Het Luciwher paradigma Wat mensen denken en doen
De gevangene van Tellurië “Een vitale zestiger. Zo omschrijf je hem waarschijnlijk het beste. Kalend was hij allerminst en in zijn gezicht stonden nauwelijks groeven. Een man met een rijzige gestalte, wat je pas merkte als je naast hem stond. Van een afstand zou je hem door zijn Bourgondische afmetingen juist ietwat gedrongen noemen. Ik leerde hem kennen toen ik naast hem ging zitten op een bank na mijn rondjes in het park - hij ontspannen leunend in de ene hoek en ik in de andere. We zijn in wezen nooit meer opgestaan en hebben
daar
een
eeuwigheid
met
elkaar
gesproken.
Zijn
eerste
opmerking hield kritiek in op de obsessie van mijn generatie met gezondheid en bewegen. Ik zei wijzend op zijn gestalte dat hij daar zelf ook baat bij kon hebben, maar dat stak hem niet. “Oh, ik heb veel gesport. Wat je die jongens ‘s zomers op televisie ziet fietsen, heb ik ook gedaan. Met bepakking en veel langzamer weliswaar.” Hij zei het zonder die toon die oude mensen hebben als ze over vroeger praten. “Aan mijn sporten heb ik eigenlijk alleen maar blessures overgehouden. Een kapotte enkel door tennis. Een kapotte wervel door worstelen. En uiteindelijk kon ik geen tien minuten meer op een fietszadel zitten.” Hij vond het eerder grappig dan frustrerend - die indruk wekte hij. “Na mijn veertigste was ik wel klaar met sporten en heb ik ruim twintig jaar verder aan mijn figuur gewerkt.” We schoten allebei in de lach, toen hij met beide handpalmen open nu zelf zijn gestalte benadrukte - als een Christusfiguur die de Boeddha presenteert. Nee, eigenlijk zijn we nooit meer van dat bankje in het park opgestaan. Wat verderop in het gesprek vertelde hij mij een kleine anekdote. “Het park is in al die jaren nauwelijks veranderd. En ik hou van de rivier. Ik heb nog een oude acht millimeter film waarop ik als peuter stukjes brood naar de eendjes gooi,” hij wees naar een plek verderop aan het water, “terwijl mijn moeder mij angstvallig vasthoudt. Ik gooide die stukjes brood met zo’n kracht, dat ik mijzelf er achteraan had gegooid als ze mij niet in mijn kraag had gegrepen. Ik denk dat mijn vader het fragment heeft gefilmd. Die was ‘s middags meestal vrij wanneer hij ‘s avonds een concert had.” Hij pauzeerde even om naar twee agenten te paard te kijken. “Denk het je eens in. Een jong gezin, alle idealen nog intact, ultra gelukkig omdat ze na een dochter nu ook een zoon hadden - het geluk gloeide zichtbaar op het gezicht van mijn moeder. De verwachting van de
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
1
ontwikkelde film in de brievenbus als verbeelding van de hoop die zij voor hun leven hadden." Hij bleef stil en had een flauwe glimlach rond zijn mond en neusvleugels. Zijn blik stond op oneindig alsof hij daar zijn vader en moeder zag. Een intrigerende man op vrijdagmiddag op een bankje in het park. Je weet niet wat je krijgt wanneer je met hem in gesprek gaat, merkte ik op den duur, zoals een cisterne zijn water onder de oppervlakte heeft en alleen naar behoefte prijsgeeft. Hij vertelde me nog meer privézaken in dat eerste gesprek. Over zijn liefdes en gelukkige momenten. Over zijn kinderen -ook een meisje en een jongen- die hij het belangrijkste op aarde noemde. Ik vroeg hem waarom hij zonder mij te kennen zo openhartig was. “Dat komt omdat ik geen
vijanden
aanspraak
in
heb”,
was
het
eenzaamheid,
onverwachte
zoals
met
antwoord.
