het buitengebied in ontwikkeling
drie ontwerpopgaven rond Gouda belicht
STADSE FRATSEN
1
GROENE GROLLEN
Stadse fratsen het buitengebied in ontwikkeling
Groene grollen drie ontwerpopgaven rond Gouda belicht
gouds regionaal Architectuur platform
concept en inhoud: Thijs van Hees, Jutta Hinterleitner, An van Veen grafisch ontwerp: Peterpaul Kloosterman uitwerking deelprojecten: Remco Rolvink, landschapsarchitect, bureau Alle Hosper Daniel de Witte, architect, Edifico Ontwerp & Bouwadvies Ingrid Douwes, architect, Douwes Architectuur Wim Keijsers, stedenbouwkundige, Buro Nieuwe Gracht Hester Wessels, architect, SP Architecten Dit project is mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor Architectuur, de Gemeente Waddinxveen, de Gemeente Gouda en de Provincie Zuid-Holland. Dank gaat uit naar Rudy Terlouw en Diny Buisman van Zuid-Hollands Landschap. ISBN/EAN: 978-90-812569-2-6 www.architectuurcentrumgrap.nl
INHOUD
VOORWOORD
5
HOOFDSTUK 1
DE WORKSHOP
7
HOOFDSTUK 2
CASE WADDINXVEEN
10
HOOFDSTUK 3
CASE REEUWIJK
18
HOOFDSTUK 4
CASE GOUDERAK
28
EPILOOG
36
VO ORWOORD In het Groene Hart is het ruimtegebruik in snel tempo aan het veranderen als gevolg van verstedelijking, verandering van de agrarische gebruiksfuncties en door de komst van nieuwe groene functies zoals natuurontwikkeling. De betekenis van het Groene Hart is daarmee in de loop van de afgelopen decennia gewijzigd. Méér dan voorheen worden de veranderingen gestuurd door de invloed van de omliggende stad. Méér Randstadbewoners zijn in het Groene Hart gaan wonen of recreëren. Dat vraagt ook andere voorzieningen. Het betekent dat de ruimtelijke context van de traditionele bebouwingslinten in het buitengebied gaat veranderen. Het huidige agrarische gebruik is deels aan het verdwijnen. De vrijkomende agrarische gebouwen en erven bieden mogelijkheden voor nieuwe vormen van wonen, werken en recreatie.
het project ‘Stadse fratsen en groene grollen’ gestart. Gedurende een intensieve dag met excursie, workshops en debat met vertegenwoordigers van gemeenten en provincie, met ontwerpers, bestuurders en maatschappelijke organisaties is er een discussie gevoerd over de toekomst van het landelijke gebied rond Gouda. De ruimtelijk verbeelding van opties stond hierbij voorop.
De vraag is, hoe dit zodanig kan gebeuren dat de bijzondere kwaliteiten van het Groene Hart gerespecteerd en benut blijven. Het Gouds Regionaal Architectuur Platform (grAp) wil de discussie over de aanpassing van het landelijke gebied stimuleren. In dat licht is
Tot ziens bij een volgende activiteit van grAp!
STADSE FRATSEN
Het resultaat is neergelegd in deze publicatie. Dank aan betrokkenen. We hopen als organisatie bijgedragen te hebben aan een inspirerende discussie over het fraaie buitengebied wat Gouda omgeeft en hopen met deze publicatie bij te dragen aan de discussie over de kwaliteit en duurzame ontwikkeling ervan.
Henk de Jong voorzitter van het Gouds Regionaal Architectuur Platform december 2009 5
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
6
GROENE GROLLEN
HO OF DST U K 1
DE WORK SHOP planvorming. De organisatie vanuit het grAp was in handen van Thijs van Hees – tevens dagvoorzitter, Jutta Hinterleitner en An van Veen. De workshoplocatie – de beheerboerderij van Zuid-Hollands Landschap midden in de Krimpenerwaard – werd beschikbaar gesteld door het Zuid-Hollands Landschap en de provincie ZuidHolland Deelnemers waren architecten en landschapsarchitecten, adviesbureau’s, vertegenwoordigers van gemeenten, provincie, waterschappen en maatschappelijke organisaties.
grAp richt zich op het organiseren van discussies over de fysieke leefomgeving in en om Gouda. De omgeving van Gouda bestaat uit veenweidegebieden en droogmakerijen. Deels zijn dit gebieden die nauwelijks veranderen. Deels is het veenweidegebied in gebruik genomen door glastuinbouw, boomkwekerij, woningbouw en bedrijven. In de toekomst liggen verdergaande veranderingen in het verschiet. Daarbij gaat het om grootschalige natuurontwikkeling, groei van de reacreatievoorzieningen, verandering van de bebouwingen en een tooename van de infrastructuur. Dit is de reden voor grAp om de kwaliteit van de ruimtelijke ontwikkeling in het landelijk gebied aan de orde te stellen.
