LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM
NIEUWSBRIEF VAN MEDISCHE BESLISKUNDE
Jaargang 11, februari 2013
In dit nummer: 11
Het meten van maatschappelijke voorkeuren
2
Inleiding
12
Samenvatting van proefschrift
3
De Salzburg-NL Verklaring
13
Promoties 2012
4
Kwaliteit van Zorg-Instituut
14
Beslist een goed contact!
5
DISC-studie
15
Groepsfoto
7
LISBOA-studie
16
Publicaties 2012
8
Even voorstellen
19
Agenda en Colofon
Systematisch ontwerp van keuzehulpen
20
Vrienden van vrienden
10
Inleiding DOOR JOB KIEVIT
2
Voor u ligt de 11e Beslist! die dit keer niet slechts
ring en de ‘traditionals’ veiligheid en effectiviteit
uitkomt vanuit de Afdeling Medische Besliskunde,
zijn daarin belangrijke speerpunten; de plan-do-
maar ook vanuit het LUMC Kwaliteit van Zorg-
check-act-cyclus is daarbij een centraal thema. Ons
Instituut (LKI). Onze Medische Besliskunde hield
LKI heeft vooral de ambitie bij te dragen aan betere
zich natuurlijk als vanouds al bezig met het
verticale en horizontale interactie en afstemming,
beschrijven, analyseren en ondersteunen van
en aan een betere balans tussen ‘halen’ en ‘brengen’
medische beslissingen, met als doel de kwaliteit van
en tussen ‘visie’ en ‘concretisering’. Een zojuist
zorg (KvZ) te verbeteren. Maar daarnaast is er sinds
afgeronde inventarisatieronde langs alle afdelingen
kort een meer klinische loot gegroeid aan de LKI-
inclusief rapportage over LUMC-KvZ-knelpunten
boom, namelijk die van de sectie Zorgkwaliteit, die
en indicatorenwensen, biedt daarvoor een
zich bezighoudt met (ondersteuning van) KvZ-
uitstekend startpunt. Op onderzoeksgebied zal het
toetsing en verbetering.
LKI mede richting geven en methodologische
Kwaliteit van Zorg is niet een enkelvoudige
ondersteuning bieden aan wetenschappelijk
meetbare entiteit inclusief gouden standaard, maar
onderzoek op het gebied van KvZ.
een containerbegrip. Het gevaar daarvan is dat
Het merendeel van ons eigen onderzoek maakt deel
‘kwaliteit’ heel gemakkelijk over alles gaat en dus
uit van het in 2012 opgerichte LUMC-profilerings-
over niets. Nog gevaarlijker is het wanneer de term
gebied ‘Innovation in Health Strategy and Quality
‘kwaliteit’ wordt gebruikt als dekmantel voor
of Care’, waarvan Anne Stiggelbout één van de
andere motieven, zoals bezuiniging. Helderder
trekkers is. Met dat profileringsgebied is KvZ
worden de zaken wanneer KvZ wordt onderver-
dubbel op de kaart gezet in het LUMC, en ook
deeld in onderscheiden dimensies, waarvan voor
dubbel verankerd binnen ons instituut en onze
zowel onderzoek als zorg de onderstaande vijf het
afdeling. Enerzijds is er onderzoek met belangrijke
meest verhelderend zijn:
KvZ of innovatie-elementen, dat via het
1.
Veiligheid (met als kernvraag ‘Overkomt de
profileringsgebied mede door Anne wordt
patiënt geen gezondheidsnadeel in het kader
gecoördineerd en dat door onze multidisciplinaire
van de zorg?’)
onderzoeksstaf wordt ondersteund. Anderzijds zijn
Effectiviteit (‘Wordt de door de zorgverlening
er de vele KvZ-initiatieven binnen de klinische
beoogde gezondheidswinst gehaald?’)
afdelingen van het LUMC, waar onze sectie
Doelmatigheid (‘Gebeurt dat tegen acceptabele
Zorgkwaliteit via mijzelf een ondersteunende en
kosten …?’)
(mede)coördinerende rol in speelt c.q. ambieert, en
Cliëntgerichtheid (‘…conform normen,
dat door onze bestaande en nieuwe medewerkers
waarden en preferenties van de patiënt …?’)
van aanvullende expertise wordt voorzien. Het zal
Tijdigheid (’…en met aan- en doorlooptijd
duidelijk zijn dat goed overleg en afstemming
conform effectiviteit en cliëntvriendelijkheid?)
tussen Anne en mij daarmee, meer nog dan in het
2. 3. 4. 5.
Op bijna al deze terreinen heeft de Medische
verleden, van groot belang is geworden. Beiden
Besliskunde een rijke onderzoekstraditie, denk aan
ervaren wij de snel intensiverende contacten met
het onderzoek naar complicaties (veiligheid), het
ons hele LUMC-‘huis’ als heel inspirerend.
onderzoek naar (kosten-)effectiviteit en het onder-
Ook buiten het LUMC gebeuren spannende zaken.
zoek naar gedeelde besluitvorming en risicocom-
Zo is het plan de samenwerking binnen de Medical
municatie (patiëntgerichtheid). Naast al dit
Delta (o.a. met onze collega’s in de medische
onderzoek komt er nu dus een sectie Zorgkwaliteit.
besliskunde van het EMC-MGZ, en onze
Cliëntgerichtheid en -ervaring, procesoptimalise-
gezondheidseconomische collega’s van het iMTA)
verder te intensiveren. Ook buiten Medical Delta-
de rubriek nieuwe medewerkers ziet u de
verband liggen er mooie kansen, zoals in de
verschillende kanten van onze nieuwe afdeling
vergevorderde plannen voor samenwerking met
terug. Uiteraard lichten we dit keer opnieuw een
‘Center for Healthcare Operations Improvement &
aantal onderzoeksprojecten uit, waaronder het
Research’ (CHOIR) van de TU Twente, op het
onderzoek waar Jiska Snoeck-Stroband in
gebied van procesmanagement en operations
september op promoveerde.
research. Dat alles vindt plaats in een tijd dat grenzen aan de zorg (o.a. rond het begin en het
Wij danken u, onze partners van binnen en buiten
einde van het leven) en gepast gebruik meer dan
het LUMC, voor uw belangstelling en/of
ooit maatschappelijk relevante thema’s zijn.
samenwerking. Vanaf deze plaats wensen wij u veel
Zoals u na het voorafgaande al had kunnen
goeds, of dat nu succes is in onderzoek en
verwachten, is er in dit nummer aandacht voor de
onderwijs, of – om in het juiste jargon te blijven –
‘verandermanagement’-kant van ons instituut (pag.
veel succesvol afgeronde plan-do-check-act cycli.
4), maar ook voor de ‘brug’-projecten op het terrein
Maar vooreerst wens ik u, mede namens Anne, veel
van implementatieonderzoek (pag. 5 en 7). Ook in
leesplezier met deze 11e Beslist!
De Salzburg-NL Verklaring: Gedeelde besluitvorming DOOR ANNE STIGGELBOUT
In 2012 werd formeel het Salzburg Statement in het
voorkeuren willen laten meewegen. Veel patiënten
Nederlands gepubliceerd, op de website van het
en hun familie vinden het moeilijk om actief mee te
landelijk Platform Gedeelde Besluitvorming
beslissen over hun gezondheid. Patiënten missen
(http://www.zelfmanagement.com/thema-s/shared-
het zelfvertrouwen om vragen te stellen aan
decision-making/). De verklaring werd ook
zorgverleners. Veel patiënten begrijpen slechts ten
gepubliceerd in het British Medical Journal (BMJ
dele wat van belang is voor hun gezondheid en
2011 Mar 22;342:d1745342:d1745).
weten niet waar ze duidelijke en betrouwbare informatie kunnen vinden.
Deze verklaring is opgesteld tijdens het Salzburg Global Seminar in december 2010. Er waren 58
De verklaring is vertaald met als doel om
deelnemers uit 18 landen. Bovengetekende was één
bewustwording en draagvlak te creëren door middel
van de genodigde sprekers tijdens dit Seminar.
van ondertekening door belanghebbenden (koepels
Tijdens het Seminar werd stilgestaan bij de rol van
en verenigingen van patiënten en zorgverleners,
patiënten in beslissingen over hun gezondheid. De
zorgverzekeraars, overheden, etcetera). In dit
verklaring roept patiënten en zorgverleners op om
vertaalproces is ook definitief besloten om de term
samen te werken bij deze beslissingen.
