Bijlage bij omzendbrief BaO/2012/01
HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs In enkele overzichtelijke schema’s krijgt u zicht op het inschrijvingsrecht. Bij elk schema leest u ook de basisprincipes uit de regelgeving.
1. School bepaalt capaciteit Capaciteit = het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur als maximaal aantal leerlingen ziet. Een school bepaalt haar capaciteit(en) vóór de start van de inschrijvingen. De regelgeving bepaalt niet welke overwegingen een rol moeten of mogen spelen bij het bepalen van de capaciteit. De school moet haar capaciteiten ruim bekend maken. Een school in een LOPgebied doet dit minimaal via het LOP. Een school buiten een LOP-gebied kiest zelf hoe ze haar capaciteit(en) bekend maakt. Schema 1: welke capaciteit(en) moet/mag de school vastleggen? Gewoon basisonderwijs School moet capaciteit bepalen □ op schoolniveau; □ per vestigingsplaats; □ per onderwijsniveau (kleuter- en lager onderwijs). School mag capaciteit bepalen □ per geboortejaar (mag alleen in kleuteronderwijs); □ per leerjaar (mag alleen in lager onderwijs); □ voor anderstalige nieuwkomers. Buitengewoon basisonderwijs School moet capaciteit bepalen □ □ □ □
op schoolniveau; per vestigingsplaats; per onderwijsniveau (kleuter- en lager onderwijs); per type afzonderlijk. 1
Na de start van de inschrijvingen kan de school toch nog beslissen om haar capaciteit te verhogen, zelfs al heeft de school reeds leerlingen geweigerd op basis van capaciteit. De capaciteit verhogen kan mits goedkeuring van het LOP. Buiten LOP-gebied moet de school de andere scholen in de gemeente op de hoogte brengen.
2. Start van de inschrijvingen De regelgeving legt vast wanneer een school ten vroegste mag starten met inschrijven. Een school maakt de start van haar inschrijvingen bekend. Schema 2: wanneer mag een school starten met inschrijven? Inschrijven in gewoon en buitengewoon basisonderwijs School in LOP-gebied Vanaf 1ste schooldag van september van het voorafgaande schooljaar
Ten vroegste vanaf 1ste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar
School buiten LOP-gebied
School KAN kinderen uit verschillende voorrangsgroepen apart of samen inschrijven. Voorwaarde: de school mag geen enkele leerling uit die groepen weigeren.
School KAN kinderen uit verschillende voorrangsgroepen apart of samen inschrijven. Voorwaarde: de school mag geen enkele leerling uit die groepen weigeren.
School KAN GEEN indicator- en niet-indicatorleerlingen inschrijven.
Of
School schrijft alle kinderen in, en begint daarbij met de voorrangsgroepen.
School schrijft alle kinderen in en begint daarbij met de voorrangsgroepen.
School KAN voorrangsgroepen samen nemen. Voorwaarde: de school mag geen enkel kind uit die groepen weigeren.
School KAN voorrangsgroepen samen nemen. Voorwaarde: de school mag geen enkel kind uit die groepen weigeren.
School MOET dubbele contingentering toepassen (KAN
School KAN dubbele contingentering toepassen vanaf
School KAN ALLE kinderen inschrijven, te beginnen met de voorrangsgroepen. Voorwaarde: de school mag geen enkel kind weigeren.
2
voor buitengewoon onderwijs) vanaf de inschrijvingen voor het schooljaar 2013-2014.
de inschrijvingen voor het schooljaar 2013-2014.
3. De inschrijving Bij de inschrijving van leerlingen, volgt de school het principe van ’eerst komt – eerst maalt’. Ze moet dus de chronologie respecteren. De school gebruikt een opgelegd model van inschrijvingsregister vanaf de inschrijvingen voor het schooljaar 2013-2014. Ouders ondertekenen voor akkoord het schoolreglement en het pedagogisch project. Vanaf dan is de leerling ingeschreven in de school.
