Het Genezen van de Innerlijke Strijd NLP en de behandeling van de "Borderline Persoonlijkheids Stoornis" door dr. Richard Bolstad en Margot Hamblett Jouw behandeling zal bij mij niet werken! Als mensen depressief of angstig zijn zoeken ze vaak therapeutische hulp. Als mensen psychotisch zijn, het contact met de "werkelijkheid" kwijt zijn, zoeken anderen vaak hulp voor ze. Maar wanneer iemand boos is of overmatig kritisch (op zichzelf of op anderen) gelooft hij of zij niet noodzake-lijkerwijze dat hulp nodig is, en anderen zien ook niet altijd de noodzaak hen te helpen. Als ze dan toch hulp zoeken wensen hun therapeuten vaak dat ze dit niet gedaan hadden vanwege hun "kritische", "vijandige" benadering of hun "weerstand", die al snel opkomt als reactie op de therapie. Steeds maar weer communiceren ze naar de therapeut toe: "jouw therapie is onzin, en jouw trucjes werken bij mij niet!" In ons vroege werk met NLP waren we zo naïef te geloven dat NLP processen bij al onze cliënten zouden werken, net zoals dit bij ons het geval was. De cliënten zouden het proces doen en zouden vervolgens veranderen, dan zouden ze ons bedanken en vertrekken. In plaats daarvan vertelde een kleine groep mensen dat geen enkel proces werkte, dat NLP alleen maar bestond uit een stel trucjes, en dat ze heel boos op ons waren omdat we ze dingen beloofden die we niet waarmaakten, en dat ze terug wilden komen om nog meer te doen. We verontschuldigden ons en probeerden het beter te doen (wat het probleem alleen maar deed toenemen). Sindsdien hebben we geleerd een dergelijke respons eerder te herkennen en hierop op zo'n manier te reageren dat deze mensen in staat gesteld werden een 180° ommekeer te maken. Zoekend naar een naam die niet al te opvallend een belediging zou zijn hadden psychiaters de neiging deze mensen een "persoonlijkheidsstoornis" toe te schrijven. De DSM-IV (Amerikaanse Psychiaters Associatie, 1994) definieert persoonlijkheid als een voortdurend patroon met betrekking tot de relatie met jezelf en de omgeving, en een persoonlijkheidsstoornis als elk van deze patronen die leidt tot persoonlijke ellende of sociaal nadeel. Er worden negen soorten persoonlijkheidsstoornissen genoemd, die samen bij ongeveer 6% van de bevolking zouden voorkomen (Crits-Christoph, 1998, p.545). Het is belangrijk om eerst te begrijpen dat het niet betekent dat een persoonlijkheidsstoornis werkelijk "bestaat", alleen omdat deze genoemd wordt in de DSM-IV. Een kaart is niet het gebied, zelfs niet als deze kaart gemaakt is door de Amerikaanse Psychiaters Associatie. Dr. Paula Caplan was adviseur van de werkgroep voor persoonlijkheidsstoornissen van de APA. Ze schrijft een fascinerend verhaal over het weer-aan-weer-uit karakter van een persoonlijkheidsstoornis onder de titel "Self Defeating Personality Disorder" (waarin mensen worden beschreven die de behoeften van anderen voor die van henzelf laten gaan en zich vervolgens benadeeld en niet
gewaardeerd voelen). Caplan bekritiseerde het opnemen van deze stoornis in de DSM, omdat er tegenstrijdige research bestond m.b.t. hiertoe, en omdat dit gebruikt zou kunnen worden om misbruikte vrouwen als psychiatrisch gestoord te bestempelen. Tenslotte nam de APA deze "stoornis" op in een aanhangsel van de DSM-IV stoornissen "waarbij verdere research noodzakelijk is". Dat betekent dat psychiaters dit etiket kunnen gebruiken, maar dat er geen sluitend bewijs is voor het bestaan ervan (Caplan, 1995, pp. 205-209). Dit artikel richt zich op het helpen van personen die volgens de DSM-IV de diagnose "Borderline Persoonlijkheids Stoornis" zouden krijgen, wat wordt omschreven als emotionele impulsiviteit, instabiliteit, leegte en boosheid op zowel zichzelf als anderen. Veel van wat we hier zeggen kan ook nuttig zijn bij het werken met personen die gediagnosticeerd zijn als afhankelijk, antisociaal, ontwijkend, narcistisch of obsessief compulsief. Tussen twee haakjes, de term "Borderline" verwijst naar een oude overtuiging van voor de DSM dat iemand met deze stoornis op de grens leefde tussen gezond en ongezond. Wat, verdraaid, is er zo verkeerd aan een "borderline" te zijn? In NLP termen is de kern van de kenmerken van een persoon die als diagnose BPS ("Borderline Persoonlijk-heids Stoornis) krijgt een ernstige reeks incongruenties. In uiterlijke relaties komt dit tot uiting door het afwisselend een ander verheerlijken en wanhopig bij die ander willen zijn en het verachten van die ander en uit de relatie willen ontsnappen. In de relatie die de persoon met zichzelf heeft komt dit tot uiting door afwisseling van duidelijke arrogante promotie van zichzelf tot zelfhaat en afschuw van zichzelf. Cognitief betekent dit dat er constant sprake is van tegengestelde reacties; de persoon mismatcht de ervaringen van zichzelf en anderen continue. Dit creëert emotioneel verwarring met betrekking tot wie ze zijn en wat ze willen, wat resulteert in gevoelens van frustratie, angst, depressie, leegte en hopeloosheid. Het uiteindelijke gedrag van deze persoon kan opzettelijk zelfvernietigend zijn (bijv. zelfmoord pogingen, automutilatie), vernietigend voor anderen (bijv. fysiek vechten, gooien met voorwerpen, explosief schreeuwen), of gevaarlijk impulsief (bijv. drugs gebruik, overmatig eten, roekeloos rijden). Het lijkt wel alsof ze een oorlog met zichzelf voeren, en met een ieder die dit primaire doel in de weg staat. Personen die hoog scoren op "vijandigheid" bij de veel gebruikte Minnesota Multphasic Personality Inventory (MMPI) zullen vaker roken, overmatig alcohol gebruiken, overgewicht hebben, een hoog cholesterol gehalte hebben en meer cafeïne gebruiken (Williams en Williams, 1993, p. 80). Ze hebben ook een vijf maal hogere kans om voor hun vijftigste levensjaar te overlijden (Williams en Williams, 1993, p. 54). Dit past bij de resultaten die we zien bij personen met de diagnose BPS. 56% heeft een angststoornis, 41% heeft een "major depression" (Crits-Christoph, 1998, p. 545) en 69% heeft een verslaving (Santoro en Cohen, 1997, p.90). Deze andere problemen, die de persoon aanvankelijk bij een NLP therapeut zouden kunnen brengen, zijn ook moeilijker te veranderen middels cognitieve (in de NLP-stijl) therapie als de persoon een BPS diagnose heeft (Crits-Christoph, 1998, p. 549), omdat ze het therapie proces zelf
