S
c
h
i
p
e
n
W
e
r
f
L 4 -D A A G S C H T I J D S C H R I F T , G E W IJ D A A N S C H E E P S B O U W , S C H E E P V A A R T E N H A V E N B E L A N G E N W A A R IN O P G E N O M E N H E T M A A N D BLA D „D E T E C H N IS C H E K R O N IE K ”
10e JA A R G A N G
( D E V E R E E N IG IN G V A N T E C H N IC I OP S C H E E P V A A R T G E B IE D O RG A A N V A N ] D E N C E N T R A L E N B O N D V A N SCHEEPSBOUW M EESTERS IN N ED E R LA N D l H E T IN S T IT U U T VO OR SC H EEPV A A R T E N L U C H T V A A R T
H O O F D -R E D A C T IE : Ir. J. W . H E IL , w. i. en Ir. G. D E R O O IJ. s. i. Secretaris der R edactie : G. Z AN E N , W estnieuw land 12, R otterdam , Telefoon 22200 (2 lijnen) ZEVENDE
JA A R G A N G
OVERNEMEN VAN ARTIKELEN ENZ. VERBODEN (ART. 15 DER AUTEURSWET 1912)
2 FEBR.
1940
-
No. 3
HET ONTWERPEN VAN SCHEEPS VORMEN UIT EEN OOGPUNT VAN WEERSTAND EN VOORTSTUWING DOOR
D r. ir. W . P. A. V A N L A M M E R E N O n d e r - d i r e c t e u r v a n L e t N e d e r l a n d s c L S c h e e p s b o u w k u n d i g P r o e f s t a t i o n te W a g e n i n g e n VOORDRACHT, G EH O UDE N VOOR DE AF DEELIN GEN ROTTERDAM E N AMSTERDAM VAN DE VEREENIGING VAN TECHNICI OP SCHEEPVAARTGEBIED
In le id in g H et verheugt mij in de gelegenheid gesteld te zijn voor de Vereeniging van Technici op Scheepvaartgebied een overzicht te geven van den huidigen stand van onze kennis op het gebied van het ontwerpen van scheepsvormen in verband m et weer stand en voortstuw ing.. De systematische analyse van enkele honderden modelproeven m aakt het mogelijk thans enkele algemeene richtlijnen bij het ontwerpen van een lijnenteekening aan te geven, aan de hand waarvan men bij doelmatig gebruik tot normaal goede m odel len met goede propulsie kan kom en. 1) Hieraan moet ik echter onmiddellijk toevoegen, dat dit geenszins inhoudt, dat men m et behulp van deze richtlijnen zonder de noodige ervaring in staat zou zijn een schip te construeeren, dat to t het allerbeste op het gebied van den scheepsweerstand en de voorstuwing zou behooren. H et blijft aan den vakman met de noodige ervaring op dit gebied voorbehouden de „finishing touch” aan te brengen, waarvan het resultaat in de sleeptank kan worden gecontroleerd. Ik vertrouw echter, dat deze het schema, dat ik n u ga bespreken, als een algemeene oriëntatie zal kunnen accepteeren. Bij deze bespreking zie ik mij echter genoodzaakt mij voorloopig to t een enkel, zij het dan ook het belangrijkste scheepstype te bepalen, n.1. dat van de enkel- en dubbelschroef zee gaande vracht- ep passagiersschepen. Naast het normale type vrachtschip zal ook de kustboot worden behandeld, die in het algemeen wel tot het type vrachtschip behoort, m aar door de bijzondere eischen, welke hieraan worden gesteld, in hoofd afm etingen teveel afw ijkt van het normale type om gelijk tijdig hiermede behandeld te worden. H et ligt dus niet in de bedoeling de meer bijzondere scheepstypen te bespreken, zooals trawlers, sleepbooten e. d., in het algmeen dus schepen m et een kleineren grootspant-coëfficient. U iteraard staan mij van de beide eerstgenoemde scheepstypen de meeste gegevens ter beschikking. H et probleem van de voortstuw ing zal slechts
worden besproken, in zooverre het m et de vormgeving van het schip verband houdt.
I. A lgem een e besch ouw in gen § 1. Economische snelheid. Alvorens to t de bespreking van de richtlijnen bij het o nt werpen van den scheepsvorm over te gaan, zou ik de methode willen uiteenzetten, die door het Scheepsbouwkundig Proef station te W ageningen w ordt toegepast bij het beoordeelen van de kwaliteit van den scheepsvorm op grond van modelproefresultaten. Zooals algemeen gebruikelijk is, w ordt de weerstand in den vorm van een dimensielooze weerstandsconstante als ■functie van een snelheidsconstante uitgezet. D it kan op verschillende manieren gebeuren, waarbij echter dient te worden opgemerkt, dat niet alle toegepaste methoden correct zijn. Slechts die methoden van uitzetten zijn juist, welke bij vergelijking van twee verwante schepen of modellen voor een gegeven snelheidsconstante de laagste scheepsweerstand per ton waterverplaatsing aanduiden. Een en ander is in een vroeger door ir. L. Troost te dezer plaatse gehouden voordracht reeds uitvoerig uiteen gezet.2) Op grond van deze overwegingen zijn wij gekomen tot het uitzetten van de weerstandsconstante „
, __ X
E P I W X 10 X V3 X 0,1362
als functie van de snelheidsconstante (P) =
V. ■waarin1 j/tpL V = scheepssnelheid in kn.; >1 — grootspantoppervlak in m 2; L = lengte in voeten;
De weerstandscoëfficient wordt steeds berekend voor een scheepslengte van 400' om verschillen in huidwrijvingscorrectie als gevolg van verschillen in lengte te elimineeren. Tenzij anders vermeld, wordt voor de lengte aangenomen de deplacementslengte, zijnde de gemiddelde van lengte op lastlijn en lengte tusschen loodlijnen bij enkelschroefschepen; bij meerschroefchepen de lengte op lastlijn. De prismatische coëfficiënt w ord t berekend met bovenstaande lengte. Aangezien bij den normalen gang van de berekening uit de modelproefresultaten de admiraliteitsconstante Co w ordt be paald, hieruit de ( C ) , welke wordt gecorrigeerd voor een lengte van 400' (tusschen loodlijnen, dit met het oog op de wrijvingscorrectie van Baker voor schepen met afwijkende lengte) en tenslotte hieruit de Ki0oh geef ik duidelijkheidshalve onder staand het verband tusschen de verschillende constanten: IC
=
X
X (C ) =
J
0,172633
D 1% X
10
X
0 ,1362
§ 2. Statistiek. H et is in ons proefstation gebruikelijk de uit de sleepproefresultaten verkregen weerstandsconstanten van niet gelijk vormige modellen te vergelijken met overeenkomstige modellen u it de standaardserie van Taylor. Deze werkwijze heeft niet alleen het voordeel, dat men voor elk model afzonderlijk de invloed van de variatie van de hoofdafmetingen zooals L/B - en B/T-verhouding, prismatische coëfficiënt etc. op den weer stand kan nagaan, doch tevens dat men niet geheel gelijk vormige modellen onderling kan vergelijken.
E .H .P .
427,1
A% X
D! A 1 EPK 1 EHP V
_ y
C e 4«fl/ A X
snelheid de economische snelheid niet overschrijdt. In dit ver band zijn de hierna te behandelen diagrammen, die kunnen dienen bij het vaststellen van de hoofdafmetingen en het ont werpen van den scheepsvorm, alle betrokken op de economische snelheid.
= depl. in tonnen a = depl. in tonnen a = 7 5 kgm/sec = 76 kgm/sec = snelheid in knoopen
V3
1000 kg in zeewater (7 = 1,025) 1016 kg in zeewater (y —1,026)
A an de hand van de K-kromme kan men zich nu een denk beeld vormen om trent de kwaliteit van den betrokken scheeps vorm , door: a. het verloop van de K-kromme te beschouwen; b. de weerstandsconstante bij de betrokken snelheid in absoluten zin te vergelijken met de weerstandsconstanten van overeenkomstige, erkend goede schepen of met de weerstands constanten, die kunnen worden afgeleid uit de resultaten van de bekende standaardmodelserie van D. W. Taylor. Algemeen bekend is de eisch, dat voor een schip m et goede zee-eigenschappen de K-kromme (of (C)-krom m e etc.) tot circa % — 1 kn. voorbij de dienstsnelheid nog behoorlijk vlak m oet zijn om te voorkomen, dat het schip in zeegang onder slechte weersomstandigheden te veel vaart zal verliezen. N aast de absolute grootte van de weerstandsconstante is dus de verhouding van de dienstsnelheid van het schip tot de snel heid, waarboven de weerstandsconstante een sterke stijging vertoont, maatgevend bij de beoordeeling van de kwaliteit van den scheepsvorm.3) Deze laatste snelheid noemen wij economische snelheid; de constructie van het pu n t van economische snelheid volgt uit fig. 1, waarin als voorbeeld de K-krommen zijn aangegeven van eenzelfde schip met verschil lende ligging van het drukkingspunt. H et hangt nu geheel af van de verlangde dienst snelheid of aan scheepsvorm a (achterlijk drukkingspunt) dan wel aan vorm b de voorkeur gegeven moet worden. Bij (P) <1 0,60 verdient vorm b de voorkeur, bij (P )i> 0,60 vorm a, niettegenstaande het feit, dat de K-waarde tot (P) = 0,63 iets hooger is. H et is duidelijk, dat de grenzen niet absoluut vast liggen en dat de persoonlijke meening en ervaring van den constructeur hierbij van invloed zullen zijn. Bij het ontwerpen van den scheepsvorm dient men echter als regel steeds er voor te zorgen, dat de verschillende afmetingen en coëfficiënten zoodanig worden gekozen, dat de proeftocht3) U it ta l van analyses is gebleken, d at deze verhouding gemiddeld circa 0,95 bedraagt.
De standaardserie van Taylor is als vergelijkingsbasis zeer geschikt, niet alleen om dat een groot gebied wordt bestreken, waf scheepssnelheid en volheid betreft, maar ook omdat de kwaliteit van de standaardmodellen in het algemeen zeer goed is. De kwaliteit van deze modellen zou wellicht nog verbeterd kunnen worden, gezien het feit, dat noch de ligging van het drukkingspunt, noch de volheid van het grootspant werd ge varieerd met de volheid van het schip, hetgeen uit een oogpunt van geringen weerstand toch wenschelijk zou zijn geweest. In Tabel I is een overzicht gegeven van de gemiddelde be sparingen, die m et goede modellen ten opzichte van de Taylormodellen zijn bereikt. Voor bijzonder goede modellen zijn deze besparingen ca. 3 % grooter. Op gemerkt wordt, dat met U-spanten extreme U-spanten worden bedoeld, de V-spantvorm is echter zeer m atig (zie fig. 7— 8). Bij dubbelschroefschepen is de V -vorm sterker dan bij enkelschroefschepen (zie fig. 9). H oudt m en m et deze interpretatie rekening, dan blijkt, dat de in de tabel aangegeven percentages besparing grooter worden naarm ate de spanten meer V-vormig worden uitgevoerd, hetgeen in overeenstemming is m et to t nu toe gepubli ceerde resultaten van proefnemingen op dit gebied. Op deze
-
0,65
i
É
(
i
i
i
i
t
i
i
i
@ - = 0 ,9 7
f .
------t
4 55
= 7
_____—
T 7 y X
/
/
'
y
> /■
/
-
m #& <
‘
1 0 ,0 0
1
1
1
1 0 *5
1
1
1
1
<8
■
‘
1
*< ? .# *
1
;
! 000
1
1
1
Y ?«
065 ®
~ O
S S ^ := = = = z
' A
\
/
\
V
\
y /
\w »
\
0*
\ 7
:
/ /
-
. a *s P3 5 ‘
1 OpO
'
1
1
1 4« f
>
1
s 4 0
1
^ £3f 1
02?
1
4
«
i
i
i
//
0. 7S
^
^
V 6» X X X
X x X ^X y -y" y
X x
/
^ X
/
/
x
^
J x
y ^ s
r
'
/
as?
/ < 0 **?
'
i i i i
1
1
» 0 -fcF 1
x 1
1
^ y
y
^
1
! #S ?
'
'
'
'
1
'
1
© = 07,3.----------
X
&*
K>ay ' W ' ■ '
i i i i
y
1
i -
i
XX
_ .....-
(
;
— i— -i— i— i—
.
1
1
1
1 "“ I
i
!
1
5a ?
"1
'
^
a J y
y' 0#
linoo’
"
0
1
qso ...i J ..i.. i...
y'
X
X
i
>
1
fififi 1 ‘ 1
1
1
45i?
*
1
------- ^
1
-5
i
■
f
; ^ 0
i > i i
J
i
1
ty é j
0,00 '
' 1
i 1
r i... ; "T—
. i i • i
i
i?0»
i i
i
■ ■I
:
i
i
.
