Het Menko-van Damhuis: bouwen bewoning 1914-1940 T. Hammer-Stroeve
1
Inleiding
Een felle brand legt in mei 1914 het huis Noorderhagen 2, bewoond door een Enschedese textielfabrikant, in de as. Gelukkig komen alle gezinsleden met de schrik vrij, maar van de inboedel wordt nauwelijks iets van waarde gered. De huisheer weet onmiddellijk wat hem te doen staat en zonder aarzelen begint hij aan de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe, moderne en grotere woning, een stadsvilla, te ontwerpen door een eigentijdse architect. Zijn keuze valt op K. P.C. de Bazel, in die jaren een vooraanstaand Nederlands bouwmeester. Twee jaren nadien zal hij zijn eigengebouwde huis betrekken, het Menko van Damhuis, zoals het heden ten dage wordt genoemd. Deze villa staat er nog, op de hoek van de Tromplaan en de Stadsmatenstraat. Het exterieur kwam onbescha-
Afb. 1. Exterieur van het Menko-van Damhuis (1962), vanuit het oosten gezien. HAMMER·STROEVE HET MENKOVAN DAMHU I S
119
digd door de oorlog '40-'45 en werd nauwelijks verminkt door latere aanen verbouwingen.! Het huis ontleent zijn naam aan de eerste bewoners, de joodse textiel fabrikantenfamilie Menko-van Dam. 2 Een louter kunsthistorische kijk op het huis, dat wil zeggen vanuit de gezichtshoek van De Bazel en in vergelijking met zijn andere werk in Enschede, zou nuttig zijn.3 Maar misschien is h et ook interessant nader in te gaan op de zienswijze van de bouwheer, Sigmond Nathan Menko NJzn.4 In dit artikel wordt voor de laatste benadering gekozen. Tijdens het volgen van de samenwerking van S. N. Menko en zijn vrouw Emma van Dam met bouwmeester De Bazel zullen een aantal punten worden belicht: Het Enschedese textielfabrikantenmilieu, waartoe het echtpaar behoort; de opdrachtgevers; het programma van eisen; de ontwerp- en bouw fase en de actieve medewerking van Emma aan de totstandkoming en inrichting van het huis. Tenslotte zal kort worden ingegaan op de bewoning en het onderhoud van de stadsvilla van het gezin Menko-van Dam.
2 Het Enschedese fabrikantenmilieu twintigste eeuw
III
het eerste kwart van de
Omstreeks 1900 is het textielcentrum Enschede nog altijd een kleine stad ver verwijderd van westelijk Nederland, achter de Ijssel gelegen in h et dun bevolkte en nauwelijks ontgonnen Twente. In deze uithoek wordt het een aantal fabriqueurs van protestantse afkomst, die zich hier in de zevent iende en achttiende eeuw hebben gevestigd, mogelijk gemaakt zich te ontwikkelen tot grootondernemer in de textielindustrie. Zij behoren tot een klein aantal families, onderverdeeld in vele hoofd- en zijtakken en door onderlinge huwelijken aan elkaar verwant. 5 Hun groepscharisma is groot. Deze groep van fabrikanten zal zich in de tweede helft van de negentiende eeuw distantiëren van andere ondernemers, die ook willen profiteren van de mogelijkheden van Twente op textielgebied. Een groot deel van deze nieuwkomers (ongeacht plaats van herkomst ofreligie) zal door de van oudsher in Enschede gevestigde textielondernemers als buitenstaander worden beschouwd en als zodanig worden behandeld. 6 De protestantse fabrikant als individu zal geneigd zijn alleen datgene uit de door de nieuwkomers aangedragen informatie te selecteren, wat met zijn reeds bestaande opvattingen niet in botsing komt. Hij zal ook geneigd zijn afwijkende, dissonante informatie te minimaliseren of naast zich neer te leggen. 7 De twee tendenzen versterken elkaar. Ze bewerkstelligen de afsluiting van de gevestigde groep ter bescherming van de eigen levensstijl, die dan als traditioneel zal worden ervaren . Ik be120
THB
33(!993)
perk mij hier tot deze schetsmatige verklaring. De afgeschermde levenswijze van de Enschedese protestantse textielfabrikanten moet voorlopig nog als werkhypothese dienst doen B Onder 'nieuwe' ondernemers moeten ook joodse fabrikanten gerekend worden, waarvan de voorouders zich in het begin van de negentiende eeuw in Enschede hebben gevestigd. Als welvarend geworden handelaren stichtten zij textielafvalverwerkende (familie)bedrijven, waarna enkele van hun zonen zouden uitgroeien tot grootfabrikant in textiel. Sigmond N . Menko NJzn. is een van hen. De Vries 9 geeft aan hoeveel initiatief, en niet aflatend doorzettingsvermogen er voor nodig moet zijn geweest om het zover te brengen. Hetzij door aangeboren intellectuele gaven, hetzij onder in zekere zin stimulerende discriminatie of door een combinatie daarvan lukt dat. Vooroordelen blijven bestaan; in de negentiende eeuwen ook later nemen de joden ondanks of dankzij hun ondernemerskundigheid een "only semi-integrated"IO plaats in onder de Twentse en Noord-Brabantse textielfabrikanten, meent De Vries. Antisemitisme en perfecte harmonie tussen joodse en niet-joodse ondernemers moeten als onterechte uitersten worden verworpen. Een negatief reagerende omgeving vraagt van de joodse entrepreneur (onafhankelijk van de aard en grootte van zijn bedrijf) een onconventionele, steeds naar vern ieuwing zoekende wijze van bedrijfsvoering, welke he m in de voorhoede van zijn bedrijfstak zal plaatsen. Al met al heeft de joodse ondernemer de behoefte iets te bereiken, een "need for achieveme nt ", II ni et alleen in h et zakelijke, maar ook in het persoonlijk leven, stelt De Vries. Dat zal zeker ook voor de kleinere groep van joodse industriëlen in Enschede heb b en gegolden, die zich naast de reeds gevestigde grote groep van niet-joodse textielfabrikanten manifesteert . Op zakelijk vlak nopen ontwikkelingen in de arbeiderssector aan het einde van d e negenti end e en het begin twintigste eeuw tot samenwerking van vrijwel alle Enschedese textielondernemers. In 1888 sluiten zij zich aaneen in de Fabrikantenvereniging ter voorkoming van werkstakingen (FVE).12 Toenadering op het sociale vlak blijkt dan nog lang niet in het zicht . 13 De protestantse fabrikantenfamilies onderhouden naast de gezins- en familiebanden in de desbetreffende tak van de grootfamilie met dwingende regelmaat structurele dwarsverbanden, die mede de samenhang van de groep waarborgen. Daartoe behoren de jongensclubs en de meisjeskransen, die, eenmaal samengesteld, voor het hele leven vrijwel onveranderd standhouden. Ook de Groote Sociëteit van Enschede, 14 de informele ontmoetingsplek voor fabrikanten, moet als belangrijk netwerk genoemd worden. Onderling huwen is tot in dejaren twintig gebruikelijk. Daarbij ervaart deze fabrikantengroep als geheel van oudsher een diepe betrokkenheid bij het omringende Twentse land, 15 die tot uiting komt in HAMMER-s-mOEVE HET MENKO-VAN DAMHUIS
121
