Het leerplaats profiel VHON VUMC
1
Welkom op de afdeling … In dit leerplaatsprofiel wordt beschreven wat er geleerd kan en moet worden op deze zorgeenheid. Het profiel is opgebouwd volgens de stappen van De Verpleegkundige Standaard van VUmc en gecombineerd met het CanMEDS model. Het is aan te raden om dit profiel te gebruiken voor het opstellen van je Leeractiviteitenplan of stagewerkplan. Eerst willen we graag iets vertellen over de visie op verplegen in VUmc: De basiselementen visie verpleegkunde in VUmc: De verpleegkundige volgt de patiënt. Holistische benadering: gericht op de persoon als geheel in zijn context, met zijn leefwijze, gericht op alle facetten: fysiek, mentaal, sociaal, spiritueel, emotioneel. Het belang van de patiënt staat centraal. De patiënt heeft de regie, tenzij dit aantoonbaar onmogelijk is. Verplegen is doelgericht en methodisch. Het doel van verplegen is het bevorderen van gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling, en het voorkomen van ziekte, aandoening, beperking of onnodige schade. Bij ziekte of handicap is daarnaast het doel: lijden en pijn minimaliseren en mensen in staat stellen hun ziekte, handicap, de behandeling en de gevolgen ervan te begrijpen en ermee om te gaan. Wanneer de dood nadert, is het doel van verplegen het handhaven van de best mogelijke kwaliteit van leven tot aan het einde. Verpleegkundigen werken systematisch naar de gestelde doelen toe. Ze evalueren continu en stellen op basis van nieuwe of aanvullende informatie de zorg steeds bij. De verpleegkundige redeneert klinisch en kent het belang van wetenschappelijk onderzoek. De verpleegkundige rationaliseert haar handelen middels een systeem van risicoinschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring. Evidence Based Practice (EBP) wordt waar mogelijk toegepast bij de continue gegevensverzameling en analyse, gericht op vragen en problemen van een patiënt en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid. De verpleegkundige levert een bijdrage aan de professionalisering van de beroepsgroep door o.a. mee te werken aan, of het initiëren van wetenschappelijk onderzoek. Verplegen omvat een specifieke manier van interveniëren. Verpleegkundige interventies zijn gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen, waar mogelijk. Dat betekent het in hun kracht brengen van mensen en hen helpen bij het bereiken, versterken, handhaven of (opnieuw) verwerven van hun onafhankelijkheid. De verpleegkundige werkt binnen het kwaliteits- en veiligheidssysteem van VUmc en de beroepsgroep. Verplegen is gericht op continuïteit en de verpleegkundige is ontwikkelingsgericht. De verpleegkundige handelt proactief, houdt rekening met de volgende stap in de zorgketen. Ze werkt in teamverband en neemt verantwoordelijkheid voor het resultaat 2
van het totale proces. Ze gebruikt nieuwe technieken en inzichten en kent de relevante ontwikkelingen in de zorg. De verpleegkundige werkt samen en in multidisciplinair verband. Verpleegkundigen werken in partnerschap met patiënten, hun naasten en andere mantelzorgers, en in samenwerking met andere professionals in een multidisciplinair team. Waar dat geëigend is treden ze op als teamleider, delegeren zij werk naar anderen en superviseren dat. Dienend leiderschap is de leiderschapsfilosofie in VUmc. Op andere momenten participeren verpleegkundigen als teamlid onder leiding van anderen. Verpleegkundigen blijven te allen tijde persoonlijk en professioneel verantwoordelijk voor hun eigen beslissingen en acties. Dit is in de Wet BIG zo vastgelegd. Verplegen vindt plaats in een specifiek domein. Het specifieke domein van verplegen is dat van de unieke reacties op en ervaringen van mensen met gezondheid, ziekte, kwetsbaarheid of beperkingen, ongeacht de omgeving of omstandigheden. Reacties van mensen kunnen lichamelijk, psychisch, sociaal, cultureel of spiritueel van aard zijn. Vaak gaat het om een combinatie ervan. Verplegen is gebaseerd op ethische waarden. Verplegen is gebaseerd op ethische waarden, waarin respect voor de waardigheid, de autonomie en de uniciteit van mensen centraal staat. Verplegen gebeurt in het besef van de unieke relatie tussen verpleegkundige en patiënt en de persoonlijke verantwoordelijkheid voor beslissingen en acties. De waarden staan beschreven in de nationale verpleegkundige beroepscode van V&VN. De code is beschikbaar op de Verpleegkunde Site VUmc. De beroepscode vormt de basis voor de beroepshouding.