1 1
^
I 0=
i
i -
0
X
y-''"*
/ y / / X X y y
\
060 /
X
' QW 1 i 1 1
i i
i i I i
?x
X
/
4 111 I 1 J 1 "1 ^ 0 = £55 / i X
/
/ ^
y */tV<w' 1^
/fiW1
_ F P K hop'. 1 0
V =
J8L. V .0,1362
ïv
0 .7 4 6 2 .1 7
} y
w a t v r v e r p la a t s in g
“
« ; .
' *
y P
;
y i
i
i
i
i
x y
1
’
^»y a .y -
y
. i . i ,
i
i i '
1 1 t i'“
yT -
y
i
i
t
' ' 455
.'
y
y
■■;"■!■ 1 1 ■■ © = 0.52
04*7
a.-
'
y * ^ 56» i
1
1
i
i
1 i i i
*
1
'
Jx y < "
V
fi»?
/"
X
/
Xx
, , j
y/
y
X X 104«
I?A? 0J51
X X
1 1 '
x ^ x
^ .y ^ ^
y* -
X / ,x yy y^y y / / X y §y X S y /f' ■7 = 2,25 X X y '' r yJ y= V 5 y ■ * ' 065 1^5 1 1 [ 1 «?-W * > i ‘ 4£ï < 1 i i <0 >
X
y/
<04«
X
y"^
in to n n o n r o n tO O O kg,fm ( 0 2 5 .
'
Qpm: Defusschongelegen waarden vaneen
d e p r f a c e /n a n t s ie n g t e in v o e le n .
i
y ( 4* j
d ie p g a n g o p b o v e n k a n t k ie l in v o e te n .
L u — t e n g f s t u s s c l/e n h o d fi/n e n in t o o ie n . 8
v
^y y
/
■ p r is m a tis c h e c o ë ff. o p d e p f.Je n g t& .
Q = c o r r e d ie fa c t o r v o lg e n s B a k e r, u il g a a n d e t a n POO’ C L tti s c h e p e n - ± - r a n n e e r te b a r o k c n e n s c h ip ts d o n L
/
/
E P K x h ip = « o / s t z .K w . r - f j a ïr w e & s .H f i V *. o
s c h c e p s s n e lh e id in k n o o p e n .
£ 3. — g r o o t s p a n t o p p e r v la k in m 3 Dt =
/
X
^y''^ " ^ 8, X y X '"'' / / x ...... ...x ^ y ' ' Xx X X ^ x / / ■Y=Z25 X y ■Y=3,7S X wi i i i | I I 1 ; ( i ' 1 1 1 ’ 1 1 1 4-
\\
/
ry
x
/ 1 1' ~~ i... i... ;.........
*»'
i
y ^ y '
'
y X " '" "
X X y '' i 4 0 i i i
1
0 ,5 8 ^ ^
=
XX > ; X^
ɻX
X
\
\
X
1 *
------*
y
^
*
y ''^ y y '^ yy
x X
i i i 055- 1
»
TayforloenOPy^ n J y ir .J y y s x '- y ''A
^
^ -
f 1 1 1 005 i < 1 1 £(50
nVDO'
iX ^ ^ y ''"
8.X ^ ,y
y '
7 .
/
y
y
'
1
.— _____________—
?_
X
«Cfi 1 ' 1 '««
1 1 : ' 0,60 ' ' ' '
y
y
X X " " '
y
i i i i
074
1
-
i » i »
/ x X lyy /- ' X yy" < x ? y ^ y " ' 1X 1 1 /1 ZJÖ"‘ L 1 1
3 '
y - ^ x 1
iy "
^
XX6
'
5
1
y ^ ^ ^y^m torfoeql
X
X
1
i f i i
i
X y ^ X L .5, b \
/
1 A 4YVT'
\
J r w "
t
i Q60 t i i
= '-0 ,6 7
0
X
Qeg < . i
p t l t ,
fjy1 J^Xf 1 0W 1 1 1 1 QAj i i t i
' ' 'X ___
y y
‘^S * * » >
Xy x> y x y^
X “
qss
tf<SS
' 7 "
X
y
J
__ __
y ''
X
1
1,
- X 'X T - ' J X
045
1
x x x - y ^ __
yj
V X —
0 .6 0
y
'0.35
1 1 1 i
y
'
-- --- ■ '^ X ^ X y ''
yy
fis
‘ ^
y
1
Jy^
-
, $
^ X ^
1 4 SS
: 0 - 0,76
~
J L y v X
y
i
/ / XW 1 1 ’ 1
0 A?
y
i
) i : “1 @ - --0,82
■
i
*
k u n n e n lin e a ir w o rd e n g e ïn te r p o le e rd .
m ttr e a d h a o p b u ite n k o n t s p a n t e n in v o e te n .
F ig. 2 . W e e r s fa n d s c o n s fa n to n v a n T a v /o rs s t a n d a a r d m o d e ! t e n -
kwestie zal ik bij de behandeling van den spantvorm nog uitvoeriger terugkomen. T a'o e l I.
V e r s c h i l in K « /
f.o.v. d e s f a n d a a r d m o d e l l e n v a n T a y l o r
v o o r enkel- en d u b b e ls c h ro e fsc h e p e n zon d er a a n h a n g se ls
prismatische Coëff. Cp 0 ,6 1
E .S . schepen
—
V matig V V —spt matig of U U —spt V —spt of U U — spt
— 0,7 1 5
0 ,7 1 5 — 0 ,79
D .S. schepen
Economische snelheid 5 % = ± dienstsnelheid
Economische snelheid
Modellen met turbulentiedraad
ó
1
i
14
2
i
— 9
— 1
— 10
2
i
— 7
— 12
2
i
—
6
5
0 ,6 4
— 0,79
V.
0
0 ,6 4
— 0 ,7 1 5
4
5
-
—
8
—
De percentages zijn alle bepaald voor modellen, die voorzien waren van een turbulentiedraad. Wil men deze percentages L is gemiddelde van/engte op/ast* lijn en hngfü tusschen loodlijnen voerenkelschroefsc/iepen ■Kcrm ecrschroefschepen delengteopiast/ffn. ó Is ó/okcoëffioenj berekendm et bovenstaande/engte.
iO~
're
oo~ \ %
X
O,93~
6=m \ ó = f , £ ’ó -feV M
\
\ ,
\
l
O
Tay/or
SO~
'
X
\ X
In afw ijking van de diagrammen van Taylor worden in deze diagrammen de coëfficiënten van den totalen weerstand ge geven. Deze zijn bepaald uit de restweerstanden volgens Taylor, waarbij de wrijvingsweerstanden zijn opgeteld. Bij het be rekenen van den wrijvingsweerstand werd gebruik gemaakt van de volgende form ule voor het nat oppervlak: O = c (3,4 d1/!1 + 0,5 lwi) dl/» waarin: O = n at oppervlak in m2; d — deplacement in m 1, lwi — lengte op de lastlijn in m; c = coëfficiënt = 1 , 0 voor de Taylor modellen met vierkante voorsteven, = 0,97 voor sterk V -spant vormige schepen m et weggesneden voor schip ( M aiervorm), = 1,01 voor schepen met U-spanten en vierkante voorsteven. Alle modellen van Taylor hebben een grootspantcoëfficient B = 0,926. W il m en een model m et afwijkende (5 vergelijken m et het overeenkomstige Taylor model, dan kan dit volgens een reeds lang bekende methode geschieden door de B /T-verhouding zoodanig te corrigeeren, dat een gelijk grootspantoppervlak w ordt verkregen. Volgens onze ervaring leidt deze methode echter to t verkeerde resultaten. Wij hebben hiervan dan ook afgezien en brengen geen correctie aan voor het ver schil in (3. Voor de onderlinge vergelijking van de modellen van vrachtschepen, waarbij slechts onbelangrijke verschillen in de jl-coëfficienr optreden, is dit verder van geen beteekenis. In fig. 2 zijn te r illustratie de in fig. 1 bij de economische snelheid aangegeven K-waarden vergeleken m et de overeen komstige waarden van Taylor.
0,70~
II. K eu ze v a n de k o o fd afm e tin g e n 'sningen
10,60'
Pecks yjer
\
\
Ss.
O p grond van de gegevens van een groot aantal in de laatste jaren uitgevoerde en als model in het Scheepsbouwkundig Proefstation te W ageningen onderzochte schepen zijn wij tot een correctie gekomen van de uit weerstandsoogpunt zeer bruikbare form ule van Posdunine")
\
lx
\ \
0,5CT
\
\ -------------\
W~
t
0,50
1
1
1
.. I I
0,55
1
1
L
0,60
L J .
!.
i
0,55
i
i
i
M
0.73
M
_ i
0,75
„.LI
i
!
1
080
1
§ 1. Lengte van het schip
1
085
6 -----Fig, 3. Verband tussehen economische snelheid, t/oiheid en lig g in g van hoi drukkingspunl.
dus vergelijken m et die in andere publicaties gegeven, dan dient men er rekening mede te houden, dat de eigen weerstand van de turbulentiedraad circa 1 a 2 % bedraagt en dat de strooming langs de modellen in de onderzochte gevallen turbulent was. De besparingen bij de dienstsnelheid zijn iets grooter dan bij de economische snelheid. Met het oog op het gebruik van de uitkomsten van de stan daard modelproeven van Taylor als vergelijkingsbasis in onze statistiek, zijn deze in een voor dat doel meer geschikten vorm omgewerkt (fig. 2). De diagrammen geven den weerstandscoëfficient K4(l0' voor een schip van 400' lengte als functie van den prismatischen coëfficiënt
L =
= ( % % ’ o“ - - = 25
welke het verband aangeeft tusschen de scheepslengte L, de waterverplaatsing d en de scheepssnelheid V. L = deplacementslengte in voeten V = proeftochtsnelheid in k n ./u u r (economische snelheid) d = w aterverplaatsing in m'! In de gecorrigeerde form ule is de constante gewijzigd; c -= 23,5 voor enkelschroef vracht- en passagiersschepen (V = 11— 16% kn.) c = 24,0 voor dubbelschroef vracht- en passagiersschepen (V = 15% — 18% kn.) c = 26,0 voor zeer snelle passagiersschepen ( V > 20 kn.). W anneer dus waterverplaatsing en snelheid in verband met allerlei, hier niet nader te bespreken nautische eischen, eenmaal zijn vastgesteld, kan de gunstigste lengte worden bepaald. De formule geeft een gemiddelde waarde van L; variaties van ± 5 % kom en voor. 4) Deze en de overige voor het ontw erpen van scheeps vormen, bcnoodigde dia gram m en zijn op grooten schaal bij het Nedcrlandsche Scheepsbouwkundig Proef station verkrijgbaar gesteld tegen den prijs van ƒ 10,— per stel. r‘) V. ’P osdunine — Some approxim ate form ulae useful in ship design •— „The Shipbuïlder” , A p ril 192 page 185.
C.bJ
— ~
V
eS
-
o
-
0,75 —
<3 75 —
— voeten €,70
“
-
: P.70
0,Q35 —
0,70 —
— -
-
0,65 — QCS
9,980—
— -
-
-0,90 c.so
0,60
—
0,975 —
"
—
0,970— 0,065—
_ 0.55 _
—
0.960— 0,950—
0.55 L i t gCiTiiddefde vort/engfa op tasifgnenkm gta fur.tchen foodfijnsn voorenko/sdiraefschepanj vuur m ecrjdt ra efsc/tapen detoigr’c o p ta sf/ijn ó 'J blakcoëfficrcn?, bera\er,dme/ bavendaanc'e /engte TJ.es g r jo Ada gpznFJacrs/iadi*.
LiggingdrokMingspuntin IIIII IIIII I I I III IIII
I I I I 1 I M I I I I I 1 I I I I I J II I I I I I I I I
Fig, k. Vorm va n /a sf/ifn , spantopperv/akkenm p/aatsvan drukk/ngspunfin verband m etsne/heid.
