordt er meer speling gecre¨eerd in het plan, waardoor het dus robuuster wordt voor verstoringen. Kortom het personeelsplanningsprobleem van de NS is zeer complex door hierboven omschreven aspecten. Het is dan ook nuttig om een maatstaf te hebben voor het bepalen van bijvoorbeeld de robuustheid om zo een betere afweging te kunnen maken tussen het al dan niet inleveren van robuustheid voor betere dienstverlening of lagere kosten.
2.3 Robuustheid Bij een robuuste oplossing zullen verstoringen in een personeelsplan weinig tot geen invloed hebben op de daarop volgende taken van een personeelslid (Yen en Birge [9]). Verstoringen zijn namelijk kostbaar door dure oplossingsmethoden. Denk hierbij aan het aanschaffen van computersoftwarepakketen die nieuwe personeelsplannen moeten herberekenen bij verstoringen, de extra personeelskosten die nodig zijn om de herberekende personeelsplannen uit te voeren en dit leidt automatisch tot ineffici¨ent gebruik van personeel en materieel. In deze scriptie kijken we alleen naar de vertragingen die worden veroorzaakt door machinisten die van trein wisselen, omdat naar verwachting langere overgangstijden tot een robuuster personeelsplan leiden door de langere buffertijden tot het begin van de volgende taak.
3 METHODEN
7
3 Methoden In dit hoofdstuk wordt er aandacht besteed aan het vinden van de robuustheidmaatstaf met behulp van een LP-model. Hiervoor gebruiken we het computerpakket GAMS. Eerst wordt in paragraaf 3.1 de robuustheidmaatstaf gepresenteerd die wordt gebruikt in dit scriptie onderzoek. Daarna wordt in paragraaf 3.2 het LP model opgesteld en toegelicht om zo de robuustheidmaatstaf te bepalen.
3.1 Robuustheidmaatstaf We gaan dus een robuustheidmaatstaf ontwikkelen voor NS personeelsplannen. De volgende maatstaf wordt hier gebruikt: GVm , (1) GVt met GVm = gemiddelde vertraging door diensten van machinisten en GVt = de gemiddelde vertraging die sowieso aanwezig is in een bepaald verstoringsscenario. Met vergelijking (1) verkrijgen we het percentage vertragingen veroorzaakt door machinistendiensten. GVm en GVt worden bepaald door LP modellen op te lossen (nader uitgelegd in paragraaf 3.2).
3.2 LP-model voor het bepalen van gemiddelde vertragingen Yen en Birge [9] hebben door het personeelsplanningsplobleem stochastisch te modelleren een methode gevonden om willekeurige verstoringen mee te nemen in het vinden van robuustere plannen. Hier hebben ze een twee stappen model gebruikt waarbij in de eerste fase een set covering probleem wordt opgelost waarbij materieel en personeel optimaal worden toegekend aan diensten rekening houdend met de in de tweede fase uitgevoerde niet-lineaire model waar de extra vertraging veroorzaakt door personeel die van materieel veranderen wordt beboet in de doelfunctie waarbij een vector met willekeurig gekozen verstoringen is gebruikt voor het bepalen van verschillende verstoringsscenario’s. Deze doelstellingsfunctie wordt vervolgens geminimaliseerd. Doordat in dit onderzoek de diensten worden aangeleverd door het pakket Turni, zijn de diensten dus bekend en reduceert het model uit Yen en Birge tot een lineair programmings (LP) probleem. Met behulp van het model omschreven in Yen en Birge is het hieronder omschreven LP model opgesteld voor het vinden van de gemiddelde vertraging door machinistendiensten en de gemiddelde totale vertraging.
3 METHODEN
8
Gegeven verzamelingen en constanten J N Ω tjω rjs dsj p gjω c gjn
ppj pcjn
verzameling ritten; verzameling machinistendiensten; verzameling met een eindig aantal verstoringsscenario’s; de rijtijd nodig voor rit j ∈ J in verstoringsscenario ω ∈ Ω ; de geplande aankomsttijd van trein op rit j ∈ J; de geplande vertrektijd van trein op rit j ∈ J; de tijd dat de trein van rit j ∈ J nodig heeft om zich klaar te (laten) maken voor de volgende rit in verstoringsscenario ω; de tijd dat de machinist van rit j ∈ J nodig heeft om zich klaar te maken voor zijn volgende taak; de vorige rit van de trein op rit j ∈ J; de vorige taak van de machinist van taak n ∈ N op rit j ∈ J.
Beslissingsvariabelen a rjω dajω ∆jω
de werkelijke aankomsttijd van de trein op rit j in verstoringsscenario ω ∈ Ω, de werkelijke vertrektijd van de trein op rit j in verstoringsscenario ω ∈ Ω, de totale vertraging van de trein op rit j in verstoringsscenario ω ∈ Ω.
