Het EFBH-manifest voor de Europese verkiezingen van 2009 Reageren op de economische crisis: investeringen steunen en de vraag opdrijven De gevolgen van de internationale financiële en economische crisis voor de economie in de Europese laden zullen wellicht in de tweede helft van 2009 volop tot uiting komen. De industriële sectoren vertegenwoordigd door de EFBH voorspellen massale ontslagen in de loop van 2009 en in sommige Lidstaten van de EU is de recessie nu al in een depressie uitgemond. De sociale impact van de crisis reikt zeer ver: de structurele werkloosheid bereikt pieken en tegelijk worden de werkloosheidsvergoedingen teruggeschroefd; in sommige landen volgen drastische loonsverlagingen na jaren van expansie, wat tot een rampzalige schuldenlast van privépersonen, de bedrijven en de overheid leidt; het risico op vreemdelingenhaat neemt toe naarmate de loonconcurrentie toeneemt en "werknemers tegen elkaar worden uitgespeeld"; het risico op ondermijning van de sociale zekerheid en de bescherming van de werknemers, wanneer de crisis als voorwendsel voor de afzwakking van de werknemersrechten wordt misbruikt. De herstelplannen en stimuleringsmaatregelen die door de Lidstaten van de EU worden besproken en goedgekeurd, zijn duidelijk ontoereikend om de crisis tegen te gaan (bijlage 1 laat de omvang en de aard van de door de grote Lidstaten in februari 2009 goedgekeurde stimuleringsmaatregelen zien). De investeringen in de privésector zullen in de komende jaren zo goed als zeker afnemen, omdat iedereen zich op een vermindering van de schuldenlast zal vastpinnen. Daarom zijn gecoördineerde inspanningen op EU-niveau om de vraag te laten toenemen nodig, afgezien van de fiscale stimuleringsmaatregelen die in december 2008 en in maart 2009 op EU-niveau werden overeengekomen.1 - zijn dringend nodig. Daarom vraagt de EFBH dat de Commissie en de Raad een uitvoering programma op EU-niveau lanceren met een minimumwaarde van 1% van het Europees brutosociaal product voor Europese investeringsprojecten die de vraag kunnen opdrijven en kunnen bijdragen tot een omkering van de depressiespiraal in de Europese economie. Het investeringsprogramma moet met het EUbeleid inzake klimaatwijziging worden afgestemd en zich concentreren op de Europese infrastructuur en netwerken evenals op CO²-bevorderlijke maatregelen in de industriële sectoren. Met deze aanpak zouden het scheppen van werkgelegenheid en een positieve ontwikkeling op het vlak van de klimaatwijziging hand in hand gaan. De bouw-, hout- en bosbouwsector vormen belangrijke sectoren waar de doelstellingen en het beleid van een duurzame ontwikkeling zouden kunnen worden geïmplementeerd.
Gelijk loon voor gelijk werk In het heetst van de financiële, economische en sociale crisis die nu Europa treft, worden de Europese vakbonden geconfronteerd met een situatie waardoor sommige fundamentele vakbondsprincipes en principes van het EG-recht inzake gelijke behandeling en de eis van gelijk loon voor gelijk werk bedreigd worden door arresten van het Europees Hof van Justitie (HvJ) en 1
Toen de Europese Raad het in december 2008 eens werd over economische stimuleringsmaatregelen voor de hele EU ten bedrage van "ongeveer 200 miljard EUR", werd gezegd dat de Lidstaten zowat 170 miljard zouden moeten leveren en dat 30 miljard op EU-niveau zou worden bijgedragen. De som van 200 miljard EUR moet worden vergeleken met de herstelplannen van China (1.162 miljard EUR), de USA (627 miljard EUR) en Japan (590 miljard EUR). Tijdens de vergadering van de Europese Raad op 19 en 20 maart werd besloten 5 miljard EUR vrij te maken voor de aanleg van energie-infrastructuur en voor de plattelandsontwikkeling. Van de 3,975 miljard EUR voor energieprojecten wordt 2,3 miljard besteed aan gas- en elektriciteitsverbindingslijnen, 565 miljoen voor windenergieprojecten in zee en 1,05 miljard EUR voor projecten voor het opvangen en opslaan van koolstof. De voorwaarde is wel dat het geld in 2009 en 2010 wordt uitgegeven.
de weigering van de Europese Commissie om te handelen in overeenstemming met de eisen van de Europese Vakbeweging en het Europees Parlement. De vier arresten van het HvJ die de vakbondsrechten beperken en bonden en Lidstaten het recht ontzeggen om een gelijke behandeling van gedetacheerde werknemers te eisen, hebben betrekking op Viking, Laval, Rüffert en Commissie tegen Luxemburg. In de onderstaande pictogrammen vindt u een EFBH-analyse van de Europese gevolgen van de respectieve arresten in de zaken Laval, Rüffert en Commissie tegen Luxemburg, met andere woorden zij die te maken hebben met de Detacheringsrichtlijn. De arresten in de zaken Viking en Laval zijn nadelig, omdat ze stakingsrecht en het recht op vakbondsactie beperken. Ten eerste, omdat ze "proportionaliteitsbeginselen" vastleggen, die mogelijks ernstige economische gevolgen voor vakbonden kunnen hebben in geval van stakingen die door een rechtbank worden veroordeeld. Ten tweede, omdat ze stakingen en collectieve acties buiten de wet stellen en gedetacheerde werknemers arbeidsvoorwaarden opleggen die lager liggen dan de in de Detacheringsrichtlijn vastgelegde minimumvoorwaarden. Het arrest in de zaak Rüffert is nadelig, omdat het recht van een Lidstaat beperkt om in een openbare aanbesteding sociale voorwaarden voor gedetacheerde werknemers op te leggen, indien die voorwaarden de kern van minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Detacheringsrichtlijn overstijgen. Het arrest in de zaak van de Commissie tegen Luxemburg is nadelig, omdat het het recht van de Lidstaten beperkt om via wetgeving arbeidsvoorwaarden op te leggen die zowel voor binnen- als buitenlandse gedetacheerde werknemers gelden en die de kern van minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Detacheringsrichtlijn overstijgen. Het logische Europese gevolg van de vier arresten van het HvJ is dat de binnenmarkt voor loonconcurrentie tussen gedetacheerde werknemers openstelt. Dit druist in tegen de basisbeginselen van gelijke behandeling en "gelijk loon voor gelijk werk op hetzelfde grondgebied" en het overtreedt ook de beginselen inzake niet-discriminatie en gelijke behandeling zoals vastgelegd in de artikelen 39 tot en met 43 van het EG-Verdrag. Het is ook in tegenspraak met de beginselen zoals die op andere beleidsvlakken van de EU werden vastgelegd, bijvoorbeeld geen onderscheid op basis van het geslacht en het gelijkbehandelingsbeginsel uit de onlangs goedgekeurde Richtlijn over uitzendarbeid. Het is ook een inbreuk op de basisbeginselen op het vlak van welzijn en sociale cohesie, die de pijlers van het Europees sociaal model vormen. In de twee rapporten uit 1956 die de basis vormden voor het Verdrag van Rome - het Rapport Ohlin en het Rapport Spaak2 - werden de grondbeginselen voor de Europese integratie vastgelegd. In die rapporten werd het vrij verkeer van kapitaal en arbeid beschouwd als fundamenteel voor de binnenmarkt en voor het scheppen van welzijn in Europa. Toch - en tevens een absolute voorwaarde voor de ontwikkeling van de welvaart - mag volgens die rapporten loonconcurrentie op een en hetzelfde grondgebied niet deel uitmaken van het vrij verkeer van werknemers, maar moet integendeel het principe van het gastland overheersen.