Aangezien de formule is bepaald aan de hand van de hoofd afmetingen van uitgevoerde schepen, kan worden aangenomen, dat zij ook in voldoende m ate rekening houdt met practische eischen, welke aan de afmetingen van een schip worden ge steld (redelijke materiaalafmetingen in verband m et bouw kosten enz.). § 2. Volheidscoëfficient van de waterver[)Iciatséng; invloed van het drukkingspunt W anneer de lengte is bepaald, kan worden overgegaan tot de keuze van den volheidscoëfficient van de waterverplaatsing 3, welke evenals de scheepslengte van zeer grooten invloed is op den scheepsweerstand. De keuze van den volheidscoëfficient dient echter te ge schieden in verband m et de ligging van het drukkingspunt, aangezien deze beide factoren tenslotte den vorm van de K-kromme en daarmede het punt van economische snelheid bepalen. W anneer de dienstsnelheid van het schip is vastgesteld, kan men, zooals ik hiervoor reeds heb uiteengezet, de economische snelheid (dus de snelheid waarbij de K-kromme sterk begint te stijgen) bepalen door % a 1 kn. aan de dienstsnelheid toe te voegen, y2 kn. voor de grootere, 1 kn. voor de kleinere snel heden. Aan de hand van het diagram, gegeven in fig. 3, kan men dan m et de aldus berekende V /V L de meest economische 3 bepalen in verband met de ligging van het drukkingspunt. In het diagram zijn allereerst aangegeven de krom m en a, b en c, welke aan de hand van uitgebreid statistisch materiaal door ons zijn bepaald. De krommen a en c geven de grenzen aan, waarbinnen talrijke schepen met prima lijnen vallen, waarbij echter de ligging van het drukkingspunt onderling zeer verschilt. Kromme a correspondeert met de meest achterlijke ligging, kromme c m et de meest voorlijke ligging van het drukkingspunt. Kromme b geeft een gemiddelde goede ligging van het drukkingspunt weer. Hierop kom ik nog uitvoeriger terug. Is men geheel vrij in de keuze van het drukkingspunt, dan kan de volheidscoëfficient vrij sterk worden gevarieerd. H eeft
men in verband m et verschillende redenen de volheidscoëffi cient reeds vastgelegd, dan moet men trachten door een juiste keuze van de ligging van het drukkingspunt de economische snelheid in overeenstemming te brengen m et de dienstsnelheid. Men moet hierbij steeds bedenken, dat een te groote marge tusschen dienstsnelheid en economische snelheid meestal leidt tot een hoogere K-waarde (zie fig. 1). U it het bovenstaande zou ik de conclusie willen trekken, dat het in het algemeen onjuist is te spreken van het verband tusschen volheid en economische snelheid ( V / \ / L ) ; men kan hierover niet spreken zonder de ligging van het drukkingspunt erbij te betrekken. 0,80
075
s\ 0,70
0,65
960
0,55
l? / / >j/ r
ï m s /// A /I r / / i/ H f lV r y‘ / r / / /// /M", ' /y &/W4 1/ / 0 ff / \
/ i 1/ U 0,50_j_x«JJ-— , , -2% -1% achterschip
I
0 M
V
7% 2% voorschip
Fig. b a. V ergelijkende krommen van lig g in g van het drukkingspunt.
3%
In fig. 3 zijn ter vergelijking nog enkele andere krom m en opgenomen. Kromme d en e geven liet verband aan tusschen 3 en V / / L volgens Ayre ") en voldoen aan de vergelijking: 3 = c — y2 V /V L, waarbij c = Hierin is:
.
1,08 resp. 1,06.
. .<
...
,
V = proeftochtsnellieid in kn. (economische snelheid) L = lengte tusschen loodlijnen in voeten voor enkelschroefschepen en lengte tusschen loodlijnen 2 % voor dubbelschroefschepen, in beide gevallen bij toepassing van een elliptisch hek. H et bleek noodzakelijk de coëfficiënt c, welke oorspronkelijk door Ayre op 1,08 was vastgesteld, door de steeds toenemende scheepssnelheid te verlagen tot 1,06. De overeenstemming tusschen de kromm en b en e, die beiden op vrijwel eenzelfde ligging van het drukkingspunt betrekking hebben (zie fig. 4a), is niet onbevredigend. Kromme f geldt voor de standaardmodellen van Taylor, waarbij het drukkingspunt op de halve deplacementslengte ligt. H oudt men hiermede rekening, dan is ook de overeenstemming van deze kromm e m et de nieuw ontwikkelde krom m en niet onbevredigend. Tenslotte is nog de kromme g aangegeven, welke is bepaald aan de hand van gegevens, die door E. Heckscher zijn ver strekt tijdens een voordracht ter gelegenheid van het in Juni van dit jaar gevierde jubileum der Ham burgische Schiffbau Versuchsanstalt.7) H e t doel van deze voordracht was klaarblijkelijk ook aan de hand van om vangrijk statistisch materiaal een handleiding te geven bij het ontw erpen van scheepsvormen. In het algemeen is, volgens Heckscher, bij gegeven 3 de toe laatbare V /V L kleiner dan uit onze krommen volgt. Een verklaring hiervoor zou mogelijk zijn door de aanname, dat met de snelheid de dienstsiielbeid van het schip w ordt bedoeld in plaats van de economische snelheid. In het in „W erftReederei-Hafen” gegeven uittreksel is dit echter niet duidelijk. De ligging van het drukkingspunt correspondeert vrijwel m et dat van kromme b (zie fig. 4a), uitgezonderd voor de kleinere
invloed van de L /B - en B /T -verhoudingen neem t af m et toe nemende (P)-w aarde.
III. H e t o n tw e rp e n v a n den sch eepsvorm § 1. Kromme van spantÖppervlakken en ligging van bet
d rukkings punt In fig. 4 zijn in analogie m et het in Schiffbau-K alender 193 5 (1939), blz. 160 gegeven diagram de krom m en van spantoppervlakken gegeven als functie van de snelheidsconstante c. q. daarmede correspondeerenden volheidscoëfficient. Deze krom m en van spantoppervlaklcen, welke wederom zijn bepaald op grond van de analyse van talrijke goede scheepsmodellen, correspondeeren m et de gemiddelde krom m e b voor de ligging van het drukkingspunt. De krom m en a en c stellen wederom
F ig . 5 . Verband tusschen ó ,/3 en
de grenskrom m en voor, waarbinnen het drukkingspunt kan worden gevarieerd in verband m et de economische snelheid (zie ook fig. 3). Voor deze krom m en is dus het in de figuur aangegeven verband tusschen V / \ / L en 3 niet juist. In fig. 4a zijn de krom m en voor de ligging van het druk kingspunt van verschillende auteurs samengevat. Deze krom men zijn alle gegeven als percentage van de lengte ten opzichte van de halve deplacementslengte. Hoewel de krom m en van Ayre en H eckscher onderling en wel speciaal bij de kleinere p-waarden niet onbelangrijk verschillen, blijkt toch, d at deze krom m en binnen de door ons bepaalde grenskrommen liggen. Bij de T aylor-krom m e, welke m et de nullijn samenvalt, is dit echter niet het geval. De kromm e u it Schiffbau-K alender geeft een tam elijk achterlijke ligging van het drukkingspunt. Vermeld dient te worden, dat de keuze van het drukkings p u n t achterlijker dan de kromm e a aangeeft, bij correspondeerende economische snelheid, ontraden m oet worden m et het oog op het behoud van een goede propulsie. O nze ervaring is, dat een te vol achterschip, vooral bij dubbelschroefschepen, tot een verm indering van rendem ent kan leiden, tengevolge waar van de op deze wijze verkregen weerstandsvermindering wederom geheel teniet kan worden gedaan. Bij juiste keuze ü) A . . A y r e — E ssential aspects of form and proportions as affectin g m erchant ship rcsistancc and a m ethod of approxim atüag E .H .P . — „T ran s, of th e N . E. C. Inst. of Eng. and Slilpb., Vol. X L IV , page 47. 7) E. H eckscher — E rfah ru n g en über F orm gebung von Seeschiffen — „W erftReederei-H afen” , H e f t 16, 1939 (u ittrek sel).
van de economische snelheid, c. q. volheidscoëfficient w aar borgt kromme b zoowel een goede weerstandswaarde als een goed rendement van de propulsie. § 2. Grootspantcoëfficient, vlaktilling en khnstraal H et door ons bepaalde verband tusschen grootspantcoëffi cient ß of prismatische coëfficiënt
hoek van intrede (gemeten to t hart schip) als functie van den prismatischen coëfficiënt.s) De lastlijn en waterlijnen dienen zoodanig te worden gecon strueerd, dat plotselinge overgangen (schouders) worden ver meden, terwijl ter voorkoming van wervelafscheiding in het vlak van de schroef (bij enkelschroefschepen) de hoek van de waterlijnen aan de achtersteven ter plaatse van de schroef zoo mogelijk niet grooter dan 20° moet worden gemaakt. Overigens staat het karakter van de waterlijnen in nauw verband met den spantvorm. Yan groot belang zijn verder goed strookende senten. Toepassing van een ronden plaatsteven heeft het voordeel, dat in vele gevallen de gewenschte hoek van intrede van den lastlijn gemakkelijker kan worden bereikt. H et bovenwatervoorschip wordt hierdoor tevens fijner, hetgeen aan de zeeeigenschappen van het schip en bovendien aan het uiterlijk ten goede komt, speciaal indien de steven eenigszins naar voren hellend wordt uitgevoerd. H et is bovendien aan te bevelen, den intreehoek van de waterlijnen tot een zekere hoogte boven de C. W . L. niet te vergrooten, hetgeen met een hellende plaat steven mogelijk is. De ronding in de buurt van de C. W. L. moet echter klein gehouden worden. § 4. Heli, schroefopenïng en roer
van de snellere schepen m et kleinere volheidscoëfficienten steeds voller te maken, waardoor de einden fijner kunnen worden, zijn hieraan ook grenzen. Tenslotte moet de overgang van de scherpe scheepseinden naar het grootspant zeer geleide lijk geschieden, hetgeen m inder goed mogelijk is bij een vol grootspant. Bij scherpe schepen kan een fijn grootspant alleen worden bereikt door vlaktilling en grooten kimstraal. Bij de vollere schepen kan uit een oogpunt van weerstand de vlaktilling geheel vervallen. De kimstraal varieert m et de vol heid van het schip. Men dient ook hierbij te letten op een gelijkmatigen overgang van grootspant naar voor- en achter schip. In het algemeen kan men echter wel aannemen, dat de grootte van den kimstraal van weinig invloed op den weerstand is. Blijkt b.v. tijdens een modelproef, dat de uiteinden van het schip iets te vol zijn, dan w ordt dit euvel dikwijls niet succes verholpen door reductie van de vlaktilling e n /o f de kimstraal, waardoor het verlies in deplacement als gevolg van het ver fijnen van de einden w ordt gecompenseerd. Als m otief voor de toepassing van een kleinen kimstraal w ordt dikwijls aangevoerd de grootere weerstand tegen slingeren van een scherpe kim. Onze ervaring is echter, d at de grootte van den kimstraal binnen de grenzen, waarin deze meestal w ordt uitgevoerd, vrijwel van geen invloed is op de slingerdempingseigenschappen van het schip, vergeleken met den invloed van een stel kimkielen. § 3. Vorm van de lastlijn en de waterlijnen Bij het strooken van de lijnteekening dient groote aandacht te worden geschonken aan den vorm van de lastlijn in het voorschip, aangezien deze grootelijks den golfweerstand bepaalt. De fig. 4 en 6 zijn een uitstekende, beproefde handleiding bij het construeeren van de lastlijn. Fig. 6 geeft de gunstigste
De toepassing van een kruiserhek biedt in het algemeen uit weerstands- en voortstuwingsoogpunt voordeelen boven een elliptisch hek, hoewel m et deze laatste constructie ook zeer goede resultaten kunnen worden bereikt. Bij een kruiserhek worden de bovenste waterlijnen in het achterschip echter slanker, de lastlijn w ordt langer, terwijl het bedekken van het schroefraam gunstig is voor de schroefwerking. De stuur werking van het roer w ordt in vele gevallen beter, vooral in dien het roer aan de gillinglijn aansluit. De schroefopening bij een enkelschroefschip moet zoodanig worden geconstrueerd, dat de schroef voldoende vrij blijft van de schroefsteven. De m inimum vrijslag van schroef en schroefsteven, welke meestals ter plaatse van de schroeftip optreedt, moet niet kleiner zijn dan 1 voet voor kleinere en scherpere en 1IA voet voor grootere en vollere schepen. Horizontaal gemeten dient de vrijslag op 0,7 van den schroefstraal minstens 1% a 2IA voet bedragen, afhankelijk vair de grootte en de volheid van het schip. Toepassing van een z.g. „clear water stern” kan voordeelen hebben. Bij toepassing van een stroomlijnvormig roer van normale afmetingen (verhouding dikte : breedte = circa 1 : 5%) is het raadzaam de vrijslag 12" te kiezen bij een 400' schip; bij grootere of kleinere lengten overeenkomstig grooter of kleiner. Bij toepassing van een opgevuld plaatroer m et „ fin ” (dikte : breedte = circa 1 : 10) moet de vrijslag echter niet grooter dan 8" worden gekozen bij een 400' schip. Bij grootcren vrij slag van schroef en roer gaat het voordeel in schroefrendement, dat in het algemeen ontstaat door de aanwezigheid van het roer achter de schroef (3 a 4 % ), wederom geheel of gedeeltelijk verloren. Verschillen van circa 3 % in rendement zijn gecon stateerd bij variatie van den vrijslag van 8"— 15" bij toepassing van een opgevuld plaatroer met fin. Algemeen bekend is, dat bij toepassing van een stroomlijn vormig roer het rendement van de voortstuwing circa 10 % hooger is dan bij toepassing van een enkel plaatroer met recht hoekige roersteven en openingen tusschen de vingerlingen. W anneer echter het plaatroer achter den roerltoning wordt opgevuld, een „ fin ” op den roersteven w ordt aangebracht en de 8) Fig. 6 is met een kleine wijziging uit Schiffbaukalender overgenomen.
