Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
Het profiel van de gekozenen in het Vlaams Parlement na de verkiezingen van 7 juni 2009 Frederik Verleden m.m.v. Gert-Jan Put, Bart Maddens, Ine Vanlangenakker en Karolien Weekers
Centrum voor Politicologie, K.U.Leuven http://soc.kuleuven.be/pol/
Doel van het onderzoek Deze nota vormt het tweede deel van een onderzoek van het Centrum voor Politicologie van de K.U.Leuven naar het profiel van de kandidaten en effectief gekozenen bij de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009. Het eerste deel focuste op de kandidaten van de acht Vlaamse partijen die over uittredende parlementsleden beschikken. In deze tweede paper komen enkel de effectief gekozenen voor het Vlaams Parlement aan bod. Bedoeling is na te gaan wie er uiteindelijk in geslaagd is een parlementair mandaat te verwerven. Hierbij kan vanzelfsprekend nog geen rekening gehouden worden met toekomstige ministers die zullen worden vervangen. Daarnaast moet er ook nog rekening gehouden worden met andere parlementaire mandaten die de Vlaamse gekozenen op 7 juni of bij eerdere verkiezingen verworven hebben. Zo zijn - 9 Vlaamse gekozenen reeds lid van de Kamer, - 5 reeds lid van de Senaat, - 2 gekozenen tegelijk verkozen voor het Brussels Parlement en - 6 tegelijk verkozen voor het Europese Parlement. Velen hebben op dit ogenblik nog niet de keuze gemaakt welk mandaat ze gaan opnemen, te meer omdat die keuze ook door de coalitieonderhandelingen kan worden beïnvloed.
-1-
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
Het onderzoek De analyse in deze nota heeft betrekking op de totale populatie van 124 Vlaamse parlementsleden. Ondanks het feit dat 97 op 124 Vlaamse parlementsleden opnieuw kandideerden voor het Vlaams Parlement (78,2%) zijn slechts 49 uittredende parlementsleden, of 39,5%, is herkozen.1 De 124 Vlaamse gekozenen zijn op volgende manier verdeeld over de kieskringen en de partijen: Tabel I. De effectief gekozenen op 7 juni 2009
kieskring Antwerpen Vlaams-Brabant Brussel19 Limburg Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Totaal
CD&V 8 4 1 5 6 7 31
N-VA 6 3 2 3 2 16
Groen! 2 1 1 2 1 7
Open VLD 4 4 2 2 6 3 21
sp.a 5 3 1 3 4 3 19
Vlaams Belang 7 3 1 3 4 3 21
LDD 1 1 1 2 3 8
Totaal 33 19 6 16 27 22 123
Naast de 123 gekozenen uit de Vlaamse partijen zetelt, net als bij de vorige Vlaamse verkiezingen, in de kieskring Vlaams-Brabant opnieuw één mandataris voor de Union des Francophones, namelijk Christian Van Eyken. Net als bij het onderzoek naar de kandidaten, omvat het profiel van de gekozenen meerdere facetten. In deze onderzoeksnota beperken we ons tot het onderzoek van een aantal basisvariabelen. De onderzochte variabelen zijn: de leeftijd, het geslacht, het beroep en het al dan niet bekleden van een politiek mandaat op federaal, regionaal of gemeentelijk niveau. Maar eerst bekijken we wie effectief dankzij de kiezers verkozen werd op 10 juni, met name die kandidaten die buiten de nuttige volgorde stonden.
