Het Farmaceutisch Beleid in het ziekenhuis (FBZ): elementair binnen de globale zorgverlening
Elementen voor een beleidsnota Inleiding Geneesmiddelen nemen in de ziekenhuizen een steeds meer prominente rol in. Enerzijds is geneesmiddelentherapie méér en méér de hoeksteen van het therapeutisch beleid, anderzijds zijn geneesmiddelen verantwoordelijk voor een belangrijk en stijgend deel van de uitgaven. In sommige ziekenhuizen bedraagt dit méér dan 20% en vormen de belangrijkste niet personele kost. Naast de therapeutische en financiële implicaties werd er vastgesteld dat geneesmiddelen een belangrijke oorzaak kunnen zijn van problemen. Gemiddeld 5% van de ziekenhuisopnames zijn medicatiegerelateerd en voor sommige patiëntengroepen, zoals geriatrische patiënten, bedraagt dit méér dan 20%. Binnen het ziekenhuis zijn geneesmiddelen een belangrijke bron van (vermijdbare) incidenten. Het spreekt voor zich dat het uitwerken van een globaal farmaceutisch beleid in de ziekenhuizen accenten legt in het kader van deze vaststellingen. Een efficiënt farmaceutisch beleid in de ziekenhuizen en instellingen maakt deel uit van een kwalitatieve zorgverlening aan de patiënt met als kernopdrachten: • • • • •
het rationaliseren van het voorschrijfgedrag zowel vanuit therapeutisch als economisch standpunt, het beogen van een correct en veilig gebruik van geneesmiddelen door de zorgverstrekkers, het terugdringen van medicatiegerelateerde problemen, het verzekeren van de continuïteit van de farmaceutische zorg en de beschikbaarheid van vitale geneesmiddelen, het inbedden binnen de ziekenhuisorganisatie van een coherent en doordacht farmaceutisch beleid.
Het aanbieden van een kwaliteitsvolle en veilige geneesmiddelentherapie aan de patiënt geïntegreerd binnen het globale zorgbeleid en in een multidisciplinair verband (arts, verpleegkundige, klinisch apotheker, klinisch farmacoloog) is het leidmotief van deze beleidsnota.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
1
Inhoud
1. Samenvatting 2. Doel van een beleidsplan 3. Situering 4. Visie op een efficiënt Farmaceutisch beleid in de ziekenhuizen 5. Implementatieplan 6. Financiering van de werking van de ziekenhuisapotheek en het MFC 7. Besluit Bijlage : Implementatieplan
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
2
1. Samenvatting beleidsplan Voor het uitvoeren van de kernopdrachten van een efficiënt farmaceutisch beleid zijn de volgende elementen essentieel: A Bevorderen van de ontwikkeling van een multidisciplinaire farmaceutische zorg (klinische farmacie). B Aantonen van kwaliteit zowel voor het voorschrijven, het afleveren, het toedienen als het bereiden van geneesmiddelen. C Beogen van een naadloze informatieoverdracht en het beschikbaar stellen van een elektronisch voorschrift gekoppeld aan gegevens- en informatiebestanden. D Creëren en beschikbaar stellen van een gevalideerde centrale databank voor administratieve en farmacotechnische gegevens. E Uitwerken en toepassen van een beleid “dure” geneesmiddelen. F
Creëren van een platform (“buffer”) om geneesmiddelen te evalueren wat betreft de promotionele waarde en de gewaarborgde meerwaarde voor de patiënten.