De dag begon met een busexcursie naar de locaties van de ontwerpopgaven: Polder Bloemendaal in de gemeente Waddinxveen, de Middelburg-Tempelpolder (MT polder) in de gemeente Reeuwijk, en het dorp Gouderak in de Krimpenerwaard, gemeente Ouderkerk. Onderweg legden ambtenaren en wethouders van de gemeenten uit wat hun vragen aan de workshopdeelnemers waren. Op de workshoplocatie werden door Remco Rolvink, landschapsarchitect betrokken bij de planvormingsprocessen in Gouwe Wiericke, en Frits Bokelman, steden-
Tijdens de workshop op 11 september 2009 stond de ontwikkeling van de bebouwings- en transformatieopgaven in het buitengebied centraal. In samenwerking met de gemeenten Reeuwijk, Waddinxveen en Ouderkerk zijn een drietal locaties met bijbehorende ontwerpvraagstukken aan de orde gekomen. Het doel was om tot ideeën te komen die kunnen doorwerken in de reële STADSE FRATSEN
7
GROENE GROLLEN
Remco Rolvink
Frits Bokelman
Publiek
Team Waddinxveen
Team Reeuwijk
Team Ouderkerk
STADSE FRATSEN
8
GROENE GROLLEN
Eindpresentatie
Presentatie Reeuwijk
Presentatie Waddinxveen
bouwkundige, lezingen gegeven die de deelnemers wat meer know how over het gebied en de bestuurlijke kaders (wet- en regelgeving omtrent ontwikkelingsprocessen) mee moesten geven. Na de toelichting en verdieping van de drie ontwerpvragen verdeelden de 36 deelnemers zich over drie teams en gingen in de schuur en de stal discussiëren en schetsen. In een korte tussentijdse presentatie werden de
STADSE FRATSEN
ideeën getoetst aan de andere teams, en in een tweede slag werden de ideeën uitgewerkt voor de eindpresentatie aan wethouders en provincie. De uitkomsten van de dag worden in het volgende hoofdstuk beschreven, maar er kan hier alvast gezegd worden dat de resultaten aantonen dat een interdisciplinaire aanpak en creatieve uitwisseling met een hele groep leidt tot uitdagende en vernieuwende ideeën.
9
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
10
GROENE GROLLEN
HO OF DST U K 2
CA SE WADDINXVEEN
Polder Bloemendaal is een veenweidelandschap, grotendeels in gebruik voor de veehouderij. Glastuinbouw en boomteelt is hier ook gevestigd. In het kader van het Veenweidenconvenant Gouwe Wiericke willen we in samenspraak met de maatschappelijke partners de komende tijd werken aan een integraal ontwikkelingsplan. Daarin zal de veenweidenatuur en hierbij passend agrarisch gebruik meer nadruk gaan krijgen (ca. 270 ha grond wordt onderdeel van de provinciale ecologische hoofdstructuur).
OPDR AC H T :
De overheden streven naar het geven van meer maatschappelijke betekenis aan het gebied door:
De case werd aangereikt en begeleid door Eric Kortlandt, afdeling strategie en beleidsontwikkeling namens de gemeente Waddinxveen.
Help mee de ruimtelijke ontwikkeling zo te ontwerpen dat de gewenste vergroting van de maatschappelijke betekenis wordt gerealiseerd. Probeer de overgang tussen en de verdeling van de verschillende functies te bespreken en vorm te geven. Hoe kunnen de verschillende functies (glastuinbouw, boomteelt, bewoning, natuur en recreatie) naast elkaar bestaan, en elkaar versterken? Welke vormentaal hoort daarbij? Welke ontsluiting?
• Een nieuw evenwicht tussen boeren en (veenweide)natuur; • Vergroting van de recreatieve betekenis van het gebied rekening houdend met de verstoringsgevoelige veenweidenatuur; • Landschapsherstel door sanering van verspreid glas en inperking van het boomteelt-areaal.