grootgrondbezit, in de belangstelling voor het commerciëel gebruik daarvan en in hun voorliefde voor het buiten zijn en ook buiten wonen. Dejoodse fabrikanten hebben met de niet-joodse collegae alleen gemeen de hechte familiebanden in eigen gezin en eigen familietak. Hun huwelijkspartners zijn meestal niet-Enschedese, dikwijls Duitse vrouwen. 16 Zij missen de sociale dwarsnetwerken en ook bestaat er geen joodse tegenhanger van de Groote Sociëteit. Zakelijke gedachtenuitwisseling vindt plaats onder firmanten onderling op het bedrijf zelf, op huiselijke familiebijeenkomsten (de vrijdagavondbijeenkomsten ) of voor of na de vergaderingen van de FVE. Ongetwijfeld heeft de oudere generatie van joodse ondernemers over zaken gesproken "gewoon, op straat" na de religieuze verplichtingen van de zaterdagochtend. De joodse ondernemers concentreren hun activiteiten in de stad 17 en als vrij recent aangekomen inwoners van Enschede ontbreekt hun ook de band met het omringende land. Het buiten 'de Helmer' onder Usselo, door NathanJ. Menko aangekocht ten behoeve van zichzelf en zijn vier zoons en hun gezinnen moet toch meer als een aangenaam oord van wekelijkse verpozing dan als een uiting van bovengenoemde landelijke betrokkenheid worden beschouwd. De sociale contacten van de joodse textielfamilies lopen dus in de eerste plaats langs de eigen familielijn, die verbreding toelaat bij belangrijke of feestelijke gebeurtenissen. De gezinnen van NathanJ. Menko en zijn vier zonen, "N.J.'s" in eigen spraakgebruik, staan op de bovenste sport van de joodse maatschappelijke ladder van Enschede, 18 waarbinnen Sig zich nogmaals weet te profileren als steun voor en voorman van zijn collega's. De familietak van Salomon Jacob Menko, oudere broer van Nathan en vader van negen kinderen, de "S.J.'s", neemt de tweede plaats in, aangevuld met enkele andere families. Een derde groep wordt gevormd door ondernemers aan de periferie van de joodse fabrikantenkring in Enschede. Gezien door het oog van een lid van de familie Nathan Menko worden dezelfde drie categoriëen van sociaal contact onderscheiden: a) de dagelijkse en wekelijkse omgang van de N.J's in enge zin; b) familiegebeurtenissen en vriendschappelijke bijeenkomsten voor leden van de beide Menko-takken en/ofmet leden van enkele andere fabrikantenfamilies zoals de families Rozendaal en Van Gelderen en tenslotte c) bijzondere aangelegenheden, waarbij meer joodse textielfamilies kunnen worden uitgenodigd. Of die uitnodigingen ook altijd worden aangenomen, is vers twee. Samenvattend mag worden gesteld, dat de joodse textielfabrikantenkring van Enschede vergeleken met zijn niet-joodse tegenhanger een veel minder hechte sociale samenhang lijkt te hebben gekend. Maar is ook naar eenheid gezocht? Een S.J. registreert tot in de jaren '20 een duidelijk gehandhaafde hiërarchische opbouw van de joodse sector van En122
THB 33(1993)
schede. De S.J.'s treffen de N.J.'s slechts bij hoogtijdagen. Sociale omgang vinden zij vooral in de eigen tak op de wekelijkse vrijdagavondbijeenkomsten, diners, verjaardagen en visites. De S.J.-gezinnen leggen de nadruk op een nauw gezinsverband, aangevuld met een enkel contact daarbuiten zoals logerende 'familie van familie' of sociaal bridgen. Een N.J. beklemtoont het sociaal 'self supporting' zijn van de eigen tak. In de jaren dertig begint de rigiditeit van de sociale tweedeling af te nemen. Na 1929 worden langzamerhand de meer belangrijke joodse textielondernemers geaccepteerd als lid van de Groote Sociëteit. Sig Menko hoort daar als eerste bij. Jongere generaties van joodse en niet-joodse afkomst ontmoeten elkaar steeds vaker op het sportveld. Schoolvriendschappen tussen joodse en niet-joodse kinderen houden ook stand in het latere leven. Het begrip 'zuil' ter verklaring van de tweedeling is hier niet op zijn plaats. Alle Enschedese fabrikanten behoren tot de liberaal/vrijzinnige zuil ongeacht hun religieuze achtergrond. De veel gehoorde 'vanzelfsprekendheid' van de gescheiden circuits wordt door de betrokkenen dikwijls vergoeilijkt of als normaal geaccepteerd door die te koppelen aan de verzuiling van Nederland. Zij zien de tweedeling dan in het licht van de maatschappelijke scheidslijnen, die door toenemende verzuiling van de jaren '20 en '30 werden getrokken . 19 Naast de afzijdige ligging van de stad en het afgebakende sociale circuit legt de dwingende gender-factor nog een derde beperking op aan vrouwen uit het Enschedese fabrikantenmilieu. Wanneer de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in het maatschappelijke leven ter sprake komt, wordt bij voorkeur het Engelse 'gender' gebruikt inplaats van de Nederlandse termen sexe of geslacht. Getrouwde vrouwen worden in die jaren geacht haar man te ondersteunen door zich te wijden aan produktieve en reproduktieve taken binnen het gezin. Dat geldt ook voor fabrikantenvrouwen, hun plaats is thuis. Aan de echtgenotes van joodse ondernemers, die als jonge vrouwen van elders de vormende Enschedese textielachtergrond missen, ontbreekt bekendheid met déze, aan het Twentse land gebonden textielindustrie. Zij staan daarom afstandelijker tegenover het werk van hun mannen in de fabriek dan de protestantse fabrikantenvrouwen. De laatsten zijn immers opgegroeid in en om Enschede en van kindsbeen af met de textielnijverheid vertrouwd. Zij zijn ook op passieve wijze financiëel betrokken bij de textielonderneming van vader of echtgenoot. De taak en belangstelling van dejoodse fabrikantenvrouw daarentegen zal zich geheel en al richten op aktiviteiten in en rondom haar huis in de stad. Onder deze omstandigheden begint het echtpaar Menko-van Dam in 1914 aan de bouw van een nieuwe woning. HAMMER-STROEVE HET MENKO-VAN DAMHUIS
123
.3
De principalen en hun bouwmeester
Sigmond Nathan Menko NJzn. (1877-1962) is dederde zoon van Nathan Jacob Menko (1839-1921) , grondlegger van de firma N.]. Menko. Hij wordt met zijn twee oudere broersJulius Nathan en Miliam Isidoor plus zijn jongste broer Alfred Henri omstreeks 1900 opgenomen in de directie van het familiebedrijf. 20 Sig toont zich een energieke persoon, een dynamisch en vooruitstrevend ondernemer, zoals ook zijn medefabrikanten hebben erkend. Bij zijn jubileum in 1950 kenschetsen zij Sig als scherpzinnig, militant, scherp, maar altijd hoffelijk, snel in staat tot de kern van een probleem door te dringen en korte, precieze conclusies te formuleren. 21 Zoals eerder gesteld heeft de joodse fabrikantengemeenschap in Sig haar voorman gezien en hem alle steun gegeven. De jongere generatie van joodse ondernemers herinnert zich de duidelijke reverentie van hun ouders ten opzichte van Sig Menko. Ook mededelingen vanuit protestantse fabrikantenkringen wijzen op een zeker ontzag, soms een zekere vrees voor de wijze, waarop Sigmond N. Menko NJzn. beroepshalve weet op te treden. Op grond van bovenstaande karaktereigenschappen mag worden verondersteld' dat de door De Vries genoemde "need for achievement" aan Sig niet vreemd is geweest. Zijnjood-zijn is niet gebaseerd op religieus besef, maar slechts op een zich bewust zijn van het joods culturele erfgoed . Vanuit die gezichtshoek zou hij niet wars zijn geweest van emancipatie en assimilatie. 22 Schöffer stelt, datjodenjuist in de pluriforme, verzuilde Nederlandse samenleving hun niet-religieus, traditioneel gedachtengoed zouden kunnen bewaren. 23 Met een dergelijke opvatting zou Sig het eens kunnen zijn geweest, overigens als een zeer persoonlijk gevoelde behoefte. Hij heeft zich nooit als propagandist van assimilatie opgesteld. Welke opvattingen zijn broers in deze gehuldigd hebben , is mij niet bekend. Binnen de overige families van de joodse fabrikanten kring van Enschede is sprake geweest van een grote verscheidenheid en genuanceerdheid van opvattingen. Zo zouden de S.J's assimilatie nooit overwogen hebben . Als niet-orthodoxe joden zouden zij hunjoods saamhorigheidsgevoel toch zwaar hebben laten wegen. Sig's maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit het vele werk voor het stedelijk leven van Enschede. Hij vervult bestuursfuncties in commissies en stichtingen voor gezondheidszorg, woningbouw en (textiel)technisch onderwijs. Hij is lid van de gemeenteraad beginjaren '30 voor de liberale partij. Verder moeten zijn activiteiten met betrekking tot de bouw van de synagoge worden genoemd. Zijn dochters zien in hem de vrolijke vader aan de piano, die spelletjes met hun doet . Een nicht herinnert zich zijn gevoel voor stijl en decorum. Sig blijkt het allemaal waar te kunnen 124