G Uitwerken en bestendigen van een kader voor de farmaceutische ondersteuning bij gespecialiseerde thuiszorg. H Opstellen van een wettelijk kader voor het bereiden en verpakken van geneesmiddelen voor intern gebruik in het ziekenhuis. I
Beogen van een centrale risicogeneesmiddelen.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
bereiding
van
complexe,
kritische
en
3
2. Doel van het beleidsplan Het beleidsplan is gericht aan de Minister van Volksgezondheid en geeft de belangrijkste domeinen weer waarin vooruitgang kan worden geboekt. Prioritair is het verlenen van een kwalitatieve en efficiënte intramurale en transmurale farmacotherapie. Met intramuraal bedoelt men het verstrekken van geneesmiddelen aan de gehospitaliseerde patiënt of poliklinisch bij een dagbehandeling. Bij transmurale farmacotherapie licht het accent op een nauwkeurige afstemming van de behandeling buiten en in het ziekenhuis. Het voorgestelde beleid strekt zich uit over verschillende jaren, enerzijds opdat hiervoor middelen kunnen worden ter beschikking gesteld, anderzijds vergt het implementeren van een geïntegreerde organisatie, van wettelijke aanpassingen en wijzigingen in de organisatiecultuur de nodige tijd. Binnen een context van budgettering en forfaitarisering van geneesmiddelen is het noodzakelijk kwaliteitsnormen te voorzien op centraal niveau. Instellingen kunnen worden aangemoedigd voor het uitvoeren van een kwaliteitsbeleid, onder andere door het honoreren ervan. Naast decentrale middelen om dit te realiseren zijn heel wat centrale initiatieven te nemen die dit kwaliteitsbeleid kunnen onderbouwen. Deze nota werd opgesteld door het Netwerk voor Medisch-Farmaceutisch comités (MFC’s), een multidisciplinair platform dat ziekenhuizen ondersteunt bij het uitvoeren van de wettelijke taken (KB 4/03/1991). Het Netwerk zal gebruik maken van deze nota om eigen projecten en initiatieven te sturen.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
4
3. Situering Verschillende wettelijke bepalingen zijn reeds van toepassing op de ziekenhuisapotheek. Vooreerst is er het uitgebreide KB van 4 maart 1991 die de erkenningsnormen van de ziekenhuisapotheek in toepassing van de Wet op de ziekenhuizen vastlegt. Het beschrijft de ziekenhuisapotheek in architectonische en organisatorische normen. Het KB werd verschillende malen aangepast, vooral wat betreft de taken van het Medisch farmaceutisch Comité. Verder is er het KB 19 oktober 1978 die de bevoegdheidsradius vastlegt van de ziekenhuisapotheker inzake de aflevering van geneesmiddelen. In het KB 78 van 10 november 1967 omschrijft wat de wetgever onder farmaceutische zorg verstaat, een term die expliciet aangeeft dat de apotheker naast het ter hand stellen van medicatie, samenwerkt met andere zorgverstrekkers en de patiënt, om algemene gezondheidsdoelstellingen te bereiken door het voorkomen, het identificeren en het oplossen van problemen gebonden aan het geneesmiddelenverbruik (farmaceutische zorg). Naast farmaceutische en ziekenhuiswetgeving is er ook de RIZIV-wetgeving die de specifieke regels vastlegt over het al of niet forfaitair aanrekenen en tariferen van geneesmiddelenverstrekking. Verschillende initiatieven ondersteunen de activiteiten van de farmaceutische dienstverlening in het ziekenhuis. Zo werd recent door het Belgisch Centrum voor farmacotherapeutische informatie (BCFI) een geneesmiddelendatabase, aangepast aan het specifieke ziekenhuisgamma, ter beschikking gesteld. Deze database kan de ziekenhuizen ondersteunen bij het opstellen van het geneesmiddelenformularium. In samenwerking met de beroepsvereniging voor ziekenhuisapothekers is een softwareprogramma ontwikkeld die de productie van een geneesmiddelenformularium mogelijk maakt. Op aanvraag van het Netwerk van MFC’s werd aangedrongen bij het RIZIV (Comité ter tegemoetkoming van geneesmiddelen ) om de expertevaluaties, opgesteld bij het onderzoek naar de terugbetaling van geneesmiddelen, publiek ter beschikking te stellen. Zodoende is bij de marktintroductie van nieuwe geneesmiddelen onafhankelijke informatie (expertevaluatie) over nieuwe geneesmiddelen(vormen) beschikbaar voor de ziekenhuizen. Door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid Directoraat Generaal Organisatie van de gezondheidszorgvoorzieningen werd een project opgestart om de impact van de klinische farmacie in de ziekenhuizen te evalueren. In 28 ziekenhuizen loopt hieromtrent een pilootproject tot eind 2008. Dit project volgt in zekere zin de gefaseerde inbedding die ook voor de implementatie van de antibioticatherapiebeleidsgroepen werd gevolgd. Tot slot werden in de schoot van de Nationale Raad voor Ziekenhuizenvoorzieningen “oefeningen” gemaakt om na te gaan hoe de ziekenhuisfarmacie meer outputmatig zou kunnen worden gefinancierd. Bij dit alles heeft het Netwerk van MFC’s een modulerende rol gespeeld en tracht een brugfunctie op te bouwen tussen de ziekenhuizen enerzijds en de overheid anderzijds. De bekomen resultaten worden toegelicht op een jaarlijkse studiedag en voor een vlotte informatie-uitwisseling werden er verschillende communicatielijnen gecreëerd, zoals een besloten discussieforum voor MFC’s, een contactadres
[email protected] en een website www.mfc-cmp.be. Het Netwerk van MFC’s is nauw betrokken bij de initiatieven vanuit de FOD Volksgezondheid rond patiëntveiligheid, gezien de grote impact van geneesmiddelen op een veilige zorg voor de patiënt.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
5
4.
