Dordt en de Remonstrantie [1]
Welke mensen verkiest God? Tijdens de Synode van Dordrecht (1618-’19) zijn de volgelingen van Arminius buiten de kerk gezet. Door deze kerkvergadering zijn ook de Dordtse leerregels opgesteld, een weerlegging van de Remonstrantie. Een betreurenswaardige vergissing, of is er meer aan de hand?
H
Ds. A.J. Kunz is hervormd predikant te Katwijk aan Zee.
et lijkt op het eerste gehoor een woordenstrijd: ‘God heeft van eeuwigheid af besloten om degenen die door Zijn genade in Jezus Christus geloven en die in dat geloof en in de gehoorzaamheid ervan tot het einde volharden, tot het eeuwige leven te verkiezen; daarentegen heeft Hij besloten om hen die zich niet bekeren, dat wil zeggen: de ongelovigen voor eeuwig te veroordelen.’ Zo luidt het eerste artikel van de Remonstrantie, die op 14 januari 1610 door Uytenbogaert namens de volgelingen van Arminius voor de Staten van Holland werd geschreven. De kerkelijke reactie kwam negen jaar later, toen de synode van de Gereformeerde Kerk in Dordrecht de predestinatieleer als volgt vaststelde: ‘God heeft van eeuwigheid af besloten om uit het gevallen menselijke geslacht een bepaald aantal mensen te verkiezen, waarbij Hij hen het geloof schenkt. Daarentegen heeft Hij besloten om anderen voorbij te gaan, door hen in hun val te laten en hen niet met het geloof te begiftigen.’ Begin Zoals bekend begon het leergeschil met Jacobus Arminius (1559-1609) en Franciscus Gomarus (15631641). Beiden waren hoogleraar aan de Leidse Hogeschool. In februari 1604 publiceert Arminius stellingen over de predestinatie; later dat jaar
6
de waarheidsvriend
doet Gomarus hetzelfde. Het debat draait om de vraag wat voor mensen het voorwerp van Gods predestinatie zijn. Volgens Arminius verkiest God mensen van wie Hij vooruit heeft gezien dat ze in Hem zullen geloven en verwerpt Hij ongelovigen. Gomarus stelt daartegenover dat God verkiest en verwerpt op grond van zijn welbehagen, afgezien van geloof en ongeloof. Godsbeeld Achter deze theologische discussie zit een verschillend Gods- en mensbeeld. Zonder aan Arminius’ goede bedoelingen tekort te willen doen, moeten we zeggen dat hij aan de wieg staat van een verlicht protestantisme dat nadrukkelijk een eigen positie voor de mens claimt. Het feit dat God van eeuwigheid mensen verkiest en verwerpt, staat ook voor Arminius en zijn volgelingen niet ter discussie. Evenzeer wordt beleden dat het geloof een genadegift van God is. De nadruk ligt echter op de menselijke verantwoordelijkheid. Gods genade is meewerkende genade. Doordat het geloof een voorwaarde voor de
verkiezing is, verkiest de gelovende mens uiteindelijk zichzelf. Bij Gomarus bevinden we ons in een ander geestelijk klimaat. Voor alles wil hij God Gód laten. Daarbij kan hij geen kwaad van God denken – ook niet van Gods soevereine wil. Zonde De notie van Gods soevereiniteit vinden we terug in het eerste hoofdstuk van de Dordtse leerregels. Overigens wordt Gomarus’ standpunt niet zonder meer overgenomen. De leerregels spreken over Gods verkiezing en verwerping van de in zonde gevallen mens. Daarmee kiest Dordt voor het infralapsarisme: de zonde van de mens weegt mee in de besluiten van God. Bij de behandeling van de predestinatieleer is dit zelfs het vertrekpunt. Hoezeer predestinatie ook te maken heeft met Gods eeuwigheid, en daarmee onze menselijke tijd overstijgt, toch beginnen de leerregels niet met Gods eeuwige raad, maar met de situatie waarin de mens zich bevindt: ‘Allen hebben in Adam gezondigd en hebben derhalve de vloek en eeuwige dood verdiend.