2
Het Rapport Ohlin (1956, IAO) over de sociale aspecten van de Europese economische samenwerking en het Rapport van Brussel (1956, Commissie Spaak) over de algemene gemeenschappelijke markt.
In de jaren 90 concludeerde een aantal rapporten die door de Europese Commissie in opdracht waren gegeven of gefinancierd, dat nationaal industrieel beleid die mikte op loonkostenbesparingen door middel van precaire banen of buitenlandse werknemers die lager dan binnenlandse verloond werken, indruisten tegen de beginselen van gelijke behandeling. Bovendien gaven ze aanleiding tot inefficiënte economieën en minder welvaart.3 Net als in de Rapporten Ohlin en Spaak luidden de conclusies dat landen met hogere lonen en hogere productiviteit niet bang hoefden te zijn voor concurrentie van lageloonlanden, gezien het verschil in productiviteit. Het is van vitaal belang dat deze kennis in het licht van de huidige economische en sociale omwentelingen niet uit het oog verloren wordt. Het Europees Parlement heeft op de arresten van het HvJ gereageerd met de goedkeuring op 22 oktober 2008 van het Verslag "Wijzigingen in collectieve arbeidsovereenkomsten in de EU". Daarin wordt de Commissie opgeroepen wetgevende initiatieven te nemen om de effecten van de arresten ongedaan te maken. Een verpletterende meerderheid van 474 stemmen voor, 106 stemmen tegen bij 93 onthoudingen keurde het verslag van het Europees Parlement goed. Dit betekent dat een overgrote meerderheid van leden van het Europees Parlement in de belangrijkste politieke fracties - zowel in de oude als de nieuwe Lidstaten - stemden voor Europese beslissingen om de arresten teniet te doen. De Europese vakbonden en het Europees Parlement reageerden dan ook geschokt en met ongeloof op het formele antwoord op 21 januari 2009 van de Commissie op het verslag van het Europees Parlement, waarin gesteld werd dat de Commissie - voorlopig - geen nood aan wetgevende maatregelen op het Europese vlak, bijvoorbeeld een herziening van de Detacheringsrichtlijn, zag. De Commissie verwees integendeel naar de discussie over een "betere implementering" van de Richtlijn en "verdere analyse". De EFBH steunt het voorstel van het EVV voor een Protocol over sociale vooruitgang, dat bij de Verdragen dient te worden gevoegd en waarin wordt gesteld dat alle bepalingen inzake vrij verkeer van het Verdrag op een wijze dienen te worden uitgelegd die de grondrechten vrijwaart, dit alles in een ruimer concept van sociale vooruitgang inbedt en de arbeidsvoorwaarden en sociale stelsels in positieve zin harmoniseert. Bovendien roept de EFBH op korte termijn op tot een dringende herziening van de Detacheringsrichtlijn. De Richtlijn dient te worden herzien, vermits de arresten van het HvJ de betekenis van deze Richtlijn fundamenteel gewijzigd hebben. De Richtlijn is er nu niet langer een waarin minimumvoorwaarden vastgelegd zijn die door de Lidstaten en de sociale partners moeten worden toegepast en die een betere bescherming volgens het principe van de nietdiscriminatie garanderen. Integendeel, ze is nu een Richtlijn krachtens welke de Lidstaten en de sociale partners geen betere bescherming van de werknemers dan die van de minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Richtlijn kan opleggen.
3
Voor de bouwsector kan naar het zogenaamde Rapport Atkins (1994) worden verwezen: "Strategieën voor de Europese bouwsector: een programma voor verandering". Een van de conclusies van het Rapport Atkins sloeg op de arbeidskosten en productiviteit en luidde als volgt: "Het extreme voorbeeld van Groot-Brittannië lijkt erop te wijzen (...) dat buitengewoon lage arbeidskosten contraproductief zijn en uiteindelijk leiden tot hogere kosten".