Visie op een efficiënt Farmaceutisch beleid in de ziekenhuizen
Door het Netwerk van MFC’s worden volgende actiepunten als prioritair naar voor geschoven waarbij het verlenen van een kwaliteitsvolle en veilige zorg de belangrijkste doelstelling is. A Bevorderen van de ontwikkeling van een multidisciplinaire farmaceutische zorg (klinische farmacie) Farmaceutische zorg heeft als doel om in samenwerking met de andere zorgverstrekkers gezondheids- of geneesmiddelengebonden problemen te voorkomen, te identificeren en op te lossen. In verschillende, voornamelijk. Angelsaksische landen is de farmaceutische zorg onder de term klinische farmacie al ingebed. Hierbij ondersteunen en adviseren de klinisch apothekers de arts en de verpleegkundige bij het formuleren en toepassen van een optimale geneesmiddelentherapie. Zij bewaken en voorkomen in het bijzonder de geneesmiddelengerelateerde problemen (Adverse Drug Reactions, bijwerkingen, interacties, doseringen). Vermijdbare geneesmiddelenincidenten vormen (tezamen met de niet vermijdbare bijwerkingen) een belangrijke verborgen kost van de geneesmiddelentherapie. Het voorkomen hiervan kan een belangrijk impact hebben op de ziekenhuisuitgaven. Voor de toepassing van klinische farmacie in het ziekenhuis is het noodzakelijk dat de klinisch apotheker volwaardig lid is van het zorgteam tezamen met de arts, de verpleegkundige, …. Hij/zij ondersteunt de zorgverstrekker bij het opstellen en uitvoeren van een optimale farmacotherapeutische behandeling. Het terugschroeven van de geneesmiddelengerelateerde bijwerkingen moet een belangrijke doelstelling voor de overheid en de ziekenhuizen zijn. De overdracht van de informatie naar en van de thuiszorg is een bijzonder aandachtspunt. Dubbelgebruik van geneesmiddelen door onvoldoende informatie over substitutie, onderbreking van de therapie bij opname of ontslag, onvoldoende inschatting van het geneesmiddelengebruik bij opname zijn maar enkele voorbeelden van de problemen bij de transmurale farmacie. De afstemming van de intra en extramurale farmacie, de communicatie van het ziekenhuis met de thuiszorgverleners zijn knelpunten die om een dringende verbetering vragen. De registratie en documentatie van de farmaceutische zorg en klinische farmacie is een belangrijke oefening. Registratie is in primo niet bedoeld om het nut ervan aan te tonen dan wel om de kennis over belangrijke interventies te documenteren en uit te wisselen. In het licht van de specialisatie van de klinisch apotheker zou het wenselijk zijn dat de universiteiten een gecertificeerde opleiding tot klinisch apotheker aanbieden. Immers, door de basisopleiding te uniformeren en ervaringen in bekwaamheden uit te wisselen kan een degelijk onderbouwde serviceverlening worden aangeboden. Door de veranderende uitbouw van het zorgkader is het wenselijk na te denken of een geïntegreerde samenwerking duidelijker kan worden omschreven in het KB 78, dat nu een sterk afgebakende aanpak van de zorg beschrijft, waar zich in de praktijk een méér synergische, geïntegreerde en gedelegeerde aanpak aan het ontwikkelen is. B Aantonen van kwaliteit zowel voor het voorschrijven, het afleveren, het toedienen als het bereiden van geneesmiddelen. Het geneesmiddelenproces is een complex proces waarbij zowel informatie als goederenstromen nauwkeurig dienen te worden omschreven. Good practices dienen in alle toepassingen van de ziekenhuisapotheek (eigen bereidingen of magistrale bereidingen, reconstituties, herverpakken, voorschrijven, afgifte en toediening van geneesmiddelen, geneesmiddeleninformatie) te worden gewaarborgd en aangetoond.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
6
