Media, Informatie en Communicatie
Het behouden van meiden met ballen Adviesrapport
Scriptie
RV302C Saskia van Diermen
1e begeleider:
Bert Blanken
2e begeleider:
Sigrid Verberne
5 juni 2012
3
4
Voorwoord In het vierde jaar van de opleiding Media, Informatie en Communicatie, heb ik twintig weken stage gelopen op de redactie van het magazine One Small Seed in Zuid-Afrika. Anderhalf jaar na dato van het WK 2010 in Kaapstad, leefde ’s werelds grootste voetbalevenement daar nog steeds ontzettend. Al is voetbal in ZuidAfrika niet eens de grootste sport, want dat is rugby. Voetbal wordt vooral door de zwarte bevolking beoefend. In het bijzonder: de sloppenwijken daar zie je tientallen kindertjes dolgelukkig met zijn allen achter een bal aanrennen en dit spelletje met hart en ziel spelen: Voetbal. Voetbal ademt Afrika en Afrika ademt voetbal. Na vijf maanden kwam er einde aan mijn buitenlandse avontuur en kon ik mij bezig gaan houden met afstuderen. In Kaapstad is het idee tot stand gekomen om iets met voetbal te gaan doen, alleen ik wilde mij gaan richten op de wereld van het meidenvoetbal. Wereldwijd wordt deze sport beoefend door 40 miljoen meisjes en vrouwen. Gelukkig leeft voetbal in Nederland ook, vooral meisjesvoetbal is bezig met een geweldige opmars. Het is namelijk de snelst groeiende sport van Nederland. (KNVB.nl, 2011.) Met die insteek leek het mij geweldig om hier wat mee te doen. Het is niet alleen de sport die mij interesseert, maar ook de doelgroep. Bij meiden denk je al gauw aan vriendinnen, roze en jurkjes. Alleen beoefenen wel heel veel meiden in Nederland voetbal. Misschien gaan eerder genoemde criteria wel gewoon samen met de voetballende meisjes van nu. De grote vraag werd al gauw: Wat moet er met het meidenvoetbal gebeuren als het zo goed gaat met KNVB’s snelst groeiende tak: Meidenvoetbal? Waar ik in het begin alleen maar dacht hoe kunnen we meer en meer meiden op voetbal krijgen, was er eigenlijk een ander probleem waar veel mee verloren werd. Bij veel teamsporten, maar ook bij het meidenvoetbal ontstaat er op een bepaalde leeftijd verloop. Tienermeiden stoppen na jaren leuk en intensief voetbal te hebben gespeeld met de sport. En zijn als gevolg niet langer lid van hun clubs en daarmee van de KNVB. Hoe kunnen de KNVB en de clubs op het gebied van communicatie het verloop onder meidenvoetbal tegengaan? Hier voor u ligt het communicatieadvies voor de KNVB en de clubs met als opdrachtgever het sportmarketingbureau House of Sports. Het hele rapport is gebaseerd op intensief onderzoek, meningen van diverse vakmensen, informatie uit boeken, websites en artikelen. Ik wil bij deze ook van de gelegenheid gebruik maken om iedereen die geholpen heeft om dit onderzoek tot een succes te maken te bedanken. In het bijzonder mijn afstudeerbegeleider Bert Blanken en Sigrid Verberne en mijn opdrachtgevers Erik Romijn. Bedankt voor alle inbreng en kennis en vertrouwen in mijn onderzoek. Amsterdam 29 mei 2012, Saskia van Diermen
5
6
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Probleemanalyse Formulering van de probleemstelling Doelstelling van het onderzoek Verantwoording voor de hoofdstukken Verantwoording onderzoeksmethode
15 15 15 15 15 16
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3
Methoden en technieken Kwantitatief onderzoek De online enquête Populatie en steekproef Representatie onderzoeksgroep Kwalitatief onderzoek Het panelgesprek Participanten Interviews
17 17 17 17 18 18 18 18 19
Observatietechnieken & dataverzameling 2.2.4 Observeren
19 19
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1
Doelgroep De omvang Profiel Websites Tijdschriften Televisie en radio Social Media Gebruik onder tienermeiden
20 20 20 21 21 22 22 23
4 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.4
De KNVB Opdrachtgever onderzoek Geschiedenis KNVB Werving Cruyff Courts Straatvoetbal Clinics Vriendinnendag Overige wervings-en trainingsactiviteiten Conclusie
24 24 24 24 25 25 25 26 26 26
5 5.1
Best Practices Concurrentieanalyse
27 27
7
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.4 5.4.1 5.4.2