Het LP-model min
X
∆jω
(2)
j
met voorwaarden: a rjω − dajω ≥ tjω ,
dajω ≥ dsj ,
∀j
∀j
a rjω − ∆jω ≤ rjs ,
(4) ∀j
p dajω − max rpap ω ≥ gjω , p pj
j
c dajω − (rpacjn ω + gjn ) ≥ 0,
∆jω ≥ 0,
(3)
∀j
(5) ∀j
∀j ∈ N
(6) (7) (8)
In vergelijking (2) zien we de doelstellingsfunctie waarin de totale vertraging in een gegeven verstoringsscenario ω gevonden kan worden van het personeelsplan. Restrictie (3) geeft de minimale werkelijke rijtijd tjω aan die nodig is in scenario ω voor
3 METHODEN
9
het afleggen van rit j. Vervolgens wordt er in restrictie (4) opgelegd dat een trein niet eerder mag vertrekken dan gepland. Deze restrictie is extra toegevoegd aan het model in Yen en Birge [9]. Bij restrictie (5) moet men in het achterhoofd houden dat een vertraging pas een vertraging is als de werkelijke aankomsttijd groter is dan de geplande aankomsttijd. De werkelijke aankomsttijd plus de vertraging is gelijk aan de geplande aankomsttijd, maar aangezien de trein ook eerder kan aankomen dan gepland, staat er in deze restrictie een kleiner dan of gelijk aan teken (≤). Daarna zien we in restrictie (6) dat de volgende trein pas kan vertrekken als de vorige trein is gearriveerd en gereed is gemaakt. Ook deze restrictie is iets aangepast, doordat de NS treinen kan koppelen en daardoor een trein soms afhankelijk is van twee voorgaande treinen. Ook restrictie (7) heeft te maken met afhankelijkheid van de voorganger, maar dan met betrekking tot de machinist i.p.v. het materieel. Als blijkt dat de machinist een eerdere taak heeft, dan kan de trein pas vertrekken als de trein waar de machinist voor deze trein op zit, is aangekomen en als hij genoeg tijd heeft gehad om op de nieuwe trein te stappen. In vergelijking (8) wordt opgelegd dat vertragingen niet negatief kunnen zijn. Los het LP-model op met alle restricties, dan verkrijg je de totale vertraging. Los je hem op zonder vergelijking (7) dan krijg je de totale vertraging zonder rekening te houden met het personeelsplan. Het verschil tussen de eerste en de tweede is dus de gemiddelde vertraging veroorzaakt door machinist-overgangen.
4 DATA
plan 10 min 15 min 20 min
10 aantal aantal diensten machinisttaken 911 12231 911 12231 913 12231
aantal passagierstaken 313 319 339
aantal overgangen 4321 4340 4331
aantal keringen 430 451 442
Tabel 1: Overzicht van de eigenschappen van de verschillende personeelsplannen. De naam van het plan geeft aan hoeveel minuten overgangstijd er is genomen.
4 Data In dit hoofdstuk gaan we kijken naar de uitvoering van de methoden. Eerst wordt in paragraaf 4.1 een korte uitleg gegeven van de gebruikte data. Dan wordt in paragraaf 4.2 besproken hoe de data is aangepast om zo de personeelsplannen op gelijke voet te vergelijken. Daarna wordt het GAMS model in paragraaf 4.3 nog voor de volledigheid op drie manieren geverifieerd. En aan het eind van dit hoofdstuk in paragraaf 4.4 wordt er gekeken naar het modelleren van kleine verstoringen.
4.1 Data omschrijving personeelsplannen NS De data die in dit onderzoek worden gebruikt zijn de data van het voorontwerp van de dienstregeling 2008. Het betreft de diensten op een donderdag. Er zijn drie runs gedaan met het pakket Turni en daarbij zijn alleen de overgangstijden tussen twee treinen gevarieerd met respectievelijk 20, 15 en 10 minuten.
4.2 Data aanpassing voor het vergelijken van personeelsplannen Om de drie personeelsplannen te kunnen vergelijken moeten de plannen gelijk gemaakt worden. Voor het gelijk maken van de plannen is er gekozen voor het weglaten van unieke taken uit de personeelsplannen (zie appendix B voor de weggelaten taken). Het plan waarbij de overgangstijden 20 minuten zijn bevat 913 diensten en 12570 taken. Het plan van 15 minuten bevat 911 diensten en 12550 taken en het laatste plan bevat ook 911 diensten maar 12544 taken. In alle drie personeelsplannen zijn er 12231 machinisttaken ofwel 12231 ritten en zijn de overige taken passagierstaken. Bij een passagierstaak moet de machinist een stuk reizen met de trein voordat deze aan een volgende machinisttaak kan beginnen.