Remonstrantie 400 jaar
Het is deze maand precies 400 jaar geleden dat de Remonstrantie verscheen. Op 14 januari 1610 formuleerden 44 hervormde predikanten in Gouda een verzoekschrift in het kader van het toen spelende godsdienstig dispuut over de predestinatieleer en richtten dat aan de Staten van Holland. Het stuk werd opgesteld door hofpredikant Johannes Uytenbogaert en, met enkele kleine wijzigingen, ondertekend door Uytenbogaert en 43 andere aanhangers van de opvattingen van Arminius, die zelf in 1609 al was gestorven. Naast een pleidooi voor tolerantie bevatte de Remonstrantie ook een uiteenzetting van de leer van Arminius. Deze was in vijf punten samengevat. Uiteindelijk werden op de Synode van Dordrecht in 1618-1619 de vijf artikelen van de remonstranten veroordeeld. Deze veroordeling werd vastgelegd in de Dordtse leerregels. Deze gelden heden ten dage nog steeds in de Protestantse Kerk van Nederland, wat het belangrijkste struikelblok voor de toetreding van de Remonstrantse Broederschap tot het fusieproces van deze kerken vormde, het Samen-op-Wegproces dat in 2004 leidde tot Protestantse Kerk. De korte serie ‘Dordt en de Remonstrantie’ verwoordt wat de verschillende hoofdstukken van de Dordtse leerregels belijden en hoe essentieel deze voor de gereformeerde theologie zijn. Vandaag hoofdstuk 1: Van de goddelijke verkiezing en verwerping
7 januari 2010
God zou niemand onrecht gedaan hebben als Hij het hele menselijke geslacht in de zonde en de vervloeking had gelaten.’ In een adem klinkt ook het evangelie: ‘Hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.’ Herkomst De Dordtse leerregels beginnen dus niet met de uitverkiezing, maar met de verkondiging van het Evangelie. Wie deze evangelische inzet veronachtzaamt, maakt al snel een karikatuur van dit belijdenisgeschrift. God laat Zijn evangelie verkondigen om geloof te wekken. Op de achtergrond speelt de opvatting van de remonstranten mee, die stelden dat God gelovigen verkiest en ongelovigen verwerpt. In de leerregels wordt beleden: ‘De toorn van God blijft op hen, die dit evangelie niet geloven. Maar die het aannemen en de Heiland Jezus met een echt en levend geloof aanvaarden, worden door Hem van de toorn van God en van het verderf verlost en ontvangen door Hem het eeuwige leven.’ Hiermee konden de remonstranten, naar hun Remonstrantie, ook instemmen. Vervolgens stelt Dordt echter de vraag naar de herkomst van het geloof. Hoe komt het dat de een gelooft en de ander niet? Uitgerekend die vraag bleef bij Arminius onbeantwoord. De leerregels verwijzen naar Gods besluit als de laatste grond van het geloof. Ongeloof is de schuld van de mens; het geloof is een gave van God. In dit verband brengen de Dordtse leerregels de leer van de uitverkiezing ter sprake, als een belijdenis van de laatste grond van het geloof én van het behoud. Logica Uit het gevallen menselijke geslacht heeft God sommigen uitverkoren, die niet beter dan anderen zijn, terwijl Hij anderen in hun val laat. God verkiest niet uit geloof, maar tot geloof. De grond voor de verkiezing is niet ons geloof, maar de wil van God. De reden van de verwerping blijft de zonde. De redenering
de waarheidsvriend
van de remonstranten klinkt hier logischer: God verkiest gelovigen en Hij verwerpt ongelovigen. Dit kon Dordt echter niet nazeggen, omdat het geloof dan toch iets van een menselijke prestatie krijgt. Op grond van de Bijbel houden de leerregels het bij de ogenschijnlijk onlogische redenering: Gods verkiezing in Christus is genade; de verwerping heeft te maken met onze schuld. Hierbij valt op dat de verwerping pas als keerzijde van de verkiezing aan de orde komt; al is zij wel een besluit van God. Pastoraal De reden dat de remonstranten bezwaar maakten tegen de orthodoxe predestinatieleer was dat die
‘seer outstichtelyck, jae schadelyck’ zou zijn. Om de Remonstrantie te citeren: ‘Derhalven zij deselve de schapen Christi en de Christelicke toehoorderen niet en souden connen als een goede gesonde spyse der zielen voordragen noch leeren, ofte wy moesten anders uyt Godes woort onderricht syn.’ Het gaat dus om de zorg voor de gemeente. Wie de leerregels leest, merkt echter hoe pastoraal het thema van de predestinatie wordt behandeld. God verzekert in dit leven van Zijn verkiezing. Een piëtistisch gekleurde verkiezingsidee waarbij een mens nooit zeker wordt van zijn behoud, is Dordt nog vreemd. Het gaat hen juist om de zekerheid van het geloof. Die staat bij de remonstranten
op losse schroeven, omdat de beslissing valt bij het geloof van de mens. Wie nog niet zeker is van zijn behoud, wordt door de leerregels niet naar Gods eeuwige raad verwezen, maar opnieuw naar de prediking van het Evangelie. De predestinatie blijkt zelfs in het brede kader van het verbond te staan. Gelovige ouders van jonggestorven kinderen – het waren er velen in die tijd! – hoeven niet te twijfelen aan de zaligheid van hun kinderen. Actueel De kernvraag rondom Dordt is de vraag welk gewicht het geloof heeft voor ons behoud. Is ons geloof medebepalend of draait alles om de wil van God? De positie van Armi-
nius en de zijnen is aantrekkelijk. Wanneer we echter op ons geloof worden teruggeworpen, ligt het behoud uiteindelijk in onze handen. Dit heeft de kerk in Dordrecht resoluut van de hand gewezen. Ons behoud hangt af van de wil van God. Dit is geen noodlot; in Dordt konden ze geen kwaad van God denken. Dit lijkt me in theologisch en spiritueel opzicht actueel. De grond voor ons behoud ligt in God, niet in ons geloof. Wie gelooft, die verstaat het: er is niemand die ons liever heeft dan Jezus Christus. De leerregels willen ons oefenen in de lofzang: ‘Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid.’
De vraag rond de Synode van Dordrecht is: welk gewicht heeft het geloof voor ons behoud? Uiteindelijk veroordeelde de synode de vijf artikelen van de remonstranten - een document dat precies 400 jaar geleden verscheen.
A.J. Kunz
7 januari 2010
7
Dordt en de Remonstrantie [2]
Genoeg genade voor iedereen ‘Het is niet eerlijk, waarom de een wel en de ander niet?’ zei ze tijdens een catecheseles. ‘Gaat echt iedereen die niet in de Heere Jezus gelooft verloren?’ Voor het gesprek over dit soort vragen is een theologische bagage nodig.
