Het conflict in de Kaukasus Vier perspectieven Françoise Companjen
De kortstondige maar heftige oorlog in Georgië van augustus 2008 heeft duidelijk gemaakt hoezeer dit conflict aan de rand van Europa ook onze buitenlandse betrekkingen en energievoorziening raakt. Hoewel de naoorlogse onderhandelingen voorzichtig zijn hervat in Genève, lijkt de algemene discussie hier zich nog steeds af te spelen rondom de vraag ’wie is begonnen?’ Daarbij worden verschillende historische uitgangspunten en juridische referentiekaders makkelijk uit het oog verloren. Drie punten zijn belangrijk voor een beter inzicht in de conflicten die lange tijd bekend stonden als 'bevroren' en die deels ten grondslag liggen aan de korte oorlog van begin augustus tussen Georgië en Rusland: 1) De principes uit de Sovjetgrondwet van 1977 over de rechten en plichten van deelgebieden zijn door het internationaal recht overgenomen, dat wil zeggen dat de Sovjet Socialistische Republiek (SSR) Georgië uit drie deelgebieden bestaat: de Autonome Sovjet Socialistische Republieken (ASSR's) Abchazië en Adzjarië, en de Autonome Oblast (AO) Zuid-Ossetië. Volgens art. 72 hadden SSR's het recht zich van de Sovjetunie af te splitsen, maar de ASSR's en AO's mochten geen soevereiniteit claimen (artikelen 82-85). Een AO was een integraal onderdeel van een SSR (artt. 86-88); 2) De burgeroorlog die in Georgië heeft gewoed (1992-1993) na afsplitsing van de Sovjetunie speelt nog steeds een rol bij het conflict en de onderhandelingen; 3) De belangen van Rusland in Georgië en zijn deelgebieden zijn groot en onderbelicht. Met deze aandachtspunten in gedachten gaan we nu in op de perspectieven van Georgië, Rusland, Zuid-Ossetië en Abchazië op de (burger)oorlog.1 Het Georgische perspectief Georgië is 1,7 keer Nederland en telt ca. 4,5 miljoen inwoners, met nog eens een miljoen Georgiërs in het buitenland (o.a. Rusland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland). Van de drie hierboven genoemde deelgebieden hebben Abchazië en Zuid-Ossetië zich van Georgië afgescheiden, en Adzjarië heeft zich na de Rozenrevolutie onderworpen aan de centrale autoriteiten in Tbilisi. Georgië kampt sinds de herfst van 1993 met ca. 250.000 interne vluchtelingen uit Abchazië. Sinds de oorlog in augustus 2008 zijn daar nog eens ruim 20.000 vluchtelingen uit Zuid-Ossetië bijgekomen. De burgeroorlog Volgens de Sovjetgrondwet van 1977 had Georgië het recht zich van de Sovjetunie af te splitsen, maar de deelgebieden hadden niet het recht zich van Georgië af te scheiden. Toen Zuid-Ossetië in december 1991 toch eigen verkiezingen wilde houden, zond de toenmalige Georgische president Zviad Gamsachoerdia troepen naar Zuid-Ossetië. De Zuid-Osseten wonnen het gevecht en Gamsachoerdia moest een maand later het veld ruimen: hij werd verdreven door militia. In maart 1992 kwam Edoeard Sjevardnadze uit Moskou naar Tbilisi om orde op zaken te stellen in Georgië, maar Gamsachoerdia vocht vanuit ballingschap terug.
