het groene lyceum
phgreraotketniejikjs eeruwm d oln c y
1
SCHOOLGIDS 2013-2014 Winsum Wij zijn groen...
Inhoud 1
2
Inleiding
3
2 Missie
4
3
Leerlingbegeleiding
5
4
Maatschappelijke stage
10
5
Dagelijkse onderwijspraktijk
11
6 Schoolregels
12
7
18
Algemene zaken
8 Faciliteiten en financiën
21
9 Praktijkonderwijs
25
10 VMBO Groen
30
11
39
Het Groene Lyceum
Deze schoolgids staat als document op de portal van de school (portal.aocterra.nl). Op verzoek kunt u een gedrukt exemplaar ontvangen. Op de portal zelf is achter de diverse knoppen ook veel informatie over de school te vinden.
1 Inleiding Welkom op de Groene School in Winsum! Dit is de schoolgids voor het schooljaar 2013-2014 van de Groene School in Winsum. De Groene School Winsum is onderdeel van AOC Terra. AOC Terra heeft 11 vestigingen in de drie noordelijke provincies: vijf scholen voor middelbaar beroepsonderwijs, een vestiging voor volwassenonderwijs en zeven VMBO-Groen scholen, waarvan de Groene School Winsum ook Praktijkonderwijs aanbiedt. Het Groene Lyceum heeft afdelingen in Winsum, Eelde, Emmen, Assen, Meppel en Wolvega.
Wij zijn Groen …. en meer! Wij hebben geprobeerd onze informatie zo overzichtelijk mogelijk weer te geven, zodat de informatie die u zoekt, gemakkelijk te vinden is. Mochten er toch nog vragen bij u opkomen waarop het antwoord niet in deze schoolgids te vinden is, kijk dan ook op de portal waar veel informatie te vinden is of neem contact met ons op. Wij doen er alles aan om ervoor te zorgen dat de leerling zich bij ons thuis voelt. Daarom is het ook belangrijk dat u de schoolgids leest en dat ouders/verzorgers op de hoogte zijn van de inhoud van deze schoolgids. De schoolgids kun u altijd lezen via de portal, zodat
u deze even kunt bekijken als u iets wilt weten. We gaan ervan uit dat uw kind bij ons op school een plezierige periode zal hebben en dat hij/zij zo goed mogelijk tot zijn/haar recht komt. Wij zullen ons daarvoor inzetten!
Namens het personeel, Bert Bos, directeur
3
2 Missie De Groene School Winsum is een christelijke school voor voortgezet onderwijs voor Praktijkonderwijs, VMBO-Groen, VMBO-Groen met LWOO en het Groene Lyceum.
4
Leerlingen van 12 tot 18 jaar uit het noorden en midden van de provincie Groningen en uit de stad Groningen worden aangetrokken vanwege het unieke groene concept van de school. Grondslag voor haar handelen vormt de christelijke signatuur van de school en in het bijzonder de opdracht aan ieder mens om samen met de ander de aarde te bewerken en te bewaren. De school wil aan deze grondslag vorm en inhoud geven in haar onderwijs aan en de opvoeding van de leerlingen door: Alle aspecten van vorming te benadrukken De school wil een bijdrage leveren aan de algehele persoonlijke vorming van de leerling. De leerling centraal te stellen De school wil een plek zijn waar de leerling zich kan ontwikkelen en waar zorg en aandacht is voor deze persoonlijke ontwikkeling. Een veilige leeromgeving aan te bieden De school wil een plek zijn waar de leerling zich gekend, herkend en erkend weet. Een krachtige leeromgeving, gefocust op succesvol leren te organiseren. De leerling kan zich zo maximaal mogelijk ontplooien naar zijn / haar capaciteiten en interesses. Aan de opvoeding een bijdrage te leveren Normen- en waarden ontwikkeling ziet de school als essentieel met respect voor de ander, de omgeving en jezelf als kern. Een oefenplaats te zijn voor de samenleving Verantwoording leren nemen voor jezelf en de ander, waarbij ook van fouten mag worden
geleerd. Een breed onderwijsaanbod te realiseren De school wil zoveel mogelijk leerlingen, ongeacht intellectuele capaciteiten, onderwijs aanbieden. Gemeenschap te zijn Leren met en van elkaar en ergens bij horen. Een professionele en lerende organisatie te zijn. De school wil in teamverband zeggen wat ze doet en doen wat ze zegt
3 Leerlingbegeleiding Er zijn bij ons op school veel mensen die kunnen helpen met allerlei zaken. De begeleiding is opgezet volgens het ringenmodel. U kunt het vergelijken met cirkels die om elkaar heen liggen. In de binnenste cirkel staat de leerling. Alle ringen eromheen hebben te maken met begeleiding. De eerste ring rondom de leerling is die van de docent en de mentor. De mentor staat als begeleider het dichtst bij de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) en is voor de leerling en de ouders het eerste aanspreekpunt.
3e lijn
r
1e lijn
Dit ben jij
soon sper en uw
aar vertrouwensart s bten m jeu ta g lich er d i d e l e caa ege b n g mentor
2e lijn
psy ch ol
choolarts ortho d N s i d act VN icu g s oo lper ver al he tro edi em kr a leer cht
org dz
lee rlin
nde dienst Compa z eide lee gel rp be
Rondom de ring van de mentor ligt de ring met de leerlingbegeleider, de decaan, de vertrouwenspersoon en de orthopedagoog. Zij werken op de Groene School en worden ingeschakeld als dit nodig is. In de derde ring staan de begeleiders die niet op de Groene School werken. Zij kunnen bij de begeleiding ingeschakeld worden als externe deskundigen. Te denken valt hierbij aan de schoolarts, een medewerker van jeugdhulpverlening, de jeugdagent en andere deskundigen. De externe deskundigen hebben contact met de school via het zorg- en adviesteam (ZAT overleg).
3.1 Mentor Elke klas heeft een mentor. De mentor zorgt voor de klas. Aan deze mentor kan de leerling alles vragen wat hij/zij wil weten. Met een mentor is persoonlijk contact, hij/zij stimuleert de leerling, ondersteunt en geeft adviezen. Alle informatie die belangrijk is, ontvangt de leerling via de mentor. Dit kan gaan over zaken als gedrag, werkhouding, maar ook over de cijfers, verzuim of ziekte. De mentor is de eerste schakel tussen de ouder(s)/verzorger(s) en school. Daarom komt de mentor ook thuis op bezoek voordat het eerste schooljaar begint. Een overzicht van mentoren voor elke klas wordt samen met het lesroosters aan het begin van het schooljaar uitgereikt. De mentor verzorgt voor de leerlingen van zijn of haar klas de mentorlessen. Gescheiden ouders en informatieplicht Beide ouders behouden het recht op informatie. Tijdens het huwelijk oefenen beide ouders het ouderlijk gezag uit tenzij op verzoek het ouderlijk gezag aan één van beide ouders is toegewezen. Dit blijft ook na een scheiding gehandhaafd tenzij na de scheiding één van de ouders of het kind (vanaf 12 jaar) via de rechtbank regelt dat het ouderlijk gezag naar één van de ouders gaat. Als de vader niet bekend is, heeft de biologische moeder bij wet het ouderlijk gezag.
5
3.2 Decaan
6
De decaan houdt zich bezig met de doorlopende leerlijn van de leerlingen op de Groene School en de stap die daarna moet worden gemaakt. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen op het juiste niveau werken wordt gebruik gemaakt van het CITO volgsysteem. De prestaties van de leerlingen worden gemeten op kernvaardigheden die vergeleken worden met landelijke normen. In het begin van het schooljaar starten de leerlingen van klas 1 van het Groene Lyceum, VMBO en VMBO/ LWOO met een beginmeting; toets 0. Aan het einde van het schooljaar volgt toets 1 en worden ouders schriftelijk geïnformeerd met betrekking tot dit préadvies. Op deze manier toetsen we of de leerling richting de juiste leerweg werkt. In klas 2 worden de leerlingen voorbereid op de definitieve leerwegbepaling; naast toets 2 wordt ook het onderdeel Studeon afgenomen. Dit onderdeel helpt om een goed beeld te krijgen van het sociaal-emotioneel functioneren, het welbevinden en de studiehouding van de leerlingen. Op deze manier komen we op een zorgvuldige manier tot een weloverwogen bepaling in welke leerweg de leerling examen gaat doen. Ook kan de aangeboden interessetest in klas 2 al een beter beeld geven van wat de leerling later, na het behaalde diploma, mogelijk voor vervolgopleiding gaat doen. In de bovenbouw biedt de decaan vooral hulp bij het maken van een vervolgkeuze die bij de leerling past. De decaan geeft, zowel aan ouders als aan leerlingen, informatie over vervolgopleidingen. Ook worden er een aantal activiteiten georganiseerd die bij kunnen dragen helpen bij het maken van een juiste keuze. Voor de leerlingen in klas 3 is er bijvoorbeeld een voorlichtingsavond in samenwerking met de verschillende MBO’s. Deze avond vindt meestal plaats in januari.
De leerlingen van klas 4 kunnen een bezoek brengen aan de Onderwijsbeurs in MartiniPlaza te Groningen. Ook organiseert de decaan in samenwerking met de MBO’s een meeloopochtend bij een opleiding naar keuze. Ieder schooljaar zijn in januari de open dagen van de MBO’s, de decaan brengt de leerlingen van de bovenbouw hiervan op de hoogte. Verder is de decaan nauw betrokken bij de aanmelding van onze leerlingen op het MBO of een ander vervolgtraject. Afspraak met de decaan maken? Via de administratie van de Groene School kunnen ouder(s)/verzorger(s) een afspraak maken met de decaan. De decaan is mevr. Bijvoet (0595-44 70 70).
3.3 Leerlingbegeleider De leerlingbegeleider houdt zich bezig met leerlingen die om verschillende redenen extra begeleiding nodig hebben. Zij hebben een hulpvraag die niet zomaar door de mentor is op te lossen. De leerlingbegeleider kan op verzoek van bijvoorbeeld docenten, ouder(s)/ verzorger(s) of de schoolleiding met deze leerling gaan praten. De problemen die kunnen voorkomen, zijn bijvoorbeeld pesten, mishandeling of gedragsproblematiek. De leerlingbegeleider verleent tijdelijk ondersteuning aan de mentor. Onze leerlingbegeleiders zijn: dhr. Breukelman en mevr. Poutsma voor de locatie Hamrik. Dhr. Kaidel voor de locatie aan de Onderdendamsterweg.
3.4 Zorgcoördinator
3.6 Vertrouwenspersoon
De zorgcoördinator houdt zich bezig met de vraag: ‘Wat heeft de leerling nodig zodat hij/zij zich bij ons op school thuis voelt?’ Alle vormen van zorg die bij ons op school worden aangeboden, staan beschreven in het ondersteuningsplan. De zorgcoördinator beheert dit plan en zorgt ervoor dat wat in dit plan staat op het goede moment door de juiste persoon en op de juiste manier wordt uitgevoerd. De zorgcoördinator wordt hierin bijgestaan door de schoolorthopedagoog. Ook heeft de zorgcoördinator contacten met externe instanties. De zorgcoördinator is mevr. A. Stuivinga. Het ondersteuningsplan staat op de portal bij onderwijs / begeleiding / zorg.
Op de Groene School zijn interne vertrouwenspersonen werkzaam; twee op de locatie aan de Hamrik en één op de locatie aan de Onderdendamsterweg. Leerlingen, ouder(s)/ verzorger(s) en docenten kunnen in gesprek gaan met de vertrouwenspersoon op het moment dat men iets ‘in vertrouwen’ wil bespreken. Dit kan een probleem zijn of een klacht. Het kan van persoonlijke aard zijn, of iets wat te maken heeft met de (school) organisatie. De vertrouwenspersoon heeft in eerste instantie een luisterend oor, maar zal vervolgens ook vragen hoe om te gaan met de klacht of het probleem. De vertrouwenspersoon heeft geen volledige zwijgplicht.