TH B 33 (1993)
maken door een geordende aanpak van zijn beroepsmatig, maatschappelijk en huiselijk leven; met zijn eigen woorden: "Systeem is alles".24 Sigmond Menko trouwt op 14 september 1909 met Emma Rosa van Dam (1880-1962), geboren in een niet-religieus joods gezin uit het milieu van de Amsterdamse textielgroothandeJ.25 Emma van Dam deelt het liberale gedachtengoed van haar man. Een Amsterdamse vriendin wekt haar belangstelling voor de theosofie. De theosofie kan worden omschreven als een synthese van godsdiensten of als een godsdienstige leer, die zich beroept op een hoger weten over God. Dit weten wordt bereikt door natuurlijke bezinning en vooral door bovennatuurlijke verlichting. De theosofie heeft iets gemeen met de mystiek in zover ook zij de nadruk legt op innerlijke beleving. Emma voelt zich enigszins aangetrokken tot deze mystieke component. Ook het mystieke Oosten fascineert haar. Zij toont interesse in de uiterlijke aspecten van oosterse culturen. Zij mag daarom graag reizen naar niet-Europese landen. Voor deze Emma van Dam blijkt het essentiëel bij tijd en wijle de aan haar sexe opgelegde verplichtingen en de geografische en sociale beperkingen van het Enschedese leven te ontlopen: "Tante Emmy zei, Enschede is best, als je er maar uit kunt". Begin mei 1914 brandt het huis Noorderhagen 2 af. Deze gebeurtenis betekent een keerpunt voor het echtpaar Menko-van Dam. Na de eerste schok te boven te zijn gekomen, blijkt Sigmond Menko het vrijwel radicaal verlies van hebben en houden niet als een ramp te ervaren , bijna het tegendeel! Sig heeft namelijk vanaf het begin van zijn huwelijk gespeeld met de gedachte aan een door hem zelf te bouwen vrijstaande, architectonisch opmerkelijke, maar tegelijkertijd modern geoutilleerde stadswoning. Vanaf zijn huwelijksreis loopt hij dan ook met een speciaal notitieboekje op zak om bruikbare snufjes op bouw- en binnenhuisgebied, die hij en Emma op reizen in het buitenland tegenkomen te noteren. Zoals gezegd wordt Sig's leven bepaald door het directeurschap van de firma N.]. Menko en zijn vele maatschappelijke verplichtingen. Zijn huis-in-de-maak zal in het openbaar tot uitdrukking moeten brengen, wat hij op 37 -jarige leeftijd heeft bereikt; een afspiegeling van zijn professionele en persoonlijke status in de textielstad Enschede. Reeds veertien dagen na de brand benadert hij K. P.C. de Bazel (1869-1923) te Bussum. 26 Sig zou een aantal motieven voor de keuze van deze architect gehad kunnen hebben. In de eerste plaats is daar de grote bewondering voor de eigentijdsheid van het werk van De Bazel. Het echtpaar moet op de hoogte zijn geweest van zijn faam als één van de belangrijke architecten in die jaren. 27 Ten tweede heeft Sig kennelijk afstand genomen van het werk van de in eclectische stijl bouwende plaatselijke architect G. Beltman. 28 In de neo-bouwstijlen van de negentiende eeuw staat de term HAMMER-S"rROEVE
HET MENKO-VAN DAMHUIS
125
eclecticisme voor een samenhangend bouwkundig geheel van herkenbare vormelementen en technieken uit vroeger tijden en uit verschillende regio's . Beltman weet charmante keuzes te maken, maar Sig heeft duidelijk iets heel anders voor ogen. Verder staat het goede voorbeeld naast de deur, namelijk het eveneens door De Bazel ontworpen en in 1912/1913 verbouwde 'Stokhorst' van de vooraanstaande niet-joodse Enschedese fabrikant, Gerhard Jannink, directeur van fa. Gerhard Jannink & Zonen. Tenslotte vraagt Sig een totaalplan. De Bazel staat immers niet alleen als bouwer bekend, maar ook als kunstenaar en ambachtelijk vakman. Daar bij de brand nauwelijks huisraad is gered, hoopt Sig met een opdracht aan De Bazel op één bouw- en interieurconcept. Dat zou een tweede reden kunnen zijn, waarom hij afziet van Beltman. Sig zal er namelijk wél een punt van maken de Enschedese middenstand bij de daadwerkelijke bouw te betrekken. 29 Ook gezien in ruimer sociaal perspectief lijkt het een goede keuze. Met een De Bazel-ontwerp zal hij zijn maatschappelijke positie in Enschede, bereikt in het fabrikantenmilieu als geheel en in eigen kring in het bijzonder, beklemtonen. En hij zal zich onderscheiden zonder uit de toon te vallen (essentiële voorwaarde voor assimilatie). Emma ondersteunt de beslissing van haar man van harte.
4
Ontwerp
De Menko-van Dam's hebben nooit getornd aan De Bazel's kunstzinnige normen en opvattingen. Zij accepteren zijn vormgeving en bouwkundige oplossingen, waarbij Sig's aandacht zal uitgaan naar de representativiteit, monumentaliteit en functionaliteit van het ontwerp. De bouw wordt een zaak van Sig en Emma samen. Op uitdrukkelijk verzoek van de architect presenteren zij een gedetailleerd programma van eisen, dat al doende wordt aangevuld. Het doelmatig functioneren van het nieuwe huis is belangrijk. Hun wensen hebben betrekking op het aantal en de grootte van de kamers, kastruimte, meubilair, centale verwarming en -stofafzuiging, warm water en sanitaire voorzieningen op alle verdiepingen, verlichting en belsysteem, etenslift en was-stortkoker tot en met tuinaanleg en hekwerk . Om de schetsontwerpen goed te kunnen beoordelen, bekijken zij samen eerder werk van De Bazel. 30 Zij wikken en wegen in overleg met de architect over bouwmaterialen, houtsoorten en textiel. Sig onderhoudt vooral schriftelijk contact met zijn bouwmeester, leveranciers en uitvoerder. Zijn vrouw heeft ook mondelinge contacten met Bussum en bemoeit zich naderhand in woord en geschrift met ambachtslieden en kunstenaars, die de ontwerpen van De Bazel zullen uitvoeren. Haar grote verering voor De Bazel en zijn, mede op theosofische opvat126
THB 33(1993)
Afb. 2. Doorsnede van hel Menko- van Damhuis
tingen gebaseerde werk zal ongetwijfeld haar eigen belangstelling voor de theosofie hebben aangewakkerd. Wellicht kreeg De Bazel er in d eze principaal een toegewijd toehoorster bij. Hoe dan ook, in d e loop van d e samenwerking groeit een meer vriendschappelijke relatie tussen architect en opdrachtgevers. De verandering blijkt uit de toon en ondertekening van hun brieven. Die wisselt van de gebruikelijke beleefd e hoogach ting in "gaarne uw dw Menko" met soms een geestig onderschrift: "Ik hoop, dat het jaar 1915 u en uw familie gezondheid moge brengen , ons allen spoedig vrede en mij een huis". 31 Na h et vergeven van de opdracht in mei 1914 dreigt de Eerste Wereldoorlog roet in het eten gooien. Echter niet voor Sig; in september uit hij zijn ongeduld. Het plannen maken moet vooral voortgang vinden, opdat de aanbesteding meteen na de oorlog kan plaatshebben of als die langer mocht duren: "indien ons land van oorlog bevrijd blijft".32 En plannen worden er gemaakt! De Bazel presenteert meer dan twintig voorstudies, die met letters worden aangeduid . ·Wanneer hij met de W bijna het einde van het alphabet heeft bereikt, meldt Sig, dat hij en zijn vrouw "weer eenstemmig" zijn teruggekeerd naar "onze eerste liefde, nl. plan B". Toch vraagt Sig bezorgd, of "de ingang wel monumentaal genoeg wordt in verhouding tot de andere afmetingen van het huis". 33 Het definitieve ontwerp komt voor het einde van 1914 gereed en Sig is er bijzond er mee ingenomen , omdat: ".. .werkelijk al onze wenschen daarin zijn bevredigd ". Emma verwoordt het anderhalf jaar later nog aldus: "Er is geloof HAMMER·ST RO EV E HET MENKO-VAN DAMHUIS
127
-<~.Oa
k. 1. 2. 3,7. 4. 5,6. 8. 9. 10. 11.