D Ds. P. Veerman is hervormd predikant te Lopikerkapel.
e Dordtse leerregels geven in hoofdstuk 2 geen direct antwoord op de opmerking van de catechisant. Maar het tweede hoofdstuk van dit belijdenisgeschrift biedt wel het nodige inzicht om met de opmerking om te gaan. Welke bagage levert het voor dergelijke actuele vragen? Welk goud biedt Dordt wanneer Arminius deze dagen wordt neergezet als de tolerante theoloog? Het gevaar is niet denkbeeldig dat het getuigenis van Dordt hiermee onterecht in de hoek van de intolerante dwangbuis wordt gedreven. Laten we luisteren naar wat de leerregels zeggen. Ze kunnen zichzelf verdedigen als wij onze oren spitsen.
Naar aanleiding van 400 jaar Remonstrantie brengt de serie ‘Dordt en de Remonstrantie’ naar voren wat de verschillende hoofdstukken van de Dordtse leerregels belijden en hoe essentieel deze voor de gereformeerde theologie zijn. Vandaag hoofdstuk 2: Van de dood van Christus en de verlossing van de mensen hierdoor.
Meer dan eerlijk Het eerste wat de leerregels ons duidelijk maken is dat God volstrekt eerlijk is. Hij is meer dan eerlijk, Hij is rechtvaardig. God is niet alleen hoogst barmhartig, maar ook hoogst rechtvaardig (DL 2,1). De gerechtigheid van God eist dat onze zonden worden gestraft. Schuld bij God moet betaald worden. Hier wordt door de opstellers van de Dordtse leerregels niet gesjoemeld. Wat krom is wordt niet recht gepraat. Dordt zet een helder godsbeeld neer. Niet het beeld van een lievige God, die de andere kant op kijkt wanneer er schuld is. Nee, God is volledig rechtvaardig. Op de zon-
12
de waarheidsvriend
de volgen tijdelijke en eeuwige straffen. Deze woorden zijn een goede correctie op een misverstaan van God. Maar met de rechtvaardigheid van God is niet alles gezegd. De leerregels formuleren evenwichtig en schrijven dat God rechtvaardig en barmhartig is. Omdat wij geen genoegdoening kunnen geven, heeft God uit oneindige barmhartigheid ons Zijn eniggeboren Zoon tot een borg gegeven (2,2). Reformatie Uit deze woorden blijkt duidelijk dat in de Dordtse leerregels het hart van de Reformatie klopt. Uitdrukkelijk spreekt het tweede hoofdstuk over het verzoeningswerk van de Heere Jezus. De leer van de verkiezing – het theologische twistpunt in de leerregels – is nauw verbonden met de leer van het zaligmakende werk van de Heiland. Wie de leer van de verkiezing aantast, tast het werk van de Zaligmaker aan. Het een hangt met het ander samen. ` In de Reformatie is opnieuw ontdekt dat alleen Christus de volkomen zaligheid biedt. Alles wat te kort doet aan Zijn offer is een aanval op het werk van de Zaligmaker. Om Dordt goed te begrijpen is het belangrijk om dit te zien. De felheid waarmee de remonstranten worden bestreden heeft alles te maken met het verzoenende offer van de Heere Jezus. Wanneer dit offer wordt aangetast is felheid en gedrevenheid
op zijn plaats. Toen en nu. Het gaat hier om kernpunten van het gereformeerde belijden. In heldere woorden belijden de leerregels daarom het heerlijke verlossingswerk van de Heere Jezus. De taal die de leerregels gebruiken is de rijke taal van het geloof. We horen in Dordt een lofzang op het werk van Christus. De dood van Gods Zoon is rijkelijk voldoende tot verzoening van de zonden van de gehele wereld (2,3). Aan Gods gerechtigheid is door Christus voldaan. Zijn dood is van grote kracht en waardigheid, omdat Jezus als God en mens heeft geleden. De waarde van de verzoening door Christus ligt vast in Zijn persoon. Hij heeft de toorn van God over de zonde gevoeld (2,4). Een vaster fundament voor de zaligheid dan de persoon en het werk van Christus is niet te vinden.
