Ik in het ziekenhuis Dit boek is van: (ook voor Lara) Uitgegeven door de Förderverein Tumor- und Leukämiekranke Kinder E.V. DMainz Geprint door: Idee en tekeningen: Teksten: Adviserend arts: Dit boek is voor jou… Je kunt de tekeningen bekijken, Je kunt ze inkleuren en jou ervaringen erbij schrijven. Ga met je vragen naar je ouders, de artsen, de verpleegsters of de medewerkers ven de psychosociale dienst. Inhoud: Kinderafdeling Opname Bloed prikken Bloedbeeld Onderzoek Echo CT MRT Lumbaalpunctie Beenmergpunctie Tumor Kankercellen Advies van de arts Psychosociale dienst Operatie Intensive care Mama + papa Alleen in het ziekenhuis
Artsvisite Alledaagse taken Koorts meten Bloeddruk meten Pols opnemen Wegen + meten Wassen Insmeren Tanden poetsen Mond omspoelen Toiletten Onderzoekskamer Eten Medicijnen De spuit Poort + katheder Pleister wisselen Vingerprik Bloedtransfusie Chemotherapie Bestraling Overgeven Haaruitval Isolatiekamer Spelen met mama + papa Speelkamer Spelen Broers + zussen Oma + opa Film kijken Creatieve therapie Muziektherapie Ergotherapie School Verdrietig zijn Angst hebben Blij zijn
Slapen Afscheid S.13 Ik moet naar het ziekenhuis. Wat doen ze hier met mij? S.15 Nu moet ik worden aangemeld. Goed, dat mama en papa dat doen! S.17 Eerst wordt er bloed geprikt. Kan ik de spuit later krijgen? S.19 De arts onderzoekt mijn bloed. Hij kan de verschillende bloedbestanddelen zien. S. 21 Zoveel onderzoek! S.23 Waah – die gel is glibberig! S.25 Wat wordt er hier gedaan? S.27 Het MRT maakt veel lawaai. Waar krijg ik oordoppen? S.29 Ik was moedig en heb het zonder narcose gedaan! S.31 De artsen ontnemen cellen uit mijn bekkenbotten. Gelukkig slaap ik daarbij! S.33 Heb ik een tumor…
S.35 Of leukemie? S.37 Wat dit betekent en welke behandeling ik krijg horen mijn ouders van de arts. S.39 De medewerkers van de psychosociale dienst ondersteunen mij en mijn familie. S.41 Vaak is er een operatie nodig om de tumor weg te halen of een poort of katheder te plaatsen. S.43 Na een zware operatie lig ik op de intensive care. Hier wordt ik constant verzorgd. S.45 Mijn familie is er altijd voor mij. S.47 Ik ben nooit alleen. Er zijn altijd andere kinderen, de verpleegsters, de artsen of de therapeuten. S.49 Elke dag kijken de artsen bij de visite hoe het met mij gaat. Ik mag vragen stellen. S.51 Heel wat taken en controles… en dat elke dag! S.53 Meerdere keren per dag koorts meten. S.55 Bij het meten van de bloeddruk mag ik de manchet zelf om mijn arm leggen.
S.57 De verpleegster voelt mijn pols. De rode vinger meet hoeveel zuurstof er in mijn bloed zit. Wiebelen mag niet! S.59 Hier staat een stoel om mij te wegen. S.61 Ook in het ziekenhuis moet ik me wassen. S.63 Na het wassen wordt ik ingesmeerd, zodat mijn huid gezond blijft. S.65 Na elk eten moet ik tanden poetsen. S.67 Om geen ontstekingen in mijn mond te krijgen moet ik vaak mijn mond omspoelen. S.69 Als ik eens niet alleen naar toilet kan dan krijg ik een bedpan om te plassen of te poepen. S.71 Het onderzoek is nodig! Soms mag ik een klein cadeautje uitkiezen! S.73 Het eten in het ziekenhuis smaakt niet zoals thuis. Mijn ouders brengen soms iets lekker mee om te eten. S.75 Sommige medicijnen smaken goed, andere niet. Ik heb geen keuze. Om weer gezond te worden moet ik ze allemaal innemen. S. 77 Sommige medicijnen kan ik niet innemen, die krijg ik met de spuit.
S.79 Via de poort of katheder worden de medicijnen in mijn lichaam geleid. De bespaart me een hoop spuiten. Cool! S.81 Als ik groot ben ga ik een pleister uitvinden dat makkelijker van de huid losgaat. S.83 Altijd als ik van thuis naar het ziekenhuis kom word mijn bloed bij het vingerprik gecontroleerd. S.85 Vers bloed helpt om mijn bloed te verbeteren. S.87 De chemo is vergif voor de kankercellen in mijn lichaam. Hopelijk slikken ze er een hele boel van. S.89 Ik moet heel rustig blijven liggen zodat de stralen alleen de kankercellen treffen en vernietigen. S.91 Na de chemo of bestraling kan ik misselijk worden. Dat is niet grappig, maar de kankercellen zijn er gelukkig nog veel erger aan toe. S.93 Door de therapie vallen mijn haren uit. Na de behandeling groeien ze hopelijk weer snel! S.95 Auf der Tür: Mondkapje dragen! Handen desinfecteren!! Isolatiekamer Vanwege hoge koorts en lage “leuko’s” moet ik naar de isolatiekamer. Bijna als in een gevangenis!
S.97 Bij het spelen vergeet je de tijd! Óf met mama en papa… S.99 …óf in de speelkamer. Dat is absoluut de beste kamer van het ziekenhuis! S.101 …of bij de wedstrijd met de raceauto’s. S.103 Mijn broers en zussen mogen mij alleen buiten de afdeling komen bezoeken. Ik denk heel vaak aan hun! S.105 Ik verheug me op oma en opa! Dan mogen mam en papa zelfs even weggaan! S.107 Als het bezoek naar huis is gegaan dan kijk ik graag naar een film. De keuze is héél groot! S.109 In iedereen zit een kunstenaar en in mij al helemaal! S.111 Muziek maakt het even bruisend en fijn. S.113 In het ziekenhuis heb ik een eigen trainer! Die maakt me weer fit! S.115 Zelfs hier ben ik niet veilig voor schoolwerk! S.117 Soms ben ik verdrietig…
S.119 …of ben ik een beetje bang. Praten helpt meestal. S.121 Als ik weer blij ben, zijn de anderen ook blij. Lachen helpt mijn gezin en de afdeling. S.123 Ook in het ziekenhuis kan ik mooi dromen! S.125 Als ik even geen therapie moet hebben, mag ik voor een paar dagen naar huis. Als ik weer helemaal gezond ben hoef ik alleen maar nog voor controle naar het ziekenhuis! De opbrengst van dit boek komt te goede aan de “Kinder Krebs Station der Mainzer Universitäts-Kinder-Klinik”. Deze uitgave kwam tot stand door de vriendelijke ondersteuning van Innovativo Bassenhauer GmbH & Co. OHG Christian Martin
Die Übersetzung wurde von Juliane Tissen vorgenommen. Herzlichen Dank!