Het beste geïntegreerd Analyse geïntegreerd jaardocument mbo 2013
C10485 Zoetermeer , 29 oktober 2013
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by a ny means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. 2
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
1.1 1.2
Context en aanleiding Doel en onderzoeksvragen
4 4
2
Oordeel verplichte onderdelen
6
3
Oordeel MBO totaal
8
3.1 3.2
Inleiding Totaaloordeel MBO
8 8
4
Resultaten per onderdeel
10
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
De basisgegevens De horizontale verantwoording De verticale verantwoording De strategie Het onderwijs Het personeel Financiën Overige verplichte informatie De jaarrekening De resultatenbox Gebruikersvriendelijkheid
10 10 11 12 12 13 14 15 16 16 17
3
1 1.1
Inleiding Context en aanleiding Sinds het verslagjaar 2008 leggen bve-instellingen verantwoording af over de omgang met de branchecode in het geïntegreerd jaardocument (GJ). In het GJ legt de instelling verantwoording af over het door haar gevoerde beleid op basis van een set van indicatoren. Het jaardocument legt geen beperking aan de instelling op, maar nodigt de instelling uit om zich op transparante en onderling vergelijkbare wijze aan de overheid en aan alle overige stakeholders te verantwoorden. In het verslagjaar 2009 is beoordeeld in hoeverre de instellingen gevolg hebben gegeven aan de richtlijnen rond het GJ. Gebleken is dat er diverse definities over bijvoorbeeld onderwijsprestaties in omloop waren, waardoor de onderlinge vergelijkbaarheid in het gedrang komt. Vanaf het verslagjaar 2010 zijn er afspraken gemaakt om een aantal zaken in het GJ te uniformeren door het systematisch opnemen van indicatorscores. Naast de verklaring van het bevoegd gezag met betrekking tot het voldoen van de opleidin gen aan de wettelijke vereisten, gaat het om helder gedefinieerde indicatoren die betrekking hebben op:
Diploma- en jaarresultaat
Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
De tevredenheid van studenten
Standaard personele en financiële gegevens
Informatie met betrekking tot specifieke regelingen
Informatie over (eventuele) zwakke opleidingen en examens.
In opdracht van het ministerie van OCW heeft Panteia/Research voor Beleid in 2011 onderzocht in hoeverre de bve-instellingen in hun jaarverslagen 2010 hebben voldaan aan deze nieuwe afspraken. De resultaten hiervan zijn in het najaar van 2012 gepresenteerd aan de MBO instellingen. Omdat de instellingen tot dusver elk jaar grote verbeteringen hebben aangebracht aan de kwaliteit van hun GJ’s vindt de MBO raad het belangrijk om deze opgaande lijn vast te houden. Immers: hoe beter de instellingen zichzelf profileren in hun GJ’s, hoe waardevoller het document wordt in het kader van de horizontale verantwoording. De MBO Raad heeft aan Panteia gevraagd om ook voor het verslagjaar 2012 soortgelijke analyses uit te voeren. Dit verslag bevat de neerslag van deze analyses.
1.2
Doel en onderzoeksvragen Het doel van het onderzoek is zicht houden op de kwaliteit van de Geïntegreerde jaarverslagen in het mbo. Daaruit vloeien de volgende onderzoeksvragen voort: 1.
2.
Wat is de kwaliteit van de Geïntegreerde Jaarverslagen 2012? a.
Per mbo-instelling
b.
Over het geheel van het mbo
Wat zijn de ontwikkelingen in de kwaliteit van de Geïntegreerde Jaarverslagen in vergelijking met eerdere metingen?
Centraal staat het begrip kwaliteit. Dit werken we uit in een beoordelingskader, dat omwille van vergelijkbaarheid zoveel mogelijk aansluit bij het kader dat in vorige metingen is gebruikt.
4
In de vorige metingen is een beoordelingskader gebruikt en intern getoetst (door onafhankelijke scores van beoordelaars met elkaar te vergelijken). Dit beoordelingskader is in de vorige meting (over verslagjaar 2010) ontleend aan:
De beoordelingscriteria uit 2009
De Richtlijn jaarverslag Onderwijs
De richtlijnen over de Resultatenbox
Relevante afspraken/ adviezen van de MBO Raad, de AOC Raad en de Inspectie van het Onderwijs
De normen zijn geclusterd rond de volgende thema’s: 1.
