HET HANDVEST VAN DE SOCIAAL VERZEKERDE
Welk doel? Voor wie? Welke rechten?
Nuttige informatie voor de sociaal verzekerde in België
Welk doel? Het doel van het handvest van de sociaal verzekerde is u, als sociaal verzekerde, te beschermen in uw relatie met de instellingen van sociale zekerheid en tot een meer toegankelijke en klantvriendelijke sociale bescherming te komen.
Voor wie? Instellingen: de betrokken ministeries, de openbare instellingen van sociale zekerheid (bijvoorbeeld het RIZIV of de RVP) en elke instelling die sociale zekerheidsprestaties toekent (bijvoorbeeld het ziekenfonds). Sectoren: het handvest is van toepassing op alle sectoren van de sociale zekerheid in ruime zin maar ook op het leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen en op de uitkeringen voor mensen met een handicap. Het betreft zowel de werknemers als de zelfstandigen en de ambtenaren. Sociaal verzekerde: iedere natuurlijke persoon die recht heeft op sociale prestaties, die er aanspraak op maakt of er aanspraak op kan maken.
Welke rechten? Het handvest legt de instellingen van sociale zekerheid een reeks verplichtingen op. 1.
Algemene verplichtingen van de instellingen van sociale zekerheid Ten eerste een aantal algemene verplichtingen: recht op informatie: de instellingen van sociale zekerheid moeten u, wanneer u daar schriftelijk om vraagt, alle dienstige inlichtingen betreffende uw rechten en plichten verstrekken. Deze informatie moet u binnen 45 dagen meegedeeld worden. Zij moet nauwkeurig, volledig en gratis zijn (voor kopieën van bestuursdocumenten kan men u wel een financiële bijdrage vragen);
recht op advies; recht op doorzending van het verzoek om inlichtingen of raad en van de aanvraag om prestaties naar de bevoegde administratie, als deze aanvraag bij een niet bevoegde instelling was ingediend. U wordt van deze operatie in kennis gesteld. In het kader van het recht op doorzending van de aanvraag, validatie van de datum van indiening van de aanvraag tot prestatie: als de aanvraag bij een onbevoegde instelling terzake is ingediend en aan de bevoegde instelling is doorgestuurd, is het de datum van ontvangst van de aanvraag bij de eerste instelling die in aanmerking zal worden genomen; recht op het gebruik van een voor het publiek begrijpelijke taal. Concreet voorbeeld: Bij vergissing dient u een aanvraag voor pensioen in bij de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) op 30 oktober. De RVA stuurt deze aanvraag naar de Rijksdienst voor pensioenen (RVP), die deze op 4 november krijgt. In het verleden hield de RVP rekening met 4 november als indieningsdatum en het pensioen kon pas op 1 december worden toegekend (eerste dag van de maand volgend op de maand tijdens dewelke de aanvraag werd ingediend). Bij toepassing van een koninklijk besluit houdt de RVP thans rekening met 30 oktober als indieningsdatum, zodat het pensioen op 1 november ingaat. De datum van indiening van de aanvraag wordt gevalideerd, alhoewel de aanvraag werd gericht aan een niet-bevoegde instelling. 2.
Ambtshalve onderzoek De sociale prestaties worden meestal toegekend op (schriftelijke) aanvraag. Omdat het handvest toelaat om, telkens wanneer dit materieel mogelijk is, het recht op een sociale prestatie zonder voorafgaandelijk aanvraag te onderzoeken, is het ambthalve onderzoek al een realiteit geworden in een bepaald aantaal gevallen. Concrete voorbeelden: Voor de sociaal verzekerde onder jullie (werknemers en zelfstandigen) die ten vroegste in december 2003 de wettelijke pensioenleeftijd (dan 65 jaar voor mannen en 63 jaar voor vrouwen) bereiken en hun hoofdverblijfplaats in België hebben,
gebeurt vanaf 1 januari 2004 het onderzoek van het recht op rustpensioen ambtshalve. De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) zal u, ongeveer één jaar voor de ingangsdatum van het pensioen, schriftelijk meedelen dat het recht op rustpensioen ambtshalve wordt onderzocht en dat u bijgevolg geen pensioenaanvraag moet indienen. Dit ambtshalve onderzoek is een uitbreiding van het ambtshalve onderzoek van het recht op rustpensioen voor personen die een vervangingsinkomen genieten, dat vanaf 2003 in voege getreden is. Voor degene onder jullie die een werkloosheidsuitkering, een brugpensioen, een arbeidsongeschiktheids- of een invaliditeitsuitkering genieten en ten vroegste in december 2002 de wettelijke pensioenleeftijd bereiken (dan 65 jaar voor mannen en 63 jaar voor vrouwen), is sedert 1 januari 2003 het ambthalve onderzoek van het recht op rustpensioen effectief van toepassing.