4. Voorrang Op het “eerst komt – eerst maalt” – principe is er een correctie die er uit bestaat dat sommige groepen voorrang krijgen. Schema 3: wie krijgt voorrang bij inschrijven? Voorrang in gewoon en buitengewoon basisonderwijs 1. Leerlingen van dezelfde leefeenheid. Dus broers en zussen van leerlingen die al ingeschreven zijn. 2. Kinderen van personeel. Personeel = op het ogenblik van de inschrijving een contract hebben van een lopende tewerkstelling van minimum 104 dagen. 3. In Brussel: Nederlandstaligen In functie van behoud of bereik van minimum 55 % op schoolniveau. 4. Indicator- en niet-indicatorleerlingen Deze voorrang gebeurt volgens de systematiek van dubbele contingentering (zie punt 5). Deze voorrang is enkel verplicht in het gewoon basisonderwijs in LOPgebieden. De indicatoren zijn: - schooltoelage ontvangen in het voorafgaand schooljaar; - verblijven buiten gezinsverband; - trekkende bevolking; - moeder niet in het bezit van diploma secundair onderwijs of studiegetuigschrift 2de leerjaar 3de graad secundair onderwijs. 3
5. Sociale mix en dubbele contingentering Een school in een LOP-gebied moet voor het gewoon basisonderwijs streven naar sociale mix. Een school voor buitengewoon onderwijs of een school buiten een LOP-gebied kan daarvoor kiezen. Sociale mix is de evenredige verdeling van indicator- en niet-indicatorleerlingen. De indicatoren zijn: schooltoelage, verblijf buiten gezinsverband, trekkende bevolking, diploma moeder. Opmerking: De sociale mix wordt nagestreefd via de systematiek van dubbele contingentering. Schema 4: hoe werkt dubbele contingentering? Dubbele contingentering Stap 1: Een school bepaalt binnen haar capaciteit twee contingenten. 1. het contingent van leerlingen dat voldoet aan minstens één indicator (= contingent indicatorleerlingen); 2. het contingent van leerlingen dat niet voldoet aan een indicator (= contingent niet-indicatorleerlingen). Bij het bepalen van de contingenten streeft de school naar een evenredige verdeling van indicator- en niet-indicatorleerlingen, een weerspiegeling van de omgeving. Stap 2: Zittende leerlingen en reeds ingeschreven leerlingen per contingent bepalen De school brengt zittende leerlingen en de leerlingen van de voorgaande voorrangsgroepen (broers/zussen, kinderen van personeel en in Brussel de Nederlandstaligen) onder in het contingent waartoe ze behoren. Stap 3: Voorrang voor indicator- en niet-indicatorleerlingen Via de voorrangsperiode indicator- en niet-indicatorleerlingen streeft de school naar een evenredige verdeling en dus naar de weerspiegeling van de omgeving.
4
6. Weigeren Schema 5: wanneer kan een school weigeren om in te schrijven? Een school MOET een leerling weigeren:• als de leerling niet aan de toelatingsvoorwaarden zal voldoen (bij de instap); • als de inschrijving er op gericht is om continu te alterneren tussen verschillende scholen; • als de capaciteit is bereikt. Een school in het basisonderwijs KAN een leerling weigeren: • als de leerling omwille van tucht uitgesloten is geweest in die school (in de loop van het voorvoorgaand, het voorgaand of het lopend schooljaar); • als de capaciteit voor anderstalige nieuwkomers is bereikt; • als de leerling een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs heeft en na afweging de draagkracht van de school te beperkt blijkt te zijn.
De school neemt geweigerde leerlingen ook op in het inschrijvingsregister. De school geeft de ouders bij elke weigering een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving. Het model hiervoor wordt opgelegd. Ouders kunnen tegen een niet-gerealiseerde inschrijving een klacht indienen bij de Commissie inzake leerlingenrechten. Er kan ook bemiddeling georganiseerd worden. Bij weigering omwille van draagkracht wordt de bemiddeling automatisch opgestart. Plaatsen die later vrijkomen, worden tot minimaal de vijfde schooldag van oktober ingevuld met leerlingen die omwille van capaciteit werden geweigerd. En dit in de volgorde dat ze zich aangediend hebben voor inschrijving. Voor kleuters geboren in het meest recente kalenderjaar, wordt deze volgorde gerespecteerd tot en met de eerste schooldag van september van het schooljaar volgend op het schooljaar waarop de inschrijving betrekking had.
7. Overcapaciteit Een school kan voor bepaalde categorieën van leerlingen toch overgaan tot een inschrijving ook al zijn er voordien reeds leerlingen geweigerd omwille van de overschreden capaciteit.
5
Schema 6: voor welke leerling kan de school in overtal gaan?
Een school in het basisonderwijs KAN in overtal gaan voor: •
anderstalige nieuwkomers;
•
kinderen die geplaatst zijn door de jeugdrechter of door een comité voor bijzondere jeugdzorg, (semi-)internen, jongeren die verblijven in een residentiële voorziening;
•
kinderen die terugkomen naar het buitengewoon onderwijs na verblijf, in het lopende of het voorgaande schooljaar, in het gewoon onderwijs met GON;
•
kinderen die terugkomen naar het gewoon onderwijs na verblijf, in het lopende of het voorgaande schooljaar, in het buitengewoon onderwijs (vb. de speelleerklas);
•
kinderen die verblijven in een Centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG);
•
kinderen die behoren tot dezelfde leefeenheid. Indien slechts één van twee kinderen (bijv. meerlingen) kan ingeschreven worden in hetzelfde capaciteitsniveau.
8. Aanmelden 8.1.
Wat is aanmelden?