Directe concurrentie Hockey Behoud Vrijwilligers Indirecte concurrentie CosmoGIRL Girlz! Donald Duck Hitkrant goSupermodel Girlsscene Conclusie Directie concurrentie Indirecte concurrentie
27 27 27 29 30 31 31 31 31 32 32 32 32 33
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Kwantitatief onderzoek: Online enquête Respondentenprofiel Motivatie Mediagebruik Behoeften Conclusie
34 34 35 36 37 39
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.3
Kwalitatief onderzoek: panelgesprek en interview Panelgesprek Voetballen bij een club Media Interview Conclusie
41 41 41 41 42 43
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.5.1 8.5.2 8.6
Conclusie Doelgroepanalyse KNVB Concurrentie Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek Panelgesprek Interview Antwoord op de centrale vraag
45 45 45 46 46 48 48 48 48
9 9.1 9.2
Advies Clubs KNVB
50 50 51
10
Evaluatie
54
Literatuurlijst
56
8
Bijlage I: Online enquête
59
Bijlage II: Notulen panelgesprek
66
Bijlage III: Interview Girls and brands
72
Bijlage IV: Afstudeervoorstel
74
Bijlage V: Inhoud plan van aanpak
79
Bijlage VI: Mail ter goedkeuring Plan van Aanpak
94
Bijlage VII: Format digitale samenvatting onderzoeksverslag
95
Bijlage IX: Toestemmingsformulier publicatie HvA scripties online
97
Bijlage X: Afstudeerovereenkomst
99
9
10
11
Managementsamenvatting Hier voor u ligt het communicatieadvies om het verloop van meidenvoetbal tegen te gaan dat is heb geschreven naar aanleiding van de afstudeerstage bij het sportmarketingbureau House of Sports. House of Sports, afgekort HoS, is een sportmarketingbureau. House of Sports werkt voor sporters, het bedrijfsleven en sportbonden zoals de KNVB. De slogan die HoS hanteert is “Some people want it to happen, some wish it would happen, others make it happen.” (Michael Jordan) HoS is bij veel evenementen en initiatieven in de sport betrokken. Een paar voorbeelden zijn: Pieter van den Hoogenband & Calvé. HoS is zaakwaarnemer van Pieter van den Hoogenband en was in deze rol betrokken bij de totstandkoming van de commercial 'Pietertje' van Calvé Pindakaas. In ‘Pietertje’ is een jonge Pieter van den Hoogenband te zien die niet zo goed blijkt te kunnen voetballen. Gelukkig beheerst hij een andere sport, zwemmen, beter. De commercial werd in 2010 bekroond met een Gouden Loeki als de meest aansprekende commercial van het jaar. Ajax StreetWise is een project van de Ajax Foundation dat door HoS in samenwerking met SCIANDRI sportmanagement is ontwikkeld en uitgevoerd in opdracht van Ajax. Voor Ajax StreetWise zijn er op basisscholen in zeven Amsterdamse stadsdelen Ajax-lessen gegeven en voetbalclinics op straat georganiseerd. Op 11 mei vond de grote finale plaats waarbij er een jongetje werd gescout die een maand lang op trainingsstage bij Ajax mag komen. HoS / Sports Exposure was initiatiefnemer en intermediaire bij de tot standkoming van het partnerschap tussen ARAG en de KNVB met specifiek sponsoring van het ‘domein’ scheidsrechters. (HoS, 2012). De KNVB heeft ook baat bij de resultaten van dit onderzoek. De KNVB, voluit Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond is de Nederlandse voetbalbond. De bond werd op 8 december 1889 opgericht. In Nederland is in 1896 geprobeerd om vrouwen te laten voetballen. Echter is de officiële erkenning van deze sport decennia lang door de KNVB tegengehouden, omdat enkele bestuursleden de mening hadden dat voetbal een mannensport was. Het zou nog wel tot 1972 duren voordat de KNVB overstag gaat en damesvoetbal ook in Nederland een erkende sport wordt. (Sport.infonu.nl, 2009).
Sinds de introductie van het meidenvoetbal is de sport blijven groeien. De KNVB, maar ook de clubs hanteren geen strategie om de meisjes te behouden die eerder zijn binnen gehaald Het succes van de snelle groei van het meisjesvoetbal wordt weer teniet gedaan door het verloop. De KNVB en de club zullen hun wijze van communicatie moeten verbeteren om het verloop onder de voetbalmeiden tegen te gaan. De centrale vraag die HoS heeft gesteld is: Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?