STADSE FRATSEN
11
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
12
GROENE GROLLEN
R E S U LTA AT W O R K S H O P T E A M :
de mogelijkheid bieden het te bekijken en beleven (als recreatie gebied). Door het huidige padenstelsel (voor langzaam verkeer) uit te breiden, krijgt men toegang tot het gehele gebied en wordt er op dat nivo een koppeling gemaakt met de omliggende gebieden (noordzijde MT-polder, zuidzijde Gouda). De paden zien wij als houten bruggen, waar het landschap ongerept onder door loopt. De paden hebben hun eigen structuur, zodat je de structuur van het onderliggende landschap steeds anders ervaart. Om water te bergen, maar ook om meer afwisseling te
De volgende tekeningen en teksten zijn ontstaan tijdens de workshop en door architect Hester Wessels verder uitgewerkt. Het belangrijkste uitgangspunt is de natuur, het landschap en de cultuurhistorische waarde van het gebied. De aanwezigheid van een zwarte stern kolonie, houtkaden met sporadisch nog kievitsbloem, geriefhoutbosjes, de kavelstructuur, etc. Wij willen het gebied zo veel mogelijk in tact houden, daar waar nodig verbeteren en
Kievitsbloem
Zwarte stern
< Status quo STADSE FRATSEN
13
GROENE GROLLEN
creëren wordt het deel waar de zwarte stern kolonie zich bevindt als moeras uitgewerkt, met bijbehorende flora en fauna. De glastuinbouw wordt zo veel mogelijk beperkt, maar de sierteelt wordt gehandhaafd. De recreatieve routes leiden dan ook langs de zo kenmerkende kwekerijen. De huidige bebouwing aan de Henegouwerweg beperkt het zicht op de prachtige polder Bloemendaal. Interessant is dat de bestaande bebouwing aan de kromme Esse een cluster vormt. Refererend aan dit bestaande gebiedje besluit ons team om een tweede cluster te cre-
eren, en een extra lus te maken op het achterliggende lagere deel (vergelijkbaar met de kromme Esse in het bestaande deel) met daarbinnen geconcentreerde woningbouw op het hogere deel. Buiten de lus creëren wij zo veel mogelijk openheid om zicht te krijgen op de polder. Voor de bebouwing binnen de lus denken wij aan een samenhangend geheel van verschillende soorten bebouwing, met als eyecatcher 2 woontorentjes. Vanuit de torentjes heb je prachtig uitzicht over de polder aan de ene zijde en over het water aan de andere zijde. Door de
Schetsen en principe nieuwe bebouwingscluster
STADSE FRATSEN
14
GROENE GROLLEN
De Gouwe Route snel verkeer Route langzaam verkeer bestaand
Bestaande geclusterde bebouwing
Route langzaam verkeer nieuw Woningbouw Boomteelt Moeras
Nieuwe lus
Natuurgebied Zichtlijnen
STADSE FRATSEN
15
GROENE GROLLEN
bebouwing te concentreren, blijft het zicht op de polder behouden. Door de Henegouwerweg te verleggen rond deze nieuwe bebouwingsvlek, komt de bebouwing aan het water te liggen en krijgt ook de Gouwe een andere betekenis. referentiebeelden
WORKSHOPTE AM:
Wim de Bruijne, architect Inge Froger, senior beleidsmedewerker milieu en erfgoed gemeente Reeuwijk Debby Gerritsen, regiocoördinator, Landschapsbeheer Zuidholland Eric Kortlandt, afdeling strategie en beleidsontwikkeling, gemeente Waddinxveen Martin Kemp, senoir beleidsadviseur openbare ruimte, gemeente Gouda Cees Moerman, consultant, Agrimaco J.L.Roggeveen, architect, Roggeveen & Piso Architecten Harold van Rooij, makelaar, Schep Makelaardij Willem van Valen, senior beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling en milieu, gemeente Waddinxveen Hester Wessels, architect, SP architecten U I T W E R K I N G W O R K S H O P R E S U LTAT E N :
Hester Wessels, architect, SP architecten
STADSE FRATSEN
16
GROENE GROLLEN
referentiebeelden
STADSE FRATSEN
17
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
18
GROENE GROLLEN
HO OF DST U K 3
CA SE REEUWIJK hoe de economische basis voor de bedrijven kan worden gewaarborgd. Transformatie en toevoeging van functies kan hiervoor een uitkomst zijn.
De Middelburg-Tempelpolder (MT polder) is een diepliggende polder. De Middelburger polder is een droogmakerij, waar het veen is afgegraven tot aan de kleilaag. De Tempelpolder heeft nog een veenlaag. Het gebied is grotendeels in gebruik voor de veehouderij. Er is echter ook boomteelt gevestigd, rond de kern Tempel. De drooglegging in het gebied is te gering voor een goede en rendabele veehouderij. De functies van de boerderijen in het gebied zullen dus op den duur gaan veranderen (na één generatie). Verlaging van het waterpeil is geen optie vanwege de zoute kwel.
OPDR AC H T :
Probeer de overgang tussen en de verdeling van de verschillende functies te bespreken en vorm te geven. Hoe kunnen de verschillende functies (boomteelt, bewoning, natuur en recreatie) naast elkaar bestaan, en elkaar versterken? Welke vormentaal hoort daarbij? Welke ontsluiting? Denk daarbij ook aan de economische randvoorwaarden: de bedrijven moeten kunnen overleven, maar kunnen wellicht andere/nieuwe bedrijfstakken ontwikkelen.