3
Fig.1: De Verpleegkundige Standaard uitgebeeld
Fig2: De Canmeds uitgebeeld
4
Veel voorkomende opnamediagnoses Protocollen over alle operaties en handelingen zijn te vinden op kwaliteitsnet. Je kunt het afdelingsportaal Heelkunde oncologie en gastro- enterologie als startpagina instellen zodat je altijd makkelijk toegang tot protocollen en informatie over de afdeling hebt. Maag, darm en leverziekten Deze patiënten zijn vaak chronisch ziek. Worden op de afdeling opgenomen voor o.a. onderzoeken, plaatsen sondes, instellen van medicatie. De meest voorkomende aandoeningen zijn: ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa, pancreatitis, pancreascarcinoom, cholangitis, short bowel syndroom, coeliakie, ileus, diverticulitis, darmkanker, levercirrose. Gastro-enterologie heelkunde Dikke darm Op afdeling VHON komen veel curatieve of palliatieve operaties voor van de dikke darm. Dit bestaat veelal uit het in zijn totaliteit verwijderen van het aangedane darmdeel en het lymfekliergebied. Resectie van een gedeelte van het colon /rectum gebeurt op verschillende manieren:
Hemicolectomie. Transversectomie. Sigmoidresectie. Rectumresectie. Rectumextirpatie. Subtotale colectomie. Totale colectomie. Aanleggen/ opheffen colostoma. HIPEC
Dunne darm Bij een operatie van de dunne darm gaat het vaak om patiënten met een chronische ziekte, zoals ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. De volgende operaties komen voor op VHON:
Ileocoecaalresectie. Aanleggen ileostoma.
5
Lever Bij patiënten met een levercarcinoom, gaat het bijna altijd om metastasen van een colorectaal carcinoom:
Resectie van een of meerdere leversegmenten. Hemihepatectomie Radio Frequency Ablation (RFA), bij deze behandeling wordt de tumor verhit door radiogolven.
Maag Er zijn verschillende operatietechnieken bij maagcarcinomen:
Resectie van het distale deel van de maag en het proximale deel van het duodenum. Subtotale maagresectie met het intact laten van een klein deel van de maag. Totale maagresectie (totale gastrectomie) met het meenemen van het omentum majus en alle perigastrische klieren.
Mammacarcinomen In principe worden patiënten met mammaca waarvoor een operatie noodzakelijk is op afdeling Kort Verblijf opgenomen. Soms worden deze patiënten op VHON opgenomen. Er zijn verschillende operatietechnieken die je tegen kunt komen bij de patiënten op VHON, namelijk:
Borstbesparende operatie (lumpectomie) Gemodificeerde radicale mastectomie volgens Madden (G.R.M.). Bij deze operatie wordt de borstklier en okselinhoud verwijderd. Ablatio mamma (mastectomie). Bij deze operatie wordt de borstklier verwijderd. Deze operatie vindt plaats bij uitgebreid carcinoma in situ of als preventieve ingreep bij vrouwen in de hoge risicogroep.
Oesophaguscarcinoom Oesophagusresectie + buismaagreconstructie: de continuïteit van de tractus digestivus wordt hersteld door middel van een buismaag die wordt vervaardigd van de grote curvatuur van de maag. De anastomose tussen de resterende slokdarm en de buismaag wordt in de hals of hoog in de thorax gelegd.
