HET HIB CALAMITEITENPLAN Inleiding. Wanneer men met de doelgroep hartpatiënten in de sportzaal, fitnessruimte of in het zwembad werkt is het altijd van belang, dat bepaalde voorzorgsmaatregelen zijn getroffen. Eén van die maatregelen is het hebben van een calamiteitenplan voor het geval zich een levensbedreigende calamiteit voordoet. Bovendien dient de volle aandacht te worden besteed aan: A. B. C.
de deskundigheid van de sport-, wandel-, fitness of zweminstructeur; de aanwezigheid van deskundigen in het reanimeren; de verdeling van taken bij het uitvoeren van het calamiteitenplan.
De deskundigheid bij reanimatie betekent het beheersen van de reanimatietechnieken en het regelmatig beoefenen daarvan (minimaal 2x per jaar). Dit kan geschieden bij de plaatselijke of regionale reanimatiecursussen of op verzoek bij De Hart&Vaatgroep. Bij aanwezigheid van uitgebreide medische begeleiding (arts, verpleegkundige I.C. kan met medische hulpmiddelen (noodkoffer) effectief ingegrepen worden bij calamiteiten. De deskundigheid van de zweminstructeur dient zeker te bestaan uit: A. B. C.
het zwemmend redden; iemand snel en effectief uit het water op de kant kunnen halen; het beheersen van de reanimatie.
Bij de instructie en alarmering kunnen afspraken gemaakt worden met plaatselijke of regionale GG en GD of ambulancedienst voor wat betreft: A.
B. C. D.
de dagen en de tijden waarop de sport-, wandel-, fitness- en zwemactiviteiten plaatsvinden i.v.m. de beschikbaarheid van de ambulance (eventueel afspraken maken over het gebruik van een vaste code); de locatie waar beweegactiviteiten voor hartpatiënten plaatsvinden; de bereikbaarheid van de accommodatie (denk aan obstakels zoals hekken en paaltjes); de route naar de accommodatie.
Het alarmnummer van de ambulance moet altijd bij de telefoon klaar liggen. Voor de bij het calamiteitenplan ingeschakelde personen moet een vervangingsregeling aanwezig zijn ingeval van afwezigheid. Bij een calamiteit moet de groep niet alleen gelaten worden, maar door iemand opgevangen worden in de sportzaal, zwembad of andere ruimte. Het moet voor een ieder duidelijk zijn, dat voor een goed calamiteitenplan voldoende mankracht en deskundigheid nodig is om eventuele calamiteiten zo goed mogelijk op te kunnen vangen. DENK VOORAL AAN EEN REGELMATIGE CONTROLE VAN HET CALAMITEITENPLAN EN HOUD HET STEEDS ALS ZEER ACTUEEL PUNT IN DE GATEN!!
2010
1
Calamiteitenplan voor sport- en bewegingsactiviteiten voor mensen met een hartaandoening VUL VOORAF ALTIJD OP HET CALAMITEITENSCHEMA IN WIE WAT DOET! Als men met de doelgroep hartpatiënten werkt is het van belang goede voorzorgsmaatregelen te treffen. Een van deze maatregelen is het calamiteitenplan, waarbij de begeleiding aan een aantal zaken moet denken en regelen, te weten: Wanneer tijdens het sporten een levensbedreigende situatie ontstaat voor een deelnemer, bijv. een circulatie- en/of ademstilstand, of een collaps, is het volgende onmiddellijk van belang: A. B. C.
