‘Het koninkrijk w dubbeltje Biografie Edwin van Meerkerk over de gebroeders Van Hogendorp
Radboud Magazine 37 | september 2013
40
Op 30 november vieren we dat het Koninkrijk der Nederlanden tweehonderd jaar bestaat. Edwin van Meerkerk, historicus aan de Radboud Universiteit, publiceert dit najaar een dubbelbiografie over de gebroeders Van Hogendorp, twee mannen in de coulissen van 1813. De een was een revolutionair, de ander wegbereider van het koninkrijk en zo bezien de winnaar van de geschiedenis. Maar het had evengoed anders kunnen lopen. Een verhaal over Van Meerkerks boek met negen door hem uitgekozen en toegelichte kunstwerken.
Standbeeld bij World Trade Center Rotterdam | Jozef Geefs, 1867 Aan bijna iedereen die dit standbeeld passeert, moet je uitleggen wie Gijsbert Karel van Hogendorp was. Deze bijna vergeten figuur bevorderde in 1813 de terugkeer van de Prins van Oranje uit Londen en kon zo de grondlegger worden van het Koninkrijk der Nederlanden. Op 30 november zette de prins voet op Nederlandse bodem, een dag die dit najaar opnieuw zal worden gevierd, overigens minder uitbundig dan honderd jaar geleden. Vroeger genoot Gijsbert Karel (1762-1834) nog een zekere faam, wat tot uitdrukking kwam in twee standbeelden, talloze naar hem vernoemde straten, pleinen en plantsoenen, én een hoofdrol in een jeugdroman van de toen veelgelezen Joh. Kievit, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het Koninkrijk der Nederlanden. Aanvankelijk had dit standbeeld een plaats bij het Rotterdams Historisch Museum, omdat Gijsbert Karel de laatste pensionaris was van zijn geboortestad. Na restauratie van dit museum kreeg het beeld een plaats bij het wtc, wat volgens Van Meerkerk geen slechte gedachte is. “Gijsbert Karel staat te boek als een conservatief politicus, maar hij was evenzeer een liberaal. Hij heeft zich altijd laten leiden door de vrijhandel en droeg zo mede bij aan de positie van Rotterdam als handelsstad.” Hoewel bijna vergeten, kan Gijsbert Karel tevreden zijn: hij heeft zijn plek in de annalen van de geschiedenis. “Hij was een ambitieus man, die heel graag een grote rol wilde spelen in de Nederlandse politiek”, aldus Van Meerkerk. Oudste broer Dirk, de andere hoofdpersoon in de dubbelbiografie, komt er maar bekaaid af: hij was minstens zo ambitieus, maar wedde op het verkeerde paard. En dan krijg je geen standbeelden en straatnaambordjes.
was een op zijn kant’ 41
Radboud Magazine 37 | september 2013
Gijsbert Karel als student in Berlijn Familiebezit | Johann Christoph Frisch circa 1775
Jeugdportretten van Dirk en Gijsbert Karel Dirk (links): Museum Rotterdam Benjamin Samuel Bolomey, 1769-1771 Gijsbert Karel: Familiebezit Zo groot als de verschillen zijn (gemaakt) in de overlevering, zo klein zijn ze hier: de twee broers – als tien- en elfjarige cadetten – zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Edwin van Meerkerk kiest deze beelden om de nuances te benadrukken. Zo zwartwit als de overlevering wil doen geloven, zijn de verschillen niet. Dirk zou de kritische antikolonialist en verlichte revolutionair zijn, Gijsbert Karel de stijfkoppige, koningsgezinde pennenlikker. In zijn dubbelstudie doet Van Meerkerk recht aan de grijstinten. “Gijsbert Karel liet zich bij het schrijven van de grondwet van 1815 wel degelijk inspireren door verlichte ideeën, Dirk ging alleen maar naar de Oost om veel geld te verdienen, de vooruitstrevende gedachtes kwamen pas later.” De overeenkomsten zijn volgens Van Meerkerk groter dan de verschillen: beiden zijn vasthoudend en principieel, en gedreven om het beste van Nederland te maken. In zijn boek probeert hij de clichés te omzeilen. “Het is interessanter om te kijken naar al die losse eindjes in de geschiedenis. Die tellen ook mee.”
