Het klantproces op Walcheren bij de vier decentralisaties
versie van vrijdag 15 augustus 2012
1
Basisprincipes klantproces decentralisaties
1.
Vertrekpunt:
De drie Walcherse gemeenten bereiden zich in het project Walcheren in 4D samen voor op de decentralisatie van de Begeleiding en de Jeugdzorg, de nieuwe Wet Werken naar Vermogen en de invoering van het Passend Onderwijs. Waar de gemeenten zich in eerste instantie op richten is het benoemen van de principiële uitgangspunten, het maken van startfoto's en het op hoofdlijnen beschrijven van het gewenste klantproces. In het Walchers project werd eerder vastgesteld dat het cliëntperspectief leidend is. Dat wil zeggen dat het klantproces ontworpen wordt vanuit de vraag: welke stappen zet een klant om tot ondersteuning en zorg te komen? Het vertrekpunt ligt dus niet bij protocollen, productieverantwoording of normeringen van tijd die besteed mag worden per klant. De insteek voor het ontwerpen van het klantproces is daarmee de praktijkervaring: zowel de praktijkervaring van de klant en zijn omgeving als die van de professional. De betrokken budgetten zijn groot en er moet bezuinigd worden. De doelgroep is kwetsbaar. Van de werkvloer wordt veel verwacht: zowel in wat zij tegenkomen (aard van de problematiek) als wat van hen gevraagd wordt (vergaand samenwerken met andere organisaties, reflecteren op hun professionele opstelling, resultaatgestuurd werken). De gemeentelijke bestuurders moeten hun politieke verantwoordelijkheid kunnen waarmaken, juist bij deze complexe casustiek. De focus bij het vormgeven van het klantproces is daarom meervoudig:
hooghouden van kwaliteit / verbeteren van processen
politieke sturing op beoogde effecten / ruimte voor professioneel handelen.
beheersen van budgetten / vinden van besparingen
Het is eenvoudig om te stellen dat je als overheid de professionals ruimte wilt geven. Dit standpunt krijgt echter pas betekenis als het in dialoog gaat met de wens van de overheid om een visie te hebben die richting geeft aan de keuzes die de professionals maken. Dat de overheid die wens heeft is logisch: zij is opdrachtgever en ook eindverantwoordelijk. De gemeenten zijn vóór de decentralisaties. Zij zijn zich bewust van de kwetsbaarheid van de doelgroep en dat de nieuwe taken verantwoordelijkheden met zich meebrengen. Vorm hieraan geven vraagt om creativiteit, die niet zonder dialoog kan. Voor het vormgeven van het klantproces zijn daarom vooral veel gesprekken gevoerd met een waaier aan betrokkenen (zie bijlage 1). Deze notitie bevat de eerste opbrengst daarvan.
2
2.
In zijn algemeenheid willen we
de eigen kracht van mensen als anker nemen: mensen ondersteunen om hun eigen kracht te behouden, die in te zetten, toe te groeien naar wat zij aankunnen, de resterende kracht, ook al is die nog zo klein, toch nog te benutten
mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreken
de maatschappij een rol geven
de directe omgeving van de klant betrekken en een actieve rol geven
ondersteuning zoveel mogelijk kleinschalig houden en in de eigen omgeving organiseren
simpele(r) oplossingen mogelijk maken
de professional ruimte geven om te doen wat nodig is
maatwerk mogelijk maken
de klant centraal stellen
de ondersteuning die geboden wordt meer dialooggestuurd maken
de claimcultuur zoals die in de AWBZ aanwezig is tegengaan
samenhang en integrale oplossingen organiseren
hulpverlening inzetten die werkt
minder bureaucratie
inzetten op resultaat: resultaatgerichte ondersteuning
inzetten op preventief werken
ontzorgen en normaliseren
Deze uitgangspunten staan voor een grotere koers, een horizon waar de gemeenten naar toe willen. Daarin zijn de Walcherse gemeenten niet uniek: het zijn weergaven van wat er breed in de maatschappij leeft en van wat we in zorg en ondersteuning tot nu toe hebben geleerd. De regering bevestigt deze koers en geeft met de decentralisaties opdracht om er vorm aan te geven. Op lokaal niveau, dichtbij de mensen waar het om gaat.
3
3.