openingen tusschen de vingerlingen eveneens worden dicht gem aakt, kan het rendement van een stroomlij nvormig roer w orden benaderd. Ook de stuureigenschappen van een opgevuld plaatroer en een stroomlijnvormig roer loopen weinig uiteen. De weerstand van beide typen roer kan in het algemeen w orden verwaarloosd. De toepassing van leidvlakken, contra-propellers, conus vorm ige verdikkingen op het roer als verloop van de schroefnaaf (z.g. „Costa Birne” ) enz. dient van geval to t geval be oordeeld te worden. H et effect van deze constructies is af hankelijk van de combinatie van schroef, roer en achterschip. § 5. Spant vorm bij enkelschroefschepen D e krom m e van spantoppervlakken en vorm van den lastlijn in verband met de volheid en schcepssnelheid eenmaal bepaald zijnde, w ordt den constructeur nog volledige vrijheid gelaten in de keuze van den spantvorm. Zooals hiervoor reeds opge m erk t, kunnen zoowel U-vormige als V-vormige spanten w orden toegepast. In h e t algemeen kan worden gezegd, dat voor normale v rac h t- en passagiersschepen tegenwoordig in het voorschip geen extreme V- en U-spanten meer worden toegepast.0) De grenzen worden gevormd door matige Y- en U-spanten. Voor schepen, die de Noord-Atlantische Oceaan-routes bevaren, blijken m et het oog op het stampen de matige V-vormige span ten voordeeliger te zijn. Voor schepen op de Indië-route daar entegen kunnen m et succes de matige U-vormige spanten w orden toegepast. Bij enkelschroefschepen komen in het achterschip zoowel extrem e U-spanten als matige U - (resp. matige V -) en Vspanten voor. W at men in dat geval onder V-sp anten moet verstaan, blijkt uit spantvorm a in fig. 7. In ieder geval moeten ook bij meer V-vormige spanten de laatste spanten onmiddel lijk voor de schroef meer U-vormig worden uitgevoerd m et h e t oog op het verkrijgen van een meer regelmatige volgstroomverdeeling en daarmede een goede propulsie. In fig. 7 is ook de typische extreme U-spantvorm alsmede een overgangsvorm — m atig U — aangegeven. H e t voorschip h eeft m atige U-spanten. D it spantenraam heeft betrekking op
volgstroomverdeeling en daardoor gelijkmatiger schroefbelasting echter is het rendem ent van de voortstuwing ook be langrijk hooger, zoodat het met beide spanttypen te bereiken eindresultaat nagenoeg hetzelfde is. Er is een tendenz, dat de schepen m et U -vorm ig achterschip bij kleinere snelheden enkele procenten beter, bij hoogere snelheden echter enkele procenten slechter zijn dan de schepen m et V-vormig of matig V-vormig achterschip. De keuze van U - of V-vormige spanten hangt ook eenigszins samen m et het aantal omwentelingen van de schroef. In het algemeen verlangt een hoog aantal omwentelingen m et het oog op de propulsie een meer V-vorm ig achterschip.
Tenslotte kan de keuze van U - .of V-vormige spanten in het achterschip ook van practische eischen afhankelijk zijn, zooals breedte van de fundatieplaat van de in het achterschip ge plaatste machine. H et verdient aanbeveling met het oog op het verkrijgen van een gelijkmatigen volgstroom de spanten in het voor- en achter schip zooveel mogelijk gelijkvormig te maken. Men m oet b.v. geen V -vorm ig voorschip combineeren met een extreem Uvormig achterschip. Resumeerende kan men zeggen, dat men bij langzaam varende, vollere vrachtschepen m et laag aantal omwentelingen van de machine, die in het achterschip is geplaatst (tanker), indien m en dit wenscht, zonder eenig bezwaar extreme U spanten in het achterschip kan toepassen. Bij de snellere schepen m et hooger aantal omwentelingen van de machine echter is het raadzaam V -spanten o f matige V-spanten in het achterschip toe te passen, uitgezonderd voor de laatste spanten, die meer U -vorm ig m oeten worden uitgevoerd (z.g. „clubfoot” ). § 6. Spantvorm bij clnbbelschr oef schepen
een 480' vrachtschip met een dienstsnelheid van 13 knoop. In fig.- 8 vindt men een gangbaren spantvorm afgebeeld voor een 45 0' vracht- en passagiersschip met een dienstsnelheid van 16 knoop. De spanten in het voorschip zijn als matige V-, de spanten- in het achterschip als matige U-spanten uitgevoerd. Schepen met extreme U-vormige spanten in het achterschip hebben in het algemeen een belangrijk hoogeren weerstand dan schepen met V-vormige spanten. Tengevolge van de betere
Gezien de onmogelijkheid bij toepassing van U-vormige spanten in het achterschip van een dubbelschroefschip de hooge weerstand te compenseeren door een verhoogd rendement van de propulsie als gevolg van de meer gelijkmatigen volgstroom, kom t deze spantvorm bij dubbelschroefschepen niet in aan merking. Als regel w orden in het achterschip vrij sterke V-vormige spanten toegepast, hetgeen ook blijkt uit de in Tabel I gegeven besparingen in K-waarde ten opzichte van de overeenkomstigewaarden van Taylor. In het voorschip worden- zoowel matige V - als m atige U -spanten toegepast. Hierbij gelden dezelfde overwegingen als bij enkelschroefschepen zijn besproken. °) De verschillende gepatenteerde schecpsvormen, zooals M aicr-Y ourkevitch (bulb) heb ik b u iten beschouwing gelaten.. . . .
In fig. 9 is de spantvorm gegeven van een 16 mijls v racht en passagiersschip van 450 voet lengte.
U it hetgeen is besproken om trent den spantvorm van enkel en dubbelschroefschepen blijkt wel, dat het niet mogelijk is absoluut scherp omlijnde richtlijnen vast te stellen bij het bepalen van den spantvorm. De constructeur zal voor elk geval opnieuw zijn ervaring om trent het betrokken scheepstype te hulp moeten roepen. Buiten de besproken eischen heeft hij daarbij nog m et verschillende andere eischen rekening te houden, zooals stabiliteit bij verschillende diepgangen, trim ligging en zee-eigenschappen in ballasttoestand, breedte van het schip ter plaatse van den dubbelen bodem, breedte van de verschillende dekken in verband m et laadhoofden, vorm van het bovenwaterschip in verband m et de zeewaardigheid, vorm van het hek en de stevencontouren enz. Aangezien deze eischen sterk uiteenloopen m et de afmetingen, de te bevaren route en de lading van het schip, is het niet doenlijk den invloed van deze eischen op de constructie van den spantvorm te bespreken. H ier zij dus volstaan m et de u it een oogpunt van weerstand en voortstuwing gegeven algemeene richtlijnen. (sioL wLit)
DE NEDERLANDSCHE REEDERIJEN IN 1939 Opnieuw rust op ons de taak een overzicht te geven over een jaar, waarin een groote Europeesche oorlog uitbrak. Onw ille keurig gaan onze gedachten terug naar 1914 en maken Wij vergelijkingen met toen. E r zijn een aantal punten van overeen komst, evenwel ook verschillen. Onze handelsvloot telde midden 1939 ongeveer 1100 schepen, metende ± 2.970.000 bruto register ton, tegen bijna 500 schepen m e t 1.475.000 ton medio 1914. H et aantal tram pschepen is nauwelijks vermeerderd, daarentegen is een aanzien lijke Vermeerdering van mechanisch voortbewogen kustvaarders; de rest van de vermeerdering kom t de lijnvaart en de tankvaart ten goede. De toenmalige kustvaarders (zeilschepen) konden de vaart in de door m ijnen en ander oorlogsgerei onveilige zeeën vrijwel niet uitoefenen, de tegenwoordige motorkustvaarders zijn hier voor juist zeer geschikt en al moeten er verscheidene blijven stilliggen of ander emplooi (binnenvaart) zoeken, om dat voor de buitengewone omstandigheden hun aantal te groot is, een belangrijk gedeelte is in de vaart. Men kom t er eerder toe grooter en kostbaarder schepen binnen te houden en hun dien sten te doen vervullen door de zooveel kleinere m otorkust vaarders. T ot dusver w ordt de strijd bijna uitsluitend op of nabij de zee (ook door vliegtuigen) gevoerd en de neutralen hebben daaronder in hooge mate te lijden. H et gevolg is, dat de molest-premies zeer hoog zijn en voor sommige kostbare schepen het varen onmogelijk maken. W aar in den vorigen oorlog de zeeoorlog eerst langzam er hand in hevigheid toenam, is men thans direct begonnen op het punt, waar men in 1918 ophield. Door het voor onderzoek aanen vasthouden der schepen, soms gedurende een m aand of langer, lijden de reederijen groote geldelijke verliezen en door het op mijnen loopen of torpedeeren van schepen gaan er vele verloren, die in dezen tijd moeilijk te vervangen zijn, terwijl daarbij vele menschenlevens te betreuren zijn. Er w ordt met de rechten der neutralen weinig of geen reke ning gehouden, maar wie kan ook anders verwachten, waar oorlog juist de volmaakste vorm van onrecht is. Evenals in den vorigen oorlog, is het Engeland niet mogelijk zich in de Oostzee te vertoonen. Toch is het voor de neutralen
volslagen onmogelijk, zich metterdaad tegen de onrechtmatige behandeling ter zee door de geallieerden, waaraan trouwens Duitschland zich in de Oostzee eveneens schuldig maakt, te verzetten. W at de voorziening m et grondstoffen en voedingsmiddelen betreft, staan wij hier in Nederland er beter voor dan in 1914. Destijds was b.v. de kolenproductie hier te lande te eenenmale ontoereikend voor de behoeften, zoodat een levendig vervoer van Engelsche kolen naar hier moest plaats hebben. Thans kunnen wij onze eigen behoeften dekken. D oor de scheepvaart worden ook veel m inder kolen gebruikt en de aanvoer van stook- en dieselolie schijnt tot dusver bevredigend te zijn. H ier toe draagt natuurlijk bij het feit, dat de in meerderheid Nederlandsche combinatie Koninklijke/Shell over de geheele wereld haar productiegebieden heeft en in het bezit is van een voldoend aantal onder Nederlandsche vlag varende tankschepen. Boven dien kunnen de schepen in neutrale buitenlandsche havens olie bunkeren en kunnen zij met volle bunkers grootere afstanden afleggen dan m et kolen. Onze grootere vloot is beter dan destijds in staat de noodige waren hierheen te brengen, m its. . . de belligerenten onze schepen niet molesteeren. Gelukkig was het aantal in de oorlogvoerende landen voor Nederlandsche rekening in aanbouw zijnde schepen zeer gering (voor zoover wij weten bedroeg het slechts één) terwijl in 1914 dit aantal veel grooter was en daaronder behoorde de reeds te w ater liggende Statendam, die later bij de Engelsche vloot ingelijfd werd en verloren ging, zoodat dit schip de eigenlijke thuishaven nooit bereikt heeft. Nederlandsch-Indië w ordt voor onze scheepvaart een steeds belangrijker centrum. H e t is met vrijwel de geheele wereld ver bonden door vaste lijnen onder Nederlandsche vlag, vooral nu de lijn der K. P. M. op Zuid-A frika verlengd is m et het traject Zuid-A frika— Zuid-Amerika, dat tot dusverre door den N orddeutscher Lloyd werd bediend. Was de oprichting van de lijn Java—-New-York een gevolg van den vorigen oorlog, nu is Indië sedert lang door ver schillende lijnen m et Noord-Am erika verbonden. Hierdoor kan nu zelfs b.v. Deli-tabak rechtstreeks naar de Yereenigde Staten worden verzonden, zonder eerst in Nederland te zijn behandeld.