-
-
-
kasten werk kast kolen wc's kleine garderobe loggia's toilet etensliftj e vuile was/stort koker overdekte ruimte
Afb. 3. Schets van de begane grond van het Menko-van Damhuis.
ik nog geen dag voorbij gegaan, dat we niet met 'n gevoel van grote dankbaarheid tegenover u over ons huis spreken". 34 Twee schetsbladen, voorzien van een summiere maataanduiding geven een doorsnede (blad 1, kopie van een detail van d e bestekteke ning van het bureau D e Bazel) en de plattegrond van de begane grond (blad 2) . De schuine afsnijding aan de oostzijde is ontstaan door grondgebrek, de b elendende kavel bleek niet te koop.
128
THB 33(1993)
Aan de buitenzijde wordt monumentaliteit bereikt door de drie verdiepingen tellende villa te plaatsen op een onderbouw, waarin de kelderruimtes zijn ondergebracht, de kamers op de begane grond schijnbaar te verhogen en de tweede verdieping, waarboven nog een vliering, te vangen in één hoge kap, gedekt met leien (zie doorsnede). De breedte wordt geleed door portieken, balkons en halfronde erkers. Ondanks decoratieve versieringen in het metselwerk van Utrechtse klinkers en de hardstenen pilaren onder de balkons maakt de villa een sobere indruk. 35 Functionaliteit komt ondermeer tot uiting in de fietsenkelder, die ook via een buitentrap met fietsgoot bereikbaar is en de balkons. Sig en zijn vrouw blijven huiverig voor brand en staan op altijd toegankelijke vluchtwegen. Dan is er nog de in origineel grauw okergeel geschilderde kofferzolder, een grote, inpandige ruimte op de tweede verdieping, die curieus genoeg ongeschonden alle wisselende bewoners heeft overleefd. Een noodzakelijk kwaad zo'n kofferbergplaats, want reizen in die jaren betekent uitgebreide bagage voor verscheidene personen voor een lange tijd. De vele hutkoffers en valiezen moeten uit het zicht kunnen worden opgeborgen. In het middelpunt van de woning, op de kruising van de assen entree/huiskamer en hal/eetkamer gaat alle aandacht naar de monumentale trap, die met twee kwart-draaien naar de eerste verdieping leidt. De trap, dwars op laatstgenoemde as geplaatst, levert met de vrijwel lege hal een fraai ruimtelijk beeld op. Over de plaatsing van de trap hebben de echtelieden verschillend gedacht. Sig's droom van een louter decoratieve ruimte zonder dagelijkse functie anders dan het bieden van perspectief wint het al in het begin van de ontwerpfase van de meer praktische instelling van zijn vrouw: "Haar idee van de trap buiten de hal heeft mijne vrouw opgegeven". 3 6 Een vergelijking met trapopgangen van de buitenverblijven 'Zonnebeek' (Beltman, 1906) en 'Stokhorst' (De Bazel, 1912/13) illustreert het bijzondere effect, dat in de stadswoning van de Menko-van Dam's is bereikt. De opdrachtgeefster van de eerste villa, Edwina van Heek-Burr Ewing stelde zich een ontwerp voor, dat haar zou doen denken aan de 'mansions' uit haar geboorteland, het Zuiden van de V. S. Een fraaie trap in een ruim trappenhuis, waarlangs de gastvrouw elegant afdaalde, hoorde bij dat beeld. Een dergelijk trappenhuis, waarin opgenomen een bovengalerij en brede trap is er inderdaad gekomen. Maar het effect gaat helaas teloor, omdat de trap beneden als het ware stokt tegen de gesloten glasdeuren van een ruimte, die in eerste instantie als entree én eetkamer zou fungeren. Het schijnt, dat Edwina van Heek zich haar leven lang heeft geërgerd aan deze vrij ongelukkige bouwkundige oplossing. De ruim bemeten trap van het 'Stokhorst' is geplaatst in het linker gedeelte van het huis (gezien vanaf de straatzijde). Hij dient hoofdzakelijk als verHAMMER-STROEVE HET MENKO-VAN DAMHUIS
129
Afb. 4. De hal en trapopgang van het Menko- van Damhuis met doorkijk naar de eetkamer
(J 962). H et kleine tapijt rechts is nog een ontwerp van K. P. C. de Bazel. I n de T weede W ereldoorlog is een groot deel van het meubilair en de stoffering verdwenen.
binding tussen de b egane grond en de eerste verdieping. D e hoofdingang aan de ac hterka nt geeft toegang tot een entree en grote h al m et breed uitzicht op d e tuin. Deze h al fungeerde als familieruimte, en werd d agelijks als on tm oet ings- en praatplek benut. D e trapopgan g van het Menko van Damhuis, hoewel verhoudingsgewijs vrij klein , koppelt op fraaie wijze functionaliteit aan monumentaliteit; een ce ntraal gelegen, tweemaal gedraaide verbi ndingsweg van boven naar beneden mondt door uitloop in de lege h al ruimte uit in een aangenaam rustpunt. "Dat was hun trots , dat trap pen huis ", zegt hun dochte r.