Dordt houdt vast dat onze redding Gods werk is
Verstommen Op de achtergrond van deze belijdenis over Christus in Dordt horen we de woorden uit de zondagen 4,5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus. De Dordtse leerregels moeten ook tegen de achtergrond van de andere belijdenisgeschriften gelezen worden. De verkiezingsleer van Dordt ademt wat de catechismus en de Nederlandse geloofsbelijdenis leren over Christus. Jezus Christus is onze Borg en Middelaar. De woorden waarmee Jezus ons als een Borg wordt voorgesteld, laten vragen naar de eerlijkheid van God verstommen. Kan ik tegen een God die Zijn Zoon aan
14 januari 2010
Bondsnieuws zondaren gaf zeggen dat Hij niet eerlijk is? God geeft Zijn Zoon aan zondaren die nergens recht op hebben. Over dit wonder zingen de Dordtse leerregels. Over tolerantie gesproken Uit de wijze waarop de opstellers van de Dordtse leerregels formuleren blijkt een behoedzame afgrenzing naar de leer van de remonstranten, die menen dat Christus voor allen en ieder mens is gestorven. Het gereformeerd belijden formuleert dat het offer van Christus, rijkelijk voldoende tot verzoening van de zonden van de gehele wereld is (2,3). Het offer van de Heere Jezus is groot genoeg voor de hele wereld. Als ik deze woorden lees denk ik weer terug aan de opmerking van de catechisant. De Dordtse leerregels geven mij bagage om in gesprek te gaan. Er is bij God geen sprake van oneerlijkheid. Er is bij de Heere overvloedige verzoening. Dit wonder moet worden verkondigd zonder onderscheid, met bevel van bekering en geloof, aan alle volken naar wie God Zijn evangelie zendt (2,5). Over tolerantie gesproken. Bij het aanbod van het heil wordt er niet gesproken over land van afkomst, ras of huidskleur. Verloren gaan gebeurt niet omdat het offer van de Heere Jezus te klein is. Verloren gaan komt slechts door eigen schuld (2,6). Ruim spreken De belijdenis zet hier heldere kaders neer voor prediking en catechese. Dordt leert om ruim te spreken over het heil. Woorden als ‘voldoende’, ‘aan alle volken’ en ‘zonder onderscheid’ geven daartoe alle aanleiding. De Dordtse leerregels bakenen de grenzen naar het remonstrantisme in artikel 8 echter zeer duidelijk af. Dit artikel onderstreept dat het
de waarheidsvriend
effect van de verzoening er alleen is voor de uitverkorenen. De remonstranten ontkennen dat het genade is om genade te ontvangen. Zij leren dat het aannemen van de genade afhankelijk is van de vrije wil (verwerping van de dwalingen, 2,6). Het heil is verworven door Christus, het toe-eigenen is volgens de remonstranten ons werk. De redding wordt zo een samenwerking tussen God en mens. Wat betreft het genadekarakter van het offer van Christus gaan zij een heel stuk mee met de gereformeerde leer, maar als het gaat over de toeeigening van het heil gaan de wegen tussen gereformeerden en remonstranten uit elkaar. Vooral lofzang Dordt houdt onverkort vast dat onze redding het werk van God is. Hem alleen komt daarvoor de eer toe. Dordt leert ons dat Christus niet alleen de mogelijkheid geeft om zalig te worden, ook het deel krijgen aan deze zaligheid is een geschenk van God (in hoofdstuk 3/4 wordt hier meer over gezegd). Een wonder dat ik met mijn verstand niet inzichtelijk kan maken. Een wonder om de Heere voor te danken. Zo leren de Dordtse leerregels om onze zaligheid en het voortbestaan van de kerk volledig in de handen van God te leggen. Zo eindigt het tweede hoofdstuk ook. God Zelf verzamelt de uitverkorenen en er zal altijd een kerk van gelovigen zijn (2,9). Prachtige woorden vol troost. Als het aan ons ligt komt er niet veel van de kerk terecht, maar God houdt Zijn kerk in stand. We krijgen vanuit het tweede hoofdstuk theologische bagage mee om te spreken in het catechisatielokaal. Maar we horen vooral een lofzang op Christus, die het heil heeft verworven en het ook schenkt en zo Zijn Kerk bouwt. Er is genoeg genade voor iedereen.
Ontvangen giften en collecten
Met dankbaarheid verantwoorden we de volgende giften en collecten, die we over de periode 10 tot en met 31 december 2009 ontvingen. Collecten (algemeen werk) Diac. Brandwijk € 370,31; diac. Dussen € 262,25; diac. Gouderak € 207,71; diac. Hedel € 745,00; prot. gem. De Ontmoeting Middelburg € 964,05; diac. Nieuw Beijerland € 173,45; herv. gem. Julianakapel Oude Pekela € 65,00; herv. gem. Vinkeveen € 797,97. Totaal € 3.585,74. Leerstoelfonds Diac. Bruchem € 520,70; diac. Gameren € 200,00; diac. ’s Gravenmoer € 250,00; diac. Harderwijk € 763,07; diac. Kesteren € 500,00; diac. Krimpen aan de Lek € 75,00; diac. Leerdam € 566,39; diac. Nieuwe Tonge € 2.500,00; herv. gem. (De Fontein) Nijkerk € 431,20; diac. Oldebroek € 789,82; diac. Oude Tonge € 770,60; diac. Polsbroek € 1.105,15; diac. Sprang Capelle € 500,00; diac. Stavenisse € 77,10; diac. Westbroek € 239,82; herv. gem. Wezep € 926,56; diac. Wierden € 1.054,02. Via de actie voor het Leerstoelfonds werden van 1509 personen giften ontvangen voor een bedrag van € 36.448,80. Totaal € 47.718,23. Studiefonds Diac. Amsterdam (Jeruzalemkerk) € 350,00; diac. Arnemuiden € 672,12; diac. Bilthoven € 238,92; diac. Bruchem € 520,70; (collectebusje Hebreeuws) Capelle a/d IJssel € 110,00; diac. Elburg € 559,10; herv. gem. Kockengen € 400,00; diac. Krimpen aan de Lek € 75,00; prot. gem. De Ontmoeting Middelburg € 759,09; diac. Nieuwe Tonge € 2.500,00; diac. Ichthus Noordwijk € 294,20; diac. Ochten € 345,84; diac. Oene € 250,00; herv. gem. Ouddorp € 47,85; diac. Ouderkerk aan den IJssel € 687,90; diac. Oude Tonge € 500,00; diac. Sprang Capelle € 412,60. Totaal € 8.723,32. Steunfonds Diac. Eemnes € 1.800,00; diac. Hagestein € 244,77; herv. gem. Hasselt (lidm. kring) € 100,90; diac. Kesteren € 1.500,00; diac. Montfoort € 431,10; herv. gem. Nieuwerkerk aan den IJssel € 422,00; diac. Ooltgensplaat € 1.250,00; diac. Oude Tonge € 186,32; diac. Sint Annaland € 150,00; zendingscomm. wijk 3/4 Sliedrecht € 500,00; herv. gem. IJsselmuiden € 1.155,56. Totaal € 7.740,65. Giften Diac. Dussen € 500,00; diac. Hattem € 500,00; diac. Hedel € 200,00; diac. Katwijk € 625,00; diac. Monster € 100,00; diac. Noordeloos € 250,00; diac. Oene € 100,00; diac. Wapenveld € 250,00. Totaal € 2.525,00 We ontvingen totaal € 70.292,94. Hartelijk dank voor uw/jouw betrokkenheid bij het werk van de Gereformeerde Bond. Het banknummer voor (al) uw giften luidt 138421 t.n.v. Gereformeerde Bond te Apeldoorn. Wilt u de bestemming van uw bijdrage duidelijk vermelden? A.H. Teeuwissen, penningmeester
P. Veerman
14 januari 2010
13
Dordt en de Remonstrantie [3]
Voor wie niet wil en niet kan Twee belangrijke dingen bepalen de inhoud van de hoofdstukken 3 en 4 van de Dordtse leerregels. Er wordt namelijk royaal gewezen op de vrije genade van God en tegelijkertijd stuit je veelvuldig op het aspect van de menselijke wil.