Aanmelden = het kenbaar maken van een intentie tot inschrijven voor een bepaald schooljaar in één of meerdere scholen of vestigingsplaatsen waarbij een volgorde van keuze wordt aangeven. Aanmelden kan in één school, in meerdere scholen of in alle scholen van een gemeente of LOP. De redenen om gebruik te maken van een aanmeldingsprocedure zijn tweeledig: -
optimaliseren van het inschrijvingsproces; streven naar een evenredige verdeling.
Aanmeldingsprocedures worden in principe op basis van vrijwilligheid en lokale consensus ingesteld. Maar er kan een verplichting zijn bij manifeste capaciteitsproblemen. Deze verplichting geldt decretaal voor Antwerpen, het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en Gent. 6
Een aanmeldingsperiode voor de inschrijvingen van een bepaald schooljaar kan ten vroegste starten op de eerste schooldag na de kerstvakantie van het voorafgaande schooljaar en kan bestaan uit meerdere periodes voor de voorrangsgroepen. Vooraleer een aanmeldingsprocedure kan worden toegepast, wordt deze door de Commissie inzake leerlingenrechten getoetst aan de uitgangspunten van het inschrijvingsrecht en andere wettelijke bepalingen. Schema 7: wanneer mag een school starten met aanmelden? Aanmelden in gewoon en buitengewoon basisonderwijs
Vanaf 1ste schooldag na de kerstvakantie van het voorafgaande schooljaar
School in LOP-gebied
School buiten LOP-gebied
School KAN starten met aanmeldingen, mits goedkeuring bij dubbele meerderheid door het LOP
School KAN starten met aanmeldingen, na kennisgeving aan schoolbesturen van de andere scholen in de gemeente.
School MOET starten met aanmeldingen in Antwerpen, Brussel en Gent, uitgezonderd voor buitengewoon onderwijs. Vlaamse regering kan ook elders verplichten.
Vlaamse regering kan verplichten.
School KAN voorafgaand aan de aanmeldingsprocedure broers en zussen en kinderen van personeel inschrijven. Voorwaarde: de school mag geen enkele leerling uit die groepen weigeren.
School KAN voorafgaand aan de aanmeldingsprocedure broers en zussen en kinderen van personeel inschrijven. Voorwaarde: de school mag geen enkele leerling uit die groepen weigeren.
School KAN binnen de aanmeldingsprocedure de deelperiodes voor broers en zussen en kinderen van personeel laten starten vanaf de eerste schooldag van september.
School KAN binnen de aanmeldingsprocedure de deelperiodes voor broers en zussen en kinderen van personeel laten starten vanaf de eerste schooldag van september.
7
8.2.
(Rang)ordenen en toewijzen bij aanmelden
De aangemelde leerlingen worden geordend aan de hand van een aantal criteria en met het oog op een evenredige verdeling van indicator- en indicatorleerlingen. Op de rangordelijst staan alle aangemelde leerlingen per contingent. Een deel van de aangemelde leerlingen is gunstig gerangschikt (hun rangorde valt binnen de bepaalde capaciteit). Een ander deel is ongunstig gerangschikt. Alle gunstig gerangschikte leerlingen worden aan de school toegewezen. Indien een leerling in meerdere scholen gunstig gerangschikt staat dan wordt de leerling toegewezen aan die school die het hoogste in de voorkeurorde van de ouders stond. Zo komen er plaatsen vrij in de rangordening en kunnen leerlingen die eerst niet gunstig gerangschikt stonden, toch nog gunstig gerangschikt en toegewezen worden. Schema 8: hoe ordent een school de aangemelde leerling? Rangorde in gewoon en buitengewoon basisonderwijs 1. Voorrangsgroepen krijgen prioriteit in rangorde. Dus: - leerlingen van dezelfde leefeenheid*; - kinderen van personeel*; - in Brussel: Nederlandstaligen. 2. Rangorde in restgroep wordt bepaalt op basis van: a. afstand domicilie – school; b. afstand werk – school; c. plaats school/vestigingsplaats in keuze ouders (enkel in combinatie met a, b of d); d. toeval (enkel in combinatie met a, b of c). * Een school die leerlingen van dezelfde leefeenheid of kinderen van personeel vooraf inschrijft (zie schema 7) kan ervoor kiezen om de ordening van deze groepen niet te weerhouden.
8.3.
Na de aanmeldingen
Een toewijzing is nog geen inschrijving. Na ontvangst van de mededeling aan welke school de leerling toegewezen werd, krijgen de ouders een bepaalde tijd om hun kind daadwerkelijk te gaan inschrijven. Na een periode van aanmelding komt dus een periode van inschrijving. De volgorde van de aanmeldingen worden overgenomen in het inschrijvingsregister. De niet gunstig gerangschikte leerlingen ontvangen een mededeling van nietgerealiseerde inschrijving en bevinden zich in dezelfde positie als geweigerde leerlingen bij gewone inschrijvingen. 8