Voor Indië is dit van zeer groot belang; Indië voelt thans den terugslag van den oorlog veel m inder dan destijds. De grootste en snelste vrachtbooten worden thans in die routes gebruikt en zelfs moeten nog schepen gecharterd worden. W erden in den vorigen oorlog verscheidene Nederlandsche schepen door het uitbreken daarvan verrast, w at het gevolg had, dat zij niet tijdig sommige havens konden verlaten en daar voor langer of korter tijd (soms voor den geheelen du u r van den oorlog) werden opgesloten, thans is dit niet het geval. O m trent de door de Nederlandsche reederijen behaalde resul taten zijn de verwachtingen niet hoog gespannen. Gedurende de acht maanden, welke aan het uitbreken van den oorlog vooraf gingen, waren de vrachten op de vrije m arkt teleurstellend. In Maart was de toestand zelfs zoo, dat het minimum, vastgesteld voor verschepingen van de La Plata, verlaagd moesten worden van 25 sh. tot 20 sh., ko rt daarop gevolgd door een verlaging van de m inim um -vrachten van Australië en de Golf van Mexico. In de La Platavaart van uit Antwerpen werd door het op treden van de buiten de conference staande reederij van L. Dreyfus & Co. voor vele artikelen de vracht m et 15 % ver laagd. In de La Platavaart kwam later een nieuwe overeenkomst tot stand tusschen de Compagnie Maritime Beige, A rm em ent Deppe, Haven Lijn, Maatschappij Vrachtvaart, R otterdam — 2 .-Amerika Lijn, Koninklijke Hollandsche Lloyd en de South American Saint Line. De Portugeesche Sociedade Geral en de drie Fransche lijnen staan hier buiten. Ook op andere trajecten kwam concurrentie m et outsiders, Zoo b-Y- in de vaart op W est-Indië van de zijde der Blue Star Line en in de vaart op Noord-Am erika van de Cosmopolitan Line. De oorlogstoestand bracht in de depressie der vrachten spoedig een ommekeer. De vrachten zijn belangrijk gestegen, zelfs zoo, dat voor de verschepingen voor rekening van de Engelsche regeering er zoo’n wanverhouding ontstond ten op zichte van de aan neutralen betaalde vrachten, dat de oor spronkelijk vastgestelde cijfers moesten worden verhoogd. O f evenwel de Nederlandsche scheepvaart veel geprofiteerd heeft van de hoogere vrachten staat te bezien. Zooals reeds eerder gezegd, vindt een voornaam gedeelte onzer vloot emplooi in de geregelde lijnen en daar zijn de vrachten wel geleidelijk verhoogd, soms wel met ten slotte 100 °/o, daar daartegenover staan de enorm gestegen kosten, als molest-premies, zeer lang durige oponthouden en toeslagen op de gages, alsmede duurdere brandstoffen. Ook is een belangrijk gedeelte, zoowel van de lijnbooten als van de trampschepen, aangewezen voor vervoer van regeeringsgoederen, waarvoor, naar verluidt, behoorlijke, doch zeker niet buitengewoon hooge vrachten worden betaald. Bovendien werd bepaald, dat, zonder vergunning van den Minister van Economische Zaken, geen Nederlandsche schepen naar het buitenland mogen worden verkocht, zoodat groote winsten uit dien hoofde, daargelaten of de reederijen to t ver koop geneigd zijn, dus uitgesloten zijn; tot dusver is slechts voor een aantal kustvaartuigen een dergelijke vergunning verleend. Dezer dagen verluidde, dat een vergunning to t verkoop van het s.s. Maashaven van Gebr. van Uden was geweigerd. W aar deze reederij een nieuw schip in aanbouw heeft en de Maashaven reeds 33 jaar oud is, lijkt deze beslissing van den m inister niet bevorderlijk voor het vervangen van oude door nieuwe schepen. Wij kennen de motieven niet; wellicht zal de m inister eischen, dat eerst het nieuwe schip gereed is, voor hij de gevraagde ver gunning geeft.'
H e t is moeilijk, alle reederijen over één kam te scheren, maar als men m oet afgaan op de resultaten van de Stoomboot Mij. „Hillegersberg” , w aarom trent k o rt geleden ter gelegenheid van een emissie iets w erd medegedeeld, dan staat 1939 achter bij 1938. D it zelfde verschijnsel deed zich trouwens voor in 1914. Toen heeft de groote scheepvaart in het begin bijna twee m aan den stil gelegen, w at n u niet h e t geval was. In M aart gaf de M inister van Economische Zaken in de Eerste Kam er te kennen, dat binnenkort voorstellen zouden worden ingediend ter bevordering van vernieuwing van de koopvaardijvloot. Sedert werd niet meer hierover vernomen, to td a t juist dezer dagen in de memorie van antw oord aan de Eerste Kamer over de begrooting werd verklaard, dat aanvang December faciliteiten zijn verleend to t het verkrijgen van bouwcredieten bij de Benas. Een belangrijke aanbouw b lijft zeer urgent, niet alleen wegens de toenemende veroudering van onze vloot, m aar ook om de verliezen aan te vullen, die reeds door den oorlog ontstaan zijn en, zooals m et reden gevreesd kan worden, nog zullen ontstaan. Van de ± 5 50 (540) schepen boven 1000 B.R.T., tezamen metende ± 2.782.250 (2.654.250) ton, zijn er 121 (117) met 43 6.787 (403.843) ton, die ouder zijn dan 20 jaar, waarvan weer 64 (54) m et 207.517 (176.165) ton, die ouder zijn dan 25 jaar. W anneer m en deze cijfers vergelijkt m et die van een jaar geleden (welke cijfers tusschen haakjes geplaatst zijn) ziet men, dat de toestand weer ongunstiger is geworden. De oorlog zal ook hierop een ongunstigen invloed hebben, Want onder de gegeven omstandigheden zullen niet licht schepen, ook al zijn ze oud, u it de vaart genomen worden. Practisch zijn alle grootere schepen in de vaart, uitgezonderd enkele zeer kostbare, die, mede ter verm ijding van de hooge molestpremies, binnengehouden worden. Reeds het geheele jaar was er bij de reeders een terughouding m erkbaar bij h e t plaatsen van opdrachten voor nieuwbouw, om dat m en den politieken toestand niet vertrouwde en ook na het uitbreken van den oorlog is dit zoo gebleven. Einde 1914 was zoowel absoluut als naar verhouding meer tonnenm aat in aanbouw dan nu. N u , zooals te voorzien was, de bouwprijzen belangrijk stijgen, moeten zij, om hun vloten aan te vullen, weer veel hoogere bedragen besteden. Toch zal, gezien de enorme vernietiging van scheepsruimte,. weer heel w at m oeten gebouwd worden. D at men in scheepsbouw kringen ook zoo denkt, zou m en kunnen afleiden u it het feit, dat de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. begonnen is een nieuwe, zeer groote, helling te maken. Van hoeveel belang het overigens is, dat in een havenplaats reederijen gevestigd zijn, w ordt o. a. duidelijk geïllustreerd door het feit, dat m en in A m erika heeft berekend, dat de uitgaven aan herstellingen en onderhoud van een schip gedurende 20 jaar op 75 % van den bouwprijs kunnen gesteld worden. H et verkeer in de Rotterdam sche haven nam ook dit jaar weer toe, to td a t de oorlog ook hier een eind aan maakte. Sedert dien is het verkeer to t 14 a van dat van het vorige jaar in gekrompen. De z.g. represaille-maatregel van de geallieerden, bestaande in een embargo op den Duitschen uitvoer, heeft hier den toe stand nog bijzonder verergerd. H e t is de vraag of Engeland met dezen m aatregel geen fo u t heeft begaan, gezien de reactie in alle neutrale landen. Betreffende de zoozeer bestreden surtaxes d’entrepot werd in het voorjaar m et de Fransche en Belgische regeering een accoord aangegaan voor 10 jaar, waarin o. a. is bepaald, dat in de
eerstvolgende 5 jaar geleidelijk de Nederlandsche havens zullen worden gelijkgesteld met de Belgische. De op 5 October 193 8 opgerichte Nationale Vereeniging „H et zeilend schoolschip” heeft haar plannen to t aanschaffing van een schip, als door haar bedoeld, nog niet kunnen verwezen lijken. Wel zijn enkele Hollandsche zeelieden m et het Zweedscbe schoolschip Abraham Rydberg medegegaan. Deze kunnen dan later de kern vormen van de bemanning van het aan te schaffen schip. In scheepvaartkringen is m en nog niet eenstemmig in zijn oordeel over het n u t van een dergelijke opleiding, hoewel het schijnt, dat de voorstanders ervan veld winnen. Wie nog eens met de schoonheid van de oude zeilschepen wil kennis maken, vindt daartoe een goede gelegenheid, indien hij de thans in Rotterdam gehouden tentoonstelling van N eder landsche clipperschepen bezoekt. De Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Mij. bracht in de vaart de m.s. A bhekerk (7906) *) voor de H olland— Australië Lijn en Klipfontein (10.544) voor de H olland— A frika Lijn. In aanbouw zijn de m.s. A m e n k e rk (7900), Elanclsfontein en Oranjcfontein (elk 10.500). De Elandsfontein is te Danzig in aanbouw, het is nog de vraag, of dit schip gedurende den oorlog zal worden afgeleverd. De Holland— Amerika Lijn kocht de s.s. Pennland (16.381) en W estem land (16.479) aan van de Red Star Line, alsmede de goodwill van deze lijn. De bestaande dienst A ntw erpen— New -Y ork werd m et deze schepen, versterkt m et eenige harer schepen onder den naam H olland— America Line, Red Star Lin Service, voortgezet. In verband hiermede werd een bedrag van ƒ 4/4 millioen aandeelen ondershands geplaatst. H e t m otorvrachtschip Somviehdijk. (9927) kwam in de vaart. H e t zuster schip Sloterdijk zou ook reeds in de vaart zijn, ware het niet, dat door een brand de aflevering werd vertraagd. Deze beide schepen zijn bestemd voor de Java— N ew -Y ork Lijn, w aaruit de H . A. L. zich tijdens de crisisjaren tijdelijk had terugge trokken. Besteld werden twee motorpassagiers- en vrachtschepen, type Noordam, doch iets grooter, de W esterdam en Zuiderdam (elk 11.700) voor den Pacificdienst. D oor m ijnen gingen ver loren de s.s. Binnendijk (6873) en Spaarndam (8 857). H et s.s. Rotterdam (24.149) is voor sloop verkocht. De maatschappij verklaarde zich bereid de 1450 uitstaande aandeelen in de over winst tegen ƒ75,— per stuk in te koopen. N iet alle houders waren het hiermede eens. O p 2 Juni werd het feit feestelijk herdacht, dat te Boulogne sur Mer het eerste transatlantische mailschip in de haven kwam. D it was het s.s. O bdam van de Holland— Amerika Lijn. H et motorpassagiersschip Oranje (20.017) en het m otorvrachtschip Java ( ± 9250) kwam en voor de Stoom vaart M aat schappij „N ederland” in de vaart. Vier m otorvrachtschepen van gelijke grootte werden besteld, waarvan één ter vervanging van het m.s. Tajandoen (8159), hetwelk door een torpedo of een mijn te gronde ging. De Rotterdamsche Lloyd bracht in de vaart de m otorvracht schepen Bantam en Japara (elk 9312). Een dergelijk schip is in aanbouw, alsmede het nieuwe motorpassagiersschip van 21.000 ton, reeds in het vorig jaar besteld. Voor dé Koninklijke Paketvaart Mij. kwam en gereed de m.s. Straat Soenda, Straat Malakka (elk 6439), Banjoewangi, Balikpapan, Bandjermasin, Batavia (elk 1279), A tjeh (495), Van der Capellen (2070) en de m otorlichter Paneb (154). Besteld werden de m.s. Van Riem sdijk, Reijniersz en Baud (elk 2900). De getallen ciissclien haakjes geplaatst achter dc scheepsnamen, geven de tonnenm aat aan in b ru to registertonnen.