Er ligt nog een vraag om waterberging op het gebied. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat grootschalige waterberging daar niet mogelijk is. Een klein deel van de polder (20 ha) kan nog wel dienst doen als calamiteitenberging voor Boskoop Oost.
De case werd aangereikt en begeleid door Kees Smit, seniormedewerker civiele techniek, namens de gemeente Reeuwijk.
Om de natuurlijke kwaliteiten te kunnen behouden moeten de agrariërs in het gebied blijven voor de in stand houding van de natuur. Een andere vraag is echter STADSE FRATSEN
19
GROENE GROLLEN
R E S U LTA AT W O R K S H O P T E A M :
De volgende tekeningen en teksten zijn ontstaan tijdens de workshop en door landschapsarchitect Remco Rolvink en architect Daniel de Witte verder uitgewerkt. CONCEPTUELE SCHE TS
Andere manier van kijken Het is de combinatie van factoren in de MT polder die er toe leiden dat je geneigd bent de problemen als onoplosbaar te bestempelen. Een korte opsomming: • Peilverlaging is niet meer mogelijk door zoute kwel. • Zonder peilverlaging wordt het boeren onmogelijk gemaakt een rendabel bedrijf te voeren. • Verreweg de meeste boeren in de polder hebben geen opvolging. • Zonder boerenactiviteit verrommelt de eenduidige ruimte van dit weidelandschap snel. • De lage ligging ten opzichte van de omgeving gebruiken om grootschalig water te bergen in de diepe polder is technisch niet mogelijk door instabiele bodemlagen. • Herhaaldelijke pogingen van de overheid om een ontwikkelingsrichting voor het gebied van de grond te krijgen zijn gestrand. Wanneer we vasthouden aan de bestaande functie en het huidige landschapsbeeld is de situatie uitzichtloos, lopen bedrijven en grondeigenaren in dit gebied vast en STADSE FRATSEN
20
Middelburgse en Tempel polder: weids agrarisch gebied
Reeuwijk-Dorp: brede sloten, hobby vee op het erf
Middelburgse en Tempel polder: heldere lijnen in het landschap
Middelburgse en Tempel polder: hooggelegen boezem aan de polderrand
Reeuwijk-Dorp: afgekalfde percelen en opgaand geriefhout
Middelburgse en Tempel polder: hoger gelegen bebouwing op de polderrand
GROENE GROLLEN
doemt er een scenario op waarbij de polder het komende decennium failliet verklaard wordt. Door een andere manier van kijken zijn er echter wel degelijk kansen om dit gebied vlot te trekken en de potenties van deze unieke landschappelijke eenheid vrij te maken en stapsgewijs in te lossen. LANDSCHAPPELIJK CA SCO
We schetsen een model waarbij een landschappelijk casco stap voor stap ontwikkeld kan worden door middel van afzonderlijke compartimenten. De polder transformeert zo geleidelijk naar een ander gebruik. Daarvoor is het nodig om een aantal structurele voorinvesteringen te doen op de schaal van de polder als geheel. De belangrijkste zijn: • De randweg van Boskoop dient de topografische contour van de polder te volgen (ipv er ruimtelijk willekeurig doorheen te snijden). • Een centrale watergang moet als continuïteit in het transformatieproces het huidige polderpeil voor melkveebedrijven garanderen. Bij een dergelijk dragend raamwerk horen ook een structurele doorgaande laanbeplanting aan de buitenkant van de westelijke polderdijk, een robuuste ecologische verbinding langs de oostflank van de Polder en de doorgaande fietsroutes die in een later stadium in het gebied gerealiseerd kunnen worden. STADSE FRATSEN
Plangebied in groter verband: in Bodegraven-Noord, Venster en Driebruggen zijn openheid en eenheid van veenweide de kernwaarde. De gebieden eromheen bieden meer ruimte voor diversiteit. (uit: Landschapsontwikkeling Gouwe Wiericke, provincie Zuid-Holland, ontwerp bureau Alle Hosper, 2009)
21
GROENE GROLLEN
Diverse vegetatie in ondiep water Veenweide-Hooiland Waterinlaat vanuit Boskoop
Boomkwekers Ontwikkelkavels; wonen, werken en recreatie aan het water Natuurverbinding Nieuwe randweg Afwatering boezem (centrale watergang) Doorgaande fietspaden Doorgaande fietspaden Ontwikkelkavels
Ontwikkelvlakken
stap 3: compartiment 2 + boomkwekerij STADSE FRATSEN
22
GROENE GROLLEN
stap 1: compartiment 1
stap 2: natuurverbinding
Stap 4: landschapsbeheer
Stap 5: compartimenten
F L E X I B E L E C O M PA R T I M E N T E N