De basisinformatie
2.
De horizontale verantwoording
3.
De verticale verantwoording
4.
De strategie
5.
Het onderwijs
6.
Het personeel
7.
Financiën
8.
Overige verplichte informatie
9.
De jaarrekening
10. De resultatenbox 11. Gebruikersvriendelijkheid Zoals gezegd willen we omwille van vergelijkbaarheid het beoordelingskader zoveel mogelijk gelijk houden aan het beoordelingskader van de vorige meting. Het kan echter noodzakelijk zijn om het kader aan te passen, bijvoorbeeld als de regelgeving rond de geïntegreerde jaarverslagen is gewijzigd of wanneer er binnen de sector nieuwe bindende afspraken zijn gemaakt. Daarom is het onderzoek begonnen met het bestuderen van relevante regelgeving en bindende sectorgebonden afspraken. Tijdens een startoverleg met de MBO raad is geconstateerd dat er sinds de vorige analyse van de GJ’s geen nieuwe wetten en regels rond de jaarverslagen zijn bijgekomen. Een en ander impliceert dat het beoordelingskader van de GJ’s 2012 het zelfde is als in het vorige analysejaar (verslagjaar 2010).
5
2
Oordeel verplichte onderdelen Op basis van de regelgeving rond het Jaarverslag Onderwijs zijn de instellingen voor MBO verplicht gesteld om specifieke informatie op te nemen in hun jaarrekeningen en jaarverslagen. Deze verplichte onderdelen hebben betrekking op het geïntegreerde jaarverslag, de jaarrekening en de resultatenbox. Voor elk van deze drie thema’s is beoordeeld in welke mate de instellingen volledig, deels of juist niet voldoen aan de informatieverplichtingen. V er p l ic ht e on de r de l en va n h et g e ïn te g re e rd e ja a rv e rs la g
m ate w aarin is voldaan aan verplichte onderdelen jaarverslag
totaal
ROC
AOC
vak 0%
10%
20%
30%
40%
geheel voldaan
50%
60%
deels voldaan
70%
80%
90%
100%
niet voldaan
De instellingen hebben gemiddeld aan 72% van de informatievereisten rond het geïntegreerde jaarverslag geheel voldaan. Aan 20% van de verplichte informatielevering is gedeeltelijk voldaan en aan 8% van de vereiste informatielevering is niet voldaan. V er p l ic ht e on de r de l en va n d e ja a r r ek en in g
m ate w aarin is voldaan aan verplichte onderdelen jaarrekening
totaal
ROC
AOC
vak 0%
10%
20%
30%
40%
geheel voldaan
50%
60%
deels voldaan
70%
80%
90%
100%
niet voldaan
De verplichte informatielevering in de jaarrekeningen is beter nageleefd dan de verplichtingen rond het geïntegreerde jaarverslag. De overgrote meerderheid van de verplichte informatielevering is in zijn geheel nageleefd (89% van de verplichte elementen). Een klein deel van de verplichte informatie in de jaarrekeningen is gedeeltelijk aanwezig (6%) en een klein deel is ten onrechte niet aanwezig (5%).
6
V er p l ic ht e on de r de l en va n d e r es u lta t e nb ox.
m ate w aarin is voldaan aan verplichte onderdelen resultatenbox
totaal
ROC
AOC
vak 0%
10%
20%
30%
40%
geheel voldaan
50%
60%
deels voldaan
70%
80%
90%
100%
niet voldaan
Aan de informatieverplichtingen resultatenbox is het minst goed voldaan. Van de gevraagde informatie hebben de instellingen gemiddeld 49% geheel opgenomen in het GJ. Ongeveer een vijfde deel (23%) van de gevraagde informatie is gedeeltelijk verstrekt en 28% van de verplichte informatie in de Resultatenbox is niet opgenomen in de GJ’s. V er p l ic ht e on de r de l en in 2 01 0 en 2 01 2 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 vak
AOC
ROC 2010
totaal
2012
In vergelijking met 2010 is de opname van de verplichte onderdelen in de GJ’s constant gebleven. De vakinstellingen hebben in 2012 de verplichte on derdelen vollediger verantwoord in hun GJ’s dan in 2010. Bij de AOC’s en ROC’s was sprake van een betere informatieverstrekking over de verplichte onderdelen van de jaarrekeningen en jaarverslagen. Daartegenover stond dat de een de verplichte informatieverstrekking over de resultatenbox minder goed was voldaan. Daardoor kwamen ROC’s en AOC’s in 2012 gemiddeld op hetzelfde niveau uit als in 2010.