D Ds. E. Versluis is hervormd predikant te St. Annaland.
Naar aanleiding van 400 jaar Remonstrantie brengt de serie ‘Dordt en de Remonstrantie’ naar voren wat de verschillende hoofdstukken van de Dordtse leerregels belijden en hoe essentieel deze voor de gereformeerde theologie zijn. Vandaag hoofdstuk 3 en 4: Van de verdorvenheid van de mens, de bekering tot God en de manier hiervan.
10
it zijn dan ook precies de twee punten waarmee de remonstranten zeer sterk afwijken van de leer van de Reformatie. De genade van God neemt weliswaar een belangrijke plaats in binnen de artikelen van de Remonstrantie, maar toch wordt er op een fijnzinnige manier een menselijke draai aan gegeven. Van een volkomen eenzijdige genade willen de remonstranten niet weten, aangezien dat gevoelsmatig alle verantwoordelijkheid van de mens afneemt. Daarom wordt in het vierde artikel van de Remonstrantie niet gesproken van de vrije genade van God, maar van de ‘medewerkende genade’. Het is weliswaar God die de mens Zijn genade aanbiedt en voorwerpt, maar het is aan de mens zélf om deze genade op te pakken en aan te nemen. Op deze manier hebben de remonstranten geprobeerd om de menselijke verantwoordelijkheid tot zijn recht te laten komen. Alles bij God Dat lijkt logisch, maar de Dordtse leerregels leggen deze gedachtegang als dwaling bloot. Daarom beginnen het derde en vierde hoofdstuk van dit belijdenisgeschrift in het paradijs. De mens beschikte daar over vele rijke gaven, waaronder een volledig vrije wil. Maar op ingeven van de duivel en vanuit zijn eigen vrije wil is de mens van God afgeweken. Daar-
de waarheidsvriend
mee beroofde hij zich van al de goede gaven. Sinds de zondeval is de mens geestelijk dood, en beschikt hij niet langer over een vrije wil. Deze werkelijkheid omschrijft artikel 3 heel scherp: ‘Alle mensen worden in zonde ontvangen en als kinderen des toorns geboren, onbekwaam tot enig zaligmakend goed, geneigd tot kwaad, dood in zonden en slaven van de zonde. En willen en kunnen tot God niet wederkeren, noch hun verdorven natuur verbeteren, noch zichzelf tot de verbetering daarvan schikken, zonder de genade van de wederbarende Heilige Geest.’ Kenmerkend in dit artikel is de onwil van de mens om tot God terug te keren, en tegelijk ook zijn machteloosheid daarin. De mens wíl niet en kán niet. Daarom is hij volledig aangewezen op Gods vrije genade. Alleen God kan door de Heilige Geest geestelijk dode mensen tot leven wekken. Zo blijft er van de mens niets over en wordt alles volledig bij God gelegd. Hij alleen kan op drastische en radicale wijze de onwil en de onmacht van de mens verbreken. In zichzelf is de mens sinds de zondeval geestelijk dood en dus niet bereid en niet in staat tot enig goed werk. Van nature is er zelfs de neiging om God en onze naaste te haten, zo lezen we in de Heidelbergse Catechismus.
van de Heilige Geest, en door het Woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van de Messias.’ Zijn Naam staat voorop. Alle accent wordt op God gelegd. Hij is in staat om het hart van mensen om te keren. Hij gebruikt daarbij de verkondiging van het Woord. En door de kracht van de Heilige Geest zegent Hij het Woord aan de harten van onwillige mensen. Dat heeft Hij in het verleden gedaan, en datzelfde doet Hij nog in het heden. De roepstem van God is zeer indringend. Hij laat duidelijk horen wat Hij van ons mensen verwacht, namelijk dat wij tot Hem komen. Aan die roepstem voegt Hij de prachtige beloften toe van de rust voor onze zielen en het eeuwige leven (art. 8). De verkondiging van Gods Woord krijgt juist door die beloften een zeer diepe betekenis. Want Zijn beloften zijn niet alleen bestemd voor de gelovigen. Niet alleen zij mogen daar in hun gebeden op terugvallen, maar ook de ongelovigen. We zien dat duidelijk in de belofte die Ezechiël mag uitspreken tot de onbekeerde en ongelovige mensen: ‘Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlezen hart geven.’ (26:26) Dat maakt de roepstem van God zo rijk. Niemand wordt bij voorbaat buitengesloten.