veel
oude
Niets
mensen.
over Geen
opmerking over mijn uitnodigende houding - hoor ik vaak. Zijn antwoord was ook een manifest, maar alleen als ik die zou begrijpen. “En omdat ik geen vijanden heb, ken ik je. Of kan je kennen. Ik verleen je toegang en zolang je daar geen misbruik van maakt, verleen ik je steeds meer toegang.” Ging ik door met dit gesprek? Door dichter bij hem te komen, kwam hij immers ook dichter bij mij. “Waarom zou je dat doen, waarom zou je mij kunnen of willen kennen?” Of waarom zou ik dat willen, dacht ik erbij, maar ik zei het niet. Dat had cynischer geklonken dan ik het zou hebben bedoeld. “Ik laat mensen toe om mijn bijdrage te leveren aan een harmonieuze wereld, een wereld waarin we zonder gedoe normaal met elkaar omgaan. Mensen die denken in vijandbeelden zijn angstig -of andersom- en zullen hun bedoelingen proberen te verbergen. Ik verberg niets, vind ik zelf, maar verleen stap voor stap toegang - als mensen zich waardig tonen, hmm, klinkt een beetje oubollig.” Bij de woorden harmonieuze wereld en angst, kreeg ik een rilling en vroeg hem daarom meteen, “U bent toch niet iemand die gesprekjes aanknoopt om mensen te bekeren tot, nou, wat dan ook uw geloof is?” “Nou, ik geloof helemaal niets." Hij zwaaide met zijn hand alsof hij geesten wegjoeg. “Ik geloof zelfs nog minder dan een wetenschapper. Die gelooft immers in de wetenschap,
in
het
feit
dat
de
wetenschap
uiteindelijk
met
de
antwoorden zal komen. Daar geloof ik dus niets van. De mens is te beperkt om alle antwoorden te kunnen vinden, laat staan te begrijpen. Enfin, dat geloof ik. Maar geen religie of zo, geen Christendom of Hindoeïsme of iets anders. Allemaal prachtige vormen van vooruitgang, twee- drieduizend jaar geleden. Hun wijsheden zijn niet vergeeld, maar wel het oude wereldbeeld - de waarden en normen die je bij de oude wijsheid cadeau krijgt.”
2
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
Zoals ik al heb verteld, heb ik Manas bij toeval ontmoet. Wat is toeval. Manas zou zeggen dat het dan gaat om een causale relatie waarvan je de oorzaak niet kent en waarschijnlijk ook niet de gevolgen kunt overzien. Als bij het onzekerheidsprincipe popt iets op in de werkelijkheid, waarvan wij mensen de oorzaak niet kunnen kennen, wat weer niet wil zeggen dat er geen oorzaak of redegeving is. Manas is geen filosoof zegt hij zelf en hij is wars van religie. Hij meent dat religie, maar ook politiek, de mensen aan de leiband houdt - soms met de beste bedoelingen. Dat mensen andere mensen aan de leiband kunnen houden, en dat mensen zich aan de leiband laten houden, is misschien wel de kortste definitie van het Luciwher Paradigma. Maar waarom het Luciwher Paradigma, vroeg ik hem, en niet bijvoorbeeld het Leidinggevend Beginsel of het Onderdrukkend
Principe?
“Omdat
leiding
geven
alleen
in
de
omstandigheid van dit universum leidt tot onderdrukking,” was het antwoord van Manas. Een antwoord waar ik even op heb zitten broeden, omdat hij in feite twee antwoorden gaf - waarvan een op een vraag die ik niet had gesteld. Er is dus kennelijk nog een ander universum. “We zijn hier allemaal de materiële uitdrukking van wat de kern van onszelf is, sommige
mensen
omstandigheid
van
noemen
het
de
gevangenschap.