7
3 3.1
Oordeel MBO totaal Inleiding In dit hoofdstuk wordt eerst een vergelijking gemaakt van het gehele MBO voor de jaren 2009, 2010 en 2012. Deze vergelijking heeft alleen betrekking op de elementen die in alle drie de jaren zijn beoordeeld. Het aantal beoordeelde elementen is in 2012 en 2010 namelijk groter dan in 2009. Daarna volgt een vergelijking op onderdelen voor de jaren 2010 en 2012. Deze beide jaren bevatten exact hetzelfde aantal beoordeelde elementen.
3.2
Totaaloordeel MBO Van de beoordeelde elementen in de jaarverslagen van 2012 voldoet 84% aan de daartoe opgestelde normen. In 2010 was dat 75% en in 2009 was dat nog 62%. De vooruitgang die in 2010 is ingezet heeft zich in 2012 dus verder doorgezet. De verbeteringen ten opzichte van 2010 doen zich het sterkst voor bij vakscholen, maar ook AOC’s als ROC’s boekten verdere vooruitgang.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vak
AOC eindoordeel 2012
ROC eindoordeel 2010
totaal
eindoordeel 2009
8
G e mi d de l d e sco r es p e r o nd e r de e l i n 2 0 09, 2 010 en 20 1 2 In de volgende figuur zijn voor elk van de onderzochte onderdelen de gemiddelde scores per jaar gegeven. In de figuur wordt duidelijk dat voor de tweede maal op rij vooruitgang is geboekt op de onderdelen horizontale verantwoording, strategie, onderwijs, personeel en overige verplichte onderdelen. Een verbetering is ook opgetreden bij de basisinformatie en de jaarrekening. Op het terrein van verticale verantwoording is geen verdere vooruitgang opgetreden.
B asisinfo rmatie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Jaarrekening
Gebruikersvriendelijkheid
Ho rizo ntale verantwo o rding
Verticale verantwo o rding
Overig
Strategie
P erso neel
2012
Onderwijs
2010
2009
9
4
Resultaten per onderdeel In dit hoofdstuk komen de afzonderlijke scores per onderdeel aan bod. Achtereenvolgens besteden wij aandacht aan: de basisinformatie, de horizontale verantwoording, de verticale verantwoording, de overige verplichte onderwerpen, de strategie, het onderwijs, het personeel, de financiën, de jaarrekening, de resultatenbox en de gebruikersvriendelijkheid. De scores zijn weergegeven op een schaal die varieert van 0 (de informatie is afwezig of onvoldoende) tot 1 ( de informatie over het beoordeelde onderwerp is volledig ofwel voor 100% aanwezig).