DIRECTE HULP GERICHTE HULP VERVOER
ad a
Directe hulp Hartmassage en beademing De sportleider wordt geacht de basale reanimatie te beheersen. Hiervoor moeten, indien mogelijk, twee personen (in verband met overname) zijn aangewezen. Dit betekent dat in een één-mans situatie één van de daartoe vooraf aangewezen personen zal moeten inspringen. Apparatuur De AED wordt gehaald (begin vast met de basale reanimatie). De AED wordt gedurende de basale reanimatie aangesloten. Na het aansluiten van de AED volgt men de begeleidende gesproken instructie. Indien de AED voorzien is van een beeldscherm kan men zien wat er aan de hand is.
ad b
Gerichte hulp Alarmeren. (tel: 112) De uren waarop gesport wordt, dienen dan bij de ambulancedienst bekend te zijn. Er is hiervoor een bepaalde code af te spreken, zodat snel gerichte hulp geboden kan worden. Diegene die belt, wacht ook de ambulance op en controleert of de weg naar de sportaccommodatie nog vrij is. Tevens zorgt deze persoon er voor dat de medische gegevens (indien aanwezig) aan het ambulancepersoneel afgegeven worden. Het wegleiden van de overige deelnemers Een van de begeleiders of deelnemers leidt de groep naar de kleedkamer of naar een ander gedeelte van de gymzaal. Begeleid deze groep goed. Stel de deelnemers gerust en laat ze over het voorval praten. Het inlichten van de familie Na de calamiteit moet de familie ingelicht worden. Geef korte en duidelijke informatie. Het is wenselijk dat de sportleider of één van de bestuursleden dit doet.
2010
2
ad c
Het vervoer Zolang de ambulance niet is gearriveerd, doorgaan met reanimeren tot deze er is en de ambulanceverpleegkundigen het van u overnemen. Zo nodig meehelpen met het stabiliseren van de patiënt. Een van de begeleiders gaat mee met de ambulance, om directe gegevens aan het ziekenhuispersoneel te kunnen overdragen.
GRAAG EXTRA AANDACHT VOOR DE VOLGENDE ZAKEN: 1.
Vang de groep na een calamiteit goed op!
2.
Vang de persoon goed op die gereanimeerd heeft! Uit de praktijk is gebleken, dat deze een terugslag kan krijgen, vooral wanneer de reanimatiepoging geen succes heeft gehad
3.
Denk aan vervanging bij afwezigheid van die personen die een taak hebben in het calamiteitenplan
4.
Controleer regelmatig uw AED
5.
Controleer regelmatig de inhoud van uw noodkoffer (indien aanwezig)
6.
Controleer regelmatig uw calamiteitenplan
2010
3
Calamiteitenplan voor zwemgroepen voor mensen met een hartaandoening VUL VOOR DE ZWEMACTIVITEITEN STEEDS HET CALAMITEITENSCHEMA IN WIE WAT DOET Indien men met de doelgroep hartpatiënten in een zwembad werkt, is het van belang goede voorzorgsmaatregelen te treffen. Een van deze maatregelen is het calamiteitenplan, waarbij de begeleiding aan een aantal zaken moet denken, te weten: Wanneer tijdens de zwemactiviteiten voor hartpatiënten een levensbedreigende situatie ontstaat voor een deelnemer, bijv. een circulatie- en /of ademstilstand, of een collaps, is het volgende van onmiddellijk belang: A. B. C.
DIRECTE HULP GERICHTE HULP VERVOER
ad a
Directe hulp Patiënt snel en effectief uit het water halen Hartmassage en beademing (basale reanimatie) De zweminstructeur wordt geacht de techniek van het zwemmend redden, het uit het water halen van de deelnemer en de basale reanimatie te beheersen. Hiervoor moeten, indien mogelijk, twee of meerdere personen zijn aangewezen. Dit betekent dat in een één-mans situatie één van de daartoe vooraf aangewezen personen zal moeten inspringen. Apparatuur De AED wordt gehaald (begin vast met de basale reanimatie). Patiënt op een niet geleidende ondergrond leggen en de borstkas droog maken. Na het aansluiten van de AED volgt men de begeleidende gesproken instructie Indien de AED voorzien is van een beeldscherm kan gezien worden wat er aan de hand is.
ad b
Gerichte hulp Alarmeren (112 bellen).