1
In juli 1992 stuurde de toenmalig leider van Abchazië, Ardzinba, een brief aan Sjevardnadze met de mededeling dat Abchazië terug wilde gaan naar de grondwet van 1925 waarin Abchazië een zelfstandige republiek was. Een maand later (14-16 augustus) werden Georgische troepen in Abchazië beschoten toen ze onaangekondigd de grens waren overgestoken. Het gevecht hield aan en escaleerde. Toen ca. 250.000 etnische Georgiërs uit Abchazië moesten vluchten, is dat door sommigen als 'etnische zuivering' opgevat. Vanuit Georgisch perspectief leek het alsof Abchazië zich eenzijdig en met geweld van Georgië wilde afscheiden. Om de burgeroorlog te eindigen sloot Sjevardnadze een overeenkomst met de Russische president Jeltsin in ruil voor hulp. Georgië zou deel gaan uitmaken van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS), Rusland zou nog enige tijd militaire bases in Georgië houden, en met 2.000 à 3.000 GOS-manschappen een vredesmacht vormen in dat gebied met betrokkenheid van de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). In ruil daarvoor werden de pro-Gamsachoerdia-troepen verslagen en keerde de relatieve rust terug. Sjevardnadze bleef tot de Rozenrevolutie van november 2003 aan de macht. Vanuit Georgisch perspectief is het zo dat Tbilisi diverse vérgaande handreikingen heeft gedaan en bijna tot een akkoord met Abchazië kon komen, ware het niet dat Rusland de onderhandelingen achter de schermen deed mislukken. Voornaamste inzet van Tbilisi was en is de terugkeer van de interne vluchtelingen naar Abchazië. Georgië-Rusland Na de Rozenrevolutie heeft president Michail Saakasjvili in 2004 een radicale keuze gemaakt voor de VS, de NAVO en Europa en wilde hij een echt onafhankelijke Georgische staat vormen, op westerse leest geschoeid. Hij hoopte door middel van NAVO-lidmaatschap de territoriale integriteit van Georgië te kunnen herstellen en de Russische invloed in deze te kunnen bedwingen, temeer daar de (duur betaalde) VN in al die jaren niet veel had bereikt. De spanning tussen Moskou en Tbilisi steeg met name tussen 2006 en 2008, met de uitzetting van Russische diplomaten uit Tbilisi en Georgische burgers uit Moskou, een algehele boycot van Georgische goederen in Rusland, de illegale uitgifte van Russische paspoorten in separatistische gebieden, en schending van elkaars luchtruim. Het is Georgië een doorn in het oog dat Rusland als belanghebbende tevens vredesbewaarder is. De oorlog Eind juli en begin augustus 2008 waren er, zoals in de afgelopen tijd vaker was voorgekomen, incidentele schermutselingen tussen Georgische en Zuid-Ossetische militairen.2 Een voertuig met etnisch Georgische politiemensen werd op 1 augustus door separatisten opgeblazen. Vervolgens werd het vuur geopend op Georgische dorpen. Georgische troepen vuurden daarop terug op Tschinvali, de Zuid-Ossetische hoofdstad. Naar aanleiding van deze vijandelijkheden werd onder leiding van Russische waarnemers afgesproken tot een staakt-het-vuren op 7 augustus. President Saakasjvili bood de ZuidOssetiërs onbeperkte autonomie aan binnen de Georgische staat, waarbij aangeboden werd dat Rusland – als vredesmacht – desgewenst deze autonomie zou mogen waarborgen. Naar verluid is de Russische diplomaat nimmer voor het gesprek komen opdagen. Ook de ZuidOssetische vertegenwoordiger liet verstek gaan. De Russen lieten de beschietingen gebeuren en traden niet op als vredesbewaarder. President Saakasjvili stelt (tijdens zijn vakantie) inlichtingen te hebben ontvangen dat vijf bataljons van het 58e Russische leger aanstalten maakten Zuid-Ossetië vanuit Rusland door de Roki-tunnel binnen te dringen. De Georgische president heeft aan zijn leger opdracht gegeven de Russische troepen tegen te houden. Daarvoor moest het Georgische leger zich
2
door de hoofdstad Tschinvali bewegen richting tunnel. Saakasjvili had de plicht het Georgische grondgebied te beschermen en was hiertoe gerechtigd. De Georgische troepen waren niet op tijd bij de Roki-tunnel. De weg door het Tschinvaligebied duurde langer dan verwacht. Bovendien volgde al snel een Russisch luchtoffensief. Rusland bezette delen van Georgië buiten Zuid-Ossetië en Abchazië. Daarmee heeft Moskou disproportioneel geweld gebruikt. Georgië beschouwt ondertussen Abchazië en Zuid-Ossetië als door Rusland bezet gebied. Het Russische perspectief De Russen hebben met lede ogen moeten toezien hoe de Unie uit elkaar viel, waarbij miljoenen Russen zich nogal plotseling op vreemd grondgebied bevonden. In