3.5 Orthopedagoog Aan de Groene School is een orthopedagoog verbonden. Deze is beschikbaar voor beide locaties. Het werk van de orthopedagoog is gericht op het welbevinden van de leerling op school, zowel op het gebied van leerproblemen als op het gebied van gedragsproblemen. Het kan daarbij gaan om individuele diagnostiek van leerlingen, het geven van advies voor behandeling, docenten en mentoren voorzien van informatie over leer- en gedragsproblemen, contact zoeken met externe instanties, het geven van advies bij plaatsing van nieuwe leerlingen, etc. Hierbij werkt de orthopedagoog nauw samen met de zorgcoördinator. De orthopedagoog is mevr. G. van Oosten.
Naast de interne vertrouwenspersonen is aan AOC Terra een externe vertrouwenspersoon verbonden. De interne vertrouwenspersonen zijn: Op de locatie Hamrik: dhr. B. Breukelman mevr. I.A.M. Poutsma. Dhr. P. Kaidel op de locatie aan de Onderdendamsterweg. Zij zijn dagelijks telefonisch bereikbaar via (0595) 44 70 70 (Hamrik) en (0595) 44 70 80 (Onderdendamsterweg). De externe vertrouwenspersoon is de heer J. Wibbens, telefoon (0599) 23 83 26 of (06) 53 69 71 50.
7
3.7 Zorgteam / Ondersteuningsteam Het Ondersteuningsteam bestaat uit: een vmt lid (zorg) en docenten met zorgtaken (zoals leerlingbegeleiders, orthopedagoog en zorgcoördinator). Op afroep kunnen decaan en reboundfunctionaris aanschuiven. Het ondersteuningsteam is de schakel tussen het kernteam en het zorg- en adviesteam (ZAT).
3.8 Zorg- en adviesteam (ZAT)
8
Op de Groene school is het ZAT een team waaraan de leerlingbegeleiders, de zorgcoördinator, de schoolarts, de orthopedagoog, Jonx / Lentis, de jeugdagent en de leerplichtambtenaar deelnemen. Het ZAT stemt de hulpvraag van de leerlingen tussen onze school en de instellingen op het gebied van jeugdgezondheidszorg, welzijn, jeugdzorg, leerplicht en veiligheid op elkaar af.
3.9 Schoolarts De begeleiding van de leerlingen op onze school is uitgebreid met het werk van de schoolarts. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld naar de schoolarts gaan omdat ze vragen hebben of zich zorgen maken over: lichamelijke klachten die met school of sport te maken hebben, problemen met anderen, groei en ontwikkeling, sombere buien, seksualiteit, etc. Ook ouders kunnen eventueel gebruik maken van het spreekuur. Wat er met de schoolarts besproken wordt, hoeft niemand te weten. Zonder toestemming van de leerling worden geen mededelingen gedaan aan anderen. Een gesprek met de schoolarts kan door leerlingen en ouders aangevraagd worden bij de leerlingbegeleider. De schoolarts maakt deel uit van het zorg- en adviesteam van de Groene School. Onze schoolarts is dhr. T. Bosma.
3.10 Hulplessen, sociale vaardigheden- en weerbaarheidstraining. De hulplessen zijn bedoeld voor alle leerlingen van klas 1, met uitzondering van het Praktijkonderwijs. De volgende onderdelen worden aangeboden in klas 1: begrijpend lezen, stil lezen, rekenen, sociale vaardigheid (programma ‘Mag ik meedoen’), training ‘Rots en Water’ (weerbaarheid), Duits, Engels en ICT vaardigheden.
3.11 Dyslexie Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een dyslexiepas, waarop hun rechten en hun plichten staan vermeld. Meer informatie staat op de portal bij Onderwijs/ begeleiding/dyslexiebeleid.
3.12 Reboundvoorziening De Groene School Winsum maakt deel uit van het regionaal samenwerkingsverband Groningen Ommelanden. Vanuit dit samenwerkingsverband werkt de Groene School samen met het Hogeland College in een reboundvoorziening. Deze voorziening is gehuisvest op de Onstaheerd in Sauwerd. Leerlingen die, om uiteenlopende redenen, moeite hebben om reguliere lessen te volgen in de school, kunnen na een intaketraject voor onderwijs en begeleiding naar de Onstaheerd. In een andere omgeving wordt er gewerkt aan de hulpvraag waarmee de leerling geplaatst is op de reboundvoorziening. Inzet is verandering van gedrag en leerhouding waardoor de leerling weer tot leren kan komen. Het is een tijdelijke plaatsing met als inzet een terugkeer naar school of schakelen naar ander onderwijs.
3.13 Pestprotocol Onze school vormt een veilige en uitdagende leef-, werk-, en leerplaats voor de leerlingen. Hierin is geen plaats voor pesten. Wij als school verbinden ons daarom het volgende te doen: aanpak via en werken volgens het pestprotocol en aanbieden van anti pest lessen. gerichte voorlichting aan ouder(s/verzorger(s), bijvoorbeeld via thema avonden. het helder maken en houden van een communicatielijn voor klachten over pesten via de mentor en de teamleider. het beschikbaar hebben van, voor iedere aan de school verbonden persoon, toegankelijke goede informatie over het probleem van pesten. Iedereen voelt aan wat pesten is. Toch is het handig om een omschrijving bij de hand te hebben om duidelijk te maken waarom er sprake is van pesten. Pesten is iets anders dan plagen. Plagen
doe je om de beurt. Als je de ene keer wordt geplaagd, kun je een andere keer terugplagen. Plagen is soms heel vervelend, maar je voelt je nooit bedreigd. Plagen doe je voor de lol. Je kunt het later goedmaken en er samen om lachen. Pesten is gemeen. De pestkop is altijd sterker, heeft een grote mond en durft meer. Hij of zij pest altijd dezelfde. Degene die gepest wordt verliest altijd, voelt zich machteloos, wordt banger en banger en wil op het laatst niet meer naar school. Pesten eindigt nooit vanzelf. Groepsleden zijn zelden in staat het pesten zelf te stoppen. Daarom is het de verantwoordelijkheid van ouder(s)/verzorger(s) en school om het pesten te stoppen en hulp te bieden aan de individuele groepsleden. Wij pakken pesten op de volgende wijze aan: hulp aan het slachtoffer; het begeleiden van de pester; benadering van de klas; benadering van de ouders; benadering van de betrokken docenten / medewerkers. De mentor pakt het probleem in eerste instantie aan. Daarna eventueel in samenwerking met de vertrouwenspersoon en/of de teamleider. De Groene school heeft het pestprotocol in het schoolveiligheidsplan opgenomen. De aanpak van pestgedrag en een lessenpakket worden hierin beschreven (zie portal: ‘praktische informatie’ / schoolveiligheidsplan).
9
4 Maatschappelijke stage Vanaf schooljaar 2011-2012 is een maatschappelijke stage (MaS) van minimaal 30 uur verplicht. Als Groene school hebben we de maatschappelijke stage met een invulling van 38 uur ingericht. Maatschappelijk stage is iets doen voor een ander, zonder dat je daar iets voor krijgt. Wij vinden dit als Groene School erg belangrijk. Leerlingen leren d.m.v. vrijwilligerswerk dat het erg belangrijk is om mensen te helpen en dat dit ook belangrijk is voor de leefbaarheid van de maatschappij. We hopen dat de leerlingen enthousiast worden door de maatschappelijk stage en ze na het VMBO ook door gaan met het doen van vrijwilligerswerk.
10
Wij hebben als Groene School bewust gekozen voor een bepaalde opbouw van de maatschappelijke stage: In de onderbouw doen de leerlingen onder begeleiding van de mentor vrijwilligerswerk. De leerlingen doen op de volgende wijze aan maatschappelijke stage: klas 1: 6 uur, klas 2: 6-12 uur en in klas 3: 20 uur zelfstandig. In klas 4 zijn bijna alle leerlingen klaar met de maatschappelijke stage, alleen de leerlingen die nog iets moeten inhalen (bijv. door ziekte) maken de MaS in klas 4 af.
5 Dagelijkse onderwijspraktijk 5.1 Inzetbaarheid lestijd De lestijden op locatie Hamrik zijn: 8.25 uur – 15.15 uur en op locatie Onderdendamsterweg: 8.30 uur – 15.15 uur. Het rooster dat aan het begin van het schooljaar wordt verstrekt, kan in de loop van het jaar om diverse redenen wijzigen. Roosterzaken worden dagelijks op de portal weergegeven.
5.2 Onderwijstijd De overheid heeft de onderwijstijd per leerjaar vastgesteld waarbij verschil zit tussen de verschillende leerjaren. Voor het VMBO-Groen en het Groene Lyceum is het als volgt voor het schooljaar 2012-2013. Wat de uren norm voor schooljaar 2013-2014 zal zijn was bij het maken van deze schoolgids nog niet bekend. Voor schooljaar 2012-2013: Leerjaar 1 + 2: 1000 klokuren Leerjaar 3: 1000 klokuren Leerjaar 4: 700 klokuren De onderwijstijd van het Praktijkonderwijs laten we hierbij aansluiten. Onder onderwijstijd wordt verstaan in schooltijd verzorgd onderwijsprogramma, verzorgd door bekwaam onderwijspersoneel. Deze klokuren komen overeen met de lessentabel van 60 minuten. Het praktijkonderwijs heeft lessen van 45 minuten en deze worden omgerekend naar klokuren. Ook excursies, stages en andere buitenschoolse activiteiten vallen onder het verplichte aantal klokuren. We gaan uit van een gemiddeld schooljaar van 39 weken. In verband met de vakantiespreiding is er een variatie van een week, maar dit verschil valt in opeenvolgende jaren weg. Van een schooljaar gaan de volgende dagen af: Tweede Paasdag, Koningsdag (soms), Hemelvaart en Tweede Pinksterdag. Daarnaast gaan we er vanuit dat er maximaal 5 dagen
uitvallen door ijsvrij, jaarmarkten, vergaderingen, scholing personeel, open dag, laatste schoolweek en dergelijke. De school begint daarom direct na de zomervakantie en gaat vrijwel door tot het begin van de volgende zomervakantie. De overheid gaat uit van een gemiddelde van 26 klokuren en 40 minuten les per week. Omdat er toch wel eens wat kan uitvallen, plannen we ongeveer 1 klokuur per week meer, dat geeft wat speling. Meer informatie over de onderwijstijd en cijfers hierover zijn te vinden in de ‘Vensters voor Verantwoording’: www.venstersvo.nl
5.3 Voorkomen lesuitval Om lesuitval te voorkomen, wordt er bij afwezigheid van een docent zoveel mogelijk voor vervanging gezorgd. Vergaderingen en bijeenkomsten worden zoveel mogelijk buiten de lestijden verzorgd. Daarnaast komen er onderwijsvormen waarbij leerlingen door kunnen gaan met het onderwijs bij afwezigheid van een docent. Bijvoorbeeld als meerdere docenten samen leerlingen begeleiden in praktijksituaties, bij combinatievakken, in leergebieden of als leerlingen in het open leercentrum werken met ondersteuning van een elektronische leeromgeving en daarbij begeleid worden door een docent. Wijzigingen in het lesrooster zijn dagelijks te vinden op de portal van de school.
11
6 Schoolregels 6.1 ‘Zo doen wij dat hier’ Op de Groene School gebruiken we het document ‘Zo doen wij dat hier’. Hierin staan de school- en omgangsregels opgenomen. In deze schoolgids drukken we alleen de tien basis omgangsregels en de algemene regels af. Het document in zijn geheel met alle school- en omgangsregels staat op de portal.
12
Ik accepteer de ander en discrimineer niet Ik blijf van een ander en zijn spullen af Ik pest anderen niet Ik houd de school netjes, zowel binnen als buiten het gebouw Ik gebruik geen geweld tegen een ander Ik bedreig niemand, ik neem geen wapens en drugs mee Ik geef een ander geen ongewenst seksueel getinte aandacht Ik behandel een ander als gelijkwaardig en met respect Ik wil een positieve bijdrage leveren aan de sfeer in de klas en op de school Ik wijs anderen op het niet naleven van de schoolregels.