4.3 GAMS model verificatie Om zeker te zijn dat het LP-model, dat ingevoerd is in het computerpakket GAMS geen onlogische uitkomsten geeft, is er gecontroleerd of het model logische oplossingen genereert. Dit is gedaan door het model te runnen met een personeelsplan zon-
4 DATA
11
Figuur 1: De dichtheidsfunctie van een exponenti¨ele verdeling met verschillende parameters λ. Gevonden op de website http://cnx.org/content/m13128/latest/, datum 28 mei 2007.
der verstoringen. Naar verwachting genereerde het model als optimale oplossing nul minuten vertraging. Ook is er een deel van een dienst uitgelicht uit het personeelsplan met 10 minuten overgangstijd. De gegenereerde oplossing kwam overeen met de handmatig uitgerekende oplossing. En als laatste zijn voor drie plannen (met exponentieel verdeelde verstoringen λ = 2) de vertragingen zonder personeelsplan voor 1 simulatie vergeleken. Deze waren naar verwachting allen gelijk (zie ook appendix F).
4.4 Modelleren van kleine verstoringen In deze paragraaf wordt er uitgelegd wat kleine verstoringen zijn en waarom de robuustheid van een personeelsplan bij kleine verstoringen zo interessant is. Volgens Vromans [8] zijn de kleine verstoringen bij de NS exponentieel verdeeld met parameter λ=1 voor alle treinen. Met deze gekozen parameter krijg je verstoringen die niet afhankelijk zijn van voorgaande verstoringen. In dit scriptie onderzoek worden ook exponentieel verdeelde verstoringen gebruikt, maar worden ze wel van boven bij negen minuten afgekapt. Zo komen de verstoringen tussen 0 en 9 minuten te liggen. Dit is een redelijk interval voor kleine verstoringen, want bij verstoringen boven de 9 minuten zet de NS noodplannen in. Deze zijn namelijk nodig gezien de cyclische eigenschap van de dienstregeling. Het is voor te stellen dat er andere maatregelen genomen moeten worden als een intercity meer dan 9 minuten vertraging heeft met betrekking tot de volgende intercity die, oorspronkelijk 15 minuten later ingepland was te vertrekken, nu maar 6 minuten later vertrekt. Door o.a. veiligheidsredenen zou
4 DATA
12
Figuur 2: De aankomstpunctualiteitscijfers bij exponentieel verdeelde verstoringen met parameter λ=1.
de volgende intercity niet meer op tijd kunnen vertrekken. Het is ook aannemelijk om te zeggen dat de parameter λ niet verschilt per rit. Want op een lange rit zou de trein zijn opgelopen vertragingen makkelijker kunnen inhalen en bij een korte rit loopt een trein minder kans op een vertraging. In dit onderzoek is gekozen voor exponentieel verdeelde verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}, omdat bij een parameter λ ≤ 1 de punctualiteitscijfers onrealistisch hoog zijn (zie tabel in figuur 2). Dit komt doordat de verstoringen bij de rijtijden worden opgeteld en aangezien de rijtijden, eigenlijk de reistijden verminderd met 7% buffertijden zijn, zullen verstoringen met parameter λ=1 vrijwel geen vertragingen opleveren. En bij een parameter λ > 4 zijn de punctualiteitscijfers wel erg laag en zal de NS noodplannen uitvoeren.
5 RESULTATEN OP NS DATA
13
Tabel 2: De aankomstpunctualiteitscijfers bij drie verschillende personeelsplannen met exponentieel verdeelde verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}.
5 Resultaten op NS data In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de uitvoering van het onderzoek. Eerst wordt er in paragraaf 5.1 de punctualiteitscijfers bekeken van de verschillende simulaties van het model voor vertragingen. En daarna worden de resultaten voor de robuustheidmaatstaf getoond in paragraaf 5.2.
5.1 Punctualiteitsverandering door personeelsplan Voor de drie personeelsplannen is er gekeken naar de punctualiteit. Er is gebruik gemaakt van de 3 minuten regel, dat wil zeggen dat alle treinen met een vertraging kleiner of gelijk aan 3 minuten “op tijd” rijden. De verwachting is dat de treinen beter op tijd rijden in het plan waarbij de machinisten meer overgangstijd hebben. In dit onderzoek zou men dus verwachten dat de treinen van het plan met 20 minuten overgangstijd meer op tijd rijden dan het plan met 10 minuten overgangstijd. Echter blijkt uit tabel 2 dat eerder het omgekeerde het geval is. Ook zien we in figuur 3 dat er geen significant verschil te zien is in punctualiteit voor de verschillende plannen voor verschillende parameters λ. Wel is er te zien dat bij een hogere parameter λ, m.a.w. bij een hogere gemiddelde verstoring, de plannen allemaal naar verwachting een lagere punctualiteit hebben.
5 RESULTATEN OP NS DATA
14
Figuur 3: De aankomstpunctualiteitspercentages bij drie verschillende personeelsplannen met exponentieel verdeelde verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}. Naar verwachting daalt de punctualiteit voor elk personeelsplan wanneer de gemiddelde verstoring hoger wordt.
5 RESULTATEN OP NS DATA
15
Tabel 3: De robuustheidmaatstaven van het 10 minuten overgang personeelsplan voor verschillende verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}.