Dordt sluit niemand bij voorbaat uit
Niemand uitgesloten Artikel 6 schrijft het heil en de verlossing dan ook alleen aan God toe. ‘God werkt door de kracht
Verhard Toch zijn er mensen die deze
21 januari 2010
De Waarheidsvriend Twee uitgaven bij 400 jaar Remonstrantie
Getuige de glossy Arminius is het remonstrantisme 400 jaar na het verschijnen van de Remonstrantie nog springlevend. Voor € 6,50 maken lezers kennis met de remonstranten en hun ‘kerkvader’, en komen ze Jan Siebelink, Tariq Ramadan, Ivo Opstelten, Boris van der Ham én William den Boer tegen. Goede vraag van de redactie: Waarom gedragen Pauw & Witteman zich als clowns en inquisiteurs als het over kerk en christendom gaat? Is de glossy een uitgave met een knipoog, De Remonstrantie 400 jaar. Ontstaan, historie, actualiteit is serieus werk onder redactie van Koen Holtzapffel en Marius van Leeuwen, beiden verbonden aan het Remonstrants Seminarium te Leiden. Behalve de elf remonstranten die een bijdrage leveren, doet ook één niet-remonstrant mee: Wim Verboom. Het hoofdstuk ‘Alles of niets’ van deze hervormd-gereformeerde hoogleraar gaat in op de vraag wat voor de Dordtse synode in de Remonstrantie de steen des aanstoots was.
officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk Hoofdbestuur ds. H.J. Lam, Ridderkerk, 1e voorzitter; ds. M.A. Kuijt, Huizen, 2e voorzitter; ds. J. Harteman, Kampen, secretaris; A.H. Teeuwissen, Huizen, penningmeester; ds. J.A. van den Berg, IJsselmuiden; ds. C. Blenk, Lienden; dr. P.F. Bouter, Leerdam; dr. M. van Campen, Zwartebroek; A.D. Drost, Werkendam; ds. C. van Duijn, Gouda; ds. C.H. Hogendoorn, Oud-Beijerland; mr. G. Holdijk, Uddel; ds. A.J. Mensink, Driesum; mr. D.G. van Vliet, Wilnis.
Redactie drs. P.J. Vergunst (hoofdredacteur); drs. B.C.Ph. van der Waal-Goudriaan (eindredacteur); ds. C.H. Hogendoorn; mr. G. Holdijk; dr. W. Verboom
Algemeen secretariaat en redactie drs. P.J. Vergunst bureau: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660; Fax 055-5767707. Werkkamer thuis: tel. 055-5789132. E-mail:
[email protected] www.gereformeerdebond.nl
Voorlichter H. Geluk, tel. 0184-612632; E-mail:
[email protected]
Ledenadministratie roepstem van God niet gehoorzamen, en daarom ook geen deel krijgen aan de heerlijke beloften. Met grote nadruk wordt er in artikel 9 op gewezen dat de schuld hiervan niet gezocht moet worden in het Evangelie. De schuld is ook niet gelegen bij Christus en ook niet bij God. De oorzaak kunnen we alleen maar vinden als we terugzien op het eerste artikel uit deze twee hoofdstukken, waar we gewezen worden op de ernstige gevolgen van de zondeval. Wanneer mensen niet gehoorzamen aan de stem van God, komt heel duidelijk aan het licht dat zij niet wíllen. Want de menselijke wil is verhard. De harten zijn toegesloten voor de boodschap van het Evangelie. Hoe wonderlijke is het dan ook dat er nog mensen zijn die Gods stem wel degelijk gehoorzamen en daadwerkelijk tot Hem komen. Dat wonder mag niet toegeschreven worden aan de mens, alsof hij uit vrije wil daartoe besloten heeft. Want de menselijke wil is sinds de val niet vrij meer, ze is gebonden en wordt beheerst door de duivel. De eer gaat volledig uit
de waarheidsvriend
naar God. ‘Hij heeft hen van eeuwigheid uitverkoren in Christus, en in de tijd roept Hij hen krachtig, begiftigt hen met het geloof en de bekering, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, brengt Hij hen over tot het Rijk van Zijn Zoon’ (art. 10). Van enige samenwerking tussen mens en God is daarom ook geen sprake. De remonstranten spreken dan wel van de ‘meewerkende genade’, maar daarmee wordt de eer bij God weggenomen en aan mensen toegeschreven: God schenkt alleen de mogelijkheid, maar het is de mens die er uiteindelijk zelf voor kiest om tot God te gaan. Wij mogen vasthouden aan de leer van de Reformatie, en bovenal aan Gods Woord. De zaligheid is uit God alleen! ‘Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave’ (Ef.2:8). Daarom resten ons de slotwoorden uit deze twee hoofdstukken van de Dordtse Leerregels: ‘Deze God alleen komt toe alle heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.’
E. Versluis
Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660.