De gerechtigden op een leefloon - het voormalig bestaansminimum – kunnen aanspraak maken op gewaarborgde gezinsbijslag (en, meer algemeen, op gezinsbijslag) zelfs al hebben ze nooit gewerkt. Indien uw OCMW aangesloten is op het elektronisch netwerk van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, hoeft u zelf geen attest meer te vragen noch deze naar de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) op te sturen. De RKW zal automatisch de nodige inlichtingen krijgen om te kunnen nagaan of u recht hebt op gewaarborgde gezinsbijslag en zal er desgevallend voor zorgen dat u uw gezinsbijslag ontvangt. 3.
Onderzoek van de aanvraag Nadat het onderzoek van uw recht gestart is (ambtshalve of op aanvraag), hebben de instellingen van sociale zekerheid nog heel wat gegevens nodig vooraleer zij u een bepaalde prestatie kunnen toekennen. Het handvest moedigt ze aan om uit eigen beweging alle ontbrekende inlichtingen te verzamelen, indien mogelijk bij andere instellingen van sociale zekerheid.
Concreet voorbeeld: De perioden van legerdienst worden in aanmerking genomen voor de berekening van het pensioen van de ambtenaren. De Administratie der Pensioenen (van de Federale Overheidsdienst Financiën) schrijft zelf de Federale Overheidsdienst Landsverdediging aan om de nodige inlichtingen inzake deze perioden te verkrijgen. 4.
Behandelingstermijn Het handvest geeft u het recht op een snelle behandeling van uw aanvraag tot toekenning van prestaties: de beslissing moet binnen 4 maanden genomen worden en de betaling moet binnen 4 maanden na de beslissing van toekenning worden uitgevoerd (uitzonderingen zijn mogelijk).
5.
Kennisgeving van de beslissing Het handvest voorziet dat een beslissing u in een bepaalde vorm ter kennis moet worden gebracht: bij gewone brief, met de overhandiging van een geschrift of in sommige gevallen bij aangetekend schrijven. Concrete voorbeelden: De beslissingen genomen door de Dienst voor overzeese sociale zekerheid (DOSZ) worden per aangetekend schrijven verzonden, net zoals die van de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) en van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen (RSVZ). De beslissingen genomen door de bestuursdirectie van de Uitkeringen aan personen met een handicap of door de Administratie der Pensioenen worden daarentegen per gewone brief verzonden.
6. Motivering – verplichte vermeldingen- termijn van beroep Het handvest voorziet dat een beslissing moet gemotiveerd zijn en bepaalde vermeldingen over de bestaande beroepsmogelijkheden moet bevatten.
Tegen een beslissing, geeft het handvest u 3 maanden om beroep aan te tekenen tenzij er in de betrokken sector een nog gunstigere termijn van beroep bestaat. Het is vanzelfsprekend voor u van essentieel belang dat de beslissing ook de nieterkende perioden vermeldt evenals de reden waarom ze niet in aanmerking komen voor de berekening van de uitkering. Concreet voorbeeld: Voor de berekening van uw pensioen van zelfstandige bijvoorbeeld, wordt geen rekening gehouden met de perioden tijdens dewelke u geen volledige bijdragen hebt gestort. Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen (RSVZ) zal u zowel de niet-erkende perioden als de reden waarom ze niet in aanmerking komen voor de berekening meedelen. 7.