Maatregelen die we al nemen binnen de grote koers
Algemene uitgangspunten zijn nodig om een richting aan te duiden: we willen - ongeveer - die kant op. Daarmee wordt nog niet duidelijk hoe de ondersteuning er precies uit ziet en wat die ondersteuning betekent in het dagelijks leven van mensen. In de afgelopen jaren zijn volop initiatieven tot uitvoering gekomen waarin we deze uitgangspunten terug vinden.
samenvoegen van loketten (Vraagpunt en Porthos, Werkplein, Veiligheidshuis)
professionals werken samen in netwerken in plaats van na elkaar in ketens
professionals van verschillende organisaties stemmen hun inzet af in multidisciplinaire teams
oplossingsgerichte gesprekstechnieken en handelingsmethoden werden geïntroduceerd
introduceren van eigen kracht - methoden als familie-netwerk-beraden bij opvoedproblemen
als het multidisciplinair overleg concludeert dat dat nodig is, direct de intensieve pedagogische thuishulp starten (een vorm van jeugdzorg) in plaats van de (tijdrovende) indicatiestelling afwachten
kleinschalige groepswoningen voor intramurale ouderenzorg waarin de bewoners in huiselijke setting bijdragen aan de dagelijkse gang van zaken, in plaats van grote verpleeghuizen waarin je als patiënt geen eigen rol meer hebt
de bureacratische uur-factuur-afrekening in de huishoudelijke zorg vervangen door lumpsum financiering
de dwingende indicering in de huishoudelijke zorg (aanduiden van wat er precies gedaan moet worden en hoeveel uur daar aan besteed mag worden) vervangen door globale toekenning (waardoor de zorgaanbieder mee kan veren met de zorgvraag van de klant)
kinderen in reguliere onderwijs houden in plaats van doorverwijzen naar speciale voorzieningen
schuldhulpverlening op Walcheren werkt nu samen met maatschappelijk werk en spreekt mensen aan op hun gedrag
Orionis Walcheren, ontstaan uit een fusie van de SDW, Kredietbank en LétÉ, als plek voor integrale ondersteuning op werk en inkomen
toenemende Walcherse gemeentelijke samenwerking vanuit gedeelde perspectieven
het inzetten van de compensatiemiddelen bij de pakketmaatregelen AWBZ voor outreachende medewerkers Porthos voor actieve signalering en overbruggingszorg
inzet van brede (domein-overschrijdende) samengestelde teams
4
4.
Het huidige klantproces in relatie tot de vier decentralisaties
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft opdracht aan de gemeenten om de zelfredzaamheid van mensen te bevorderen en ondersteuning te bieden waar dit niet goed lukt. Inhoudelijk wordt 'ondersteuning' gedefinieerd aan de hand van negen prestatievelden. De verwachting is dat de functie Begeleiding in de Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten (AWBZ) geschrapt wordt, en dat prestatieveld 6 in de Wmo uitgebreid wordt. Prestatieveld 6 gaat over het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking. In de praktijk gaat het om huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen, rolstoelen en hulpmiddelen. Klantproces AWBZ De AWBZ is een collectieve volksverzekering. Dat betekent dat wanneer een persoon voldoet aan de toelatingscriteria, er een verzekerd recht is op zorg. De zorg is bedoeld voor mensen die niet zelfredzaam zijn. Hoe loopt het klantproces in de praktijk? Als blijkt dat een persoon niet zelfredzaam is, dan wordt bekeken wat de onderliggende oorzaak is (in jargon: de grondslag). Dat kan bijvoorbeeld een verstandelijke beperking zijn. Als de verstandelijke beperking in de dagelijkse praktijk betekent dat die persoon zijn dag niet kan structureren (waardoor van alles in de soep zal lopen), dan kan de zorgfunctie Begeleiding worden verstrekt. In dat geval heeft deze persoon recht op begeleiding. Ook wordt beschreven of het individuele begeleiding betreft of groepsbegeleiding, in welke omvang (uren of dagdelen) en voor welke periode (bijvoorbeeld tot juni 2019). Het beoordelen of de persoon inderdaad in aanmerking moet komen voor AWBZ-zorg, is de indicatiestelling. Dit is, kortgezegd, een onderzoek naar drie dingen:
is er sprake van de juiste grondslag (bijvoorbeeld een verstandelijke beperking)
is de beperking ernstig genoeg
leidt de beperking tot problemen die met één van de AWBZ functies (zoals Begeleiding, Behandeling, Verpleging) opgevangen kan en moet worden
Raakt de persoon door de toegangspoort van de indicering, dan leidt dat tot een indicatiebesluit: deze persoon heeft recht op die zorgfunctie, voor zoveel uur, gedurende deze periode. Dit onderzoek, de indicering, werd onafhankelijk en uniform gemaakt om maximaal uit te kunnen gaan van de rechten van de klant. De zorgaanbieders werden in de wacht gezet: zij komen pas aan bod nadat een persoon met een indicatiebesluit hen uitkiest als zorgverlener. Voorwaarde is dat het Zorgkantoor (ook een onafhankelijke organisatie) een contract is aangegaan met die zorgverlener. Voor dat laatste moet de zorgaanbieder wel aan een serie voorwaarden voldoen. In de AWBZ is inmiddels een kentering gaande. Zorgaanbieders mogen in bepaalde gevallen zelf de indicering uitvoeren. Deze worden steekproefsgewijs gecontroleerd.
