Getuigenissen uit de praktijk
Samenvattend kan ik dus stellen dat interculturalisatie wordt bemoeilijkt door de verschillen op het gebied van waarden: deze zijn niet zomaar overbrugbaar. Wat is er nu belangrijk om goede hulp te bieden aan cliënten met een andere culturele achtergrond? Wees je bewust dat er verschillen zijn in drie lagen. In de eerste laag van de gewoonten kan je makkelijk tegemoet komen aan wensen van ouders. In de laag van de waarden niet. Deze moet je vooral herkennen en vervolgens
preciezer onderzoeken wat je eigen waarden zijn. Daarna sta je stil bij de waarden van de ander en kijk je of je daar in kunt meegaan. Wanneer je vastloopt op waarden, kun je naar de derde laag gaan: de laag van de eenheid van het mens-zijn. Vanuit de ontmoeting kan er weer ruimte worden gecreëerd. Hilde Zevenbergen
Het belang van spel en speelgoed bij kinderen in een meertalige context Visie en ervaringen vanuit het Waas Revalidatiecentrum te Lokeren
Inleiding Bij het werken met kinderen die opgroeien in een meertalige context, focussen hulpverleners soms te veel alleen op de taalontwikkeling. Aandacht hebben voor spel en speelgoed lijkt hen minder vanzelfsprekend, maar is daarom niet onbelangrijk. Velen stellen dat taal verrijkt door te
spelen, maar je hebt niet altijd taal nodig om te spelen. Spel wordt vaak ‘de taal van kinderen’ genoemd. Spel overschrijdt alle grenzen: er wordt geen onderscheid gemaakt in ras, culturele achtergrond en moedertaal. Spelende kinderen verstaan elkaar.
30
april-mei-juni 2012
79
Getuigenissen uit de praktijk
Uit de resultaten van een beperkt onderzoek 2 bij allochtone kinderen uit de derde kleuterklas te Lokeren in 2000 bleek dat de kinderen ook trager ontwikkelen op het niet-talige vlak. Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor het latere systematische leren, vooral dan wat betreft rekenen. In gezinnen van allochtone afkomst wordt er veel gespeeld met kant en klaar speelgoed (bv. robots, games, speelgoed dat enkel licht en geluid maakt) of met poppen en zelfgemaakte spullen zoals pijl en boog, evenwel zelden met constructiemateriaal. Maar laat nu precies het maken van puzzels, het bouwen met Meccano of Lego helpen om schoolse vraagstukken op te lossen. Spel en speelgoed spelen een interessante rol bij de schoolse vaardigheden. Wanneer een kind onvoldoende mogelijkheden heeft gekregen om te experimenteren met concreet materiaal kan het zich moeilijker een schematische voorstelling van een handeling voor de geest halen. Tijdens het spelen met blokken bijvoorbeeld ervaart een kind dat bijdoen of samendoen resulteert in ‘meer’ en ‘groter’, een concrete handeling die later 2
wordt vertaald in een schematische voorstelling bij het aanbrengen van rekensommen. Hoe flexibeler een kind met spelmateriaal omgaat, hoe rijker ook het taalgebruik wordt. Spel en speelgoed bieden kinderen dus toenemende ontwikkelingskansen. Dit geldt zeker en vast ook voor kinderen die opgroeien in een meertalige context. Spel en spelen worden gekenmerkt door een aantal typische kenmerken: t Spelen is plezierig. t Bij spelen mogen en kunnen fouten worden gemaakt. t Spelen is een vrijwillige bezigheid. t Spelen hoeft niet altijd een specifiek doel te hebben. t Bij spelen is het kind in enige mate actief. t Spelen is eigen baas zijn. t Spelen is afwisseling en spanning tussen verwachting en verrassing, tussen het bekende en het onbekende. t Spelen kan met objecten, met het eigen lichaam of met één of meerdere personen. t Bij spelen is geen begin- en eindpunt.
Het betreft hier een onderzoek aan de hand van de WPPSI (periode januari-februari 2000) naar de achterstand op het performaal vlak bij 66 Turkse en Marokkaanse derde kleuters van het gewoon onderwijs, die geen revalidatie volgen.
79
april-mei-juni 2012
31
Getuigenissen uit de praktijk
Evolutie in de visie van allochtone ouders op het belang van spel en speelgoed
lijk spelervaringen als kind, maar ze stonden hier niet bij stil en benoemden dit niet zo. Dit maakt hen onzeker: ze weten niet goed wat er van hen wordt verwacht en of ze aan het verwachtingspatroon kunnen beantwoorden.
De allochtone gezinnen waarmee we in het Waas Revalidatiecentrum worden geconfronteerd, zijn meestal afkomstig uit een landelijk gebied. Ze leven volgens een traditionele en collectivistische cultuur en behoren vaak tot een lagere socio-economische klasse. Mede als gevolg hiervan dragen ze waarden als familie, religie, functionele opvoeding, hiërarchische structuur en goede schoolprestaties hoog in het vaandel.