‘gedeelde besluitvorming’ te gebruiken als
Zorg wordt nu vaker geleverd op basis van de
vertaling van ‘shared decision making’.
bekwaamheid en ervaring van individuele zorgverleners, en minder op basis van voorkeuren
Binnenkort zal prof. dr. F. C. Breedveld, voorzitter
van patiënten of breed gedragen inzichten uit de
Raad van Bestuur, de verklaring namens het LUMC
praktijk. Zorgverleners onderschatten de mate
ondertekenen.
waarin patiënten geïnformeerd willen worden over hun gezondheid en mogelijke behandelingen, en
Op website van Medische Besliskunde vindt u een
onderschatten de mate waarin patiënten hun
link naar de volledige tekst van de verklaring.
3
Kwaliteit van Zorg-Instituut: Ondersteuning bij kwaliteitsverbetering endoscopieafdeling LUMC DOOR NICK VAN DE PERRE
4
Per 1 september 2013 zal het bevolkingsonderzoek
Zorg-Instituut. Om voor de endoscopieafdeling
naar darmkanker landelijk van start gaan
helder te krijgen wat het ontwikkelen en
(colorectaal carcinoom (CRC)-screening).
implementeren van een veiligheidsmanagement-
Screening houdt in dat in de komende jaren
systeem inhoudt, ben ik vanuit het Kwaliteit van
iedereen tussen de 55 en 75 jaar opgeroepen wordt
Zorg-instituut begonnen met het definiëren van de
om te laten onderzoeken of er bloed in zijn
stappen die gezet moeten gaan worden. Dit maakt
ontlasting zit. Als dit het geval is, zal nader
een goede planning en een heldere rolverdeling
endoscopisch onderzoek volgen. Het doel van het
mogelijk.
bevolkingsonderzoek darmkanker is de
De eerste fase waaraan gewerkt wordt, is
darmkankersterfte in Nederland te verlagen.
inventariseren hoe de huidige zorgprocessen zijn
Darmkanker is de tweede meest voorkomende
gedocumenteerd in procedures en protocollen (‘Hoe
kanker in Nederland en komt met name voor bij
zou de patiënt het behandeltraject in theorie moeten
personen van 55 jaar of ouder (negen van de tien
doorlopen?’). Daarnaast ben ik bezig om
gevallen). Door darmkanker in een vroegtijdig
schematisch in kaart te brengen hoe de huidige
stadium op te sporen, wordt verwacht dat op
zorgprocessen in de praktijk doorlopen worden
termijn jaarlijks 2400 sterfgevallen kunnen worden
(‘Hoe doorloopt de patiënt het behandeltraject in de
voorkomen*.
praktijk?’). Op deze manier kunnen eventuele
Omdat het gaat om meer dan 4 miljoen mensen die
veiligheidsrisico’s worden opgespoord en wordt
gescreend gaan worden zónder dat zij klachten
inzichtelijk wat er volgens de HKZ-norm nog
hebben, stelt het RIVM hoge eisen aan de kwaliteit
ontbreekt.
van het bevolkingsonderzoek. Eén van de eisen die
De volgende fase betreft het implementatietraject
worden gesteld aan de betrokken endoscopiecentra,
van het veiligheidsmanagementsysteem. Tijdens het
is dat er gewerkt wordt volgens een
implementatietraject dient de afdeling te gaan
veiligheidsmanagementsysteem dat voldoet aan de
werken volgens de nieuwe procedures en
HKZ-norm voor endoscopiecentra. HKZ is een
protocollen. De oude werkwijze zal dan moeten
kwaliteitsnorm en staat voor Harmonisatie
veranderen, wat veel vraagt van de mensen op de
Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (zie
afdeling. Goede begeleiding is daarom
afbeelding). Voldoen aan deze norm is nodig om de
noodzakelijk. Hierbij is het belangrijk dat er goed
patiëntveiligheid zo goed mogelijk te waarborgen.
gecommuniceerd wordt over wat het verandertraject concreet betekent en dat er aandacht
De endoscopieafdeling binnen de afdeling Maag-
is voor vragen en mogelijke bezwaren van de
Darm-Leverziekten (MDL) van het LUMC wil
medewerkers. Immers, zij moeten ermee gaan
graag mee gaan werken aan het landelijke
werken!
bevolkingsonderzoek darmkanker. Er dient echter eerst te worden voldaan aan de strenge eisen die
Een belangrijke motivator voor de
gesteld worden voor deelname aan het
implementatiefase is het besef dat deelname aan het
bevolkingsonderzoek. Met name voor de
screeningsprogramma voor MDL een mogelijkheid
ontwikkeling en implementatie van een
is om de kwaliteit van zorg van de hele afdeling te
veiligheidsmanagementsysteem heeft de afdeling
verbeteren. Hierdoor zal niet alleen de
behoefte aan ondersteuning vanuit het Kwaliteit van
patiënttevredenheid toenemen (oa. door minder
lange wachttijden, betere informatievoorziening,
Al met al is het dus een waardevol traject, voor de
veiligere omgeving), maar ook het werkplezier van
patiënt, maar ook voor het LUMC!
de medewerkers. Bovendien is goede kwaliteit van zorg ook goede PR voor de afdeling, waardoor
*bron: Uitvoeringskader Bevolkingsonderzoek
MDL zich landelijk kan onderscheiden.
Darmkanker, RIVM, 2012)
Afbeelding: Het HKZ-model
5
DISC-studie: Gezamenlijke besluitvorming bij lage rughernia DOOR STEFANIE HOFSTEDE
DISC staat voor:
Jaarlijks krijgen ongeveer 75.000 Nederlanders een
Gezamenlijke besluitvorming tussen arts en patiënt
The Dutch Imple-
lage rughernia. In de eerste drie maanden wordt
speelt een steeds belangrijkere rol in de huidige
mentation study of
meestal een afwachtend beleid gevoerd. Na deze
gezondheidszorg. Ondanks de aanbevelingen in de
interprofessional shared
eerste periode kan het afwachtende beleid worden
richtlijn, wordt gezamenlijke besluitvorming bij de
decision making in
voortgezet, of kan de patiënt worden geopereerd.
lage rughernia nog niet overal in de praktijk
SCiatica.
Uit een eerdere studie, de SCIATICA Trial, bleek
toegepast. In deze studie wordt een
dat de conservatieve en chirurgische behandeling
implementatiestrategie ontwikkeld op basis van
Dit onderzoek wordt
van patiënten met een lage rughernia even kosten-
interviews, focusgroepen en vragenlijsten onder
gesubsidieerd door
effectief zijn. In de multidisciplinaire CBO richtlijn
dokters en patiënten, waarin wordt gevraagd naar
ZonMw.
wordt daarom aangeraden dat de betrokken pro-
mogelijke barrières en facilitatoren, met als doel
fessionals en de patiënt samen kiezen tussen deze
om gezamenlijke besluitvorming vaker in de
behandelopties (gezamenlijke besluitvorming).
praktijk te laten plaatsvinden. (vervolg pag. 6)
Inmiddels zijn er veertig interviews gehouden met
de keuze. Een andere barrière die ervaren wordt is
(fysio)therapeuten, huisartsen, neurologen,
het gebrek aan tijd. Ook is er een gebrek aan
neurochirurgen en orthopedisch chirurgen. In de
duidelijke structuur over wat op welk moment door
interviews zijn 53 barrières en facilitatoren
welke professional wordt uitgelegd. Hierdoor krijgt
genoemd die bij professionals een rol spelen bij de
de patiënt te maken met verschillende meningen
gezamenlijke besluitvorming. Ook zijn er drie
van professionals. In onderstaand kader staan
focusgroepinterviews met patiënten gehouden. De
enkele quotes uit de interviews en focusgroepen.
patiënten benoemden 35 barrières en facilitatoren. Er worden meer barrières dan facilitatoren ervaren
Ondanks dat veel professionals denken dat ze
door professionals en patiënten. Een belangrijke
gezamenlijke besluitvorming toepassen, is het in de
barrière is dat het begrip ‘gezamenlijke
praktijk dus nog niet volledig ingebed. Dit
besluitvorming’ onduidelijk is. Professionals
onderstreept het belang van de ontwikkeling van
denken dat zij gezamenlijke besluitvorming
een op maat gemaakte strategie voor het
toepassen, terwijl ze eigenlijk de patiënt geen keuze
implementeren van gezamenlijke besluitvorming.
laten en de keuze voor een behandeling vaak gebaseerd is op persoonlijke voorkeur. Voorkeuren
Momenteel wordt gevraagd via een online survey
worden waarschijnlijk veroorzaakt door een gebrek
om alle gevonden barrières en facilitatoren te
aan kennis over de uitkomsten van beide
rangordenen naar belangrijkheid. Op basis van de
behandelingen, voornamelijk in de eerste lijn.
top 10 belangrijkste barrières en facilitatoren zal de
Financiële belangen kunnen ook een rol spelen bij
implementatiestrategie ontwikkeld worden.