Verkocht werden de s.s. Van Limchoten (3004), Reijniersz (1693 ), Singapore ( 585 ) en Soerabaja (580). Een aantal sche pen moest worden opgelegd, maar na het uitbreken van den oorlog kwamen alle weer in de vaart. De vloot van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. vermeerderde met de motorschepen Castor (18 30), Hector (1828), Doros, Notos (elk ± 900), Draco, Flevo, Karpo en M anto (elk 389). De Flevo is dezer dagen gestrand, doch weer vlotgebracht. Verreweg de meeste schepen, die na de crisis in de vaart zijn gebracht, vinden emplooi in de vaart naar en in W est-Indië. Gaandeweg w ordt W est-Indië van steeds grooter belang voor deze maatschappij. Daarom is het dubbel jammer, dat h et groote passagiersschip Simon Bolivar (8309) door een m ijnontploffing verloren ging, waarbij helaas vele menschenlevens te betreuren vielen. De s.s. Atlas (1277) en Midas (962) werden verkocht en ter vervanging werden besteld de m.s. Midas en Palias (elk 1700). Bovendien werd verkocht de passagiersstoomer Oranje Nassau (3701). Van het Gemengd Bedrijf Vaartuigendienst Suriname heeft de K. N . S. M. thans 50 % der aandeelen in bezit, welk feit haar positie in de West nog meer versterkt. N u de Deutsche Levante Linie niet vaart, doen de uitgaande schepen naar de Levant ook Antwerpen aan. De directie maakte bekend, dat 12 amortisatiebewijzen zullen worden ingewisseld tegen één aandeel Nationaal Bezit K .N .S.M . a ƒ 500,— . W aar elk dezer amortisatiebewijzen in de plaats kwam van één oud aandeel a ƒ 500,— , bedraagt dus de kapitaalsreductie tenslotte 91 34 °/°H e t s.s. Batavier III (2687) kwam in de vaart voor de Batavier Lijn (W m H . M üller & Co. N. V .). De oude Bata vier III (1406) werd verkocht. De Java— China— Japan Lijn stelde het m.s. Tjitjalengka (10.972) in dienst, bestelde een motorschip van ruim 9000 ton en verkocht de s.s. Tjisondari (8039) en Tjikem bang (8013) voor sloop. Voor het concern Koninklijke-Shell kwamen in de vaart de motortankschepen Tibia (10.356), Taria (10.354), Ceronia, Corilla (elk 8096), Clavella,Cistula (elk 8097),O scilla,O ndina (elk 6341), Oliva (6307), Adinda (3359) en de stoomtankers Saidja en Saroena (elk 6671). Daarentegen werden de m otortankers Maja (8248), Cymbula, Carelia (elk 8033), Clca (8028), Miralda (8003), Megara (7992), Chama, Clausina (elk 7987), Ra pana (7986), Selene (373 8) en Agnita (3561) onder Engelsche vlag gebracht. Thans is, voor zoover bekend, niets in aanbouw, w at wel als een groote bijzonderheid kan worden beschouwd. Voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij kwam in de vaart het m.s. Nigerstroom (4639), bestemd voor de H olland— W est-Afrika Lijn. De Stoomvaart Maatschappij „De Maas” verkocht den m otortanlcer Loosdrecht (93 14), bracht in de vaart den m otortanker Pendrecbt (10.746), het grootste Nederlandsche tankschip, en bestelde het zusterschip Papendrecht. De m otortanker Sliedrecht (5133) werd door een onderzeeër tot zinken gebracht. De Halcyon Lijn verkocht het s.s. Stad Zwolle (2117) en kocht het s.s. Stad Maastricht (65 52) aan. H et in aanbouw zijnde s.s. Stad Alkm aar (5750) liep te water; het zusterschip Stad Leiden werd besteld. H et s.s. Vrcdenburg (6419) ging door stranding verloren. De Stoomvaart Mij. „Oostzee” verkocht het s.s. Leersum (3648). Een uitgifte van ƒ 507.000 nieuwe aandeelen werd aangekondigd in verband m et het bestellen van een motorschip van 45 00 ton. U it het prospectus blijkt, dat voor de reederij 1939 beter was dan 193 8. De Middellandsche Zeevaart Compagnie bracht in de vaart
h et s.s. Jonge W illem (1632), doch verkocht de s.s. Jonge A n th o n y (175 6) en Jonge Elisabeth (1463). In verband daar mede w erd dezer dagen besloten op het aandeelenkapitaal B (ƒ 1.140.000), de helft terug te betalen. V oor de Stoomvaart Maatschappij „W ijklijn” kw am in de v aart h et s.s. N oordw ijk (3697). De Stoomvaart Maatschappij „Zeeland” bracht de beide nieuwe motorschepen K oningin Em m a en Prinses Beatrix (elk 413 5) in de vaart. Reeds spoedig moesten zij bij het uitbreken v an den oorlog opgelegd worden en nadat de dienst nog eenigen tijd m et de oudere schepen in beperkte mate was voortgezet, w erd deze tenslotte geheel gestaakt. De „Zeeland” profiteert nooit van een oorlog tusschen Engeland en andere m ogend heden, lijdt integendeel steeds enorme schade. De Europeesche V rachtvaart Maatschappij liquideerde na verkoop van haar laatste schepen Sarkanï (2202), W arm ond ( 1096) , W illy (1981) en Berta (1278). De Sarkani kw am weer in het bezit van haar vorige eige naars, de Scheepvaart en Steenkolen Mij., die haar onder den naam O ttoland in de vaart brachten. Bovendien brachten zij h et m.s. Beijerland (387) in de vaart, terwijl het zusterschip Gaasterland te w ater liep. De onder dezelfde directie staande Nederlandsche Lloyd deed haar m.s. Oudeu/ater en 'Zwarteiuater (elk 374), aan de S. S. M. over, welke de namen ontvingen van O psterland en Haskerland. H et m.s. Inim ingham (398) van de eveneens onder dezelfde directie staande Internationale K ust v aart Mij., ging door een m ijn verloren. V an Nievelt, G oudriaan & Co.’s Stoomvaart Mij. verkocht de s.s. Mirach (3530), Sirrah (3531) en Albireo (4427). D aar entegen bestelde zij drie motorschepen van 5400 ton. De door haar geëxploiteerde R otterdam — Zuid-Amerika Lijn doet Rio de Janeiro en Santos weer aan. De Maatschappij „Zeetransport” (O ranje-Lijn) bracht in de vaart h e t s.s. Prins W illem II (1304) en het m.s. Prins W illem III (1524). Gebr. van Uden bestelde een motorschip van 5400 ton. Voor W . Böhmer’s Scheepvaartbedrijf kwam h et m.s. Ma r/et je Böhmer (9 28) in de vaart. De N . V. „H o u tv a art” verloor het s.s. M ark (1514), w aar aan de twijfelachtige eer te beurt viel, het eerst Nederlandsche schip te zijn, dat in dezen oorlog aan oorlogsgeweld (m ijn) te gronde ging. Zij bestelde een motorschip van 5400 ton. De Rotterdam — London Stoom vaart Mij, bracht het m.s. Im p o rt (395 ) in de vaart. H e t m.s. Esso-Holland 52, ex Flit (113) van de Petroleum Industrie Mij. (A m erican Petroleum Company) w erd u it de zeevaart genomen. De Stoomboot Mij. „Hillegersberg” bestelde een motorschip van 45 00 ton. In verband daarmede werd het kapitaal ver dubbeld tot ƒ 520.000. P. A. van Es & Co. bestelde twee motorschepen van 375 ton, m et de bedoeling daarmede een lijn Rotterdam — C ard iff te openen. O f daarvan tijdens den oorlog veel terecht zal komen, is de vraag. De Oost-Borneo Mij. kocht een stoomschip aan, dat onder den naam Loa Koeloe (1847) voor de Reederij Oost-Borneo in de Indische vaart zal worden gebracht. Er kwam en dus voor de groote reederijen in de vaart 56 stoom - en motorschepen, metende 284.171 ton, terw ijl uit de vaart geraakten 45 stoom- en motorschepen, nietende 192.111 ton, zoodat er een vermeerdering te constateeren valt van 11 schepen en 92.060 ton. Thans zijn nog in aanbouw 31 schepen (vorig jaar 52), m etende 210.087 (286.3 60) ton. Van deze schepen zijn er 29
(45) motorschepen; 2 (8) van deze schepen worden in het buitenland gebouwd.
N IE U W E U IT G A V E N „Beknopt leerboek der electrotechniek” , door ir. J. R. G. Isbrücker. Tweede, herziene druk. U it gave N . V. N ijgh & Van D itm ar te Rotterdam. Prijs ƒ 2,25 ingenaaid en ƒ2,90 gebonden. Aan den tweeden druk van dit leerboek is aanzienlijk meer zorg besteed dan aan den vorigen druk, waarvan wij geen waardeerende beoordeeling hebben kunnen geven. Bij het samenstellen van onze beoordeeling van den nieuwen druk zijn wij genoodzaakt twee maatstaven aan te leggen, nl. een be oordeeling van het boek op de bruikbaarheid als handleiding bij het inleidend onderwijs in de electrotechniek aan Middelbare Technische Scholen en een beoordeeling op de bruikbaarheid als leidraad bij de opleiding voor de verschillende scheepswerktuigkundigen-examens. Als algemeene inleiding voor het onderwijs in de electro techniek aan de M .T. S.-en is het boek wel bruikbaar, alhoewel een gemis aan instelling op de practijk zich dikwijls voordoet. H et behandelde van de wisselstroomtechniek is naar onzen smaak voor nieuwelingen in het vak te moeilijk opgezet en veel te weinig op de practijk gericht. Ook achten wij het on toelaatbaar dat in een leerboek de voor Nederland genormali seerde teekenwijze voor schakelschema’s niet streng is .toegepast. Overigens is de betoogtrant meestal duidelijk. Als handleiding bij de opleiding voor de verschillende scheepswerktuigkundigen-examens achten wij dit leerboek niet geslaagd. N a a r onze inzichten is de scheeps-electrotechniek een zoodanig specifiek georiënteerd deel van de electrotechniek, dat het als een principieele mistasting moet worden aangemerkt een beknopt leerboek voor algemeene inleiding in de electrotechniek tegelijk te kunnen gebruiken als een handleiding voor het onderwijs in de scheeps-electrotechniek. H et doet ons oprecht leed op grond van deze overtuiging het leerboek van een zeer bekwaam auteur op electrotechnisch didactisch gebied niet te mogen aanbevelen als studieboek voor onze scheepstechniek De scheeps-electrotechniek heeft een zoo eigen cachet, zoo vele practisch-technische moeilijkheden, die geheel afwijkenvan de electrotechniek te land, dat het een onderschatting van de taak der scheeps-electrotechnici moet worden genoemd, indien de meening post vat, dat men voor de electrotechniek aan boord kan volstaan m et een algemeene inleiding voorzien van een aanhangsel w aarin ook nog iets over de toepassingen aan boord w ordt medegedeeld. D at de geringe afname als gevolg van een betrekkelijk klein aantal veelal weinig bemiddelde belang stellenden tot de combinatie van de beide doelstellingen van dit leerboek heeft bijgedragen lijkt ons waarschijnlijk en het streven zoo doende een billijk boek aan te bieden is zeer te waardeeren. H e t neemt evenwel niets weg van onze over tuiging, dat dit leerboek voor scheepswerktuigkundigen niet is aan te bevelen en ook niet voor de A. M.- en B. M.-opleiding. W at niet is kan worden. Misschien is het den bekwamen auteur gegeven bij een volgenden herdruk een voor de practijk bruikbaar boek samen te stellen, dat ook bij het grondslagleggend onderwijs bij de A. M.- en B. M.-opleiding dienst kan doen, zoodat de scheepswerktuigkundige, later in de practijk zijnde, zijn leerboek nog vaak ter hand zal kunnen nemen ter raadpleging bij het oplossen van de practisehe moeilijkheden. Indien een technisch leerboek aan dezen eisch voldoet is het geslaagd en aan te bevelen. Ir. J o h . C r a m e r
P erson alia P. A . A rriën s f
NIEUWSBERICHTEN
T e H ilversum is, 66 jaar oud, overleden de heer P. A. A rriëns, oudd irecteur der Hollandsche Stoom boot M aatschappij. D e heer A rriëns, die te G oringchem was geboren, had te U tre c h t de H . B. S. afgeloopen. D aarna w erd hij ingeschreven aan h e t K oninklijk in s titu u t voor de Marine te W illemsoord, welke instelling hij in 1853 als adelborst 1ste klasse verliet. T o t 1859 bleef de heer A rriën s als lu iten a n t te r zee 2de klasse bij de marine. H ij was toen reeds een jaar w erkzaam bij de toenmalige H .IJ.S.M , N a bij deze m aatschappij de fu n c tie v an chef van h e t m ouvem ent te hebben vervuld, w erd bij in 1918 benoemd to t chef van exploitatie van de H ollandsche Stoom boot M aatschappij; twee jaar later w erd hij benoemd to t directeur. Einde A p ril van .het vorige jaar is hij als zoodanig af getreden; hij w erd toen benoem d to t commissaris. D e heer A rriëns h eeft zijn heele leven aan h e t zeewezen en h et scheepvaartbedrijf een w arm h a rt toegedragen; hij h ad zeer veel vrienden en was onder zijn ondergeschikten in hooge m ate gezien. Sinds eenige jaren was hij lid van den R aad voor de Scheepvaart. D onderdag 11 Januari, den dag vóór zijn dood, h eeft hij nog de z ittin g v an den Raad voor de behandeling van de ram p van h e t m.s. Tajandoen medegemaakt. O ok is hij lid geweest van de centrale commissie van advies en b ij sta n d v an h et Verkeersfonds. Z ijn verdiensten zijn erkend door zijn benoeming to t R idder in de orde van den N ederlandschen Leeuw. O nder buitengew oon veel belangstelling heeft D insdag 16 Jan u ari op de. nieuw e algemeene begraafplaats aan den B oschdrift te H ilv e r sum de teraardebestelling plaats gehad. O u d -g e z a g v o e r d e r H . J. P o tjer f I n den ouderdom van 79 jaar overleed te ’s-G ravenhage de heer H . J. P o tjer, oud-gezagvoerder van de S toom vaart M aatschappij „N ed er lan d ” . K apitein Potjer kw am in December 18 83, op 24-jarigen leef tijd , in dienst bij de „N ederland” en wel als 2e stu u rm an op de Prinses Am alia, op welk schip hij later nog als kapitein zou varen. In 1899 w erd de heer Potjer kapitein op het s.s. Prins van Oranje, w aar n a hij nog meerdere malen van schip veranderde. In 1909 verliet kapitein P otjer den dienst van de „N ederland” m et eervol ontslag, w aarna hij bij h e t D epartem ent van K oloniën in dienst tra d ; deze functie vervulde hij ongeveer 20 jaar. De laatste jaren b rac h t de kapitein als gepensionneerd am btenaar te ’s-G ravenhage door. Ir. H . S u y v er f O p 70-jarigen leeftijd overleed te Vlissingen ir. H . Suyver, oudhoofdingenieur bij de K oninklijke Scheepsbouw-M aatschappij „D e Schelde” te Vlissingen. D e heer Suyver w erd in 1869 te A m sterdam geboren. N a aldaar de H . B. S. te hebben bezocht, studeerde hij te D elft voor w erk tu ig k u n d ig ingenieur, waarvoor hij in .1896 het diploma behaalde. In d a t zelfde jaar trad hij als ingenieur bij de M aatschappij „D e Schelde” in d ienst; eerst w erkzaam als ingenieur aan het constructiebureau, dan, v an 1909 af, als chef v an het constructiebureau en van 1921 to t 1934 als hoofdingenieur. O m gezondheidsredenen moest de heer Suyver in d a t jaar z ijn taak neerleggen, waarop hij door de w erf to t ingenieur consulent m e t procuratie w erd benoemd. Deze post heeft hij to t Sep tem ber 1939 vervuld. D e overledene was Ridder in de orde van den N ederlandschen Leeuw. C rem a tie J. W insem ius O nder veel belangstelling is 27 Januari in het crem atorium te Velsen de verassching geschied van het stoffelijk overschot v an den heer J. 'Winsemius, oud-gezagvoerder bij de K oninklijke P ak etv aart M aatschappij en agent van den R otterdam sche Lloyd, te Leiden, op 68-jarigen leeftijd overleden. V ice -a d m ira a l Yos com m and eu r in de orde van O ra n je-N a ssa u N a a r w o rd t gemeld h eeft de M inister van Defensie op 13 Jan u ari den op 1 Januari j.I. afgetreden chef materieel van de zeem acht, viceadm iraal A. Yos, ontvangen. In tegenw oordigheid van den secretaris-generaal van het departe m e n t van defensie, den heer Ringeling, van den chef van de m arine sta f, den vice-adm iraal F u rstn er en van den sinds 1 Jan u ari opgetre den chef van het materieel, schout-bij-nacht D oorm an, h eeft de m i n ister den heer Vos mededeeling gedaan van diens benoeming to t com m andeur in de orde van O ranje-N assau.