Kijk naar het standbeeld van Gijsbert Karel en naar dit schilderij: nauwelijks te geloven dat dit een en dezelfde man is. Dit beeld is weggezakt in de overlevering, maar Edwin van Meerkerk stoft het graag af. Zie het dandyachtige open boord, de Griekse tekst die hij leest, een teken van een romantische inborst. “Dit was hij dus ook. Dit geeft een heel nieuw beeld van de stijve figuur die is overgeleverd.” Het gaat zelfs nog verder, weet Van Meerkerk na bestudering van de briefwisseling tussen Gijsbert Karel en Biester, de hofbibliothecaris van de koning van Pruisen in Berlijn. Van Meerkerk heeft tal van achttiende-eeuwse brieven gelezen, zodat hij de reikwijdte kan inschatten van de passages in de bewuste briefwisseling, waarin Gijsbert Karel en Biester verhalen van een zwempartij waarbij ze zich samen afdrogen onder eenzelfde handdoek. Homo-erotisch, analyseert Van Meerkerk, maar door Van Hogendorp verzwegen. “Zijn collega’s in het driemanschap dat in 1813 de Prins van Oranje terughaalde naar Nederland hadden daar geen weet van.”
De aankomst van Napoleon in Amsterdam | Amsterdams Historisch Museum Tekening R. Vinkeles, 1811 Het finest hour van Dirk van Hogendorp (1761-1822), de één jaar oudere broer van Gijsbert Karel: in 1811 is Dirk als vertrouweling van Napoleon diens reisleider en tolk tijdens het bezoek van de keizer aan Nederland – toen in handen van de Franse bezetter. Dirk gaat de geschiedenis in als een van de generaals van Napoleon en bleef de keizer trouw tot aan diens val in Waterloo in 1815. Hoewel het waarschijnlijk is dat Dirk op deze tekening figureert, kan Van Meerkerk hem niet traceren. Met de ogen van nu weten we dat Dirk de verkeerde kant koos, en dan word je dus geen vaderlandse held. Maar het was kantje boord, aldus Van Meerkerk. “Waterloo was voor Napoleon domme pech. Die slag werd verloren omdat de generaals
Radboud Magazine 37 | september 2013
42
De gebroeders Van Hogendorp, botsende idealen in de kraamkamer van het koninkrijk Verschijnt eind september bij Atlas Contact | isbn 9789045019338 | Prijs € 29,95 Zie ook facebook.com/GebroedersVanHogendorp
De aanvaarding van het hoogbewind | Rijksmuseum Amsterdam Jan Willem Pieneman, 1828 Gijsbert Karel (zittend) beleeft het toppunt van zijn roem, als lid van het driemanschap van 1813. Dit gezelschap ondernam een euvele poging door via een brief aan de secretaris van de prins van Oranje de terugkeer te bepleiten van de prins. “De reputatie van het driemanschap was groot genoeg om erop te kunnen rekenen dat de secretaris de brief zou lezen, maar dat hun pleidooi daadwerkelijk tot de terugkeer van de prins zou leiden, hadden ze waarschijnlijk zelf ook niet verwacht”, zegt Edwin van Meerkerk. Hij wijst erop dat in die tijd in Amsterdam een revolutionair comité actief was. Ook liepen er Franse troepen rond, naast andere legers. “Het had alle kanten op kunnen gaan.” De tragiek van Gijsbert Karel is dat Willem I het, kort na aanvaarding van de troon, niet meer in hem zag zitten. Vier jaar zou de koningsgezinde broer Van Hogendorp kunnen schitteren op het podium van de macht, onder meer als de eerste minister van Buitenlandse Zaken. Daarna zette de koning hem aan de kant. Van Meerkerk: ”Willem I wist niet zo goed wat hij aan moest met dat driemanschap. Hij was beducht voor een al te grote machtsvorming.” Exit Gijsbert Karel, die net als zijn broer op het laatst van zijn leven op een zijspoor terecht kwam.
niet naar hun baas luisterden.” Berucht is het optreden van generaal Ney, die vergeefs en veel te lang bleef inbeuken op de vijandelijke stellingen, waardoor Napoleon, toen het erop aankwam, geen beroep op hem kon doen. “Het had zomaar anders kunnen lopen”, zegt Van Meerkerk. De tegenstelling held versus verliezer is een cliché van de geschiedschrijving, zo laat de dubbelbiografie zien met het voortdurende stuivertje wisselen van beide broers. Waar bijvoorbeeld was Gijsbert Karel op het moment van deze intocht? Teruggetrokken levend in Den Haag, zoals vele Oranjegezinde functionarissen op een zijspoor beland. Vijf jaar hierna zal alles anders zijn: Gijsbert Karel vervult dan een hoge post onder de nieuwe koning, Dirk leeft in ballingschap in Brazilië, niet meer welkom in zijn vaderland.