Gekozenen buiten de nuttige volgorde In Tabel II wordt een overzicht gegeven van de 16 personen die op 7 juni buiten de nuttige volgorde verkozen werden (11,3 % van de Vlaamse parlementsleden). Dit aantal ligt lager dan in 2004, toen er bij de Vlaamse verkiezingen 24 parlementsleden (19,3%) buiten de nuttige volgorde werden gekozen. De nuttige volgorde staat gelijk aan de bovenste plaatsen op de lijst, a rato van het aantal zetels dat een lijst in een kieskring behaalt. Wanneer een lijst vier zetels haalt, bestaat de nuttige volgorde dus uit de eerste vier plaatsen. Lijstduwers of gekozenen verder op de lijst doorbreken met andere woorden de nuttige volgorde. Binnen de nuttige volgorde kunnen voorkeurstemmen bovendien de volgorde onder de gekozenen wijzigen, wanneer bijvoorbeeld de derde op de lijst de tweede zetel haalt. Dankzij de voorkeurstemmen ‘springt’ deze gekozene dan over zijn of haar voorganger op de lijst. Gekozenen die in deze tweede betekenis (het wijzigen van de onderlinge rangorde) de nuttige volgorde doorbreken, worden in Tabel II met een asterisk aangeduid. CD&V spant de kroon met zes gekozenen buiten de nuttige volgorde, waarvan vier vrouwen. In totaal zijn er zeven vrouwen buiten de nuttige volgorde verkozen, tegen negen mannen, nagenoeg de helft dus. Onder de Vlaamse gekozenen bij de vorige (federale) verkiezingen, in 2007, waren dat er slechts 5 op 18 (27,8%). Wie verkozen is, werd vastgesteld aan de hand van de officieuze verslagen zoals die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken ter beschikking worden gesteld. http://verkiezingen2009.belgium.be/nl/ 1
-2-
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________ Tabel II. De gekozenen buiten de nuttige volgorde Kieskring Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
Naam Rombouts (*) Smaers Schryvers De Wit (*) Van Dijck Somers Van Brempt Annemans Dillen Valkeniers Thijs Van de Vijver Van Rouveroij Termont D’Haeseleer Leterme
Voornaam Tinne Griet Katrien Sophie Kris Bart Kathleen Gerolf Marijke Bruno Erika Marc Sas Daniël Guy Yves
Partij CD&V CD&V CD&V N-VA N-VA Open VLD Sp.a Vlaams Belang Vlaams Belang Vlaams Belang CD&V CD&V Open VLD Sp.a Vlaams Belang CD&V
Plaats op de lijst 4de 9de Duwer 5de Duwer Duwer Duwer 17de 18de Duwer Duwer Duwer Duwer Duwer 7de Duwer
Naast de kandidaten die de nuttige volgorde doorbroken hebben, zijn er ook kandidaten die in de nuttige volgorde stonden maar “op eigen kracht” verkozen werden. Tabel III geeft het overzicht van deze kandidaten. Met andere woorden, zij hadden geen enkele stem uit de voorraad hoofdvakstemmen nodig om verkozen te worden. Naast de 16 gekozenen die vermeld staan in de voorgaande tabel, gaat het om nog eens 24 extra gekozenen. Samen goed voor 40 van de 124 gekozenen op 7 juni (32,2 %). Dit cijfer ligt in lijn met de vorige verkiezingen in 2007. Toen werden 39 van de 113 Vlaamse gekozenen voor Kamer en Senaat op ‘eigen kracht’ of buiten de nuttige volgorde verkozen (34,5 %). Tabel III. Personen die ‘op eigen kracht’ verkozen zijn: De 16 personen weergegeven in tabel II, plus de volgende 24 gekozenen Kieskring Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Brussels Gewest Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Limburg Limburg Limburg Limburg Limburg Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen West-Vlaanderen West-Vlaanderen West-Vlaanderen
Naam Gennez Janssens De Wever De Winter Peeters Van Mechelen Gatz Vandenbroucke Demesmaeker Dehaene Ceyssens Vanvelthoven Peumans Vandeurzen Heeren Keulen Van Den Bossche Schauvliege De Gucht Moerman Vanhecke Crevits Tommelein Dedecker
Voornaam Caroline Patrick Bart Filip Kris Dirk Sven Frank Mark Tom Patricia Peter Jan Jo Veerle Marino Freya Joke Jean-Jacques Fientje Frank Hilde Bart Jean-Marie
-3-
Partij Sp.a Sp.a N-VA Vlaams Belang CD&V Open VLD Open VLD Sp.a N-VA CD&V Open VLD Sp.a N-VA CD&V CD&V Open VLD Sp.a CD&V Open VLD Open VLD Vlaams Belang CD&V Open VLD LDD
Plaats op de lijst Trekker 2de Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker Trekker 2de Trekker Trekker Trekker Trekker 2de Trekker Trekker Trekker Trekker