12
Om op deze vraag antwoord te kunnen geven is er onderzoek gedaan onder meiden die voetbalden bij een club en nu gestopt zijn. Dit onderzoek gebeurde middels een digitale enquête en had een respondentenpercentage van tegen de 90 procent (54 uit 60). In de enquête werd de voormalige voetbalsters gevraagd waarom zij gestopt zijn, welke factoren daar bepalend voor waren, door middel van welke communicatiemiddelen zij het liefst worden benaderd en wat zij verbeterd hadden willen zien tijdens hun lidmaatschap. De resultaten uit de enquête zijn als input gebruikt voor het panelgesprek met zes meiden die nog wel voetbalden. Daarnaast is er een interview afgenomen met een specialist op het gebied van meidenmarketing. Naast het onderzoek is er nog een concurrentieanalyse gemaakt. Deze analyse in combinatie met het onderzoek hebben geleid tot onderstaande adviezen: • Aanmaken Social Media accounts • Voor de meiden een online community • Clubs moeten stagiaires aannemen om de community bij te houden • Nieuwe communicatieplatformen gebruiken (smartphones) • Logistiek anders regelen Antwoord op de centrale vraag: Als de KNVB en de clubs samen de bovenstaande adviezen uitvoeren ben ik ervan overtuigd dat het behoud van de voetballende meiden zal stijgen
13
Summary This is an advice of how to prevent girls from quitting on soccer that has been written on the occasion of my internship at a marketing company that focuses on sports: House or Sports.
House of Sports, abbreviated HoS is a sports marketing bureau. HoS is committed to sports people, the business communities and sport associations like the KNVB. The slogan that’s being used by HoS is: “Some people want it to happen, some wish it would happen, others make it happen.’’ (Michael Jordan) HoS is involved with a lot of events and initiatives which are sports related. The KNVB also benefits from the results of this research. The KNVB, short for Royal Dutch Soccer Association is the Dutch soccer association. This association was founded on the 8th of December, 1889. In the Netherlands the first attempt to let women play soccer was in 1896. However the official recognition of lady’s soccer has been denied by the KNVB for decennia. This was because some of the board members of the KNVB thought of soccer more as a men’s sport. It would take till 1972 till the KNVB sets its differences aside and approves lady’s soccer as a recognised sport. (Sport.infonu.nl, 2009). Since the introduction of lady’s soccer in 1972 the sport knows a steady growth ever since. The KNVB, but also the football clubs don’t use a strategy to prevent girls from quitting playing soccer. The success and fast increase of the girls’ soccer is being opposed by the high rate of turnover within this department of soccer. The KNVB and the clubs shall have to improve the way of communication to prevent the high turnovers within girls’ soccer. The main question that HoS gave to me was: ‘What should the KNVB even as the clubs do about their communication to prevent girl from giving up on soccer’? To answer this question there was some research among girls who played soccer but have already gave up on the sport. In the research there was used a digital survey and had a respondent percentage of 90 percent. (54 of 60). In this survey formal soccer players were asked why they quitted football, what the decisive influences were, by what kind of communication ways they preferred being contacted and what they would like to see improved during their membership. The results of this research were being used in a panel conversation with six girls who were still enjoying the sport of lady’s soccer. Beside the before mentioned measures there were also several interviews with professionals specialised on girls marketing. Beside the research there was also made an analysis of the competition. This analysis in combination with the research has led to the following advice: Creating a social media account A online community for girls
14
Clubs should hire interns to keep the communities up to date. Start using new communication platforms (smartphones) Redevelop the logistics
Answer main question: When the KNVB and the clubs work together and follow up the advices I am convinced that the turnover of girls who play football will decline.
