COLOFON tekst: Monica Wesseling fotografie: KINA, Judith Bouma Natuurmonumenten Silvan Puijman, Buiten Beeld vormgeving: Sense Communicatie druk: Scholma
Dit project komt mede tot stand met een bijdrage van de Europese Commissie
Stichting Het Marius Tonckensfonds Camping De Schuilhoeve
NIEUWSBRIEF Dutch Crane Resort
Het kraanvogelparadijs is klaar
5
APRIL 2014
Het is zover. De klus is geklaard. Het Fochteloërveen is nu écht een kraanvogelreservaat geworden: het Dutch Crane Resort is gereed. Na drie jaar van graven, dempen, plaggen, kappen, planten en grond verzetten, voldoet het veen nu aan veel wensen van de grote, grijze vogel. En dat niet alleen. Ook voor roodborsttapuit, veenbes, noordse witsnuitlibel, veenhooibeestje en tal van andere planten en dieren zijn de leefomstandigheden in het Fochteloërveen verbeterd. Er is hard gewerkt en meegedacht, ook door de omgeving. We nodigen u graag uit zelf te komen kijken in dit ‘nieuwe’ natuurgebied.
Zo welkom mogelijk
Wat is er nou eigenlijk gedaan?
D
e mist sluit zich, langzaam zakken zijn voeten weg in de zompige bodem. Kwalijke gassen stijgen op. Geen mens in de buurt. Geen redding nabij…. Ongenaakbaar en ongastvrij; zo kun je het veen wel noemen. Niet voor niets was het in vroeger tijden gevreesd. Slechts bij hoge nood begaf men er zich in. Dat is nu gelukkig wel anders, al blijft hoogveen moeilijk doordringbaar. Zomp en moeras doorkruis je immers zo makkelijk niet. Een mooie opgave voor Natuurmonumenten die, ook gezien de wensen vanuit de omgeving, het natuurgebied zo toegankelijk mogelijk wil maken. Zo toegankelijk mogelijk; dus ook rekening houdend met de eisen die de kraanvogels en andere dieren en planten stellen. Hoe is de toegankelijkheid in tact gebleven? • Op de hoek van de Stallaan is een nieuwe uitkijktoren geplaatst. U kunt 360 graden in de rondte kijken! De slaaptrek van de ganzen op het Esmeer, foeragerende kraanvogels in deelgebied Stallaan, de roepende heikikkers in de petgaten en de bloeiende heide in het Esmeergebied: u ziet en hoort het allemaal. • Bij de uitkijktoren, in het Norger-Petgatengebied en bij het Esmeer zijn picknickbanken geplaatst. • Het rondje veen. Aan de zuidzijde van het Esmeer en de Norger Petgaten is een nieuw fietspad aangelegd. Zodra de ontbrekende twee kilometer fietspad van Meesterswijk naar Jonkerswijk gereed is, is een schitterende fietstocht om het hele Fochteloërveen te maken. • Het fietspad aan de zuidkant van het veen is geslo ten: door de maatregelen in het veen was het ter plekke te nat geworden. Het fietspad ligt nu langs de Stallaan.
D
rie jaar lang zagen bezoekers van het Fochteloërveen vrachtwagens, graafmachines en werden ze geconfronteerd met onrust. Wat is er precies gedaan en waarom? In het kort gezegd: alle maatregelen hebben tot doel het Fochteloërveen natter én rijker aan hoogveen en natte heide te maken. In de Stallaan zijn wijken en sloten gedempt. Hierdoor verandert dit voormalig landbouwgebied in riet en ruigte met broedgelegenheid voor bijvoorbeeld grauwe klauwier en roerdomp. Belangrijker nog is het effect op de kern van het Fochteloërveen; deze wordt namelijk natter door de bufferende Stallaan. Om wateroverlast ‘bij de buren’ te voorkomen zijn kades aangelegd. Ook in het Esmeergebied zijn wijken gedempt waaronder de 10 meter brede en tot 3 meter diepe
Esmeerwijk! Er zijn nieuwe, kleine petgaten open getrokken. Die zullen verlanden en ruimte bieden aan bijzondere planten en dieren. In de Norger Petgaten zijn stukjes grond waar de kans dat daar vanzelf veen of natte heide komt groot is, geplagd. Om het gebied opener en daarmee aantrekkelijker voor kraanvogels te maken, is bos gekapt. De oostzijde van de Kolonievaart heeft echter ‘een extra randje’ bos gekregen. Op verzoek van Stichting Het Marius Tonckensfonds, én omdat vlinders wel varen bij een ‘brokkelige’ en geleidelijk oplopende bosrand. In de Kolonievaart is overigens de oude loop van de Slokkert, een beekje, hersteld. Er is 30 tot 40 centimeter van de grond afgeplagd om het mooie, bloemrijke natte beekdal van vroeger terug te brengen.