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
Hierna worden de belangrijkste bevindingen over het profiel van de Vlaamse gekozenen kort uiteengezet (met inbegrip van Christian Van Eyken, de enige gekozene voor de Union des Francophones). Er wordt telkens ook een vergelijking gemaakt met het profiel van de 1679 personen die vorige zondag kandideerden voor het Vlaams Parlement, op de lijsten van CD&V, N-VA, Vlaams Belang, LDD, Open VLD, sp.a, SLP en Groen!. De resultaten A. Leeftijd De gemiddelde leeftijd van de 124 gekozenen van 7 juni 2009 bedraagt 45,8 jaar. Dit ligt iets hoger dan de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse federale gekozenen in 2007 (45,2 jaar), maar verschilt amper van de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse gekozenen in 2004. Bij het onderzoek naar de leeftijd van de kandidaten werd al duidelijk dat de stelselmatige verjonging zich bij deze verkiezing niet langer doorzette. Net als bij de vorige verkiezingen ligt de gemiddelde leeftijd van de effectief gekozenen hoger dan deze van de kandidaten (43,3 jaar). De oudste gekozene is Dirk Sterckx (62 jaar, Open VLD), die zijn Vlaams mandaat hoogstwaarschijnlijk niet zal opnemen – hij is ook Europees parlementslid – en wellicht geen volle legislatuur meer zal zetelen. De jongste gekozene is Jean–Jacques De Gucht (25 jaar, Open VLD). Jean-Jacques De Gucht was twee jaar geleden ook al de jongste Vlaamse gekozene bij de federale verkiezingen. Wanneer de partijgemiddelden van de kandidaten en de effectief gekozenen naast elkaar geplaatst worden, dan is het verschil tussen beide cijfers het grootste bij de Open VLD (kandidaten gemiddeld 38,3 jaar tegenover 45,8 jaar voor de parlementsleden). De tegenvallende uitslag van de partij lijkt dus vooral een negatief effect te sorteren voor de jongere kandidaten op de lijst. In 2007 zagen we hetzelfde effect bij de kartellijst sp.a/spirit, toen de grote verliezers van de stembusgang. Ook bij Lijst Dedecker liggen beide gemiddelden verder uiteen dan bij de overige partijen. In tegenstelling tot de federale verkiezingen van 2007 levert de vernieuwing van de Groen!-fractie (enkel Mieke Vogels keert terug) geen uitgesproken verjonging op. Tabel IV. Gemiddelde leeftijd van de gekozenen en de kandidaten in 2003, 2004, 2007 en 2009
Partijen CD&V (en N-VA) N-VA Groen! Open VLD sp.a Vlaams Belang LDD Alle partijen
2
20092 2007 2004 2003 Gekozenen Kandidaten Gekozenen Kandidaten Gekozenen Kandidaten Gekozenen Kandidaten (N = 124)
(N = 1679)
(N = 113)
(N = 990)
(N = 155)
(N = 1325)
(N = 113)
(N = 1188)
45,5 44 45,7 46 44,5 47 48,1 45,8
42,7 45 43,8 38,3 41,7 46,8 42,8 43,3
45,5 35,8 44,9 47,5 45,1 44,5 45,2
41,1 42,3 43,4 40,5 46,4 42,8
46,5 45,8 47,5 44 45,6 45,9
43,5 42,3 43,6 42,6 46,3 43,7
CD&V: 48,6 52 48,6 42,9 43,8 46,1
CD&V: 43,8 46,5 42,6 44,4 42,1 46,3 44,3
Verkiezingen 2009: enkel voor het Vlaamse Parlement, in 2004: Vlaanderen, Brussel en Europa.
-4-
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________ Tabel V. Leeftijdsverdeling van de gekozenen en de kandidaten in 2003, 2004, 2007 en 2009 2009 Kandidaten3
Gekozenen
21-30 31-40 41-50 51-60 61Alle partijen
2007 2004 Gekozenen Kandidaten Gekozenen Kandidaten
2003 Gekozenen Kandidaten
FI
%
FI
%
Fi
%
Fi
%
Fi
%
Fi
%
Fi
%
Fi
%
6 30 45 39 4
4,8 21,2 36,3 31,5 3,2
252 390 480 307 118
16,3 25,2 31 19,8 7,6
8 30 37 34 4
7,1 26,5 32,7 30,1 3,5
155 265 304 187 62
15,9 27,2 31,2 19,2 6,4
9 39 55 41 11
5,8 25,2 35,5 26,5 7,1
183 349 434 257 102
13,8 26,3 32,8 19,4 7,7
4 24 54 24 7
3,5 21,2 47,8 21,2 6,2
162 297 387 232 110
13,6 25,0 32,6 19,5 9,3
124
100
1547
100
113
100
973
100
155
100
1325
100
113
100
1188
100