Doorheen de jaren merken we een duidelijke evolutie in de manier waarop allochtone ouders omgaan met spel en speelgoed.
Het is voor dergelijke ouders soms moeilijk te aanvaarden dat spel evenwaardig is aan zelfzorg, school en productiviteit. Ze verwachten van hulpverleners uit het revalidatiecentrum dat ze hun kind helpen met het verbeteren van concrete leerprestaties en dus geen ‘tijd verliezen met spelen’. De kinderen hebben tenslotte al een achterstand tegenover hun leeftijdgenoten … Volgens de ouders leren kinderen door imitatie en observatie van goede voorbeelden. Er is dus wel plaats voor een actieve inmenging van de ouders in de opvoeding, maar er is minder ruimte voor exploratie. Hun opvattingen over spel verschillen dan ook sterk met die van ons. De ouders hadden wel dege-
32
In het centrum deden we in 2004 een kleinschalig onderzoek3 naar de visie van Berbermoeders op spel en speelgoed. De resultaten van de enquête zijn beperkt en zeker niet representatief voor de hele Berbergemeenschap, maar de ervaring leert ons dat de meeste bevindingen ook van toepassing zijn op gezinnen van Turkse afkomst. De interviews leren ons dat spel en zelfexpressie in de Marokkaanse cultuur niet al te serieus worden genomen. Spel valt duidelijk onder de kinderlijke bezigheden en moet zoveel mogelijk van de wereld van de volwassenen worden gescheiden. Hierdoor komt het dat kinderen vaak alleen op hun kamer spelen of met zussen, broers, neven en nichten. Op die manier is er minder spontane interactie mogelijk 3
Het gaat hier om een verkennende studie (2004) bij twintig Berbermoeders, tussen de twintig en dertig jaar, naar hun visie op de functie en het belang van spel en speelgoed aan de hand van een persoonlijk interview aan huis door een ergotherapeut.
april-mei-juni 2012
79
Getuigenissen uit de praktijk
tussen kind en moeder. De ouder kan ook moeilijker inspelen op het spel, waardoor ontwikkelingskansen worden gemist. De ouders geven in de interviews wel aan dat ze met hun kinderen ‘spelen’, maar dan vooral op jongere leeftijd en tijdens verzorgingsmomenten. Op latere leeftijd brengen ze nog steeds tijd door met hun kinderen, maar al te vaak voor de televisie. De meeste moeders geven ook aan geen limiet te leggen op televisie kijken: het kind is rustig en tv-kijken is belangrijk voor de taalontwikkeling. Kinderen moeten zich dus bij voorkeur in stilte bezighouden, zonder zich vuil te maken of rommel te veroorzaken in de woonkamer. Misschien heeft het feit dat er vaak bezoek komt in Marokkaanse gezinnen en de leefruimte dus altijd netjes moet zijn, hiermee te maken. Uit het onderzoek blijkt verder dat speelgoed bijna altijd wordt aangekocht, dus niet geleend via bijvoorbeeld een speel-o-theek. De aanschaf gebeurt meestal louter willekeurig. Veel van de moeders laten zich beïnvloeden door de reclame en door de wensen van hun kind. Het uitzicht en de aantrekkingskracht van het speelgoed spelen ook een belangrijke rol.
‘spel en speelgoed’ voor haar rekening. Op basis van onze bevindingen zien we toch een aantal verschuivingen in vergelijking met het onderzoek uit 2004. Zo wordt de educatieve rol van spel en speelgoed steeds belangrijker en zien ouders er meer en meer het nut van in. Spelen is belangrijk in functie van de sociale ontwikkeling, het leren, het ontspannen, het denken en het actief bezig zijn. Voor ouders van de eerste generatie is er wel degelijk een verschil met hun eigen spelgedrag. Zij speelden hoofdzakelijk buitenshuis met andere kinderen uit de buurt en maakten zelf speelgoed met materiaal dat beschikbaar was. Zij bouwden hutten, poppen en bootjes of speelden met steentjes en zand. Het speelgoed dat wij de laatste jaren aan onze kinderen aanbieden is aan enorme veranderingen onderhevig. Denk maar aan de talloze computerspelletjes en de geavanceerde spelmaterialen. De kinderen moeten dan ook over andere vaardigheden beschikken. Bij allochtone ouders leidt dit tot onzekerheid en een onderwaardering van hun eigen spelervaringen. Bij het stellen van de vraag ‘Waarmee speelde u vroeger?’ merken we vaak dat moeders open bloeien en met nostalgie terugdenken aan deze ‘speeltijd’.