Een herziening van de Detacheringsrichtlijn De Detacheringsrichtlijn moet als volgt worden herzien: 1) Er moet worden verduidelijkt dat de "gunstigere" clausule uit artikel 3.7 van de Richtlijn verwijst naar de voorwaarden van de staat van ontvangst en garandeert dat betere voorwaarden dan de minimumvoorwaarden kunnen worden opgelegd. 2) Er moet worden verduidelijkt dat zowel wetgevende sancties en collectieve arbeidsonderhandelingen, met inbegrip van de mogelijkheid van collectieve actie, gewettigde middelen zijn om deze normen af te dwingen. 3) Het beginsel van gelijke behandeling en van "gelijk loon voor gelijk werk" moet uitdrukkelijk in de Richtlijn worden vastgelegd. 4) Overweging 22, waarin staat dat de Richtlijn "richtlijn geen afbreuk doet aan het recht van de Lidstaten om collectieve maatregelen te nemen ter verdediging van de belangen van beroepsgroepen", werd door het HvJ in het arrest Laval genegeerd en moet formeel als uitzondering in de nieuwe Richtlijn worden opgenomen. 5) Er moet - rekening houdend met de hierboven vermelde punten 1 tot en met 3 - worden verduidelijkt dat de wetgeving inzake openbare aanbestedingen een van de middelen zijn waarmee de Richtlijn kan worden toegepast. 6) De werkingssfeer van wat als "voorschriften op het vlak van openbare orde" (ordre public) kan worden beschouwd en die de Lidstaten afgezien van de minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Richtlijn kunnen toepassen, dient te worden verruimd. Ook al heeft de Commissie een Comité op hoog niveau inzake detachering van werknemers waarin de EFBH vertegenwoordigd is - opgericht en steunt zijn een sociale dialoog tussen het EVV en Business Europe over deze aangelegenheden, toch legt de Commissie nog altijd de klemtoon op "betere implementering" van de bestaande Richtlijn en een "verdere analyse" van de implicaties van de arresten van het HvJ. Bovendien brandmerken het Tsjechische voorzitterschap en de Commissie de gewettigde vakbondseis voor gelijk loon voor gelijk werk voor gedetacheerde werknemers als een vorm van "protectionisme". Bijgevolg is er een dringende behoefte om meer druk op de Commissie uit te oefenen, opdat zij optreedt in overeenstemming met de eisen van de vakbonden en het Europees Parlement. In een artikel dat de EFBH in European Voice en in verschillende nationale kranten heeft gepubliceerd, worden de eisen met betrekking tot dit thema uiteengezet. Het artikel werd medeondertekend door het EVV, de Europese Metaalbewerkersbond, de Europese Federatie van Chemievakbonden, de Europese Federatie van Transportarbeiders, de Europese Federatie van Textielarbeiders en de Europese Federatie van Vakbonden in de voedingsnijverheid, de landbouw, het toerisme en aanverwante sectoren. De conclusie van het artikel luidt als volgt: "Blijkbaar realiseren en erkennen de Europese Commissie en de staatshoofden van de Europese Unie niet dat het fragiele evenwicht van het Europese sociale contract door de jurisprudentie van het HvJ aan diggelen geslagen is. Daarom dringen we er bij de Commissieleden, de voorzitter van de Commissie en de kandidaten voor het Europees Parlement op aan om het op te nemen voor de beginselen van gelijk loon voor gelijk werk en de autonomie van de vakbonden en de collectieve onderhandelingen, met inbegrip van het fundamentele stakingsrecht - als pijlers van een sociaal Europa. Wij willen kandidaten die voor het Europees Parlement worden verkozen of in de Commissie worden benoemd die voorstander van een revisie van de jurisprudentie van het HvJ zijn door middel van een herziening van de Detacheringsrichtlijn en de opname van een Protocol over sociale vooruitgang als bijlage bij de EU-Verdragen.
De tijd is gekomen om bij de aanstelling van de volgende Commissie de beginselen van parlementaire en representatieve democratie in de Europese Unie in te voeren. De tijd is gekomen om het op te nemen voor de beginselen van een sociaal Europa. De tijd is gekomen voor een verandering in het Europees beleid waarbij de beginselen van gelijke behandeling evenals het scheppen van werkgelegenheid en welvaart op het voorplan worden geplaatst bij de bestrijding van de gevolgen van de financiële, economische en sociale crisis."
Bestrijding van deregulatie op het vlak van wetgeving inzake veiligheid en gezondheid Zowel de bouw- als de houtnijverheid zijn nog altijd sectoren met grote risico's. Ondanks alle inspanningen van de voorbije twee decennia blijft het aantal arbeidsongevallen in beide sectoren erg hoog. Ook de traditionele gezondheidsrisico's blijven over het algemeen groot en leiden vaak tot chronische gezondheidsproblemen en beroepsziekten. Bovendien bedreigen nieuwe risico's zoals diverse vormen van psychomentale stress en nieuwe chemische stoffen, die voor de meest uiteenlopende toepassingen worden ingezet, de gezondheid van de werknemers en kunnen ze een tijdbomeffect hebben. Voor deze achtergrond beschouwen wij de nieuwe strategie van de Europese Commissie inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek als defensief en ontoereikend. Ook al beschrijft de Commissie vrij nauwkeurig de negatieve gevolgen van het stijgende aantal precaire arbeidscontracten en nieuwe veiligheids- en gezondheidsrisico's, toch zijn de voorgestelde maatregelen zoals vastgelegd in de nieuwe strategie verre van ambitieus. Bijzonder verontrustend is het lopende debat over de "vereenvoudiging" van het Europees wetgevend kader, wat in de praktijk neerkomt op deregulering van essentiële veiligheids- en gezondheidsnormen. Twee recente voorbeelden van die trend vindt men bij de zogenaamde "Commissie Stoiber", die naar verwachting de voorschriften van de Kaderrichtlijn ter verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (89/391) en de Richtlijn betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (92/57) zal afzwakken. De EFBH verzet zich krachtig tegen deze dereguleringstrend op het vlak van veiligheid en gezondheid. Gezonde arbeidsvoorwaarden zijn een basisrecht voor alle werknemers, ongeacht de vorm van tewerkstelling. Zij vormen de basis voor de voorkoming van arbeidsongevallen, beroepsziekten en het waarborgen van hun gezondheid. Ze vormen ook de basis voor persoonlijke ontplooiing, creativiteit