6.2 Algemeen Aanwijzingen van medewerkers moeten opgevolgd worden. We behandelen elkaar met respect in woord, gebaar en kleding. Op onze school proberen we vergissingen goed te maken en zoeken we met elkaar een oplossing bij problemen. Gooi afval in de daarvoor bestemde bakken. Op onze school wordt de kantine en het plein door ons allemaal schoongehouden. De conciërge wijst hiervoor na de pauze leerlingen aan.
Wij zijn een kauwgomvrije school. Bij ons op school gebruiken we schoolspullen alleen op de juiste manier en op het juiste tijdstip. Alleen buiten het schoolgebouw mag je petten e.d. dragen. Geluidsdragers mogen alleen in de kantine gebruikt worden en onder bepaalde voorwaarden in de klas. In de klas moet de telefoon uit en uit beeld zijn (in de tas). Het gebruik van de telefoon als agenda (niet als rekenmachine) is alleen toegestaan op het moment dat er huiswerk wordt opgegeven. Als de telefoon wordt ingenomen, kan de leerling deze aan het eind van de dag bij de mentor weer ophalen. Bij herhaling na een week. Verdere afspraken voor gebruik van de mobiele telefoon/muziek luisteren staan in de schoolregels (zie portal). De fietsenstalling gebruiken we om de fiets in te zetten. Daarvoor en daarna hoef je er niet meer te komen. De regel gedraag je altijd netjes en val niemand lastig geldt zowel op school als rondom de school.
6.3 Roken De school is een openbaar gebouw waar het verboden is te roken. Buiten de school mag er alleen gerookt worden op de daarvoor aangewezen plekken. De school is bezig een algeheel rookverbod in te voeren. Er is dit schooljaar een rookverbod voor de klassen 1 en 2.
6.4 O verschrijden van de schoolregels Niet in alle gevallen lukt het de leerling zich binnen de afgesproken regels te gedragen en zijn correcties nodig. In een gesprek met mentor, zorgfunctionaris of schoolleiding wordt getracht herhaling van ongewenst gedrag te voorkomen. Doen er zich vervolgens opnieuw problemen voor dan zijn straffen helaas niet te voorkomen: inhalen van verzuimde uren, een opgedragen taak of klus, het inhalen van lessen zijn dan mogelijke maatregelen. Terugkomen kan ook op dinsdagmiddag plaatsvinden. Vervoersproblemen die hierdoor ontstaan zijn voor de leerlingen. Bij ernstige of herhaaldelijke overtreding kan schorsing, opgelegd door de schoolleiding, een middel zijn. De procedure is altijd dat een schorsing mondeling aan de leerling wordt gemeld (reden en lengte van de schorsing), vervolgens worden ouders/verzorgers mondeling en/of schriftelijk ingelicht waarna terugkeer op school altijd plaatsvindt nadat er daadwerkelijk contact geweest is tussen school en t(e)huis. Schriftelijke correspondentie wordt altijd toegevoegd aan het leerlingendossier, terwijl een schorsing van 2 schooldagen of meer wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie.
6.5 Alcohol, drugs en wapens Op de Groene School accepteren wij geen alcohol, drugs of wapens. Het in bezit hebben of gebruiken van deze zaken betekent dat de leerling geschorst zal worden. In geval van drugs en wapens (ook de look-a-like) kan na schorsing de procedure tot verwijdering worden opgestart. Ook wordt altijd de politie ingelicht.
6.6 Kantine Tijdens de middagpauzes eten we gezamenlijk in de kantine. Ook kunnen de leerlingen hier verblijven tijdens de andere pauzes en tijden dat er geen les is. Leerlingen worden aangewezen om corvee te doen.
6.7 Kleding praktijkvakken en lichamelijke opvoeding Om de eigen kleding en ook de school schoon te houden, is de leerling verplicht om tijdens praktijklessen een overall en laarzen te dragen. De leerling volgt de lessen lichamelijke opvoeding in gepaste kleding (sportbroek, T-shirt en sportschoenen). Na een les lichamelijke opvoeding dient de leerling zich op te frissen.
6.8 Leerplichtambtenaar Veel kinderen gaan met plezier naar school. Maar soms lijkt het bij een aantal kinderen dat ze de school hebben verheven tot een noodzakelijk kwaad en dit leidt bij enkele kinderen tot conflictsituaties in hun aanwezigheid op school. Door de leerplichtwet is het absentiebeleid aangescherpt en zijn we als school verplicht om de ambtenaren inzicht te verlenen in onze absentenadministratie. Ook willen zij dat alle leerlingen naar school gaan en dat we vroegtijdige uitvallers snel in beeld hebben, zodat er structureel iets aan gedaan kan worden. Ook op dit terrein is het van belang dat we met elkaar samenwerken. Meerdere malen ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Deze gaat in overleg met school, betrokken leerling en ouders. Bij herhaling kan de leerling worden doorverwezen naar bureau Halt. Het te laat in de les komen wordt door de wet ook gezien als gemiste lestijd. Dit wordt scherp in de gaten gehouden. De leerplichtambtenaar (LPA)
13
14
heeft regelmatig een spreekuur op beide locaties van onze school. Als een leerling drie keer te laat komt moet hij/zij nakomen. Bij zes keer te laat zal er een brief naar de ouders gestuurd worden. En is een leerling negen keer te laat in de les gekomen, dan zal deze leerling worden doorverwezen naar de LPA. Van de gemaakte afspraken tussen de LPA en de leerling worden vervolgens zowel de school als de ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte gebracht. Valt de leerling daarna toch weer in herhaling, dan zullen de ouder(s)/verzorger(s) door de LPA worden uitgenodigd voor een gesprek. Een Halt traject kan het vervolg zijn.
teamleider en de directeur van de Groene School. In dit gesprek wordt de procedure van schorsing en verwijdering toegelicht.
6.9 Uitstuurformulier
6.10 Verzuim
Locatie Hamrik: indien een docent een leerling verzoekt het leslokaal tijdens de les te verlaten, moet de leerling zich melden bij het uitstuurlokaal 0.12. Daar haalt de leerling een gele brief op. Op deze gele brief staat wat de leerling moet doen en wanneer hij of zij zich weer bij de docent moet melden. Er wordt precies bijgehouden wanneer en hoe vaak leerlingen tijdens de les verwijderd worden. Het uitstuurformulier gaat naar de mentor en wordt verwerkt in Magister. Iedere keer als een leerling uit de les gestuurd wordt, neemt de betreffende docent contact op met de ouder(s)/ verzorger(s) van de leerling. Wanneer een leerling 5 keer is verwijderd, worden de ouder(s)/ verzorger(s) voor een gesprek met de mentor op school uitgenodigd. In dit gesprek worden duidelijke afspraken gemaakt en op schrift gesteld. Wanneer dit tot onvoldoende resultaat leidt en de leerling wordt nogmaals 3 keer verwijderd, worden ouder(s)/verzorger(s) opnieuw op school uitgenodigd voor een gesprek met de mentor en de teamleider. In dit gesprek worden aanvullende afspraken gemaakt en op schrift gesteld. Als dit nog niet tot het gewenste resultaat leidt, volgt er een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s),
Bij ons op school gelden voor verzuim de volgende regels:
Locatie Onderdendamsterweg: de leerling meldt zich bij een teamleider en krijgt een gele brief. Op een aangewezen werkplek gaat de leerling met meegenomen werk aan de slag. Voor het einde van de les meldt de leerling zich bij de docent die hem/haar eruit gestuurd heeft en er volgt een gesprek. De betreffende docent neemt dezelfde dag nog contact op met de ouders/verzorgers van de uitgestuurde leerling.
Ziekte Bij ziekte moet er tussen 08.00 en 09.00 uur worden gebeld door één van de ouder(s)/ verzorger(s) op het telefoonnummer (0595) 44 70 70 voor leerlingen van de locatie Hamrik en op het nummer (0595) 44 70 80 voor leerlingen van de locatie aan de Onderdendamsterweg. Gaat een leerling onder schooltijd ziek naar huis, dan dient hij/zij zich af te melden bij dhr. Medema (conciërge locatie Hamrik) of bij dhr. Westra (conciërge locatie Onderdendamsterweg). Bij thuiskomst dient er naar school gebeld te worden door de ouder(s)/verzorger(s). Als de leerling weer hersteld is dient een briefje ingeleverd te worden van de ouder/verzorger met vermelding van voor- en achternaam, klas en de periode dat de leerling ziek is geweest.
Huisarts-/tandarts-/ziekenhuisbezoek/ fysiotherapie Moet een leerling naar bijvoorbeeld de dokter, tandarts of orthodontist, dan vragen we u dit buiten schooltijd te plannen. Lukt dit niet, dan moeten de ouders/verzorgers vooraf de school inlichten over de te missen uren.
6.11
Schoolexcursies
Verschillende excursies maken deel uit van het lesprogramma. Hieronder vallen bezoeken aan tentoonstellingen, bedrijven, natuurexcursies e.d. Daarnaast heeft elk leerjaar zijn eigen excursie: Leerjaar 1: Een kennismakingskamp op Schiermonnikoog (€ 105,00) Een projectweek (eind van het schooljaar). Leerjaar 2: Drie dagen kamp/kamperen (eind schooljaar, € 85,00). Praktijkonderwijs € 60 Leerjaar 3: Activiteiten Dagen (AcDa) met een dagexcursie (eind schooljaar, € 30,00). Het praktijkonderwijs heeft een projectweek. Leerjaar 4: Buitenlandexcursie (week in november) naar Londen, Praag, Ardennen (ongeveer € 285,00).
Verlof Verlofdagen worden in principe alleen toegekend voor bijzondere gebeurtenissen (bijvoorbeeld een bruiloft, jubileum of begrafenis), bij calamiteiten of in relatie tot het beroep van de ouder(s)/ verzorger(s). Voor een lang weekend of verlenging van de vakantie wordt géén verlof toegekend! De directeur beslist uiteindelijk over toekenning van het verlof. Een aanvraag voor verlof moet altijd ruim op tijd en schriftelijk worden ingediend bij dhr. Medema (Hamrik) of dhr. Westra (Onderdendamsterweg). Hiervoor zijn bij de administratie speciale formulieren verkrijgbaar. Als een leerling onwettig afwezig is, dan zal de school contact opnemen met thuis en eventueel met de leerplichtambtenaar. Dit alles gaat natuurlijk met de grootste zorgvuldigheid. Regeling eerder weg voor bus of trein Leerlingen die met het openbaar vervoer reizen en na hun laatste lesuur nog minimaal één uur moeten wachten op de volgende trein of bus, kunnen een vertrekpas (kleurenkaart) halen bij dhr. Medema (Hamrik) of dhr. Westra (Onderdendamsterweg) om eerder weg te mogen.
Over iedere excursie ontvangt men vooraf bericht over het programma en de kosten. Deelname aan de excursie is in principe verplicht. Bij het niet deelnemen aan een excursie graag op tijd contact zoeken met de schoolleiding.
15
6.12 Sportevenementen Sportdagen De sectie lichamelijke opvoeding organiseert jaarlijks een aantal sportieve evenementen waaronder twee sportdagen. De wintersportdag wordt gehouden in de periode voor de kerstvakantie en de zomersportdag wordt aan het einde van het schooljaar gehouden.
16
Terra Coppa toernooi Jaarlijks wordt door AOC Terra een voetbaltoernooi georganiseerd, waarbij teams van de verschillende VMBO vestigingen van AOC Terra strijden om de Terra Coppa bokaal. De Groene School heeft deze bokaal al een aantal keren mee naar Winsum genomen. De vestiging waar het toernooi plaatsvindt wisselt jaarlijks. AOC Terra concours Elk jaar organiseren leerlingen van de opleiding MBO Paardensport het AOC Terra concours. Dit concours vindt plaats in Pesse. Hieraan kunnen leerlingen van AOC Terra met hun eigen paard of pony deelnemen. Er worden regelmatig door leerlingen van de Groene School op dit concours prijzen behaald. De datum van het concours wordt vroegtijdig bekendgemaakt via de portal.