Sinds 2010 zijn we in het Waas Revalidatiecentrum gestart met het intensief afnemen van de Anamneselijst Meertalige kinderen (AMK). Een ergotherapeut neemt steeds het onderdeel
Hoewel ouders aangeven weinig tijd te hebben voor samenspel met hun kinderen, proberen ze er toch meer tijd voor uit te trekken. Vaak beperkt het
april-mei-juni 2012
33
79
Getuigenissen uit de praktijk
zich tot knuffelen en ravotten, meestal zonder dat er materiaal aan te pas komt. Kinderen hoeven dus niet meer alleen op hun kamer te spelen, maar krijgen veelal een eigen plekje in de woonkamer of de keuken. Ouders van allochtone kinderen beschouwen de computer als een grote boosdoener (nefast voor het spel). Toch vinden ouders het moeilijk om het gebruik ervan aan banden te leggen. Turkse en Marokkaanse televisiezenders nemen ook meer en meer opvoedende taken op zich, bijvoorbeeld door een reclamespot te maken met beroemdheden uit het thuisland die aangeven wanneer het bedtijd is voor de kinderen. Let wel, er zijn ook heel goede educatieve kinderprogramma’s. Jonge moeders zien hoe langer hoe meer ook het belang in van het invullen van de vrije tijd met educatieve bezigheden. Ze blijven wel een verschil maken tussen de cultuur op school en thuis, zonder daarbij hun geloof te verloochenen. Een moeder vertelde dat haar dochtertje met Sinterklaas thuis ook cadeaus krijgt: “Het is een goede, heilige man die goed is voor alle kinderen.” Met kerst zet ze geen kerstboom, maar wil ze wel dat haar dochter een kerstcadeautje meeneemt naar school en zo meedoet met de rest van de klas. Dit is een mooi voorbeeld van biculturaliteit, waarbij een kind duidelijk leert omgaan met de wereld thuis en op school.
34
Vaak wonen allochtone ouders in kleine woningen, zodat uitstapjes naar het park of het bos frequent voorkomen. Buiten spelen staat gelijk aan zich kunnen uitleven, maar het is ook wel belangrijk voor de sociale ontwikkeling. Bij het spel, het voorlezen van verhaaltjes of het zelf verhalen vertellen, worden zowel het Nederlands als de moedertaal aangewend. Allochtone ouders worden zich naar ons gevoel dus meer en meer bewust van het belang van spel en speelgoed in functie van de algemene ontwikkeling. Alleen heerst er nog grote onzekerheid: ze weten niet goed hoe ze hun kind kunnen helpen en welk geschikt materiaal ze hiervoor kunnen aanwenden. Wij bieden ook op dit vlak ondersteuning in de therapie aan meertalige kinderen.
Enkele misvattingen Wanneer in de therapie iets niet loopt zoals gewenst, bekijken we of dit mogelijk te maken heeft met sociale of culturele achtergronden. Enkele voorbeelden: Soms wordt een kaartspel meegegeven naar huis om de maaltafels op een speelse manier verder in te oefenen. We zien dan wel eens dat het kind het kaartspel terugbrengt zonder de kaarten te hebben aangeraakt. In de
april-mei-juni 2012
79
Getuigenissen uit de praktijk
islam mag een kind namelijk niet met kaarten spelen, want dit zou gokverslaving in de hand kunnen werken. Dat het kaartspel ongebruikt terugkeert heeft dus niks te maken met het feit dat ouders er geen tijd voor uittrekken.
t
Ouders willen absoluut niet dat hun kind linkshandig wordt gestimuleerd. Ook dit heeft niets te maken met ‘raadgevingen in de wind slaan’, maar wel met de islamitische godsdienst, waarin de linkerhand als onrein wordt beschouwd.
t
Vaak hebben wij het idee dat allochtone ouders niet betrokken zijn en geen interesse tonen in school of therapie, maar dit is soms te wijten aan onzekerheid en het ontbreken aan feitelijke informatie. Ze weten eigenlijk niet wat er van hen wordt verwacht.