en productiviteit. Bovendien vormen zijn een essentiële basis voor duurzame systemen van sociale bescherming. Daarom roepen we alle kandidaten voor het nieuwe Europees Parlement op gedurende de volgende legislatuur voorrang te geven aan maatregelen voor betere arbeidsvoorwaarden. Op het vlak van veiligheid en gezondheid wil de EFBH de hand houden aan de wetgeving en een passende praktijk aanmoedigen. In dat verband beschouwen we de resolutie van het Europees Parlement over het nieuwe beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek als een aanknopingspunt. Specifiek voor de bouw- en houtnijverheid ziet de EFBH voor de komende jaren de volgende vanzelfsprekende prioriteiten: Asbest Een ander voorbeeld van de politieke trend tot deregulering van veiligheid en gezondheid in de EU is de recente beslissing om de vrijstelling van het verbod op asbest te verlengen. De nog altijd toegelaten mogelijkheid om asbesthoudend materiaal (dat voor 2005 werd geproduceerd) te gebruiken, leidt ertoe dat vooral werknemers in de bouwnijverheid nog altijd dreigen te worden blootgesteld aan deze dodelijke stof. Op 20 februari 2009 werd een bijlage bij de REACHVerordening goedgekeurd, waardoor elektrolysefabrieken die reeds asbestdiagramcellen
gebruiken, verder asbest mogen blijven gebruiken. De vrijstelling geldt voor fabrieken in Duitsland, Polen, Zweden en Bulgarije. Dit vrijstellingsbeleid van de EU staat in schril contrast met de in de hele EU aanwezige steun voor een wereldwijd verbod op het gebruik van asbest. Omdat asbest nog altijd dagelijks in ons milieu wordt gebruikt, hebben we passende maatregelen nodig ter bescherming van de werknemers, de consumenten en andere personen die aan asbest kunnen worden blootgesteld. We roepen alle kandidaten voor het nieuwe Europese Parlement op een duidelijk standpunt in te nemen voor een totaal verbod op alle soorten asbest niet alleen in Europa maar in de hele wereld. In dit verband herinneren we aan de resolutie van het Europees Parlement met betrekking over nieuwe strategie van de Commissie inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek. In overweging 36 vraagt het Europees Parlement nationale actieplannen voor de risico's van bestaand asbest dat vroeger in gebouwen, schepen en andere producten werd gebruikt. § §
In dit opzicht hebben we dringend behoefte aan een Europees plan voor de omgang met bestaande asbestbronnen. Bovendien roepen we alle EP-kandidaten op zich te verzetten tegen alle vrijstellingen van het algemeen verbod op het gebruik van asbest in Europa.
Beroepsziekten In de hierboven vermelde resolutie roept het Europees Parlement de Commissie op om ernstig na te denken over de mogelijkheid om de aard van de Europese lijst van beroepsziekten te wijzigen, dat wil zeggen om van de aanbeveling een minimumrichtlijn te maken. Dit voorstel meer kracht bijzetten dient een van de belangrijkste doelstellingen van het nieuwe Europese Parlement te zijn. Het aantal werknemers in Europa dat aan beroepsziekten lijdt, is veel groter dan het aantal slachtoffers van arbeidsongevallen. Afgezien hiervan leiden beroepsziekten wegens onaangepaste werkomstandigheden jaarlijks tot vele miljarden EUR extra overheidsuitgaven. Ermee rekening houdend dat technologieën, arbeidsprocessen en materialen de arbeidsomstandigheden in Europa meer en meer vergelijkbaar maken, worden beroepsziekten almaar meer "geëuropeaniseerd". Een Europese minimumlijst van beroepsziekten zou een eerste stap in de richting van een gelijke behandeling op dit vlak vormen. Medezeggenschap van werknemers Aangezien welzijn op de werkplek de basis van het individuele recht op persoonlijke onaantastbaarheid uitmaakt, moeten de arbeidsvoorwaarden het voorwerp van collectieve en individuele medezeggenschap zijn. In de Kaderrichtlijn (89/391/EG) en de afzonderlijke Richtlijnen over veiligheid en gezondheid op de werkplek zijn specifieke (collectieve en individuele) werknemersrechten vastgelegd, inclusief opleiding, voorlichting en raadpleging. We verwijzen ook hier naar de resolutie van het Europees Parlement (cf. punt 7.a), waarin dit standpunt eveneens wordt onderstreept. Toch blijft inspraak op de werkplek nog altijd een discussiepunt, niet alleen op bedrijfsniveau maar op het politieke toneel. Daarom moet het nieuwe Parlement zich duidelijk uitspreken voor medezeggenschap van werknemers in moderne systemen van industriële betrekkingen. Inspraak is niet alleen vitaal voor het bereiken van aanvaardbare compromissen, het beïnvloedt ook de kwaliteit van de oplossingen en bijgevolg van de productiviteit, de jobtevredenheid en het vermogen tot innovatie.
Het Europees Parlement moet daarom de noodzaak van medezeggenschap van werknemers op het vlak van veiligheid en gezondheid benadrukken en in alle betrokken Richtlijnen strengere voorschriften met betrekking tot de (collectieve en individuele) inspraak van werknemers voorstellen. Een belangrijk voorbeeld van de behoefte aan medezeggenschap van werknemers heeft te maken met alle aspecten van risicobeoordeling, in overeenstemming met artikel 6 van de Kaderrichtlijn (89/391). Financiering van verbeteringen op het vlak van veiligheid en gezondheid Voor het boeken van vooruitgang bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden is het van cruciaal belang dat op het Europese niveau maatregelen worden gefinancierd. De EFBH roept daarom alle nieuwe leden van het Europees Parlement op zich in te zetten voor de voorziening van een passende financiële basis voor programma's en specifieke maatregelen met het oog op de verbetering van de veiligheid en gezondheid op de werkplek. Daartoe moet ook een holistisch programma behoren, inclusief wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten (bijvoorbeeld inzake chemische stoffen of nieuwe risico's), onderzoek in betere technologie (bijvoorbeeld ergonomie), steun voor specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld KMB), actieplannen (bijvoorbeeld asbest). Op lange termijn zal het hiervoor bestede geld via openbare en privé-initiatieven worden geherinvesteerd en zal het een algemene positieve impact hebben, niet alleen op de veiligheid en de gezondheid, maar ook op de financiën van overheid en bedrijven.