5
Klantproces Wmo bij de start (2007) Op het moment dat de Wmo van kracht werd hebben gemeenten het klantproces voor de voorzieningen van prestatieveld 6 vormgegeven naar het voorbeeld van de AWBZ. Dat wil zeggen: een aanvraag indienen bij het loket; een onderzoek naar de beperking; een besluit dat die persoon in aanmerking komt voor deze voorziening (huishoudelijke hulp, een rolstoel, etcetera), een zorgaanbieder kiezen waar de gemeente eerder een contract mee had afgesloten. In schema:
aanvragen
onderzoeken
besluiten
leveren
(Wmo-loket)
(indicatie)
(beschikking)
(contracteren, afrekenen)
Klantproces in de Wmo gekanteld De Wmo is geen verzekering en kent niet het verzekerde recht van de AWBZ. De Wmo geeft gemeenten een compensatieplicht. De gemeenten moeten een oplossing zoeken die bij de aanvrager (de persoon met de beperking) voldoende compensatie biedt, waardoor de persoon in kwestie zijn zelfstandigheid behoudt of terugwint en (opnieuw) kan (blijven) deelnemen aan de samenleving. De uitvoering van de Wmo werd in het land volop getest door rechtbanken. Daar werd geconcludeerd dat de uitvoering te weinig voldoet aan de compensatieplicht. De gemeenten moeten de individuele situatie beter onderzoeken en meer op maat ondersteunen. Ook moet de focus veel meer liggen op het te behalen resultaat (de persoon kan zich weer redden in zijn woning) dan op het verstrekken van voorzieningen (zoals huishoudelijke hulp). Onder aanvoering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (de VNG) zijn de gemeenten begonnen met het aanpassen van de uitvoering. Deze aanpassing staat bekend als de Kanteling. Het gekantelde klantproces in schema: het keukentafelgesprek eerste contact
oplossingen afspreken
vraag verhelderen en resultaat vaststellen
arrangement aan ondersteuning en voorzieningen
toewijzen voorzieningen
6
Het gekantelde klantproces in essentie:
meer dialoog (verkennen wat de werkelijke vraag is, samen de oplossing vaststellen)
meer maatwerk (wat zou voor u de beste oplossing zijn)
meer sturen op resultaat (wat gaan we proberen te bereiken)
meer aandacht voor eenvoudiger oplossingen (niet persé een individuele verstrekking)
meer samenhang in de in te zetten maatregelen in het af te spreken arrangement
Doorkantelen Kijkend naar de mensen die nu vallen onder Begeleiding, Jeugdzorg, Wet Werken naar Vermogen, Passend Onderwijs, valt op:
het gaat vaak om langdurige ondersteuning
er is vaak een directe omgeving, die intensief betrokken is of zou willen zijn en een rol heeft of zou kunnen hebben (ouders, familie, kinderen, leerkrachten, buren, ...)
het gaat vaak om mensen die wel over eigen kracht beschikken, maar niet tot volledige zelfregie zullen komen
er is vaak al van alles onderzocht, geprobeerd en ingezet voordat de Wmo-ondersteuning aan bod komt
het gaat vaak om meervoudige problematiek die om zorgvuldige afstemming vraagt
het gaat vaak om situaties gaat waarin we ons - tijdelijk - zorgen maken over de veiligheid van betrokkenen
Wat betekent dit voor de klantprocessen in de toekomst:
nog meer rekening houden met de voorgeschiedenis
nog meer rekening houden met de (mogelijke) rol van de omgeving
nog meer oog hebben voor het vervolg (opvolgen)
nog meer de integrale samenwerking organiseren
nog meer rekening houden met overstappen naar drang of dwang
nog meer de professionals en de omgeving ruimte geven en stimuleren om mee te bewegen met de situatie
7
5.