t t
Tips en projecten t Hieronder enkele tips die we als positief ervaren in het werken met allochtone ouders rond het thema spel en speelgoed. t Gebruik de ‘Schijf van drie’ (ontwikkeld door de Stichting Spel en Opvoedingsvoorlichting) om met ouders in gesprek te gaan. De schijf geeft een overzichtelijke indeling van spelmaterialen weer, gerelateerd aan de verschillende ont-
79
april-mei-juni 2012
t
t
wikkelingsaspecten (verstandelijke, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling). De schijf is vrij universeel en wordt vaak gehanteerd in speel-o-theken. Vertrek vanuit de interesse van het kind of de handelingsproblemen die het zelf ervaart. Instrumenten die je hiervoor kan gebruiken zijn: de COPM (The Canadian Occupational Performance Measure) en het fotointerview (ontworpen door REC Midden-Brabant, NL). Bied materiaal aan dat zowel bij de ouder als het kind een grote appélwaarde heeft. Kies dus speelgoed uit waartoe ouder en kind zich aangetrokken voelen. Aanvaard dat er onduidelijkheden en onzekerheden zijn. Spreek liever over ‘doelgroepkenmerken’ dan over cultuur. Wees je ervan bewust dat elk gezin ook eigen waarden en normen heeft en dat ‘culturele waarden en normen’ niet noodzakelijk gelden voor elk individu. Het is goed om naar het persoonlijke verhaal van ouders te luisteren en daar voldoende tijd voor te nemen. Plaats vervolgens alles in je eigen context en verduidelijk het denkkader aan de ouders. Nodig ouders uit en laat hen kennismaken met verschillende soorten concreet materiaal. Geef aandacht aan de verschillende ontwikkelingsaspecten. Vermijd het wij/zij-denken en opteer voor een ‘samen denken’.
35
Getuigenissen uit de praktijk
De volgende projecten vinden wij interessant in het werken met allochtone ouders: t Het Omam-project omvat een oudertraining bij een groep Marokkaanse moeders met als doel de ontwikkeling te ondersteunen én te stimuleren. Het is gebaseerd op het Mocef-project (Mother Child Education Foundation), dat in Turkije werd opgestart. Het heeft enerzijds het ondersteunen van Turkse moeders bij het opvoedingsproces van hun kinderen als doelstelling en anderzijds het bevorderen van de slaagkansen van hun kinderen wanneer ze in de basisschool komen. De doelgroep van het Mocef-project in Gent bestaat uit vrouwen van Turkse origine met kinderen in de derde kleuterklas. t Het Opstap-project is een voorschools interventieprogramma voor peuters uit kansarme gezinnen (voornamelijk gericht op Marokkanen) om hun taal- en kennisachterstand weg te werken vooraleer ze naar de basisschool gaan. Het programma wordt thuis uitgevoerd. De moeder speelt hierin een belangrijke rol. t ‘Spel aan huis’ is een in Nederland landelijk geïmplementeerd en geëvalueerd gezinsgericht preventieprogramma, gericht op (voor hulpverleners) moeilijk bereikbare gezinnen met jonge (allochtone) kinderen (van 1 tot 6 à 8 jaar). De veelal allochtone gezinnen komen niet gemakkelijk met opvoedings-
36
vragen bij reguliere voorzieningen en worden tegelijkertijd het minst bereikt via de gebruikelijke voorlichtingskanalen. t Het boek ‘Babbeldoos…spelen met talige elementen’ (Garant, 2001) bevat zestig spelactiviteiten om allochtone kinderen met taalachterstand voor het Nederlands te stimuleren die taal beter te begrijpen en te gebruiken. Er horen ook spelborden bij. t ‘Waahid, doi, tre…start!’ is de exotisch klinkende naam van de vernieuwde spelbrochure rond spelen met kinderen uit andere culturen, meer bepaald met kinderen uit een opvangcentrum voor asielzoekers. Doorheen de tekst vind je handige tips en aandachtspunten. De bundel is gratis te downloaden via www.jeugdrodekruis.be
Besluit Spel en speelgoed vormen een belangrijk gegeven in de therapie bij kinderen uit een meertalige context. Ze bieden kansen om op een ongedwongen manier met ouders en hun kinderen aan de slag te gaan. Op die manier bouwen we als hulpverlener ook een vertrouwensband op en laten we ouders inzien dat spelen van belang is voor de algemene ontwikkeling en op latere leeftijd cruciaal in functie van het schoolse leren.
april-mei-juni 2012
79
Getuigenissen uit de praktijk
Bij opvoedingsondersteuning en gezinsinterventie in allochtone gezinnen lijkt het ons belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten: t Selectieve aandacht voor wat ontbreekt of verkeerd gaat, kan zich makkelijk vertalen in een paternalistische houding, die de betrokken opvoeders onzeker maakt of afstoot. Hulpverleners moeten de neiging onderdrukken om allochtone ouders te willen heropvoeden en er vooral op toezien zich coöperatief op te stellen. t Het is belangrijk om als hulpverlener inzicht te verwerven in het spel en de opvoeding, en de ontwikkelingen die zich daarin voordoen, in allochtone gezinnen. t Naast de globale (literatuur)kennis van de plaats van het spel in allochtone gezinnen, en van de variaties en de veranderingen daarin, is vooral meer communicatie met individuele opvoeders van belang voor het leveren van ‘maatwerk’. t Therapeuten en opvoedingsondersteuners moeten meer bereid zijn om, samen met de ouders en hun kind, de doelen en de methoden van hun tussenkomsten te formuleren. Nina De Vos
79
april-mei-juni 2012
37