Wanneer de 124 gekozenen worden uitgesplitst volgens leeftijdscategorie, wordt opnieuw duidelijk dat de verjonging van het politieke personeel zich niet langer doorzet. Nog 29% van de nieuwe parlementsleden is 40 jaar of jonger. Bij de (federale) verkiezingen van 2007 was dat nog meer dan een derde, in 2004 lag dit cijfer op 31%. Het aantal parlementsleden ouder dan 60 jaar daalt wel van 11, in 2004, tot vier. Onder deze vier slecht één nieuwkomer in het parlement: Boudewijn Bouckaert (LDD, 61 jaar). De overige zijn beroepspolitici en zetelen al jaren als parlementslid: Dirk Sterckx en Karlos Callens (beiden Open VLD) en Marcel Logist (sp.a). Ondanks de vergrijzing van de samenleving lijkt het gemakkelijker om als parlementslid zestiger te worden dan als zestiger nieuw verkozen te worden. B. Geslacht Bij de Vlaamse verkiezingen van juni 2004 mochten de eerste drie kandidaten op de lijst niet van hetzelfde geslacht zijn, in 2009 is de pariteit tussen de geslachten verplicht voor de eerste twee plaatsen, net als voor het totale aantal kandidaten op de kieslijst. In de praktijk zou dit de vervrouwelijking van het parlement in de hand moeten werken. In 2004 kwam in de helft van de gevallen (19 op 40 Vlaamse kieslijsten) de eerste vrouw op de lijst pas op de derde plaats. Bij de federale verkiezingen van juni 2007 werd de pariteitregel voor de eerste twee plaatsen ingevoerd. Partijen opteerden toen nog overwegend voor een mannelijke lijsttrekker. In 2009 is dit niet anders: slechts één op vier lijsttrekkers (van de acht onderzochte Vlaamse partijen) bij de effectieven is een vrouw. In het parlement is er nog geen sprake van pariteit: het nieuw verkozen Vlaams Parlement telt 51 vrouwen, tegenover 73 mannen. Toch is de evolutie duidelijk: het nieuwe parlement telt nu 41% vrouwen, in 2004 was dit 32,9% en in 1999 slechts 23,3%. Op tien jaar tijd is de scheeftrekking tussen beide geslachten al voor een groot stuk weggewerkt. Bij de federale verkiezingen van 2007 was de verandering minder uitgesproken. Ondanks dezelfde regelgeving bedroeg het aantal vrouwelijke (Vlaamse) gekozenen toen 36,3%, amper een verschil met 2003. Tabel VI. Geslacht van de Vlaamse gekozenen CD&V Fi % Man 17 54,8 Vrouw 14 45,2 Totaal 31 100
3
N-VA Groen! Fi % Fi % 9 52,9 5 71,4 7 46,1 2 28,6 16 100 7 100
Open VLD Fi % 12 57,1 9 42,9 21 100
Fi 9 10 19
sp.a % 47,3 52,7 100
Vlaams Belang Fi % 14 66,7 7 33,3 21 100
Fi 6 2 8
LDD % 75 25 100
Inzake leeftijd werden van 1547 van de 1679 kandidaten voor het Vlaams Parlement gegevens verzameld (92,1%).
-5-
Totaal Fi % 73 59 51 41 124 100
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
De meeste fracties behouden een mannelijk overwicht. Enkel de nieuwe sp.a-fractie telt meer vrouwen dan mannen. Scheeftrekkingen komen enkel nog voor bij het Vlaams Belang en bij de kleinere fracties LDD en Groen!, telkens in het nadeel van de vrouwelijke parlementsleden. Combineren we de leeftijdscategorie met het geslacht (Tabel VII), dan blijkt de vrouwelijke cohorte parlementsleden merkbaar jonger te zijn dan de mannen. De leeftijdscategorie 31-40 jaar is onder de vrouwen de grootste, maar liefst 45% van de vrouwen is 40 jaar of jonger. Dit zijn resultaten die vergelijkbaar zijn met deze uit 2007. Daarentegen vertegenwoordigen de twintigers en dertigers slechts 17% van de mannelijke parlementsleden. Tabel VII. Leeftijdsverdeling van de mannelijke en vrouwelijke gekozenen Man 21 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 61 jaar en ouder Totaal Gemiddelde leeftijd 2009 Gemiddelde leeftijd 2007 Gemiddelde leeftijd 2004 Gemiddelde leeftijd 2003
Fi 4 9 28 28 4 73
% 5,4 12,2 37,8 37,8 5,4 100 48,1 jaar 47,1 jaar 48,2 jaar 47,9 jaar
Fi 2 21 15 11 51
Vrouw % 3,9 41,2 29,5 21,6 100 42,4 jaar 41,9 jaar 41,3 jaar 42,4 jaar
C. Beroep Tabel VIII. Beroepscategorieën van de gekozenen en de kandidaten
Beroepscategorie Niet - actieven Thuiswerkend Op pensioen Student Werkloos Zelfstandigen - vrije beroepen Zelfstandige Vrij beroep Landbouwer Arbeiders Bedienden - kaderleden bediende kaderlid Ambtenaren - onderwijs ambtenaar Onderwijzend personeel Beroepspolitici Federaal of regionaal parlementslid Federaal of regionaal minister Lokaal uitvoerend mandaat Kabinets -of partijmedewerkers
124 gekozenen 2009 Fi % 12 9,68 1 0,81 11 8,87 9 7,26 4 3,23 5 4,03 4 3,23 2 1,61 2 1,61 92 74,19 67 54,84 9 6,45 16 12,9 7 5,65