Groene banen en groene openbare aanbestedingen Het spreekt voor zich dat het scheppen van banen en beleid inzake klimaatverandering momenteel zeer belangrijke terreinen zijn die nauw met elkaar verbonden zijn, zeker uit het perspectief van de vakbonden, ook de EFBH. De EFBH verwelkomt in dit verband uiteraard het initiatief dat de Europese Commissie genomen heeft met haar Mededeling van 16.07.2008 over "openbare aanbestedingen voor een beter milieu' (groene openbare aanbestedingen). Toch betreurt zij dat het vooropgestelde doel van 50% groene openbare bestedingen niet ambitieus genoeg is. In totaal vertegenwoordigen de openbare aanbesteding een jaarlijkse omzet van ongeveer 2.000 miljard EUR of zowat 16% van het brutosociaal product van de EU. Internationaal wordt erkend dat groene openbare aanbestedingen - ondermeer innovatie met milieuvriendelijke technologieën (en klimaatgunstige maatregelen) - potentieel een belangrijke groeisector is en daardoor groene en betere banen kan scheppen. Rekening houdend met de in dit manifest reeds vermelde herstelplannen en stimuleringsmaatregelen, die deels ook met openbare aanbestedingen te maken hebben, moet volgens de EFBH het vooropgesteld doel van 50% groene openbare aanbestedingen aanzienlijk worden verhoogd om in vergelijking met de traditionele openbare aanbestedingen meer banen te creëren en tegelijk de klimaatwijzigingsdoelstellingen van de EU te ondersteunen. De EFBH is van mening dat zowel de bouwnijverheid als de hout- en bosbouwsector over een groot potentieel beschikken en bereid zijn tot meer groene openbare aanbestedingen bij te dragen en op die manier meer banen te scheppen.
Een initiatief dat inmiddels reeds werd genomen en dat met het scheppen van groene banen te maken heeft is het feit dat de Commissie industrie van het Europees Parlement op 31 maart 2009 een voorstel van het Roemeense EP-lid Silvia-Adriana Ticău steunde om de Richtlijn van 2002 over de energieprestaties van gebouwen te amenderen. De leden van het Europees Parlement riepen op tot meer overheidsinvesteringen in energie-efficiënte gebouwen en verhoogden het plafond van wat de Lidstaten van het Europees regionaal ontwikkelingsfonds mogen uitgeven voor energiebesparende verbeteringen aan gebouwen tot minstens 15%. Een verhoging die voor alle Lidstaten geldt. Dit voorstel zal de klimaatswijzigingprestaties van bestaande gebouwen verbeteren en zal naar schatting op lange termijn 500.000 nieuwe banen opleveren, de meeste daarvan in de bouwsector. Over het ontwerp van het voorstel wordt in mei tijdens de plenaire vergadering gestemd en onderhandelingen met de Raad van Ministers zullen plaatsvinden tijdens het Zweedse voorzitterschap in de tweede helft van 2009. In de hout- en bosbouwsector zouden groene banen kunnen worden gecreëerd door bijvoorbeeld nog meer de nadruk te leggen op duurzaam bosbeheer en doordat de EU het voortouw neemt in de bestrijding van illegale houtkap overal ter wereld. Een rapport van maart 2009 van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties schat dat alleen al door een duurzaam bosbeheer voor zowat 10 miljoen nieuwe en groene banen zouden kunnen worden gezorgd. De effecten van het creëren van nieuwe werkgelegenheid op de rest van de "houtoverdrachtketen" zullen zelfs nog groter zijn. De Verenigde Staten hebben de bosbouw in hun economisch herstelplan opgenomen. De EU en de Lidstaten zouden dat ook moeten doen.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer De praktijk van lange onderaannemingsketens, die vaak tot misbruik van de sociale rechten van werknemers aanleiding geven, is in de EU wijd verspreid. De EFBH roept op tot een juridisch instrument op EU-niveau dat zou zorgen voor een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer en zou leiden tot een beperking van het mogelijke sociale misbruik dankzij lange onderaannemingsketens. Een dergelijk wetgevend instrument dient de maatschappelijke verplichtingen van de hoofdaannemer vast te leggen ten aanzien van zowel de binnenlandse als de buitenlandse onderaannemers, terwijl tegelijk de verschillende wettelijke systemen in de Lidstaten en het subsidiariteitsprincipe worden ontzien. Een eerste stap in de richting van een dergelijk EU-instrument was de goedkeuring van het rapport van het Finse EP-lid Lasse Lehtinen op 10 februari 2009 in de Commissie werkgelegenheid van het Europees Parlement. In dat verslag wordt de Commissie opgeroepen de haalbaarheid van een instrument over ketenaansprakelijkheid te onderzoeken als mogelijkheid voor een verbeterde transparantie bij onderaanneming. De werkingssfeer van een dergelijk instrument zou ten minste betrekking kunnen hebben op lonen, sociale-zekerheidsbijdragen, belastingen en schadevergoedingen bij arbeidsongevallen.
Schijnzelfstandigheid De discussie over de impact van schijnzelfstandigheid in de door de EFBH vertegenwoordigde sectoren kent een lange geschiedenis. In het door de EU gefinancierde Rapport Atkins kwam men tot de conclusie dat grootschalige schijnzelfstandigheid in een bedrijfstak niet alleen verregaande sociale gevolgen voor de betrokken werknemers heeft - meer bepaald ontoereikende financiering van de sociale zekerheid -, maar ook leidt tot een inefficiënte bedrijfstak wegens een
gebrek aan stimulansen voor de opleiding van werknemers en voor productiviteitsverhogende maatregelen. De EFBH veroordeelt krachtig het inzetten van schijnzelfstandigen als middel voor het ontnemen van de sociale bescherming van werknemers en voor het besparen op loonkosten. De EFBH roept op tot een Europees juridisch instrument voor de bestrijding van de activiteiten van koppelbazen die illegale tewerkstelling organiseren. Wegens de uiteenlopende definities van "tewerkstelling" en "zelfstandige beroepsactiviteit" in de Lidstaten is de juridische discussie over de manieren voor de bestrijding van het fenomeen van schijnzelfstandigen op EU-niveau ingewikkeld.
Volgens de EFBH bestaat een eerste stap in de bestrijding van de verspreiding van schijnzelfstandigheid van het ene land naar het andere in het teniet doen van het zogenaamde arrest Banks van het Europees van Justitie. 4 Volgens dit arrest bepaalt de definitie van het land van oorsprong of een persoon dient te worden beschouwd als werknemer dan wel als zelfstandige bij het werken in een andere Lidstaat. Omdat dit arrest de "uitvoer" van schijnzelfstandigheid mogelijk maakt, roept de EFBH op tot het ongedaan maken van het arrest. Net als bij de gedetacheerde werknemers moet het principe van het land van ontvangst prevaleren. Dit houdt in dat het onderscheid tussen een werknemer en een zelfstandige moet worden gemaakt in overeenstemming met de wetgeving en de praktijken van de Lidstaat waar het werk wordt uitgevoerd.