Sprekende kopregel
1
15
Inleiding
Dit hoofdstuk is een verantwoording voor de keuzes die voorafgaand aan dit onderzoek zijn gemaakt 1.1
Probleemanalyse
Steeds meer sporten, onder andere de grote teamsporten hockey, volleybal en voetbal, krijgen te maken met verloop van de jeugd op een bepaalde leeftijd. Bij het meidenvoetbal beoefenen meiden in de leeftijdscategorie 16-17 jaar veel minder de sport dan bij de categorieën ervoor (10-15 jaar). Meiden die vanaf 16 en 17 jaar besluiten te stoppen met voetbal willen graag een extra zakcentje verdienen door middel van een baantje op de zaterdag. Zaterdag is de dag dat veel clubs hun wedstrijden hebben. Tevens zien veel meiden hun toekomst bij de club somber in, er lijkt in hun ogen meer geïnvesteerd te worden in jongens dan in meiden. Toch moet het mogelijk zijn om meer meiden te behouden. 1.2
Formulering van de probleemstelling
Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan? 1.3
Doelstelling van het onderzoek
De doelstelling van mijn onderzoek is om de KNVB en de clubs inzicht te geven in hoe zij hun communicatie naar de meiden toe kunnen verbeteren, waardoor zij de meiden behouden. Vandaar dat het erg belangrijk was te onderzoeken wat de meiden willen en wat voetbal voor hen inhoudt. 1.4
Verantwoording voor de hoofdstukken
Het rapport zal worden opgebouwd uit zeven hoofdstukken. Het rapport wordt ingeleid met de vraag wat voetbal voor meiden betekent en welke factoren belangrijk zijn bij het kiezen voor meisjesvoetbal. Tevens groeit meisjesvoetbal erg hard, de KNVB en de clubs zijn dus wel succesvol op het gebied van werven. Vervolgens zijn de meiden die gestopt zijn met voetbal geanalyseerd: “Wat waren hun beweegredenen om te stoppen met voetbal?” De meningen van meiden die nog wel voetballen doen er ook toe. Aan hen is gevraagd wat voor een rol zij voetbal in hun leven wil laten spelen. Het is eveneens van belang te weten hoeveel tijd de voetbalmeid aan internet spendeert. Daarnaast is het belangrijk om te weten of er verloop aanwezig is bij een grote meisjessport als hockey, of juist niet, mochten zij ook verloop
Sprekende kopregel
16
hebben wat doen zij ertegen? Tot slot de conclusie die als rode draad hanteert: Hoe kunnen de KNVB en de clubs op het gebied van communicatie het verloop van meiden die voetballen tegengaan? 1.5
Verantwoording onderzoeksmethode
Tijdens het onderzoek is er gemaakt van een online enquête onder meiden die gestopt zijn met voetbal in de leeftijdscategorie 16-17 jaar. De reden voor het afnemen van de enquête bij deze leeftijdsgroep was omdat vanaf die leeftijd er een grote daling in leden ontstond. Er is bij de enquête geprobeerd te achterhalen waarom zij met voetbal gestopt zijn. De voordelen van een online enquête zijn automatische dataverzameling, het is tijdsbesparend en er is directe respons. Een voorbeeld van de enquête kunt u vinden in de bijlagen van dit communicatieadvies. (Verhoeven, 2007.) Met de andere groep, de meiden die nu voetballen, heeft er een panelgesprek plaatsgevonden. De resultaten uit de enquêtes met de voormalige voetbalsters zijn als input gebruikt worden voor het panelgesprek. Daarom zijn eerst de enquêtes afgenomen en daarna pas het panelgesprek. Het panelgesprek heeft veel voordelen: Het brainstormen in een groep leidt tot nieuwe ideeën en de onderzoeksresultaten zijn in een kort tijdsbestek beschikbaar. (Rightmarktonderzoek.nl, 2011) Tijdens het onderzoek is er intensief contact geweest met verschillende mensen die werkzaam zijn bij de KNVB en zich daar bezig houden met het meidenvoetbal. Tevens heb ik contact gehad met een marketingbureau die zich speciaal richt op meiden: Girls and Brands. Zij hebben hun kijk op meiden en meiden die voetballen gegeven en toegelicht hoe deze het beste te benaderen zijn. Erik Romijn, namens het marketingbureau HoS, heeft veel verteld over hoe de voetbalwereld voor meiden in elkaar zit. Het panelgesprek en het interview hadden als groot voordeel dat er de mogelijkheid was tot doorvragen naar achterliggende gedachtes. Hierdoor kwam er meer gedetailleerde informatie vrij. (Verhoeven, 2007) Naast bovenstaande vormen van onderzoek doen is er veel onderzoek gedaan naar het meidenvoetbal in Nederland. Tevens is er onderzoek gedaan naar het verloop van meiden bij hockey in Nederland.
Sprekende kopregel
2
17
Methoden en technieken
De toegepaste onderzoeksmethoden die hebben bijgedragen aan de resultaten van dit onderzoek worden in dit hoofdstuk verantwoord. Er is gebruik gemaakt van twee onderzoeksvormen: Een groot kwantitatief onderzoek (online enquête) en een klein kwalitatief onderzoek (een observatie). De online enquête is ingezet om de beweegredenen, behoeften en wensen van de gestopte voetbalsters te analyseren. De uitkomsten van de online enquête dienden weer als input voor de observatie, oftewel het panelgesprek, hierdoor ontstond er ook de mogelijkheid tot doorvragen. (Verhoeven, 2007). Tenslotte heeft er ook nog een interview plaatsgevonden met een specialist op het gebied van meidenmarketing. Hoe deze onderzoeken tot stand zijn gebracht wordt nu beschreven.