6
Pancreas Curatieve chirurgie bestaat bij pancreascarcinomen vaak uit:
Operatie van Whipple, verwijderen van de pancreaskop, het duodenum, distale galweg en de galblaas. De reconstructie wordt uitgevoerd via een hepaticojejunostomie, een pancreaticostomie en een duodenojejunostomie.
Aan te raden literatuur We raden de volgende literatuur aan: -
Chirurgie, J.T.E de Jong, Houten, derde herziene druk 1999 Oncologie – handboek voor verpleegkundigen en andere hulpverleners - , A.D. Klaren, C.A. van der Meer, Houten, 2004 Kanker en seksualiteit – veranderingen ten gevolge van de behandeling - , C. Eeltink, D. Batchelor, C. Gamel, Amsterdam, 2006 Zakwoordenboek der geneeskunde, A.A.F. Jochems, F.W.M.G. Joosten, Doetinchem, 2003 Palliatieve zorg – richtlijnen voor de praktijk - , A. de Graeff e.a., Utrecht, 2006 Springer anatomische atlas, B. N. Tillmann, Houten, 2014
7
Het verpleegkundig proces Hieronder volgt specifieke informatie over hoe het verpleegkundig proces op onze afdeling is georganiseerd. Het verpleegkundig proces loopt parallel aan het geneeskundig proces en begint bij de ontmoeting met de patiënt en loopt door tot de nazorg. De volgende processtappen worden beschreven:
Ontmoeten Verzamelen van gegevens Stellen van de verpleegkundige diagnose Opstellen van het verpleegplan Uitvoeren van de verpleegkundige interventies Evalueren en bijstellen Afronden verpleegkundige zorg + ontslag Nazorg
Geneeskundig proces
Verpleegkundig proces
Ontmoeten
Evalueren en bijstellen
Verzamelen gegevens Stellen verpleegkundige diagnose(s)
Afronden vpk zorg + ontslag
Nazorg
Uitvoeren vpk interventies Opstellen verpleegplan
De Verpleegkundige Standaard vormde een belangrijke inspiratiebron voor de totstandkoming van dit leerplaatsprofiel. Het PDF bestand staat op internet en is hier te lezen: http://www.vumc.nl/afdelingen/verpleegkunde/patientenzorg/7254504/
8
Ontmoeten; start van de professionele relatie De verpleegkundige stelt zich open en belangstellend op naar de patiënt en diens naasten. Bij de ontmoeting positioneert de verpleegkundige zich als professional en informeert de patiënt over wat hij kan en mag verwachten van haar en haar collega’s. Een goed verlopen ontmoeting zal de patiënt ervan overtuigen dat hij gezien, welkom, belangrijk en veilig is. Bij ons op de afdeling verloopt de eerste ontmoeting met de patiënt als volgt: Bij een electieve opname komt de patiënt op de afgesproken tijd op de afdeling. De patient wordt ontvangen door de verpleegkundige die verantwoordelijk is voor het opnemen van de patiënt. De patiënt krijgt als eerste een video te zien waarin algemene informatie over de afdeling wordt gegeven. Vervolgens krijgt de patient een gesprek met verschillende disciplines: - Medicatieverificatieteam: deze nemen het medicatiegebruik met de patiënt door. - Verpleegkundige: afnemen van een anamnese en het doornemen van de informatie voor de operatie. - Zaalarts/co assistent: medische anamnese en lichamelijk onderzoek. Bij de meeste patienten wordt er bij binnenkomst bloed afgenomen. Niet geplande opnames komen via de Acute Opname Afdeling en de IC/MC. De verpleegkundige haalt de patiënt op en krijgt een overdracht. De verantwoordelijke verpleegkundige geeft de patiënt een plek op de afdeling en zorgt dat de arts op de hoogte is van de komst van de patiënt. Contactpersoon wordt op de hoogte gesteld van overplaatsing door de verpleegkundige. Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS: 1. Verpleegkundige Vakbekwaamheid 2. Communicatie 7. Professionaliteit en Reflectie