ziel, We
en
we
zitten,
verkeren
voor
het
in
een
moment,
opgesloten in een fysieke vorm.” Bij een andere gelegenheid legde hij uit dat het woord gevangenschap niet moet worden opgevat als straf. Hij bedoelde niets meer dan dat een mens voor het moment vastzit in materie. “Een mens leert in materie wat hij niet anders dan in materie kan leren. Haal daar niet uit dat je voor dit leven iets fout hebt gedaan. Je kern, je ziel dus, leert altijd en eeuwig. Dat blijft doorgaan nadat je terug naar huis bent.” Manas gebruikte de term 'naar huis' om doodgaan te omschrijven. “Niemand is volmaakt, maar is wel altijd op weg naar perfectie. In de tijdelijkheid leer je wat niet geleerd kan worden in de eeuwigheid.” De onontkoombare vraag die ik Manas toen moest stellen was, “Maar, wordt jouw theorie daarmee dan niet meteen een religie?” “Thomas, luister. Het zijn de religieuzen hier die religie een slechte naam geven. Dat is niet op te lossen door religie om te vormen naar een collectieve of mondiale liefdadigheidsorganisatie - dat gaat niet. Ik noem dat de Vloek van Urbanus, dat wil zeggen dat iets wat au fond scheef zit op geen enkele manier meer valt recht te breien. De God die de religies aanhangen, de consequentie voor het leven van het aanhangen van die God, brengt een hel teweeg - dé hel. De idee van God zoals die nog steeds bestaat, stamt uit het Neolithicum. Hoewel die mens uit de steentijd fysiek, intellectueel en emotioneel, zeer dicht staat bij de huidige mens, stammen de ideeën van de steentijdmens uit een nog veel Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
3
oudere tijd daarvoor. En met oud bedoel ik oud, uit een tijd dat wij nog maar net uit de bomen waren geklommen. Technologisch staat wij universums ver weg van de eerste mens, maar spiritueel -een veel misbruikt woord- zijn we niet veel verder dan preholbewoners. Terecht dat
filosofen
vanaf
zeker
de
Verlichting
de
God
van
de
religies
verwierpen, maar hun oplossing sloeg ook nergens op. De ontkenning van een God is ook een God.” "Dat moet je me uitleggen," vroeg ik op mijn allervriendelijkst - ik was het ook echt. "Dat is vrij eenvoudig. Je kunt namelijk niet ontkennen wat er wel is. Daarmee werd voor atheïsten de ontkenning van God hun afgod. God speelt niet met dobbelstenen, zei Einstein. Ik zeg, God speelt geen verstoppertje - hij is er gewoon, kijk maar om je heen. Alles bestaat toch? Dat moet een oorzaak hebben. Niet een oorzaak zoals de wetenschap die kan achterhalen. De wetenschap weet alleen antwoorden te formuleren op de vragen wat en hoe, maar nooit op waarom. Zo komt het ook dat antwoorden in de wetenschap steeds weer nieuwe vragen opwerpen, om het eerste antwoord nader te preciseren. Alles bestaat en de oorzaak daarvan noem ik de AllerEerste geen Jahweh, God of Allah, want dat zijn te beladen woorden, en ook geen
Brahma,
Vishnu
of
Sjiva,
noch
Krishna.