Voorgestelde maatregelen in de klantprocessen bij de vier decentralisaties:
Voortbordurend op de algemene koers, de reeds genomen maatregelen en de gevoerde gesprekken worden maatregelen voorgesteld. Deze geven vorm aan het klantproces. De maatregelen zijn afzonderlijk beschreven maar zijn in samenhang te bezien. a. de indicatiestelling en -beschikking als losstaande toegangspoort tot zorg afschaffen b. de herindicatie als instrument om te toetsen of meer uren ingezet mogen worden, afschaffen c. de vraag of ondersteuning noodzakelijk is baseren op professionele expertise, intuïtie en ervaring d. als dat nuttig en nodig is, in aanvulling op punt c, de formele diagnose benutten als ondersteunend element in het proces van vraagverheldering en ondersteuning, met de volgende doelen:
bevestigen of corrigeren van de eerder ingezette koers
inzicht krijgen in de kracht en de grenzen daaraan van een persoon
inzicht bieden in de betekenis en consequenties van een beperking in het dagelijks leven
e. het stellen van een formele diagnose, zoals bedoeld in punt d, laten plaatsvinden op voorspraak van de professionals uit de eerste lijn, waarbij zij nut en noodzaak afstemmen met de klant en zijn omgeving en eventueel betrokken professionals uit de tweede lijn f.
de gestandaardiseerde normering van ureninzet afschaffen
g. de inzet van uren casusgestuurd maken, waarbij de professional de inzet kan opschalen en afschalen op basis van de situatie h. de focus verleggen van 'onderbrengen bij hulp' naar 'sturen op resultaat':
wat willen we (klant en professional) bereiken (gespiegeld aan de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de klant, het huishouden, de familie)
wanneer willen we dat bereiken (hoeveel tijd hebben we nodig)
wat gaan we daarvoor doen (het traject, de stappen)
wat hebben we daarvoor nodig (aan middelen, voorzieningen)
welke rol heeft de klant, welke rol heeft de omgeving, welke rol heeft de professional, welke rol heeft de mantelzorger, welke rol hebben vrijwilligers
i.
de ondersteuning, hulpverlening en zorg zoveel mogelijk in de eigen omgeving of buurt organiseren (thuis, op school, in een wijkcentrum).
j.
niet het verstrekken van ondersteuning is het doel, maar het resultaat dat bereikt wordt door iemand te ondersteunen. Daarom is opvolging onderdeel van het geheel:
nagaan of de ondersteuning het beoogde effect heeft gehaald
8
nagaan of de klant opnieuw achterstand dreigt op te lopen - en hem daar op aanspreken
nu-en-dan-contact om te helpen de zelfredzaamheid op peil te houden
k. als de situatie daar om vraagt, volstaan met lichte structurele begeleiding (opvolging) in plaats van blijven investeren als de beoogde doelen onrealistisch zijn l.
het vertrekpunt voor alle ondersteuning is dat de klant zelf verantwoordelijk is en dient te zijn, waarbij altijd geldt:
gerelateerd aan wat op dat moment verwacht mag worden van de klant
opschalend naar drang of dwang wanneer
de veiligheid van betrokkenen daar om vraagt
kinderen in hun ontwikkeling bedreigd worden
de klant weigert zijn verantwoordelijkheid te nemen
m. daar waar er zorgen zijn over de veiligheid van kinderen, in overleg met de justitiële vertegenwoordigers,
expliciet kiezen voor óf een vrijwillig traject (zoals eigen kracht conferentie), óf een gedwongen traject
bij de inzet van een vrijwillig traject, op vooraf bepaalde momenten met de justitiële vertegenwoordigers afstemmen of voldoende resultaat en vooruitgang gehaald worden
bij onvoldoende resultaat, expliciet en gezamenlijk beslissen of alsnog de gedwongen route gekozen wordt, of toch de vrijwillige route ingezet blijft maar wat dat betekent voor de in te zetten ondersteuning
n. met betrekking tot het keukentafelgesprek en de inzet van gemeentelijke voorzieningen, de voorgeschiedenis expliciet benutten en accepteren:
eerder gestelde diagnoses
de ervaringen van de omgeving (de ouders, de kinderen, de school, etc)
o. waar mogelijk, individueel verstrekte zorg die nu nog apart toegekend en verstrekt worden, integraal toegankelijk maken en financieren. Bijvoorbeeld in de thuiszorg bij dementerende ouderen de financiële schotten weghalen tussen functies als huishoudelijke zorg, begeleiding, verzorging, verpleging p. waar mogelijk, de klant mede regie geven ten aanzien van de inhoudelijke inzet en omvang van ondersteuning en de klant daarin ondersteunen. Bijvoorbeeld bij dementie: de partner van de dementerende en de casemanager dementie. q. waar mogelijk, de zorg beschikbaar hebben in collectieve voorzieningen i.p.v. toekennen via individuele verstrekkingen. Het maatschappelijke landschap zo organiseren dat de klant gelijk kan doorstromen naar de gewenste voorziening zonder onnodige tussenkomst of bureaucratische handelingen.