6.13 Vieringen Naast samen leren wil de school ook samen vieren. Als christelijke school houden we een tweetal vieringen: De Kerstviering wordt per locatie gehouden op de laatste vrijdag voor de Kerstvakantie. De Paasviering wordt per locatie gehouden op de witte donderdag (de dag voor Goede Vrijdag). Feesten en overige activiteiten Klassenavonden Klassen organiseren met de mentor hun eigen klassenavond, ingevuld op de manier die het best bij de klas past. Sinterklaas In de week van 5 december wordt tijdens de mentorles met de klas het pakjesfeest gevierd. Schoolfeest Jaarlijks is er een schoolfeest. Deze vindt meestal plaats in de maand februari. Schoolfeesten zijn voor onze eigen leerlingen, zonder introducés. Schoolfeesten zijn altijd alcoholvrij! De school behoudt zich het recht voor om vooraf op gebruik van alcohol te controleren. Open Podium Festival Jaarlijks wordt er een avond voor de leerlingen georganiseerd, waarbij zij hun talenten kunnen tonen. Deze culturele activiteit noemen we het open podium festival. Voor ouders en belangstellenden presenteren leerlingen en docenten hun creatieve capaciteiten. Het festival wordt gehouden in maart.
Galabal Traditioneel is ieder jaar het galabal voor de vierdeklassers en schoolverlaters praktijkonderwijs, compleet met livemuziek en buffet. De leerlingen komen in hun galakleding met de meest bijzondere voertuigen naar het galabal. De schoolperiode wordt voor deze leerlingen afgesloten met een feestelijke diploma-uitreiking / schoolverlatersavond.
6.14 Huisdierenshow Deze dierendag wordt al jaren lang bij ons op school gehouden. Jaarlijks, op de woensdag voor de herfstvakantie, staat de hele school in het teken van en activiteiten rondom dieren. Leerlingen kunnen hun dier laten keuren, waarna het de rest van de dag tentoongesteld wordt. Daarnaast zijn er activiteiten als trekkerbehendigheid, figuurzagen, presentaties van miniatuurlandbouwwerktuigen, een hondenshow, behendigheid met paarden, enzovoort. Jaarlijks kunnen er nieuwe onderdelen in het programma worden opgenomen. De ochtend wordt gebruikt voor keuringen en voor rondleidingen van kleuters van scholen uit de regio. ‘s Middags en ‘s avonds staat de school open voor het grote publiek, waarbij de nodige demonstraties gegeven worden. De huisdierenshow is dit jaar op 16 oktober 2013.
6.15 Ideële acties Als Groene School houden we één keer in de vier jaar een grote actie voor een goed doel. De doelstellingen hierbij zijn altijd: Bekendheid geven aan en betrokkenheid kweken bij het gekozen doel. Materiële steun geven aan medemensen. Deze actie wordt schoolbreed over drie dagen gehouden. Het goede doel wordt door de leerlingen zelf uitgekozen. De laatste keer heeft dit plaatsgevonden in maart 2010 en is het geld gegaan naar het Lejofonds geiten voor Oeganda (www.lejofonds.nl). De driedaagse actie wordt traditioneel afgesloten met een schoolfeest. De eerstvolgende grote actie staat gepland voor maart 2014. Naast deze 4-jaarlijkse grote actie zijn er de kleinere, ongeplande acties, die spontaan ontstaan en vaak aansluiten bij grote landelijke acties naar aanleiding van bijvoorbeeld een ramp. Een voorbeeld hiervan is een spontane actie voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti.
17
7 Algemene zaken 7.1 Identificatieplicht
18
Leerlingen die zich bij AOC Terra inschrijven, zijn verplicht een kopie van een geldig legitimatiebewijs c.q. verblijfsdocument in te leveren. Dit geldt zowel voor nieuwe leerlingen (eerstejaars) als voor de zogenaamde instromers. Voor ouders/leerlingen die niet over een paspoort of identiteitskaart beschikken, is het mogelijk om bij de afdeling burgerzaken van de gemeente waarin zij wonen een zogenaamde Verklaring van Nederlanderschap te halen. Hierop staat behalve naam, geboortedatum en adres ook de nationaliteit vermeld. Dit bewijs van Nederlanderschap is tegen legesvergoeding te verkrijgen en dus aanmerkelijk goedkoper dan een paspoort of identiteitskaart. Een uittreksel uit het bevolkingsregister volstaat alleen als hierop de nationaliteit staat. Een kopie van het trouwboekje is niet voldoende. Dit geldt uiteraard alleen voor leerlingen met de Nederlandse nationaliteit. Leerlingen met een andere nationaliteit moeten te allen tijde een geldig verblijfsdocument kunnen overleggen, voor leerlingen uit een AZC is dit een kopie van het eerste gehoor van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst). Dit document hebben asielzoekers zelf ook gekregen van de IND. Schoolpasje (niet voor leerlingen van het praktijkonderwijs) Om boeken te lenen uit het open leercentrum heb je een schoolpasje nodig. Ook voor het vervoer met de schoolbussen van huis naar school en andersom, tijdens excursies en op het schoolfeest moet je je schoolpas bij je hebben. Wees dus zuinig op je schoolpas. Ben je die kwijt, dan moet je een nieuwe schoolpas bestellen bij de administratie. Hiervoor
moet je 10 euro betalen. Eten en drinken uit de automaat kun je contant betalen. Adreswijziging Als je adres of telefoonnummer wijzigt, moet dit door jouw ouder(s)/verzorger(s) zo spoedig mogelijk schriftelijk doorgegeven worden aan de administratie van onze school. E-mailadres Van de ouders/verzorgers worden e-mailadressen gevraagd, zodat mededelingen, uitnodigingen, contacten met de studiementor en dergelijke ook via de mail mogelijk zijn. Een wijziging van het e-mailadres ontvangen we ook graag op school.
7.2 S pecifieke vaardigheden docenten en ondersteunend personeel Als de lessen alleen gevolgd kunnen worden wanneer de docenten bekwaam zijn in gebarentaal, dan kunnen wij daar niet aan voldoen. Wij adviseren een school voor voortgezet onderwijs waar mogelijk voorzien kan worden in gebarentaal. Dit geldt ook voor specifieke bekwaamheden voor docenten in de begeleiding van leerlingen met een visuele handicap. Het kan zijn dat de leerling specifieke verpleegkundige hulp nodig heeft. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat wij deze hulp niet kunnen bieden. Wij adviseren de ouder(s)/ verzorger(s) de leerling aan te melden bij een school die deze hulp wel kan bieden. De school heeft haar zorgen begeleidingsmogelijkheden in het zorgplan / ondersteuningsplan staan. Er wordt in het kader van de wet op het passend onderwijs gewerkt aan het ondersteuningsprofiel van de school.
7.3 Klachtenregeling
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht T (030) 280 95 90
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
Wanneer een leerling of ouders /verzorgers klachten hebben, kunnen ze daarmee naar de directie van de school of een interne vertrouwenspersoon (leerlingbegeleider). Het kan voorkomen dat men wil dat de klacht behandeld wordt door een externe vertrouwenspersoon. Voor onze school is dat dhr. J. Wibbens, tel. (0599) 23 83 26 of (06) 53 69 71 50. Klachten worden in principe aangekaart bij en besproken met degene die het betreft.
Binnen de school is ruimte voor een gesprek. De docent, mentor, interne vertrouwenspersoon of een andere persoon binnen de school is het eerste aanspreekpunt bij problemen of vragen. Ook de directeur van de school en de externe vertrouwenspersoon kunnen een rol spelen bij het zoeken naar een oplossing. Pas als blijkt dat een oplossing op deze manier niet mogelijk is, kan worden overgegaan tot het indienen van een formele klacht. Men kan de klacht dan voorleggen aan de voorzitter van het College van Bestuur. Afhankelijk van de aard van de klacht kan deze ook gedeponeerd worden bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC), waarbij AOC Terra is aangesloten. De commissie onderzoekt de klacht en beoordeelt of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. De klachtenregeling heeft tot doel om serieuze klachten van alle betrokkenen binnen de school een plaats te geven en om op een opbouwende manier te komen tot een oplossing voor allerlei soorten moeilijke situaties. De algemene klachtenregeling AOC Terra staat op de portal. Daar kunt u ook het document omgaan met klachten in de school vinden.
7.5 Foto’s en video-opnames
7.4 Leerlingenstatuut Op de portal staat het leerlingenstatuut van AOC Terra. Hierin staan de rechten en plichten voor alle leerlingen van AOC Terra.
Van vele schoolactiviteiten maken wij foto’s van leuke situaties en leerlingen. Deze foto’s komen soms in Groenvoer (ouderbulletin), op onze website, op posters of op de portal te staan. Daarnaast worden soms video-opnames gemaakt in de klas. Deze beelden worden gebruikt in het kader van deskundigheidsbevordering van docenten. Mocht u met bovenstaande problemen hebben, neemt u dan contact op met de directeur.
19
7.6 Schoolveiligheidsplan De school beschikt over een schoolveiligheidsplan dat opgesteld is naar de onderwerpen uit de veiligheidskaart van het Nationaal Jeugd Instituut (NJI). Het omvat 4 aspecten: Beleidsaspecten (visie, doelen, middelen en afspraken) Sociale aspecten (omgang en gedrag van leerlingen en medewerkers) Grensoverschrijdende aspecten (afwijkingen, incidenten en delicten) Ruimtelijke aspecten.
7.7 Ondernemingsraad, ouder¬klank¬bord¬groep en leerlingenraad Ondernemingsraad AOC Terra heeft een ondernemingsraad, een deelnemersraad en een ouderraad. De ondernemingsraad bestaat uit personeel, de deelnemersraad bestaat uit leerlingen, de ouderraad uit ouders van deelnemers. Deze mensen vertegenwoordigen het instituut als er bijvoorbeeld belangrijke beslissingen moeten worden genomen.
Het schoolveiligheidsplan staat op de portal.
20
Ouderklankbordgroep Sinds 3 jaar heeft de Groene School een ouderklankbordgroep (OKG). De OKG bestaat uit maximaal 8 ouders van beide locaties en heeft regelmatig overleg met de school over onderwerpen die leven in de school, maar die ook zeker leven bij de ouders. Het streven is 6x per schooljaar met de ouders om tafel te zitten. Soms organiseert de OKG een thema avond voor ouders. Leerlingenraad Begin 2009 is op de locatie Hamrik een leerlingenraad opgericht. De leerlingenraad bestaat uit maximaal 12 leerlingen uit alle leerjaren en alle niveaus en staat onder leiding van een docent. Onderwerpen die de raad bespreekt zijn veiligheid, schoolfeesten, verkoop in de kantine en de inrichting van de school. Er wordt ongeveer één maal per maand vergaderd. Er wordt gebruik gemaakt van het AOC Terra leerlingenstatuut (staat op de portal). In de kantine heeft de raad haar eigen publicatieruimte.
8 Faciliteiten en Financiën 8.1 Gratis schoolboeken
8.2 Vrijwillige Ouderbijdrage
De leerlingen krijgen de schoolboeken gratis. Het gaat hierbij om de leerboeken en werkboeken. Ook lesmateriaal dat door de school zelf is ontwikkeld valt hieronder. Verder kunnen dit licentiekosten van digitaal leermateriaal, cd’s en dvd’s zijn. De boeken worden in bruikleen gegeven en moeten aan het einde van het schooljaar weer worden ingeleverd. Op de boekenlijsten staat aangegeven welke boeken weer ingeleverd moeten worden. Daar waar op de boekenlijst sprake is van eigendom worden de boeken aan het einde van het schooljaar in eigendom overgedragen. Werkboeken die in meerdere leerjaren worden gebruikt, moeten door de leerling zelf worden bewaard. Deze worden in het volgende leerjaar niet opnieuw gratis verstrekt. Buiten de regeling van gratis schoolboeken vallen de atlas, woordenboeken, agenda, laptop, rekenmachine, sportkleding, gereedschap, schriften, multomappen, pennen, etc.