N . V . E lec tr icite its M aatschap pij v / h . H . Croon. & Co. N aar ons w o rd t gemeld, zijn kantoor, m agazijn en w erkplaats v a n de N . V. R otterdam sche E lectriciteits M aatschappij v /h . EI, Croon & Co. op Z aterdag 27 Ja n u ari v erplaatst naar Schièmond 22, R o tte r d am W ., telefoon 35980 (4 lijnen). D e officieele opening van de nieuw e gebouwen zal op 1 M aart a.s. te 3 u u r n.m. plaats hebben. W e r k tu ig k u n d ig e n -e x a m e n s Geslaagd voor h e t diplom a A , de heeren: N . H am , Z w ijn d rech t; J. H . van Geijtenbeek, Beverw ijk; J. J. Izendoorn, D o rd rec h t; L. v an W ezel, D en H aag ; J. v an der G raaf, D ord rech t; J. Colijn, U tre c h t; A . J. C. ten B ruggencate, H eiloo; EI. L. Evers, Bussum; H . Hozee, M iddelburg en G. H . Tiesm an, U trech t. N ie u w e o p d ra ch ten N aar w o rd t gem eld is een beslissing genomen betreffende den bouw van twee nieuw e m otorschepen ten behoeve v an de G ouvernem ents-M arine. De m otorschepen ztdlen een lengte v an ongeveer 85 m hebben en een w aterverplaatsing van 2200 ton. Zij zullen w orden in g ericht als mijnenlegger. Zij krijgen een v aart van 18 mijl, terw ijl h e t m achineverm ogen 4000 to t 5000 pk zal bedragen. A an scheepswerven in N ederland en Indië zullen offertes w orden gevraagd. Gehoopt w o rd t, dat; de schepen in Indië zullen k u n n en w orden gebouwd. Zij zullen dan de grootste vaartuigen zijn, ooit daar op stapel gezet. T o t n u toe is h e t grootste in Indië gebouwde schip de Poolster, d a t een w aterverplaatsing v a n 1600 tons heeft en een m achineverm ogen v an 13 50 pk. D e bouw zal w aarschijnlijk U /s jaar in beslag nemen. D e bedoeling is, om dan enkele oudere schepen der G ouvernem ents M arine, indien de tijden dat tenm inste toelaten, naar de reserve af te voeren. Voor rekening v an den heer M. Slot te D en H elder is bij de Scheepswerf „D e D ageraad” te W oubrugge een groot type N oordzeem o to rb o tter in aanbouw , die m et een zeer sterken m o to r zal w orden u itgerust. B innenkort zal h et nieuwe schip aan de N oordzee-visscherij k u n n en deelnemen. De firm a Plouvier te A n tw erp en h eeft aan de scheepswerven Jos. Boel & Zonen te Tem sche, tw ee nieuwe m otorbooten besteld van 3 000 ton van h et type Chicago. Deze schepen hebben een lengte v an 245 voet, een breedte v an 42 voet en een diepte van 25 voet. Een dezer schepen zal voltooid zijn binnen 12 maanden, h et andere binnen 15 m aanden. D e m otoren zullen van het m erk CarelsDiesel zijn. Door deze bestelling zullen weer een 1000-tal w erkloozen aan den arbeid gebracht worden. Zooals reeds gemeld h ee ft de scheepswerf Jos. Boel & Zonen reeds een schip van 1500 to n in aanbouw voor de Sté de M anutention te G ent. Elet bij C. van der Giessen & Zonen’s Scheepswerven te K rim pen a /d . IJssel voor de Stoom boot M aatschappij „H illegersberg” te A m sterdam in aanbouw zijn d m otorschip van circa 7500 ton d.w . zal den naam Larenberg dragen. Elet schip w o rd t in Ju n i o f Juli v an dit jaar opgeleverd. P ro e fto ch ten De voor W e st-A frik a bestemde sleepboot T born is door de b ouw w erf „D e H oop” te Leiden, na gehouden p ro efto ch t afgeleverd en zal binnenkort m et een N ederlandsch schip naar W est-A frik a w orden verscheept. H e t vaartuig, d at u itg eru st is m et een 120 p k D eutz-D ieselm otor is bestem d voor den sleepdienst op de rivieren aldaar. V erk o ch te schepen H e t N ederlandsche s.s. Maashaven, van de N . V. Stoomschip „M aashaven” (N . V. G ebr. v an U den’s Scheepvaart en A g en tu u r M aatschappij, dir.) te R o tterd am is, m et voorbehoud van goedkeuring bij inspectie, aan de N . V . W m H . M üller & Co te R o tterd am verkocht. H e t schip is groot 263 0 to n b ru to en 1676 ton netto en w erd in 1906 bij Bonn & Mees te R o tterd am gebouwd. E e rd e r. hebben wij gemeld, dat de N ederlandsche regeering haar toestem m ing to t den verkoop v an h et s.s. Maashaven aan een Belgische reederij h e e ft geweigerd.
H e t aan de N . V. H u d ig & Pieters A lgem eene Scheepvaart M a at schappij te R o tterd am verkochte m.s. F ram is herdoopt in Brem . H e t N ederlandsche m.s. Zeem eeuw u it G roningen, 200 b ru to en 96 n e tto to n groot, in 1927 bij d e N .V . de N oord-N ederlandsche Scheeps w e rf te G roningen gebouw d, is v erk o ch t aan J. W ijn h o ld te D elfz ijl en h erdoopt in Corm oran II. D e kustvaarder C reek Fisher (ex H olland, ex O tterd a l) 1020 to n d .w . en gebouwd bij T . D u ijv en d ijk te L ekkerkerk in 1918, is door Jam es Fisher & Sons L td. te B arrow , in Fum ess, aan B ritsche koopers v erk o c h t. H e t s.s. President Fillm ore, dubbelschroef passagiersschip (v ier d ek k en en tusschendek, m e t koelm achines), 15.S7S b ru to en 93 01 n e tto to n groot, in 1904 te C am den N . J. gebouw d, is door.de A m eri c a n President Lines L td. te San Francisco aan een N ederlandsche reederij verkocht. H e t schip b lijft in de vaart. H e t N ederlandsche m.s. Niagara, 400 to n b ru to en 270 to n n etto , in 1939 gebouwd, v a n B. Bosma te G roningen is aan een R o tte rd a m sche reederij v erkocht. H e t schip zal voor de v aart op E n g elan d w o rd e n gebezigd. H e t Engelsche s.s. N o r th e rn F irth , ex Tekelderdiep, 499 b ru to en 244 n e tto to n groot, in 1920 bij G ebr. Boot te Leiderdorp gebouw d, is v erk o c h t aan C. R . M au ritzen te L onden en herdoopt in Baranda. D e sto o m traw ler' H ercules der N . V . V isscherij-O ndernem ing „D e V em ” te IJm uiden, w elke bestem d was voor sloop, is evenw el niet v o o r d it doel v erk o ch t. N a aan een w erf te A m sterdam een belan g rijk e reparatie te hebben ondergaan, zal deze stoom traw ler b in n e n k o rt v a n u it IJm uiden w ederom aan de N oordzeevisscherij k u n n e n deel nem en. S ch ep en aan een o o rlo g sd a a d te n o f fe r g e v a lle n L ijst van koopvaardijschepen, die v a n 14 to t 28 Ja n u ari 1940, voor zoover ons bekend) in den een of anderen vorm aan een oorlogsdaad te n o ffe r zijn gevallen. Reederij
F redville (M orland) .................................. A rendskerlt (Ver. N ed . Sch. M ij.) . . . . S ilvain, tr. (N a t. S toom visscherij) . . . W illiam Ivey, th. (B ilto n ) ...................... D ie tric h H asseldieck (H asseldieck) . . A lb e rt Janus (F ra c h tc o n to r) ................. Josephine C harlo tte (C. M, B.) ............ E n id (Bachke) ..................................... Fagerheim (Fagerheim ) ...................... C airnross (C airn L ine) ............................. A u g u st Thyssen (F rig g a) ...................... A steria (T achm indji) ................................ In verdargle, t. (In v e r T an k ers) ............ D an m ark , t. (D anske Petroleum s) . . .
Nationaliteit
N oorsch N ederl. N ederl. Engelsch D uitsch D uitsch Belgisch N oorsch N oorsch Engelsch D uitsch Grieksch Engelsch Deensch
br. t. 1150 7906 202 202 172 1598 3310 1140 1590 5494 2342 3313 9456 10517
(schip Deensch C anadian Reefer (J . L au ritz en ) ............ P ajala .(G rangesberg) Zweedsch Engelsch C aro n i River, t. (B ritish E m pire) T ek la (T orm ) .............................................. Deensch F laridria (Sternhagcn) ................... Zweedsch F erry h ill (A berdeen) ................................ Engelsch P rotesilaus (H o lt) ..................................... Engelsch F o x en (A hlm ark) ..................................... Zweedsch E k ato ntarchos D racoulis (D racoulis) . . Grieksch V aldora, tr. (Beeley & SI.) ...................... Engelsch N oorsch M iran da (Johannesdn) ............................. P lu to (Faeto) .*............................................ N oorsch S ydfold (H aaland) .................................... N oorsch B altanglia (A nglo L ithm anian) ............ Engelsch P haedra (N e p to n ) ..................................... D uitsch J u p ite r (Iris) .............................................. Zweedsch V ern a H . (H a ck lin ) .................................. Finsch N o tu n g (E rn st Sohn) ................................ Finsch
1831 6873 7807 1468 1179 1086 9577 1304 5329 251 1328 1598 243 3 1523 619 2152 918 1133
Belgisch Meuse (H e rm an s) ........................................... Belgisch Engelsch P ark h ill (T a y lo r) .................................... N ew haven, tr. (C ons. Fisheries) ............ Engelsch N oorsch B iarritz (G an g er R o lf) ........................ Estlandsch N a u tic (Eesti Laew andus) ..................... E stland sch Zweedsch P atria (G o ta) ......................................... Zweedsch G othia (Svenska Lloyd) ................... O n to (Finska M .) ...................................... Finsch G udveig (G u d v in ) .................................... N oorsch Letsch Everene (G rau d s) ...................................... Songa (A /S Songa) ................................. . N oorsch Sylvia ( A /B Sylvia) .................................. Zweedsch Fransch T o u rn y (M aurel & P ro m ) ..................... A lsacien (D u N o rd ) ............ ..................... Fransch z. t. tr. p.
= = — =
zeilschip o. = ta n k b o o t g. = treiler v. = passagiersschip gez. =
opgebracht getorpedeerd verm ist gezonken
T o t dusver geleden verliezen. Aantal
Nationaliteit
N ederlandsche Engelsche . . N oorsche Fransche Belgische . . . G rieksche . . . Italiaansche . Ja p ans che . . Russische Deens che , , Zweedsche . . .