5.2 Robuustheidmaatstaf vergelijken Er is gekozen voor het genereren van 5 runs voor elk personeelsplan om toeval uit te sluiten. Logischerwijs moet de robuustheidmaatstaf lager zijn voor een personeelsplan dat robuuster is dan een plan dat minder robuust is. Want de maatstaf die in dit onderzoek wordt gebruikt, is het verschil tussen de vertraging zonder personeelsplan en de totale vertraging gedeeld door de totale vertraging. Bij een robuuster plan zou het verschil kleiner moeten zijn. Dus de verwachting is dat het plan met 20 minuten overgangstijd een lagere robuustheidmaatstaf heeft dan het plan met 10 minuten overgangstijd. Ook hier voldoen de resultaten uit tabellen 3, 4 en 5 niet aan de verwachting. Men kan niet spreken van een verandering in robuustheid, omdat de verschillen heel klein zijn. Dit betekent helaas dat de ontwikkelde robuustheidmaatstaf dus aantoont dat de personeelsplannen op basis van robuustheid niet verschillen. Dit is te verklaren doordat de extra vertraging veroorzaakt door het personeelsplan maar een kleine fractie is van de totale vertraging die al ontstaat door het rooster van het materieel.
5 RESULTATEN OP NS DATA
16
Tabel 4: De robuustheidmaatstaven van het 15 minuten overgang personeelsplan voor verschillende verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}.
Tabel 5: De robuustheidmaatstaven van het 20 minuten overgang personeelsplan voor verschillende verstoringen met parameter λ ∈ {2, 3, 4}.
5 RESULTATEN OP NS DATA
Figuur 4: De robuustheidmaatstaf.
17
6 CONCLUSIE & DISCUSSIE
18
6 Conclusie & discussie Voor het vinden van de gemiddelde vertraging veroorzaakt door personeelsplan (LP1) en de totale gemiddelde vertraging (LP2) zijn er twee LP’s opgelost waarbij voor de robuustheidmaatstaf het verschil tussen de oplossing van LP1 en de oplossing van LP2 wordt gedeeld door de oplossing van LP2. De robuustheidmaatstaf geeft aan dat op basis van robuustheid van een personeelsplan, de drie plannen niet veel verschillen. Dit komt omdat de extra vertraging veroorzaakt door het personeelsplan maar een klein deel is van de totale vertraging. Kortom het vari¨eren van machinist-overgangstijden heeft dus weinig invloed op de robuustheid van een personeelsplan bij kleine verstoringen. Voor vervolgonderzoek kan er gekeken worden naar de robuustheidmaatstaf bij grotere verstoringen. Zoals eerder aangegeven zal de NS bij grotere verstoringen maatregelen nemen zoals het eventueel laten uitvallen van treinen. Het is interessant om te kijken hoe robuust een plan dan is en hoe makkelijk het plan aan te passen valt. Daarnaast kan er ook gekeken worden in het TURNI pakket of er een ander aspect dan de overgangstijden gevarieerd kan worden om zo de robuustheidmaatstaf nogmaals te testen.
REFERENTIES
19
Referenties [1] L. Cavique, C. Rego, and I. Themido. New heuristic algorithms for the crew scheduling problem. [2] M. Ehrgott and D.M. Ryan. Constructing robust crew schedules with bicriteria optimization. Journal of Multicriteria Decision Analysis, 11(3):139–150, 2002. [3] E. Housos and T. Elmroth. Automatic optimization of subproblems in scheduling airline crews. Interfaces, 27(5):68–77, 1997. [4] D. Huisman, L.G. Kroon, R.M. Lentink, and M.J.C.M. Vromans. Operations research in passenger railway transport. Statistica Neerlandica, 59(4):467–497, 2005. [5] L. Kroon and M. Fischetti. Scheduling train drivers and guards: the dutch “noordoost” case. Proceedings of the 33rd Hawaii International Conference on System Sciences, 2000. [6] H.R. Lourenc¸o, J.P. Paix˜ao, and R. Portugal. Multiobjective metaheuristics for the bus driver scheduling problem. Transportation Science, 35(3):331–343, 2001. [7] S. Shebalov and D. Klabjan. Robust airline crew pairing: Move-up crews. Transportation Science, 40(3):300–312, 2006. [8] M.J.C.M. Vromans. Reliability of Railway Systems, volume 62 of RIM Ph. D series Research in Management. Erasmus Research Institute of Management, 2005. [9] J.W. Yen and J.R. Birge. A stochastic programming approach to the airline crew scheduling problem. Transportation Science, 40(1):3–14, 2006. [10] T.H. Yunes, A.V. Moura, and C.C. de Souza. Hybrid column generation approaches for urban transit crew management problems. Transportation Science, 39(2):273–288, 2005.