Kies je route door het veen Het hele jaar mooi Veenhuizen
Kolonievaart
Routes
Compagnonsbossen 3,3 km
Compagnonsveld 5,5 km
Bonghaar 4 km (laarzen aanbevolen)
Mindervalidenpad 2,5 km (kijkhut rolstoeltoegankelijk)
Kanoroute 5,5 km
Stallaan Esmeer Norger Petgaten Esmeergebied
Fochteloërveen
Uitzichtpunt
Kijkhut
Uitkijktoren
Fietspad
Informatiecentrum Fochteloërveen Grondgebruik
Bos
Water
Heide
Bovensmilde Lyc kla m
ava ar
t
Ravenswoud
Ap
pe lsc ha ste r
va a
Co m
rt
pa gn
on
Appelscha
sw eg
nn ew eg
Me
Parkeerplaats
M Lo eest kst er raa t
rve
Informatiepaneel
tel oë
enw eg
Verkeer
Fo ch
Kenners weten het: het Fochteloërveen is het hele jaar door mooi. Mysterieus met mistslierten en damp in de herfst, stil en verlaten in de winter, ‘dansend en jubelend’ in de lente terwijl de zomer kikkers, vlinders, libellen en natuurlijk bloemen brengt. Toch wat tips voor welk seizoen: Winter: rietganzen en wilde zwanen op het Esmeer en slapende blauwe kiekendieven in het veen. De kiekendieven zijn prima te zien vanaf het fietspad over de Bonghaar. In het Esmeergebied is het opletten op takjes gespietste muizen: prooien van de klapeksters. Dit is ook de tijd voor grote roofvogels: zeearend, visarend en ruigpootbuizerd. Voorjaar betekent feest. Baltsende kraanvogels, vooral in de Stallaan. Daar ook veel roepende kikkers en padden. Roodborsttapuiten alom, blauwborsten, veldleeuweriken en paapjes. Het riet kleurt groen, in de Kolonievaart bloeien de eerste bloemen. De zomer is het seizoen voor de 35 soorten libellen en vele vlinders die in het Fochteloërveen leven. Van de zeldzame noordse witsnuitlibel tot het ‘doodgewone’ lantaarntje: het zit er allemaal! Zelfs de slangenarend en natuurlijk boomvalken. Die zijn nou eenmaal verzot op libellen. Vliegend vangen ze ze en plukken de vleugels eraf. Herfst: hét grote spektakel van de herfst vormen de kraanvogels. Tientallen vogels vooral jonge dieren, verzamelen zich dan in het veen. ze rusten en foerageren er.