113 gekozenen 2007 Fi % 1 0,9 1 32 28,3 7 25 2 1,8 10 8,8 6 4 2 1,8 2 64 56,6 50 9 5 2 1,8
-6-
155 gekozenen 2004 Fi % 1 0,6 1 20 12,9 7 13 18 11,6 14 4 8 5,2 3 5 105 67,7 78 21 6 3 1,9
113 gekozenen 2003 Fi % 3 2,7 1 1 1 19 16,8 2 17 8 4 4 76 54 13 9 7
7,1
-
67,3
6,2
1679 kandidaten 2009 Fi % 147 9,61 19 1,24 67 4,38 53 3,46 8 0,52 282 18,43 109 7,12 168 10,98 5 0,33 47 3,07 410 26,80 337 22,03 73 4,77 174 11,37 83 5,42 91 5,95 322 21,05 176 11,57 16 0,98 130 8,50 73 4,77
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________ 2 5 124
Kabinetsmedewerker Partijmedewerker Andere Totaal
1,61 4,03 100
2 113
1 2 100,0
155
3 4 99,9
113
100
20 53 75 15304
1,31 3,46 4,90 100
Van de 1530 kandidaten voor het Vlaams parlement, waarvan het beroep gekend is, is iets meer dan één op vijf een beroepspoliticus. Maar het nieuwe Vlaams Parlement zal voor drie vierden uit beroepspolitici bestaan, namelijk politici die overstappen van het federale parlement, al zetelden op het regionale niveau, ministers en burgemeesters, schepenen of provinciaal gedeputeerden. Tellen we bij de beroepspolitici – zij met een mandaat – ook nog eens de medewerkers van de partijen en de ministeriële kabinetten, dan omvat deze groep al acht op tien parlementsleden. Een doorsnede van de bevolking komt zelfs niet in de buurt… De aanwezigheid van alle overige beroepscategorieën daalt ten opzichte van 2004. Arbeiders of niet-actieven ontbreken geheel, net als vijf jaar geleden trouwens. Beide groepen zijn ook ondervertegenwoordigd op de kieslijsten.
D. Gemeentelijk mandaat Zestien beroepspolitici op lokaal niveau lijkt weinig, in een parlement dat traditioneel veel lokale mandatarissen telt, en daarom soms denigrerend een ‘veredelde gemeenteraad’ genoemd wordt. Maar we moeten er rekening mee houden dat veel parlementsleden – het gros van de beroepspolitici – een lokaal mandaat cumuleren. De mate waarin het politieke personeel in het Vlaams Parlement lokaal verankerd is, wordt onderzocht aan de hand van een telling van het aantal gemeentelijke mandatarissen: burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden (Tabel IX). Tabel IX. Aantal gekozenen met een gemeentelijk mandaat Gekozenen met gemeentelijk mandaat
CD&V (31 gekozenen)
N-VA (16 gekozenen)
Groen! (7 gekozenen)
Open VLD (21 gekozenen)
sp.a (18 gekozenen)
Burgemeester Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL Burgemeester Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL Burgemeester Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL Burgemeester Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL Burgemeester Schepen
aantal per partij 8 8 9 25 1 3 4 8 1 4 5 7 4 6 17 4 2
% per partij 25,8 25,8 29 80,6 6,3 18,6 25 50 14,2 57,1 71,4 33,3 19,0 28,6 81 22,2 11,1
4
Van de 1679 zijn er 149 waarvan het beroep niet bekend is. Enkel de kandidaten van partijen met gekozenen, dus zonder SLP. 6 Slechts twee personen: Kris Van Dijck staat twee maal op een lijst. 5
-7-
Kandidaten5 Verkiezingen 2009 (%) 26 (12,3) 42 (20,0) 77 (36,7) 145 (69,0) 36 (1,43) 23 (10,9) 33 (15,7) 59 (28,1) 1 (0,48) 6 (2,86) 64 (30,5) 71 (33,8) 22 (10,5) 37 (17,6) 74 (35,2) 133 (63,3) 11 (5,24) 44 (20,9)
% Gekozenen verkiezingen 2007 20,5 25,6 23,1 69,2 100 100 17,4 13,0 43,5 73,9 16,7 -
% Gekozenen Verkiezingen 2004 20,0 14,3 34,3 68,6 0 28,0 8,0 40,0 76,0 12,0 12,0
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________ Gemeenteraadslid TOTAAL Vlaams Belang Burgemeester (22 gekozenen) Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL LDD Burgemeester (8 gekozenen) Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL Burgemeester Totaal (124 gekozenen) Schepen Gemeenteraadslid TOTAAL
7 13 19 19 2 3 5 22 18 52 92
38,9 72,2 86,4 86,4 25 37,5 62,5 17,7 14,5 41,9 74,2
78 (37,1) 133 (63,3) 142 (67,6) 142 (67,6) 2 (0,96) 4 (1,91) 27 (12,9) 33 (15,8) 65 (4,42) 161 (10,9) 495 (33,7) 721 (49,1)
33,3 50,0 90,9 90,9 33,3 33,3 13,3 11,5 46,0 70,8
36,0 60,0 71,9 71,9 13,8 8,1 43,9 65,9