6 Huisarts 1: ‘Uiteindelijk is de prognose van een operatie bij het LRS slecht. Je ziet bijna nooit meer herniaoperaties.’ Patiënt 12: ‘Het is lastig om te herinneren wat de arts verteld heeft tijdens een consult.’ Neuroloog 5: ‘Er is geen consensus tussen fysiotherapeuten. De eerste lijn moet gestandaardiseerd worden, want de één krijgt ijsblokjes en de ander warme kussens, bij wijze van spreken.’ Orthopedisch chirurg 4: ‘Voor het ziekenhuis is het een interessante DBC, dus ziekenhuizen stimuleren operaties voor het LRS.’ Fysiotherapeut 1: ‘Uiteindelijk volgt iedereen mijn aanbeveling, maar dat is puur hun onwetendheid.’ Patiënt 10: ‘Uiteindelijk vertelde de neurochirurg over conservatieve behandeling, maar toen zat ik al met een operatie in mijn hoofd.’
LISBOA-studie: De-implementatie van niet-kosteneffectieve bloedbesparende maatregelen DOOR VERONIQUE VOORN
LISBOA staat voor:
De LISBOA-studie, gestart in december 2011,
respondent de barrière vindt. Deze vragenlijst is
Leiden Implementation
heeft als doel om bij primaire electieve heup- of
verstuurd aan 400 orthopeden en 400
Study of BlOod
knievervangende operaties, niet-kosteneffectieve
anesthesiologen (respons 34%). Uit deze vragenlijst
management in knee and
bloedbesparende maatregelen te de-implementeren.
bleek dat barrières voor het stoppen van
hip Arthroplasties.
In een eerdere studie (Transfusie Op Maat - C. So-
bloedbesparende maatregelen met name liggen op
Osman) is aangetoond dat bepaalde maatregelen om
de domeinen ‘social influences’, ‘knowledge’ en
Dit onderzoek wordt
bloedtransfusies te voorkomen niet kosteneffectief
‘beliefs about consequences’. Voorbeelden hiervan
gesubsidieerd door
zijn. Het gaat hierbij om drie specifieke technieken:
zijn: ‘de belemmerende invloed van
ZonMw.
epoëtine (EPO) voorafgaand aan de operatie; Cell
zorgverzekeraars’, ‘gebrek aan interesse in de
saver, waarbij bloed tijdens de operatie wordt
kosten van bloedbesparende maatregelen’ en
opgevangen, gewassen en teruggegeven aan de
‘geloof in de effectiviteit van de bloedbesparende
patiënt; en het na de operatie opvangen van bloed
maatregelen’.
door middel van een drain en dit teruggeven aan de
In fase III wordt een concept de-implementatie
patiënt. Door het niet meer gebruiken van deze
strategie ontwikkeld die gericht is op geïdentifi-
technieken, kunnen er veel kosten bespaard worden.
ceerde doelgroepen (uit fase I) en nauw aansluit bij
Daarom is in de LISBOA-studie een strategie
de gevonden barrières (uit fase II). In de de-
ontwikkeld om artsen, die betrokken zijn bij heup-
implementatiestrategie zal gebruik gemaakt worden
of knievervangende operaties, te laten stoppen met
van volgens de literatuur effectieve technieken om
het gebruik van deze technieken: de-implementatie
de gevonden barrières aan te pakken, zoals
dus.
’interactieve educatie’, ‘feedback door middel van outreach visits’ en ‘reminders’. Om de ontwikkelde
De ontwikkeling van de de-implementatiestrategie
strategie te verfijnen en om de praktische
verloopt in drie fasen. In fase I is gestart met een
uitwerking van deze strategieonderdelen na te gaan,
vragenlijstonderzoek bij orthopedische afdelingen
is een klankbordgroep gevormd bestaande uit
van alle Nederlandse ziekenhuizen om te zien hoe
professionals van verschillende betrokken
vaak bloedbesparende maatregelen in de huidige
disciplines. Aan deze klankbordgroep nam tevens
praktijk gebruikt worden. Op basis van deze
een patiënt deel. Daarnaast worden er momenteel
gegevens is de doelgroep van de de-implementatie-
aanvullende interviews gehouden met andere
strategie bepaald, namelijk die ziekenhuizen die
partijen die betrokken zijn bij de de-implementatie,
frequent gebruik maken van minimaal één van de
om aanvullende inzichten te krijgen in hoe en door
drie beschreven niet-kosteneffectieve technieken.
wie artsen beïnvloed kunnen worden. Het gaat
Het bleek te gaan om 87% van alle ziekenhuizen.
hierbij om onder anderen apothekers,
Er is dus veel winst te behalen met de-
zorgverzekeraars, leveranciers van bloedbesparende
implementatie!
producten en zorginkopers van het ziekenhuis.
In fase II is door middel van interviews onder orthopeden en anesthesiologen onderzocht welke
Inmiddels is via ZonMw subsidie verkregen voor
barrières er aanwezig zijn die deze artsen hinderen
een vervolgstudie om de op maat ontwikkelde de-
om te stoppen met de bloedbesparende
implementatiestrategie te toetsen op haalbaarheid
maatregelen. De gevonden barrières zijn verwerkt
en kosteneffectiviteit. Als de strategie effectief
in een vragenlijst waarin gevraagd wordt in welke
blijkt te zijn, kan deze toegepast worden in alle
mate de barrière aanwezig is of hoe belangrijk de
Nederlandse ziekenhuizen.
7
Even voorstellen FANIA GÄRTNER Sinds april 2012 ben ik als postdoctoraal
studies niet geschikt voor economische analyses.
onderzoeker bij twee projecten van Medische
Een instrument dat de bevallingservaring
Besliskunde betrokken. De projecten verschillen
alomvattend kan meten en als utiliteit kan
inhoudelijk sterk van elkaar, maar methodologisch
uitdrukken, is daarom noodzakelijk.
komen deze juist overeen; beide richten zich op de
8
ontwikkeling en validatie van een nieuwe
In 2006 ben ik aan de Rijksuniversiteit Groningen
vragenlijst.
afgestudeerd in Sociale Psychologie. Hierna ben ik
In samenwerking met Neurochirurgie ontwikkelen
in Groningen gebleven als docent voor het
wij een uitkomstmaat voor patiënten met cervicaal
coördineren en geven van gespreksvoerings- en
radiculair syndroom (CRS) door een nekhernia.
vaardighedenonderwijs bij de opleiding
Bestaande vragenlijsten voor deze patiëntengroep
psychologie en geneeskunde. Van 2008 tot 2012
richten zich vaak alleen op nekklachten, terwijl juist
werkte ik in het AMC, als promovenda in de
pijn en krachtverlies in de arm en hand het meest
bedrijfsgeneeskunde. De focus van mijn
hinderlijk zijn. Doel van de nieuwe vragenlijst is
promotieonderzoek lag op het ontwikkelen van een
daarom de functioneringsbeperkingen van de CRS
vragenlijst en een preventiestrategie voor
patiënt volledig in kaart te brengen.
functioneringsproblemen van werknemers met
In het tweede project ontwikkelen wij samen met de
psychische klachten.
afdeling Verloskunde en TNO een bevallingsspecifieke uitkomstmaat. Vanwege de
Met mijn achtergrond in gespreksvoering en mijn
relatief korte duur van de bevalling zijn bestaande
expertise in de klinimetrie voel ik mij nu helemaal
kwaliteit van leven vragenlijsten in obstetrische
op mijn plek bij Medische Besliskunde.
NICK VAN DE PERRE Per april 2012 ben ik begonnen als adviseur
min mogelijk fouten worden gemaakt?’
kwaliteit en veiligheid om mede invulling te geven
In mijn vorige functie bij het Ministerie van
aan de kwaliteit van zorg binnen het LUMC. Het
Defensie heb ik een veiligheidsmanagementsysteem
doel is om kwaliteit van zorg initiatieven en
ontwikkeld en geïmplementeerd voor de schepen
activiteiten binnen het LUMC meer met elkaar te
van de Koninklijke Marine. De overstap naar de
verbinden en afdelingen actief te ondersteunen waar
zorg zie ik als een mooie uitdaging. Want hoe
en wanneer dat nodig is. In mijn functie richt ik mij
verschillend de twee branches ook lijken, er zijn op
op het sluitend krijgen van de Demin-cirkel (plan-
gebied van kwaliteit en veiligheid veel
do-check-act) en het verder verbeteren van de
overeenkomsten te vinden. Ik ben van mening dat
veiligheidscultuur. Op dit moment ondersteun ik de
er binnen de zorg nog veel ruimte voor verbetering
afdeling Endoscopie bij het opzetten van een
is en dat er nog veel geleerd kan worden van andere
veiligheidsmanagementsysteem (zie elders in deze
‘high risk’-organisaties.