9
Verzamelen gegevens De eerste gegevens van de patiënt worden verzameld in het intake gesprek en deze worden vastgelegd in de verpleegkundige anamnese. De verpleegkundige heeft dan de medische en historische gegevens al geraadpleegd en gebruikt dit in het anamnese gesprek. Bijvoorbeeld om te checken welke informatiebehoefte de patiënt heeft. Zo wordt informatie op maat gegeven, wat past binnen de visie van het sturen op zelfmanagement van de patiënt. Gegevens die later tijdens de opname beschikbaar komen worden in het dossier vastgelegd. Informatie komt van de patiënt, van diens omgeving en van andere zorgverleners. Bij ons op de afdeling verzamelen we op de volgende manier de gegevens: - ZIS. - Mirador. - Medisch en verpleegkundig dossier. Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS 1 Verpleegkundige vakbekwaamheid 2 Communicatie 6 Organisatie en Kwaliteit
10
Stellen van de verpleegkundige diagnose/ het verpleegprobleem Verpleegkundige diagnoses vormen de basis voor de keuzes van verpleegkundige interventies en resultaten, waarvoor de verpleegkundige verantwoordelijk is. Het gebruik van dezelfde termen voor verpleegkundige diagnoses maakt het mogelijk om snel en helder aan te geven waarom een patiënt bepaalde verpleegkundige zorg nodig heeft. Belangrijk is dat er wordt vastgesteld welke feitelijke of dreigende gevolgen er zijn voor de bestaanszorg en het zelfmanagement van de patiënt. Bij ons op de afdeling komen veel verpleegkundige diagnoses voor in de volgende gebieden: Kernset van ondersteuningsvragen
Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS 1 Verpleegkundige vakbekwaamheid 2 Communicatie 3 Samenwerking 11
4 Kennis en ontwikkeling delen 6 Organisatie en kwaliteit
12
Opstellen van het verpleegplan Het verpleegplan is het hulpmiddel om de afgesproken zorg te continueren, ondersteunt bij het stellen van prioriteiten en is een waarborg voor individuele zorgverlening. In het verpleegplan worden verpleegkundige diagnoses, de beoogde zorgresultaten en de planning van de interventies en activiteiten overzichtelijk genoteerd. Op het moment van schrijven van dit leerplaatsprofiel wordt er op de verschillende afdelingen wisselend omgegaan met het opstellen en uitvoeren van verpleegplannen. In de nabije toekomst is uniformiteit wel de bedoeling, waarschijnlijk met ondersteuning van het Electronisch Dossier (EVA). Het betekent niet dat dit niet nu geleerd kan worden. Met theorie vanuit school zijn er genoeg kansen om casussen uit de praktijk te gebruiken voor het opstellen van het verpleegplan. Bij ons op de afdeling wordt een plan gemaakt in ZIS. Hierin wordt opgeschreven welke acties moeten worden ondernomen bij de patiënt en op welke manier dit moet gebeuren. Afspraken met de arts worden ook genoteerd in het medisch en verpleegkundig dossier en getekend door de zaalarts/chirurg.
Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS 1 Verpleegkundige vakbekwaamheid 2 Communicatie 3 Samenwerking 4 Kennis en ontwikkeling delen 6 Organisatie en kwaliteit
13
Uitvoeren van interventies Een verpleegkundige interventie is iedere professioneel uitgevoerde handeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert ten behoeve van de patiënt. Een interventie kan bestaan uit meerdere verpleegkundige activiteiten. De interventie ‘bewaken van vitale functies’ kan bijvoorbeeld de volgende activiteiten omvatten: controleren, interpreteren en registreren van temperatuur, pols, ademhaling en tensie. Bij ons de afdeling worden de vitale functies dagelijks gemeten. Hierbij wordt gekeken naar de temperatuur, pols, ademhaling en tensie en daarnaast wordt ook gevraagd om een pijnscore. Post OK worden de controles drie dagen lang, driemaal per dag gedaan. Daarna wordt alleen op indicatie vaker dan eenmaal per dag gemeten. De pijnscore wordt standaard driemaal daags gemeten, in elke dienst eenmaal. Bij het interpreteren van gegeven wordt gebruik gemaakt van “de alarmsignalen bij vitaal gedreigde patiënten” van het Spoed Medisch Interventie Team. Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS 1 Verpleegkundige vakbekwaamheid 2 Communicatie 3 Samenwerking 4 Kennis en ontwikkeling delen 6 Organisatie en kwaliteit
14
Evalueren en bijstellen van verpleegkundige zorgresultaten Om goede en tijdige zorg te kunnen leveren is het bewaken van en (bij)sturen op voortgang en resultaten cruciaal. Verpleegkundige en patiënt beoordelen de resultaten tijdens de zorgverlening, visiterondes en in het ontslaggesprek. Werken met verpleegkundige zorgresultaten is in VUmc nog niet sterk ontwikkeld. Inmiddels worden enkele uitkomsten digitaal gescoord (decubitus, delier en ondervoeding). Bij ons op de afdeling werken we veel met de volgende zorgresultaten: - Delierscreening: bij opname wordt bij alle patiënten van boven de 70 jaar gescoord op een risico op een delier. Tijdens opname worden alle patiënten gescoord die een delier hebben/gehad hebben. - Katz ADL schaal - Decubitus screening: twee keer per week wordt in het ZIS de decubitus gescoord aan de hand van een aantal punten. - Ondervoeding: bij opname wordt de SNAQ score afgenomen. Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS 5: maatschappelijke verantwoordelijkheid 6: organisatie en kwaliteit 7: professionaliteit en reflectie
15
Afronden verpleegkundige zorg en ontslag Als het zelfmanagement van de patiënt zodanig herstelt is dat ziekenhuis verblijf of behandeling op de dagbehandeling op de polikliniek binnen VUmc niet meer nodig is, volgt overdracht en ontslag. gecheckt wordt of patiënt ‘mag, kan, durft of eventueel moet’. Ontslag hoeft niet te betekenen dat de patiënt geen verpleegkundige zorg meer nodig heeft. Overdracht en ontslag kan bijvoorbeeld van VUmc verpleegkundige naar wijkverpleegkundige. Met een adequate overdracht van de zorg wordt continuïteit voor een patiënt gewaarborgd. Overdrachten van VUmc worden geregistreerd in Point. Bij ons op de afdeling wordt er bij alle patiënten waarbij dit noodzakelijk is thuiszorg aangevraagd via Point. In dit programma wordt aangegeven welke zorg de patiënten nodig hebben. Daarnaast worden in dit programma de uitvoeringsverzoeken en MSVT formulieren ingevuld die de transferverpleegkundige nodig heeft bij het stellen van de indicatie. Tot slot wordt de overdracht in Point geschreven. Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS
1: verpleegkundige vakbekwaamheid 2: communicatie 3: samenwerking 6: organisatie en kwaliteit
16
Nazorg Bij ontslag hoort ook de nazorg. De patiënt wordt geïnformeerd over de leefregels die horen bij de herstelfase, de thuismedicatie en eventueel verandering hiervan. Bij sommige patiëntengroepen wordt de patiënt thuis gebeld om te vragen of alles goed verloopt. Afstemming van taken hierin tussen artsen en verpleegkundigen voorkomt verwarring bij de patiënt. Bij ons op de afdeling komt de transferverpleegkundige langs bij de patiënt om de zorg voor thuis af te stellen en aan te passen aan de wensen van de patiënt. Dit gebeurt indien er door de verpleegkundige een aanvraag via Point is gedaan. De verpleegkundige zorgt voor het schrijven van een overdracht en