5
Bouw
Alvorens m e t de bouw van zijn langverbeide huis te kunnen beginnen dient Sig eerst nog moeilijkheden m et d e Enschedese Dienst G e meentewe rken te overwinnen en een aann emer te vinden . Directeur van G emeentewerken A. H. Op ten Noort en bouwm eester D e Bazel (met Sig waarschijnlijk knarsetandend op de achtergrond) voeren binnen zeer korte tijd een stekelige correspondentie over h e t al dan ni et verstrekken van h et totale bestek. D e directeur meent met d e invulling van de door zijn eigen di enst verstrekte formuli e ren e n d e aanvullende tekst op de
130
THB 33(1993)
bestektekeningen onvoldoende informati e tot zijn beschikking te heb ben. H et loopt hoog op. Sig schijnt zich op dat moment zelf met d e burgemeester te hebben verstaan. Hoe het ook zij, in de vergade ring van het College van B. en W. van 14 juni 1915 wordt gunstig over de bouwvergunning beslist zonder d a t alsnog bestekken moeten worden overgelegd. 37 Zonder twijfel voelde D e Bazel zich in zijn eer als zorgvuldig ontwerper aangetast en beschouwde Sig Menko d e bouw van zijn toekomstig huis als zijn privézaak. Alleen strikt noodzakelijke gegevens waren geboden en die wa ren al duidelijk in d e formulieren en op de tekeningen te vinden. Bouwmees ter en bouwheer h ebben als aann em er he t bouwbedrijf Gebroeders Hartmann in ged achten gehad. H a rtmann h ee ft tot kennelijke tevredenheid van D e Bazel even tevo ren h et werk aan het 'S tokhorst' b eë indigd en is du s bekend m e t diens stijl en werkwijze. Hartmann's inschrijving wordt echte r verhinderd door ee n bouwverbod , d at hem door zijn katholieke aannemersbond 38 wordt opgelegd. Sig schrijft D e Bazel zonder op d e aard van het conflict in te gaan, dat Hartmann hem pe rsoonlijk zijn afzegging beri chtte. 39 H et is spijtig, m aar zij zullen m et ee n a nde re aann em er in zee m oeten gaan. Pra ktisch één jaar n a d e bra nd , bij aanbestedin g op 3 mei 1915 wordt he t werk gegund aan de eveneens Enschedese firma G. D e rksen. 40 D e bouw start zonder uitstel en ve rl oopt voorspoedig. Oudste dochter H edda, dan vijfj aar oud , m ag al op 26 juni 1915 de ee rste steen leggen. In november 191 5 kan Sig zijn vrouw melden , dat de betimmeringen aan lamb ri zerin gen en pl afonds goed opschieten. Toch neemt ee n en a nder meer tijd dan verwacht, omdat ee n deel van d e uit het buitenla nd te importe ren bouwmaterialen en houtsoorten no g ni et zijn aan gekomen . H et is opmerkelijk, hoe weinig de oorlogsomsta ndigh ed en h et werk ve rd er b eïnvloed en. Maar de stucadoors zullen in d ecember klaa r zijn m et hun werk is hem ve rzekerd. 4 1 Si g's ongeduld is duid elijk. In de loop van 1916 kan het gezin Menko-van D am het dan nog ni et hele maal in gerichte huis aan het einde van de toenmalige R embrandtlaan b etrekke n.
6
Lokatie
Sig M enko heeft d eze bouwplek waarschijnlijk van m eet a f aan in het hoofd gehad. Hij ziet zijn huis verrijzen aan de uiterste westkant van de villawijk ' Stadsrnaten' in h et westelijke d eel van d e in 1907 goedgekeurde stadsuitbreiding van Enschede (afb. 5).42 Door overname van een kavel van broer Miliam zal zijn bouwgrond m e t de tuin en achterzijde komen te grenzen aan het bezit van zijn oudste broe r Julius , die aan de reed5 HAMM ER·ST ROEVE HET MENKOVAN DAMHUIS
131
Afb. 5. Schets van de gemeente Enschede in 1930.
bestaande Parkweg woont. De andere broers zullen volgen. De MenkoEdersheim's en de Menko-Warendorf's vestigen zich enige jaren later eveneens in de 'Stadsmaten'. Verscheidene niet-joodse fabrikanten zijn Sig voorgegaan in de trend wonen en werken van elkaar te scheiden. De grote, maar oncomfortabele fabrikantenstadshuizen evenals de te kleine bedrijfspanden binnen de voormalige gracht en wallen 43 (ge- of herbouwd na de brand van 1862) krijgen aan het eind van de negentiende eeuw geleidelijk aan een andere bestemming. De fabrikant bouwt zich een woning in de nieuwe buitenwijken, hetzij in de prestigieuze 'Stadsmaten' hetzij minder nadrukkelijk, op het 'Lasonder'. Moderne fabriekscomplexen, waaronder uitbreiding van de N.]. Menko-onderneming met de spinnerij Roombeek en de weverij aan de Roomweg zullen 132
THB 33 (1993 )
vooral verrijzen ten Noorden, Oosten en Zuiden van de oude stadskern van Enschede. De scheiding wonen/werken neemt Sig strikt in acht. Zijn huis is een privé-aangelegenheid. Hij houdt thuis geen kantoor. Hij ontvangt thuis in tegenstelling tot andere joodse en niet-joodse fabrikanten geen zakenrelaties, noch uit de textielsfeer noch uit nevenfuncties.
7
Inrichting
Momumentaliteit en functionaliteit zijn ook terug te vinden in het interieur. De kamers en gebruiksruimtes op de begane grond zijn met kostbare materialen afgewerkt: verschillende hardhouten (lambrizeringen, plafonds en vloeren), damast (muren) , glas-in-Iood (eetkamerdeuren, ramen), marmer (muren en vloeren) en grote, eveneens door De Bazel ontworpen tapijten. De kleurstellingen onderstrepen de werking van de natuurlijke materialen. De Bazel houdt de huiskamer in bruin, beige en lila, de hal in tinten rood. 44 De aankleding van het huis wordt eenvoudiger op de bovenverdiepingen, waar gebruik is gemaakt van behang en stuc- en schilderwerk. Kundig en verfijnd vakmanschap is overal zichtbaar. Een mooi voorbeeld van het samengaan van de twee basisbegrippen toont het stoelontwerp van De Bazel. Hij ontwerpt naast fauteuils, vaste banken, opbergmeubelen ook één lichte, gemakkelijk verplaatsbare gebruiksstoel voor het hele huis . Voor plaatsing in de salon/huiskamer wordt deze stoel dan ook nog meer gedetailleerd en in drie verschillende zithoogtes vervaardigd. Niet iedereen is even lang immers! Het gebruik bepaalt de uitvoering: in mahonie voor de benedenkamers en ouderslaapkamer, in noten- en eikenhout voor de logeerkamers en in kleur gelakt beuken voor kind er- en dienstbodenkamers. Met uitzondering van de eetkamermeubels en een klok uit het verbrande huis moet verder alles nieuw worden aangeschaft. Deze inrichting van het huis en de begeleiding van de inrichters lijkt praktisch geheel en al voor rekening van Emma te zijn gekomen. Enkele nog bewaard gebleven brieven en nota's wijzen daarop. Zij verstaat zich met de architect en de ambachtslieden, die zijn ontwerpen uitvoeren en met leveranciers en kunstenaars (bijvoorbeeld de zilversmeden P. Regenspurg, Enschede en later F. Zwo Ilo, Den Haag, die het sier- en gebruikszilver vervaardigen).45 Ook regelt zij de eindeloze aankopen bij Enschedese leveranciers. Van punaises en schroeven tot de scheerstoel en de schoentabouretten, de Gebroeders Platvoet weten het te leveren. En dan de lange lijst van de firmaJT. Töniës, waar Emma alle huishoudelijke artikelen aanschaft HAMMER· STROEVE HET MENKO·YAN DAMHUIS
133