mismatchen. Waarom overkomt dit soort ellende mij altijd? Tot nu toe sluit research zelfs een genetische component niet uit bij de ontwikkeling van BPS (Crits-Christoph, 1998, p. 546). Neurologische studies tonen bij de BPS persoon meer activiteit aan in de rechter hersenhelft (mogelijk meer emotionele processen dan logische) en een overgevoelig noradrenaline systeem. Maar dit is alleen maar een andere manier om te zeggen dat ze boos zijn! Het meest belangrijke dat bekend is over de oorsprong van dit probleem is dat 70-79% van deze mensen in hun vroege jeugd slachtoffer zijn geweest van ernstig lichamelijk of seksueel misbruik of in die tijd een ernstig trauma hebben meegemaakt (Crits-Christoph, 1998, p.545; Santoro en Cohen, 1997, p.4). De theorie van traditionele psychotherapeuten (Kernberg, 1986, p.142) was dat tijdens deze vroege traumatische gebeurtenissen een gezonde verdringing (in NLP termen zouden we kunnen spreken van een gezonde dissociatie) niet mogelijk was omdat het kind niet de vaardigheden had ontwikkeld om hiermee om te gaan. In plaats daarvan is de toestand die verbonden is aan de herinnering van elke traumatische gebeurtenis volledig afgescheiden van de rest van de persoonlijkheid. Het resultaat is een uitgebreide reeks van conflicten tussen delen. Voor deze keer past deze psycho analytische theorie exact in het NLP kader! Het probleem is wat ermee te doen. De resultaten van behandeling met antidepressiva, angstdempende en anti-psychotische medicijnen is op zijn minst niet consistent en op zijn slechtst zinloos (Woo-Ming en Siever, 1998, p. 562-564). Van gedragstherapie is aangetoond dat het het impulsieve gedrag vermindert, maar niet de emotionele instabiliteit van mensen met BPS (Crits-Christoph, 1998, p. 547-548). Interessant is een studie waarbij naar voren kwam dat 12 maanden na een jaar psychodynamische therapie (gebaseerd op het "Zelfpsychologie" model) 30% van de cliënten niet langer voldeed aan de criteria voor BPS (Crits-Christoph, 1998, p.548). Dit is een indrukwekkend resultaat en bevestigt verschillende punten die cognitieve therapeuten (therapeuten die met NLP vergelijkbare technieken gebruiken) hebben aangevoerd met betrekking tot deze stoornis. Ze beschrijven het als een stoornis op het niveau Identiteit (Layden et al., 1993, p.7), die gebaseerd is op kern-overtuigingen over het zelf, zoals "ik ben geen liefde waard", en "ik ben stuk". Omdat de persoon gelooft dat "dit hetgeen is wat ik ben", zijn ze verbolgen over de therapeutische pogingen om minder centrale overtuigingen te veranderen, zoals "Ik kan deze specifieke taak niet aan". Ze zijn geneigd te zeggen "Als je denkt dat iemand als ik dat kan veranderen, dan weet je niet hoe ernstig dit is!" Het model van de Zelf psychologie (Kohut, 1971) ziet problemen als een "borderline persoonlijkheids stoornis" als een resultaat van een beschadiging in een gezonde ontwikkeling van "eigenliefde". Het model stelt dat wanneer een kind van drie jaar zegt "Kijk naar mij! Zijn ik niet geweldig!", een functionele ouder vaak zal reageren door deze opwinding te spiegelen (bijv. "Wow; dat is fantastisch!"). Als de beschikbaarheid van dit spiegelen ernstig tekort schiet raakt het kind gefixeerd op dit "niveau van ontwikkeling." Door het creëren van een empathische omgeving streeft de beoefenaar van de Zelf psychologie ook naar het scheppen van een relatie waarin de persoon het heen en weer schieten tussen het idealiseren van anderen en de enorme op zichzelf gerichte woede; en zo uitgroeien boven
hun kinder-achtige reacties. Cognitieve therapeuten geven aan dat iemand met BPS veel gebieden in het leven heeft waar ze met succes functioneren, op een volwassen manier. Anderzijds functioneren de herinneringen die bij bepaalde toestanden horen en die afgescheiden zijn (de "delen" die de BPS symptomen genereren) met een denkstijl die vergelijkbaar is met die van een kind voordat het naar school gaat. Zelfs het zintuigsysteem dat gebruikt wordt om de traumatische reacties op te slaan wordt bepaald door de vroege leeftijd van de gebeurtenissen (Layden at al., 1993, p. 28-33). Gebeurtenissen voor de leeftijd van 12 maanden worden meestal kinesthetisch en auditief tonaal opgeslagen, en gebeurtenissen voor de leeftijd van 2 jaar worden kinesthetisch, auditief tonaal en visueel opgeslagen. Alleen na deze periode wordt effectieve auditief digitale informatie in het geheugen opgeslagen. Mary Anne Layden en haar collega's bevelen het gebruik van kinesthetische ervaringen aan (zoals ontspanning en kinesthetische ankers), geleide visuele voorstellingen (zoals het NLP trauma proces), en technieken die gebaseerd zijn op stemtoon (bijv. trance) om toegang te krijgen tot de vroege herinneringen en deze te genezen. Vertel me niet dat ik mismatch! De kernvariabelen van de meta-programma’s/strategieën van iemand met de diagnose Borderline Persoonlijk-heids Stoornis zijn: 1. Zelf uitzoeken. De persoon is ervan overtuigd dat alles wat er gebeurt voor hen gebeurt. Dit leidt af en toe tot paranoia ("Waarom zei je dat? Wat probeer je me te vertellen?") Op andere momenten leidt dit tot interpersoonlijke conflicten ("Je wist dat ik niet wilde dat je dit deed. Waarom deed je dat?") De persoon maakt geen volledig onderscheid tussen eerste en tweede positie, om een NLP beschrijving te gebruiken. In termen van de communicatie theorie (Bolstad en Hamblett, 1998, p. 73-77) bestaat er bij hen verwarring over het eigendom van het probleem, en in termen van de traditionele psychotherapie hebben ze "diffuse grenzen". 2. Mismatchen. De persoon zoekt dwangmatig naar datgene waar hij het niet mee eens is, en naar wat er niet bij hem past. In het algemeen betekent dit dat zij zich er continu van bewust zijn hoe het leven niet ideaal geleefd kan worden. In therapeutisch relaties resulteert dit erin dat ze zelfs kleine verschillen vinden tussen wat een therapeut zei en wat hij deed ("Je zei dat je me de waarheid zou vertellen; hoe komt het dan dat je dit nooit eerder genoemd hebt dat je …"). Veel van de auditief digitale processen van de persoon gaan op aan het mismatchen van henzelf (waarbij ze zichzelf omlaag drukken). In hun jonge leven was mismatchen oorspronkelijk een belangrijke vaardigheid die hen er tegen beschermde volledig overweldigd te worden door krachtige andere personen. Nu is het een oncontroleerbare reflexmatige reactie geworden bij vrijwel elke gebeurtenis. Laat duidelijk zijn dat het zoeken naar verschillen (mismatchen) op zichzelf geen probleem is. Integendeel, het is een nuttige vaardigheid, en de bron van creativiteit. Het probleem ontstaat bij elk metaprogramma als het dwangmatig wordt.