9
r.
werken met doorlopende dossiers als bron van kennis bij klantcontact (opdat de klant niet weer moet uitleggen dat de partner aan het dementeren is)
s. de klant toegang geven tot het dossier en daar aan laten bijdragen t.
vrijwilligers inzetten om de slagkracht van de professionals te vergroten
u. de gemeenten willen de professionals ruimte geven om te doen wat nodig is. De gemeenten willen ook met hen in gesprek gaan om inzicht te krijgen in de praktijk:
lukt het om op klantniveau de beoogde resultaten te halen?
lukt het om de beoogde maatschappelijke effecten te halen?
lukt het binnen de financiële kaders zorg te (blijven) bieden?
functioneert het stelsel?
10
6
Wat betekent dit?
de gemeenten gaan niet uit van één standaard klantproces (zie paragraaf 3) dat voor elke klant gevolgd moet worden. Het klantproces wordt aangepast aan de situatie en aan de mogelijkheden van de klant.
de mogelijkheid om een individuele voorziening te claimen verdwijnt grotendeels.
in het huidige stelsel zijn herindicaties of nieuwe indicaties nodig om de zorg aan te mogen passen of uit te breiden als de situatie zich wijzigt. Daar is ooit bewust voor gekozen. Uit de gesprekken blijkt dat dit niet werkt. Het leidt tot frustraties, tijdverlies, hogere kosten en een staccato, mechanisch proces. Wanneer we de professional de ruimte geven om mee te veren en de ondersteuning op- en af te schalen naargelang de situatie dat vraagt, ontstaat een veel natuurlijker proces waarin veel directer gereageerd kan worden. De professional krijgt de kans om op basis van zijn intuïtie en ervaring te doen wat er gedaan moet worden. Wanneer de professional de ruimte krijgt om op- en af te schalen, dan creëert dat de context die de klant aanmoedigt om meer verantwoordelijkheid te nemen en toe te groeien naar zijn werkelijke eigen kracht. De klant kan er namelijk op vertrouwen dat er bij terugval een vangnet is, in de vorm van een professional die de ondersteuning (tijdelijk) opschaalt. De klant weet ook dat als het weer beter gaat, de professional zich weer terugtrekt. Vanuit dat vertrouwen ontstaat de ruimte om de eigen kracht terug te winnen, de eigen verantwoordelijkheid te gaan nemen en daar mee te oefenen. Zie ook paragraaf 7.
het afschaffen van de losstaande indicatiestellende toegangspoort bespaart in tijd, in bureaucratie en daarmee ook in kosten. Dit is belangrijk in relatie tot de noodzakelijke besparingen.
de voorgestelde aanpassingen vragen om sterke professionals die (heel) goed beseffen wat hun rol en positie is en zich bewust zijn van de gevraagde vaardigheden en competenties. Zij moeten kunnen samenwerken en afstemmen met professionals met een andere opleiding.
als het stelsel draait om dialoog en interactie tussen klanten en professionals, dan draait het stelsel niet om organisaties. In de eerste lijn is maximale samenwerking nodig. Concurrentie tussen organisaties mag dus niet optreden. De identiteit van afzonderlijke eerstelijnsorganisaties is veel minder relevant. Dat wil niet zeggen dat alle organisaties moeten fuseren tot één grote club. We zullen wel met elkaar moeten bespreken welke aanpassingen er nodig zijn om de uitgangspunten in de realiteit te kunnen brengen.
het sturen op resultaat en het aanspreken van de eigen verantwoordelijkheid doet denken aan de principes van projectmatig werken, gecombineerd met principes van coachend werken. Het zou goed zijn als medewerkers van zowel gemeenten als zorgaanbieders zich deze principes eigen maken om tot een gemeenschappelijk vocabulaire te komen.
11
de rol van de gemeenten in zorg en ondersteuning wordt veel groter. Als we samenhang aanbrengen en financiële schotten weghalen, dan blijkt dat het, op Walcheren, om heel veel geld per jaar gaat. Dat betekent niet dat gemeenten er van uit kunnen gaan dat zij de enige architect of regisseur zijn. Ook partijen als zorgverzekeraars, het Openbaar Ministerie en de Samenwerkingsverbanden Onderwijs werken met grote budgetten en impact op het dagelijks leven van mensen. Deze partijen zijn de natuurlijke partners in regie van de gemeenten. De samenwerking tussen deze regisseurs kan veel beter.
besproken moet worden hoe de opdrachtverlening en de verantwoording er uit zouden moeten zien.
er is een systeem nodig dat het mogelijk maakt om met één centraal dossier per klant(systeem) te werken, waar de klant zelf ook in kan kijken en toevoegen. Dat betekent ook dat we nadenken over hoe zich dat verhoudt tot privacy.