van "1 wit zand-zeep-soda-rek" via stoffer-en-blik naar weckringen. Zij houdt eveneens toezicht op de plaatsing. De stijl van de Bazel moet ook na al deze eigen aanschaffingen onaangetast blijven. De goedkeuring van de architect is het echtpaar Menko-van Dam veel waard. Bij de plaatsing van een haard vraagt Sig advies, want het zou hem "onaangenaam" zijn, "indien dergelijke dingen in mijn huis kwamen, welke naar uw oordeel niet met de omgeving in overeenstemming zijn".46 Niets wordt ooit aan de door De Bazel voorgeschreven inrichting veranderd. Emma gaat zelfs zo ver andere, niet-De Bazel-interieurs af te keuren. In 1922 , wanneer zij worstelt met noodzakelijke veranderingen in de inrichting van de herenkamer, schrijft zij hem: "Helpt u me gauw van deze nachtmerrie verlost te worden", en sluit een eigenhandig getekende nieuwe opstelling van meubels bij.47
8
Bewoning
De ouders en de drie dochters bewonen de begane grond en de eerste verdieping, waar ook de kinderjuffrouw haar kamer heeft. In de dienstbodenkamers op de tweede verdieping slapen de drie inwonende dienstmeisjes. Chauffeur en tuinman zijn uitwonend. De kinderen spelen in de aan de tuin grenzende kinderkamer en schommelen op het zoldergedeelte als ze nog klein zijn. Het zieken kamertje wordt tijdens de schoolgaandejaren als studeerkamer benut. D e villa functioneert zoals gezegd uitsluitend als privé-woning. Het dagelijkse leven speelt zich hier af. Wie he bben deel aan dat dagelijkse leven? Buiten kindere n uit de buurt voor spel op straat vinden de drie dochters in de neefjes en nichtjes van dezelfde tak speelkameraadjes en vriendinnen van gelijke leeftijd. Emma onderhoudt een hechte vriendinnen relatie met twee schoonzusters en de echtgenote van de textielfabrikant L. Ph van Gelderen. Vier cultureel gelijkgestemde, op het 'Westen' gerichte vrouwen, uit Amsterdam en Den Haag afkomstig. Sig Menko zelf schijnt weinig persoonlijke vriendschappen buiten zijn eigen familie te hebben gekend. Zijn broers zijn zijn vrienden. De vrijdagavondbijeenkomst van alle N.J.'s met hun vrouwen, kinderen en later aangetrouwde kinderen vormt een wekelijks terugkerende sociale gebeurtenis. De broers nemen bij toerbeurt het gastheerschap waar, maar Sig bepaalt het decorum; voor de dames geen eenvoudige wollen jurkjes: "we hadden vrijdagavondjaponnen". Het gezin Menko-van Dam ontvangt regelmatig logé's. Emma's ouders en haar Amsterdamse vriendinnen komen dikwijls naar Enschede. Een enkele keer De Bazel met zijn dochter zoals reeds vermeld en een kort bezoek van minister M.W. F. Treub,48 dat nog duidelijk in de herinnering
134
TH 1\ :J:l( 1993)
leeft. Al met al schijnt het echtpaar Sig Menko weinig gasten buiten de geijkte joodse kringen en de eigen famili e te hebben ontvangen. Ook in huis geeft Sig de toon aan: "Mijn vader speeld e duidelijk een hoofdrol in huis", hetgee n een strak tijdschema voor de dagindeling met zich mee brengt. De uitvoering van dat tijdschema met de bijbehorende organisatie van het huishoudelijk werk van de drie dienstboden li gt uiteraard in handen van zijn vrouw. Het organisatietalent van Emma, zo duidelijk gedemonstreerd tijdens de bouw van haar huis, spreekt ook uit de regeling van haar huishouden. Door de taken van de dienstboden op schrift te stellen, geeft Emma exact aan met welke regelmaat en op welke tijden wat moet gebeuren. 49 Elke we rkdag kwart over zeven beginnen de werkzaamheden . Het keukenmeisje (eerste meisj e) is op zaterdag vrijgesteld van huishoudelijk werk. Emma zo u dan met haar de komende week hebben kunnen doorspreken, m enu's bepalen, inkopen voorstellen en de provisiekelder nakijke n. Hui shoudens van grote fabrikanten families zijn arbeidsintensief. Het huishouden van d e famili e Sig Menko maakt daarop geen uitzondering. H et schoonhouden van de villa vergt tijd mede door al het gedetailleerde houtwerk , gestoffeerde meubel e n, tapijten, marmer en tegels, panel en va n geslepen glas en het vele glas- in-lood ook met modern e hulpmiddelen als aansluitingen op de centrale stofafzuiging en warm water op all e verdiepingen. De kl ed ing van d e drie dochters vraagt veel was-en strijkwe rk en d e logé's vragen extra zorg en inspanning. Emm a's huishouden loopt op rolletjes. Even efficiënt weet zij klein e en grote fam iliegebe urtenissen te regelen van de gebruikelijke vrijdagavondbij ee nkomst van de N .].'s tot speciale diners, verjaardagen, verlovingen of bruiloften. H eel bijzonder moete n de feest elijke vieringen geweest zijn van de tachtigste verjaardag van NathanJacob Menko en de koperen bruiloft van het echtpaar Menko-van Dam zelf. Haar dochter herinnert zich een soort draaiboek voor het person eel ten di e nste van ontvangsten voor een groot aantal gasten. Mantels en hoeden worden aangenomen en de gasten b egeven zich naar de salon, waar een welkomstaperitief wordt geserveerd. Ondertussen staan achter de gesloten deuren van de eetkamer drie lange, speciaal voor dat doel vervaardigde tafels klaar, fraai gedekt met h e t beste linn en en h e t grote servies. Twee daarvan zullen worden uitgesc hoven in d e hal na aankomst van alle gasten in de salon. De lege ruimte van all edag ondergaat een metamorfose. Door de hal toe te voegen aan de eetkamer achter de geopende deuren wordt een verrassende, langgerekte eetzaal gecreëerd onder de boog van de trap door (gerasterd gedeelte, blad 2).
HAMMER -ST ROEVE
HET MENKO-VAN DAM H U IS
135
9
Conclusie
Zeventigjaar geleden, in 1923 stierfK. P.e. de Bazel, vooraanstaand Nederlands bouwmeester tijdens het begin van de twintigste eeuw. Hij heeft in Twente opmerkelijk werk nagelaten, te weten de herbouw van de buitenplaats 'het Stokhorst' tussen Enschede en Lonneker en het Menko van Damhuis, zoals het pand sinds 1962 genoemd wordt. Van zijn hand zijn ook de eerste schetsontwerpen voor een andere villa en de synagoge te Enschede. De architect moet in Sigmond N. Menko NJz . en zijn vrouw Emma van Dam inspirerende opdrachtgevers hebben gevonden. Principalen, die de brand van hun vorig huis niet als een ramp, maar als een nieuw begin hebben opgevat. Zij staan open voor een eigentijds concept van wonen . De artistieke opvattingen van De Bazel lijken nooit te zijn betwist. Het echtpaar heeft grote bewondering voor zijn totaalbeeld van binnen- en buitenvormgeving. Voor Sig Menko moet h et huis een openbare bevestiging van zijn in de Enschedese textielsamenleving bereikte positie hebben betekend. Hij heeft de bouwmeester meer dan voldoende financiële armslag gegeven, zodat op kostbaar materiaal en goed handwerk niet is bespaard. Waarschijnlijk heeft Emma zich door het contact met De Bazel meer in de theosofie verdiept en daardoor zijn op theosofisch gedachtengoed gebaseerde vormgeving kunnen waarderen en aanmoedigen. Tegelijkertijd bieden de contacten met de architect, de toeleveringsbedrijven en enkele kunstenaars een verfrissende doorbreking van haar drievoudig