3. Horizontaal chunken. Het proces van dwangmatig mismatchen houdt gedeeltelijk ook in wat in de cognitieve psychologie "overdrachtelijk redeneren" wordt genoemd (Layden et al., 1993, p. 38). Als de persoon van de ene naar de andere toestand springt, van de ene mening naar de andere, slaagt hij/zij er niet in "up te chunken" en de algemene principes achter deze verschillende evenementen te onderscheiden. Er is een gebrek aan metaanalyse, en, om de meta-state terminologie te gebruiken, een ontbreken van meta-states zoals een sterk gevoel van eigenwaarde (Hall, 1996). 4. Zwart-wit denken. Een ander gevolg van dwangmatig mismatchen en denken op basis van tegenstellingen is dat dingen worden waargenomen als ofwel perfect, ofwel desastreus. ("Mijn haar was vandaag een ramp. Ik ga mezelf van kant maken.") Dit heeft te maken met het horizontaal chunken, omdat de persoon geen hogere chunkniveau beschikbaar heeft om die bepaalde gebeurtenis te ervaren als een "deel van." In het voorbeeld is de haardracht alles wat er is. Er is geen "zelf" boven en uitstijgend boven de gebeurtenissen van het moment, dus de slechte haardracht is het enige bewijs dat het zelf heeft om succes te meten. In de strategieën van de persoon om te controleren of hij/zij "geliefd" is, of "competent", wordt in de testfase alleen het onmiddellijke bewijs gebruikt. Het gevaar in relaties met andere mensen is dat één "vergissing" kan zorgen voor voldoende bewijs voor de persoon met een BPS om te denken dat hun hele leven bedreigd wordt door dit andere menselijke wezen. 5. Concentreren op het huidige moment. Het voorgaande voorbeeld demonstreert hoe de persoon de meeste beslissingen neemt met uitsluitend als referentie het huidige moment. ("Wil ik deze heroïne gebruiken? Waarom niet? Het zal de pijn nu, op dit moment wegnemen!") Hun reactie is gebaseerd op het principe "uit het oog, uit het hart." In ontwikkelingstermen wordt dit beschreven als "gebrek aan permanente doelen." Hetzelfde proces creëert vaak angst met betrekking tot relaties, want zodra de andere persoon in de relatie de ruimte verlaat voelt de persoon met BPS zich verlaten. Dit resulteert er ook in dat de persoon een, wat de NLP een Consequente Overtuigings strategie noemt, heeft, daar ze zich nooit volledig overtuigd voelen door wat ze voorheen ervaren hebben. In de traditionele therapie zou dit een "gebrek aan vertrouwen" genoemd worden. 6. Vermijdings motivatie. Veel besluiten, zoals het besluit om zelfmoord te plegen of om drugs te gebruiken, zijn het resultaat van het vermijden van pijn zonder dat er een evaluatie plaatsvindt van wat die persoon in plaats daarvan wil. 7. Opeenvolging van incongruenties. De combinatie van voornoemde metaprogramma’s maakt het voor de persoon moeilijker om twee verschillende reacties in gedachten te houden (bijv. zich vervelen bij iets wat iemand deed en tegelijkertijd van deze persoon houden). Zulke tegenstellingen worden voortdurend ervaren, waarbij er elke keer een mismatching is van de vorige reactie en deze wordt vermeden. De persoon voelt zich vaak afgescheiden van ("positieve" of "negatieve") delen van zijn eigen ervaring. Help me te Veranderen (Maar laat me de dingen niet anders doen!)