licht de arts in over de voortgang van het regelen van nazorg. De verpleegkundige zorgt tegelijk ook voor een terugkoppeling aan de patiënt en zijn/haar contactpersoon. De zaalarts en de verpleegkundige voeren de dag voor ontslag een ontslaggesprek met de patient. Hierin worden verschillende punten besproken volgens een vragenlijst: - Is de diagnose duidelijk? - Is het duidelijk wat er tijdens opname is gebeurd? - Zijn de gegeven adviezen over leefregels duidelijk? - Is het duidelijk welke medicijnen gebruikt moeten worden en waarvoor deze zijn? - Is het duidelijk wat te doen als er sprake is van toename van klachten? - Weet u hoe u het VUMC kan bereiken in geval van vragen? - Heeft u tijdens opname de ruimte gekregen om uw wensen en mogelijke zorgen te delen? Deze stap in het verpleegkundig proces kan gekoppeld worden aan de volgende CanMEDS
1: verpleegkundige vakbekwaamheid 2: communicatie 6: organisatie en kwaliteit
17
CanMED 4: kennis ontwikkelen en delen Alle stappen van het verpleegkundig proces zijn nu beschreven. De CanMEDrol: kennis ontwikkelen en delen verdient een eigen beschrijving. Het geven van werkbegeleiding kan in VUmc goed geleerd worden. Bij ons op de afdeling wordt de kennis gedeeld via klinische lessen (b.v. de oncologieweken), verschillende vormen van overleg (verpleegkundigen onderling of artsen/verpleegkundige overleg).
18
Tot Slot:
Verder hechten we veel waarde aan de VUmc-code (zie hieronder), die aangeeft wat VUmc verstaat onder gedrag dat past bij onze kernwaarden, wat we verwachten van medewerkers, en waar de grenzen liggen.
VUmc-code De VUmc-code is een alomvattende code, die aangeeft wat VUmc verstaat onder gedrag dat past bij onze kernwaarden, wat we verwachten van medewerkers, en waar de grenzen liggen. De VUmc code is daarom ook niet vrijblijvend. VUmc verwacht van alle medewerkers dat zij zich aan deze regels en normen houden. Schending van de VUmc-code wordt opgevat als plichtverzuim en kan leiden tot oplegging van disciplinaire maatregelen (artikel 11.1 CAO UMC) De missie van VUmc is: wij staan voor onderscheidende patiëntenzorg, hoogwaardig wetenschappelijk onderwijs en grensverleggend onderzoek. Het motto dat daarbij hoort is Samen kiezen voor beter. Als wij dit motto willen naleven – naar elkaar, naar onze patiënten, naar onze studenten en naar de samenleving – hebben we vertrouwen en veiligheid nodig. Vertrouwen en veiligheid ontstaan niet vanzelf. Openheid, eerlijkheid, integer en respectvol handelen zijn daarvoor de noodzakelijke voorwaarden. De onderstaande VUmc-code beschrijft vanuit onze kernwaarden betrokken, zorgvuldig en ambitieus hoe wij die openheid, eerlijkheid en integer en respectvol handelen vorm geven bij VUmc. 1. Betrokken ‐ Verantwoordelijkheid nemen ‐ Werken als een team en op een professionele en respectvolle wijze met elkaar omgaan ‐ Elkaar aanspreken op positief en negatief gedrag ‐ Met elkaar spreken, niet over elkaar ‐ Conflicten bespreekbaar maken en oplossen ‐ VUmc-belang stellen boven eigen (afdelings-) belang. Betrokkenheid bij VUmc betekent dat u uw verantwoordelijkheid neemt als medewerker, welke functie u ook heeft. Die verantwoordelijkheid neemt u in uw eigen werk, maar ook daarbuiten. Organisatiebreed denken staat hierbij voorop. In een multidisciplinaire organisatie als VUmc is werken als team onontbeerlijk. We doen het samen; een topspeler is ook een teamspeler. Op een professionele en respectvolle wijze met elkaar omgaan betekent dat wij iedereen met respect behandelen, onafhankelijk van geslacht, ras, leeftijd, afkomst, handicap, geloof, seksuele geaardheid en functie. Met iedereen bedoelen we: patiënten en hun naasten, vaste en tijdelijke collega’s, gasten en professionals buiten VUmc. Voor goede samenwerking is het nodig dat u elkaar aanspreekt, niet alleen als iemand een fout maakt of ongewenst gedrag vertoont, maar ook als iemand juist een compliment verdient. 19
Dit doet u bij al uw collega’s, ongeacht hun functie of rol. Meningsverschillen zijn er overal. Daarmee kunt je elkaar scherp houden. Maar we moeten deze bespreekbaar houden en opbouwend oplossen. Vraag zo nodig hulp van collega’s, leidinggevende of een vertrouwenspersoon. In het geval van verpleegkunde studenten geldt hiervoor de praktijkopleider.