Niet alle schoolzaken worden door de overheid bekostigd. De vergoeding die de school van het Rijk ontvangt, schiet steeds meer te kort. Ieder jaar moet worden bekeken hoe de gelden goed besteed kunnen worden, zonder dat het aanbod aan de leerlingen wordt beperkt. Daarom vraagt AOC Terra van de ouders/verzorgers een vrijwillige bijdrage, afhankelijk van de te volgen opleiding. Voor de school is deze bijdrage ontzettend belangrijk.
De school verstrekt de boeken voor alle leerjaren via Iddink Voortgezet Onderwijs BV in Ede. De bestelling wordt door de ouders/verzorgers rechtstreeks, via internet (www.iddink.nl) gedaan. Er wordt voor het gebruik van de boeken geen borg gevraagd. In plaats daarvan wordt u gevraagd akkoord te gaan met de inhoud van de ‘bruikleenverklaring gratis schoolboeken’. Deze bruikleen-verklaring staat op de website van Iddink en komt u tegen bij het bestellen van de boeken. Wanneer u deze vraag met ‘ja’ beantwoordt kunt u verder met het afronden van de bestelling. Het bestellen dient zo snel mogelijk te worden gedaan, uiterlijk in de eerste week van de zomervakantie. Iddink Voortgezet Onderwijs BV zorgt zelf voor alle noodzakelijke informatie naar de ouders/ verzorgers.
AOC Terra heeft de ‘Gedragscode schoolkosten voortgezet onderwijs 2009’ van de VO-Raad ondertekend. Daarmee geeft AOC Terra aan dat zich zal houden aan de regels van deze gedragscode. De gedragscode behelst het navolgende: Schoolkosten mogen geen belemmering vormen voor volgen onderwijs, school spant zich in kosten zo laag mogelijk te houden; School bespreekt voorafgaand hoogte, besteding en ontwikkeling totale schoolkosten met oudergeleding OR; In overleg met oudergeleding OR wordt voorafgaand een begroting opgesteld; School informeert ouders tijdig over schoolkosten en splitst de kosten uit naar leerjaar, opleiding en bestemming; School stuurt een rekening met duidelijke specificatie; School verstrekt bij rekening toelichting op de besteding; School legt achteraf verantwoording af over de feitelijke besteding en School verrekent indien kosten aanzienlijk lager zijn dan de bijdrage dit met de betreffende ouders.
21
AOC Terra vraagt een vrijwillige ouderbijdrage voor o.a.: Algemene bijdragen € 30,00 Materialen variërend van € 8,00 tot € 73,00 (afhankelijk van studie of klas) Het Groene Lyceum € 200,00 Introductie € 105,00 Excursies/schoolreizen variërend van € 30,00 tot € 85,00 (afhankelijk van studie of klas) Buitenland reizen € 285,00 internationale uitwisselingsprogramma’s
22
Een overzicht van de verschillende excursies, schoolreizen, etc. en de kosten hiervan, vindt u in hoofdstuk 6.11 van deze schoolgids. Op de portal van AOC Terra vind je onder Financiën-vrijwillige ouderbijdrage een overzicht van de bijdragen per leerjaar en opleiding. Met betrekking tot de vrijwillige ouderbijdrage is door AOC Terra een reglement opgesteld, de ‘Regeling vrijwillige ouderbijdrage’. Deze regeling wordt u aan het begin van ieder schooljaar verstrekt. Deze regeling vindt je op de portal van AOC Terra onder Financiën-vrijwillige ouderbijdrage.
8.3 Betaling Voor de bedragen, die in rekening worden gebracht voor vrijwillige ouderbijdrage, introductie, kennismakingsdagen en dergelijke ontvangt u facturen aan het begin van het schooljaar. Een aantal zaken, zoals excursies, wordt gedurende het schooljaar gefactureerd. Mocht er iets onduidelijk zijn over facturen of wilt u een betalingsregeling, dan kunt u contact opnemen met de financiële administratie van het bestuursbureau van Onderwijsgroep Noord, tel. nr. (050) 529 29 29.
8.4 Kluisjes Op alle vestigingen van AOC Terra zijn kluisjes aanwezig, omdat wij het risico van diefstal willen beperken. We kunnen u niet verplichten hiervan gebruik te maken, maar wij adviseren om dit wel te doen. De school aanvaart geen aansprakelijkheid voor diefstal, verlies of beschadiging van persoonlijke eigendommen van de leerlingen. De huur bedraagt jaarlijks €10,00 (huur €8,26 en btw 21% €1,74). Bij de eerste afgifte van de sleutel wordt een waarborgsom in rekening gebracht van € 5,00. De directie van de school behoudt zich het recht voor om bij verdenking van oneigenlijk gebruik van het kluisje deze te inspecteren, zo mogelijk in het bijzijn van de leerling die het kluisje heeft gehuurd.
8.5 Verklaring omtrent gedrag Als een leerling stage gaat lopen, kan het zo zijn dat een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) getoond moet worden. Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het verkrijgen van een nieuwe stageplek. Een Verklaring Omtrent het Gedrag staat ook wel bekend als bewijs van goed gedrag. Degene die de VOG vraagt zal ook vaak een aanvraagformulier verstrekken. Daarbij wordt aangegeven wat het doel van de aanvraag is. Aanvragen van een VOG doe je digitaal of bij de gemeente van je woonplaats. Aan de VOG zijn kosten verbonden (ongeveer 25 á 30 euro). Deze zijn voor rekening van de leerling/ouders.
8.6 Verzekeringen De school heeft een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering, een schoolreisverzekering en een ongevallenverzekering. De WA-verzekering dekt schade die aan derden is toegebracht. De schoolreisverzekering dekt schade tijdens werkweken en excursies en de ongevallenverzekering dekt letselschade. Alle leerlingen dienen zelf verzekerd te zijn voor de ziektekosten. Materiële schade is niet verzekerd en de school stelt zich niet aansprakelijk voor diefstal en schade aan materiële zaken van leerlingen. Informatie over verzekeringen vindt u ook op de portal onder Financiën-verzekeringen.
8.7 Tegemoetkoming schoolkosten Kindgebonden budget Afhankelijk van de hoogte van het inkomen kunnen ouders in aanmerking komen voor Kindgebonden Budget via de Belastingdienst. Kijk voor meer informatie op www.toeslagen.nl. DUO Ouders met een laag inkomen kunnen, voor kinderen tot 18 jaar een tegemoetkoming in de schoolkosten aanvragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen ib-groep). Het formulier kan online ingevuld worden op www.duo.nl. De tegemoetkoming kan ook via een formulier worden aangevraagd. Het formulier heet tegemoetkoming ouders 2012-2013 en is in de school verkrijgbaar/staat op de portal onder Financiën-tegemoetkoming schoolkosten. Groninger Studiefonds De Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds verstrekt tegemoetkomingen in de schoolkosten en/of de direct daarmee samenhangende reiskosten aan mensen die niet aanmerking komen voor een bijdrage in deze kosten van andere instellingen (bijv. een kindgebonden budget van de Belastingdienst) en die zelf niet in staat zijn de kosten voor hun opleiding te dragen. Ouders kunnen voor tegemoetkoming van het Studiefonds in aanmerking komen wanneer zij een aantal criteria voldoen: het gezinsinkomen ligt op of iets boven bijstandsniveau; de leerlingen wonen minimaal 10 km. van de school
23
ouders of leerlingen wonen niet in de gemeente Groningen en Leek. Of en in hoeverre criteria wel of niet van toepassing zijn, kunt u navragen bij het secretariaat van de stichting, telefoonnummer (050) 316 43 21. U kunt ook de website raadplegen: www.studiefondsgroningen.nl. Ook kunt u informatie en het aanvraagformulier vinden op de portal van AOC Terra onder Financiëntegemoetkoming schoolkosten.
24
Stichting Leergeld De Stichting Leergeld vergoedt kosten die niet of maar gedeeltelijk worden vergoed door een voorliggende voorziening voor: school (schoolbenodigdheden, kamp, excursies) sportclub vereniging kunstzinnige vorming. De Stichting Leergeld verwijst in eerste instantie naar wettelijk voorliggende voorzieningen, indien aanwezig en helpt bij het invullen van de benodigde formulieren. Daarnaast biedt de Stichting ook zelf hulp in de vorm van een voorschot, gift of renteloze lening. De Stichting Leergeld is een landelijke stichting, die werkzaam is in meerdere regio’s. Het telefoonnummer van Leergeld Nederland is (013) 545 16 56 en is bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 12.30 uur. Meer informatie kunt u vinden op de website www.leergeld.nl. Hier vindt u ook de regiogegevens, telefoonnummers en e-mail adressen.
9 Praktijkonderwijs De Groene School Winsum biedt sinds een aantal jaren ook Praktijkonderwijs aan. In het Praktijkonderwijs worden leerlingen voorbereid op en toegeleid naar de arbeidsmarkt. Het vinden van passend werk, al dan niet via een vervolgopleiding, is de voornaamste taak van deze vorm van voortgezet onderwijs. Het verkrijgen van een baan, betaald werk, staat centraal en niet het behalen van een diploma. Om toegelaten te mogen worden tot dit onderwijs worden de leerlingen getest. Op basis van de uitkomst van deze test wordt door een onafhankelijke commissie beslist of de leerlingen mogen beginnen op het Praktijkonderwijs. De kenmerken van het Praktijkonderwijs: 1. De afwisseling van praktische en theoretische vakken waarbij minimaal de helft van de lestijd besteed wordt aan het ontwikkelen van allerlei praktische vaardigheden op het gebied van techniek, plant en dier en zorg en welzijn (verzorging en catering). 2. In het onderwijs staat de leervraag van elke individuele leerling centraal. Samen met de ouders en de leerling wordt een plan opgesteld (het individueel ontwikkelingsplan) waar de leerling gedurende de jaren op school aan gaat werken. 3. Wanneer de leerling ongeveer 15 jaar is, wordt een beroepskeuze gemaakt en gaat de leerling verder in een passende afstudeerrichting. 4. Stage is een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Stagebegeleiders zoeken samen met ouders en leerling een stageplek die past bij de belangstelling en ambitie van de leerling. 5. Het aantal docenten per groep wordt zo klein mogelijk gehouden, waarbij de mentor een groot aantal lessen aan zijn / haar groep geeft.
6. Het streven is om te werken met kleine groepen leerlingen (10 tot 15 leerlingen). 7. Leerlingen werken met een portfolio: een bewijzenmap van geleverde prestaties. Tijdens de lessen wordt uitgegaan van een individuele aanpak met het individueel ontwikkelingsplan van elke leerling als uitgangspunt. Iedere leerling is uniek en zit op een eigen ontwikkelingsniveau, heeft een eigen werk- en leertempo en heeft een eigen toekomstperspectief. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd om in het onderwijs hierop aan te sluiten. Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds zelfstandiger hun taken oppakken en afmaken.
25
9.1 Toelating Het praktijkonderwijs beschikt over een Commissie van Onderzoek en Toelating, CVO genaamd, die bekijkt of een leerling wordt toegelaten. Hiernaast zijn alle scholen voor praktijkonderwijs gebonden aan door de wet voorgeschreven regels. De wet zegt dat elke aanmelding voorgelegd dient te worden bij de Regionale Verwijzings Commissie (RVC). Deze onafhankelijke commissie beoordeelt of een leerling het recht heeft om toegelaten te worden op het praktijkonderwijs. Er wordt daarbij in het bijzonder gekeken naar intelligentie en leerachterstanden. Ouders moeten toestemming geven voor het opsturen van de benodigde gegevens. De CVO beslist uiteindelijk of een leerling wordt toegelaten. De Groene School heeft daarop geen invloed.