Georgië bijvoorbeeld bestond ca. 6 procent van de bevolking uit Russen en in Abchazië 14 procent. De Abchazische kust was voor de beleving van veel Russen 'hun' Rivièra. Rusland heeft er een belangrijke militaire basis en Russische generaals hebben er nog hun datsja staan. In het geval van Zuid-Ossetië zijn het de Osseten zelf die aangegeven hebben bij het NoordOssetië van de Russische Federatie te willen horen. Rusland voelt zich dus gesterkt om de zelfbeschikking van deze gebieden te steunen. Vanuit Russische optiek neemt het land verantwoordelijkheid voor burgers in Abchazië en Zuid-Ossetië door aan hen paspoorten uit te delen, want daarmee krijgen zij recht op uitkeringen en pensioenen. Rusland-Georgië Vanuit Russisch perspectief heeft Moskou Georgië door de geschiedenis heen beschermd (tegen Mongolen en moslimheerschappij) en helpen moderniseren: eerst door opneming in het bestel van tsaristisch Rusland in de 19e eeuw, later door incorporatie in de Sovjetunie. Ook tijdens de burgeroorlog na afsplitsing van de Sovjetunie heeft Rusland de orde helpen herstellen. Georgië zou meer dankbaarheid mogen tonen. Het is Rusland een doorn in het oog dat Georgië onder president Saakasjvili zo'n pro-westerse, pro-NAVO koers vaart en ruim 2.000 militairen voor de oorlog in Irak heeft geleverd. Met de Baku-Tbilisi-Ceyhanoliepijpleiding doorkruist Georgië bovendien het Russische belang de gehele olie- en gastoevoer aan Europa te controleren. Maart 2008 De erkenning van Kosovo door het Westen is ook van invloed geweest op de Russische strategie in de Kaukasus: Moskou besloot als 'antwoord' hierop reeds in een Doemavergadering van maart 2008 de separatistische gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië te erkennen. Als de NAVO een raketschild in Polen en Tsjechië wil plaatsen, is Rusland verplicht voor zichzelf op te komen en de eigen grenzen te herevalueren, mede omdat de pacht van de basis in Sevastopol in 2017 eindigt en waarschijnlijk niet zal worden verlengd door Oekraïne. De oorlog Rusland refereert liever aan peace enforcement, niet aan oorlog. Het land ontkent niet dat een busje met Georgische politie in Zuid-Ossetië is opgeblazen, noch dat er beschietingen zijn geweest, en ook niet dat belangrijke onderhandelingen zijn afgelast. Maar daarmee was het staakt-het-vuren nog wel geldig. Vanuit Russisch perspectief heeft Georgië dit bestand onverwacht geschonden, en heeft Tbilisi disproportioneel geweld gebruikt en onnodig veel civiele slachtoffers veroorzaakt. Ook ontkent Rusland niet dat het 58e leger zich in de buurt van de Roki-tunnel had verzameld, maar dit betrof een normale roulatie van troepen. Het Russische standpunt is dat toen het Georgische leger Zuid-Ossetië binnenviel, zij als vredesbewarende macht in de regio de verplichting had Russische en andere onschuldige
3
burgers te beschermen tegen Georgische agressie in Tschinvali. Horrorverhalen over wreedheden die Georgische soldaten zouden hebben gepleegd jegens burgers in de ZuidOssetische hoofdstad, deden de ronde.3 Rusland werd gedwongen van peacekeeping naar peace enforcement over te stappen om een 'genocide' te voorkomen. De Russen vergelijken hun rol met die van de Amerikanen in Servië, die hetzelfde argument gebruikten inzake Kosovo. Het Zuid-Ossetische perspectief Zuid-Ossetië is qua oppervlakte vergelijkbaar met de provincie Friesland. Er leefden ca. 60.000 inwoners, waarvan bij benadering een derde Georgiërs. Het gebied bestond uit een lappendeken van Ossetische en Georgische dorpen. De bevolking bestond voor een groot deel ook uit gemengde Georgisch-Ossetische huwelijken. Grensgebieden van Zuid-Ossetië stonden voor de oorlog van augustus 2008 nog onder invloed van de regering in Tbilisi. Sinds 2006 heeft Zuid-Ossetië twee regeringen: één van het separatistische gebied onder Kokoiky; en één trouw aan Tbilisi onder Sanakoev, gezeteld in Koerta. De Zuid-Osseten hebben altijd al meer sympathie gehad voor het bolsjewistische Rusland dan voor het mensjewistische Georgië (1918-1921). Ze voelen zich wat taal en cultuur betreft verwant aan de Noord-Osseten in de Russische Federatie. Als Autonome Oblast hadden ze wel recht op hun eigen taal en cultuur, maar niet op soevereiniteit.4 De burgeroorlog Toen de leiders uit Zuid-Ossetië in december 1991 hun eigen verkiezingen wilden houden, trok de Georgische president Gamsachoerdia van de weeromstuit de autonome status van de regio in, en stelde de Georgische taal verplicht in het gebied. Hij