Beslist!). Als cognitief psycholoog richt ik mij op vragen als
Ik hoop dan ook met mijn kennis en ervaring het
‘Hoe richt je processen zo in dat het voor de
LUMC veelvuldig te kunnen adviseren en
mensen werkbaar is?’en ‘Hoe stem je de omgeving
ondersteunen, om de kwaliteit en de veiligheid
dusdanig op het menselijk functioneren af, dat er zo
verder te verbeteren.
THIJS BEERTHUIZEN Per februari 2012 ben ik begonnen als arts-
Ik hoop met mijn achtergrond als arts de afdeling te
onderzoeker bij de Medische Besliskunde. Ik kende
versterken met praktische kennis van het
de afdeling al van mijn eerdere ervaringen als
geneeskundig proces. Als arts ligt mijn toekomst
studentonderzoeker. Toen mijn co-schappen
hopelijk in de kindergeneeskunde. De interesse
afgerond waren, en daarmee mijn studie voltooid,
voor de kindergeneeskunde probeer ik in mijn
ben ik teruggekomen naar deze afdeling om hier
onderzoek te gebruiken om de webapplicatie ook
een promotietraject te doorlopen.
geschikt te maken voor kinderen.
Ik hou mij momenteel bezig met een onderzoek
Het is mijn doel om de brede wetenschappelijke
waarin we een ondersteuning ontwikkelen voor
kennis van deze afdeling op te nemen en te vertalen
patiënten met ernstig astma die een longrevalidatie-
naar de spreekkamer van de arts. Ik hoop dat ik als
traject hebben doorlopen. In het natraject van de
brug kan dienen tussen de wetenschappelijke kennis
longrevalidatie hebben deze patiënten toegang tot
hier en de praktijk in de spreekkamer.
een webapplicatie die hen moet helpen om hun opgebouwde astmacontrole te behouden.
MARTIJN VOOIJS Sinds 1 februari 2012 ben ik anderhalve dag per
Na zo’n vijf jaar full-time als fysiotherapeut te
week bezig met het PRACTISS onderzoek van Jaap
hebben gewerkt in het RRC ben ik in 2007
Sont en Jiska Snoeck. Het PRACTISS onderzoek
begonnen met de masterstudie Evidence Based
richt zich op de ondersteuning van zelf-
Practice van de UVA. In oktober 2010 ben ik
management bij patiënten met astma of COPD na
afgestudeerd en ben ik mij gaan oriënteren op de
een longrevalidatieprogramma door middel van
mogelijkheden om me te gaan bezighouden met
PatientCoach, een interactieve internet-omgeving.
wetenschappelijk onderzoek. Ik had altijd voor
Ik richt mij op het uitvoeren en coördineren van het
ogen om de dagelijkse praktijk te combineren met
onderzoek bij mensen met COPD uit het Rijnlands
onderzoek en was dan ook zeer blij toen mij de
Revalidatie Centrum (RRC) in Leiden.
mogelijkheid werd geboden om met het
Naast dit onderzoek werk ik als fysiotherapeut ook
PRACTISS-onderzoek te mogen meedoen. Tot op
9 0.5fte op de afdeling longrevalidatie van het RRC,
heden bevalt mij de combinatie van deze twee
waar ik sinds 2002 werkzaam ben.
banen erg goed!
CORYKE VAN VULPEN Per 1 januari 2013 ben ik gestart als projectleider /
gezondheidszorg, heb ik mij ook onder andere
adviseur patiëntgerichtheid bij het Kwaliteit van
beziggehouden met het opzetten en uitvoeren van
Zorg-Instituut. Ik zal mij de komende tijd gaan
patiëntervaringsonderzoek. Vanuit mijn studie
richten op het in kaart brengen van de ervaringen
Gezondheidswetenschappen aan de VU, heb ik veel
van patiënten met onze zorgverlening. Door middel
affiniteit met onderzoek op het gebied van zorg en
van (waarschijnlijk digitale) vragenlijsten, zal ik
welzijn. Daarnaast trekt het praktische aspect,
deze informatie verzamelen en op routinematige
namelijk het organiseren van de uitvraag en de stap
basis terugkoppelen aan de diverse afdelingen. Zo
om te komen tot concrete verbeteracties op de
zal er een continu feedbacksysteem ontstaan, aan de
werkvloer, mij erg aan in deze functie.
hand waarvan de kwaliteit van onze zorgverlening
Ik kijk er naar uit om aan de slag te gaan in een
verbeterd kan worden.
inspirerende werkomgeving, waarin kwaliteit hoog
Tijdens mijn vorige baan in de geestelijke
in het vaandel staat.
9
Systematisch ontwerp van keuzehulpen: Criteria geactualiseerd DOOR ARWEN PIETERSE EN ANNE STIGGELBOUT
Keuzehulpen voor patiënten zijn ‘hot’ – PubMed
onder meer welke informatie op te nemen in een
Arwen Pieterse heeft
toont 259 hits bij het zoeken op ‘patient decision
keuzehulp, op welke wijze kansinformatie het best
aan dit project
aid’ OR (‘decision aid’ & (patient OR patients)) in
te presenteren en hoe de effectiviteit van een
deelgenomen tijdens
de afgelopen vijf jaar, waar dat 140 was in de vijf
keuzehulp het beste te onderzoeken.
haar fellowship van KWF Kankerbestrijding.
jaar daarvoor. Bijna een verdubbeling in het aantal
10
publicaties over keuzehulpen in vijf jaar tijd dus.
Bij dit proces zijn wij betrokken geweest als experts
Meta-analyses van het effect van het gebruik van
die zich, samen met anderen, hebben gebogen over
keuzehulpen op uitkomsten in allerlei groepen
het onderdeel waardenelicitatietaak (‘values
patiënten laten dan ook zien dat zij een positieve
clarification method’). Dit kan een onderdeel
bijdrage leveren aan de ervaring van patiënten
vormen van een keuzehulp en heeft tot doel om
(Stacey et al, 2011). Zo hebben patiënten die wel
gebruikers te helpen om (meer) helderheid te
versus geen keuzehulp hebben gebruikt betere
krijgen over hoe belangrijk zij voor- en nadelen van
kennis en realistischere verwachtingen met
screening- of behandelingsopties beoordelen.
betrekking tot de keuzeopties voor screening of
Onder leiding van Angela Fagerlin (University of
behandeling en nemen zij vaker daadwerkelijk een
Michigan) en Michael Pignone (University of
besluit. Het grote aantal publicaties over
North Carolina) hebben wij met collega’s uit de
keuzehulpen is overigens geen één-op-één
VS, Canada, UK en Italië de literatuur beoordeeld
weergave van het feitelijk gebruik van keuzehulpen
en intensief overleg gepleegd. Op basis daarvan
in de klinische praktijk – de implementatie van
hebben we een nieuwe definitie geformuleerd voor
effectief bewezen keuzehulpen verloopt nog
dit onderdeel van een keuzehulp, een theoretische
mondjesmaat. Een belangrijke reden daarvoor is
onderbouwing gegeven voor het gebruik ervan, een
waarschijnlijk dat het ontwerpen van en het
overzicht gemaakt van typen bestaande
bijhouden van de in een keuzehulp opgenomen
waardenelicitatietaken en hun effect op
informatie geen sinecure is.
besluitvorming, en adviezen geformuleerd voor vervolgonderzoek. Dit hoofdstuk
Om de kwaliteit van keuzehulpen te helpen
(http://ipdas.ohri.ca/IPDAS-Chapter-D.pdf) en de
waarborgen, heeft een groep experts bestaande uit
andere hoofdstukken zijn te vinden via
onderzoekers, beleidsmakers en patiënten in 2006
http://ipdas.ohri.ca/resources.html.
een lijst van criteria gepubliceerd waaraan een keuzehulp zou moeten voldoen. Deze lijst staat bekend als de International Patient Decision Aids Standards (IPDAS) Collaboration criteria. Deze criteria betreffen allerlei aspecten van het ontwikkelen en bijhouden van keuzehulpen. Aangezien er zoveel onderzoek is gedaan naar keuzehulpen in de afgelopen jaren en dit nieuwe
Referentie: Stacey D, Bennett CL, Barry MJ, Col NF, Eden KB,
kennis heeft gegenereerd omtrent het gebruik ervan,
Holmes-Rovner M, Llewellyn-Thomas H, Lyddiatt A,
is deze criterialijst in de periode 2010-2012
Légaré F, Thomson R. Decision aids for people facing
geactualiseerd. De criterialijst is onderverdeeld in
health treatment or screening decisions. Cochrane
12 verschillende hoofdstukken. Deze betreffen
Database of Systematic Reviews 2011, Issue 10.