12
7.
Betekenis voor het stelsel: te nemen of uit te bouwen maatregelen
a. Het stelsel kent vier pijlers. Elke pijler heeft zijn eigen focus.
Porthos / Vraagpunt Veere: voor welzijn, zorg, opgroeien, opvoeden
Orionis Walcheren: voor werk, inkomen
Veiligheidshuis: als de justitiële kant de overhand heeft
Het onderwijs: voor leren, ontwikkelen tot zelfstandige volwassene en voorbereiden op werken en deelname aan de maatschappij.
De vier pijlers functioneren als baken, om te laten zien waar je naar toe kunt met een bepaalde vraag. b. Porthos / Vraagpunt Veere, Orionis Walcheren en Veiligheidshuis leggen contact met de inwoners van Walcheren via outreachende medewerkers. Deze medewerkers vormen multidisciplinair samengestelde eerstelijn teams:
gebiedsgerichte teams. Deze teams dekken samen het grondgebied van Walcheren af. De teamleden hebben loopvermogen, signaleren, reageren op meldingen, bieden een breed scala aan eerstelijns ondersteuning, geven vorm aan de opvolging. Het team constateert zelf welke professional het beste past bij een ondersteuningsvraag en neemt zelf besluiten over aanpak (type ondersteuning en hoeveelheid uren). Het team reflecteert of de beoogde resultaten gehaald worden en bespreekt dat zonodig met de justitiële vertegenwoordigers.
bovenstaand team is ook het Zorg Advies Team (ZAT) voor de basisscholen die in de wijk en/of het dorp liggen dat onder de werking van dat team valt.
een Voortgezet Onderwijs Team (dat als Zorg Advies Team voor het VO functioneert)
een Crisis Interventie Team voor casuïstiek met huiselijk geweld, kindermishandeling, justitiële maatregelen: de casuïstiek waar drang en dwang aan de orde zijn.
en verder een Loketteam dat de fysieke loketten vult
c. vrijwilligers functioneren (in toenemende mate) als ogen en oren van de professionals om hun slagkracht te vergroten. Zij signaleren, geven één-op-één begeleiding, mobiliseren zelfredzaamheid, leggen contact, wijzen mensen op hun situatie, helpen te onderkennen dat mensen stappen kunnen zetten om hun positie te verbeteren. De vrijwilligers worden gericht ondersteund door welzijnswerk en Manteling. d. De Walcherse gemeenten vinden het voor het gedwongen kader een optie dat het Veiligheidshuis wordt versterkt met het huidige Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), de Jeugdreclassering en Jeugdbescherming (nu: Bureau Jeugdzorg) en de ketencoördinatie van het Steunpunt Huiselijk Geweld. Aan de Task Force Jeugd Zeeland wordt gevraagd om deze optie te betrekken in het inhoudelijk ontwikkeltraject van zorg voor de jeugd. Waarschijnlijk zijn ook andere opties denkbaar. Die zouden door de andere 13
regio's bij de TFJ ingebracht kunnen worden. Het is wel van belang dat in Zeeland voor dit zware onderdeel van de (jeugd)zorg naar één oplossing gestreefd wordt. Als het veiligheidshuis wel de spil wordt van het gedwongen kader is het van belang dat zij zich ook in de Oosterschelderegio en met name ook in Zeeuws Vlaanderen voor de betrokken gemeenten zichtbaarder en dichterbij manifesteert. e. een deel van de problematiek die de integrale teams tegen komen zal gaan over werk en inkomen. Orionis Walcheren en de RMC-functie dragen daarom bij aan de teams. f.
Porthos / Vraagpunt Veere, Orionis Walcheren en Veiligheidshuis leggen niet alleen contact via de gebiedsgerichte teams, maar hebben ook fysieke loketten waar mensen kunnen binnenwandelen met vragen. Daarnaast hebben zij digitale en telefonische loketten.
g. Een punt voor bespreking is of het nuttig en nodig is om een (fysiek) loket voor het onderwijs in te richten: een loket waar je terecht kunt met vragen over onderwijs. h. De outreachende medewerkers van Porthos / Vraagpunt Veere komen vanuit:
welzijnswerk
Maatschappelijk Werk Walcheren
MEE Walcheren
JGZ Walcheren
Indigo Walcheren
Manteling Walcheren
Thuisbegeleiding Walcheren
De leverende partijen worden gefinancierd op basis van x-euro / y-fte. i.