Uit Tabel IX blijkt de mate waarin de Vlaamse parlementaire elite ook lokaal verankerd is. Meer dan 74% van de Vlaamse parlementsleden oefent ook een gemeentelijk politiek mandaat uit. Bij de federale verkiezingen van 2007 lag het cijfer iets lager: toen bekleedde 70,8% van de Vlaamse gekozenen in Kamer en Senaat een gemeentelijk mandaat. Na de Vlaamse verkiezingen van 2004 bedroeg het aantal gemeentelijke mandatarissen ‘slechts’ 65,9%. Misschien is het verschil te wijten aan het succes in 2004 van het Vlaams Belang, een partij die bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 nog een aanzienlijke winst boekte, met de bijhorende gemeenteraadsleden. Het Vlaams Belang telt nu maar liefst 19 gekozenen met een lokaal mandaat. LDD zou het zwakst lokaal verankerd moeten zijn. De partij moest nog opgericht worden bij de laatste lokale verkiezingen. Toch telt de LDD-fractie twee burgemeesters en drie gemeenteraadsleden. Dat zijn stuk voor stuk politici – waaronder Jean-Marie Dedecker – die hun gemeentelijk mandaat bij een andere partij begonnen zijn. Ook de kleine Groen!-fractie telt relatief veel lokale mandatarissen. De parlementaire nieuwkomers van Groen! zijn met andere woorden geen politieke beginnelingen. De NVA-fractie vormt de achterhoede, maar is tegelijk een apart geval. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 ging de partij immers op de meeste plaatsen nog in kartel met CD&V naar de kiezer. CD&V en VLD tellen dan weer het meeste burgemeesters onder hun gekozenen. Het aandeel van de lokale mandatarissen onder de kandidaten ligt een stuk lager: de kleine helft van de kandidaten van de Vlaamse partijen met gekozenen oefent een lokaal mandaat uit. Bij het onderzoek naar de Vlaamse kandidaten van de federale verkiezingen lag dit cijfer nog op 61,9%. Ditmaal moeten we ook rekening houden met de N-VA als aparte politieke formatie, hun kieslijsten voor het Vlaams Parlement bevatten slechts 59 kandidaten met een gemeentelijk mandaat, op een totaal van 210. De drie traditionele partijen en het Vlaams Belang brengen het meeste lokale mandatarissen in stelling: telkens goed voor meer dan 60% van hun kieslijsten. LDD, N-VA en Groen!, blijven daar ver onder.
E. Nationaal mandaat België heeft geen nationale politieke partijen meer. De traditionele politieke partijen zijn al decennia opgesplitst in aparte Vlaamse en Franstalige formaties. Nieuwe politieke partijen, zoals LDD, N-VA of Vlaams Belang hebben geen Waalse tegenhanger. Er wordt door de politieke partijen weinig verschil gezien tussen federale en regionale verkiezingen. Veel politici staan telkens opnieuw op de lijsten, de partijen moeten de kieslijsten immers gevuld krijgen en iedere stemmentrekker – landelijk boegbeeld of lokaal populaire mandataris – is mooi meegenomen. Telkens opnieuw aan verkiezingen deelnemen lokt
-8-
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
meer en meer kritiek uit, toch is er ook ditmaal een aanzienlijke groep federale parlementsleden die kandideerden voor het Vlaams Parlement. Ongeveer 60% van de Vlaamse kamerleden of senatoren7 van de acht onderzochte partijen kandideerde voor het Vlaamse beleidsniveau. Hetzelfde verhaal in juni 2007, toen meer dan 60% van de Vlaamse parlementsleden kandideerde voor het federale niveau (Tabel X). Slechts 10% van de Vlaamse kamerleden die ditmaal kandideerden voor het Vlaams Parlement is effectief verkozen. Twee jaar geleden raakten 12,5% van de Vlaamse parlementsleden federaal verkozen. Het beperkte aantal mandatarissen die kandideren voor een ander bestuursniveau en daarbij ook verkozen wordt, doet een vooral ondersteunende rol uitschijnen voor het gros van die parlementsleden. Ze fungeren op onverkiesbare of minder prominente plaatsen op de kieslijsten. Toch merken we dat van de 66 leden van het nieuw verkozen Vlaams Parlement die uittredende parlementsleden zijn (66 uit de onderzochte partijen, daarnaast ook nog Christian Van Eyken), er 18 uit een andere assemblee komen. Slechts 48 van die 66 uittredende parlementsleden zetelden voor zeven juni 2009 in het Vlaams Parlement. Tabel X. Gekozen mandatarissen op 7 juni 2009 Totaal aantal parlementsleden van de acht partijen (1)8 Kamer Senaat Vlaams Parlement Brussels Parlement Europees Parlement TOTAAL