Het meten van maatschappelijke voorkeuren: Wat vindt men belangrijk bij het samenstellen van het zorgpakket? DOOR ELSKE VAN DEN AKKER
Dit onderzoek wordt
Iedere Nederlander is verplicht zich te verzekeren
zorgbehandelingen een zorgbehandeling te kiezen
gesubsidieerd door
voor ziektekosten door middel van de
die zij het liefst vergoed wilden hebben (best) en
ZonMw.
basisverzekering. Het aantal beschikbare
een zorgbehandeling die zij het minst graag wilden
zorgbehandelingen is groter dan wat de
toevoegen aan het pakket van de basisverzekering
basisverzekering kan vergoeden. Er moet dus een
(worst).
selectie gemaakt worden. Er is onderzocht welke
In de WTP-taak kregen respondenten vier
kenmerken van een zorgbehandeling de
verschillende zorgbehandelingen gepresenteerd. De
maatschappij belangrijk vindt bij het kiezen tussen
respondenten werd gevraagd om aan te geven door
zorgbehandelingen. We hebben drie groepen
middel van een open vraag, hoeveel extra premie
kenmerken meegenomen in de studie. Ten eerste
zij per maand wilden betalen om de gepresenteerde
kenmerken van patiënten: leeftijd, geslacht en
zorgbehandeling in de basisverzekering op te
maatschappelijke positie. Ten tweede kenmerken
nemen.
van de ziekte: ernst van de ziekte en het aantal
Met de BWS-methode vinden respondenten
mensen dat de ziekte heeft. Tot slot, kenmerken van
gezondheidswinst, leeftijd en het aantal patiënten
de zorgbehandeling: de hoeveelheid
dat de behandeling nodig heeft het meest
gezondheidswinst die een behandeling oplevert en
belangrijk. Bij de WTP methode zijn
de kans dat de behandeling slaagt.
gezondheidswinst, kans dat de behandeling slaagt en leeftijd de meest belangrijke attributen.
Maatschappelijke voorkeuren zijn gemeten met behulp van de Best Worse Scaling (BWS) methode
Na afloop van de BWS-methode is de respondenten
en de Willingness To Pay (WTP) methode. In totaal
gevraagd hoe moeilijk men het vond om een keuze
kregen 2002 respondenten, representatief voor de
te maken. Driekwart van de respondenten gaf aan
Nederlandse bevolking, beide methoden voorgelegd
het moeilijk tot heel moeilijk te vinden om een
in een online vragenlijst. In beide methoden werd
keuze te maken. Bij de WTP-methode is er
gebruik gemaakt van scenario’s van
gevraagd hoe zeker men van het gegeven antwoord
zorgbehandelingen (zie afbeelding).
was. Hierop antwoordde 33% niet zeker te zijn van
In het BWS-deel van de vragenlijst kregen
het ingevulde bedrag. Wanneer dit als indicatie
respondenten vijf sets bestaande uit vier
voor de moeilijkheidsgraad wordt gebruikt, zou dit
zorgbehandelingen gepresenteerd. Respondenten
betekenen dat de WTP methode voor respondenten
werd gevraagd om uit iedere set van vier
beter uitvoerbaar is.
Afbeelding: Voorbeeld van een scenario
Zorgbehandeling A Leeftijd
35-jarigen
Geslacht
mannen
Sociaal economische status
hoog
Aantal patiënten die de behandeling nodig hebben
60.000
Gezondheid vóór behandeling
20 uit 100
Gezondheid ná behandeling
80 uit 100
Kans dat de behandeling succesvol is
10 uit 100
11
Proefschrift samengevat: ‘Towards clinical phenotyping in COPD’ DOOR JISKA SNOECK-STROBAND
Chronisch Obstructieve Long Ziekten (COPD) is
In het proefschrift getiteld ‘Towards clinical
wereldwijd een groeiend gezondheidsprobleem en
phenotyping in COPD’ wordt onderzoek
wordt verwacht in 2020 de derde doodsoorzaak te
beschreven naar gedetailleerde fenotypering van
zijn. De aandoening wordt gekenmerkt door een
COPD en effecten van behandeling met
verminderde functie van de longen, welke is
inhalatiecorticosteroïden, al dan niet met
geassocieerd met ontsteking van de luchtwegen.
langwerkende luchtwegverwijders (september
Patiënten met COPD hebben klachten van hoesten,
2012). Het is gebaseerd op analyses van de
slijm opgeven en benauwdheid. De ene patiënt met
‘Groningen Leiden Universities Corticosteroids in
COPD is de andere niet en verschillende
Obstructive Lung Disease’ (GLUCOLD) studie.
subgroepen van de aandoening die gerelateerd zijn
Het proefschrift is specifiek gericht op health status,
aan klinisch belangrijke uitkomsten of effecten van
chronische bronchitis, luchtwegobstructie,
behandeling kunnen we beschrijven als fenotypes.
hyperreactiviteit en ontsteking in de luchtwegen. Uit de GLUCOLD studie bleek dat longfunctie, ontsteking, en kenmerken die eerder aan astma werden toebedeeld aparte componenten zijn. Dit
12
suggereert dat het inderdaad mogelijk is fenotypes te definiëren binnen de grote groep patiënten met COPD. Het belangrijkste voor de patiënt met COPD zijn niet de afwijkingen aan de luchtwegen en het longweefsel, maar de luchtwegklachten en beperkingen die hij of zij in het dagelijks leven ervaart en die een verminderde kwaliteit van leven veroorzaken. De resultaten lieten zien dat kwaliteit van leven was gerelateerd aan meer ontstekingscellen in slijm. Dit suggereert dat een speciaal pathologisch fenotype van invloed kan zijn op de kwaliteit van leven bij patiënten met matig ernstig COPD. Ongeveer een derde van alle patiënten met COPD heeft chronische bronchitis (langdurig hoesten en slijm). Chronische bronchitis bleek gerelateerd te zijn aan een specifiek ontstekingspatroon van de luchtwegen. Echter, chronische bronchitis was geen voorspeller voor behandeling en het blijft daarmee de vraag of het hier om een relevant fenotype gaat. Op de lange termijn bleek dat er een beter effect was van het gebruik van inhalatiecorticosteroïden op de achteruitgang van de longfunctie bij patiënten
die minder gerookt hadden, met longen die beter
betrekking hebben op ziekte en behandeling. De
zuurstof op konden nemen, minder hyperinflatie
vraag is: hoe kunnen we een brug slaan tussen
(vergrote luchthoudendheid) hadden en minder
wetenschap en wat belangrijk is voor de patiënt en
ontstekingscellen in slijm. Dit suggereert dat het
de huidige kennis uit de wetenschap toepassen in de
beter werkt in een eerder stadium van de
praktijk? Is het voldoende om patiënten ad hoc te
aandoening of bij patiënten die minder last hebben
behandelen op basis van luchtwegklachten? Of
van emfyseem (‘rek uit de longen’). Hierbij is het
moeten we verder kijken, profiteren van de uit de
belangrijk om te weten dat dit gold voor patiënten
wetenschap opgedane kennis en meer gebruik
uit deze studie met matig ernstig COPD waarvan de
maken van profielen zoals die nu onderzocht
meesten nooit eerder inhalatiecorticosteroïden
worden in meerdere studies?
hadden gebruikt.