vernauwde Enschedese leven. "De gelukkigste tijd van haar leven", weet haar dochter. Met de bouw wordt in 1915 begonnen , wanneer de oorlogsdreiging in neutraliteit is overgegaan. In 1916 al verhuizen de Menko-van Dam's naar hun nieuwe woning. De stadsvilla heeft aan alle wensen van het echtpaar voldaan. Het huis is niet veel groter dan andere fabrikantenhuizen in de villawijk 'Stadsmaten', maar toont status door het voor Enschede sober moderne, representatieve exterieur. Het kostbaar betimmerde en bespannen interieur maakt indruk door de eenheid met het fraai gedetailleerde meubilair. De perspectief van de hal en eetkamer met de halverwege geplaatste trap biedt een maximum aan ruimtelijk effect op kleine schaal. Het levendigsociaal verkeerin huize Menko-van Dam heeft zich in dejaren 1914-1940 afgespeeld in een volkomen joods milieu, met nadruk op vriendschappelijke omgang met leden van de eigen familietak. Vergeleken met hun niet-joodse collega's lijken dejoodse textielondernemers een veel minder aaneengesloten sociaal blok te hebben gevormd. Niet-joodse Enschedese fabrikanten hebben vóór (en ook na) 1940 Sig Menko's villa nooit betreden, nooit van binnen gezien. De tweedeling van dejoodse en niet-joodse textielfabrikantencircuits in Enschede heeft lang stand gehouden. 136
Tl-lil 33(1993)
Sigmond Nathan Menko NJzn. en Emma Rosa Menko-van Dam hebben met uitzondering van de Tweede Wereldoorlog tot hun dood in 1962 met veel genoegen in hun door K. P.e. de Bazel gebouwde stadsvilla gewoond. 50
Noten
2
:1
4 :i
6
8
9 10 11 12
13
Als bronnen dienen in d~ eerste pl aa ts inte rvi ews met j oodse en ni e t-joodse fa brikante n en hun echtgenotes en docht ers, di e ik vanaf deze plaats hanelijk da nk voo r het in mij gestelde ve rtrouwen. Bijzond e re da nk ben ik versc huldi gd aa n ee n doc hter van het ec htpaa r M enko-va n Dam , die m e in zage hee ft gegeve n in brie\'e n van haa r ouders, reke ninge n, foto's en aa nwij zingen voo r het pe rso neel (aa nduidin g Ar M ). In de tweede plaat s he t ArchiefDe Bazel, berustend bij het Nederlands Architectuurinstituut te Rotte rdam (ArOB ) e n het G emee nt ea rchi efvan En schede (GAE). Informatie met betrekking tot de late re verbouwingen heb ik gekregen va n de huidi ge eige naa r, de ve rze kerin gs maatschappij AMEV/A rd a nta NV, die het huis recentelijk van binnen e n van buit en , waa r mogelijk , pië te itsvol hee ft ge renovee rd. Ik ben d e hee r KJ. R . Bloemhof zee r e rkentelijk. De gezinnen va n de vier zonen va n Nathan J. M enko, oprichter va n de firma Na th an J. M enko wo rd en onderscheiden va n elkaar door de naam \'an hun echt genotes: de fa mili es \lIenko H"rt oge nsis ( H a nogensis is later offi cieclt oegevoegd aan de naam va n de ouds te zoon), Menko-Edersheim , M en ko-\'a n D a m en M en ko-WarendorL A.W. Reinink, K. P. C. de Bazel, Architect ( Leide n 1965) 133. Rc inink bespree kt kurt het ' Stokhorst' va n de fa milie Gcrha rdJannink. H et hui s van S. N. M e nko NJzn. , de niet d oo r D e Bazel zelf\'oltooide villa van de M enko-Edc rsheim 's en de synagoge te Enschede wo rden slechts ge noem d. Een archi tectuur- hi storische vergel ijkin g va n d e Jannink- en M enkovilla's met bijbehorende tuinen ontbreekt. De ,,"nduiding Menko-\'a n Damhui s raakt in gebru ik na 1962, wannee r het pa nd voor het joods bejaardenhui s wo rdt beste lll ci. 'S ig ' o f 'S ig Menko' noemt hij zichzelf; als 'S ig Menko' staa t hij bekend . F. va n Heek, SttJ:~ll/g el/ dalil/,~ op de maatschappelijke ladder( L e iden 1945) 200-201. Als belan grijkste fabrik a nt en fam ili es van pro testa ntse a fk o ill st aan het begin \'a n de Tweede Wereld oo rl og worden genoemd de Blijd enstein s, de Van H eeks, deJanninks, de l el' Kuil e·s. cic Ledeboers en de Sehaltens. N. Elias, ' Een theoretisch essay O\'C r ge\'esti gden en buitenstaanders' in: Norben Elia s en J o hn L. Scotson, De gevestigden el/ de buitenstaal/ders (Utrec ht/Antwerpen 198 1) 7-46. L. Festingel', A Theary oJ Cognitive DiJSo nance (Stanford , Californi a 1957). Nadere onderbo uwin g van de verkl a ring voor het naa r binnen ger ichte soc iale leve n van de Ensch edese protesta ntse tex ticlfa brikamen ter besc hermin g va n eige n waa rden , normen en tradities zal aansluiten bij ve rder o nderzoek. Daarbij zal de inbreng ,'a n fabrikantenvrouwen bij de beste ndigin g va n deze afgeslotenheid ( het club/ kra nssystee m, he t cu lti ve ren van de fa mili e ba nde n) Illoeten wo rd en be tro kken. Voor ee n dergel ijke onde rbouwing zouden in ee rste in stanti e de theoriën van de soc ioloog Eli as en de psyc holoog Festinge l' kunn en di enen , die. hoewel res pectievelijk in 1965 en 1957 gepubli ceerd, nog steed s bruikbaar wo rden geacht. RW. de Vries, From Pedlars to T extite Barons (Amsterdam 1989) 136-1 59. Idem , 147. Idem , 148. Frans van Waa rde n, H et geheim va n T wente (A me rsfoo rt 1987) 45. De Fa brikanten Vere niging ter voorkom in g va n werkstakinge n (FVE) wo rdt opge ri cht a ls defen sief appa raat tegen de o pkom end e mondi g heid van dl' Ensched ese textielarbeide rs. De lïrm a N.J. M e nko bezit in 1903 twee, in 1932 acht stemmen in dl' FVE. Benno van D elden , Enschede en de H ooge H eeren Deel II (E nschede 199 1) 44. Van Delden mengt waa rheid m et fanta sie in zijn dikwijl s hil arische vertelsels en familieherinneringen.
H AMMER-STROEV I':
HET ME N KO -VAN DAMH U I S
137
14 15 16 17 18 19 20
So ms ka n ee n ern stige o ndertoon worden beluisterd . "Vrouleu en 110onde r, die kreejt en M enko's dee fabrikaanl wi lt word en, mot i'j rap ' n hals umd reej en", zo u d e vade r van zij n grootvader in 1896 in zijn d agboek hebben geschreven . Z elfs a ls de uitspraak met ee n korreltj e zout moet worden ge no men , blijft de boodschap duidelijk . Aan vro uwen , die hun stem ve rheffen én aan buitenstaand ers (Menko's, die texti elonderneme r tracht en te worden) heeft de geves tigd e En sc hedese textielfabrikant geen boodscha p. LA. Stroink, Slad en land van T w enle (Enschede 1980) 386/ P 1810 [I. Benno va n Delden , Enschede, de Hooge H eeren en 'I Sociëteil (H engelo 1990) 36-37. A. Blonk, l-àbrieken en menselz en , (En schede 1929) 176-179. Bibliotheca Rose nlh ali a na Am ste rd a m . Collecti e Fa mili earchieven, ve rzameiin gCo rwin , map A. Registe r van de fa milict a kken M enko, a fsta mm end va n J acob [zaak (1798-1869). Blonk, a w. 136. Frans va n Waarden e.a. Fabriekslevens (Zu tphen 1987) 88-89. Siep Stu u rman, Verzuiling, kapilalisme en patriarchaal (N ij m egen 1983) 60. De Vries, aw. 207 -2 08. M et de aa nkoop van ee n stoomweverij (in 188 1) streeft Nath an zij n oudere broe r en vroege re pa rt ne r Salo m o nJ acob voo rbij . De tex ti elond ern emin g va n NathanJacob M enko wordt in de volgende j a ren geleidelijk aa n ve rgroot doo r aa nko pen va n ve rve rij en , spinnerije n en ee n drukke rij ; d e fabriekspa nde n staan even buit en het ce ntrum va n En sc hede (Brink straa t/Vee nstraat en Zu iderhage n/Schoo lstraat). D e laatste uitbreid in g hee ft pl aats in 19 12 met de bou w va n een spinn erij e n weve rij ten Noo rden va n de stad . De leid in g va n de firm a li gt, zoals oo k gebruikelijk in de prOtes ta nt se fabrika nt enkrin gen in ha nd en va n vader en zoo ns. M a rkt verkennin g en ve rkoop behoo rd e waa rschijnlijk tot het ta kenpa kket va n Si g M e nko. De spinn erij ' R oo mbee k' wo rdt al s a pa rte N. V. onder Jirecteursc ha p va n H . H ed em a n (aan de N .j.'s ge pa rentee rd) in het M enkoconce rn opge no me n . Ot: d irecti e hee ft tot aan de verwoes tin ge n va n de t\\'ecclc we reldoor·