2. Zorgvuldig ‐ Zorgvuldig en vertrouwelijk omgaan met informatie ‐ Houden aan ‘afspraak is afspraak’ ‐ Klachten en zorgcalamiteiten melden en serieus nemen ‐ Bewust zijn van het werken met publieke middelen ‐ Bewust zijn van organisatiebelang. Patiënten, bezoekers, medewerkers en studenten moeten zich veilig voelen in VUmc. Daarbij hoort allereerst dat er zorgvuldig en veilig wordt omgegaan met vertrouwelijke informatie, zoals patiëntgegevens, onderzoeksgegevens, medewerker gegevens en interne documenten. Vertrouwelijke en persoonsgebonden informatie wordt opgeslagen binnen het VUmc-domein, op een beveiligde omgeving. Voor al deze gegevens en informatie geldt strikte geheimhouding. Slordige en onzorgvuldige omgang met deze informatie is tegen de regels en leidt tot wantrouwen bij patiënten en reputatieschade aan VUmc. We houden ons aan gemaakte afspraken en we doen wat we zeggen. Voor een gevoel van veiligheid en vertrouwen is het van belang dat we volgens de voorschriften werken en incidenten, complicaties en calamiteiten direct op de voorgeschreven wijze melden. Zorgvuldig werken betekent ook dat we ons bewust zijn van het feit dat we werken in een semioverheidsinstelling. We werken dus met publieke middelen en geld. Het is daarom van extra belang dat wij de eigendommen, medicijnen en overige hulpmiddelen van VUmc met zorg gebruiken en niet verspillen. 3. Ambitieus ‐ Jezelf blijven ontwikkelen en innovatief zijn ‐ Openstaan voor kritiek en hierop reflecteren ‐ Topspeler én teamspeler zijn ‐ Voortdurend werken aan het beste resultaat. VUmc is een organisatie met ambitie. Dat is helder verwoord in het motto “Samen kiezen voor beter”. Daarom vragen we iedere medewerker en student om altijd meer uit zichzelf te halen. Kies ervoor om – in overleg met uw leidinggevende – uzelf te blijven ontwikkelen. Durf initiatief te nemen. Sta open voor kritiek, gebruik deze om u te ontwikkelen tot een kritische beroepsbeoefenaar die in staat is zijn gedrag bij te sturen. Met topspelers – die sterk zijn in teamwork – zal VUmc voorop blijven lopen in zorg, onderzoek en onderwijs. Zo ondersteunen we het beleid van VUmc en houden we onze naam hoog. Specifieke regels en codes – alle te vinden op kwaliteitsnet en intranet ‐ Medisch beroepsgeheim 20
‐ Privacy reglement ‐ Gedragscode VUmc Agressievrij ‐ Beleid (on)gewenste omgangsvormen ‐ Werkwijze bij calamiteiten in de patiëntenzorg ‐ Regeling nevenwerk ‐ Klokkenluidersregeling ‐ Inkooprichtlijnen ‐ Gedragscode e-mail en internetgebruik ‐ Social media – gebruik je gezonde verstand
21