20
7 BIJLAGEN
7 Bijlagen A 35 meetstations Afkorting Ah Amf Aml Amr Apd Asd Bd Ddr Dvd Dv Ehv Gd Gn Gvc Gv Hgl Hlm Hn
Stationsnaam Arnhem Amersfoort Almelo Alkmaar Apeldoorn Amsterdam Centraal Breda Dordrecht Duivendrecht Deventer Eindhoven Gouda Groningen Den Haag Centraal Den Haag HS Hengelo Haarlem Hoorn
Afkorting Hrl Ht Ledn Lw Mt Nm Rm Rsd Rtd Shl Std Tb Ut Vl Vs Zl Zp
Stationsnaam Heerlen s Hertogenbosch Leiden Centraal Leeuwarden Maastricht Nijmegen Roermond Roosendaal Rotterdam Centraal Schiphol Sittard Tilburg Utrecht Venlo Vlissingen Zwolle Zutphen
Figuur 1: Alle meetstations die worden gebruikt door de NS bij het meten van vertragingen.
B WEGGELATEN TAKEN UIT DE PERSONEELSPLANNEN
21
B Weggelaten taken uit de personeelsplannen Deze regels zitten wel in 10min.crs maar niet in 15min.crs: 09:06 09:21 Ed Ah 007527-114 NR 08:37C08:53 Ah Ed 007526-214 NR 06:37C06:53 Ah Ed 007518-214 NR 10:42 11:03 Ah Zp 003730-214 NR 09:37 09:51 Ah Nm 003027-514 NR 06:06 06:36 Zp Ah 007518-114 NR 08:06 08:36 Zp Ah 007526-114 NR 07:22 07:54 Ah Zp 007519-214 NR 07:06 07:21 Ed Ah 007519-114 NR 10:28 10:41 Nm Ah 003730-114 NR Deze regels zitten wel in 15min.crs maar niet in 10min.crs: 20:44 20:56 Dv Zp 003779-214 NR 17:28 17:35 Hgl Es 001755-614 NR 16:50 17:27 Dv Hgl 001755-514 NR 20:20 20:42 Zl Dv 003779-114 NR 18:42 19:27 Aml Zl 007968-314 NR 15:44 16:04 Ut Amf 001755-314 NR 18:28 18:42 Hgl Aml 007968-214 NR 16:10 16:48 Amf Dv 001755-414 NR 14:46 15:23 Ah Ut 002050-114 NR 14:06 14:36 Zp Ah 007550-114 NR 18:17 18:27 Es Hgl 007968-114 NR Deze regels zitten wel in 10min.crs maar niet in 20min.crs: 12:28 12:50 Zp Ah 003745-314 NR 14:07 14:21 Ah Nm 003045-514 NR 18:58 19:11 Nm Ah 003764-114 NR 15:56 16:35 Ht Nm 004456-114 NR 14:53 15:32 Nm Ht 004453-114 NR 19:12 19:33 Ah Zp 003764-214 NR 17:51 18:05 Ah Nm 003765-414 NR 17:09K17:21 Nm Ah 003060-114 NR
Deze regels zitten wel in 20min.crs maar niet in 10min.crs: 20:44 20:56 Dv Zp 003779-214 NR 17:28 17:35 Hgl Es 001755-614 NR 16:50 17:27 Dv Hgl 001755-514 NR 20:20 20:42 Zl Dv 003779-114 NR 18:42 19:27 Aml Zl 007968-314 NR 15:44 16:04 Ut Amf 001755-314 NR 18:28 18:42 Hgl Aml 007968-214 NR 16:10 16:48 Amf Dv 001755-414 NR 14:46 15:23 Ah Ut 002050-114 NR 14:06 14:36 Zp Ah 007550-114 NR 18:17 18:27 Es Hgl 007968-114 NR Deze regels zitten wel in 15min.crs maar niet in 20min.crs: 12:28 12:50 Zp Ah 003745-314 NR 14:07 14:21 Ah Nm 003045-514 NR 18:58 19:11 Nm Ah 003764-114 NR 15:56 16:35 Ht Nm 004456-114 NR 14:53 15:32 Nm Ht 004453-114 NR 19:12 19:33 Ah Zp 003764-214 NR 17:51 18:05 Ah Nm 003765-414 NR 17:09K17:21 Nm Ah 003060-114 NR Deze regels zitten wel in 20min.crs maar niet in 15min.crs: 09:06 09:21 Ed Ah 007527-114 NR 08:37C08:53 Ah Ed 007526-214 NR 06:37C06:53 Ah Ed 007518-214 NR 10:42 11:03 Ah Zp 003730-214 NR 09:37 09:51 Ah Nm 003027-514 NR 06:06 06:36 Zp Ah 007518-114 NR 08:06 08:36 Zp Ah 007526-114 NR 07:22 07:54 Ah Zp 007519-214 NR 07:06 07:21 Ed Ah 007519-114 NR 10:28 10:41 Nm Ah 003730-114 NR
C INPUT FILE GEBRUIKT IN HET GAMS MODEL
22
C Input file gebruikt in het GAMS model line
ritnr_ prev2
taaknr_ dienstt starttijd_ eindtijd_ min_overs prev dienstnr aaknr min min taptijd reistype