stuurde ook troepen: duizenden doden waren het resultaat en tienduizenden Osseten vluchtten naar NoordOssetië. Het gevecht eindigde formeel in juli 1992 onder toeziend oog van de Russische president Jeltsin. Een vredesoperatie werd die herfst ingesteld onder de hoede van de OVSE, met troepen uit GOS-landen; in de praktijk waren dat vooral Russische soldaten. In 1993 en 1994, na de verkiezing van nieuwe Zuid-Ossetische leiders, spraken de ZuidOsseten wederom de wens uit zich aan te sluiten bij Noord-Ossetië. De Zuid-Osseten overleven door middel van kleinschalige landbouw dan wel via zwarte handel, omdat er verder weinig werkgelegenheid is. De centrale regering in Tbilisi heeft de zwarte markt Ergneti gesloten in een poging greep te krijgen op de eigen economie. Daardoor voelden de Zuid-Osseten zich nog meer in de armen gedreven van Rusland (paspoorten en uitkeringen) en Noord-Ossetië (aansluiting). In een referendum van 2006 kwam weer tot uiting dat de bevolking aansluiting wenste met Noord-Ossetië. De resultaten van dit referendum zijn echter door geen enkele internationale organisatie erkend. De oorlog Zuid-Osseten beweren enerzijds dat het Georgische leger Tschinvali is binnengevallen en daar heeft huisgehouden, waarbij militaire en burgerdoelen niet goed uit elkaar werden gehouden. Zuid-Osseten van Georgische afkomst beweren dat Osseten voornamelijk Georgische dorpen hebben aangevallen, zich daarmee schuldig makend aan 'etnische zuiveringen'. Het zijn vooral Zuid-Ossetische en Noord-Kaukasische militia die hebben geplunderd.5 In de eerste dagen na de oorlog in augustus was er sprake van een Zuid-Ossetische wens tot aansluiting bij de Russische Federatie, maar de president van Zuid-Ossetië, Edoeard Kokoity, heeft deze uitspraak onder druk van Rusland teruggetrokken ten faveure van onafhankelijkheid.6 Rusland zou namelijk niet meer kunnen volhouden dat ze als peace
4
enforcer moest optreden. Het zou lijken op het met militair geweld veroveren van land. Rusland heeft Zuid-Ossetië als onafhankelijke staat erkend. Het Abchazische perspectief Abchazië, een gebied iets kleiner dan onze drie noordoostelijke provincies bij elkaar, bestond volgens de census van 1989 nog uit een bevolking van 525.061, waarvan 17,8 procent Abchazen, 45,7 procent Georgiërs, ca. 14 procent Russen en iets meer Armenen. In 2003 was de bevolking gehalveerd: het Georgische deel was in september 1993 immers gevlucht. Een kleine 30.000 Georgiërs zijn gebleven. Voor de oorlog in augustus 2008 hadden de centrale Georgische autoriteiten nog controle over 'Upper' Abchazië: een gebied rondom de Kodori-vallei dat zij hebben gehouden na de burgeroorlog van 1992-1993. Hetzelfde geldt voor het gebied rondom Gali, een plaatsje in het zuiden van Abchazië dichtbij de grens. Zo'n kleine 10.000 voornamelijk oudere Georgiërs mochten daar voor de oorlog seizoensarbeid verrichten, waarna de meesten de winter weer over de grens doorbrachten. Abchazië: van SSR naar ASSR Al in november 1917, direct na de Russische Revolutie, nam Abchazië een eigen grondwet aan. Abchazische bestuurders hadden goede banden met de regering in Moskou, mede omdat zij beiden bolsjewistisch waren. Toen in februari 1921 het Rode Leger Abchazië binnenviel, verzocht de leiding van de regio aan Lenin de SSR-status en kreeg die ook, maar met de weinig eenduidige status van ‘treaty republic’ samen met de SSR Georgië. In 1931 veranderde Stalin de Abchazische SSR-status in een ASSR-status: hiermee verloor Abchazië het recht zich onafhankelijk te verklaren. Het Georgisch werd er een officiële taal en etnische Georgiërs werden aangemoedigd er te gaan wonen. Het is uit die periode dat er ook hier veel gemengde huwelijken zijn ontstaan. Er gingen ook veel Russen en Armenen wonen. De burgeroorlog De Abchazen ontkennen met geweld te zijn afgescheiden. Vanuit hun optiek waren zij nog in onderhandeling met Tbilisi over hun status, toen de toenmalige Georgische minister van Defensie Kitovani onaangekondigd met manschappen de grens bij Zoegdidi overstak, op zoek naar een gekidnapte minister met nog een elftal personen. Toen pas hebben Abchaziërs geschoten. Zij refereren bovendien aan een 'culturele genocide' die door Georgische troepen is gepleegd, omdat specifiek hun nationale archieven en culturele monumenten tijdens de burgeroorlog werden vernietigd. Abchazië heeft zich pas in 1999 onafhankelijk verklaard, nadat de bevolking zich in een referendum op 3 oktober van dat jaar had uitgesproken