.
12 156 36 15 5 . 12 3 1 1 12 . 30
.
Tonnage (Br. Keó. ton) 4 8 .1 8 1 5 5 2 .9 3 2 7 9 .9 3 1 7 7 .1 7 4 1 3 .3 4 1 5 4 .4 8 9 1 4 .4 3 2 1 1 .9 3 0 968 3 7.373 5 6 .3 0 8
m. gV. t. z. g. o n tp l. t. z. g. m. go n tp l. m. m. m. o n tp l. o n tp l. is w ra k ) ggm. gm. m. m. gez. gV. o n tp l. m. o n tp l. m. i. b. g. i. b. g. i. b. g. t. z. g.
b ijzo n d e rh e d e n v e rs tre k t het N e d e rla n d sch O c tro o ib u re a u Laan C opes van C attenburch 2 4 , ’s-G ra ve n h ag e
= = = =
H e t E ngelsche tan k sch ip T irn n s, 8054 to n b ru to , is volgens een be ric h t in de L lo y d ’s L ist & Shipping G azette niet gezonken doch b ev in d t zich nog in de v aart.
H e t N e d e r l a n d s e n O c t r o o i N o . 3 9 8 0 7 , b e tre ffe n d e : „B ra n d e r voor v lo e ib a re o f p o e dervorm ige b ra n d sto f, met een aan het eene ein d e gesloten en naar het andere, open einde zich vernauwende w e rv e lin g ska m e r", staande ten name van W . F. W ilts h ire , te B irm in g h a m , E n g e land, w ordt h ie rb ij te k o o p o f ter lic e n tie v e r le e n in g aangeboden. N a d e re
t. z. g. i.b .g . m. v. a.
681 V. 500 V. 162 V. 1762 m. 2050 gez. 1185 m. 1640 ontpl. 1333 m. 1300 g4434 g' 2589 g1524 V. 2769 g3819 g' to t zinken gebr. in besl. genomen op een m ijn gel. vijand, actie
N V H O L L .D R A A D -t
48 9 2 1 2 1 4 1
Tonnage (Br. Reg. ton) 238 .2 9 4 16 .3 8 9 2 .4 6 6 6.371 9 .6 2 0 14.2 9 4 5.194 4.433
T o ta al. . 3 5 1
1 .2 4 4 .1 1 8
Nationaliteit
D u i t s c h e .......... Finsche ............ Li ta u s c h e .......... Zuid-Slavische . Panameesche . . Poolsche .......... E stlandsche . . . Letsche ............
Aantal
N . R . C.
38
iScH ip
en
W
e r f
TIJD SC H R IFT E N .R E V U E SC H E E P SB O U W (B W ) A n e w u n d e r w a te r design . N o v e l a fte r -h u ll c o n stru ctio n in th e m o to r ta n k e r N i k e . ( In weinig woorden w ordt de co n stru c tie van den achtersteven besproken, welke ontw orpen is om het „tre k k en ” of invoeren van de schroefas en h et lichten van het roer door grootere toegankelijkheid te vereenvoudigen. Gebleken is, d a t deze constructie bovendien een besparing v an 7 % aan arbeidsverm ogen der machines m eebrengt en de snelheid van het schip verhoogt, terw ijl zij de bediening van het roer vergem akke lijk t) ± 1 y 2 kolom, 6 fig. „T he M otorship” , September 1939, blz. 214-215. (Zie ook „T he Marine Engineer”, A ugustus 1939, blz. 242-243.) SC H E E P SB E SC H R IJY IN G E N (SC H ) T h e n e w P an am a liners. (The Panama, A n co n and C rhiobal b u ilt by the Bethlehem Steel Com pany, w hich are claimed to be p ractically fire p ro o f). (Na een lijstje van hoofdgegevens: 4 9 3 '6 " X 64' X 4 6 '9 " , 10.021 B.R.T., w ordt de constructie van h et schip besproken (dekken en schotten), de passagiers-accommodatie, deku itru stin g , m achine-installatie: 9000 apk, 90 o m w ./m in .), 2 bl. aanzicht m et dekken, 7 fo to ’s (interieurs). „Shipbuilding and Shipping R ecord”, 7 September 1939, blz. 289-294. T h e tw in -s c r e w m otorship L o c h ill. (A passenger, cargo and vehicle-cnrrying vessel w ith reverse-rcduction gearing). (H e t schip w o rd t eerst in het algemeen beschreven [indeeling van ruim en, d ek u itru stin g enz.], daarna, de passagiers-accommodatie en te n slotte, v rij uitvoerig, de m achine-installatie). Teekeningen: zij aanzicht m e t dekken, machine-installatie (2 dw arsdoorsn.) 2 fo to ’s „T he Shipbuilder” , September 1939, blz. 496-5 00. V O O R T S T U W IN G SM A C H IN E S , H U L P W E R K T U IG E N , O V E R B R E N G IN G E N Z . (M O; M A; T U R ; P ) N e u e ’ sch n ella u fen d e H och d rixck d am p ftu rb in en . V on K. Roder. (Bespreking van een turbine van Siemens-SchuckerfW erlte, m e t 16.000 om w ./m in., volgens aanw ijzingen v a n Ki R oder gebouwd, die speciale draagorganen voor schoepen en dichting heeft, welke organen als rotatie-licham en zijn uitgevoerd, De turbine is op de Technische H ochschüle in ITannover onder zocht en bleek uitstekende eigenschappen te bezitten, ofschoon zij m et een zeer klein stoom volume w erk t). 7 fig. (w aarvan 2 diagram m en), 1 tabel. „Z eitschrift des Vereins deutscher Ingenieure” . 28 O ctober 1939, blz. 1159-1162. T r illin g sv r ije d ru k w a te rleid in g en aan boord v a n schepen door to ep a ssin g v a n een n ieu w e h o o g d r u k v lo tte rw in d k etel. Door H . S kretta. (N a een uiteenzetting van de oorzaken der trillingen in drukw aterleidingen bij toepassing van zuigerpompen en de to t n o g toe gebrekkige m aatregelen om deze trillingen op te heffen, bespreekt schrijver de nieuwe uitvinding. Deze bestaat in h et toe passen van een als een zuiger in den drukw indketel passenden v lo tter, w aardoor het mogelijk w ordt den ketel m et d ru k lu ch t te vullen, die niet m et het w ater in aanraking kom t (m inder corrosie). Een relatief geringe verplaatsing van den v lo tter doet de lu c h td ru k in den w indketel slechts weinig schommelen en de drukstooten zijn daardoor gering. De windketel kan klein blijven, vereischt weinig onderhoud en is voor alle vloeistoffen geschikt). 3 fig. „P oly technisch Weekblad” . 12 September 1939, blz. 327-328. V O O R T S T U W E R S , W E E R S T A N D E N Z . (V O ) T h e V oith -S ch n eid er system o f propulsion. By E. C. Goldsw orthy. (Schrijver bespreekt de theorie en de constructie, de toe passing voor schepen m et geringen diepgang, schepen in nauw v aarw ater, sleepbooten, veerbooten en tenslotte voor speciale installaties ( convooischepen, mijnenleggers enz.). 7 kol. 7 fig. 15 Septem ber 1939, blz. 315-317. M A T E R IA L E N ; B E W E R K IN G , B E PR O E V IN G , L A SSC H E N , C O R R O SIE (T E ) T h e v a lu e o f electric are w eld in g . lt s design and its lim ita tio n s. By I. H a rte r, J. C. H odge and G. J. Schoessow. (In dit artikel
worden eerst de grenzen van de toepassing v an klinkw erk bespro ken, daarna de voordeelen van gelaschte constructies en de te ch nische grenzen v an de toepassing dezer constructies. Daarbij w orden o. a, de optredende spanningen behandeld en de m aatregelen die daartegen m oeten w orden genomen, de q ualiteit v a n het m ateriaal, h et vorm en v an scheuren, de tem p eratu u r van het te lasschen materiaal, vorm veranderingen enz. enz. E en en ander w o rd t g eïl lustreerd m et voorbeelden u it de p ractijk . T enslotte w o rd t de ontw ikkeling v an d it gebied der techniek' in d e . toekomst bespro k en ). 32 fig. (w aarbij vele s tru c tu u r-fo to ’s en een 10-tal grafieken) 5 tabellen. „Jo u rn a l of the A m erican W elding Society” . September 1939, blz. 528-546. W E R V E N , W E R K P L A A T S E N , O R G A N IS A T IE (W E ) P ro d u ctio n resea rch in its a p p lica tio n to th e m ach ine shop of a d ock yard . By P ro f. D r, Ing. Schlesinger. ( H e t artikel b e tre ft de m achinefabriek en scheepswerf. W ilton-Fijenoord. Schrijver v an g t aan m et een historisch overzicht en bespreekt daarna de moderniseering van h et bedrijf in 193 6 en 1937, welke een aan zienlijke verm indering van tijd en kosten voor de verschillende w erkzaam heden h e e ft m eegebracht, benevens hoogere loonen der arbeiders. D aarbij w o rd t o. a. h et om bouw en van oude machines en het aanschaffen v an nieuw e machines besproken; verder de organisatie van de moderniseeringswerkzaam heden, het slijpen van w erktuigonderdeelen en de levensduur daarvan, de organisatie betreffende het verwisselen dier onderdeden in verband m e t den vorm van de snede, en den invloed! van de snelheid, het gebruik van overzichtelijke tabellen voor de keus v an w erktuigen m et het oog op bew erking en m ateriaal en z.). ± 4 kol. 2 fo to ’s, 2 teeke ningen, 5 tabellen (gedeeltelijk m et vergelijkende gegevens o m tren t oude en nieuw e m achines). „E ngineering”, 22 September 1939, blz. 341-344. E L E C T R O T E C H N IE K (E ) D iesel-elec tr ic d riv e s. By R. Marsh. (N a een algemeene inleiding over de toepassing der Diesel-electrische aandrijving behandelt schrijver de voordeelen dezer aandrijving en wel achtereenvolgens de soepelheid („ fle x ib ility ” ) , de bedrijfszekerheid en de gem akke lijke bediening; vervolgens de verschillende toepassingen v an gelijk stroom, de schakelinrichting en bekrachtiging, de toepassing van hoofd- en hulpgeneratoren (oorspronkelijke en gewijzigde W ardLeonard-systeem en z .). V erder w orden speciaal de installaties voor dubbelschroefschepen besproken, en de installatie van een veerboot m et een propeller aan beide einden, w aarna tenslotte een behande ling der wisselstroom -system en v o lg t). 12 fig. (waarbij 3 fo to ’s en 6 schema’s). „T ran sactio n s of the In stitu te of Marine E ngineers” . September 1939, blz. 251-268. W A T E R B O U W K U N D E , B A G G E R W E R K T U IG E N , Z A N D Z U IG E R S E N Z . (W A ) T h e C b e ste r H a r d in g . (N a een lijst van hoofdgegevens: 308' X 5 6 X 2 9 '; 4 - ta c t compressorlooze Busch-Sulzer-Dieselm otoren, v o lg t een beschrijving van dezen zelfvoortstuw enden zuiger, w aar bij de accom m odatie voor de bem anning besproken w ordt en daarna, vrij uitvoerig, de baggerinstallatie m et bijbehoorende hoofdm achine, de m otoren voor de v o o rtstu w in g en de electrische installatie.) 2 bl. aanzicht en dekken, dwarsdoorsnede; teekening m achinekam er en pompenkamer, 12 fo to ’s (hoofdzakelijk v an m achine- en pom penkam er.) „M arine E ngineering and Shipping Review ” , Septem ber 1939, blz. 411-422. D IV E R SE N M o to rto rp ed o b o o t-S ch n ellb o o te, V on D ipl. Ing. W . Hadeler. (H e t artikel behandelt achtereenvolgens de Engelsche, Fransche, Italiaansche en D uitsche booten v an dit type, de uitvoering, be w apening enz.) 15 fig. (grootspant, aanzichten en teekeningen van onderdeelen), 6 tabellen, vrij uitvoerige literatuuropgave. „Z eitsch rift des V ereins deutscher Ingenieure” , 12 A ugustus 1939, blz. 917-924.
Bovenstaand literatuuroverzicht is een gedeelte van h et door h et In s titu u t voor Scheepvaart en L u c h tv a a rt bew erkte en in abonnem ent verkrijgbare kaartsysteem. Alleen enkele van de bewerkte artikelen w orden opgenomen in „Schip en W e rf” . Meerdere literatu u r w o rd t op aanvrage — ook telefonisch (telefoon 5 5217) — verstrekt. D e vermelde literatu u r is tegen vergoeding van po rtk o sten ter leen verkrijgbaar van het In stitu u t voor Scheepvaart en L u ch tv aart, H arin g v liet 68 te R otterdam .