Wanneer de centrale watergang aangelegd is, is de weg vrij voor een stapsgewijze ontwikkeling van ‘compartimenten’. Elk compartiment biedt flexibiliteit in zijn eigen invulling, maar door een aantal identieke kenmerken bouwt het ook mee aan het gehele landschappelijke casco. Zo’n compartiment wordt in afmeting bepaald door eigendom, transformatiewens, beschikbaar programma e.d. Het compartiment wordt afgezonderd van het polderpeil door een dijkje. Binnen het compartiment is ruimte voor enig grondwerk om de afzondering te kunnen realiseren en tevens een hoger deel als een ontwikkelkavel aan de polderdijk te kunnen creëren. Met deze randvoorwaarden kan dan vervolgens binnen het compartiment een ander bemalingsregime worden gehanteerd om binnen de dijkjes het land te vernatten. Bij een gecontroleerde waterlaag van 0,5 tot 1 meter water boven het huidige maaiveld wordt al een kwelevenwicht bereikt. Bij elk compartiment dat er meer gerealiseerd wordt, zal dat kwelevenwicht structureler worden voor de gehele MT polder en zijn omgeving. Door de kleine bodemverschillen in hoogte en grondsoortsamenstelling ontstaan er vegetatieverschillen op de overgang van ondiep naar iets dieper water. De kenmerkende openheid van de polder transformeert stapsgewijs van overwegend gras met slotenpatroon naar water met rietvlakken. Opgaande beplanting kan op sommige plekken ontstaan in een moerasachtige situatie, maar is niet overheersend. STADSE FRATSEN
Huidige situatie: bomen en dijk aan de rand van de polder. Door de lage waterstand komt er zoute kwel de polder in.
Grondwerk: er wordt reliëf aangebracht in de polder waarbij de vrijkomende grond wordt ingezet om dijklichamen en ontwikkelkavels te creëren. Ook wordt er langs de contour van de polder een randweg aangebracht met een karakteriserende laanbeplanting.
23
GROENE GROLLEN
Over de dijkjes tussen de compartimenten komen onverharde paden die het gebied met een fijnmaziger netwerk toegankelijk maken voor de recreant. Dit gebruik kan verder worden opgeschroefd door nog enkele structurele fietspaden in verbinding met routes buiten de polder aan te leggen. Dit totale netwerk, dat zo stapsgewijs tot stand komt, haakt aan op de nieuwe betekenis van de MT polder als recreatief landschap voor mensen uit de kernen Gouda, Reeuwijk, Waddinxveen, Boskoop en Bodegraven. In het middendeel van de polder kan met behoud van grasland ruimte blijven voor weidevogels. Doel is om binnen de noodzakelijke transformaties in de polder ecologische kwaliteiten te behouden en door de ingrepen verrijking van soorten te stimuleren.
Water inlaten: om de zoute kwel tegen te gaan wordt er in de door dijken begrensde bassins een laag water gezet van 0,5-1m water. Verschillende waterdieptes bieden ruimte aan een diverse vegetatie.
V E R D I E N C A PA C I T E I T
Ook al zijn de voorinvesteringen beperkt in dit concept en hangt een substantieel deel van de investering aan het op dat moment te realiseren compartiment, er zijn een aantal elementen in de ontwikkeling waar geld mee terugverdiend kan worden: • Recreatief programma op ontwikkelkavels • Woonprogramma op ontwikkelkavels • Waterberging: inlaat vanuit Boskoops teeltgebied • Bedrijfsontwikkeling op ontwikkelkavels gelegen aan de nieuwe randweg Boskoop (Greenport gerelateerd) • Uitbreiding boomteelt cluster Tempel-compartiment STADSE FRATSEN
Bebouwing: ontwikkelkavels bieden ruimte aan wonen, werken en recreatie
24
GROENE GROLLEN
Wanneer de transformatie zich ontplooit zullen er nog nieuwe kansen ontstaan in aanvulling op bovenstaand lijstje. Tevens moet steeds in gedachten gehouden worden dat in de uitgangssituatie en bij de autonome ontwikkeling zonder een transformatieproces de geldstroom en mogelijke nieuwe inkomsten nihil zou zijn.
actie tussen de bebouwing en de natuurlijke context. De woningen creëren een unieke leefomgeving in een veenweidegebied waarvan de openheid kan voortbestaan in een gebiedsontwikkeling die natuurbehoud paart aan toegankelijkheid voor recreanten. REGIONA AL PERSPEC TIEF
Wanneer de transformatie zich in de komende twee decennia voltrekt, neemt de MT polder in 2030 een geheel eigen positie met een eigen identiteit in. In het kader van het veenweidepact Gouwe Wiericke is voor de provincie een beeld gemaakt van de gewenste landschappelijke identiteitsontwikkeling. De meerkleurigheid, fijnere korrel van verschillen en de kleinere schaal van openheid ten opzichte van bijvoorbeeld de Krimpenerwaard of Bodegraven-Noord passen bij de ligging, status en opgave van de MT polder en omgeving. Met een insteek zoals die hier is geschetst kan een aanvullende identiteit worden toegevoegd aan de milieus van de Reeuwijksche Plassen. Tevens wordt het gebied een belangrijke stapsteen, landschappelijk maar wellicht ook ecologisch richting de Nieuwkoopse Plassen.