4.1
De basisgegevens Tot de basisinformatie van het GJ zijn de volgende onderdelen gerekend: het voorwoord, de beschrijving van het profiel en de kernactiviteiten van de instelling, de samenvattende basisgegevens en kengetallen over meerdere jaren, contactgegevens en website. De plaatsing van de basisinformatie moet zodanig zijn dat elke lezer die snel kan vinden. Evenals vorige jaren zijn de basisgegevens goed vertegenwoordigd in de geïntegreerde jaarverslagen. Rond 95% van de beoordeelde informatie was volledig. In 2010 was dat nog 90% en het jaar daarvoor 77%. Zaken als de contactgegevens, de kernactiviteiten en een heldere plaatsing van de basisinformatie zijn zo goed als volledig op orde. Jaarverslag, basisgegevens totaal basisgegevens Plaatsing basisinformatie E-mailadres en w ebsite NAW en Contactgegevens Kerngetallen meerdere jaren Basisgegevens instelling Profiel / kernactiviteiten Voorw oord 0,00
0,25
0,50 vak
4.2
AOC
0,75
1,00
ROC
De horizontale verantwoording Bij de horizontale verantwoording staan de stakeholders centraal. Bij de beoordeling van de GJ’s is gelet op de vraag of is vermeld welke stakeholders er precies zijn, hoe zij worden geïnformeerd en op welke wijze signalen vanuit de stakeholders terecht kunnen komen bij het bestuur en de raad van toezicht. Van voornoemde elementen is de informatievoorziening het best weergegeven in de GJ’s. De wijze waarop signalen vanuit de verschillende stakeholders binnenkomen bij de instellingen komt nog wat minder goed uit de verf. Verbeteringen op dit vlak zijn de diverse tevredenheids metingen (onder personeel, leerlingen, ouders en bedrijven) en de eigenstandige verslagen van de diverse inspraak- dan wel overlegorganen die aan het GJ zijn toegevoegd.
10
De gemiddelde score op het terrein van de horizontale verantwoording is 75% voor alle MBO instellingen samen. De score van de AOC’s ligt iets onder dit gemiddelde en die van ROC’s en vakscholen ligt op dit gemiddelde. Sinds 2010 is de verslaggeving rond d horizontale verantwoording verbeterd. In 2010 lag de gemiddelde score voor de horizontale verantwoording nog op 64% conform de norm en in 2009 is was deze score nog lager (60% conform de norm). Jaarverslag, horizontale verantw oording to taal ho rizo ntale verantwo o rding Verschillen bestuurs- en vestigingsniveau A anvullende info rmatie B eschikbaarheid via website Externe o ntwikkelingen Interne o ntwikkelingen wijze van o rgabisatie ho rizo ntale verantwo o rding Leeswijzer per stakeho lder Uitno diging to t reactie Stakeho lders
0,00
0,25
0,50 vak
4.3
AOC
0,75
1,00
ROC
De verticale verantwoording Bij de verslaggeving over de verticale verantwoording gaat het om de weergave van de activiteiten die de verschillende verticale partijen in 2012 hebben verricht. In 2012 komt het niet meer voor dat de Raad van Toezicht en/of de Raad van Bestuur geen eigenstandig verslag heeft gedaan van het afgelopen boekjaar. In veel gevallen is ook duidelijk aangegeven bij welke partijen welke taken zijn belegd en op welke momenten in de jaarlijkse planning en controlcyclus er sprake is van overleg dan wel een andere vorm van taakuitoefening. De wijze waarop contacten onderhouden worden met het maatschappelijke veld en de ontwikkelingen daarbinnen krijgen een steeds prominentere rol in de GJ’s. Meestal zijn de resultaten van de Inspectieonde rzoeken vermeld, en meestal zijn de accountantsverklaringen toegevoegd. Hoe de communicatie tussen de relevante verticale partijen is geregeld komt soms aan bod. De toekomstparagraaf, waarin vanuit het huidige verslagjaar naar het volgende jaar en liefst meerdere volgende jaren wordt gekeken komt nog maar matig uit de verf. De gemiddelde score op het terrein van de verticale verantwoording is hoger dan die voor de horizontale verantwoording, namelijk 83% voor alle MBO instellingen samen. ROC’s en AOC's scoren daar iets boven (85%) en vakinstellingen zitten daar iets onder (78%). Op het vlak van verticale verantwoording is sinds 2010 geen noemenswaardige verbetering opgetreden.