voor een onafhankelijke staat. Het is markant dat Abchazië na het staakt-het-vuren met Georgië in 1993 nog tot 1999 heeft gewacht met een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. De Abchazen willen eerst erkenning van hun onafhankelijkheid voordat zij de interne vluchtelingen teruglaten, temeer daar zijzelf dan wederom een minderheid zouden vormen in eigen land. Daarbij komt dat er nog steeds veel bitterheid en angst heerst over en weer, ondanks dat NGO's de dialoog tussen Abchaziërs en Georgiërs weer op gang hebben gebracht, in een poging een deel van de emotionele schade te herstellen.7 Maart 2008 In maart 2008 heeft Georgië een vredesvoorstel gepubliceerd dat veel overeenkomsten vertoont met een voorstel twee jaar eerder gedaan. Het document voorziet in onbeperkte autonomie (d.w.z. het recht op een eigen grondwet, regering en wetten, met uitzondering van
5
het buitenlands beleid en soevereiniteit) voor Abchazië, maar vormt een stap terug ten opzichte van een eerder gedaan voorstel. Eerder werd namelijk nog gesproken van een federatieve staat waarvan Abchazië deel zou kunnen uitmaken, en zelfs van een Abchazische vicepresident en het Abchazisch als een van de formele talen van Georgië. Abchazië zag het vredesvoorstel van 2008 als een schijnbeweging van Georgië om de Membership Action Plan-status te krijgen bij de NAVO-top in Boekarest.8 De oorlog Hoewel Abchazië afgelopen zomer niet direct betrokken was bij de gevechten, heeft peace enforcer Rusland ook bufferzones rondom Abchazië bezet en zijn er ook vanuit die gebieden veel mensen gevlucht. Dankzij de Russische luchtmacht heeft Abchazië nu ook die laatste enclaves in de Kodori-vallei en de Gali-regio van Tbilisi teruggewonnen. Rusland heeft Abchazië als staat erkend. Abchazië heeft als voordeel boven Zuid-Ossetië dat de infrastructuur niet is beschadigd tijdens de oorlog en dat er met de komst van de winterspelen in 2014 – vlak over de Abchazische grens bij het Russische Sotsji – veel economische bedrijvigheid is. Samenvattend: verschillende afwegingen De situatie is complex. De oorlog van augustus 2008 ligt in het verlengde van de spanningen die sedert 2006 tussen Rusland en Georgië zijn opgelopen vanaf het moment dat president Saakasjvili een eenduidige pro-westerse, pro-NAVO-koers is gevaren. Vanuit een langere termijnperspectief ligt een deel van de oorzaak in de Sovjetwetgeving die gebaseerd was op etnisch-culturele verdeel-en-heerspolitiek, en het spanningsveld tussen recht op zelfbeschikking van de deelgebieden en territoriale integriteit van Georgië. Verschillende bronnen bevestigen dat Rusland (achter de schermen) de onderhandelingen met Abchazië en Zuid-Ossetië frustreert. Het is hoe dan ook twijfelachtig dat een belanghebbende partij als vredesbewaarder optreedt. Volgens Human Rights Watch hebben beide partijen gedurende deze korte oorlog onnodig veel burgers geraakt. Vanuit het territoriale integriteitsprincipe en het internationaal recht was Tbilisi gerechtigd het eigen terrein (Zuid-Ossetië) tegen een buitenlands leger te beschermen. Of het verstandig was overhaast gebruik te maken van dat recht (met mogelijk misinterpretatie van foto's) is een tweede. Abchazië en Zuid-Ossetië zijn, hoewel door Rusland officieel erkend, thans officieus militair bezet door dat land. Zolang de VN oproept deze gebieden niet te erkennen en de internationale gemeenschap zich daaraan houdt, is er nog een mogelijkheid tot onderhandelen. Behalve Rusland heeft alleen Nicaragua deze gebieden erkend, maar dat land heeft dat (nog) niet geratificeerd. Vooralsnog lijkt president Saakasjvili het omgekeerde te hebben bereikt van hetgeen hij op had ingezet. Immers: vóór de oorlog had hij enige controle over grensgebieden van ZuidOssetië en over een deel van Abchazië. Er waren meer onderhandelmogelijkheden en openingen voor een oplossing van de problematiek van de interne vluchtelingen. Nu heeft Georgië er tienduizenden vluchtelingen bij. Georgië's kansen op toetreding tot de NAVO zijn niet verbeterd, al hebben de VS op 9 januari 2009 wel een strategisch partnerschap met het land afgesloten. Verder had Saakasjvili de hoop dat Europa het echte gezicht van het nieuwe Rusland zou zien. Het zicht van Europa op Rusland lijkt echter wat vertroebeld door energiepolitiek. Hoe dient Europa zich op te stellen? Europa wil Rusland niet al te zeer voor het hoofd stoten, mede vanwege Russische gasleveranties. Hierbij worden mijns inziens twee aspecten vergeten.