K A N S E N V O O R I N N O VAT I E I N D E A R C H I T E C T U U R
Door enkele compartimenten onder water te zetten ontstaat een waterlandschap dat uitstekend gebruikt kan worden voor het waterwonen. Er worden woningen gerealiseerd op drijvende betonnen bakken geschakeld aan meerpalen. De ontsluiting gebeurt via een berijdbare steiger die ook als circulatie route dient. Kleine eilandjes met groenvoorzieningen waarop enkele woningen zijn gesitueerd leveren samen met de rietkragen bijzondere plekken in de compartimenten op. De waterwoningen zijn voorzien van een duurzaam verwarmings- en koelingsysteem waarbij het oppervlaktewater wordt gebruikt. Tijdens de winterperiode, als het verwarmingssysteem zijn warmte heeft afgegeven aan de woning, zorgt het oppervlaktewater ervoor dat het water in het buissysteem verder wordt afgekoeld. Het koude water wordt in de bodem opgeslagen zodat het in de zomerperiode gebruikt kan worden om diezelfde woning te koelen. Door het proces in de zomer om te draaien wordt ‘warm’ water opgeslagen voor de winterperiode. De algehele ecologische benadering voor de realisatie van de waterwoningen waarborgt een duurzame interSTADSE FRATSEN
25
GROENE GROLLEN
WORKSHOPTE AM:
Frits Bokelman, stedenbouwkundig adviseur Brigitte Cleton, architect, Punt architecten Hein Driest, stedenbouwkundige gemeente Gouda Kees Smit, seniormedewerker civiele techniek, gemeente Reeuwijk Robin Mulder, SBH architecten + adviseurs Gerard Rijnsdorp, achitect Remco Rolvink, landschapsarchitect, Bureau Alle Hosper Wietse Visser, Programmabureau Groene Hart, provincie Utrecht Henny van Vliet, architect, Architectenburo Boesten - van Vliet Theo Vogelzang, senior onderzoeker Bestuur en Beleid Sectie Markt en Netwerken, afdeling Dier, LEI-WUR Daniël de Witte, architect, Edifico Ontwerp & Bouwadvies
Voorbeeld schema: mogelijke woningen op ontwikkelvlak van een watercompartiment
U I T W E R K I N G W O R K S H O P R E S U LTAT E N :
Remco Rolvink, landschapsarchitect, Bureau Alle Hosper Daniël de Witte, architect, Edifico Ontwerp & Bouwadvies
STADSE FRATSEN
26
GROENE GROLLEN
Impressie: wonen op het nieuwe waterbassin
Energie innovatie: schema verwarmings- en koelsysteem
STADSE FRATSEN
27
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
28
GROENE GROLLEN
HO OF DST U K 4
CA SE GOUDERAK en op welke manier kan dit bewaakt worden? • Dorpsranden van Gouderak, hoe gaan die er uit zien? • Hoe betrek je het dorp bij zijn veranderende omgeving? • Het probleem van het doorgaande verkeer en de ontsluiting: De Middel- en Kattendijk vormen de enige verkeersontsluiting (fietsers, voetgangers en gemotoriseerd verkeer, inclusief zwaar vrachtverkeer gemengd op een dijk van nog geen 6 m breed en steile taluds), wat doe je daar mee? Het verkeer in dit gebied zal sterk toenemen, mede door de aanleg van de zuidwestelijke randweg Gouda. De dijk zal nog onveiliger worden dan nu al het geval is als er geen ingrepen worden gepleegd. Er dreigt daarnaast een immens capaciteits- en leefbaarheidsprobleem op de dijk met Gouderak als grootste knelpunt.