taaknr
mstat_v mstat_ an naar treinnr matnr
1
1
9146
0
1
0
1
1
598
637
0
1
1
1
3030
2
2
958
7730
2
1
1
2
700
730
4
1
1
1
3034
3
3
2
0
3
2
1
3
733
768
0
1
1
1
3034
4
4
255
0
4
3
1
4
792
829
4
1
1
1
3049
5
5
4
0
5
4
1
5
832
859
0
1
1
1
3049
6
6
3434
0
6
5
1
6
895
922
4
1
1
1
848
7
7
6
0
7
6
1
7
925
966
0
1
1
1
848
8
8
7
0
8
7
1
8
969
987
0
1
1
0
848
t
…
0 36,4486 … 0 28,0374 … 0 32,7103 … 0 34,5794 … 0 25,2336 … 0 25,2336 … 863 38,3178 … 865 16,8224 …
9
9
8
0
9
8
1
9
997
1011
4
1
0
1
865
10
10
303
2254
10
9
1
10
1032
1069
4
1
1
1
3065
11
12
3440
0
12
10
1
11
1103
1142
0
1
1
1
12
13
58
0
13
0
2
1
502
534
0
1
1
1
3065 33065 36,4486 … 7523 7530 29,9065 …
13
14
13
0
14
13
2
2
546
576
4
1
1
1
7530
14
15
14
0
15
14
2
3
577
593
0
1
1
0
7530
15
16
15
0
16
15
2
4
606
621
4
1
0
1
7531
16
17
16
0
17
16
2
5
622
654
0
1
1
1
7531
17
18
229
0
18
17
2
6
696
726
4
1
1
1
7540
18
19
18
0
19
18
2
7
727
743
0
1
1
0
7540
19
20
0
0
20
19
2
8
786
801
4
1
0
1
7543
20
21
8887
0
21
0
3
1
988
1027
0
1
1
1
3056
21
23
11342
0
23
21
3
2
1063
1098
0
1
1
1
3056
22
24
23
0
24
23
3
3
1100
1136
0
1
1
0
3056
23
25
24
0
25
24
3
4
1174
1209
4
1
0
1
3077
24
26
8915
0
26
25
3
5
1272
1309
4
1
1
1
3081
25
29
9100
0
29
26
3
6
1408
1448
4
1
1
1
3084
26
31
0
0
31
0
4
1
358
378
0
1
1
1
3617
27
33
8219
0
33
31
4
2
450
485
4
1
1
28
34
33
0
34
33
4
3
505
540
4
1
1
1 13621 13626 32,7103 … 1 13626 16026 32,7103 …
29
35
34
0
35
34
4
4
542
559
2
1
1
0 16026
30
36
35
0
36
35
4
5
565
585
0
1
0
0 16026
31
37
36
0
37
36
4
6
585
589
0
1
0
1 16026
32
38
5877
0
38
37
4
7
653
692
4
1
1
1
33 …
ritnr_ prev1
ritnr
39 …
965 …
0 …
39 …
0 …
5 …
1 …
937 …
951 …
0 …
1 …
1 …
0 28,0374 … 7531 14,9533 … 0 14,0187 … 7538 29,9065 … 0 28,0374 … 0 14,9533 … 0 14,0187 … 0 36,4486 … 0 32,7103 … 3077 33,6449 … 0 32,7103 … 0 34,5794 … 0 37,3832 … 0 18,6916 …
0 15,8879 … 0 18,6916 …
6033 3,7383 … 3035 33035 36,4486 …
1 …
0 13,0841 … 0 34,5794 …
3051 …
3056 13,0841 … …
…
…
23
D GAMS MODEL
D GAMS model Set j(*),s(*); $GDXIN input gams 20min z vertr.gdx $LOAD j s Parameter TREIN(j,s); $LOAD TREIN $GDXIN alias (j,i); Variables ra(j) da(j) delta(j) z
werkelijke aankomsttijd na rit j werkelijke vertrektijd voor rit j totale vertraging van rit j totale vertraging in dit scenario ;
Positive variables ra, da, delta; Equations totaldelay traveltime begintime delay prematerial prematerial2 precrew
doelfuntie minimale reistijd rit j restrictie op de vertrektijd van rit j definitie van vertraging eerst huidige rit afronden voor volgende rit restrictie voor treinen die op twee vorige treinen moet wachten alvorens te vertrekken eerst huidige taak afronden voor volgende taak;
totaldelay.. z =e= sum(j$(TREIN(j,’mstat naar’)=1), delta(j)) ; traveltime(j).. ra(j) - da(j) =g= TREIN(j,’t’) ; begintime(j).. da(j) =g= TREIN(j,’stijdmin’); delay(j).. ra(j) - delta(j) =l= TREIN(j,’etijdmin’) ; prematerial(j).. da(j) - sum(m$(TREIN(j,’ritnr prev1’)= TREIN(m,’ritnr’)), ra(m)) =g= 0; prematerial2(j).. da(j) - sum(n$(TREIN(j,’ritnr prev2’)= TREIN(n,’ritnr’)), ra(n)) =g= 0; precrew(j).. da(j) - sum(i$(TREIN(j,’taaknr prev’)=TREIN(i,’taaknr’)), ra(i)) =g= 0 ; Model vertraging /all/ ; solve vertraging using lp minimizing z ; Execute Unload ’results z vertraging 20min.gdx’, delta, ra, da;