26
9.2 Onderwijskundige inrichting Organisatie van het onderwijs Het praktijkonderwijs is verdeeld in drie fases, te weten: fase 1 12-14 jarigen fase 2 14-16 jarigen fase 3 16-18 jarigen Fase 1 is de zogenaamde kennismakingsfase waarin vooral wordt gewerkt aan de algemene basis met betrekking tot leren en aan praktische vaardigheden. In fase 2 gaat stage deel uitmaken van de opleiding. Totdat een leerling 15 jaar is zullen dat in hoofdzaak interne stages (stages op school) zijn. In fase 3 gaan de leerlingen (als zij er aan toe zijn) op externe stage. Die vindt plaats buiten de schoolsituatie. Naast de stages lopen de vakken praktijk en loopbaan en sociale vaardigheden als een rode draad door het hele onderwijsprogramma.
Eind fase 2 gaat de leerling verder in één van de sectoren die worden onderscheiden op de Groene School: techniek / groen zorg & welzijn Voor de leerlingen die deze keus nog niet kunnen maken is er een algemene groep waarin alle sectoren aan bod komen.
9.3 Theorie en praktijk Theorie De groepen hebben over het algemeen een vast lokaal voor de theoretische vakken: Nederlands, lezen, rekenen en wiskunde, zelfzorg, Engels, cultuur en maatschappij en vrije tijd en wonen. Deze vakken, samen Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) genoemd, worden zo veel mogelijk door de eigen groepsdocent gegeven. Ook het mentoruur maakt deel uit van de AVOlessen. Praktijk Voor deze vakken gaan de leerlingen naar de verschillende praktijkruimtes, waar ze les krijgen van vakdocenten. In de diverse praktijklokalen zijn veel verschillende werkplekken ingericht waar vele vaardigheden kunnen worden aangeleerd. Regelmatig worden de werkplekken uitgebreid.
Lessentabel: (lessen duren 45 minuten) Vak theorie Ned Eng Rek Cuma weektaak Verzorging vtw LO BV Drama/Sova Mentor P&D Techn Z&W Koken voeren ict bloem praktijk module werkiwijs stage
1pro
2pro
3pro-a
4A 8
4B 10
5A 2
5B 4
3
1
3
2
3
1
1
1
1
2
1
1
2
1
2
2
3
1
2
1
2
2
2
1
2
1
2
2
4
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
1
1
4
1
4
2
2
1
2
1
2
2
2
1
2
1
2
2
1
1
1
2
1
1
4
1
4
2
4
1
4
1
4
2
4
1
4
1
4
2
1
2
2
1
2
2
2
2
1
1
1
2
2
2
1
1
1
2 1
1
27
8
8
24
24
24
34
34
35
35
35
37
37
36
9.4 Begeleiding Elke klas heeft een mentor. De mentor zorgt voor de klas. Hij / zij is de eerste schakel tussen school en thuis. Voor ouders is de mentor de te benaderen persoon in alle zaken die te maken hebben met de leerling. Voor de leerling is de mentor de persoon bij wie hij / zij terecht kan met alle vragen, problemen en onduidelijkheden. In het eerste jaar komt de mentor minimaal één keer per jaar op huisbezoek. De eerste keer is nog
2
2
6 3
8
4 8
8
8 8
voor de zomervakantie. Voor ouders en leerling dé gelegenheid om de mentor te leren kennen. Een overzicht van de mentor voor elke klas wordt samen met de lesroosters aan het begin van het schooljaar uitgereikt. De mentor verzorgt voor de leerlingen van zijn of haar klas de mentorlessen. Alle klassen hebben één mentoruur. Tijdens deze momenten worden de vorderingen besproken. Dit gebeurt aan de hand van het individueel ontwikkelingsplan. Samen met de leerling wordt
gekeken of gestelde doelen zijn gehaald en wordt de volgende fase met doelstellingen afgesproken. De mentor is verantwoordelijk voor de groepsbesprekingen. Op basis van die bespreking maakt de mentor een evaluatie van of aanpassing op het Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) van elke leerling. Regelmatig komt het zorg adviesteam bijeen. In dit overleg worden leerlingen met een specifieke, dikwijls problematische zorgvraag besproken. De mentor draagt leerlingen aan voor dit overleg. Bovendien beschikt het praktijkonderwijs over een specifieke deskundigheid in de vorm van een docent/orthopedagoog. Deze deskundige wordt ingeschakeld wanneer specifieke problematiek van een leerling nader onderzoek verlangt.
28
9.5 Kiezen voor een sector en stage Eind leerjaar drie maken de leerlingen een eerste keuze voor een sector binnen de Groene School. De leerling kan dan voor klas 4 kiezen uit groen / techniek en zorg en welzijn. Om goed te kunnen kiezen wordt een beroepeninteresse test afgenomen. De uitslag van deze test, samen met de ervaringen van de docenten, leidt tot een plaatsingsadvies. Dit advies wordt besproken met leerling en ouders. De groepen krijgen vanaf klas 4 ook niet langer hetzelfde lessenaanbod. Zie daarvoor de lessentabel. Om te kijken of een leerling geschikt is om stage te kunnen gaan lopen is er een assessment. Dit is een uitgebreide test, waarbij wordt ingeschat door middel van opdrachten en gesprekken, hoe de leerling het zou kunnen doen op een stage bedrijf. Rond de vijftiende verjaardag vindt deze test op stage geschiktheid plaats. De uitslag van het assessment wordt met de ouders/ verzorgers besproken. Bij de beoordeling van stage geschiktheid wordt onder anderen met de
volgende zaken rekening gehouden: gedrag op school, het kunnen houden aan afspraken (op tijd komen bijv.), reageren op kritiek / op- en aanmerkingen, motivatie, persoonlijke netheid en op een respectvolle manier kunnen omgaan met anderen.
9.6 Stage De praktische opleiding van de leerling vindt niet alleen plaats op school, maar vooral ook buiten de muren van de Groene School. Daartoe dient de leerling stage geschikt te zijn. Niet alleen praktische kennis en vaardigheden bepalen of een leerling naar een bedrijf kan. Bij de beoordeling van stage geschiktheid wordt onder anderen met de volgende zaken rekening gehouden: gedrag op school, het kunnen houden aan afspraken (op tijd komen bijv.) kunnen omgaan met kritiek / op- en aanmerkingen, motivatie, persoonlijke netheid en op een respectvolle manier kunnen omgaan met anderen. Op deze verschillende stage werkplaatsen wordt dan de werkgeschiktheid verder ontwikkeld. Uiteindelijk kan dit uitmonden in een plaatsingsstage van waaruit de leerling instroomt in een arbeidsplaats.
9.7 Uitstroom Het praktijkonderwijs richt zich met name op het bevorderen van de zelfredzaamheid en op het rechtstreeks toeleiden naar de arbeidsmarkt. De school tracht dan ook voor alle leerlingen een arbeidsplaats te vinden in een beschermde omgeving of elders in het bedrijfsleven. Ook een passende vervolgopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs is een mogelijkheid. In onderstaand overzicht is de uitstroom van het schooljaar 2011-2012 te zien:
Werk: Vervolgopleiding: Beschermde werkomgeving: Gemeente traject: Onbekend: Overig: Totaal:
9 20 3 1 2 4 39
9.8 Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) Alle leerlingen van het praktijkonderwijs hebben een individueel ontwikkelingsplan. In dit plan staat aangegeven wat de school gaat doen om de leerling te helpen zijn doelen (op korte en lange termijn) te realiseren. Dit allemaal in overleg met de leerling en de ouders. Het plan wordt aanvankelijk opgesteld op basis van het onderwijskundig rapport van de basisschool en gegevens uit het intaketraject. Ouders, leerlingen en de school tekenen het plan (IOP) voor akkoord. Gedurende de jaren op school wordt het plan telkens bijgesteld en uitgebouwd / geactualiseerd op grond van de ontwikkeling van de leerling. Daartoe worden circa 3 groepsbesprekingen per jaar gehouden. Steeds helderder en concreter wordt het uiteindelijke uitstroomprofiel van de leerling. Tijdens individuele gesprekken met de mentor wordt met de leerling de voortgang besproken. Het streven is, dat de leerling steeds meer zelf de regisseur wordt van zijn leertraject, hierbij ondersteund door mentor, stagecoach en vakdocenten.
9.9 Portfolio (bewijzenmap) Gedurende de loopbaan op school verzamelt de leerlingen allerlei bewijzen / certificaten waarmee wordt aangetoond dat hij / zij over bepaalde ter zake doende kennis beschikt of vaardigheden beheerst. Aangezien elke leerling een eigen traject doorloopt op de school, kan niet in het
algemeen gezegd worden met welke bewijzen het eigen portfolio wordt gevuld. Leerlingen kunnen op veel terreinen bewijzen / certificaten / diploma’s behalen. Het Praktijkonderwijs leidt bijv. op voor het VCA-certificaat of -diploma, het NILL-lasdiploma, het heftruckrijbewijs, het trekkerrijbewijs, een melkdiploma, maar ook voor certificering omgaan met dieren, omgaan met planten, kettingzaagcertificaat en hygiëne in de keuken (HACCP), certificering catering of schoonmaak. Een lange lijst van mogelijke certificeringsmogelijkheden, die telkens kan worden uitgebreid wanneer een bepaalde leerling de capaciteiten heeft om een traject succesvol te volgen.
9.10 Lesaanpak Tijdens de lessen wordt uitgegaan van een individuele aanpak met het individueel ontwikkelingsplan van elke leerling als uitgangspunt. Iedere leerling is uniek en zit op een eigen ontwikkelingsniveau, heeft een eigen werk- en leertempo en heeft een eigen toekomstperspectief. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd om in het onderwijs hierop aan te sluiten. Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds zelfstandiger hun taken oppakken en afmaken.
9.11 Rapportage De leerlingen krijgen twee maal per jaar hun portfolio mee naar huis: in de maand december en in de maand juni. Het portfolio geeft een indruk van het niveau en functioneren van de leerling.
29
10 VMBO-Groen Het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs is onderwijs voor leerlingen die na de basisschool zowel praktisch als theoretisch aan de slag willen. Na de VMBO-Groen opleiding is een breed scala aan MBO opleidingen mogelijk, waaronder de opleidingen van het eigen AOC Terra. Daardoor hebben onze leerlingen een goede kans op de arbeidsmarkt. De definitieve keuze voor een MBO opleiding kan lang uitgesteld worden doordat een brede pakketkeuze mogelijk is.
30
10.1 Onderwijskundige inrichting Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) is ingedeeld in leerwegen: Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) Basisberoepsgerichte leerweg / Leerwerktraject (BBL/LWT) Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) Gemengde leerweg (GL) Diploma theoretische leerweg (TL) Deze leerwegen zijn gekoppeld aan het niveau van een leerling. De leerwegen starten in de derde klas. In de onderbouw spreken we van onderwijs richting een leerweg. Dit geldt zowel voor het VMBO als het VMBO met LWOO. In vier jaar tijd worden de leerlingen voorbereid op een vervolgopleiding in het MBO of de HAVO. Leerlingen met een LWOO-beschikking krijgen les in een kleinere groep en er wordt gewerkt met handelingsplannen. Toelaten leerwegondersteunend onderwijs (LWOO): Scholen die LWOO aanbieden, zijn gebonden aan door de wet voorgeschreven regels. De wet zegt dat elke aanmelding voorgelegd dient te worden bij de Regionale Verwijzings Commissie (RVC). deze onafhankelijke commissie beoordeelt of een leerling het recht heeft om toegelaten te worden tot het LWOO. Er wordt daarbij in het bijzonder
gekeken naar leerachterstanden en intelligentie. Handelingsplannen: Iedere leerling in het LWOO heeft een handelingsplan. Dit plan is opgesteld aan de hand van de gegevens zoals die zijn aangeleverd aan de Regionale Verwijzingscommissie. In het handelingsplan staan richtlijnen van handelen. Deze richtlijnen hebben betrekking op de schoolse vaardigheden en op emotioneel- en gedragsmatig functioneren van de leering. Het handelingsplan wordt ter ondertekening aangeboden aan de ouders, waarna het in school gebruikt gaat worden. Handelingsplannen worden halfjaarlijks geëvalueerd en elk jaar krijgen ouders een nieuw handelingsplan ter ondertekening aangeboden.