Herziening van de beslissingen. Het handvest geeft u recht op de herziening van een beslissing als hierin een vergissing werd vastgesteld door een instelling.
8.
Terugvordering van niet-verschuldigde prestaties. Wanneer u een prestatie gekregen hebt waarop u in feite geen aanspraak kon maken, voorziet het handvest dat u door de betrokken instelling van sociale zekerheid tegelijkertijd in kennis moet gesteld worden van het bestaan van het onverschuldigd bedrag en van de omvang ervan. Bepaalde specifieke vermeldingen moeten u meegedeeld worden: de vaststelling dat er onverschuldigde bedragen zijn betaald; het totale bedrag van wat onverschuldigd is betaald, alsmede de berekeningswijze ervan; de bepalingen waarmee de betalingen in strijd zijn gedaan en de toepasselijke verjaringstermijn; in voorkomend geval, de mogelijkheid voor de betrokken instelling van sociale zekerheid om van de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen af te zien en de procedure die hiervoor moet worden gevolgd; de mogelijkheid om een met redenen omkleed voorstel tot terugbetaling in schijven voor te leggen.
Concrete voorbeelden: Bij de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) en bij de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie (RVA), heeft de inwerkingtreding van het handvest van de sociaal verzekerde in de praktijk tot gevolg gehad dat de drie laatste vermeldingen werden opgenomen in de beslissingen tot terugvordering van onverschuldigde prestaties. Bij de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) zijn de kennisgeving van de beslissing tot terugvordering van onverschuldigde prestaties en van de beslissing die ze uitvoert voortaan samengevoegd. Meer informatie over het handvest van de sociaal verzekerde en andere informatie over de
sociale
zekerheid
Regeringscommissaris
in voor
het
algemeen
Sociale
vindt
Zekerheid,
u
op
de
mevrouw
website Greet
van
van
(www.vangool.fgov.be).
U kunt ook contact opnemen met de volgende instellingen van sociale zekerheid: Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) Troonstraat 30A 1000 Brussel Telefoon: 02 229 35 00 Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) Brabantstraat 62 1210 Brussel Telefoon: 02 209 13 13 E-mail:
[email protected]
Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden (HVKZ) Olijftakstraat 7-13
de
Gool
2060 Antwerpen Telefoon: 03 220 74 11 E-mail:
[email protected] www.users.skynet.be/hvkz-cspm Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) Troonstraat 100 1050 Brussel Telefoon: 02 506 84 11 E-mail:
[email protected] www.socialsecurity.fgov.be/faofat Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ) Sterrenkundelaan 1 1210 Brussel Telefoon: 02 226 62 11 E-mail:
[email protected] Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) Tervurenlaan 211 1150 Brussel Telefoon: 02 739 71 11 www.riziv.fgov.be Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Telefoon: 02 546 42 11 E-mail:
[email protected] Federale Overheidsdienst Sociale Zaken Bestuursdirectie: uitkeringen aan personen met een handicap Zwarte Lievevrouwstraat 3C 1000 Brussel
Telefoon: 02 509 81 11 Federale Overheidsdienst Financiën Administratie der Pensioenen Financietoren, bus 31 Kruidtuinlaan 50 1010 Brussel Telefoon: 02 210 67 58 Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) Louizalaan 194 1050 Brussel Telefoon: 02 642 05 11 E-mail:
[email protected] www.socialsecurity.fgov.be/dosz Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Trierstraat 70 1000 Brussel Telefoon: 02 237 21 11 E-mail:
[email protected] Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) Keizerslaan 7 1000 Brussel Telefoon: 02 515 41 11 www.rva.fgov.be Rijksdienst
voor
Sociale
Zekerheid
van
Overheidsdiensten (RSZPPO) Jozef II-straat 47 1040 Brussel Telefoon: 02 238 32 11 E-mail:
[email protected]
de
Provinciale
en
Plaatselijke
www.rszppo.fgov.be Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) Zuidertoren 1060 Brussel Telefoon: 02 529 21 11 E-mail:
[email protected] www.onprvp.fgov.be Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) Elyzeese Veldenstraat 12 1050 Brussel Telefoon: 02 627 91 11 E-mail:
[email protected] www.onva-rjv.fgov.be