Bijlage 1: Stimuleringsmaatregelen in grote EU-Lidstaten in februari 2009
\\DC01\data2\sam\ Election Campaign 2009\Annex 1 to the Election Manifesto document.pdf
SH090402
4
Volgens de EFBH zou een eerste stap in de bestrijding van de verspreiding van schijnzelfstandigheid van het ene naar het andere land erin moeten bestaan dat het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Banks (C-2/05, 26 januari 2006) wordt teniet gedaan.
Annex 1 to the Election Manifesto document
“Stimulus packages in major EU Member States”. Source: David Saha & Jakob von Weizsäcker ”Estimating the size of the European Stimulus Packages for 2009 – an Update”, Bruegel, Brussels
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Annex: Member state and community level breakdown
Belgium The Belgian stimulus was announced on 11th of December. bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category Tax cuts
Extra spending
Extra credit + similar measures 10
% of GDP 1.24
0.35%
2.13
0.60%
Measure Measures for construction sector 4 No tax on credit insurance Higher unemployment pay 5 Energy subsidy to households 6 Higher social security allocations7 Investments into green technology Larger fund for energy cost reduction 8 Accelerated public investments Lower cost of using food safety agency 9 Participation funds (for SME credit) 11 Measures for companies facing liquidity problems 12 Lower tax retention 13 Amount of tax retention to be kept at company
Net amount ( bn) 0.30 0.02 0.10 0.14 0.51 0.02 0.01 0.12 0.03 0.30 0.44 0.23 0.04
Indexation of taxes taken into account in tax retention
1.12
4
Largely VAT cuts for construction work. Temporary measure for 2009 only. 6 Each Belgian household shall receive an energy voucher over 30. 7 Contains the welfare envelope and additional welfare measures taken in the 2009 budget. 8 This figure represents the budgeted costs for enlarging the fund. 9 Lower fees to be charged to industry clients. 10 More access to financing instruments for export, import and investment risks is also planned through the Ducroire, but no additional budget or credit impact is quantified since existing resources are to be better utilised. 11 New product INITIO largely designed to offer credit to SMEs. 12 Consists of measures to allow later payment of bills and of debts to the government. 13 These last three measures apply to tax retention only, not to the final amount of taxes paid by firms and are thus the economic equivalent of an interest free loan. 5
8
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Denmark No package according to our criteria (but budgetary expansion of 0.4% of GDP already decided in 2007 comprised of higher EITC and higher threshold for the middle income tax bracket). Stimulus related measures may be announced in February according to current information. Germany bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
% of GDP 35.83
1.40%
70.30
2.74%
9
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Category
Tax cuts 14
Extra spending
Extra credit + similar measures
Measure Degressive depreciation deduction Higher tax free allowances for companies Suspension of car tax on new vehicles 15 Tax deductibility of professional commute 16
Net amount ( bn) 1.94 0.24 0.44 5.00
Package for tax burden reduction, stabilisation of social security contributions and investment in families 17 Income tax cut 18 Reduction in health insurance contributions19 State payment of 50% social insurance for short time workers
6.00 2.90 3.00 1.25
Reform of car tax 20 Investments into transport infrastructure21 Longer eligibility for short time compensation Improvement of regional economic structure 23 Infrastructure investment programme 24 Innovation support programme Retraining and stronger job service Increased child benefits 25 Premium for new car purchases 26 CO2 friendly renovations of houses Additional credit for SMEs
0.17 1.00 0 22 0.20 8.65 0.45 0.95 2.15 1.50 2.80 15.00
Credit for infrastructure investment by municipalities in structurally disadvantaged regions Corporate innovation and energy efficiency credit
1.50 1.00
Additional guarantees and credit lines for larger enterprises 27
50.00
14
The deductibility of construction work from the personal income tax will only have fiscal effects in 2010 and thereafter. 15 This includes an extended car tax holiday for cars fulfilling strict ecological criteria. 16 Pendlerpauschale was reintroduced, valid retroactively from 2007, by a constitutional court ruling. Since the Federal Ministry has announced it will not re finance these expenditures, these payments work as a stimulus. Only repayments for the years 2007 and 2008 are considered here since the 2009 deduction will only be paid out in 2010. 17 Mainly higher childcare benefits, tax deductions based on the number of children and lower employee contributions to unemployment insurance. The total amount is in effect a mix of cuts in taxes and social security contributions and additional spending. 18 st Takes effect on July 1 , 2009. Consists principally of a higher standard deduction and lower bottom rate. 19 Takes effect on July 1st, 2009. Benefits both employers and employees equally. 20 Only administration costs are budgeted so far 21 Acceleration ofplanned projects already in the pipeline. 22 Costs of this measure remain unclear, not least due to interactions with other social insurance systems, but will only to a very limited extent fall into 2009. 23 Of which 100 million are paid in cash and another 100 million in commitment authorisations. 24 Total volume of 17.3 bn allotted for 2009 2010. The German government maintains that at least 50% of this sum will be spent in 2009. 25 Consists of a one off lump sum payment to all families eligible for child benefits plus higher child care components of social security benefits 26 The premium is paid conditional on buying an energy efficient car and selling an old car for demolition. 27 We assume that a maximum 50% of the 100 bn total volume will be used in 2009
10
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Ireland Ireland is planning a neutral cyclically adjusted budget: Automatic stabilisers will be allowed to work, but no further anti cyclical fiscal policies will be enacted.
Greece bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category Additional credit + similar measures
% of GDP
0.00
0.00%
23.00
0.89%
Measure Special government bond issue to supply SME credits and mortgage loans 28 Loan guarantees
Net amount ( bn) 8.00 15.00
28
Although this will show up in the budget as government deficit, its effect is to provide extra credit at low interest rates.