Advertenties Voor alle plaatsingen en informatie (uitgezonderd rouwadvertenties): G. Verweij , tel. 0187-471020. Advertenties worden aangenomen tot tien dagen voor verschijning; verzenden naar uitg. Eilanden Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Sommelsdijk onder vermelding van De Waarheidsvriend; e-mail:
[email protected]
Abonnementenadministratie Voor nieuwe abonnees, adreswijzigingen enz. liefst schriftelijk: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn. Prijs € 45,50 per jaar. Losse nummers € 0,95 p. st. plus verzendkosten. Bezorgklachten: tel. 055-5766660. Voor een nieuwe jaargang kan slechts voor 1 december worden opgezegd.
Productie Opmaak ReproVinci BV, www.reprovinci.nl Druk Kon. BDU Grafisch Bedrijf BV
Gesproken editie Informatie en opgave: CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Digitale jaargangen Informatie en opgave: Stichting Reformatica, p/a Valleistraat 52, 3901 RT Veenendaal tel. 0318-624648, e-mail:
[email protected] ISSN: 0167-3262.
Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) ‘Johannes Calvijn’ Directeur: dr. J. Hoek, e-mail:
[email protected] Postbus 80, 6710 BB Ede, tel. school (CHE): 0318-696300, fax 0318-696396, www.thgb.tk
21 januari 2010
11
Dordt en de Remonstrantie [4, slot]
Genade en volharding Wat staat er op het spel in het vijfde, laatste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels? Het komt er op aan of we op de goede weg zijn en daarop volhouden. Ds. J. Brouwer is predikant van de hervormde wijkgemeente van bijzondere aard Sionskerk te Epe.
H
et is mogelijk dat een mens volhoudt op een verkeerde weg. Als je echter op de goede weg bent, kun je daar weer vanaf raken? Kun je dan nog verloren gaan? In de leer van de volharding van de heiligen, waarover dit hoofd stuk belijdt, staat ten diepste de eer van de HEERE en de opbouw van de hoorders van het Evangelie op het spel. Daar eindigt namelijk zowel het vijfde hoofdstuk mee (V,15) als het ‘Besluit’ helemaal aan het eind. In de praktijk: het gaat de opstellers van de Dordtse Leerregels om onze vaste gang op de eeuwige weg (Psalm 139).
Naar aanleiding van 400 jaar Remonstrantie brengt de serie ‘Dordt en de Remonstrantie’ naar voren wat de verschillende hoofdstukken van de Dordtse leerregels belijden en hoe essentieel deze voor de gereformeerde theologie zijn. Vandaag tot slot hoofdstuk 5: Van de volharding der heiligen.
Zekerheid en gevoel Om zeker te gaan, is zekerheid nodig. In de Dordtse Leerregels wordt, verspreid over heel het geschrift, elf keer het woord ‘ze ker’ gebruikt. De Dordtse Leerre gels richten zich al in hoofdstuk I,16 heel pastoraal tot ‘degenen die het vaste (of: zekere) vertrou wen van het hart nog niet krachtig in zich voelen’. Om bij het laatstgenoemde woord, ‘voelen’, aan te sluiten: een belangrijke woordgroep in alle hoofdstukken van de Dordtse Leerregels zijn het Latijnse werk woord sentio en het zelfstandig naamwoord sensus. Samen worden ze in heel de leerregels zestien keer gebruikt. In de oudere verta lingen is dit weergegeven met
10
de waarheidsvriend
‘(ge)voel(en)’. In de nieuwste vertaling, in de Belijdenisgeschriften van de Protestantse Kerk in Nederland (2009) is gekozen voor ‘besef ’. Bij het ware geloof hoort ook gevoel of besef – zowel in de zin van kennis als in de zin van emotie. Kohlbrugge heeft het in een preek over Romeinen 6:6a over ‘de za lige bewustheid (…) dat onze oude mens medegekruisigd is’. Het geloof steunt op Gods ‘belof ten’ (V,10) (zes keer genoemd) en komt voort uit het ‘getuigenis’ (zeventien keer genoemd) ‘van de Heilige Geest’ in het hart van de gelovigen (V,10). Ook bezigt men het woord ‘troost’ zes maal in het eerste en laatste hoofdstuk. Zekerheid van verkiezing Ben ik een uitverkorene? Ben ik wel Uw beminde? Ben ik op de goede, eeuwige, smalle weg? En zal ik het volhouden? Haal ik de eindstreep? Een nog belangrijker vraag: wie is God voor mij? In de verwerping van dwalingen in hoofdstuk I van de Dordtse Leer regels verwerpt men het onder scheid tussen een ‘onvolkomen en niet-beslissende verkiezing’, af hankelijk van pas begonnen ge loof en geloof dat een tijd lang duurt én een ‘volkomen en beslis
sende verkiezing’ (I,5) op grond van vooruitgeziene volharding. Evenzo wijst men een verander lijke verkiezing af met de woor den: ‘Met deze grove dwaling maken zij God veranderlijk en sto ten de troost omver van de godza ligen’ (I,6). Het is ‘ongerijmd om te stellen dat er een onzekere zekerheid is’! (I,7) We kunnen denken aan Psalm 89 – helemaal toepasselijk naast de Dordtse Leerregels –in het bijzonder de woorden (vers 14, berijmd): ’k Zal nooit herroepen ’tgeen Ik eenmaal heb gesproken; ’tgeen uit Mijn lippen ging, blijft vast en onverbroken. Spanningsveld De Dordtse Leerregels bewaren de bijbelse spanning tussen de op roep tot (en de werkelijkheid van) bekering (zie onder meer I,3,16; II,5-6; III-IV,9-12; V,7) én de be lofte van onweerstaanbare genade en uiteindelijke volharding. Er wordt afstand genomen van: ‘traagheid, zorgeloosheid, licht vaardigheid, hoogmoed, loszin nige taal’ (I,13), ‘zorgeloosheid’ (III-IV,9,15), ‘hoogmoed en zorge loosheid’ (V,12), ‘lichtzinnigheid en veronachtzaming van de god zaligheid’ (V, 13), enzovoort.