87 31 122 16 1410 269
aantal parlementsleden dat kandidaat was
Fi 54 18 96 4 4 176
% t.o.v (1) 2009 62,1 58,1 78,7 25,0 28,6 65,4
% % 2007 2004 85,2 56,8 87,1 54,8 62,5 7,.4 35,3 100 78,6 91,7 71,8 69,3
Aantal parlementsleden dat verkozen is
Fi 9 5 489 1 3 66
% t.o.v. (1) 2009 10,3 16,1 39,3 6,25 21,4 37,5
% % 2007 2004 44,3 17,0 29,0 12,9 12,5 38,8 0,0 72,7 14,3 58,3 24,1 30,6
Naast de 66 parlementsleden tellen de acht onderzochte Vlaamse partijen ook negen uittredende ministers onder de nieuwe Vlaamse gekozenen. Behalve Brigitte Grouwels, Brussels staatssecretaris, zijn het allemaal uittredende Vlaamse ministers (Kris Peeters, Hilde Crevits en Veerle Heeren voor CD&V, Patricia Ceyssens en Dirk Van Mechelen voor Open VLD en Frank Vandenbroucke en Kathleen Van Brempt voor sp.a). Op regeringsvlak blijft het verspringen van beleidsniveau dus beperkt. Er waren weliswaar zes federale ministers die op de Vlaamse kieslijsten figureerden, vijf (Stefaan De Clerck, Pieter De Crem, beide CD&V, en Annemie Turtelboom, Guido De Padt en Vincent van Quickenborne, alledrie Open VLD) deden dat echter in een ondersteunende rol als opvolger. De zesde, Steven Van Ackere (CD&V), kandideerde tegelijk voor een Vlaamse zetel in Brussel en een zitje in het Brussels Parlement. Hij is enkel in het Brussels Parlement verkozen. Pascal Smet, Brussels minister, kandideerde net als Brigitte Grouwels voor een Vlaamse zetel in Brussel, maar hij raakte niet verkozen. Smet behaalt wel een mandaat in het Brussels Parlement.
7
Enkel rechtstreeks verkozen (25) en gecoöpteerde (6) senatoren. Door dissidenties (‘eenmanfracties’) ligt het cijfer voor Kamer, Vlaams en Brussels parlement telkens een eenheid lager. 9 Daarnaast is ook nog Christian Van Eyken (UF) herkozen. 10 Tot de verkiezingen van juni 2009, daarna 13 leden.
8
-9-
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
D. De geografische spreiding van de gekozenen Tenslotte nog een blik op de regionale spreiding van de 124 gekozen Vlaamse parlementsleden. De kieswet legt wel vast hoeveel parlementsleden iedere kieskring (= Vlaamse provincie) bevat, maar de ruimtelijke spreiding van de gekozen parlementsleden wordt geheel bepaald door de lijstvorming binnen de partijen en de verkiezingsuitslag. Kaart I toont hoe de 124 Vlaamse parlementsleden verspreid worden over de 308 Vlaamse en 19 Brusselse gemeenten (hoe donkerder de achtergrondkleur, hoe groter de dichtheid van de bevolking per gemeente). Kaart I. De geografische spreiding van de gekozenen
De provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen worden gedomineerd door hun respectievelijke hoofdplaatsen, Antwerpen en Gent. Elf van de 33 parlementsleden uit de Antwerpse kieskring komen uit stad Antwerpen. Gent vertegenwoordigt acht Vlaamse gekozenen. De 13 Vlaamse centrumsteden zijn samen goed voor 47 parlementsleden. Vooral in de provincie Oost-Vlaanderen valt de concentratie van de gekozenen in een beperkte aantal steden op. In totaal worden de 118 parlementsleden uit de vijf provinciale kieskringen verdeeld over 74 gemeenten (op 308). 57 daarvan hebben elk één gekozene op hun grondgebied. Deze gemeenten zorgen alsnog voor enige vorm van territoriale spreiding. Maar meerdere subregio’s van Vlaanderen hebben geen directe stem in het Vlaams Parlement, niet onbelangrijk want parlementsleden zijn een uitgelezen kanaal om steun te werven voor lokale dossiers bij de Vlaamse en federale administraties. De geografische spreiding van de parlementsleden volgt in grote lijnen de meer dicht bevolkte gebieden in Vlaanderen, mits enkele uitzonderingen. De Kempen (zowel in de provincies Antwerpen als Limburg) en de westelijke helft van West-Vlaanderen zijn dunbevolkte, overwegend rurale gebieden die een rechtstreekse lijn zullen hebben met het Vlaams Parlement. Maar globaal genomen lijkt het geografische profiel van het volgende Vlaamse Parlement eerder stedelijk dan landelijk.