Klas 1 2 3
4
10.2 Onderbouw Leerlingen in klas 1 en 2 worden geplaatst in een klas richting een leerweg. Deze indeling gebeurt op basis van de gegevens zoals die zijn aangeleverd door de school van herkomst. Gedurende hun verblijf in de onderbouw worden leerlingen in de kernteams regelmatig besproken op resultaten, inzet en gedrag. Daarnaast wordt in zowel klas 1 de 0-toets en de volgtoets van het CITO afgenomen. In klas 2 maken de leerlingen de adviestoets van het CITO. Deze gegevens worden mede gebruikt voor het (definitieve) leerwegadvies.
10.3 Bovenbouw In klas 3 en 4 zijn de leerlingen ingedeeld in een leerweg en starten zij met hun schoolexamen. Hiervoor krijgen ze aan het begin van het schooljaar hun Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). In het PTA staan de onderdelen van het schoolexamen beschreven. Het PTA en het examenreglement staan op de portal. Tegelijk met de uitreiking van het van het PTA ontvangen de leerlingen het examenreglement. De leerweg bepaalt de verdeling tussen de theorie- en praktijkvakken.
BBL
KBL
GL-TL
Onderbouw Onderbouw 5 theorievakken + praktijkvakken 4 theorievakken + praktijkvakken
Onderbouw Onderbouw 6 theorievakken + praktijkvakken 4(5) theorievakken + praktijkvakken
Onderbouw Onderbouw 7 theorievakken + praktijkvakken 5/6 theorievakken + praktijkvakken
31
10.4
Lessentabellen
(De lessen duren 60 minuten). KLAS 1 2013-2014 KB/GT
32
Nederlands Engels Wiskunde Rekenen Natuur- /scheikunde Biologie Economie Duits Informatiekunde Studieles Lich.opvoeding Mens&maatschappij Godsdienst Maatschappijleer Drama Muziek Beeldende vorming Techniek Plant en dier Hulplessen Beroepsgericht Project Totaal
KLAS 2 LWOO/BBL
VMBO/
3
3
2
2
2
2
1
1
1
1
2
2
1
2
1
3
3
2
2
1
1
2
2
2
2
3
3
1
1
27
27
2013-2014 LWOO/BBL Nederlands 3 Engels 2 Wiskunde 3 Rekenen 1 Natuur-/scheikunde 2 Biologie 2 Economie 1,5 Duits Informatiekunde Studieles 1 Lich. opvoeding 3 Mens & maatschappij 1,5 Godsdienst Maatschappijleer Drama Muziek 1 Beeldende vorming 1 Techniek 2 Plant en dier 3 Hulplessen Beroepsgericht Project Totaal 27
VMBO K/G/T 3 2 2 1 2 2 2
2 1 2 2
1 1 1 3
27
KLAS 3 2013-2014
BBL Bio/Ec
BBL Na/Eco
KBL geen du
Nederlands 2 2 2 Engels 2 2 2 Wiskunde 3 3 3 Rekenen 0,5 0,5 Natuur-/scheikunde 2 2 Scheikunde Biologie 2 2 Economie 1,5 1,5 2 Duits Studieles 1 1 1 Lich.opvoeding 2 2 2 Mens & maatschappij Godsdienst / maatsch.leer 2 2 2 Maatschappijleer Muziek Drama Beeldende vorming / CKV 1 1 1 Techniek Plant en dier Hulp en verrijking SOVA Praktijk 6 6 4 Beroepenoriëntatie/stage 4 4 4 Beroepsgericht Project Totaal 27 27 27
GL/TL
2 2 3 2 2 2 2 1 2 2
1
2 of 4 4
27 of 29
33
KLAS 4 2013-2014
34
BBL 4 theorie vakken bi ns
KBL 4 theorie vakken bi ns
KBL 5 theorie vakken bi/ec ns/ec
Nederlands 3 3 3 3 3 Engels 3 3 3 3 3 Wiskunde 3 3 3 3 3 Natuur-/scheikunde 2 2 Scheikunde Biologie 2 2 2 Economie 2 Duits rekenen Informatiekunde Studieles 1 1 1 1 1 Lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 Mens & maatschappij Godsdienst 1 1 1 1 1 Maatschappijleer Muziek Drama Beeldende vorming / CKV Techniek Plant en dier Hulp en verrijking SOVA Praktijk 6 6 6 6 4 Beroepenoriëntatie/stage 6 6 6 6 6 Beroepsgericht Totaal 27 27 27 27 27
3 3 3 2
2
1 2 1
4 6 27
KLAS 4 2013-2014 GL TL 5 theorie vakken 6 theorie vakken bi/ec bi/du ns/ec ns/du bi/ec/du ns/ec/du Nederlands 3 3 3 3 3 Engels 3 3 3 3 3 Wiskunde 3 3 3 3 3 Natuur-/scheikunde 2 2 Scheikunde Biologie 2 2 2 Economie 2 2 2 Duits 2 2 2 rekenen Informatiekunde Studieles 1 1 1 1 1 Lich.opvoeding 2 2 2 2 2 Mens & maatschappij Godsdienst 1 1 1 1 1 Maatschappijleer Muziek Drama Beeldende vorming / CKV Techniek Plant en dier Hulp en verrijking SOVA Praktijk 4 4 4 4 2 Beroepenoriëntatie/stage 6 6 6 6 6 Beroepsgericht Totaal 27 27 27 27 27
3 3 3 2
2 2
1 2 1
2 6 27
35
10.5 L eerwerktraject: werkend en lerend op weg naar een diploma.
36
In klas 2 maken leerlingen in februari een Cito adviestoets. De gegevens van deze toets worden gebruikt bij het definitieve leerwegadvies. Samen met behaalde cijfers in het tweede leerjaar en de adviezen van de individuele docenten wordt het definitieve leerwegadvies voor de bovenbouw geformuleerd. Dit advies gaat schriftelijk naar de ouders. Naast een advies richting één van de leerwegen kan een leerling ook het advies krijgen de Groene School te vervolgen via het leerwerktraject. De leerling die in het leerwerktraject geplaatst wordt, heeft een duidelijk beroepsperspectief. Deze leerling heeft baat bij praktisch leren. Kenmerken van het leerwerktraject zijn: Minder theorievakken: Nederlands en landbouwbreed moeten als examenvak voldoende worden afgesloten op het niveau van de basisberoepsgerichte leerweg. Engels en Wiskunde mogen als examenvak worden afgesloten. Meer stage: Klas 3 twee dagen, klas 4 drie dagen op geaccrediteerde leerbedrijven De geslaagde leerling verlaat de school met diploma BBL/LWT, dat aansluiting geeft op een niveau-2 opleiding in de sector van het gevolgde onderwijs in het leerwerktraject.
Lessentabel (De lessen duren 60 minuten). Leerwerktraject 2013-2014 LWT 3 LWT 4 LWT 4 zonder wi met wi Nederlands / Engels 3 3 Informatiekunde / Wiskunde 3 1 Lich. opvoeding/ Ergonomie 1 1 Burgerschapsvorming/ Maatschappijleer 1 1 Sova 1 Praktijk 6 4 Praktijk met wiskunde Beroepspraktijkvorming 16 24 Totaal 31 34
3 3 1
1 2
24 34
10.6 Doorstroommogelijkheden
10.7 Examen
Met de groene vakken kunnen leerlingen natuurlijk doorstromen naar MBO-Groen. Daarnaast is met de gevolgde theorievakken doorstroming mogelijk naar alle andere MBO-sectoren zoals Techniek, Economie, Dienstverlening, Welzijn en Gezondheid. Met de theoretische/gemengde leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg kan een drie- en vierjarige opleiding (niveau 3 en 4) in het MBO gekozen worden. Met de basisberoepsgerichte leerweg is doorstroming mogelijk naar een tweejarige opleiding (niveau 1 en 2) in het MBO. Elke leerweg in het VMBO-Groen duurt normaal vier jaar.
De start van de bovenbouw betekent ook de start van de examenperiode. Vanaf het begin van leerjaar 3 volgt de leerling onderwijs in een bepaalde leerweg. Deze leerweg wordt in principe gevolgd tot en met het examen. Er wordt hiervoor gewerkt volgens een programma van toetsing en afsluiting (PTA) en een examendossier. In het Programma van Toetsing en Afsluiting staat het examenprogramma. Weergegeven worden per vak het aantal toetsen, de toetsinhoud, de weging per toets en de eventuele mogelijkheid tot herkansing. Alle behaalde cijfers in klas 3 en 4 tellen mee voor het schoolexamen van de verschillende vakken en worden genoteerd in je examendossier. Het examendossier wordt dus in 2 jaar opgebouwd en vormt het uitgangspunt voor het examen in leerjaar 4. Enkele onderdelen worden in leerjaar 3 afgesloten, zoals maatschappijleer en CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming). Het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) vindt plaats in leerjaar 4. Aan het begin van het schooljaar wordt het PTA van vierdeklassers samen met het examenreglement op de portal gezet. De leerling tekent voor ontvangst.
Voor meer informatie over doorstroomgegevens kijk op de website van Vensters voor Verantwoording via: www.venstersvo.nl.
10.8 Overgangsnormen Naar leerjaar 2: Bij 3 berekende onvoldoendes van alle vakken wordt besproken of de leerling over kan gaan (berekende onvoldoende: het cijfer 3 of 4 telt 2 keer). Een leerling die blijft zitten kan: Het jaar opnieuw doen Het tweede jaar vervolgen in een ‘lagere’ leerweg.
37
Naar leerjaar 3: Bij 3 berekende onvoldoendes van alle vakken wordt besproken of de leerling over kan gaan (berekende onvoldoende: het cijfer 3 of 4 telt 2 keer).
Verder in leerjaar 4 op een lagere leerweg (BBL leerling heeft geen keuze, is een bespreekgeval).
10.9
Resultaten
Examens schooljaar 2012 – 2013: Een leerling die blijft zitten kan: Het jaar opnieuw doen Het derde jaar vervolgen in een ‘lagere’ leerweg. Naar leerjaar 4:
38
Uitgangspunten overgangsregeling: ‘leerlingen die overgaan hebben een goede kans van slagen in klas 4 bij een zelfde werkhouding en inzet’. Alle leerlingen die niet overgaan worden besproken; leerlingen blijven niet automatisch zitten. Alle leerlingen die tenminste 75% van de cijfers voldoende hebben gaan over. Landbouwbreed telt voor twee vakken; de vakrichtingen als aparte vakken. Ook het vak godsdienst telt mee. Het gemiddelde van de (verplichte en gekozen) examenvakken in klas 4 moet minstens een 6.0 zijn; dit wordt berekend uit de niet afgeronde gemiddelden van de vakken. CKV en LO moeten voldoende zijn; maatschappijleer minimaal een 4 (afgerond). De leerling mag voor de overgang naar leerjaar 4 géén gemiste toetscijfers in zijn of haar PTA hebben. Hiervoor wordt het cijfer 0,1 in de computer gezet. Een leerling die blijft zitten, kan in leerjaar 3 kiezen uit: Het jaar opnieuw doen
Gemengde leerweg: 21 van de 21 kandidaten zijn geslaagd Kaderberoepsgerichte leerweg: 24 van de 24 kandidaten zijn geslaagd Basisberoepsgerichte leerweg: 39 van de 39 kandidaten zijn geslaagd LWT: 10 van de 11 kandidaten zijn geslaagd Het Groene Lyceum: 9 kandidaten hebben hun TL diploma gehaald (allen). Van de in totaal 104 examenkandidaten voor het VMBO-diploma zijn 103 kandidaten geslaagd (99,03%!)