Dat we kunnen volharden is een kwestie van pure genade.
28 januari 2010
column Volharden in de gemeenschap Is deze leer een specialiteit van de gerefor meerde gezindte? Nee, ze is wel genoemd ‘de schat van Christus’ bruid’ (V,15). Augustinus schreef al een werk ‘over de gave van de volhar ding’. En in notulen van een vergadering voor de Alpha-cursus in mijn omgeving lees ik: ‘[…] heet iedereen welkom en haalt het stukje aan uit de Bijbel waarin staat over zaad dat in goede grond gezaaid wordt/valt. We moeten vrucht dragen in volharding. God vraagt vol harding van ons in deze tijd, deze eindtijd. Dat we kunnen volharden is een kwestie van Gods genade, pure genade!’ Marieke, een vrouw van begin veertig, schrijft in het boek Leuke meiden die nog bidden voor het eten (p.47,50) onder andere over het bemoedi gende van Gods beloften in de doop verzegeld. Ze vervolgt dan: ‘Het geloof geeft mij ook hoop. De wetenschap dat God met mij en die bij mij horen begaan is en het beste voor heeft, is een goed gevoel. Het geeft mij hoop om door te gaan ook wanneer dat soms best moeilijk is. Geloof, hoop en liefde zijn voor mij één in God, maar de grootste van deze is voor mij de liefde. (…) De kerk heeft voor mij veel waarde. Eigenlijk zie ik de kerk als een soort bron waar je kunt komen om je te ‘laven’. Bij die bron vind ik kracht om door te gaan met geloven en het geloof uit te dragen naar mijn kinderen en anderen.’ Eindigen in God In die kerk wordt ook gezongen, begonnen en geëindigd in God, met een ‘Halleluja’, zoals dr. W. Verboom schrijft boven zijn uitleg van V,1215 in Van hart tot hart (2009). Denk aan Romei nen 8:29-30 (HSV): ‘Want hen die Hij van tevo ren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgebo rene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.’ We zingen mee met Psalm 89 vers 7 (berijmd): Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort! Zij wand’len, HEER, in ‘t licht van ‘t Godd’lijk aanschijn voort; zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden; Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ‘t lijden; Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.’
J. Brouwer
de waarheidsvriend
Carrière of kerk
‘H
et is maar goed dat wij geen vrouw in het ambt kennen, anders bestond de kerkenraad alleen uit vrouwen’, hoorde ik eens een predikant zeggen. Daar zit wat in. Het is soms om moedeloos van te wor den wanneer ik diverse kerkbladen lees. Hoeveel stemmingsrondes zijn er gemiddeld nodig om de vacatures voor de kerkenraad met broeders vervuld te krijgen? Bijna geen enkele gemeente is in één keer klaar. De redenen waarom broeders bedanken zijn divers. Bedankt iemand vanwege gezinsomstan digheden, dan kun je daar begrip voor opbren gen. Het wordt bedenkelijker als de agenda van de broeder volop gevuld is met sportactiviteiten. Sportverenigingen moeten het hebben van vrij willigers, maar dat daarom christenen niet be schikbaar zijn voor kerkenraadswerk blijft moei lijk te verteren. Het ambt is iets anders dan een vrijwilligersbaantje.
Drs. E.M. Nobel-Buijs uit Waddinxveen is docent en psycholoog.
Omdat ik het grootste deel van mijn leven in pastorieën heb gewoond, heb ik aardig wat broe ders zien komen en gaan. Voor velen van hen heb ik diep respect. Voor de broeder die maat schappelijk gezien laag op de ladder stond. Voor hem was destijds een zogeheten Melkertbaan gecreëerd. Ontslag lag vaak op de loer. Voor het Koninkrijk van God was hem niets te veel. Hij is met de hem geschonken gaven tot zegen ge weest. Gaven, die de wereld niet wist te waarde ren. Ik heb ook respect voor de broeder die hoog op de maatschappelijke ladder stond. Toen de roe ping van de gemeente om in het ambt te dienen op hem afkwam, ging hij een sport naar bene den. Hij legde zijn leidinggevende functie neer, nam genoegen met een lagere positie en ging er financieel op achteruit, terwijl hij een gezin met opgroeiende kinderen had te onderhouden. Hij vond dat zijn drukke baan niet gecombineerd kon worden met het werk in de gemeente. De keus tussen carrière of kerk viel uit in het voor deel van de kerk. Dat zie ik vaak genoeg anders om. Het dienen van de Heere kan een offer zijn.
Het dienen van de Heere kan een offer zijn
Tijd is niet van ons, maar door God gegeven. Het is een hele opgave om een goede rentmeester te zijn van Zijn tijd. ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Hij laat geen bidder staan.
E.M. Nobel - Buijs
28 januari 2010
11