- 10 -
Frederik Verleden Profiel gekozenen 7 juni 2009 ___________________________________________________________________________________________________
Belangrijkste resultaten
-
LEEFTIJD: De gemiddelde leeftijd van de gekozenen bedraagt 45,8 jaar, ongeveer hetzelfde gemiddelde als vijf jaar geleden. Vlaams Belang en LDD hebben gemiddeld de oudste fracties. Bij Open VLD valt het grote verschil op tussen de gemiddelde leeftijd van hun kandidaten (38,3) en gekozenen (46 jaar). Het aandeel van de twintigers en dertigers onder de gekozenen daalt. De trendmatige verjonging van het parlementaire personeel lijkt zijn grenzen bereikt te hebben.
-
GESLACHT: Onder meer dankzij de quotawetgeving neemt het aandeel vrouwen onder de gekozenen stelselmatig toe. Vrouwen zijn nu goed voor 41% van de gekozenen (51 vrouwen tegenover 73 mannen), tegenover 32,9% in 2004 en 23,3% vrouwen in 1999. Opvallend is dat de vervrouwelijking van het parlement ook verjonging betekent. 23 van de 51 vrouwelijke gekozenen (of 45,1%) is 40 jaar of jonger. Bij de mannen is die groep slechts goed voor 17,6%. De sp.a-fractie telt als enige meer vrouwen dan mannen. Vrouwen zijn het minst vertegenwoordigd in de fracties van LDD, Groen! en Vlaams Belang.
-
BEROEP: Het beroepsprofiel van de gekozenen is lang geen spiegel van de samenleving. Drie op vier gekozenen zijn beroepspolitici (parlementsleden, ministers of politici met een lokaal uitvoerend mandaat, zoals burgemeesters en provinciaal gedeputeerden). Met de medewerkers van de partijen (en ministeriële kabinetten) erbij, komen we aan meer dan 80% van gekozenen. Ter vergelijking: beroepspolitici en partijmedewerkers samen zijn op de kieslijsten slechts goed voor zo’n 25% van de kandidaten. Niet-actieven en arbeiders zijn niet vertegenwoordigd in het nieuwe parlement.
-
GEMEENTELIJK MANDAAT: Drie op vier Vlaamse gekozenen (74%) oefent een gemeentelijk mandaat uit. Dit betekent een stijging vergeleken met 2004 (toen 65,9%). Ook het aantal gekozen burgemeesters neemt toe (van 13,8% naar 17,7% van de 124 parlementsleden). De CD&V- en Open VLD-fractie tellen het meeste gemeentelijke mandatarissen, hetzelfde geldt voor de burgemeesters. De drie traditionele fracties en die van Vlaams Belang zijn het sterkst lokaal verankerd. N-VA – in 2006 nog in kartel met CD&V – telt in verhouding het minste lokale mandatarissen. Lijst Dedecker telt 5 lokale mandatarissen op 8 gekozenen, een gevolg van lokale overstappen tussen partijen.
-
NATIONAAL MANDAAT: 78% van de uittredende Vlaamse parlementsleden kandideerde voor een nieuw mandaat, maar slechts 39,5% slaagde daarin. Ondanks alle kritiek op het verspringen van bestuursniveau, kwamen opnieuw zo’n 60% van de Vlaamse federale gekozenen op voor het Vlaams Parlement. Hun kandidatuur was in de meeste gevallen louter ondersteunend. Slechts 9 kamerleden en 5 senatoren behalen ook effectief een Vlaamse zetel. Ook zes federale ministers kandideerden voor het Vlaams parlement, in vijf gevallen ondersteunend als opvolger.
-
GEOGRAFISCHE SPREIDING: De grote aanwezigheid van lokale mandatarissen mag niet vereenzelvigd worden met een overwicht van het platteland. In de kieskringen Antwerpen en Oost-Vlaanderen domineren de grote steden Antwerpen en Gent de parlementaire vertegenwoordiging. De 13 centrumsteden zijn goed voor 47 van 124 parlementsleden (37,9%). De 118 Vlaamse parlementsleden (dus zonder Brussel) worden verspreid over 74 – of één vierde – van de 308 Vlaamse gemeenten.
- 11 -