11
Jaarverslag, verticale verantw oording totaal verticale verantw oording Juridische structuur Toekomstparagraaf Overzicht beloningen bestuur en RvT Toelichting bestuur of verslag RvT Organisatiestructuur Verantw oordelijkheid 0,00
0,25
0,50 vak
4.4
AOC
0,75
1,00
ROC
De strategie Tot de strategie van de instelling behoren het formuleren van ee n duidelijke visie en missie, een toelichting daarop, de samenhang van deze visie met externe ontwikkelingen, de waarden en de doelstellingen die de instelling daaruit afleidt, en een eerste blik op de haalbaarheid van deze doelen. Jaarverslag, strategie to taal strategie Strategie Relatie visie / missie en do elen strategische do elstellingen Waarden To elichting visie en missie Relatie met externe o ntwikkelingen Visie en missie
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
De gemiddelde score op de bovengenoemde elementen die te maken hebben met de strategie van de instelling bedraagt 82% voor de hele MBO-sector. In 2010 was de score voor strategie lager (73%) en in 2009 nog lager ( 65%). De score van ROC’s en AOC’s is in 2012 iets hoger dan die van vakscholen. In het eerste jaar 2009 hadden veel instellingen er moeite mee om de strategie te vertalen in concreet doelgericht handelen. Instellingen slagen er steeds beter in om een consistent beleid van visie, missie tot en met plannen, handelen en evalueren ten toon te spreiden.
4.5
Het onderwijs Over de inhoud, aard en kwaliteit van het onderwijs wordt in de meeste GJ’s uitgebreid verslag gedaan. 90% van de instellingen voldoet wat dit terrein betreft volledig aan de normen hiervoor. Dit is een enorme vooruitgang ten opzichte van het eerste GJ -jaar toen nog maar 60% van de instellingen aan alle normen voldeed.
12
Jaarverslag, onderw ijs to taal o nderwijs Vergelijking vo o rgaande jaren B ewijzen Resultaten A ctiviteiten Onderwijsdo elen Omvang verantwo o rding P laatsing o nderwijs Relatie met strategie Verantwo o rding o nderwijs
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
Soms is de relatie van de bereikte onderwijsresultaten tot de doelen die uit de visie af te leiden zijn (nog) niet duidelijk. Alle instellingen geven aan hun onderwijskwaliteit te willen bewaken, te verhogen of tot een zeker optimum te willen brengen. Zonder nadere operationalisering is dit een overbodige mededeling in het GJ. De instellingen zijn namelijk wettelijk verplicht om een minimum kwaliteitsniveau te bewaken en de Inspectie controleert daar met regelmaat op. Het begrip “kwaliteit” zegt dus weinig als daar niet specifiek aan wordt toegevoegd wat de instelling daar concreet onder verstaat. Nog maar weinig instellingen hebben een eigenstandige operationalisering gegeven van wat zij precies onder onderwijskwaliteit verstaan en hoe zij die kwaliteit bewaken. In een aantal GJ’s is geconstateerd dat de onderwijsresultaten onder de door de instelling gestelde normen zijn uitgekomen. Zij geven daarbij aan welke acties zij gaan ondernemen om dit geconstateerde probleem aan te pakken en/of hebben gemeld of de ingezette verbeteracties tot een verbetering van het resultaat hebben geleid. Het openlijk signaleren en oplossen van tegenvallende prestaties is in 2012 als zeer positief beoordeeld, omdat dit getuigt van een grote mate van transparantie.
4.6
Het personeel Het gevoerde personeelsbeleid is beoordeeld op de doelen die de instelling voor het personeel nastreeft, de daarvoor gerealiseerde activiteiten en het doelbereik. Dit jaar is ook uitdrukkelijk bezien welke samenhang er is aangebracht tussen het gevoerde beleid op de terreinen van onderwijs, financiën en personeel. Deze integratie komt dit jaar voor het eerst wat schoorvoetend in beeld. De verantwoording over het gevoerde personeelsbeleid voldoet voor 86% aan de normen van het GJ. Ook op dit vlak presteren vakscholen en ROC’s iets beter dan de AOC’s. En ook het verantwoorde personeelsbeleid is sinds 2009 met enorme sprongen vooruitgegaan. In 2009 was aan 55% van de GJ-normen voldaan; in 2010 aan 74% en nu is dat dus 86%. In 2012 is er steeds vaker sprake van een doelgericht personeelsbeleid.