Het hanteren en gebruiken van kwaliteitsnormen is de maatstaf. Een ISO certificering of een gelijkaardig kwaliteitscertificaat van de ziekenhuisapotheek strekt tot aanbeveling zodanig dat correctieve acties om de kwaliteit te verbeteren een voortdurend onderdeel worden van de bedrijfsvoering. Evenzeer kan het organiseren van een audit hetzij door de overheid, hetzij intercollegiaal, hetzij door een onafhankelijke keuringsorganisatie, een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit en kan worden aangemoedigd. Procesverbetering kan maar doorgaan indien de organisatie zich leerzaam opstelt tegenover de al dan niet vermijdbare incidenten. Hiervoor is een open en transparante cultuur noodzakelijk waarin incidenten vlot kunnen worden gemeld. Een centraal meldpunt laat toe de kennis over de systeemmankementen in het ziekenhuis te verhogen. Met deze kennis kunnen processen verbeteren en kan er preventief worden opgetreden. Net zoals in andere landen biedt een dergelijke melding de mogelijkheid om nationale acties te ondernemen m.b.t. de verpakking van geneesmiddelen, de naamgeving enz. . Wanneer problemen generisch of algemeen blijken te zijn, kan de overheid bijsturen of waarschuwen over potentiële gevaren. C Beogen van een naadloze informatieoverdracht en het beschikbaar stellen van een elektronisch voorschrift gekoppeld aan gegevens- en informatiebestanden. Slechte communicatie bij de informatieoverdracht is de belangrijkste oorzaak van incidenten met geneesmiddelen. Het gebruik van een elektronisch medisch of patiëntendossier als standaard geeft de mogelijkheid aan alle zorgverstrekkers om op het gewenste ogenblik over correcte informatie te beschikken voor het uitvoeren van hun taken. Het invoeren van een elektronisch voorschrift moet worden gefaciliteerd en aangemoedigd. Niettemin moet voldoende aandacht worden besteed aan het insluipen van systematische fouten (rekenalgoritmes), en het invoeren van verkeerde data. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk dat er binnen het systeem een intelligentie is ingebouwd om toevallige fouten zoals typfouten, overschrijding maximale dosissen op te vangen. Elektronisch voorschrijven met voorschriftcontrole en informatieoverdracht op niveau van bereiding en toediening zou in de eerste plaats kunnen worden verplicht voor kritische en complexe behandelingen zoals alle chemotherapeutica, vanwege de grote impact van incidenten met deze producten op de gezondheid van de patiënt D Creëren en beschikbaar stellen van een gevalideerde centrale databank voor administratieve en farmacotechnische gegevens Het elektronisch voorschrijven is enkel efficiënt met ondersteuning van gevalideerde databanken. Het leveren van gevalideerde databanken aan de ziekenhuizen opgesteld door experten, ondersteund door de overheid met de nodige expertise, biedt de mogelijkheid aan alle ziekenhuizen om dezelfde gegevens ter beschikking hebben in een formaat waaruit elk ziekenhuis zijn eigen dataset kan afleiden. Deze data omvatten zowel administratieve informatie (facturatie), farmacotechnische gegevens als een essentiële set van farmacologische gegevens (vb aantal toedieningen en dosis). E Uitwerken en toepassen van een beleid “dure” geneesmiddelen De behandelingskosten stijgen ontegensprekelijk en steeds meer middelen worden door een kleiner segment van de ziekenhuispatiënten gebruikt. Het ondoordacht gebruik van deze dure middelen kan het ziekenhuis en overheidsbudget onder druk zetten. Het is daarom aan te bevelen dat het ziekenhuis, onder vorm van een samenwerking tussen de Medische Raad, het Medisch Farmaceutisch Comité en het Ethisch Comité, een procedure omtrent het gebruik van deze middelen opstelt.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
7
F
Creëren van een platform (“buffer”) om geneesmiddelen te evalueren wat betreft de promotionele waarde en de gewaarborgde meerwaarde voor de patiënten.