In de noordrand van de Krimpenerwaard zijn de Kattendijksblokpolder en Middelblokpolder, het land rond om het dorp Gouderak, door de provincie ZuidHolland in het kader van het Veenweidepact aangewezen als nieuw nat natuurgebied. Dit heeft ingrijpende consequenties voor het dorp Gouderak en de agrariërs die in deze polders gevestigd zijn. De landschappelijke context van het dorp Gouderak gaat veranderen. In plaats van boerenland komt er natuur met een opgezet waterpeil, wat allemaal beheerd moet worden. Naast de landschappelijke insteek spelen de volgende vragen een rol: • Hoe kan het bebouwingslint zich ontwikkelen nu op termijn de landbouwfunctie verdwijnt? Welke functies zijn mogelijk en in welke mate? Hoe kan er ruimte ontstaan voor nieuwe bedrijvigheid die past met de nieuwe bestemmingen en op welke manier kan wonen zich ontwikkelen? Welke kwaliteit moet er nagestreefd worden en hoe kan dit vorm gegeven worden? Op welke manier kan er op kwaliteit gestuurd worden STADSE FRATSEN
De case is aangedragen en begeleid door Marjan de Graaf, gemeente Ouderkerk en Wim Keijsers, stedenbouwkundige, Buro Nieuwe Gracht, betrokken bij de Landschapsbelevingsvisie Gouderak.
29
GROENE GROLLEN
R E S U LTA AT W O R K S H O P T E A M :
• Accent langs de dijk komt dan vooral te liggen op wonen, kleinschalige (aan huis gebonden) bedrijvigheid, toeristische functies en een beperkt aantal boerenbedrijven.
De volgende tekeningen en teksten zijn ontstaan tijdens de workshop en door stedenbouwkundige Wim Keijsers en architect Ingrid Douwes verder uitgewerkt. De werkgroep beschouwde het zoeken naar een oplossing voor de verkeers- en ontsluitingsproblematiek als belangrijkste startpunt voor een integraal en toekomstgericht ontwerp voor de Noordrand van de Krimpenerwaard.
De werkgroep heeft dit alternatief niet nader uitgewerkt om redenen van de vele knelpunten die op het eerste gezicht naar voren kwamen.
T W E E VA R I A N T E N Z I J N V E R K E N D :
Variant 1: de Hoge Dijk Beperken (auto)verkeersstroom en –snelheid en het onmogelijk maken van doorgaand verkeer, gekoppeld aan een lokale herinrichting van de weg op de dijk. • Herprofileren wegprofiel op dijk: waar mogelijk voet/ fietspaden langs de dijk (in de zellingen bijvoorbeeld) en anders fietsstroken met versmalde rijbaan op de dijk • Vrachtverkeer door Gouderak laten afnemen door veel verkeer producerende bedrijven aan de dijk achter Gouderak te verplaatsen naar locaties dichterbij de randweg of de Zuidplaspolder • Bedrijvigheid langs de hele dijk die veel (vracht)verkeer oproept moet actief verplaatst worden. Biedt vervoer over water nog een mogelijkheid? STADSE FRATSEN
DE HO GE DIJK ������������������������������ ������������������������������ ���������������������������������������������������� ��������������������������������������������������� �������������������������������������������������� ��������������������������������������������� ���������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������
30
GROENE GROLLEN
Variant 2: de Binnenweg In deze variant wordt voorgesteld de situatie radicaal om te draaien en een doorgaande weg alleen voor auto’s achter de bebouwing op de kade te leggen en het fietsverkeer/ langzaam verkeer op de dijk te houden, waar ze veilig kunnen genieten van het uitzicht over de rivier en de veenpolder. Consequentie is wel dat deze nieuwe weg doorgetrokken moet worden tot aan Krimpen. In feite wordt er op ca. 150 m van de bestaande dijk een binnenweg op een lage kade gelegd die op afstand de hoge dijkrand blijft volgen. Doorgaand autoverkeer op de dijk wordt onmogelijk gemaakt. Her en der zullen er inprikkers gemaakt moeten worden vanaf de Binnenweg tot de dijk en van keerlussen voorzien. Het beeld van de route is dat van een laaggelegen ‘landelijke weg in het water’. Zoiets als de Winterdijk maar dan wat groter. 2x3.20 m zonder vluchtstrook of fietspad. Fietsers rijden op de dijk of over de Tiendweg. Water aan weerszijden van de weg met aan de overkant de koppen van de veenweidepercelen. Aan de hand van het profiel vanaf de rivier tot aan de landscheiding is de (nieuwe) opbouw van het gebied verduidelijkt worden. (zie pagina 34)
De ‘nieuwe’ basis voor het boerenbedrijf wordt verlegd naar Achterbroek. Ten noorden van het lint de huiskavel, vervolgens de veldkavel met natuurwaarden en aan het einde, tussen Tiendweg en nieuwe weg de echte natuurpercelen. Mooi wonen, (kleinschalig) werken en (recreatieve) voorzieningen blijven geconcentreerd langs de dijk en in het dorp. De ruimte tussen weg en dijk krijgt vooral een ‘veel groen met een beetje rood’ invulling: een enkele woning en toeristische voorzieningen, landgoederen, fruit en moestuinen, paarden- en geitenweitjes etc. Een gradiënt van open weide, via verdicht groen naar de bebouwde dijk. Woningbouw in de (schoongemaakte) zellingen komt op de plaats van geleidelijk aan afnemende (industriële en transport) bedrijvigheid. De natte natuur direct ten zuiden van de weg voorkomt dat de weg als aanleiding voor nieuwe bedrijfsvestiging gebruikt wordt. Vrije doorzichten – ook vanuit de dijk en het bebouwingslint – de polder in (en andersom, vanuit de open polder een blik op de gevarieerd gevulde en groene hoge dijk), zijn een voorwaarde voor de na te streven kwaliteit van dit voorstel.