11
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Spain bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category
Tax cuts
Extra spending
Extra credit + similar measures
% of GDP 12.31
1.10%
54.28
4.86%
Measure
Net amount ( bn)
Longer tax exemption of saving accounts for housing purchases even if no house is bought Extended eligibility for tax deductions when selling houses Reduction in employer social contributions for hiring previously unemployed workers Employment Plan 29 Public Investment Fund 30 Sector specific support 31 Option to temporarily halve mortgage repayments 32 Credit for enterprises and families 33 Deductions for low income families 34 Early payment of unemployment benefits 35 Up front tax deduction for housing 36 Earlier repayment of VAT reclaims
0.03 0.10 0.08 1.10 8.00 3.00 2.50 42.00 2.00 0.08 1.70 6.00
29
Yet undefined plan to be comprised of active labour market measures and temporary employment schemes. Allocated to municipalities for subcontracting public works. 31 Although officially called sector specific, this package contains both sector specific and cross sector support. 800 million earmarked to support the car industry, remainder to be spent on environment ( 600 million), research and innovation ( 500 million), a new care component of the welfare state ( 400 million), housing renovations and sustainable tourism 32 This measure allows homeowners in economic hardship only to pay half of their mortgage instalments for two years, effectively an option to restructure mortgage debt to allow slower repayment. 33 Provided by the government owned ICO bank (Instituto de Crédito Oficial). 7 bn were already made available in 2008. 34 Timing change: rather than being repaid at a later moment in time as previously practised, the deductions will now be applied before the initial tax payment. 35 Economic equivalent of an interest free loan. 36 Economic equivalent of an interest free loan. 30
12
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
France bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category Tax cuts 37
Extra spending
Extra credit + similar measures
% of GDP
16.90
0.80%
41.45
2.08%
Measure Reduced obligation to contribute to social insurance conditional on new hiring, for very small firms Direct public investment (government and local government) 38 Sectoral subsidies: housing industry, subsidies to building, renovation, buyers and renters. Sectoral subsidies: car industry Increased payment to the endowment for the basic income provision 39 Employment policies State owned enterprises investment Social package 40 Credit for PPP projects 41 Loans and guaranteed loans to SMEs Loans to social housing construction Faster implementation of research tax credit and profit tax reimbursement 42 Change of VAT reimbursement mechanism 43 Higher down payments on public procurement projects 44
Net amount ( bn) 0.70 6.50 1.20 0.60 0.80 0.50 4.00 2.60 8.00 22.00 4.50 5.60 3.60 1.00
In the absence of further information, the planned additional investments by state owned enterprises are assumed to be in addition to existing investment plans.
37
A further measure of changing the accounting rules for capital depreciation will only lead to budgetary effects in later years. 38 Most of these investments were originally planned for after 2010 and are now overwhelmingly to take place in 2009. 39 Revenu de solidarité active 40 Additional package announced by President Sarkozy on 18th February, containing tax cuts, higher compensation for employees on short time and one off payments to people recently made redundant and without claim to unemployment benefits. Without precise information on the budgetary effect, we expect the money to be fully spent in 2009. 41 We expect 50% of the total volume of 16 bn for 2009 2010 to be implemented in 2009. 42 Economic equivalent of an interest free loan. 43 Economic equivalent of an interest free loan. 44 Economic equivalent of an interest free loan.
13
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Italy
Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category
Tax cuts
Extra spending
bn 0.26
% of GDP 0.02%
0.00
0.00%
Measure No increase of highway toll Tax cut for productivity bonuses 45 Deductibility of corporate tax from regional corporate tax Deferred VAT payments 46 Municipal infrastructure investment Voluntary revision of company book values 47 More tax inspections Tax inspections of private associations
Net amount ( bn) 0.09 0.46 1.19 0.19 0.00 2.76 1.88 0.15
Increased taxation of TV services Spending on low income families Aid to house mortgages Unemployment benefits Financing of strategic infrastructure Increased tax revenue costs Renewal of school cleaning contracts
0.47 2.40 0.35 0.10 0.06 0.05 0.11
45
Less income tax paid on bonuses based on productivity criteria. Loss of revenue from later payment of VAT by companies will lead to a marginal tax revenue losses as some firms will have gone bankrupt before paying up their tax liabilities. 47 Presumably in response to intensified enforcement efforts. 46
14
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Netherlands bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
% of GDP 3.20
0.53%
0.00
0.00%
The total size of the Dutch package has been quantified as 6 bn, 1% of GDP. Since other proposed measures such as the accelerated payment of public sector bills and active labour market policies have not been allocated money yet, we cannot take these into account. Category Tax cuts Extra spending
Measure Accelerated depreciation of investments Tax cuts for SMEs Unemployment benefits (working hours reduction)
Net amount ( bn) 1.10 2.00 0.20
15
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Austria 48 bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category
Tax cuts
Additional Spending
Extra credit + similar measures
% of GDP 3.93
1.35%
2.50
0.86%
Measure Early implementation of income tax reform Degressive depreciation deduction Reduced VAT rate on medication Tax exemptions
Net amount ( bn) 2.20 0.23 0.28 0.14
Burden reduction for families with children 49 Regional employment initiatives 50 Spending package, September 2008 51 Additional research expenditure 52 Mandatory kindergarten year for all Energy saving cheques 53 Investment in public facilities 54 Advancing of railroad investments Subsidies to house saving scheme Investments into broad band internet infrastructure "Mittelstandsfonds" venture capital fund for SMEs additional erp credits credit guarantees for SMEs
0.50 0.08 0.40 0.05 0.07 0.10 0.02 0.01 0.02 0.01 0.08 0.20 0.40
48
We include measures agreed on by the new government but not yet formally adopted by parliament. Contains different forms of tax deductions for families with children. 50 Supporting corporate investments with employment effect and continuing education measures. 51 Consists of abolition of university tuition fees, increase of care benefits and pensions and extension of business internationalisation support 52 To be spent directly on programmes and projects. 53 Incentive programme for households to engage in energy saving investments. 54 investments into buildings and other real estate owned by the BIG, the state owned real estate group. 49
16
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Poland PLN bn Additional fiscal spending 55 : Additional credit + similar measures
Category Extra spending Extra credit + similar measures
% of GDP
6.80
0.49%
21.50
1.56% Net amount (PLN bn)
Measure Increased co financing of EU structural funds projects
6.80
New SME credit line Investment in renewable energy from national fund for environmental protection
20.00 1.50
Sweden SEK bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category Tax cuts
Extra spending
Extra credit + similar measures
% of GDP
12.13
0.38%
95.46
3.01%
Measure
Net amount (SEK bn)
Tax deduction for house renovations, conversions, maintenance
3.60
Increased employment service (active labour market policy) More vocational education R&D in automotive sector
4.70 0.50 3.00
Additional infrastructure investment Higher export credit guarantees 56 Deferment of tax payments by companies Credit guarantees for car sector
0.33 75.00 0.46 20.00
55
Other components of the Polish stimulus plan as published by the Polish government are not included here since they were already part of the budget, ie decided before our cut off date 1st September 2008 (income tax and VAT reforms). PLN 40 billion in guarantees of bank liabilities are part of a financial sector bailout and thus also not considered here. 56 An increase in the ceiling for export guarantees by SEK 150 bn was approved. We assume only 50% of that additional volume will be used in 2009.