Vaak is de gespecialiseerde expertise om geneesmiddelen op hun werkelijke (meer)waarde te toetsen niet aanwezig in het gemiddelde ziekenhuis. De vraag naar het beschikbaar stellen van onafhankelijke geneesmiddelen- en experteninformatie, evenals het uitwisselen van deze informatie is dan ook pertinent. De overheid kan hierin als centraal punt en als onafhankelijke instantie een belangrijke rol spelen. Artsen en apothekers dienen de aangeboden informatie nauwgezet en op methodologisch correcte wijze te kunnen toetsen aan de evidentie. Het Netwerk van MFC’s zal, samen met het RIZIV, de nodige ondersteuning bieden om objectieve informatie a priori ter beschikking te stellen. De MFC’s dienen zich te engageren om een bijdrage te leveren bij de analyse à posteriori, noodzakelijk om de “real life” waarde van de geneesmiddelen te evalueren (geneesmiddelenbewaking, observationele studies). G Uitwerken en bestendigen van een kader voor de farmaceutische ondersteuning bij gespecialiseerde thuiszorg. Zowel in het belang van de patiënt, als van het ziekenhuis is het aangewezen om de patiënt zo snel mogelijk in de meest aangepaste omgeving te verzorgen. Er worden nog teveel hospitalisaties verricht die kunnen worden vermeden, bijvoorbeeld door middel van een aangepaste vergoeding of door een aangepast zorgkader waarbij het mogelijk is om de patiënt buiten het ziekenhuis een geneesmiddel via een specifieke toedieningweg te geven. Hiervoor is het noodzakelijk een kader te scheppen waarin zowel de financiële aspecten als de kwalitatief-inhoudelijke criteria van deze gespecialiseerde thuiszorg mogelijk zijn. Samenwerking met de eerste lijnszorg is voor de hand liggend. H Opstellen van een wettelijk kader voor het bereiden en verpakken van geneesmiddelen voor intern gebruik in het ziekenhuis. Het KB van 29 januari 2007, ter aanpassing van het KB van 19 oktober 1978 laat samenwerking en uitbesteding van farmaceutische bereidingen mogelijk. Deze aanpassing is een belangrijke wijziging om de kleinschaligheid en non-rentabiliteit van soms ingewikkelde bereidingen op ziekenhuisniveau te doorbreken en op te tillen. Waar mogelijk kan dit KB ook als basis dienen om de “eigen” productie van essentiële of vitale geneesmiddelen – die door allerlei overwegingen niet meer commercieel worden aangeboden – te garanderen en deze ter beschikking te stellen van ziekenhuizen die niet over de nodige faciliteiten beschikken. I
Beogen van een centrale aanmaak van complexe, kritische en risicogeneesmiddelen
De rationale hiervoor berust op twee gegevens. Enerzijds de toename van complexe bereidingen die een grondige kennis vragen van farmaceutisch rekenen, veelvuldige handelingen die de integriteit (vb. steriliteit) van het eindproduct in het gedrang kunnen brengen. Anderzijds de bescherming van de bereider tegen mogelijke contaminatie met toxische producten (cytostatica en gelijkgestelde zijn hier het meest sprekende voorbeeld van). Deze aanpak vereist een logistieke (infrastructuur, bereikbaarheid) en organisatorische (continuïteit, openingsuren) ondersteuning van de ziekenhuisapotheekactiviteiten.