in de back-office van Porthos / Vraagpunt Veere bevinden zich verder:
de verstrekking van de wmo-voorzieningen van de gemeente (prestatieveld 6)
(een korte lijn naar) professionals die bevoegd zijn om diagnoses te stellen. Deze diagnose stellende professionals zijn beschikbaar op voorspraak van de gebiedsgerichte teams
j.
in de tweede lijn bevinden zich twee vormen van begeleiding:
thuis, bijvoorbeeld
bij dementie: situatie beheersbaar houden
bij psychiatrische problematiek: aanbrengen van structuur en aanleren van gewenst gedrag
bij huiselijk geweld: aanbrengen van veiligheid
bij jeugdzorg: aanleren van vaardigheden met betrekking tot opvoeden
op een externe gespecialiseerde locatie, bijvoorbeeld
arbeidsmatige dagbesteding 14
kortdurend logeren
gesloten jeugdzorg
maatschappelijke opvang (dak- en thuislozenzorg)
dagopvang (psycho-geriatrische zorg)
Het uitgangspunt is een beweging van intramuraal naar extramuraal, en van begeleiding op een externe locatie naar begeleiding op een algemene voorziening (als een wijkcentrum). k. de begeleiding thuis wordt bij voorkeur gefinancierd op basis van een klant-lumpsum op basis van een offerte, dus niet op een uur-factuur basis. l.
de begeleiding op een gespecialiseerde externe locatie wordt bij voorkeur gefinancierd op basis van x - euro / z - plaatsen
m. de begeleiding wordt ingezet:
op voorspraak van het eerstelijn team
op verzoek van de klant en in afstemming met het eerstelijn team
op verzoek van de back-office van één van de vier pijlers, in afstemming met het eerstelijn team
op verzoek van andere professionals, in afstemming met het eerstelijn team
n. de begeleiding aan jongeren wordt bij voorkeur op school gerealiseerd.
15
16
17
8.
Varianten in klantprocessen
In de praktijk gaan de voorgestelde maatregelen leiden tot een variëteit aan klantprocessen. Een aantal mogelijke voorbeelden: Overslaan Als een jongere gaat afzwaaien van een REC 4 school, dan is van alles al bekend:
de diagnose (waaruit blijkt wat zijn beperkingen en mogelijkheden zijn)
zijn eigen wensen en voorkeuren met betrekking tot besteding van de werkdag
de wensen en mogelijkheden van de ouders / omgeving
de inschatting door de school van zijn mogelijkheden
Als duidelijk is dat arbeidsmatige dagbesteding - voorlopig - de logische stap is, dan kunnen school, jongere en ouders samen bekijken welke externe locatie voor arbeidsmatige dagbesteding het beste bij de jongere past. Dat heeft te maken met elementen als de sfeer, de bereikbaarheid, het werk waarin die locatie gespecialiseerd is, etcetera. Is er een locatie van voorkeur, en heeft die locatie nog ruimte, dan kan de jongere daar starten. Meegroeien Is de diagnose 'dementie' gesteld, dan gaan de komende jaren verschillende zorgfuncties en voorzieningen in beeld komen: huishoudelijke zorg, begeleiding, behandeling, verzorging, verpleging, crisisopname, vervoersvoorziening, hulpmiddelen, ontmoetingscentrum dementie / dagopvang, ... In het project Ketenzorg ouderen dementie wordt ingezet op het aantrekken van onafhankelijke casemanagers bij dementie. De casemanager zal de partner van de dementerende ondersteunen in het regie voeren over het zorgtraject dat gaat komen. Zolang de partner de piloot van de casus kan blijven, is het gewenst om de partner mee te laten beslissen over de in te zetten zorgfuncties en voorzieningen. Het arrangement groeit op een veel natuurlijker manier mee met de casus. De partner groeit, als piloot van de casus, mee met de voortschrijding van de aandoening en de daaruit volgende zorg. Doorkantelen In sommige gevallen zal het mogelijk zijn om tijdens een verkennend gesprek direct te beslissen om een bepaalde voorziening in te zetten of het huidige arrangement aan te passen. Dan is er geen indicering vóór het arrangement, maar een administratieve handeling na het arrangement. Opschalen / afschalen / doorverwijzen
18
19
9.