E AANKOMSTPUNCTUALITEITSCIJFERS
24
E Aankomstpunctualiteitscijfers
10min 15min 20min
run1 zpv totv 93,14% 93,00% 93,14% 92,96% 93,14% 92,97%
Aankomstpunctualiteit met lambda = 2 run2 run3 run4 run5 zpv totv zpv totv zpv totv zpv totv 92,68% 92,48% 92,20% 92,00% 93,24% 93,00% 92,69% 92,40% 92,68% 92,36% 92,20% 92,00% 93,24% 92,98% 92,69% 92,37% 92,68% 92,40% 92,20% 91,90% 93,24% 93,08% 92,69% 92,40%
gemiddeld zpv totv 92,79% 92,58% 92,79% 92,53% 92,79% 92,55%
10min 15min 20min
run1 zpv totv 85,76% 85,34% 85,76% 85,21% 85,76% 85,33%
Aankomstpunctualiteit met lambda = 3 run2 run3 run4 run5 zpv totv zpv totv zpv totv zpv totv 85,95% 85,60% 85,82% 85,58% 84,86% 84,69% 85,68% 85,36% 85,95% 85,56% 85,82% 85,47% 84,86% 84,68% 85,68% 85,33% 85,95% 85,59% 85,82% 85,45% 84,86% 84,51% 85,68% 85,26%
gemiddeld zpv totv 85,62% 85,31% 85,62% 85,25% 85,62% 85,23%
10min 15min 20min
run1 zpv totv 80,56% 79,99% 80,56% 79,88% 80,56% 79,93%
Aankomstpunctualiteit met lambda = 4 run2 run3 run4 run5 zpv totv zpv totv zpv totv zpv totv 80,22% 79,74% 81,48% 80,78% 80,67% 80,35% 80,32% 79,83% 80,22% 79,69% 81,48% 80,74% 80,67% 80,17% 80,32% 79,74% 80,22% 79,67% 81,48% 80,81% 80,67% 80,24% 80,32% 79,67%
gemiddeld zpv totv 80,65% 80,14% 80,65% 80,05% 80,65% 80,06%
F ROBUUSTHEIDMAATSTAF
25
F Robuustheidmaatstaf Lambda = 2 zpv 10-run1
maatstaf
18168,2702
0,0298
18184,2165
0,0306
meetstations
11654,5289
12000,0028
0,0288 15-run1
12055,3412
0,0332 20-run1
12052,1513
0,0330
5972,5139
6118,3326
0,0238
6112,9290
0,0230
6132,0652
0,0260
alle stations
17662,5262
18200,1792
0,0295
18260,6041
0,0328
18322,9578
0,0360
meetstations
11817,8559
12231,2432
0,0338 15-run2
12290,9051
0,0385 20-run2
12318,6935
0,0407
5844,6703
5968,9360
0,0208
5969,6990
0,0209
6004,2643
0,0266
alle stations
17755,1037
18286,6751
0,0291
18363,7453
0,0331
18377,3814
0,0339
meetstations
11859,0197
12245,6825
0,0316 15-run3
12329,1698
0,0381 20-run3
12355,8574
0,0402
5896,0840
6040,9926
0,0240
6034,5755
0,0229
6021,5240
0,0208
alle stations
17267,7922
17791,9128
0,0295
17842,5313
0,0322
17856,8685
0,0330
meetstations
11502,3057
11890,4936
0,0326 15-run4
11934,8621
0,0362 20-run4
11934,9093
0,0362
5765,4865
5901,4192
0,0230
5907,6692
0,0241
5921,9592
0,0264
alle stations
17413,3502
17987,5363
0,0319
18015,0290
0,0334
18023,7221
0,0339
meetstations
11608,0756
12028,7729
0,0350 15-run5
12093,0293
0,0401 20-run5
12054,3866
0,0370
5805,2746
5958,7634
0,0258
5921,9997
0,0197
5969,3355
0,0275
alle stations
17545,1630
18076,9278
0,0294
18130,0360
0,0323
18153,0293
0,0335
meetstations
11688,3572
12079,2390
0,0324 15-avg
12140,6615
0,0372 20-avg
12143,1996
0,0374
5856,8059
5997,6888
6009,8296
0,0255
niet meetstations 10-avg
totv
0,0271
niet meetstations 10-run5
maatstaf
18118,3354
niet meetstations 10-run4
totv
17627,0428
niet meetstations 10-run3
maatstaf
alle stations niet meetstations 10-run2
totv
niet meetstations
0,0235
5989,3745
0,0221
Lambda = 3 zpv 10-run1
maatstaf
30328,0386
0,0332
30385,4526
0,0351
meetstations
19801,1527
20501,4364
0,0342 15-run1
20597,2915