Ik
noem
hem
de
AllerEerste, omdat ik een mens ben en daardoor behoefte heb aan een personificatie van wat niet anders kan zijn dan een abstractie. Per slot van rekening is in de wiskunde een formule ook niets anders dan de verbeelding van een abstractie. Ik bedoel, hoe stel je je de oorzaak, de redegeving anders voor?" En toen bleef het een moment vrijwel stil. Ver achter ons kon je het verkeer horen rijden op de rondweg, een stuk voor ons op het gras was een paartje neergestreken. Uit hun picknickmand waren ondermeer een fles Champagne en twee glazen tevoorschijn gekomen. Ze klonken de glazen als een belletje voor de volgende ronde. Ze hadden wat te vieren, zoveel was duidelijk. Op de rivier voeren twee binnenvaartschepen elkaar tegemoet en ergens riep een koekoek. Zo'n zomermiddag die niet per sé tot een einde hoeft te komen. "Het is overigens geen theorie of een hypothese die ik naar voren breng," zei Manas terwijl hij ging verzitten. "Als je het overdenkt -zo lang als je nodig hebt- zul je je realiseren dat het zo ís." De prachtige zomermiddag was toch tot een einde gekomen en we hadden onszelf verplaatst naar het terras van het stijlvolle café Parkzicht, favoriet bij Manas. Hij zat daar ‘s winters ook vaak, meldde hij, omdat de terrasverwarming een aangename warmte gaf. Manas was een van de laatste rokers, vandaar. Na de heerlijke middag was de schemering in aantocht, maar nog niet helemaal. Het was dat moment van de avond waarop de intensiteit van het natuurlijk licht even sterk was als die van 4
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
het kunstlicht, terwijl de kleur van het daglicht in balans was met de kleur van het kunstlicht. Het was de tijd van de dag die ik het evenlicht noem. Geen schemering, maar niet lang daarvoor. Het evenlicht proefde als een majeur akkoord - moeilijk uit te leggen, ik heb een milde vorm van synesthesie. De koffie werd op tafel gezet en Manas maakte een kort praatje met de kelner. Daarna nam hij een sipje van zijn dubbele espresso en zei, terwijl hij zijn kopje neerzette, “Ik ga het nog gekker voor je maken. Vanmiddag had ik het over de AllerEerste, die niet God is maar wel de schepper van alles -ik ben overigens geen creationist, eerder
een
evolutionist-,
en
nu
ga
ik
je
vertellen
van
de
drie
fundamentele krachten.” Hij keek met even aan met olijke oogjes. “Als eerste noem ik hier het intellect, het cerebrale. Niet of je intelligent genoeg
bent,
maar
het
vermogen
om
je
met
behulp
van
de
mogelijkheden van je brein je door het leven te slaan - de meest karakteristieke eigenschap van de mens. Naast het cerebrale staat de liefde, de toewijding, de empathie en er zijn nog meer karakteristieken van liefde die de lading ook niet dekken. De liefde is het is het vermogen dat de mens ten diepste ontbeert en waar hij -soms heftig- naar verlangt. De verbindende factor, dus zeg maar tussen hersens en hart, is de derde kracht. Als het over kwantumdynamica zou gaan zou ik het gluon noemen, het deeltje dat ratio en emotio aan elkaar lijmt. Vanuit het perspectief van de ratio lijkt dit gluon op warmte en vanuit de liefde lijkt het op schoonheid, twee interpretaties, maar het is in wezen één kracht.
Ik
noem
het
warme-schoonheid.
Schoonheid
zoals
in
‘de
schoonheid van het bestaan’, schoonheid die verder niets te maken heeft met pracht of met een bepaald idee van esthetiek. Warmte die niet het tegenovergestelde is van koude, maar die het beste kan worden omschreven met, de omarming.” Manas keek me aan, maar ik liet hem begaan, want ik was benieuwd naar wat er verder kwam. “Vergis je niet. Ik ga hiermee niet terug naar de dagen van aarde, water en vuur - en de leegte. Ik heb het grootste respect voor de al eeuwen voort
ploegende
verbranding
en
wetenschappers ander
die
persoonlijk
op
straffe
leed
van
verbanning,
volhielden
dat
de
wetenschappelijke methode de juiste antwoorden oplevert. Ook vandaag zetten mensen hun hele leven in het teken van, en hun carrière op het spel voor dat ene briljante idee. Onderliggend echter en vooral waar het over mensen gaat, bestaat het bestaan uit deze drie elementen - de ratio van het licht, de emotio van de liefde, en de warmte en schoonheid van de omarming.” Ik gaf een knikje om te laten merken dat ik het had begrepen.