Voor het vervolg: uitwerkings vragen
het macro budget wordt gekort. Verdelen we deze korting gelijk over de gecontracteerde partijen?
hoe passen we het stelsel toe in de overgangsjaren?
zit er aanzuigende werking in het stelsel?
hoe geven we de kwalitatieve verantwoording vorm?
wat is de manier om de wijk/dorpteams te organiseren?
welke vorm van contracteren passen we toe?
welke ICT-systemen zijn bruikbaar?
door alle bezuinigingen lijkt er een spanningsveld te gaan ontstaan aan de onderkant van de arbeidsmarkt / begeleidingsmarkt (WSW / Wajong / Dagbesteding). Wellicht ontstaat er verdringing. We weten nog niet precies hoe de mechanismes op die markt werken en wat er gaat gebeuren als het opgetelde volume aan begeleiding omlaag moet.
de werkvloer is vrij goed in staat om samenwerking op te zoeken. Hoe gaan we die samenwerking structureel borgen?
financiële inrichting: hoe gaan we om met ‘scheefgroei’, als één zorgaanbieder bijvoorbeeld structureel wordt overbevraagd t.o.v. anderen. Hoe kunnen we het toch zo inrichten dat er geen ‘grote marktleiders’ gaan ontstaan, ten koste van de kleinere kwalitatieve organisaties. En wat gaan we doen op het moment dat blijkt dat er structureel te weinig geld zou zijn om alles te bekostigen?
hoe kan kwaliteit echt geborgd worden? In het stelsel wordt een groot beroep gedaan op de kwaliteiten en inzichten van de professional, maar indien dit teveel gevraagd blijkt, welke mechanismen moeten er in het systeem zitten om die kwaliteit te waarborgen
het neerzetten van een loket-team vraagt om te bezinnen op wat de rol van dat loket-team precies zou kunnen zijn, wat de van de deelnemers vragen.
20
Bijlage 1: gevoerde gesprekken ten behoeve van klantproces decentralisaties Henk Jan Barendse
Ervaringsdeskundige
GGZ
22-06-2011
Tanja Speijer
Zorgstroom
Divisiemanager Wmo
08-03-2012
Team Thuisbegeleding
Zorgstroom
Karin Bartels en Petra de Visser
Porthos
Coördinatoren
12-03-2012
Janny Kuperus
SVRZ
Beleidsmedewerker
14-03-2012
Hans Poortvliet
RMC
Coördinator RMC en Leerplicht
15-03-2012
Janet Roosendaal en Conny Prins
Manteling
Directeur Coördinator dementie
15-03-2012
Eric Sulkers
Signs of Safety
Projectleider
19-03-2012
Mijke Nouwen en Mariët de Groot
CZ Zorgkantoor
Beleidsmedewerker Beleidsmedewerker
19-03-2012
Geerard Labeur
Wmo adviesraad Ervaringsdeskundige
Lid Zoon heeft meervoudige beperkingen
21-03-2012
Frieda Kas
Travalje Subiet
Lid begeleidingsteam
22-03-2012
Caroline Mobach
BMC
manager marktgroep jeugd
23-03-2012
Adrie Walhout
Psyient
Directeur
26-03-2012
Angela Maas
Wmo adviesraad Ervaringsdeskundige
Lid Meervoudige lichamelijke beperkingen
27-03-2012
Marianne Vermeulen en Henriette Joosse
SVRZ (ontmoetingscentrum)
Programma coördinator
Tom Schild en Aad van Os
Praktijkschool Het Bolwerk
Directeur Uitstroom coördinator
02-04-2012
Ludwig Schrijver
Gered Gereedschap (Emergis)
Werkbegeleider
03-04-2012
Rudi Tomasoa
Wmo adviesraad Klaverblad Ervaringsdeskundige
Lid Zeeuws Platform Cliënten Jeugdzorg Pleegouder
04-04-2012
Monique Baltus
Philadelphia
Locatiemanager
05-04-2012
Hein Abbing
Juvent
Directeur
05-04-2012
08-03-2012
29-03-2013
21
Josje Evers en Janneke de Rooij Anneke Cijvat
Arduin
Ontwikkelingspsycholoog Job coach Job coach
05-04-2012
Bruno Vanassche
Veiligheidshuis
Ketenmanager
16-04-2012
Astrid Nieste
Gemeente Middelburg
Regisseur uitvoering sociale regelingen
23-04-2012
Bea Weuthen
Gemeente Veere
Proces coördinator Vraagpunt Veere
23-04-2012
Maya Brittijn
Gemeente Vlissingen
Wmo coördinator
23-04-2012
Jan Blom
Orionis Walcheren
Beleidsmedewerker
24-04-2012
GGD
24-04-2012
Jan de Graaf
Werkt voor ouderen
directeur
02-05-2012
Ingrid de Kok
Bureau Jeugdzorg
Secretaris Beleid
03-05-2012
Rosette Wille en Marianne Stijnman
Emergis
Directeur Account manager Wmo
21-05-2012
22