STADSE FRATSEN
31
GROENE GROLLEN
WORKSHOPTE AM:
Ingrid Douwes, architect, Douwes Architectuur Hans du Pré, secretaris werkgroep Gouda Krimpenerwaard Klaas Dogterom, wethouder, gemeente Ouderkerk Marjan de Graaf, beleidsmedewerkster Ruimtelijke Ordening, gemeente Ouderkerk Rob Schröder, onderzoeker, Alterra WUR Cees Oudijk, bestuurslid DWLK Wim Keijsers, stedenbouwkundige, buro Nieuwe Gracht Harold de Beer, architect, Atelier Architecten Tjeerd Dijkstra, projectleider Krimpenerwaard, Dienst Landelijk Gebied Maurice Kruk, regiocoördinator, Landschapsbeheer Zuidholland Maarten Lodewijks, ontwikkelingsmanager, Heijmans-IJsselbouw Agnes van Zoelen, Hoogheemraad, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard U I T W E R K I N G W O R K S H O P R E S U LTAT E N :
Wim Keijsers, stedenbouwkundige, buro Nieuwe Gracht Ingrid Douwes, architect, Douwes Architectuur
STADSE FRATSEN
32
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
33
GROENE GROLLEN
STADSE FRATSEN
34
GROENE GROLLEN
*
*
*
*
DE BINNE NW EG ROUTESTRUCTUUR ZWR Gouda nieuwe Binnenweg ‘inprikker’ route langzaam verkeer NIEUWE ONTWIKKELINGEN DIJK woningbouw (klein) bedrijf wonen in groen/landgoed buitenrecreatie fruit&tuin weide water recreatiebedrijf
*
ONTWIKKELINGEN IN POLDER natuur (peil +40 cm) agr. natuur (peil +15 cm)
* * * *
* * * *
agr. weiland (peil +0 cm)
*
(melk)veehouderijbedrijf STADSE FRATSEN
35
GROENE GROLLEN
E PILOOG Het Gouds Regionaal ArchitectuurPlatorm heeft de discussie over de inrichting van het landelijke gebied rond Gouda aangezwengeld. Wij zijn blij dat in het kader van de workshop op 11 september jongstleden de discussie door een onafhankelijke groep ontwerpers en betrokkenen is gevoerd. We kunnen immers niet zuinig genoeg zijn op het fraaie, natuurrrijke, recreatief aantrekkelijke landelijk gebied van de polders rond Gouda: een veenweidegebied dat sinds de ontginning in de middeleeuwen nauwelijks veranderd is. De droogmakerijen die later ontstaan zijn, tonen de gevolgen van de verveningsgeschiedenis en het vermogen van de Nederlanders om van water weer land te maken. Kortom; kostbaar erfgoed van een landschap met vele kwaliteiten. De gemeenten hebben belang bij om de ruimtelijke ontwikkelingen zorgvuldig te sturen. Deze ontwikkeling is gericht op het duurzaam behouden en versterken van de vele kwaliteiten van dit oorspronkelijke landschap met daarbij oog voor de gevolgen van klimaatverandering op bodem en waterhuishouding, met
STADSE FRATSEN
36
nieuwe natuuropgaven, met veranderende landbouwomstandigheden en met de vraag om betere wandel- en fietsgelegenheid. Deze publicatie is het resultaat van een discussie over de ontwikkeling van een drietal gebieden rond Gouda: de Middelburg-Tempelpolder in Reeuwijk, Krimpenerwaards veengebied in Ouderkerk en Polder Bloemendaal in Waddinxveen. Aanzetten zijn gegeven tot ontwerpen voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling van deze gebieden. De gemeenten Waddinxveen en Gouda zullen dankbaar gebruik maken van de resultaten. Wij beschouwen het als een inspiratiebron voor het opstellen van een inrichtingsvisie voor Polder Bloemendaal. In samenspraak met andere overheden en belanghebbenden gaan wij hiermee aan de slag. Dank aan een ieder die hieraan bijgedragen heeft! Dirk Lont Wethouder gemeente Waddinxveen
GROENE GROLLEN