Het is een enorme uitdaging voor de wetenschap, zorgverleners en patiënten samen om precies te
Wat betekent dit voor de praktijk? Een huisarts
weten welke patiënten in een vroeg stadium van de
staat dicht bij de patiënt en kan de patiënt
ziekte behandeling vergen om schade te
begeleiden bij een chronische aandoening. Met
voorkomen.
wetenschap zijn we op zoek naar antwoorden die
Promoties 2012 Amsterdam, 7 september 2012 Mw. F.R. Gärtner (Fania) Titel proefschrift: ‘Work functioning impairments due to common mental disorders – Measurement and prevention in nurses and allied health professionals.’ Promotor: prof. dr. F.J.H. van Dijk; Co-promotoren: dr. K. Nieuwenhuijsen, dr. J.K. Sluiter Leiden, 12 september 2012 Mw. J.B. Snoeck-Stroband (Jiska) Titel proefschrift: ‘Toward clinical phenotyping of COPD – Effects of inhaled corticosteroids in the GLUCOLD study.’ Promotoren: prof. dr. P.J. Sterk, prof. dr. P.S. Hiemstra, prof. dr. D.S. Postma; Co-promotor: dr. J.K. Sont Leiden, 1 november 2012 mw. D.E. Hilling (Denise) Titel proefschrift: ‘Improving the use of donor organs in pancreas and islet of Langerhans transplantation.’ Promotor: prof. dr O.T. Terpstra; Co-promotor: mw dr. P.J. Marang-van de Mheen
Oratie 2013 Leiden, 14 juni 2013 Prof. dr. J. Kievit Bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar op de leerstoel ‘Kwaliteit van Zorg’
13
Beslist een goed contact! De samenwerking tussen de afdeling Radiotherapie en Medische Besliskunde DOOR MONIQUE BAAS-THIJSSEN
14
‘Op de afdeling Radiotherapie werken ongeveer 80
aanzien van een behandeling.
medewerkers. Er zijn altijd nieuwe ontwikkelingen,
De resultaten van de TME-studie gaven aanleiding
onder andere op het gebied van wetenschappelijk
tot onderzoek naar het afwegen van de bijwerkin-
onderzoek en bestralingstechnieken. Door ieder
gen van PRT bij endeldarmkanker, waarvoor een
kwartaal een nieuwsbrief voor ons team te maken,
computertaak werd ontwikkeld, gebaseerd op
houden we elkaar goed op de hoogte. Deze
adapted conjoint analysis (ACA), o.a. met Arwen
kwartaalbrief ligt ook in de wachtkamer, dus ook
Pieterse. Uit de PORTIER-studie (zie eerdere
patiënten worden zo geïnformeerd.
uitgaven Beslist!, red.) bleek dat dit instrument
De focus van onze afdeling ligt op onderzoek naar
goed bruikbaar is volgens reeds behandelde
de late effecten van radiotherapie, en de impact
patiënten om inzicht te krijgen in het relatieve
daarvan op kwaliteit van leven, onder andere bij
belang van de voor- en nadelen van PRT bij
gynaecologische tumoren, rectumtumoren en
endeldarmkanker. In een vervolgstudie, de ABEL-
Hodgkin lymfomen. We streven er naar om onze
studie, wordt nu onderzocht of dit instrument zinvol
interventies op het juiste moment in te zetten, de
is om in te zetten bij nieuwe patiënten.
bestralingstechnieken te verbeteren, overbehande-
Patiëntpreferentie-onderzoek en het inzetten van
ling te voorkomen door een betere selectie van
beslishulpen als de ACA vinden momenteel ook
patiënten, en om patiënten meer te betrekken bij
plaats bij patiënten met endometriumcarcinoom
hun behandeling. Genoeg redenen om samen te
(PRETEC-studie, Carien Creutzberg) en zullen naar
werken met de afdeling Medische Besliskunde!’
verwachting ook een rol gaan spelen bij het besluitvormingsproces bij de behandeling van
Aan het woord is Corrie Marijnen, hoogleraar
prostaatkanker.’
(Klinische) Radiotherapie en hoofd van de afdeling Radiotherapie van het LUMC. We praten over de
Dat de opgedane kennis ook haar collega’s bereikt,
sinds een tiental jaar bestaande samenwerking
wordt duidelijk als Corrie enthousiast vertelt over
tussen de afdeling Radiotherapie en de afdeling
de gevolgen van de eerste resultaten van de ABEL-
Medische Besliskunde. ‘In een groot multicenter
studie. ‘Het blijkt dat patiënten met endeldarmkan-
onderzoek destijds, de TME-studie, werd gekeken
ker niet eensluidend geïnformeerd worden over hun
naar de effecten van kortdurende pre-operatieve
behandeling. Er zijn verschillen tussen ziekenhui-
radiotherapie (PRT) bij endeldarmtumoren. De
zen, maar ook tussen (assistent-) radiotherapeuten
kosteneffectiviteit werd onderzocht, waarbij
binnen een ziekenhuis. De KERN-studie van
Wilbert van den Hout betrokken was. Daarnaast
promovendus Marleen Kunneman (door een
was er aandacht voor Kwaliteit van Leven, met
landelijke Delphironde consensus bereiken over
name betreffende het ontlastingpatroon en
deze informatievoorziening) creëert bewustzijn bij
seksualiteit. In ongeveer diezelfde periode werden
dokters over informatieverstrekking en
patiënten geïncludeerd voor een onderzoek naar de
communicatie.’
achterliggende factoren van voorkeuren voor behandelingen bij borstkanker. Daardoor kwam in
Ook in de toekomst verwacht Corrie dat de
contact met Anne Stiggelbou, maakte ik kennis met
plezierige samenwerking voortgezet wordt, onder
meetinstrumenten als Time Trade-off (TTO) en
andere binnen de nieuwe profileringgebieden en bij
Treatment Trade-off Method (TTM) en werd mij
doelmatigheidsonderzoek bij bestraling met
duidelijk hoe belangrijk patiëntpreferenties zijn ten
protonen. We houden ‘Beslist een goed contact!’
15
Op de trap v.l.n.r.: Jaap Sont, Heleen Snijders, Arwen Pieterse, Ellen Engelhardt, Martijn Vooijs, Anne Stiggelbout, Perla Marangvan de Mheen, Leti van Bodegom-Vos, Elske van den Akker-van Marle, Bas Hofstee, Wilbert van den Hout, Job Kievit. Staand v.l.n.r.: Jacqueline Kas, Fania Gärtner, Jiska Snoeck-Stroband, Nanette Nauta-Kaat, Carla Kooy-Verhoef, Stefanie Hofstede, Nick van de Perre, Suzanne Pietersma. Voor v.l.n.r.: Monique Baas-Thijssen, Nanny van Duijn-Bakker, Yvette Edelaar-Peeters, Coryke van Vulpen, Manon Wentink. Helaas niet op de foto: Moira Bakker, Thijs Beerthuizen, Johanna van Gaalen, Persijn Honkoop, Marleen Kunneman, Veronique Voorn
Publicaties 2012 Akker-van Marle ME van den, Chorus
Gaalen JL van, Bakker MJ, van Bodegom-
AG, Marang-van de Mheen PJ. Decision
AMJ, Vliet Vlieland TPM, van den Hout
Vos L, Snoeck-Stroband JB, Assendelft
making around living and deceased donor
WB. Cost of rheumatic disorders in the
WJ, Kaptein AA, van der Meer V, Taube
kidney transplantation: a qualitative study
Netherlands. Best Pract Res Clin
C, Thoonen BP, Sont JK, for the
exploring the importance of expected
Rheumatol, 2012;26:721-31.
IMPASSE study group. Implementation
relationship changes. BMC Nephrol,
strategies of internet-based asthma self-
2012;13:103.
Bodegom-Vos L, Verhoef J, Dickmann M,
management support in usual care. Study
Kleijn M, van Vliet I, Hurkmans E, van
protocol for the IMPASSE cluster
Groot IB de, Otten W, Dijs-Elsinga J,
der Wees P, Vliet Vlieland T. A qualitative
randomized trial. Implementation Sci,
Smeets HJ, Kievit J, Marang-van de
study of barriers to the implementation of
2012;7:1.
Mheen PJ. Choosing between Hospitals:
a rheumatoid arthritis guideline among
The Influence of the Experiences of Other
generalist and specialist physical
Gaalen JL van, Hashimoto S, Sont JK.
Patients. Med Decis Making,
therapists. Physical Ther,
Telemanagement in asthma: an innovative
2012;32(6):764-78.
2012;92(10):1292-305.
and effective approach. Curr Opin Allergy Clin Immunol, 2012;12(3):235-40.