Het hiervoor beschreven systeem is bijzonder veerkrachtig! Dat moest ook wel, om de persoon in staat te stellen met de hulpbronnen van een jong kind ernstige trauma’s te overleven. Verder ervaart de persoon dit persoonlijkheidssysteem niet als zijn probleem. Hun probleem is angst, frustratie, leegte, depressie of zelfs de eindeloze reeks bastaards die in hun leven binnen lijken te dringen. De eerste stap om hen te helpen een duurzame verandering te verkrijgen is voor jou, als NLP practitioner, hun extreme mismatching stijl te ontdekken. De tweede stap is het tot stand brengen van een raadgevende relatie waarbij je toestemming hebt hen te helpen bij het vaststellen en veranderen van deze stijl, die in feite de onprettige toestanden creëert die ze willen veranderen. Een man die we Bob zullen noemen kwam naar één van onze weekend trainingen. Bij al onze trainingen laten we de mensen rond het begin een visualisatie oefening doen. Ze draaien zich om en wijzen met hun arm naar achteren, en draaien dan weer terug. Vervolgens stellen zij zich voor dat ze verder kunnen gaan, en stellen vast wat ze dan zouden zien, voelen en tegen zichzelf zouden zeggen als hun lichaam meer flexibel was en ze zich verder zouden kunnen omdraaien. Dan draaien ze zich nogmaals om en stellen vast hoeveel ze verder komen (Bolstad en Hamblett, 1998, p. 81). In tegenstelling tot 99% van de mensen die dit met ons gedaan heeft was Bob niet onder de indruk. Hier volgt hoe het gesprek met Margot verder verliep: Bob: Wel, ik denk dat ik de eerste keer verder kwam. Voor mij werkte dit helemaal niet. Margot: Dat klopt, dat deed het ook niet; dat komt omdat je het niet deed op de manier die ik aangaf. Ik vroeg om je voor te stellen hoe het eruit zou zien, zou voelen en horen als je verder zou gaan, en jij zei inwendig tegen jezelf iets over hoe dit voor jou waarschijnlijk zou werken … klopt dat? Bob: Hmmm. Waarschijnlijk. Ja, ik denk dat dat klopt. Margot: en waarschijnlijk is dat ook de manier waarop je veel andere dingen gedaan hebt. Je bent er al heel goed in om sceptisch tegen jezelf te praten. Als je een ander resultaat in je leven wilt, dan is het de moeite waard deze oefeningen te gebruiken op de manier die wij precies aangeven, en om alleen maar te doen wat we aangeven. Je deed zojuist meer dan je hoefde te doen. Laten we het dan nu nog eens doen, op de nieuwe manier. Wat we hier gedaan hebben, met dit proces van omdraaien, is zorgen voor een gelegenheid om te mismatchen, voordat we de centrale veranderingsprocessen gaan doen. Dit dient als een soort "mismatching detector", en we gebruiken hetzelfde proces regelmatig bij individuele cliënten. We weten dat de persoon, om de gegeven instructies te mismatchen, de gesuggereerde interne visuele/auditieve/kinesthetische representatie moet overrulen. De meest waarschijnlijke manier om dit te doen is door tegen zichzelf te praten, waarbij het Margot lukte de aandacht van de persoon hierop te vestigen. Margot’s volgende opmerking vraagt de persoon zijn mismatchen te mismatchen. Ze zegt dat wanneer hij blijft mismatchen, hij steeds maar weer hetzelfde blijft doen. De enige manier om te mismatchen is onze (nieuwe) methode te volgen.
In feite is dit een heel eenvoudige toepassing van de techniek die Milton Erickson vond om in deze situatie te gebruiken. Hij zegt (Erickson, 1980, p. 301): "als er voldoende materiaal is verkregen van de agressieve, vijandige, dwarsliggende, defensieve, oncoöperatieve patiënten om hun ongelukkige gedrag en houding in te schatten en hun type persoonlijkheid te beoordelen, dan worden ze onderbroken door een inleidende mededeling met gemengd positieve en negatieve, ogenschijnlijk passende en relevante opmerkingen, die in een dusdanige taalvorm tot hen gericht wordt die ze op dat moment het best begrijpen. In deze opmerkingen zitten echter verschillende directe, indirecte en leidende suggesties verstopt en vermomd, die als bedoeling hebben hun reacties te kanaliseren tot ontvankelijk en toeschietelijk gedrag." Dus wat is de afspraak? We vertellen de persoon expliciet dat hij zijn metaprogramma’s dient te veranderen om het door hem gewenste resultaat te verkrijgen. Door dit te doen vormen we een soort "therapeutisch verbond" (om de traditionele term te gebruiken), die we als raadgevend zouden omschrijven. We willen de raadgever van de persoon zijn, niet diens "counsellor". Binnen deze regeling zullen we suggesties doen over processen die ze zouden kunnen gebruiken om te veranderen. Als ze deze processen gebruiken zullen ze naar onze mening de resultaten krijgen die ze wensen. Als ze ons in dienst willen houden als raadgever, moeten ze in feite de aanbevelingen opvolgen. We benadrukken dat de processen heel precies moeten worden gevolgd om de gewenste resultaten te krijgen. Deze raadgevende regeling moet heel duidelijk omschreven zijn voor we beginnen met "formele" NLP interventies (als we dit al ooit doen). Steeds weer hebben we gevonden dat de persoon met BPS in staat is vindingrijker om te gaan met het helpen iemand anders te veranderen dan bij het trachten henzelf te veranderen. We leren ze deze vindingrijke behulpzame toestand te gebruiken door hun eigen therapeut te worden. Wij zorgen gewoon voor de supervisie op hun therapie. Om de persoon bijvoorbeeld te leren uit te zoeken wat er goed gaat in zijn leven kunnen we hem vragen als huiswerk elke avond tijd te nemen en drie dingen te vinden die op die dag goed zijn gegaan. Meestal vertellen we erbij dat we mensen hebben meegemaakt die hiervan terugkwamen en vertelden dat ze het geprobeerd hadden, maar dat ze zich er alleen maar rot door gingen voelen. Wat we toen ontdekten is dat ze de opdracht niet uitvoerden op de manier die we hen verteld hadden. Ze dachten bijvoorbeeld aan het eerste wat goed was gegaan, en vervolgens dachten ze hoe moeilijk het wel was geweest om aan dat ene ding te denken … en vervolgens maakten ze zich er zorgen over dat ze misschien niet in staat zouden zijn er nog twee te bedenken … en vroegen zich dan af wat dat betekende voor hen als persoon. Toen voelden ze zich, begrijpelijk, rot. Maar ze hadden de opdracht die we ze gegeven hadden niet uitgevoerd. Om zo "confronterend" te zijn moeten we eerst tegelijkertijd twee andere dingen doen. Eén is het gebruik maken van rapport vaardigheden (subtiel, omdat de persoon alert is op "NLP trucjes" en de lichaamshouding zal mismatchen wanneer we proberen te matchen). Het tweede is de persoon duidelijk te vertellen welke gedragingen we hebben gezien die