Smilde
Op pad met schrijver Gerrit Jan Zwier ‘Veen geeft je de ruimte om na te denken’ Een winterdag in het Fochteloërveen. Langzaam gaat de zon op. Warme winterkleuren verschijnen. Het geel van het pijpenstrootje, het bruin van de heide en het berkengrijs. Hoog in de lucht trekt een groepje ganzen over en cirkelt een buizerd op thermiek. De vorst is mild, een oostenstorm is voorspeld en daarmee is het een mooi moment voor een wandeling met Gerrit Jan Zwier, Fries, schrijver, antropoloog en groot liefhebber van noordelijke gebieden. Op pad door het zompig veen. Het Fochteloërveen is voor Zwier geen onbekend terrein. ‘Mijn ouders streken na omzwervingen door het land, tijdens mijn studie neer in Appelscha. In de weekeinden dat ik thuis was, wandelde en fietste ik natuurlijk altijd wel even door het veen. Ik heb hier heel wat prettige uren doorgebracht. Mooi hoor, die weidsheid en ruimte.’ Eric de Noorman Ontspannen banjerend met handen op de rug en grote laarzen aan lijkt Zwier volledig in zijn element. En dat is misschien niet zo verwonderlijk. Hij is verslingerd aan noordelijke landschappen. Échte noordelijke landschappen, van die ´erbarmelijke´. Hij doorkruiste de toendra, beklom ijzige vlakten, trotseerde sneeuwstormen en polaire lucht en nog steeds, hoewel hij de 60 is gepasseerd, maakt hij reizen naar IJsland, Lapland en Scandinavië. En niet alleen voor het landschap en de natuur. Als antropoloog keek en kijkt hij vooral ook naar wat de omgeving doet met mensen. Hoe is het bijvoorbeeld om te leven in een land waar het zes maanden per jaar donker is en tientallen graden vriest. Wat is dat toch, die hang naar het noorden? ‘Tja, dat is volgens mij typisch iets van noordelingen, van Friezen en Groningers. Ze zijn gewend aan ruimte om zich heen; willen uitkijken over de landerijen en de vlakten. Het zijn eigenlijk de Eric de Noormannen van vroeger; stoere lieden die de zeeën willen bevaren en nieuwe gebieden ontdekken. Dat noorden trekt gewoon. Een échte noordeling zie je echt niet zo snel in het zuiden.’ Noordelijk gevoel Het noorden, de toendra van Lapland, de puinvlakten van IJsland of de venen van Scandinavië staan garant voor, wat Zwier noemt, het ‘noordelijke gevoel’. ‘Het is een prettig gevoel van eenzaamheid, verlatenheid en ruimte. Het geeft je de rust om na te denken, om de stilte te ervaren. Dat klinkt romantisch, ik ben ook wel een romanticus, maar vergis je niet. Het leven op de toendra of op de Noordpool is bikkelhard. Het is een strijd tegen de elementen. De natuur is schitterend,
maar ongenaakbaar. In je eentje zo’n gebied doorkruisen is levensgevaarlijk. Dat doe je gewoon niet. Het gevoel van eenzaamheid moet dus ook niet al te letterlijk worden genomen.’ Het ‘hoge’ noorden is gevaarlijk, net zoals dit Fochteloërveen in vroeger tijden alles behalve toegankelijk was. Het leven was bar, veenputjes maakte je echt niet voor je plezier. Man-made We staan inmiddels aan de rand van het Esmeer. Op het water dobberen tientallen rietganzen en eenden. De zon weerkaatst de wolken in het water en licht het mos in de putjes rondom knalgroen op. Het is stil, rustig en uiterst aangenaam. ‘Ja, dit lijkt wel een beetje op de toendra. Dan maakt het niet eens zoveel verschil uit dat dit gebied man-made is. Het blijft dat prettige gevoel geven. Er is natuurlijk wel één groot verschil met de echte toendra. Dit is niet gevaarlijk. Nu niet meer, tenminste. Voor heel veel mensen geeft dit een aangename sensatie van wildernis. Een soort geromantiseerde, geciviliseerde wildernis. Eentje zonder gevaar. Hier kan je met een gerust hart alleen lopen. Het is veilig, maar met een leuk soort spanning. Veen en zomp zijn en blijven natuurlijk altijd verraderlijk. Maar hier heb je het gevaar zelf in de hand; op de toendra niet.’ Beschermen Hoewel de schrijver, eerlijk is eerlijk, de voorkeur geeft aan de echte wildernis boven deze ‘Hollandse toendra’, vindt hij het zowel als bioloog als als antropoloog belangrijk dat het Fochteloërveen goed beschermd wordt. Het biologisch belang is duidelijk; het veen is leefgebied voor honderden, deels zeldzame, dieren en planten. Maar ook voor de mens is het natuurgebied zeer waardevol. Zwier, starend in de verte: ‘Er is een enorme behoefte aan natuur. Mensen hebben natuur nodig. Steeds weer opnieuw blijkt dat we buiten, groen, nodig hebben om gezond te blijven. En ja, dit soort open veenlandschap heeft dan natuurlijk nog iets extra’s. Het nodigt je uit in gedachten te verzinken, over dingen na te denken, tot rust en tot jezelf te komen. Dit open land heeft dat; bos niet. Voor mij niet in elk geval. Ik ben een veenmens, geen bostype.’ De middag loopt ten einde en het begint te schemeren. De temperatuur zakt met sprongen. Tijd om een warme kop thee op te zoeken. Een wandelaar passeert en groet vriendelijk en open. Die Hollandse toendra is zo gek nog niet.