11 Het Groene Lyceum Het Groene Lyceum is een school voor voortgezet onderwijs. Het is een alternatief voor leerlingen met een havo/vwo advies, een minimale score B in het leerlingvolgsysteem voor de onderdelen begrijpend lezen (BL) en rekenen en wiskunde (R&W) en met een CITO-score van 538 of hoger. In een vijfjarig leertraject gaan theorie en praktijk hand in hand. Na vijf jaar hebben leerlingen een volwaardig MBO-diploma op niveau 4 en daarmee een startbewijs voor praktisch alle vormen van HBO. Het Groene Lyceum richt zich op de meer praktisch ingestelde leerling met voldoende leercapaciteiten. Het biedt een leeromgeving, die tegelijk uitdagend en veilig is. Het Groene Lyceum is een initiatief van de Groene School in Winsum en MBO Groningen van AOC Terra.
in deze omgeving geplaatst en de leerling houdt er zijn eigen portfolio bij. Gedurende het 5-jarige leertraject behaalt de leerling een VMBO GL/TL diploma. De leerling sluit de opleiding af met een MBO diploma niveau-4 ‘Manager groene detailhandel’ (Crebonummer 97792). De eerste 4 leerjaren zit de leerling op de Groene School te Winsum. Het vijfde leerjaar wordt aangeboden vanuit de vestiging MBO Groningen.
11.1 Onderwijskundige inrichting
Elke leerling krijgt een studiementor toegewezen. De studiementor is aanspreekpunt voor leerling en ouders, waar het gaat om studievorderingen, persoonlijke ontwikkeling en algeheel functioneren van de leerling op de opleiding. De leerling reflecteert in leerjaar 1 wekelijks op zijn functioneren. In gesprekken met de studiementor worden deze reflecties en de algehele voortgang en ontwikkeling besproken. Leerjaar 2 kent eveneens wekelijks reflectiemomenten en in de verdere opleiding wordt dit afgebouwd naar een ontwikkelgesprek per kwartaal in leerjaar 5. Zo wordt de leerling voorbereid op het HBO. In leerjaar 1 en 2 heeft de leerling wekelijks een studieblok van één uur. Hier kan de leerling onder begeleiding van een docent werken aan zwakke onderdelen, huiswerk, samenwerkingsopdrachten of verrijkingsstof. De leerling wordt hierin tevens voorbereid op de rekentoets (niveau 2F) derde jaar.
Op het Groene Lyceum wordt gewerkt vanuit een duidelijke eigen visie op onderwijs. Daarin staan drie begrippen centraal: competentiegericht leren, activerende didactiek en elektronische leeromgeving. Bij competentiegericht leren zijn naast kennis ook vaardigheden en attitude van belang. Voor de onderbouw gaat het om 5 basiscompetenties: doelgericht en planmatig werken, communiceren en presenteren, informatie verwerken en onderzoeken, samenwerken en reflecteren en evalueren. In de bovenbouw wordt gewerkt met de competenties van het MBO. Activerende didactiek betekent dat er werkvormen toegepast worden, waarbij de leerling actief bezig is. De leerlingen werken met een elektronische leeromgeving. De studieplanning, vorderingen en resultaten worden via de computer bijgehouden en zijn voor de leerling overal en op ieder moment beschikbaar. Opdrachten en lesmateriaal worden
11.2 Studiebegeleiding
39
11.3 Lessentabel (Lessen duren 60 minuten) Het Groen Lyceum 2013-2014
40
Nederlands Engels Duits biologie natuurkunde techniek scheikunde wiskunde rekenen economie reflectie moment / SLB bewegen & sport mens & maatschappij maatschappijleer beeldende vorming / ckv beroepsgericht project beroepenoriëntatie Totaal
klas 1 klokuur
klas 2 klokuur
klas 3 klokuur
klas 4 klokuur
3
3
3
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
1
2
2
2
2
2
2 3
3
2
2
3
3
1
2
2
2
1
1
1
2
2
1
2
2
1
1
0,5
2
2
1
0,5
2
2
2
2
2
2
27
27
5
7
28
28
leerjaar 5 het Groene Lyceum Nederlands Engels Duits Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Rekenen M&M CKV Bewegen & Sport Economie Beroepsgericht Beroepenoriëntatie/ BPV Reflectiegesprek/ SLB Totaal
klokuren 1,5 1,5
voor contact via de zogenaamde tien minuten gesprekken. Hierin kunnen individuele ouders contact hebben met individuele docenten uit het team van het Groene Lyceum.
11.5 Overgangsnormen
1,5 1,5
naar leerjaar 2:
1,5 1,5 1,5 0,75 0,75 0 0 1,5 8,25
Leerlingen kunnen doorstromen naar leerjaar 2 indien: de leerling niet meer dan 2 berekende onvoldoendes heeft; hierbij geldt een 5 als één en een 4 of lager als twee berekende onvoldoendes de leerling op elke basiscompetentie minimaal niveau 2 (half gevorderd) scoort.
8 0,75 25,5
11.4 Rapportage De door de leerling behaalde resultaten worden geregistreerd met het computerprogramma Magister. Deze registratie is toegankelijk voor ouders en de leerling. Hiernaast ontvangt elke leerling drie keer per jaar een rapport. Veel informatie van de opleiding is voor de ouders en leerlingen ook beschikbaar via de elektronische leeromgeving. Het Groene Lyceum kent in elk leerjaar minimaal één ouderavond. Buiten het centrale deel is er op deze avonden tijd voor individuele contacten. In het eerste leerjaar is er een eerste ouderavond voor de herfstvakantie. Deze avond staat in het teken van kennismaking, uitwisselen van eerste ervaringen en verstrekken van informatie over de opleiding (bijvoorbeeld de inzet van de ELO in Magister). Naast de ouderavonden bestaat er de mogelijkheid
Leerlingen kunnen niet doorstromen naar leerjaar 2 indien: de leerling meer dan 4 berekende onvoldoendes heeft en minder dan 6,0 gemiddeld voor alle vakken scoort. Alle overige leerlingen worden besproken. Zij worden toegelaten tot leerjaar 2 als het docententeam de kans groot acht dat de leerling het volgende leerjaar succesvol zal doorlopen. Leerlingen die niet doorstromen starten nogmaals in leerjaar 1 of stromen uit naar leerjaar 2 VMBO-GL/TL. naar leerjaar 3: Bij doorstroom naar leerjaar 3 gelden dezelfde criteria als bij doorstroom naar leerjaar 2.
41
naar leerjaar 4: Leerlingen kunnen doorstromen naar leerjaar 4 indien zij voor het afgeronde deel van het VMBO examen GL/TL dusdanige cijfers hebben gehaald dat ze een reële kans van slagen voor dit examen in leerjaar 4 hebben en de Beroepenoriëntatie voldoende hebben afgerond.
42
naar leerjaar 5 Leerlingen die hun VMBO GL/TL diploma aan het eind van leerjaar 4 hebben behaald kunnen doorstromen naar leerjaar 5 indien: de leerling voor het onderdeel ‘voorbereiding leerjaar 5’ van de 9 algemene vakken niet meer dan drie berekende onvoldoendes heeft; het beroepsgerichte deel inclusief BPV voldoende is; de beoordeelde competenties minimaal op niveau 2 (half gevorderd) liggen. Leerlingen kunnen niet doorstromen naar leerjaar 5 indien: de leerling voor het onderdeel ‘voorbereiding leerjaar 5’ van de 9 algemene vakken meer dan 5 berekende onvoldoendes heeft en minder dan een 6,0 gemiddeld scoort. Alle overige leerlingen worden besproken. Zij worden toegelaten tot leerjaar 5 als het docententeam de kans groot acht dat de leerling kansrijk is het diploma van het Groene Lyceum te behalen. Leerlingen die niet kunnen doorstromen naar leerjaar 5 van het Groene Lyceum maar wel VMBO GL gediplomeerd zijn, kunnen uiteraard doorstromen naar het reguliere MBO. Zij kunnen het vierde leerjaar van het Groene Lyceum niet nogmaals als een op het VMBO ingeschreven leerling doorlopen.
11.6 Examinering Leerlingen beginnen in leerjaar 3 met het VMBOexamen als onderdeel van de doorlopende leerlijn naar het MBO-diploma. Meerdere vakken worden in leerjaar 3 afgesloten. In het programma van toetsing en afsluiting (PTA), dat een derdejaars leerling in oktober ontvangt, kan hij/zij zien wat hij/zij in dat jaar voor het examen moet doen. Het centraal schriftelijk examen vindt plaats aan het eind van de leerjaren 3 en 4. Alle behaalde resultaten worden genoteerd in het examendossier en tellen mee voor de einduitslag. Zo wordt het examendossier in twee jaar opgebouwd. Het examendossier is een onderdeel van het portfolio van de leerling. Medio oktober krijgen de leerlingen van het vierde leerjaar het nieuwe PTA waarin alles over de examenonderdelen gedurende het vierde leerjaar staat. De PTA’s voor het derde en vierde leerjaar zijn op de portal inzichtelijk. De ouders worden hiervan in kennis gesteld. Indien de leerling aan alle eisen voldoet ontvangt hij/zij aan het eind van het vierde leerjaar het VMBO GL en het TL diploma. In het vijfde leerjaar rondt de leerling middels toetsen en proeven van bekwaamheid (PVB’s) de opleiding af. Indien de leerling aan de eisen voldoet ontvangt hij het diploma MBO niveau-4 Manager groene detailhandel (Crebonummer 97792).
11.7 Eigen laptop Het onderwijsconcept van het Groene Lyceum is zodanig opgesteld dat elke leerling, om de lessen goed te kunnen volgen, een laptop nodig heeft. Lesmateriaal, opdrachten en andere documenten kunnen dan op ieder gewenst moment opgevraagd en gebruikt worden. Ook speelt de elektronische leeromgeving en daarmee de laptop een prominente rol in het bijhouden en bespreken van de studievorderingen, competentieontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling, de reflectie daarop en de rapportage naar ouders. Er worden laptops door school aangeschaft. Aan de ouders vragen wij een vrijwillige ouderbijdrage voor het gebruik hiervan. De hoogte van deze bijdrage is ongeveer 200 euro per jaar voor een periode van 4 jaar. Leerlingen waarvan de ouders deze bijdrage betalen krijgen de exclusieve beschikking over een persoonlijke laptop, waarvoor een gebruikersovereenkomst wordt afgesloten. Daarmee is ook in verzekering, servicepakket en onderhoud voorzien. Bovendien wordt de laptop na vier jaar betaling van de vrijwillige ouderbijdrage eigendom van de leerling. Ouders kunnen er ook voor kiezen dat hun zoon of dochter een eigen laptop mee naar school neemt. In dat geval zijn ouders en leerling zelf verantwoordelijk voor onderhoud, eventuele reparaties, garantieregelingen, verzekering en vervanging of aanvulling van software. De eigen laptop (notebook of macbook) dienen te voldoen aan de minimumeisen die de school daarvoor opstelt. Indien ouders er voor zorgen dat hun zoon of dochter op school over een eigen laptop kan beschikken, wordt genoemde vrijwillige ouderbijdrage uiteraard niet gevraagd.
Voor leerlingen waarvan de ouders ervoor kiezen om niet de vrijwillige ouderbijdrage te betalen en ook geen eigen laptop hebben, draagt de school zorg voor een gelijkwaardig alternatief. In de praktijk blijft de laptop op school. De school biedt daarvoor goede opbergmogelijkheden.
11.8 Stages De leerlingen van het Groene Lyceum lopen gedurende het derde leerjaar 3 korte periodes stage. Deze stage dient als Beroepenoriëntatie (BO). Leerlingen ontvangen tijdig informatie over de wijze waarop de stage ingevuld wordt, de beoordeling, de verzekering, bezoek van school, enzovoort. In leerjaar 4 en 5 loopt de leerling stage in de vorm van Beroepspraktijkvorming (BPV) conform de regelgeving binnen het MBO.
43
44
Groene School Winsum Christelijke school voor Praktijkonderwijs, VMBO-Groen, VMBO-Groen met LWOO en het Groene Lyceum Postadres: Postbus 33, 9950 AA Winsum Website: www.aocterra.nl Portal: portal.aocterra.nl Hamrik 4a, Winsum
Afdeling VMBO en het Groene Lyceum T (0595) 44 70 70 E
[email protected] [email protected]
Onderdendamsterweg 43a, Winsum
Afdeling Praktijkonderwijs T (0595) 44 70 80 E
[email protected]