voor ons duidelijk maken wat de belangrijke gebieden van zijn/haar leven zijn. Dit is iets anders dan te zeggen "Je bent geweldig", een stelling die regelrecht in tegenspraak zou zijn met de overtuigingen van de persoon op Identiteits niveau (Layden et al., 1993, p. 60). We zouden kunnen zeggen "Ik was onder de indruk van de tijd die je besteedde aan het helpen van andere deelnemers aan de cursus. Dat maakte het voor ons gemakkelijker." Deze positieve feedback is op zichzelf al een model voor het letten op het positieve, wat we de persoon graag willen leren. Zelfs als de persoon dit bagatelliseert, is het nog steeds nuttig als echte feedback, en als een voorbeeld van hoe we ertoe kunnen komen te geloven dat de persoon kan veranderen. Er zijn grenzen aan onze hulp als raadgever. Deze grenzen zorgen er vaak voor dat we er niet aan beginnen de persoon door standaard NLP processen te helpen, waarbij ze de mogelijkheid, of zelfs de dwang zouden hebben ons te mismatchen. Bij meerdere gelegenheden hebben we ontdekt dat het nuttiger is de persoon zijn eigen NLP processen te laten doorlopen, met één van ons als coach. In plaats van te zeggen "Zie jezelf in een bioscoop, en zweef terug naar de projectieruimte …" zeggen we "Zo werkt het NLP Trauma proces. Doorloop dat nu zelf totdat je het probleem hebt opgelost, en kom dan weer terug zodat je het met ons kunt controleren." We moeten zeker grenzen stellen in hoeveel tijd we aan deze persoon willen besteden, die zoals we ons herinneren in staat is "eindeloze" overtuiging en geruststelling te vragen en af te wijzen. Ons doel is nieuwe strategieën te modelleren, zoals zelf-geruststelling, en dan de persoon deze strategie zelf te laten doorlopen. De volgende veranderingsprocessen worden alleen toegepast in de context van de hier beschreven raadgevende relatie. Hiermee hebben we gevonden dat veel "persoonlijkheidsstoornissen" eerder in weken dan in jaren kunnen worden veranderd. Als we deze relatie echter niet in het begin instellen hebben we soms ontdekt dat we het vermogen om effectief te helpen zijn kwijt-geraakt, omdat onze aanwezigheid een krachtige trigger werd voor het mismatchen. 1. Crisis Interventie De persoon kan aanvankelijk contact met je hebben opgenomen voor hulp in een crisis, waarin hij/zij extreme angst, depressie of frustratie ervaart. Zie onze eerdere artikelen (Bolstad en Hamblett, 1999, A, B en C) voor modellen om met de eerste twee reactietypen om te gaan. Zoals we in eerdere artikelen aangaven (Bolstad en Hamblett, 1999, B) is het juist wanneer je nagaat hoever de persoon al is met suïcidaal denken, en bij wat voor soort geweld de persoon eerder betrokken is geweest of wat hij heeft overwogen. Ga bij jezelf na of het voor jou veilig voelt om met deze persoon te werken. Een raadgever zijn is iets anders dan een martelaar zijn. Je hebt het recht aan de persoon te vragen om gedurende de tijd van jou raadgevingen zich ter verbinden in leven te blijven en om een time out te nemen wanneer hij/zij woede gevaarlijk in zich voelt escaleren m.b.t. anderen. Het maken van deze contracten vereist dat je de persoon (en mogelijk ook anderen die ermee samenleven) door het proces van hulp krijgen in een crisis heen loodst.
We vragen iemand vaak, terwijl ze bij ons zijn in een sessie, om het bellen van een ondersteunende contactpersoon te oefenen. Uiteindelijk kun jij er als raadgever niet voor zorgen dat iemand in leven blijft, of garanderen dat ze anderen niet zullen verwonden. In de meeste landen ben je er echter wettelijk verantwoordelijk voor dat je alle redelijke stappen hebt genomen om te zorgen voor de veiligheid van je cliënt en anderen. Als dit onbekend terrein voor je is, praat dan met een adviseur die bekend is met dit proces van veiligheid. 2. Toegang krijgen tot Hulpbronnen Een belangrijk doel van het werken met iemand die de diagnose BPS heeft is het generaliseren van vaardigheden uit functionele gebieden van zijn leven naar gebieden waar onvermogende toestanden worden uitgelokt (Layden et al., 1993, p. 38). De uitdaging is dat zelfs beginnen positief te praten een kunst is bij iemand die mismatcht. Yvonne Dolan (1985, p. 29-43) bespreekt een aantal manieren om dit te doen zonder mismatchend gedrag uit te lokken. Dit omvat o.a. het gebruik van verborgen suggesties en het gebruik van vooronderstellingen in de taal. Het meest beroemde voorbeeld is misschien wel de opmerking van Milton Erickson tegen een boze jongeman met de diagnose persoon-lijkheidsstoornis: "Hoe verbaasd zul je zijn als je volgende week ontdekt dat je helemaal veranderd bent?" (waarop de jongeman antwoordde "Ik zal verdomd verbaasd zijn!" waarmee hij alle positieve vooronderstellingen in Erickson’s opmerking accepteerde). Dolan beschrijft hoe haar methode om dit soort taal te gebruiken in een metafoor de persoon in staat stelt interne representaties te vormen van prettige ervaringen, zonder dat hij het gevoel heeft dat dit "vereist" is voor een bepaalde "techniek". Zulke prettige ervaringen kunnen worden verankerd en later in de sessie weer worden opgeroepen. Zelfs het direct gebruiken van de meest duidelijke hulpbronnen van de persoon kan een significant verschil maken. Dolan vertelt het verhaal van Alice, een 25-jarige met een voorgeschiedenis van geweld en pogingen tot zelfmoord (Dolan, 1985, p. 146-149). Hoewel ze weigerde "therapeutische" onderwerpen met Dolan te bespreken, besprak Alice graag haar interesse in handwerken en naaien. Dolan zei tegen haar: "Je kunt echt wel een manier vinden om al je vermogens te gebruiken op een manier die jou laat winnen." Waarop de kenmerkende reactie van Alice was: "Je bent gestoord!" Ze begon echter te glimlachen en hierna was er vaker sprake van een sociale interactie, en toen kwam ze op een dag opgewonden binnen om te vertellen dat ze een baan had gevonden als uitsmijter in een ruige, plaatselijke bar. Haar vroegere vermogen om te vechten kwam haar goed van pas! Binnen een jaar werkte ze in dezelfde bar als barkeeper en was ze begonnen met een opleiding psychologie. 3. Het Ontwikkelen van het Vermogen om te Matchen en om naar Bereiken te Gaan De persoon te leren om te letten op overeenstemming en positieve resultaten is een belangrijke basis van waaruit veranderingsprocessen werkelijk kunnen werken, in plaats van ingebakken te zijn in een lange reeks mislukkingen. Dolan verklaart (1985, p. 50-57) hoe een habituele "Nee" reactie van iemand kan worden veranderd in "Ja" reacties, door