17
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
United Kingdom GBP bn Additional fiscal spending 57 : Additional + similar measures
Category Tax cuts/increases Extra spending Extra credit + similar measures
% of GDP
14.90
1.01%
0.00
0.00%
Measure VAT cut 58 Accelerated capital expenditure 59 Mortgage rescue and support for Mortgage Interest Schemes for eligible homeowners in difficulty 60 Credit guarantee programme 61
Net amount (GBP bn) 12.50 2.40 0.00 20.00
57
A new top rate of 45% of the personal income tax much discussed recently will only be introduced in 2011. Cut from the previous standard rate of 17.5% to the European minimum standard rate of 15% until end 2009. 59 GBP 3 bn shall be brought forward for spending during the 2008 2009 and 2009 2010 fiscal years. Our figure assumes a start of spending in January 2009 and uniform distribution of spending until March 2010, thus yielding GBP 2.4 bn of spending during the 2009 calendar year. 60 Has not been quantified yet. 61 th Only the GBP 20 bn of additional credit guarantees approved on 14 of January 2009 qualify as additional credit, whereas the numerous measures taken on 19th of January we classified as bank bailouts and thus did not include. 58
18
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Community level bn Additional fiscal spending: Additional credit + similar measures
Category
Extra spending
Additional credit + similar measures
62
% of GDP 9.30
0.07%
15.500
0.12%
Measure ESF spending forwarding Plan to spend budget reserves on energy and internet infrastructure62 Forward structural funds spending Accelerated call for trans european transport projects (TEN T) Additional EIB loans to SMEs and Mid caps EIB convergence lending EIB flexibility reserve Climate change financing by EIB EBRD additional credit for green and infrastructure investment
5bn in 2009 2010. We assume 50% of the spending to occur in 2009.
Net amount ( bn) 1.80 2.50 4.50 0.50 3.50 2.50 3.00 6.00 0.50
19
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
US $ bn Additional fiscal spending:
284.7863
% of GDP 1.99%
The US stimulus package, that is, the American Recovery and Reinvestment Act signed by President Obama on 17th February, has a total volume of $787 bn. Consistent with our general methodology, we only take into account the effect of spending and tax cuts in 2009. For this purpose, we make use of the expenditure profile of the stimulus calculated by the Congressional Budget Office 64, which estimates about $ 285 bn to be spent in 2009, the packages effect to be concentrated on the period of 2009 2011 and having significant fiscal effect until as late as 2015.
Category Tax cuts Extra spending
Category Tax cuts
Extra spending
Measure
Net amount ($ bn)
Tax cuts
122.72
Spending package
162.05
Measure 65
Net amount ($ bn)
All tax provisions Agriculture, Rural Development, Food and Drug Administration and Related Agencies Commerce, Justice, Science and Related Agencies Department of Defense Energy and Water Development Financial Services and and General Government Homeland Security Interior, Environment, and Related Agencies Departments of Labor, Health and Human Services, and Education, and Related Agencies Legislative Branch Military Construction and Veterans Affairs and Related Agencies State, Foreign Operations and Related Programs Transportation and Housing and Urban Development State Fiscal Stabilisation Assistance for Unemployed Workers and Struggling Families Health Insurance Assistance Health Information Technology
122.72 7.70 3.79 2.21 5.51 1.01 0.65 2.04 16.26 0.01 0.84 0.14 8.67 58.50 37.57 16.60 0.46
Assistance for Unemployed Workers and Struggling Families
0.11
63
Due to the difference between US fiscal years and the calendar years, we adjusted the figure accordingly. Cost estimate for the conference agreement for H.R.1, Congressional Budget Office, 2009 65 The breakdown follows the item structure of the act. 64
20
th
Estimating the size of the European stimulus packages for 2009: An Update, 20 February 2009
Peoples Republic of China RMB BN Additional fiscal spending66 : Additional credit + similar measures
% of GDP
2,065.00
7.09%
0.00
0.00%
Due to the very limited availability of authoritative data on the Chinese economic stimulus, these numbers must be seen as a reasonable scenario, not as a definitive assessment of the Chinese stimulus. In particular the spending profile of the main RMB 4 tr stimulus is unclear. There are also questions regarding the relation between the main stimulus, sectoral support plans and the VAT cut that we were unable to answer definitively. We interpret the latter as being additional to the main stimulus, which is the likeliest interpretation given present information. Category Tax cuts Extra spending 68
Measure
RMB bn
67
VAT cut Car sector support69 Main stimulus package 70
60.00 5.00 2000.00
Components of the main stimulus package, 2009 2010 Type Affordable housing Rural infrastructure and housing Healthcare, education and culture Bio conservation and environmental protection Post disaster reconstruction Transport infrastructure (rail, road, airports) Technical innovation, industrial restructuring Sum
amount, RMB bn 280 370 40 350 1000 1800 160 4000
67
The fiscal effect of the VAT cut has been quantified as RMB 120 bn over 2009 and 2010, we assume 50% of it accrues in 2009. 68 More sectoral support plans are likely to be announced during the year. The effect of an already adopted plan for the real estate sector has not yet been quantified. 69 RMB 15 bn in subsidies for technological research and modernisation of agricultural machinery over 3 years. The effect of halving the sales tax on small cars has not been quantified to date. 70 We assume that the stimulus spending will be uniformly distributed over 2009 and 2010, the official timeline given for this stimulus.
21