13
Jaarverslag, personeel to taal perso neel Vergelijking vo o rgaande jaren B ewijzen Resultaten A ctiviteiten Do elen perso neel Omvang verantwo o rding P laatsing perso neel Relatie met strategie Verantwo o rding perso neel
0,00
0,25
0,50 vak
4.7
AOC
0,75
1,00
ROC
Financiën De vertaling van het gevoerde beleid in financiële termen blijft voor veel instellingen een ingewikkelde zaak. Toch slagen er steeds meer instellingen in hun ambities te onderbouwen met financiële kengetallen. In de financiële toelichting binnen het GJ gaat het om de financiële onderbouwing van de doelstellingen en daarbij passende activiteiten rond het gevoerde onderwijsbeleid en personeelsbeleid. Deze financiële onderbouwing blijft tot dusver vaak achterwege. Op het financiële vlak hebben de instellingen gemiddeld een score van 78% behaald. Bij ROC’s is deze score iets hoger (81%) en bij AOC’s en vakscholen wat lager (70%). Gemiddeld hebben 70% van de instellingen doelen op het financiële vlak opgenomen. De doelstellingen zijn overwegend gericht op de na te streven mate van financiële gezondheid van de instelling. Er is soms een relatie gelegd tussen financiën en missie of strategie van de instelling in zijn geheel. Jaarverslag, financieel To taal financieel Vergelijking vo o rgaande jaren B ewijzen Resultaten A ctiviteiten Do elen financiën Omvang verantwo o rding P laatsing financiën Relatie met strategie Verantwo o rding financiën
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
14
4.8
Overige verplichte informatie Naast de in de vorige paragrafen genoemde onderwerpen is er nog een aantal verplichte onderwerpen die volgens de voorschriften van het ministerie van OCW aan bod zouden moeten komen in het GJ. Het gaat daarbij om de volgende zaken:
Klachtenafhandeling
Toelatingsbeleid/ toegankelijkheid
Ontwikkelingen a.g.v. interne en externe kwaliteitszorg,
Ontwikkelingen t.a.v. verbonden partijen/samenwerkingsverbanden
Politiek / maatschappelijk actuele zaken
Beleid inzake beheersing van uitkeringen na ontslag
Internationalisering / internationale zaken, fusies en/of onderzoek
Governance ontwikkelingen (bestuur en toezicht)
Investeringen in publiek/private arrangementen
Treasuryverslag (RJ 660.404)
Risico en beheer (RJ 660.406)
Scheiding onderwijssoorten in Jaarverslag (indien van toepassing)
Gemiddeld 80% van de bovengenoemde criteria is door de sector in zijn geheel behandeld conform de daartoe aangegeven richtlijnen. Een groot deel van de instellingen meldt op korte termijn de omvang van de personele bezetting aan te moeten gaan passen vanwege een afgenomen aantal leerlingen of wegens de afname van het aantal benodigde leerjaren voor mbo-4 opleidingen. In sommige gevallen gaat deze personele reductie met te verwachten ontslagen gepaard zonder dat duidelijk is vermeld wat de financiële consequenties daarvan zijn. Als er sprake is van meerdere onderwijssoorten onder één dak moet in het GJ van elk van de onderscheiden onderwijssoorten verslag zijn gedaan. Daarin is – in zoverre van toepassing – over het algemeen adequaat in voorzien. Over actuele politiek/maatschappelijke zaken hebben alle ROC’s op correcte wijze bericht. Op het vlak van internationa lisering waren het de vakscholen die dit onderwerp allemaal goed hebben verantwoord. Jaarverslag, overige verplichte onderw erpen to taal o verige verplicht Scheiding o nderwijsso o rten Risico beheer RJ 660.406 Treasuryverslag RJ 660.404 scheiding publiek/privaat Go vernance o ntwikkelingen Internatio nalisering, fusies, o nderzo ek beheersing uitkeringen na o ntslag P o litiek / maatsch actuele zaken verbo nden partijen interne en externe kwaliteitszo rg, Klachtenafhandeling to egankelijkheid
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
15
4.9
De jaarrekening Al lang voordat er sprake was van een GJ hadden de instellingen de verplichting om een jaarrekening over het afgelopen boekjaar te overleggen. In grote lijnen zijn de vereisten waaraan de jaarrekening moet voldoen al enkele jaren dezelfde. Vooraf werd dan ook verwacht dat de jaarrekening het best van alle elementen op orde zou zijn.