middel van zorgvuldig gebruik van het herformuleren van de onenigheid van de cliënt en het besluiten met een negatieve gemeenplaats in de vorm van een vraag. Als de persoon bijvoorbeeld zegt: "Ik zou dit maar liever opgeven" zou de NLP practitioner kunnen antwoorden "Je zou liever NIET hier zijn?" of "Er zijn heel wat plaatsen waar je beter zou kunnen zijn, NIETwaar?" In onze ervaring kan mismatchen echter direct worden aangepakt en herkaderd als een keuze die, hoewel belangrijk op kinder-leeftijd, nu overmatig gebruikt wordt. We zetten de persoon bewust aan het werk om met opzet zoeken naar overeenstemming, door te vragen: "Wat gaat er goed voor mij?" en "Waarmee ben ik het hier eens?" We zullen de persoon vaak vragen zich te onthouden van het bespreken van alle negatieve reacties of ervaringen voor een bepaalde periode, de afspraak makend dat alleen besproken wordt wat er goed gaat en waar hij/zij het mee eens is. Vragen volgens de oplossingsgerichte therapie concentreren onze conversatie ook in die richting. Er kunnen drie soorten oplossingsgerichte vragen worden gebruikt om zulke momenten aan het licht te brengen (Chevalier, 1995). 1) Vraag een beschrijving van het doel van de persoon. "Wat moet er veranderen als gevolg van ons gesprek?" "Wat wil je bereiken?" "Wat zou er moeten gebeuren om jou het gevoel te geven dat dit probleem was opgelost?" "Hoe zul je weten dat dit probleem is opgelost?" "Als dit probleem is opgelost, wat zul je dan doen en voelen?" 2) Vraag naar momenten waarop het probleem er niet is (de uitzonderingen). "Wat is een moment waarop je merkte dat het probleem eigenlijk zo erg niet was?" "Wat gebeurde er op dat moment? Wat deed je anders?" 3) Als er geen uitzonderingen zijn, stel dan de vraag naar de hypothetische uitzonderingen door de "Miracle" vraag te gebruiken: "Stel dat er op een nacht een wonder plaatsvindt terwijl je slaapt, en dat dit probleem wordt opgelost. Aangezien je slaapt, weet je niet dat er een wonder heeft plaatsgevonden of dat je probleem is opgelost. Wat denk je dat je zult merken dat er anders is de volgende morgen, waardoor je zult weten dat het probleem is opgelost?" Na de "miracle" vraag kun je andere hierop aansluitende vragen stellen, zoals: "Wat zouden andere mensen om je heen merken dat er anders is aan jou?" "Wat zouden andere mensen om je heen dan anders doen?" "Wat zou ervoor nodig zijn om te doen alsof dit wonder had plaatsgevonden?" Het Auditief digitaal mismatchen van NLP processen terwijl ze aan de gang zijn kan op een aantal manieren worden onderbroken. Eén manier is om de persoon de instructies van de therapeut te laten herhalen in zichzelf met hun eigen innerlijke stem. Een andere manier is om het auditief digitale kanaal te overladen door de persoon terug te laten tellen vanaf 1000 in stappen van zeven, terwijl het proces gedaan wordt. We hebben gemerkt dat cliënten bijzonder opgewonden zijn te ontdekken dat technieken echt werken bij ze
als ze hun auditief digitale kanaal eenmaal op een nuttige manier aan het werk zetten, in tegenstelling tot de zelfkritiek. 4. Het Helen van Vroege Trauma’s Gebruik de standaard NLP technieken voor het helen van trauma, zoals de Dissociatie Trauma Genezing (Bolstad en Hamblett, 1998, p. 109-112, 118-120), Tijdlijn therapie® technieken (James en Woodsmall, 1998) en Reimprinting (Dilts, Hallbom en Smith, 1990). Deze processen richten zich in de meeste gevallen op het oorspronkelijke probleem van de borderline persoonlijkheids stoornis, iets waar zowel de cognitieve psychologie als de zelf psychologie het eens zijn. Deze technieken zullen echter alleen succes hebben wanneer de raadgevende relatie gevestigd is, en er op een effectieve manier is afgerekend met mismatchen. Visualisatie en ankeren komen tegemoet aan de behoefte aan het gebruiken van non-verbale methodes bij BPS, zoals wordt aangegeven door de cognitieve psychologen (Layden et al., 1993, p. 86-94). Deze technieken geven de persoon ook meer flexibiliteit (het vermogen naar het verleden, heden en de toekomst te kijken), wat een sleutel is voor het helen van depressie en angst, naast dwangmatig gedrag (zie Bolstad en Hamblett, 1999, D, p 6). 5. De Persoon leren Grotere Verbanden te Zien en te Integreren Het proces van Integratie van delen en het proces van Kern Doel (Bolstad en Hamblett, 1998, p. 44-49) zijn belangrijke mogelijkheden om een persoon in staat te stellen afgescheiden gebieden van de neurologie te integreren, die los van de hulpbronnen waar de volwassene toegang toe heeft hebben gefunctioneerd. Dit houdt o.a. in dat de persoon wordt gevraagd naar de hogere positieve intentie van elk afgescheiden deel. Om antwoord te kunnen geven op de vraag "Wat levert dat gedrag je op?" "Welk hoger doel dient het?" moet de persoon naar een hoger niveau en generaliseren, waarbij hij/zij voor zichzelf een belangrijke vaardigheid oefent die vaak onderontwikkeld is bij de persoon met de diagnose BPS. Omdat deze afgescheiden "delen" voorheen in een bepaalde volgorde tot uiting kwamen is het dé uitdaging bij hun integratie om ze de zekerheid te geven dat ze beschikbaar zijn en klaar voor integratie. De gemiddelde NLP "cliënt" is er vaak zo goed in toegang te krijgen tot hulpbronrijke toestanden, dat hij niet echt volledig contact krijgt met de "delen" die schade in zijn leven veroorzaken. Als je gids bent is het zinvol om te controleren of je daadwerkelijk echt toegang had tot het deel dat afgescheiden was (bijv. door de persoon terug in de tijd te laten gaan naar een moment waarop het deel "dat de problemen veroorzaakte" dingen regelde). 6. Het aanleren van een Duidelijke Eerste en Tweede Positie In het algemeen zal dit als prioriteit naar voren komen met betrekking tot het regelen van het contract tussen de NLP practitioner en de persoon met de diagnose Borderline Persoonlijkheids Stoornis. Deze relatie vormt voor beide mensen een geweldige mogelijkheid om meer effectieve manieren te ontwikkelen om relaties in het algemeen te