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
8
5. Implementatieplan (zie bijlage 2) Het uitvoeren van het implementatieplan kan worden ondersteund door: • • •
•
•
aanpassing en verduidelijkingen aan de huidige regelgeving; communicatie en verspreiding van informatie door middel van symposia, thematische workshops en het opstellen van aanbevelingen; het verlenen van financiële incentives door een aangepaste outputfinanciering. Dit kan bijvoorbeeld door een aangepaste financiering van de werkingskosten, via het geneesmiddelenbudget of door projectfinanciering (zie verder); samenwerking en overleg van het Netwerk van MFC’s met de volgende partners: FOD Volksgezondheid DG Gezondheidszorgvoorzieningen, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) , het RIZIV, het BCFI, Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee (BAPCOC), het Netwerk voor Comité medische materialen, de ziekenhuizen, respectievelijke MFC’s, andere wetenschappelijke organisaties; randvoorwaarden: ondersteuning vanuit het Netwerk, opvolgen en evalueren van het beleidsplan door het Netwerk gedurende de komende 4 jaar (= periode van het implementatieplan);
6. Financiering van de werking van de ziekenhuisapotheek en het MFC: De financiering van de ziekenhuisapotheek gebeurt op basis van onderdeel B5 van het budget van financiële middelen voor het ziekenhuis. Dit budget is berekend per ziekenhuis op basis van een algoritme voorgesteld door de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen. In dit budget wordt onder andere de financiering van de antibioticatherapiebeleidsgroep voorzien. De B5 wordt toegekend op voorwaarde dat de apothekers erkende ziekenhuisapothekers zijn. Het opstellen en opvolgen van bijkomende kwaliteitsvoorwaarden voor de ziekenhuisapotheek is nodig. Hiernaast beschikt ieder ziekenhuis over inkomsten uit een tarieffinanciering voor het afleveren voor geneesmiddelen en implantaten. Een gedeelte van de geneesmiddelen wordt via 75% gefinancierd door het RIZIV op basis van de pathologie-casemix. Via de B4 wordt in een beperkt aantal ziekenhuizen onder vorm van pilootprojecten inzake het toepassen van klinische farmacie gefinancierd. Een financiering kan worden gerealiseerd hetzij door het expliciet opleggen van kwaliteitsvoorwaarden voor het verkrijgen van een reguliere financiering, hetzij door het vrijmaken van bijkomende middelen (e.g. klinische farmacie). Hierbij kan uitdrukkelijk worden gesteld dat toegekende financiële middelen voor specifieke doeleinden als dusdanig worden verantwoord. Bij dit laatste kan gedacht worden aan de werking van het Medisch Farmaceutisch Comité. 7.
Besluit:
De hoeksteen van het farmaceutisch beleid is een multidisciplinaire farmaceutische zorg met aantoonbare, gevalideerde en gecertificeerde kwaliteit. Het beleidsplan vertrekt hierbij van een aantal zwakke of ontbrekende schakels in het huidige farmaceutische beleid. Een aantal schakels zijn reeds onderwerp van verbeteringen en aanpassingen. Het Netwerk staat in om de uitvoering van dit beleidsplan te bevorderen en de ondersteunen
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
9
Bijlage : Implementatieplan Onderwerp
Omschrijving
Commentaar
Wetgeving
Financiering
Timing
Partners
Randvoorwaarden / Opmerkingen
Farmaceutische zorg
1 project/ziekenhuis klinische farmacie
project fase 1
28 ziekenhuizen
projectmatig
18 mnd DG1 2007 -2008
klinische farmacie
project fase 2
50 ziekenhuizen
projectmatig
3 jaar DG1 2009 - 2011
1 project/ziekenhuis
klinische farmacie
consolidatiefase
alle ziekenhuizen
structureel via B5
4 jaar 2012
NRZV, DG1
1 klinisch apotheker /x bedden
opleiding klinische farmacie
opleiding ziekenhuisapothekers in de klinische farmacologie
coördinatie Universiteiten
20 erkende gefinancierde 2 jaar stageplaatsen
faculteiten geneeskunde en farmacie
Coördinatie via univ. ziekenhuizen
transmurale zorg
ontwikkelen van een gestructureerd kader voor opname - en ontslagmedicatie
alle ziekenhuizen
als randvoorwaarde financiering klinische farmacie?