Geen
beleefdheidsknikje,
want
ik
vond
zijn
gedachten
interessant. Maar het enthousiasme waarmee Manas vertelde, maakte me gelijk ook wat terughoudend. Enthousiasme is naar mijn idee op zich Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
5
geen argument, maar een manier waarop iets wordt gebracht. Alhoewel ik
Manas
niet
zag
als
een
verkoper,
ook
niet
van
zijn
ideeën.
“Wetenschappers nemen het objectief meetbare als uitgangspunt en de kwantificerende analyse als hun werkwijze. En toch hebben ook zij het ten diepste over de schoonheid van een theorie. Echter nooit over de volledigheid ervan. Volkomenheid is niet haalbaar, omdat de wetenschap de liefde niet als uitgangspunt kent. Dat uitgangspunt is niet bereikbaar, omdat de wereld van de mens de liefde niet kent.” “Ik was anders behoorlijk verliefd op mijn toen aanstaande vrouw en nu zij al jaren mijn vrouw
is hou ik van haar.” Ik wilde het niet laten klinken als
tegenwerping, maar meer als een verkapte vraag om verduidelijking. “Het eerste, Thomas, en dat je weet zelf ook wel, is niet veel meer dan dierlijke aantrekkingskracht en het houden van,” hij pauzeerde als om zijn gedachten te ordenen, “houden van bevat eerder elementen van warmte en de schoonheid van het bestaan, soms ook een eetlepel poging tot empathie, dan dat het waarlijk liefde is. De liefde die wij niet kennen heeft veel meer te maken met rechtvaardigheid en echtheid, dan met de tedere tolerantie binnen je relatie. Binnen je relatie is liefde eerder de opschorting van ongeloof voor een totale vreemde. Liefde kent geen twijfel, terwijl ieders relatie ooit zijn breekpunt heeft gehad of zal hebben. Je zoekt dan de redenen -het cerebrale- om door te gaan of op te breken. De liefde die ik bedoel kan ook meedogenloos zijn in zijn juistheid en echtheid als het los komt te staan van warme-schoonheid. Dat
geldt
ook
voor
het
rationele,
want
in
zijn
resultaatgerichtheid kan het nietsontziend en harteloos
analyse
en
zijn in de
afwezigheid van warme-schoonheid.” “Je zegt dat er in ons bestaan geen liefde is, maar je beschrijft het desondanks - misschien onvolkomen, zoals je zei, maar toch. Hoe kan liefde geen deel zijn van het menselijk leven en toch bestaan?” Ik moet zeggen dat ik de stelling over de liefde die Manas met zoveel stelligheid bracht niet meteen onacceptabel vond. Het was alsof ik mijn telefoon ergens hoorde bellen, terwijl ik niet precies wist waar die lag. Onder een kussen, zo klonk het. “Dat hangt samen met de aard van de mens," verduidelijkte Manas. "De mens is een wezen van licht, van het cerebrale. De mens heeft zich een plaats veroverd in de moordende concurrentie die de strijd om het bestaan is, door zijn hersens te gebruiken. Niet door de liefde te propageren. En toch is het de liefde waar de mens het meest naar verlangt. Ik ga nu een beetje kort door de bocht, maar, de conclusie is onafwendbaar dat de mens ten volle de potentie en de consequentie van zijn eigenheid moet leren doorzien, de consequentie van zijn cerebrale instelling moet leren overzien, in de isolatie van de volheid van het bestaan.” “Ik begrijp bijna wat je zegt,” 6
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