ervaren. We leren de persoon het model van het eigendom van het probleem uit onze cursus Verandering van Communicatie voor coöperatieve relaties (Bolstad en Hamblett, 1998, p. 73-77). Dit model is het belangrijkst voor de NLP practitioner om ook paraat te hebben, zoals we in de volgende alinea’s bespreken. NLP practitioners die zelf het spoor bijster raken als het gaat om het eigendom van het probleem lopen het risico aan te lopen tegen verschillende soorten destructieve relaties met cliënten (bijvoorbeeld verwarrende seksuele relaties, explosieve conflicten, en steeds uitzinniger pogingen de cliënt te "redden" van zijn eigen persoonlijkheid). Cliënten die overstuur zijn, bezorgd, vol wrok, gefrustreerd, boos, vol angst of anderszins ongelukkig met ofwel de raadgevende situatie, of met een persoonlijke kwestie, zijn in deze termen "de eigenaar van een probleem". De juiste benadering voor de NLP practitioner is in tweede positie te gaan (en te denken vanuit het gezichtspunt van de cliënt). Dit houdt ook in dat er vaardigheden gebruikt worden om rapport te handhaven (het afstemmen op het gedrag van de cliënt, het erkennen van hun zorgen, en luisteren). Daarnaast houdt het in dat er verbale vaardigheden gebruikt worden die de cliënt helpen zijn/haar doel te verhelderen en op een veilige manier de eigen oplossingen te creëren. Het geven van advies, kritiek, les, verhoren en andere directieve vaardigheden, die behoorlijk veilig kunnen zijn in een probleemloze situatie, zijn geen passende eerste reacties wanneer de cliënt signalen afgeeft "eigenaar te zijn van een probleem." Ze zullen weerstand ontmoeten. De twee meest effectieve verbale vaardigheden voor de NLP practitioner in deze situatie zijn reflectief luisteren (bijv. "Dus het probleem dat je ervaart is …" "Je wilt dus …") en open, oplossingsgerichte vragen (bijv. "Wat zou het voor jou betekenen als je dit had opgelost?" "Mag ik even vragen, wat moet er hier veranderen?"). Anderzijds, als wij als NLP practitioners opgewonden zijn, of bezorgd, vol wrok, gefrustreerd, boos, vol angst of anderszins ongelukkig met ofwel de raadgevende situatie of een bepaald persoonlijk probleem, dan zouden we ook in deze termen kunnen zeggen dat we "een probleem bezitten." Dit betekent niet dat het onze "schuld" is – maar gewoon dat wij degenen zijn waarbij iets moet worden veranderd. Als mijn probleem m.b.t. tot een bepaalde kwestie geen verband houdt met de raadgevende situatie gebruik ik mijn eigen oplossende vermogens om dit op te lossen. Maar als mijn probleem verband houdt met een bepaald gedrag van de cliënt zal ik er natuurlijk voor kiezen hierover op een bepaalde manier met hem/haar te communiceren. In dat geval reageer ik vanuit de eerste positie (denkend vanuit mijn eigen gezichtspunt). Het geven van advies, beschuldigende kritiek, lesgeven, verhoren en vergelijkbare vaardigheden zijn opnieuw weer niet erg effectief. De meest bruikbare verbale vaardigheid voor de situatie waar ik een "probleem bezit" is om mijn probleem duidelijk te beschrijven. Door dit te doen zal ik de cliënt informatie verschaffen over het zintuiglijk specifieke gedrag dat mijn probleem veroorzaakt heeft, dus niet mijn theorie over hun interne intenties of mijn oordeel over dat gedrag. In plaats van te zeggen: "Je was onzorgvuldig met onze afspraken", zou ik iets specifiekers zeggen zoals: "Je arriveerde een half uur na de afgesproken aanvangstijd van deze sessie." Ik kan hem ook iets vertellen over bepaalde concrete effecten die het gedrag op mij heeft en over de aard van de ongewenste toestand waar ik in zit. Mijn communicatie zal dus een "ik" boodschap zijn, bijvoorbeeld in de vorm van: "Ik heb een probleem waarbij ik graag hulp zou krijgen. Als … Het effect dat dit op mij heeft is ….
en ik voel …." (bijvoorbeeld: "Ik heb een probleem waarbij ik graag hulp had. Als je te laat op de sessie verschijnt, vind ik dat we opnieuw een plan moeten maken over wat we gaan doen. Ik raak hierdoor behoorlijk gefrustreerd.") In het dagelijkse leven verandert het eigendom van het probleem constant. Midden in het hulpverleningsproces van een cliënt bij het oplossen van haar relatieproblemen kan ik ontdekken dat zij waarden en attitudes heeft die ik ten diepste verafschuw. Ik moet de situatie bewaken, om vast te stellen wanneer het passend is om over te gaan van reflectief luisteren naar de ik-boodschap. Natuurlijk kan mijn cliënt, wanneer ik een ik-boodschap geef, zich hier ongemakkelijk bij voelen; ze kunnen zich zelfs "boos" voelen, "vernederd" of "beledigd". Daarom moet ik, alvorens mijn ik-boodschap opnieuw te sturen of deze nog eens uit te leggen, reageren op dit nieuwe probleem van de cliënt door reflectief te luisteren. Ik ga hiermee door tot de cliënt aangeeft zich begrepen te voelen (meestal door te knikken). Dan is er weer voldoende rapport voor mij om een herziene ik-boodschap te sturen. Het gevolg is een soort "dans" die we aanduiden als de "twee stappen", en die leidt tot een win-win oplossing van conflicten. Deze dans speelt zich duidelijk af tussen tweede en eerste positie, in NLP termen. Hier is een voorbeeld: NLP practitioner: "Er is iets wat ik wilde noemen voordat we beginnen. De laatste twee sessies zijn we een half uur later begonnen dan afgesproken, en ik heb opnieuw een plan moeten maken over wat we doen. Het begint me te frustreren." (De practitioner beschrijft haar probleem in een ik-boodschap, vanuit de eerste positie) Cliënt: "Shit! Dus nu moet ik inklokken of op mijn betaling beknibbelen? Wat is dit voor lulkoek!" (Cliënt geeft nu aan dat hij een probleem bezit, nadat hij de ik-boodschap gehoord heeft) NLP practitioner: "Je denkt dat ik het te zwaar opneem?" (reflectief luisteren, vanuit tweede positie) Cliënt: knikt (voelt zich begrepen en er is weer rapport) NLP practitioner: "Wel, ik denk dat het stom lijkt. Ik wil een manier vinden die ervoor zorgt dat ik het gevoel krijg dat we onze plannen realiseren." (een gewijzigde boodschap gevend) Cliënt: Wel, ik kan hiermee gewoon niet omgaan. Het is net als op school. Soms heb ik een slechte dag, ik vind het lastig op te staan voor deze sessies vroeg in de morgen." (Cliënt geeft aan nog steeds een probleem te bezitten) NLP practitioner: "Het zijn de ochtendsessies die het het meest moeilijk maken?" (reflectief luisteren) Cliënt: knikt (voelt zich begrepen en er is weer rapport) NLP practitioner: "Oké, ik zou dit echt willen oplossen, zodat het voor ons beiden werkt. Eén manier zou kunnen zijn de tijd van de sessies te veranderen. Wat voor andere