WIN EEN VEENSAFARI MET DE BOSWACHTER Tekenwedstrijd Vind je het leuk om samen met de boswachter op ‘veensafari’ te gaan door het Fochteloërveen? Dat kan! Stuur je mooiste tekening van het Fochteloërveen naar boswachter Willem Klok. Dat kan een tekening zijn van een kraanvogel, een libel of een das. Of misschien wel heel iets anders wat het Fochteloërveen voor jou zo speciaal maakt. Doe mee en win. Laat je fantasie de vrije loop en geef bij je tekening aan waarom jij met de boswachter op stap wilt. Stuur je tekening naar: Natuurmonumenten boswachter Willem Klok Hoofdweg 120 9341 BL Veenhuizen.
FEESTELIJKE AFSLUITING PROJECT DUTCH CRANE RESORT Op maandagmiddag 16 juni 2014 wordt het project Dutch Crane Resort feestelijk afgesloten samen met gedeputeerde Munniksma en leerlingen van de openbare basisschool De Elsakker uit Westervelde. Een aantal jaren is er veel werk verzet en heeft u de omgeving zien veranderen. Het is nu tijd om met elkaar van de resultaten te genieten en even stil te staan bij alles wat gerealiseerd is. We nodigen u als omwonende graag uit om bij de opening aanwezig te zijn. Aanmelden kan per email:
[email protected]. Laat even weten of u alleen komt of iemand mee neemt. Binnenkort is het hele programma te vinden op: www.natuurmonumenten.nl/fochteloërveen. Houd de website in de gaten.
Twee parels
D
e uitvoering van Dutch Crane Resort mag een succes worden genoemd - niets ging écht fout -, maar voor boswachter Willem Klok waren er toch wel twee duidelijke hoogtepunten: de samenwerking met de omgeving en het herstel van de bovenloop van de Slokkert. Klok: ‘Nooit tevoren hadden we zó intensief en in een zo vroeg stadium met de omgeving overlegd over natuurplannen. En ik moet zeggen dat het samenwerken uitstekend is bevallen. Door samenspraak voorkom je gebrek aan draagvlak en wordt de nieuwe natuur geen speeltje van donkergroene mensen, maar natuur die juist ook van en voor de omwonenden is. Het beviel goed en in de toekomst wil Natuurmonumenten nog meer dan tevoren sámen met de omgeving plannen realiseren. Te beginnen met het Smildegerveen.’ Van een heel andere orde is het herstel van de bovenloop van de Slokkert. Door het afgraven van de grond in de Kolonievaart is het oude beekdal van de Slokkert
hersteld. Het overtollige water uit het Fochteloërveen loopt binnenkort weer – net zoals vroeger – via het beekdal in de Slokkert. Dan komt het water via de Onlanden – ook al een hersteld oud systeem – uit in zee. Dat is binnenkort en niet nu al: de feitelijke aantakking aan de Slokkert moet nog worden gerealiseerd. Om te voorkomen dat het aangrenzende landbouwgebied wateroverlast krijgt, wordt er een soort ‘bypass’ gemaakt.
Niet te duur Een opmerkelijk resultaat in deze tijd van overschrijdingen: de uitvoering van Dutch Crane Resort is 700.000 euro goedkoper uitgevallen dan begroot. Boswachter Willem Klok: ‘Er is scherp gecalculeerd, aannemers hebben scherp ingeschreven - en eisten dus niet per se het onderste uit de kan - en er zijn geen echt grote tegenvallers geweest.’ De klus was op 3 miljoen euro begroot. Het overgrote deel daarvan, 1,8 miljoen euro, is door de provincie Drenthe opgebracht. Brussel betaalde, omdat Dutch Crane Resort een Europees Life-project is, één miljoen euro mee. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer stonden voor het overige bedrag. Er is geld over. Een deel ervan zal worden gebruikt voor de realisatie van het Smildegerveen (zie kader), het overige wordt – conform afspraken – teruggegeven aan Brussel.