43
Radboud Magazine 37 31 || maart september 2012 2013
Le maréchal Ney à la redoute de Kowno | Louvre Parijs Denis-Auguste-Marie Raffet, 1812 In 1812 zetelt Dirk als Gouverneur-generaal in Vilnius (Litouwen) en is hij getuige van de roemloze terugkeer van de legers van Napoleon uit Rusland – de voorbode van zijn eigen neergang. Zijn ooggetuigenverslag van de terugtocht door Litouwen is bewaard gebleven: ‘Het was een verwarde mengeling van alle legeronderdelen, alle rangen, zonder orde, zonder onderscheid. Droefgeestig, zwijgend, we hoorden niets anders dan hun gezucht; ze vielen vaak tegen elkaar aan. Ik zag een grote groep plotseling achterovervallen; enkelen wisten zich met pijn en moeite weer overeind te krijgen, maar de meesten bleven liggen en stierven met schokkende bewegingen. Bijna allemaal hadden ze hun wapens weggegooid en liepen ze zonder hun normale kleding en zeker zonder schoenen, een gebrek dat hun volledig ondraaglijk was. We zagen er gehuld in bizarre kledingstukken: vrouwenjurken, duizend losse lappen. De generaal was niet meer dan de soldaat of de tamboer en zou gekwetst zijn als er iets van werd gezegd, want men kende geen ondergeschikten meer, noch discipline.’
Dirk als gouverneur van Hamburg Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Leiden Schilder onbekend, 1812-1813 Dirk behoort als generaal van Napoleon in Hamburg volgens Van Meerkerk “tot de tien machtigste mannen van Europa”. De reislust van de Van Hogendorps mag genoemd worden: Gijsbert Karel verbleef in Amerika en Engeland, Dirk in Indië, Wenen, Madrid, SintPetersburg, Litouwen, Koningsbergen en Hamburg, zijn laatste post vóór de val van Napoleon. Dankzij die reislust van de broers is de staatsvorming van Nederland mede getekend door buitenlandse invloeden, aldus Van Meerkerk. Gijsbert Karel pikte de verhalen van zijn broer op dankzij de blijvende contacten, in eerste instantie via hun moeder, later met broer Willem als bemiddelende figuur. De innige vriendschap van de broers in jonge jaren ging in het latere leven over in onderlinge ergernissen, al bleven ze naar buiten toe hoog van elkaar opgeven. Van een echte ruzie heeft Van Meerkerk een gedocumenteerd verslag, als het woord ‘verraad’ valt bij een diner bij hun moeder thuis in 1801. Gijsbert Karel had toen juist zijn aanhankelijkheid getoond aan de Oranjes, terwijl Dirk begon aan zijn opmars onder het nieuwe bewind. Kiest de biograaf partij voor een van de broers of is een van beiden hem het liefst? De levenslust en recalcitrantie lijkt Dirk iets betere papieren te geven dan de steile jurist Gijsbert Karel. Maar Van Meerkerk toont zich een wijze vader. “Ze zijn me allebei even lief.”
Dirk voor zijn huis in Rio de Janeiro Schilder en datering onbekend Het moet heerlijk zijn geweest om de verhalen aan te horen van Dirk, op het terras van zijn huis bij Rio de Janeiro, waar hij zijn zes laatste levensjaren doorbracht als balling. Edwin van Meerkerk heeft tal van reisverslagen uitgeplozen, en in geen enkel ontbreekt een verslag van Dirk die zijn leven uit de doeken doet. Hij was een bezienswaardigheid in die tijd, als oud-generaal van Napoleon met allerlei sterke verhalen. “Hij moet een uitstekend verteller zijn geweest. Hij is aan zijn memoires begonnen, maar heeft die nooit kunnen afronden. Ze zijn pas na zijn dood gepubliceerd”, zegt Van Meerkerk. Hier zien we dus de Dirk die het even niet meezat, wachtend op zijn dood. Maar hij had wel degelijk als held kunnen eindigen, zegt Van Meerkerk. Zijn dubbelbiografie is óók een geschiedenis van de domme pech. Precies één dag na zijn overlijden werd bij Dirk de keizerlijke brief afgeleverd waarin hem een ministerschap van Brazilië werd aangeboden. Nog meer pech: de honderdduizend francs die Napoleon bij testament aan Dirk had nagelaten, hebben hem nooit bereikt.
Radboud Magazine 37 | september 2013
44