Chavannes NH, Sont JK, van der Boog PJ,
16
Hermsen IGC, Kerkhofs TMA, den Butter G, Kievit J, van Eijck CHJ, van Dijkum
Assendelft WJ. e-Health in chronic
Garvelink MM, Ter Kuile MM, Louwé
EJMN, Haak HR. Surgery in
diseases: not yet feasible for everyone in
LA, Hilders CG, Stiggelbout AM. A
adrenocortical carcinoma: Importance of
every setting. Ned Tijdschr Geneeskd,
Delphi consensus study among patients
national cooperation and centralized
2012;156(41):A5345.
and clinicians in the Netherlands on the
surgery. SURGERY, 2012;152(1):50-6.
procedure of informing young breast Edelaar-Peeters Y, Putter H, Snoek GJ,
cancer patients about Fertility
Hezewijk M van, van den Akker EM, van
Sluis TA, Smit CA, Post MW, Stiggelbout
Preservation. Acta Oncol,
de Velde CJ, Scholten AN, Hille ET. Costs
AM. The Influence of Time and
2012;51(8):1062-9.
of different follow-up strategies in early breast cancer: A review of the literature.
Adaptation on Health State Valuations in Patients With Spinal Cord Injury. Med
Groenenberg I, Crone M, Gebhardt W, van
Decis Making, 2012;32(6):805-14.
Dijk S, Stiggelbout A, Assendelft W. "You
Breast, 2012;21(6):693-700.
check, I check"; social influences on
Hiemstra E, Schreuder HWR, Stiggelbout
Freeman LM, Bloemenkamp KWM,
decision-making of vulnerable groups
AM, Jansen FW. Grading surgical skills
Franssen MTM, Papatsonis DNM,
regarding a health check. Psychology &
curricula and training facilities for
Hajenius PJ, van Huizen ME, Bremer HA,
Health, 2012;27:53.
minimally invasive surgery. Gynecol Surg,
van den Akker ESA, Woiski MD, Porath
2012; epub ahead of print.
MM, van Beek E, Schuitemaker N, van
Groot IB de, Stiggelbout AM, van der
der Salm PCM, Fong BF, Radder C, Bax
Boog PJ, Baranski AG, Marang-van de
Hilling DE, Baranski AG, Haasnoot A,
CJ, Sikkema M, van den Akker-van Marle
Mheen PJ, for the PARTNER-study
van der Boog PJ, Terpstra OT, Marang-
ME, van Lith JMM, Lopriore E, Uildriks
Group. Reduced quality of life in living
van de Mheen PJ. Contribution of donor
RJ, Struys MMRF, Mol BWJ, Dahan A,
kidney donors: association with fatigue,
and recipient characteristics on short- and
Middeldorp JM. Remifentanil patient
societal participation and pre-donation
long-term pancreas graft survival. Ann
controlled analgesia versus epidural
variables. Transpl Int, 2012;25(9):967-75.
Transplant, 2012;17:28-38.
randomized controlled trial. BMC
Groot IB de, Schipper K, van Dijk S, van
Hofstede SN, Marang-van de Mheen PJ,
Pregnancy and Childbirth, 2012;12:63.
der Boog PJ, Stiggelbout AM, Baranski
Assendelft WJ, Vleggeert-Lankamp CL,
analgesia in labour. A multicentre
Stiggelbout AM, Vroomen PC, van den
Kolfschoten NE, Wouters MWJM,
designing values clarification methods in
Hout WB, Vliet Vlieland TP, van
Gooiker GA, Eddes EH, Kievit J,
patient decision aids: a critical analysis.
Bodegom-Vos L, for the DISC study
Tollenaar RAEM, Marang-van de Mheen
Health Expect, 2012; epub ahead of print.
Group. Designing an implementation
PJ. Non-elective colon cancer resections
strategy to improve interprofessional
in elderly patients, results from the Dutch
Pieterse AH, De Vries M, Kunneman M,
shared decision making in sciatica: study
Surgical Colorectal Audit. Dig Surg,
Stiggelbout AM, Feldman-Stewart D.
protocol of the DISC study.
2012;29:412-9.
Theory-informed design of values clarification methods: A cognitive
Implementation sci, 2012;7:55. Kunneman M, Pieterse AH, Stiggelbout
psychological perspective on patient
Honkoop PJ, Taylor DR, Smith AD,
AM, Kruitwagen RFPM, Creutzberg CL,
health-related decision making. Soc Sci
Snoeck-Stroband JB, Sont JK. Early
Marijnen CAM. Wat wil de patiënt?
Med, 2012; epub ahead of print.
detection of asthma exacerbations by using
Onderzoek naar patiëntpreferenties in de
action points in self-management plans.
radiotherapie. Kanker Breed, 2012;4:26-
Pieterse AH, Jager NA, Smets EM,
Eur Respir J, 2012; epub ahead of print.
31.
Henselmans I. Lay understanding of common medical terminology in oncology.
Kolfschoten NE, Gooiker GA, Bastiaannet
Meuldijk D, Carlier IVE, van Vliet IM,
Psychooncology, 2012; epub ahead of
E, van Leersum NJ, van de Velde CJH,
van den Akker-van Marle ME, Zitman FG.
print.
Eddes EH, Marang-van de Mheen PJ,
A randomized controlled trial of the
Kievit J, van der Harst E, Wiggers T,
efficacy and cost-effectiveness of a brief
Rikkers-Mutsaerts ER, Winters AE,
Wouters MWJM, Tollenaar RAEM.
intensified cognitive behavioral therapy
Bakker MJ, van Stel HF, van der Meer V,
Combining process indicators to evaluate
and/or pharmacotherapy for mood and
de Jongste JC, Sont JK, the SMASHING
quality of care for surgical patients with
anxiety disorders: Design and methods.
Study Group. Internet-based self-
colorectal cancer: are scores consistent
Contemp Clin Trials, 2012;33(5):983-92.
management compared with usual care in adolescents with asthma: A randomized
with short-term outcome? BMJ Qual Saf, 2012;21(6):481-9.
Peter WF, van der Wees PJ, Hendriks EJ,
controlled trial. Pediatr Pulmonol,
de Bie RA, Verhoef J, de Jong Z, van
2012;47(12):1170-9.
Kolfschoten NE, Kievit J, Gooiker GA,
Bodegom-Vos L, Hilberdink WK, Vliet
van Leersum NJ, Snijders HS, Eddes EH,
Vlieland TP. Quality Indicators for
Smelt AFH, Blom JW, Dekker F, van den
Tollenaar RA, Wouters MW, Marang-van
Physiotherapy Care in Hip and Knee
Akker ME, Neven AK, Zitman FG, Ferrari
de Mheen PJ. Focusing on desired
Osteoarthritis: Development and
MD, Assendelft P. A proactive approach
outcomes of care after colon cancer
Clinimetric Properties. Musculoskeletal
to migraine in primary care: a pragmatic
resections; hospital variations in 'textbook
Care, 2012; epub ahead of print.
randomized controlled trial. CMAJ, 2012;184(4):E224-31.
outcome. Eur J Surg Oncol, 2012; epub ahead of print.
Peter WF, van der Wees PJ, Verhoef J, de Jong Z, van Bodegom-Vos L, Hilberdink
Stiggelbout AM, Pieterse AH, Nortier
Kolfschoten NE, van Leersum NJ, Gooiker
WK, Fiocco M, Vliet Vlieland TP.
JWR. Gezamenlijke besluitvorming in de
GA, Marang van de Mheen PJ, Eddes EH,
Postgraduate education to increase
oncologie. Ned Tijdschr Oncol, 2012;
Kievit J, Brand R, Tanis PJ, Bemelman
adherence to a Dutch physiotherapy
9:11-4.
WA, Tollenaar RA, Meijerink J, Wouters
practice guideline for hip and knee OA: a
MW. Successful and Safe Introduction of
randomized controlled trial.
Stiggelbout AM, Van der Weijden T, De
Laparoscopic Colorectal Cancer Surgery
Rheumatology, 2012; epub ahead of print.
Wit MP, Frosch D, Légaré F, Montori VM, Trevena L, Elwyn G. Shared decision
in Dutch hospitals. Ann Surg, 2012; epub ahead of print.
Pieterse AH, De Vries M. On the
making: really putting patients at the
suitability of fast and frugal heuristics for
centre of healthcare. BMJ, 2012;344:E256.
17
Verloop H, Louwerens M, Schoones JW,
counselees' need for certainty in hereditary
Kievit J, Smit JWA, Dekkers OM. Risk of
breast/ovarian cancer families: an
Hypothyroidism following
explorative assessment. Psychooncology,
Hemithyroidectomy: Systematic Review
2012; epub ahead of print.
and Meta-Analysis of Prognostic Studies. J Clin Endocrinol Metab, 2012;97(7):2243-
Weele GM van der, de Waal MW, van den
55.