zei ik niet helemaal bezijden de waarheid, “maar een voorbeeld doet wonderen, denk ik.” “Nou, wanneer mensen zich bewust worden van een bepaald probleem, of de bewustwording van een probleem onder het publiek willen verbeteren, dan trekken zij zich doorgaans terug in een groep die aan die bewustwording wil werken. Tijdens de feministische golven trokken vrouwen zich terug in groepen, vrouwengroepen, waarin zij
enerzijds
doorgronden
hun en
levensomstandigheden
anderzijds
als
verenigde
wilden groep
analyseren naar
buiten
en toe
bekendheid wilden geven aan de problemen die zij ervoeren - zij wilden oplossingen aandragen en veranderingen aanbrengen.” Hier pauzeerde hij weer, als om zijn eigen woorden na te proeven. “Iets dergelijks bedoel ik. Je zult je altijd en in alle opzichten eerst op jezelf moeten terugtrekken om je eigen vraagstuk te herkennen. Dat is wat de mensheid gedurende haar hele geschiedenis al doet. In materie in afzondering leven om daarna huiswaarts te gaan met een hoop geleerde bagage. Dat laatste geldt overigens voor iedereen. Van de stratenmaker tot de staatsman - ieder op zijn eigen manier, ieder op de manier die nodig en noodzakelijk was.” "Aha, ik begrijp het," maar een kleine test vond ik wel noodzakelijk. "Dus het universum waar wij zijn is een soort vrouwengroep waar ook mannen toegelaten zijn." "Zeg, pas jij eens op," zei Manas quasi beledigd, "anders voer ik je aan de eendjes. En deze keer is mijn moeder er niet om me in mijn kraag te grijpen." Dat was lachen natuurlijk. Dat doe ik wel vaker, een grapje maken over iets wat ik begrijp - misschien een deel van mijn vraagstuk, zo vroeg ik mij later af. Je moet je dus eerst op jezelf terugtrekken om je bewust te worden van alles in je -je talenten, je behoeften, je tekortkomingen, en nog wel meer-, voordat je naar buiten kunt treden en kunt meedoen in de wereld, kunt meebouwen aan de wereld. "Het naar buiten treden en jezelf aan de wereld geven is minstens zo belangrijk als het je op jezelf terugtrekken," voegde Manas toe. "Veel mensen of groepen mensen blijven vastzitten in de fase van het terugtrekken, omdat dat lekker veilig is, om de enge buitenwereld buiten te sluiten. Vanuit een geïsoleerde positie tegen de buitenwereld schoppen is geen wezenlijke bijdrage aan de wereld. Naar buiten treden is ook iets wat moet worden geleerd." Veel van wat Manas zei was niet echt nieuw voor mij, maar door de manier waarop jij het in een onbekend verband zette, werd alles ineens weer gloednieuw. “Ik snap je associatie van het cerebrale met het licht en de figuur van Lucifer. Met je hersens ergens je licht over laten schijnen, iets aan het licht brengen, Lucifer als brenger van het licht. Lucifer als symbool van de mens.” Ik voelde iets wannen in me, als het kaf en het koren, zoals toen ik ooit voor het eerst hoorde van de kwantumtheorie en de onzekerheidsrelatie van Heisenberg, de kat van Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
7
Schrödinger, en al dat soort dingen. Ik was destijds vooral verbaasd dat Einsteins relativiteitstheorie en de kwantumtheorie niet combineerbaar leken. Iets dergelijks was hier het geval. Manas was een pleitbezorger van de wetenschappelijke methode en noemde het de waarschijnlijk enige manier om feiten, kennis en inzichten op een zo objectief mogelijke manier te achterhalen.
Tegelijk
hield hij mij voor dat onder de
waarneembare werkelijkheid andere principes schuilgingen - licht, liefde en warme-schoonheid-. Hoe konden die twee geheel aparte manieren van
kijken
naar
de
werkelijkheid
toch
in
overeenstemming
zijn?