Vrijwilligster Judith Bouma:
‘De kracht van het veen is ongelooflijk’ ‘Ik weet nog heel goed de dag dat ik achter de camping van de familie Schuiling opeens kraanvogels en grazende reeën zag lopen. Toen realiseerde ik me hoe krachtig de natuur is, hoe snel ze opbloeit als je haar kansen geeft. Het is echt fantastisch om te zien hoe de dieren en planten profiteren van de nattigheid, van al het werk dat hier de afgelopen jaren is gedaan. Nu is het Fochteloërveen één compleet natuurgebied. De inrichting is klaar. Voor mij is het ontzettend spannend wat er nu gaat komen. Leeft de levendbarende hagedis op, neemt het aantal zeldzame libellen toe en hoe gaat het met de verdere verspreiding van het veenhooibeestje?’ Gerust Aan het woord is Judith Bouma (51), groot liefhebber én kenner van het Fochteloërveen. Al twaalf jaar op een rij inventariseert ze op verzoek van Natuurmonumenten de veenhooibeestjes. De overige vlinders, rupsen en libellen ‘neemt ze in de telling mee’. De afgelopen periode, de jaren waarin het grote herstelplan Dutch Crane Resort zijn beslag kreeg, legde ze – ook op verzoek – de veranderingen in het landschap fotografisch vast. ‘En die ingrepen deden soms best pijn. De kap van al die bomen ging me echt aan het hart. Maar als je dan ziet hoe snel de eerste heideplantjes verschijnen en libellen hun eieren afzetten in de nieuw gegraven poeltjes, dan stelt dat je ook wel weer gerust. De zwervende heidelibel, een echte pionier, verscheen al terwijl er nog werd gewerkt. Formidabel toch?’ Veenvrouw Judith is een echte veenvrouw, maar is dat niet ‘van huis uit’. Ze is geboren en opgegroeid in Brabant, trouwde een Fries en kwam in de Randstad terecht. Toen de kinderen kwamen, wilden ze meer ruimte om zich heen. ‘Dat hadden mijn man en ik ook beiden in onze jeugd gehad en dan weet je hoe belangrijk dat is.’ De zoektocht naar rust en ruimte eindigde in Fochteloo, maar had volgens haar ook net zo goed in de Betuwe of op de Veluwe tot een einde kunnen komen. ‘Een open horizon, rust en de mogelijkheid om alleen te zijn, vind je daar ook.’ Ze genoot wel van het Fochteloërveen, maar gewoon
als stil, open landschap. Tot Natuurmonumenten haar vroeg het veenhooibeestje, een zeldzame vlindersoort, in het veen in de gaten te houden. ‘En als je je dan gaat verdiepen in de dieren van het veen, kan het bijna niet anders of je raakt helemaal verslingerd. Ik in elk geval wel. De kracht om in zulke – voor dieren en planten toch eigenlijk beroerde - omstandigheden te leven. Neem zo’n heikikker; geen enkele andere kikker krijgt het voor elkaar om zich met succes in zulk zuur water voort te planten.’ Spannend Ook het veenhooibeestje en zijn relatie met het veen doet Judith nu alweer hartstochtelijk naar de zomer verlangen. De vlinder zet haar eieren vrijwel uitsluitend af op eenarig wollegras, een echte veenplant, en is uiterst zeldzaam. ‘Ik kan nauwelijks wachten op mijn eerste inventarisatieronde. Heel benieuwd hoe de vlinder deze toch merkwaardig zachte winter doorgekomen is!’ Judith voelt zich bevoorrecht en is dat eigenlijk ook wel. ‘Het Fochteloërveen is mijn achtertuin. Doordat ik er bovendien mag inventariseren en dus soms op plaatsen kom die eigenlijk zijn afgesloten, is het ook een beetje ‘mijn eigen natuurgebied’. Zó lang al de ontwikkelingen mogen en kunnen volgen, is natuurlijk ook een voorrecht. Ik ben er honderden uren per jaar mee bezig, dat is waar, maar krijg er zo ontzettend veel voor terug. De natuur is zó boeiend.‘ Stil De natuur is boeiend, het veen oogverblindend en verslavend, stelt Judith vast. ‘Er is ook bij de mensen grote behoefte aan natuur. Dat Natuurmonumenten binnen het Dutch Crane Resort programma dus ook extra recreatiemogelijkheden realiseert, lijkt me niet meer dan logisch. Maar een beetje jammer vind ik het stiekem wel. Het is zo heerlijk om helemaal alleen te zijn in dit wonderlijk Fochteloërveen. Alleen met de libellen, de mossen, de kraanvogels. Dwalen door dit open, stille land. En ach, dat zal heus wel mogelijk blijven. Het Fochteloërveen is groot. En eerlijk is eerlijk; gedachteloos zwerven door het veen gun je iedereen. En nu meer dan ooit. Het veen is echt nóg mooier geworden.’