21 22
23 24
25 26 27
28
29 30 31
138
log ka ntoor ge houde n aa n d e Z uide rh agen . De Vries co nsta tee rt ee n snell e g roe i van hel conce rn M enko in d e j a ren 1878- 19 15 uit de toe nam e va n ka pit aal, cl e voortdurende stijgin g van de ve rkoo p en gro te win sten (ond ank s de fabri eksbra nd in 1909) . Cede nkboek s.N. M enko NJ z n. Eer! halve eeuw lexliel (En sc hede 1950). J ose ph Mi chm a nn , 'The im pac t o f Ge rm a nJ ew ish M od crni zati on on Dutch J ew ry' in : j.Kat z ed. , T owards M odem ization (New York 1987) 17 5. C. Rey nders, Van ' j ood,-e Naliëll " lIaar J oodse Nederlallders (Am ste rd am 1969) 9 en 117. I. Schö ffer, 'The J ews in Ih e Nethe rl a nd s: the pos ilion o f a min orit y throu gh threc ce ntu ries' in: Sludia R osell ihaliana , XV 1, m a rch 198 1. ArM , bri ef S M enko aa n zij n vrou w (24 -/1-191 5). Hij besc hrijft een soc iale ge beu rte ni s en de sta nd van za ken bij het in aa nbo uw zijnde hui s: " Zi ehi er een kort ve rslag va n alles, mogelij k catego ri sc h bewe rkt , sys tee m is alles". De Vri es, aw. 20 7. H aar o uders, het echtpaa r Va n Da m- va n Buuren hebben bela nge n in de firm a De Vri es van Buure n, groo ta fn emer van de produ cte n van N.J M enko en Zn. ArOB, m a p d 78, kaa rtje S. M enko aa n De Bazel, 15-5- /9 14. Reinink , aw. 145. JJ Poortma n, " K . P.C.de Bazel, A rchi tect en Th eosoof" in : 7ïIflJJoJia 47 (juli/a ug 1966). De Baze l basee rt zij n vo rm gev in g o p vas te ve rh oudin ge n e n zijn orn amenti ek o p m oti even uit d e Euro pese en O osterse kun st, zoda ni g ve rwe rk t, da t de oorspronkelijke vorm ni el m ee r herkenbaar is en (vol ge ns zijn theoso fi sche o pva ttingen ) met ve ronacht zaming va n ve rsc hill en in plaats en tijd. Daa rbij pro pagee rt hij ee n teru gkee r naa r oude ambachtelijke traditi es. JW. van Beu se kom , Verandering vall stad ell/alld (Publi ca ti e bij tent oo nstellin g in Rijk smu seum Twent e) (En sch ede 1990) Rout e I, 2 En schede; Ro ut e 2 Born e. G. Beltm a n heeft onderm eer stad sv ill a's ontwo rpen in En schede (wo nin g Juliu s Scholte n, 1907 enJE. B1ij denstein 's 'Grote Schuur', 19 10) en in Born e (voor de fa milie Spa nj aa rd ). [n 19 11 nee mt A. Beltman het burea u (en de hi sto ri se rende stijl ) va n zijn vader ove r. ArOB, map d 78, bri ef S. M enko aa n De Bazel, 14-/ 2- 19 15. ArOB, m a p d 78, bri ef S. M enko aa n De Bazel, zo me r 19 14. Sig uil bewo nd erin g voor dc trap in het hui s va n de da m es C. j. e n J Pabst te Lare n ( 19 11 ). ArOB, map d 78 , bri even S. en E. M enko aan De Bazel, 3 1-1 2-1914, aug. 1916,26 -9-1922 .
Ti-lil :n( 199:l )
32 33 34 35 36 37 38
39 40
41 42 43 44
45
46 47 48
49 50
De vri e nd schappelijke relati e resu lt eert in een opdracht voor d e bouw van d e ni e uwe sy na goge (brief E. Menko, augustus 1916). ArOB, m a p d 78 , brief S. Menko aa n De Bazel, 4-9-1914. Idem, 23-11-1914. ArOB, bri ef S Menko, 31-12-1914 e n bri ef E. Menko aa n D e Bazel, augustus 1916. GAE , Bouw ve rgunningenbestand 1862-1920, map Tromplaan 52, bouwaanvraag 24-4-1915. ArOB, m a p d 78, S. Menko aan D e Bazel, 15-7-1914. GAE, Bouwve rgunningenbestand 1862-1 920, map Tromplaan 52. Correspondentie De Bazel-Op ten Noort, 11 mei tfm 8 juni 1915 als inleg in d e bouwaa nvraag 24-4-1915. Mondelinge inform a tie FG.M. Hartmann te Enschede, maart 1993. Zijn vad e r W. Hartmann , firmant va n het bouwbedrijf Gebroede rs Hartmann, was lid va n de Katholi e ke Aannemers e n Patroonsbond. Over het co nlli c t is hem ni e ts bekend. ArOB, S M e nko aan D e Bazel, 24-4-1915. ArOB, map d 324. De firma G. Oerkse n te Enschede verkrijgt het werk voor 1 34.600,00 (inbegrepen het werk van va kli eden als lood giete rs en steen houwers). Het glas- en schild e rwe rk buiten he t bestek va n de hoofdaann em e r va lt toe aan de firm a P.A. N ij gh te Ensc hed e voor d e so mm a van 13.7 71 ,50. ArM , b ri ef Sig aa n zijn vrouw, 24 -11-1915. Stroink, a.w. 579fU 1907 IV. Is. van Dam, D e brand van Enschede in 1750 en de toenmalige bewollers (Enschede 1931 ). ArM, Willem Witsen aan S. e n E. M e nko, 11-4-1917. Wit se n schilderde een bloe m stilleven m et azalea's, dat paste bij hc t rod e kleurschema. H et schilderstuk hing boven dc haard in d c hal. ArM , Bri eve n aan E. Menko-va n D a m van: De Bazel , 2-8-1916; C. Oosschot , direc teur We rkpl aatse n d e Ploeg, 16-6- 19 16; m e morandum F. ZwoIl o (Atelier voor art istieke m e taalbewerking), o ngedatee rd ; twee not a's van M. Verwey ( Inri c htin g voo r Ol1l\Verpen, leekenen e n uit voe re n van borduur- e n weefwerken), januari 1916 (E mm a betaalt per pOSlw isse l, 17- 1-19 16). ArOB, map d 79 , Finn a JA. H arm e n Zo ne n ( M agazij n e n sm ede rij van H aarden, Kaghels en Fornuizen), 10-8-1916. ArOB, map d 78 , brief S. M e nko aa n D e Bazel , 31-8-1916. ArOB, map d 78, brief E. Menko aa n D e Ba ze l, 26-9-1922. Or. M.W. F. Treub (1858-1931), po liti cu s e n eco noom , was pl eitbezo rger voor coöperatie en een be te re positie van de arbeider in het productieproces; tegelijkertijd was hij tege nstande r van d e soc iaal-democra ti e e n in het bijzonder de d e nkbeelden van Marx. Tijde ns de jare n 191 3- 19 18 maakte hij deel uit van he t extra-pa rlementaire kabinet Cort van d e r Linden als mini ste r va n Landbouw, Handel en Nijverheid en als min iste r va n Finan cië n. Herinneringe n aa n zijn aanwezigheid in huize Sig Menko date ren uit d e jaren twinti g. De reden van zij 11 bezoek aa n Enschede is o nbekend , maar wordt vaag in verband geb racht met de Vrijheid sbond. ArM , werkomschrijvin gen (ongedateerd), o pges teld door Emma Menko-van Dam voor ke uken meisje of eerste meisj e, tweede en d e rde meisje. Bij de opheffin g va n het oud e rlijk huis hebben de dochters een groot d eel va n het door D e Ba ze l ont worpen m eub il air geschonken aan het St edelijk Museum te Am ste rdam (caLI B, m s. 2200 t/ m 22 17).
HAMMER-STROEVE
HET :vIE N KO -VAN DAM H UIS
139