"Luciwher is het symbool van het menselijke - in alle betekenissen van het woord,” Manas keek mij even veelbetekenend en met een bijna grijns aan, “en inderdaad ook de vertegenwoordiger van de mens, maar nog sterker, de mens als onderdaan van Luciwher.” “Zijn we als zijn onderdanen dan ook zijn gevangenen, zoals je zei?” “Als je je al een gevangene voelt, dan ben je toch vooral een gevangene van jezelf mensen creëren hun eigen hel. De meeste mensen zitten nog vast in het Luciwher paradigma, vaak zonder het te weten.” Op de een of andere manier wist ik bijna zeker dat Manas zou gaan zeggen dat hij zich daar al uit had bevrijd. Dat was mijn kennismaking met Manas Na'ala. Zijn naam staat voorop dit boek om te laten zien dat hij het heeft geschreven, maar in feite heb ik het geschreven. Ik heb het opgeschreven en de woorden zijn van hem. Ik ben als het ware zijn ghostwriter, zonder daar verder geheimzinnig over te doen. Het boek is een poging om het begrip het Luciwher Paradigma zo helder mogelijk uit te leggen. Manas heeft hierover veel gezegd en veel geschreven, maar de omschrijving van wat het Luciwher Paradigma nu precies is, heeft hij verdeeld over zijn boeken. Dat komt, zegt hij, omdat bij elk onderwerp dat hij behandelt steeds weer een ander aspect naar voren komt. In dit boekje zal dat niet anders zijn. Het staat hier wel overzichtelijker en in korter bestek bij elkaar. Ik vind het verbazend hoe Manas het paradigma behandelt, en met name het gebruik van de naam Lucifer - een mening, het oordeel is geheel afwezig. Over niets of niemand wordt een oordeel uitgesproken, zelfs niet over iemand die altijd wordt gezien als het kwaad, de Duivel, de Satan. Althans
in
de
Joods-Christelijk-Islamitische
traditie,
de
Semitische
traditie, wordt die de Satan genoemd, maar het kwaad heeft in elke cultuur zijn eigen naam en verschijningsvorm. In het begin heeft het mij erg veel moeite gekost om het kwaad niet als het kwaad te zien, terwijl het benoemen van het kwaad als het kwaad juist het kwade, en als gevolg daarvan het Luciwher paradigma, in stand houdt. Hoe dat precies zit, hoop ik verderop uit de doeken te doen. 8
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
Welke
impact
een
ontmoeting
met
Manas
heeft,
is
moeilijk
te
beschrijven. Misschien het volgende. Ik merk dat ik bij het woord ontmoeting in de vorige zin het woord toevallige zelf al heb weggelaten. Moet ik dat nu zien als zelfcensuur -vanwege de opmerking die Manas over toeval maakte- of als het gevolg van een heel klein beetje wijzer zijn geworden? In het eerste geval zou ik Manas hebben verheven tot mijn goeroe en dus hebben gehandeld volgens het Luciwher paradigma. In het tweede geval zou het wijsheid kunnen zijn, maar volgens mij alleen wanneer ik daar zonder de suggestie van Manas zelf ook op had kunnen komen. Ik vermoed, want ik onderzoek het continu, dat het terugtrekken op jezelf -om in 'verbeterde versie' naar buiten te kunnen treden- te maken heeft met het vinden van eigen wijsheid. Ook het veel bewuster omgaan met de invloeden die elk mens dagelijks op zich af ziet komen, maakt deel uit van het vinden van eigen wijsheid. Je overal van afsluiten is nooit een optie, maar er bewuster mee omgaan wel. Dat slaat niet
alleen
op
de
woorden
van
Manas,
maar
ook
op
trivia
als
reclame-uitingen. Enfin, de impact van de ontmoeting met Manas, hoe lastig ook te beschrijven, is door deze overwegingen misschien wat duidelijker. Ik houd het er vooralsnog op dat Manas met wat hij zegt een zetje in de richting kan geven, maar dat je zelf bepaalt of het de goede richting is - de juiste richting.
Het Luciwher Paradigma, Manas Na'ala © 2014 - www.manasnaala.net/lucparnl
9