3 jaar 2009
huisartsen, officina elektronische apothekers, datacommunicatie specialisten en Be-Health ziekenhuizen en ziekenhuisapothek ers
register interventies klinische farmacie
methodiek voor outputmeting klinische farmacie
alle ziekenhuizen
als randvoorwaarde financiering klinische farmacie?
3 jaar 2009
BAPCOC; DG1
aanpassing KB 78
onderlinge taakafspraken tussen beoefenaars van geneeskunde, verpleegkundigen en paramedici herdenken in een zorgteam
vastleggen van minimum informatieoverdracht door huisarts, apotheker en ziekenhuis
?
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
KB 78
nihil
DG1, DG2, Orde van geneesheren en apothekers
noodzaak voor overdraagbaarheid gegevens nodig voor een geïntegreerde zorg in een respect voor medische vertrouwelijkheid
10
Aantoonbare kwaliteit
ISO certificatie, vergelijkbare certificering, gevalideerde audit
intern en centraal melding (bijna) incidenten in het meldingspunt van ziekenhuis en centraal (bijna)-incidenten mbt aanmeldingspunt medicatie
werking toetsen op KB 4 maart 1991 structuur, processen en output
nihil
4 jaar 2012
DG1; Haute Autorité Santé gemeenschappen (Frankrijk) en beroepsorganisatie s, NRZV
een lerende organisatie in een open en transparante cultuur
nihil
2008-2009
DG1 en FAGG, BE- zie vb in UK, NL, Fr Health
KB 4 maart 1991
zie ook farmaceutische zorg elektronisch 31 mei 1885 / KB 78 voorschrijven is de standaard
elektronisch voorschrijven van chemotherapie
erkenningvoorwaarden projectmatig complexe en kritisch van de Medisch voorschriften Oncologische Centra’s vergen bijkomende veiligheidsniveaus
Centrale databank
elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen
centrale databank
administratieve, ondersteuning door farmacotechnische en minimum gevalideerde dataset farmacologische databanken gegevens
Beleid "dure" geneesmiddelen
Info-overdracht, elektronisch voorschrijven
minimumvereisten voor erkenning van de ziekenhuisapotheek opleggen
beleid dure geneesmiddelen
verantwoording allocatie zeer hoge uitgaven
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
taakopdracht ethisch comité, MFC en Medische Raad
vergoedingsvoorwaarden 8 jaar
DG1, RIZIV en BeHealth
4 jaar
prioriteit voor voorschriften chemotherapie
tbv diverse partners
3 jaar
RIZIV, FAGG, BCFI, beroepsorganisatie s
nihil
jaar
Hoge gezondheidsraad Orde artsen en apothekers
11
RIZIV
gespecialiseerde thuiszorg
art 56 RIZIV (conventies)? 2 jaar
kader voor "hospitalisatie aan huis"
onnodige hospitalisaties vermijden
19 oktober 1978
herverpakken en logistieke samenwerking tussen gebruik beperkt aanpassing 29 jan produceren van vitale ziekenhuizen met het oog op een binnen 2007 geneesmiddelen beter kwaliteitsgarantie bevoegdheid van ziekenhuisapothek er conform 19 okt 1978
Centrale bereiding
GM intern gebruik Gespecialiseerde Evaluatie thuiszorg meerwaarde GM
onafhankelijke ter beschikking stellen van expert evaluatie van RIZIV geneesmiddeleninfor informatie (meer)waarde van matie nieuwe geneesmiddelen
complexe bereidingen, bescherming van de bereider
Farmaceutisch Beleid in het Ziekenhuis – april 2008
1 jaar
3 jaar
RIZIV, Netwerk, BCFI
project werd reeds in bestuursovereenkom st RIZIV opgenomen
RIZIV, FAGG
beroepsvereniging, universitaire ziekenhuizen, commerciële partners
ziekenhuizen
logistieke en organisatorische ondersteuning
12