6
Duitsland en Nederland zijn betrouwbare afnemers, en Rusland heeft onze euro's evengoed nodig, temeer daar rijke Russen zelf weinig in eigen land investeren. Ten tweede is het niet onaannemelijk dat Rusland de oorlog in Zuid-Ossetië heeft uitgelokt. Met grote militaire en financiële belangen in Abchazië, diepte-investeringen langs de kust bij Sotsji door machtige Moskoviete clans, en de Olympische Winterspelen van 2014 in Sotsji voor de deur, was het in het belang van Rusland de oorlog nu in Zuid-Ossetië uit te vechten en Georgië militair onklaar te maken, zodat ze verder hun gang zouden kunnen gaan in en naast Abchazië – zonder de infrastructuur in dat gebied te beschadigen. In 2017 loopt bovendien de pacht van de havenfaciliteiten in Sevastopol af, met een redelijke kans dat Oekraïne de overeenkomst niet zal verlengen. Rusland heeft met de controle over Abchazië toegang tot alternatieve havens en kust langs de Zwarte Zee. Het ‘nieuwe Rusland’ en de kwestie energie zouden voor Europa evengoed een reden kunnen zijn alternatieve energiebronnen te ontwikkelen en zich actiever met Georgië te bemoeien: de BTC-olie-/gaspijpleiding door Georgië doorbreekt het Russische monopolie op energie. Daarnaast kan Georgië een belangrijk steunpunt zijn richting Afghanistan en Centraal-Azië. Dr. F.J. Companjen is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, met als specialisme cultuur en democratie in Georgië. Zij doet er regelmatig veldwerk en organiseert jaarlijks verschillende bijeenkomsten over Kaukasische cultureel-politieke thema's voor professionele en academische belangstellenden.
Noten 1. Zie voorgaande nummers van Atlantisch Perspectief voor de gezichtspunten vanuit de NAVO en VN, en de verschillende onderhandelingsscenario's. 2. Svante E. Cornell c.s., Russia's War in Georgia: Causes and Implications for Georgia and the World, Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program, augustus 2008. Meer bronnen zijn bij auteur bekend. 3. Human Rights Watch, Up in Flames: Humanitarian Law Violations and Civilian Victims in the Conflict over South Ossetia, 23 januari 2009. Volgens dit rapport hebben alle partijen zich schuldig gemaakt aan het gebruik van lukraak en buitensporig geweld, en is met name het aantal doden en het gebruik van het woord 'genocide' overdreven om wraakacties tegen Georgiërs te ontketenen, aldus Anna Neistat van HRW. 4. Zie over Georgië – Zuid-Ossetië ook: Françoise Companjen, ‘Oorlog in de Kaukasus: splijtzwam of spiegel?’, Jason Magazine, jrg. 33 nr. 4 (2008), pp. 6-9. 5. Ibid noot 3. 6. ‘South Ossetia Slapped down over Russia Unity Claim’, Times Online, 11 september 2008. 7. Zie bijv. het werk van George Hewitt over Abchazië in Open Democracy, 19 augustus 2008. Tevens: Companjen, Between Tradition and Modernity, Amsterdam, 2004. 8. Liz Fuller, ‘Georgia: Latest Peace Proposal for Abkhazia a Non-Starter’, RFE/RL Report, 3 april 2008.
7