0,0387 20-run1
20618,0503
0,0396
9519,0856
9742,4913
0,0229
9730,7471
0,0218
9767,4023
0,0254
alle stations
28889,9957
29814,0598
0,0310
29879,5578
0,0331
29892,8426
0,0335
meetstations
19474,2948
20158,9987
0,0340 15-run2
20209,7100
0,0364 20-run2
20215,8735
0,0367
9415,7009
9655,0611
0,0248
9669,8478
0,0263
9676,9691
0,0270
alle stations
29523,4544
30431,5874
0,0298
30551,0397
0,0336
30557,1023
0,0338
meetstations
20115,8699
20761,4636
0,0311 15-run3
20890,6894
0,0371 20-run3
20874,3400
0,0363
9407,5845
9670,1238
0,0271
9660,3503
0,0262
9682,7623
0,0284
alle stations
29714,9395
30530,5674
0,0267
30526,6174
0,0266
30612,6537
0,0293
meetstations
20147,2228
20780,8220
0,0305 15-run4
20810,1227
0,0319 20-run4
20866,0596
0,0345
9567,7167
9749,7454
0,0187
9716,4947
0,0153
9746,5941
0,0184
alle stations
29342,3103
30233,8945
0,0295
30306,1049
0,0318
30478,2825
0,0373
meetstations
20086,5059
20788,2085
0,0338 15-run5
20885,7457
0,0383 20-run5
21015,3741
0,0442
9255,8044
9445,6860
0,0201
9420,3592
0,0175
9462,9084
0,0219
alle stations
29358,1876
30250,8074
0,0295
30318,2717
0,0317
30385,2667
0,0338
meetstations
19925,0092
20598,1858
0,0327 15-avg
20678,7119
0,0365 20-avg
20717,9395
0,0383
9433,1784
9652,6215
9667,3272
0,0242
niet meetstations 10-avg
totv
0,0305
niet meetstations 10-run5
maatstaf
30243,9277
niet meetstations 10-run4
totv
29320,2383
niet meetstations 10-run3
maatstaf
alle stations niet meetstations 10-run2
totv
niet meetstations
0,0227
9639,5598
0,0214
26
F ROBUUSTHEIDMAATSTAF . Lambda = 4 zpv 10-run1
10-run2
10-run3
10-run4
10-run5
10-avg
totv
maatstaf
totv
maatstaf
totv
maatstaf
alle stations
38290,0846
39600,8845
0,0331
39677,7165
0,0350
39732,9190
meetstations
26247,3372
27261,4381
0,0372 15-run1
27348,4556
0,0403 20-run1
27342,9559
0,0363 0,0401
niet meetstations
12042,7474
12339,4464
0,0240
12329,2609
0,0232
12389,9631
0,0280
alle stations
38620,4884
39997,5571
0,0344
40028,6076
0,0352
40078,0531
0,0364
meetstations
26616,5892
27682,5920
0,0385 15-run2
27706,3624
0,0393 20-run2
27720,3089
0,0398
niet meetstations
12003,8992
12314,9651
0,0253
12322,2452
0,0258
12357,7442
0,0286
alle stations
37313,9655
38713,7921
0,0362
38698,6641
0,0358
38659,1202
0,0348
meetstations
25407,4211
26459,7265
0,0398 15-run3
26515,6435
0,0418 20-run3
26435,7533
0,0389
niet meetstations
11906,5444
12254,0656
0,0284
12183,0206
0,0227
12223,3669
0,0259
alle stations
38158,7829
39246,3676
0,0277
39362,2654
0,0306
39453,7121
0,0328
meetstations
26144,9186
26945,0956
0,0297 15-run4
27081,8770
0,0346 20-run4
27149,5564
0,0370
niet meetstations
12013,8643
12301,2720
0,0234
12280,3884
0,0217
12304,1557
0,0236
alle stations
37914,9662
39371,8542
0,0370
39365,7283
0,0369
39433,1179
0,0385
meetstations
26202,8598
27202,9809
0,0368 15-run5
27283,3356
0,0396 20-run5
27332,3435
0,0413
niet meetstations
11712,1064
12168,8733
0,0375
12082,3927
0,0306
12100,7744
0,0321
alle stations
38059,6575
39386,0911
0,0337
39426,5964
0,0347
39471,3845
0,0358
meetstations
26123,8252
27110,3666
0,0364 15-avg
27187,1348
0,0391 20-avg
27196,1836
0,0394
niet meetstations
11935,8323
12275,7245
0,0277
12239,4616
0,0248
12275,2009
0,0277