Het strekt tot aanbeveling indien de uren waarop gezwommen wordt bekend zijn bij de ambulancedienst. Er is hiervoor een bepaalde code af te spreken, zodat snel gerichte hulp geboden kan worden. Diegene die belt wacht ook de ambulance op en controleert of de weg naar het zwembad nog vrij is. Tevens zorgt deze persoon er voor dat de medische gegevens (als deze aanwezig zijn) aan het ambulancepersoneel afgegeven worden. Het wegleiden van de overige deelnemers Een van de begeleiders of deelnemers leidt de groep naar de kleedkamer of naar een ander (rustig) gedeelte van het zwembad. Begeleid deze groep goed. Stel de deelnemers gerust en laat ze over het voorval praten. Het inlichten van de familie Na de calamiteit moet de familie ingelicht worden. Geef korte en duidelijke informatie. Het is wenselijk dat dit de zweminstructeur of één van de bestuursleden doet.
2010
4
ad.c
Het vervoer Zolang de ambulance niet is gearriveerd, doorgaan met de basale reanimatie tot deze er is, en de verpleegkundigen het van u overnemen. Zonodig meehelpen met het stabiliseren van de patiënt. Een van de begeleiders gaat mee met de ambulance, om directe gegevens aan het ziekenhuispersoneel te kunnen overdragen.
GRAAG EXTRA AANDACHT VOOR DE VOLGENDE ZAKEN: 1.
Vang de groep na een calamiteit goed op!
2.
Vang de persoon goed op die gereanimeerd heeft! Uit de praktijk is gebleken, dat deze een terugslag kan krijgen, vooral wanneer de reanimatie geen succes heeft gehad.
3.
Denk aan vervanging bij afwezigheid van die personen die een taak hebben in het calamiteitenplan.
4.
Controleer regelmatig de defibrillator/AED
5.
Controleer regelmatig de inhoud van uw noodkoffer.
6.
Controleer regelmatig uw calamiteitenplan.
2010
5
Calamiteitenplan ICD-drager Hoe te handelen als de patiënt een schok krijgt Wordt de patiënt onwel, wacht dan de eerste schok af. Keert na de eerste schok het bewustzijn niet terug, wacht dan de tweede schok af. Als er na 15 seconden geen respons is van de patiënt, moet u starten met reanimeren en bel (of laat bellen) met 112 Komen er binnen 1 minuut geen schokken en / of verliest de patiënt het bewustzijn wacht dan niet af en start direct met de basale reanimatie en bel (of laat bellen) met 112 Diegene die belt, wacht ook de ambulance op en controleert of de weg (naar de sportzaal of het zwembad) nog vrij is. Tevens zorgt deze persoon er voor dat de medische gegevens (als deze er zijn) aan het ambulancepersoneel afgegeven worden. Informeer het ambulancepersoneel dat de patiënt een ICD heeft. Doorgaan met reanimeren tot de ambulance er is en de verpleegkundigen het van u overnemen. Een van de begeleiders gaat mee met de ambulance om directe gegevens aan het ziekenhuispersoneel te kunnen overdragen.
2010
6
Calamiteitenplan pacemakerdrager Bij een circulatiestilstand direct starten met de basale reanimatie. Na één minuut, controleren of er eigen hartactie is. Zo niet, doorgaan de basale reanimatie en de ambulance bellen (tel: 112) Diegene die belt, wacht ook de ambulance op en controleert of de weg (naar de sportzaal of het zwembad) nog vrij is. Tevens zorgt deze persoon er voor dat de medische gegevens (als deze er zijn) aan het ambulancepersoneel afgegeven worden. Informeer het ambulancepersoneel dat de patiënt een pacemaker heeft. Een van de begeleiders gaat mee met de ambulance om directe gegevens aan het ziekenhuispersoneel te kunnen overdragen.
2010
7