oplossingen zouden er voor jou werken? (Beginnend met een win-win oplossing voor het conflict) Samenvatting Zoals deze laatste uitwisseling demonstreert is het helpen van iemand met de diagnose borderline persoonlijkheids stoornis en andere mismatchende persoonlijkheden vaak een persoonlijke uitdaging. Door echter het hier beschreven model te gebruiken hebben we ontdekt dat het veel gemakkelijker is deze mensen uit te nodigen mee te doen en ze in staat te stellen de rijkdom van het NLP veranderingswerk te ervaren. Veel van deze cliënten hebben diepe dankbaarheid getoond voor de persoonlijke verandering die ze hiermee op gang gebracht hebben. Er is een verandering van hun gevoel van wanhoop over hun leven naar een gevoel van vertrouwen dat ze alle voordelen kunnen krijgen die ze anderen om zich heen ook zien hebben. Samenvattend houdt het proces in: Hulpbronrijke toestand voor de practitioner • Ontdek mismatchende cliënten vroegtijdig door de omdraai-oefening • Wees duidelijk over je eigen problemen en het eigendom ervan • Controleer je eigen veiligheid m.b.t. het werken met deze persoon. Vestig rapport • Gebruik de rapport vaardigheden subtiel. • Gebruik algemene vragen bij het herformuleren van de zorgen van de cliënt. Specificeer doelen • Maak een contract als raadgever i.p.v. als "therapeut". • Stel grenzen aan je input. • Zorg dat er oplossingen voorhanden zijn voor eventuele crises. • Neem afspraken m.b.t. veiligheid op in je contract. • Gebruik oplossingsgerichte vragen. Open het model van de wereld van de persoon • Krijg indirect toegang tot positieve hulpbronnen door het gebruiken van metaforen, congruente complimenten, taal met vooronderstellingen, en verhulde suggesties. • Help de persoon de mismatchende strategie te herkennen. • Herkader het mismatchen en andere metaprogramma’s als de beste keuze bij eerdere traumatische momenten. Leiden (veranderings technieken) • Heel trauma’s met het trauma proces, tijdlijntherapie en reïmprinting. • Heel conflicten tussen delen door integreren van delen en kerndoel processen. • Leer duidelijke tweede en eerste positie, probleem eigendom, en communicatie vaardigheden, en gebruik deze in de raadgevende relatie. • Stel als taak voor de persoon om meer nuttige metaprogramma’s te installeren.
Controleer verandering • Laat de persoon zijn eigen verandering controleren, als opdracht, gebruik hierbij oplossingsgerichte vragen. Exit/ Future Pace • Laat de persoon zelf de future pace doen als opdracht. BIBLIOGRAFIE: American Psychiatric Association Diagnostic Criteria From DSM-IV, American Psychiatric Association, Washington DC, 1994 Bolstad, R. & Hamblett, M., Transforming Communication, Longman, Auckland, 1998 Bolstad, R. & Hamblett, M., "NLP And The Rediscovery of Happiness: Part One" in Anchor Point, Vol. 13: No 4, p. 3-9, April 1999 (A) Bolstad, R. & Hamblett, M., "NLP And The Rediscovery of Happiness: Part Two" in Anchor Point, Vol. 13: No 5, p. 29-38, May 1999 (B) Bolstad, R. & Hamblett, M., "Calming Down: NLP and the Treatment of Anxiety" in Anchor Point, Vol. 13: No 8, p. 3-12, 1999 (C) Bolstad, R. & Hamblett, M., "Time Line Therapy And Identity Change" in The Time Line Therapy Association Journal, Vol. 13, p. 5-7, 1999 (D) Caplan, P.J., They Say You’re Crazy, Addison-Wesley, Reading, Massachusetts, 1995 Chevalier, A.J., On The Client’s Path, New Harbinger, Oakland, California, 1995 Crits-Cristoph, P., "Psychosocial Treatments for Personality Disorders", p. 544-553, in Nathan, P.E. and Gorman, J.M., A Guide To Treatments That Work, Oxford University Press, New York, 1998 Dilts, R., Hallbom, T. and Smith, S. Beliefs: Pathways to Health and Well-being Metamorphous, Portland, Oregon, 1990 Dolan, Y.M. A Path With A Heart, Brunner/Mazel, NY, 1985 Erickson, M.H. ed. by Rossi, E.L. The Collected Papers of Milton H. Erickson on Hypnosis: Volume 1, Irvington, New York, 1980 Hall, L.M. Dragon Slaying: Dragons Into Princes E.T. Publications, Grand Junction, Colorado, 1996 James, T. and Woodsmall, W. Time Line Therapy And The Basis Of Personality, Meta Publications, Cupertino, California, 1998 Kernberg, O. Object Relations Theory and Clinical Psychoanalysis, Jason Aronson Inc., Northvale, New Jersey, 1986 Kohut, H. The Analysis Of The Self, International Universities Press, Madison, Connecticut, 1971 Layden, M.A., Newman, C.F., Freeman, A. and Byers Morse, S. Cognitive Therapy of Borderlilne Personality Disorder, Allyn and Bacon, Boston, 1993 Santoro, J. and Cohen, R. The Angry Heart: Overcoming Borderline and Addictive Disorders, New Harbinger, Oakland, California, 1997 Williams, R. and Williams, V. Anger Kills,Harper Collins, NY, 1993 Woo-Ming, A. and Siever, L.J. "Psychopharmacological Treatment of Personality Disorders" p. 554-567 in Nathan, P.E. and Gorman, J.M. A Guide To Treatments That Work, Oxford University Press, New York, 1998
© 2000 Dr. Richard Bolstad & Margot Hamblett Oorspronkelijk artikel: Healing the War Within, Anchor Point , Vol. 14: No 4, p. 3-15 Nederlandse vertaling: Henk de Vos, mei 2000 Richard Bolstad en Margot Hamblett zijn NLP trainers en de ontwikkelaars van de workshop "Transforming Communication". Ze zijn te bereiken op: 26 Southampton Street, Christchurch 8002, New Zealand. Phone/Fax: 64(03) 337-1852 E-mail:
[email protected] Home Page: http://www.cybermall.co.nz/nz/nlp/