Jaarrekening totaal jaarrekening Segmentatie onderwijssoort Financieringsstructuur Financiele positie Waarderingsgrondslagen Specificaties en toelichting jaarcijfers Segmentatie naar bedrijfsonderdelen Verplichte bijlagen Begroting t+1 Kasstroomoverzicht Koppeling aan jaarverslag Accountantsverklaring Algemene beschouwing Toelichting vanuit Bestuur Vergelijking met begroting en voorgaand jaar Resultatenrekening Balans
0,00
0,25
0,50
vak
AOC
0,75
1,00
ROC
Gebleken is inderdaad dat van alle beoordeelde elementen de elementen die betrekking hebben op de jaarrekening het meest op orde zijn. De gemiddelde score op de GJ-normen voor de jaarrekening is 90%. In zoverre er lager dan 100% is gescoord wordt dit niet veroorzaakt door het volledig weglaten van het element, maar door het te summier toelichten van de onderzochte elementen. Soms ontbreekt een doorkijkje naar de begroting voor het volgend boekjaar. In de meeste gevallen ontbreekt een stevige samenhang met het gevoerde personeelsbeleid en onderwijsbeleid.
4.10
De resultatenbox Over de elementen die verantwoord zijn in de resultatenbox heeft de MBO sector met het ministerie eigenstandige afspraken gemaakt. In de resultatenbox wordt verantwoording afgelegd over zwakke opleidingen en examens, de besteding van additionele subsidies, kengetallen over de financiële positie, het personeel, opbrengsten, en de tevredenheid van studenten. Tot slot is een verklaring van het bevoegd gezag vereist, waarin het bevoegd gezag aangeeft dat het jaarverslag vermeldt conform de werkelijkheid is opgesteld.
16
Resultatenbox to taal resultatenbo x info zwakke o pleidingen en examens Regelingen Financiële po sitie
P erso neel Tevredenheid studenten Opbrengsten Verklaring bevo egd gezag
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
De totaalscore op alle indicatoren van de resultatenbox samen is 73% voor de hele MBO-sector. De score van ROC's is 77%, die van vakscholen is 71% en AOC’s hebben een score van 64%. ROC’s en AOC’s zijn met de vereisten van de resultatenbox in 2012 iets slordiger omgegaan dan in 2010.De vakscholen hebben dit onderdeel in 2012 juist veel beter verantwoord dan in 2010.
4.11
Gebruikersvriendelijkheid Ook over gebruiksvriendelijkheid is een aantal criteria gehanteerd, die gelijk zijn aan die van 2010. Naast formele criteria, zoals een inhoudsopgave, het aantal pagina’s, een leeswijzer of de betrouwbaarheid van de inhoud beva t dit onderdeel ook een aantal elementen die door verschillende subgroepen verschillend geïnterpreteerd of beoordeeld kunnen worden. Gebruikersvriendelijkheid Gebruikersvriendelijkheid B etro uwbaar en herkenbaar Transparant en adequaat P agina's Lezersvriendelijk Helder taalgebruik B egrijpelijke grafieken en tabellen Verwijzingen Leeswijzer Verklarende wo o rdenlijst Inho udso pgave
0,00
0,25
0,50 vak
AOC
0,75
1,00
ROC
17
Gemiddeld zijn 77% van de criteria rond gebruiksvriendelijkheid in 2012 positief beoordeeld. ROC’s hebben een hogere score (79%), maar vakscholen en AOC’s zijn met een score rond 70% lager dan gemiddeld. In 2010 lag het percentage goed beoordeelde criteria over gebruiksvriendelijkheid nog op 68%. Het zijn vooral de vakinstellingen geweest die voor een verbeterd resultaat op dit vlak hebben gezorgd. Zij weten steeds beter weer te gev en waar hun instelling specifiek voor staat en wat zijn hebben gedaan om hun doelen dan wel resultaten te bereiken.
18
Panteia Bredewater 26 PO BOX 7001 2701 AA Zoetermeer The Netherlands tel: +31 79 343 01 00 fax: +31 79 343 01 01
[email protected] www.panteia.nl 19