Smildegerveen We schrijven ‘de klus is geklaard’ maar eigenlijk rest er nog één belangrijk project: het Smildegerveen. Ten zuidoosten van het Fochteloërveen wordt 150 hectares landbouwgrond (al bestemd in de ecologische hoofdstructuur) omgezet in natuur. De Schaaphokswijk plus een flink aantal sloten worden gedempt waardoor er een mooi ruig natuurgebied ontstaat. Belangrijker echter is het effect in het Fochteloërveen. De Schaaphokswijk loopt namelijk over een lengte van meer dan een kilometer door het veen. In het Fochteloërveen wordt de wijk heringericht. Aan beide zijden van de wijk wordt de oever afgeplagd. Doordat vervolgens de waterstand wordt opgezet, gaat de afgeplagde grond drijven. Onderzoek elders heeft uitgewezen dat deze methode heel snel tot nieuwe veenvorming leidt. Dempen van de Schaaphokswijk maakt dus nieuwe veenvorming binnen het natuurgebied mogelijk!
Meer dan alleen de kraanvogel
1
De grote opknapbeurt voor het Fochteloërveen mag dan Dutch CRANE Resort heten, maar dat betekent allerminst dat alleen kraanvogels van de maatregelen profiteren. Volgens Natuurmonumentenboswachter Martin Snip pakt het herstelplan voor veel meer dieren én planten gunstig uit. Zes ‘profiteurs’: 1 Het paapje. Deze zaad- en insecteneter houdt van kruidenrijke graslanden met voldoende structuur. Vooral in de Kolonievaart neemt de oppervlakte structuurrijk grasland toe. Zulk grasland biedt veel insecten (voedsel) en nestgelegenheid. En dat is belangrijk: het paapje is in ons land zeldzaam en bedreigd. 2 Het veenhooibeestje is een kleine, bruin gekleurde vlinder. Ze vliegt in juni, juli en zoekt dan naarstig naar eenarig wollegras. Omdat de rupsen hoofdzakelijk eenarig wollegras eten, worden de 60 tot 100 eitjes daarop afgezet. Ook het veenhooibeestje is zeldzaam en bedreigd. 3 De heikikker heeft een sterke voorkeur voor voedselarm, liefst een beetje zuur water. En dat vindt hij volop in het Fochteloërveen, vooral ook in nieuwe veenputjes die in de Norger Petgaten zijn gegraven. 4 De hoogveenglanslibel is in Nederland een echte zeldzaamheid. In het Fochteloërveen is ze in 2011
2
voor het eerst gezien. De libel zet haar eitjes af in ondiepe watertjes ‘met structuur’. Ze heeft een duidelijke voorkeur voor water begroeid met veenmossen. De nieuwe watertjes in de Norger Petgaten zijn perfect. 5 Het eenarig wollegras profiteert van het natter maken van het gebied en het weghalen van bosopslag. Zo is immers een open gebied ontstaan dat uitsluitend ‘gevoed’ wordt door regenwater. Voedselarme en zurige grond is perfect voor eenarig wollegras. En daarmee voor het veenhooibeestje. Dubbele winst dus. 6 De kraanvogel: hij kan natuurlijk niet uitblijven. Door het vernatten van het Fochteloërveen, de kap van bos én de uitbreiding in oppervlakte vindt de grote vogel meer rust en is de voedselvoorziening nog beter. Stijging van het aantal broedparen naar zes moet volgens Snip mogelijk zijn.
3
4
5
6