Hout WB, de Craen AJ, Spinhoven P, Stijnen T, Assendelft WJ, van der Mast
Voorn VM, Marang-van de Mheen PJ, So-
RC, Gussekloo J. Effects of a stepped-care
Osman C, Vlieland TP, Gemert AW,
intervention programme among older
Nelissen RG, van Bodegom-Vos L, for the
subjects who screened positive for
LISBOA Study Group. Designing a
depressive symptoms in general practice:
strategy to implement cost-effective blood
the PROMODE randomised controlled
transfusion management in elective hip
trial. Age Ageing, 2012;41(4):482-8.
and knee arthroplasties: A study protocol. Weele GM, de Waal MW, van den Hout
Implementation Sci, 2012;7(1):58.
WB, de Craen AJ, Spinhoven P, Stijnen T,
18
Vorst JR van der, Schaafsma BE, Verbeek
Assendelft WJ, van der Mast RC,
FPR, Swijnenburg RJ, Hutteman M,
Gussekloo J. Stepped care voor
Hamming JF, Kievit J, Frangioni JV, van
depressieve ouderen. Huisarts &
de Velde CJH, Vahrmeijer AL.
Wetenschap, 2012;555:548-52.
Intraoperative Near-Infrared Fluorescence Imaging of Parathyroid Adenomas using
Wulp I van der, van den Hout WB, de
Low-Dose Methylene Blue. British Journal
Vries M, Stiggelbout AM, van den Akker-
of Surgery, 2012;99(Supp.7):S4.
van Marle EM. Societal preferences for standard health insurance coverage in the
Vos J, Menko FH, Oosterwijk JC, van
Netherlands: a cross-sectional study. BMJ
Asperen CJ, Stiggelbout AM, Tibben A.
Open, 2012;2(2):e001021.
Genetic counseling does not fulfill the
Website www.lumc.nl/medischebesliskunde
Hier vindt u de doelstellingen van de afdeling, en tevens (onder ‘research’) een overzicht van alle medewerkers, onderzoeksprojecten en publicaties van de Leidse Medische Besliskunde. Ook vindt u hier eerdere uitgaven van Beslist!
Agenda 2013 3-4 april 2013
17-20 juli 2013
Nederlands Congres Volksgezondheid
27th Conference of the European Health
‘Passie voor Gezondheid’
Psychology Society
Ede, Nederland
Bordeaux, Frankrijk
www.ncvgz.nl
www.ehps.net
7-9 april 2013
18-22 augustus 2013
th
14 Annual International Summit on
24th Subjective Probability, Utility, and
Improving Patient Care in the Office Practice
Decision Making Conference
and the Community
Barcelona, Spanje
Scottsdale, Arizona, USA
www.eadm.eu
Colofon Beslist! is een jaarlijkse uitgave van de afdeling Medische Besliskunde van het Leids Universitair
www.ihi.org 29 september - 2 oktober 2013
Medisch Centrum.
16-19 april 2013
International Conference on Communication
International Forum on Quality & Safety in
in Healthcare
Voor kosteloze toezending
Healthcare
Montreal, Canada
van de nieuwsbrief of voor
Londen, Engeland
www.aachonline.org
verwijdering uit het
http://internationalforum.bmj.com
adressenbestand kunt u 9-12 oktober 2013
18-22 mei 2013
20th Annual Conference of the International
18th Annual International Meeting of the
Society for Quality of Life
International Society for Pharmacoeconomics
Miami, Florida, USA
And Outcomes Research
www.isoqol.org
New Orleans, LA, USA www.ispor.org
20-23 oktober 2013 35th Annual Meeting of the Society for
23-24 mei 213
Medical Decision Making
5de Lolahesg
Baltimore MD, USA
Nunspeet, Nederland
www.smdm.org
contact opnemen met het secretariaat van Medische Besliskunde. Secretariaat T: 071 526 1529 F: 071 526 6838 E:
[email protected] Redactie Monique Baas-Thijssen
www.gezondheidseconomie.org 4-8 november 2013
[email protected]
th
31 mei 2013
15 World Congress of Psycho-Oncology and
Symposium International Society for Quality
Psychosocial Academy (IPOS)
Correspondentieadres
of Life Research (ISOQOL-NL)
Rotterdam, Nederland
LUMC
Utrecht, Nederland
www.nvpo.nnl
Medische Besliskunde
www.gezondheidstoestand.nl
J10-S 8-11 december 2013
15-19 juni 2013
25th Annual National Forum on Quality
10th Annual Meeting Health Technoglogy
Improvement in Healthcare
Assessment International
Orlando, USA
Seoul, Zuid-Korea
www.ihi.org
www.htai2013.org 5-8 januari 2014 16-18 juni 2013
1st Congress of Society of Medical Decision
7th International Shared Decision Making
Making – Asia
Conference
Singapore
Lima, Peru
www.smdm.org
www.isdm.org
Postbus 9600 2300 RC Leiden Bezoekadres Albinusdreef 2 Leiden J10, kamer 81 Internet
www.lumc.nl/ medischebesliskunde
19
Vrienden van vrienden DOOR WILBERT VAN DEN HOUT Als je wint heb je vrienden. Rijen dik, virtuele vrienden. Hoe meer vrienden hoe beter, want wie vrienden heeft is populair. En het is belangrijk om daarbij gunstig af te steken ten opzichte van anderen om ons heen. Alleen, gemiddeld hebben we helaas minder vrienden dan onze vrienden.
Gemiddeld, maar niet iedereen Dat we gemiddeld minder vrienden hebben dan onze vrienden,
Gemiddeld minder vrienden dan onze vrienden
betekent natuurlijk niet dat iederéén minder vrienden heeft dan z’n
Deze stelling staat bekend als de vriendschapsparadox (S. Feld,
vrienden. Minstens één persoon moet immers de meeste vrienden
1991). Beschouw een groep van N personen en laat de matrix V
hebben.
weergeven of er tussen personen wel of geen onderlinge vriendschap is:
En het betekent ook niet dat altijd de meeste mensen minder vrienden hebben dan hun vrienden. Neem bijvoorbeeld een groepje
1 als i en j vrienden zijn, Vij 0 als i en j geen vrienden zijn.
van N (≥5) personen, waarvan iedereen bevriend is behalve personen A en B. Die twee personen A en B hebben dan minder vrienden dan
Vriendschappen zijn wederzijds (Vij = Vji) en vriendschap met jezelf
hun vrienden, maar alle andere N-2 personen hebben juist meer
telt even niet mee (Vii = 0). Het aantal eigen vrienden van persoon i
vrienden dan hun vrienden gemiddeld.
is dan gelijk aan
ni Vij . j
20
De vrienden van persoon i hebben ook vrienden. Het gemiddelde aantal vrienden van de vrienden is
mi
1 ni
V n . ij
j
j
Maar gemiddeld genomen hebben we dus wel degelijk minder
En het gemiddelde aantal vrienden van vrienden is minsten zo groot
vrienden dan onze vrienden. En dat effect wordt sterker naarmate
als het gemiddelde aantal eigen vrienden:
het aantal vrienden meer variabel is (waardoor de termen (ni – nj)2 in
1 N
1 N
de berekening groter worden). In een samenleving waarin het aantal
m
i
vrienden dat iemand heeft best wisselend is, hebben we dus
i
nj
V
ij
i
j
ni
nj n 1 Vij i N i j i ni n j 2 ni n j 1 Vij 2 N i j i ni n j 2 Vij N i j i
1 N
gemiddeld genomen flink wat minder vrienden dan onze vrienden.
n
i
i
Waarnemingsparadox De vriendschapsparadox is een voorbeeld van een waarnemingsparadox, waarbij de waarde van een observatie samenhangt met de kans op die observatie: mensen met veel vrienden hebben een grotere kans om ook onze vriend te zijn. Ongemerkt hebben we hier continu mee te maken. Wat geldt voor vrienden geldt net zo voor partners: onze partners hebben gemiddeld meer partners gehad dan wijzelf. De klas van onze kinderen is gemiddeld groter dan de
Dat onze vrienden gemiddeld meer vrienden hebben dan wij komt
gemiddelde klasgrootte, omdat grote klassen vaker een kind van ons
niet doordat wij zelf bovengemiddeld asociaal zijn, maar doordat
bevatten. En de NS berekent de gemiddelde vertraging niet per
onze vrienden bovengemiddeld sociaal zijn: iemand met veel
treinreiziger maar per trein, want treinen met meer vertraging
vrienden heeft namelijk een grotere kans om ook onze vriend te zijn.
hebben gemiddeld meer treinreizigers.