2.1
Kwantitatief onderzoek
Om meer inzicht in de beweegredenen, behoeften en wensen met betrekking tot hun motivatie om te stoppen met voetbal, is er gebruik gemaakt van een online enquête. Het afnemen van een online enquête heeft meerdere voordelen (zoals automatische dataverzameling, tijdsbesparend en directe respons), maar ook enkele nadelen. Het nadeel van een online enquête is dat je niet weet wie er precies reageren, je zit niet letterlijk tegenover de respondenten. Dit heeft toch invloed op de betrouwbaarheid van het onderzoek. Ook technische mankementen (zoals modemsnelheid en slechte browser) blijven een oncontroleerbaar punt. (Verhoeven, 2007). 2.1.1 De online enquête Het doel van de enquête is in dit geval erachter komen waarom meiden op een bepaalde leeftijd stoppen met voetbal, aangezien er verloop aanwezig is. Voor deze enquête is er gebruik gemaakt van het HRM-model. Ervan uitgaand dat het probleem ligt bij de communicatie vanuit de KNVB en de clubs naar de meiden toe. De drie kernwaarden van het HRM-model zijn: Erkennen, begrijpen en doen. De KNVB en de clubs moeten op het gebied van communicatie: Erkennen dat hun mensen het verschil maken tussen gemiddeld en goed, begrijpen hoe hun mensen dat verschil kunnen maken en tot slot het doen: Zorgen dat hun mensen het verschil maken tussen gemiddeld en goed. (Assen, M. van & Berg, G. van den & Pietersma, P, 2008). Deze betreffende meiden die op een bepaalde leeftijd gestopt zijn met voetbal zullen aan de tand gevoeld worden over waarom zij gestopt zijn met voetbal en hoe zij het graag anders gezien hadden tijdens hun voetballoopbaan. Daardoor zal er een beeld geschetst kunnen worden over hun (nog onvervulde) wensen betreft hoe zij de voetbalwereld voor meiden voor zich zien. Tevens komen het gebruik van social media en interesses aan bod. De enquête is te vinden in Bijlage I: Online Enquête. De resultaten van de enquête zijn uiteengezet in Hoofdstuk 6 Kwantitatief onderzoek: online enquête.
2.1.2 Populatie en steekproef De populatie omvat vrouwelijke oud-leden uit de zes districten die de KNVB heeft: Noord, Oost, West 1, West 2, Zuid 1 en Zuid 2. Er zijn naar voetbalclubs uit ieder district tien enquêtes verstuurd. Aangezien de enquête in een korte tijd door veel oudleden ingevuld moest worden, heb ik met tientallen clubs uit alle districten die
Opmerking [M1]: Komt dit terug in Enquete en conclusie? NEE dus verwerken!
Sprekende kopregel
18
meisjesvoetbal aanboden contact gehad. Aan hen vroeg ik of zij hun oud-leden via hun ledenadministratie konden benaderen en zij hen deze enquête konden laten invullen, in ruil daarvoor bood ik ze na afloop mijn onderzoek aan. De enquête is vanaf 9 mei 2012 verstuurd via de clubs in Nederland. Bijna zestig respondenten hebben de enquêtes ingevuld, waarvan er twee niet volledig waren ingevuld. Uiteindelijk zijn er 54 enquêtes gebruikt voor dit onderzoek. De online enquête heeft geleid tot het afnemen van een panelgesprek.
2.1.3 Representatie onderzoeksgroep Dit onderzoek is redelijk representatief, omdat de respondenten niet uit één bepaalde streek of omgeving komen, maar verspreid over heel Nederland. Hierdoor zullen de enquêtes generaliseer zijn voor de gehele populatie.
2.2
Kwalitatief onderzoek
Op 18 mei 2012 vond het panelgesprek plaats met een zestal meiden dat voetbalt. Door ook mede de resultaten uit de enquête te gebruiken kwam er nuttige informatie boven tafel. In het gesprek stond het verloop van de voetbalmeiden centraal, wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie daar tegen doen? De meiden krijgen een aantal vragen voorgeschoteld en gaven antwoord op de vragen als: “Vind jij dat meidenvoetbal genoeg onder de aandacht wordt gebracht in de media?” De notulen van dit gesprek is opgenomen in Bijlage II: Notulen gesprek voetbalmeiden.
2.2.1 Het panelgesprek Met behulp van een panelgesprek dient erachter te worden gekomen waarom de meiden zijn gaan voetballen en wat hun beweegredenen kunnen zijn als zij besluiten te stoppen met het voetbal. Net als bij interviews is het zinvol om bij een panel- of groepsgesprek een lijst op te stellen met algemene beginvragen en aandachtspunten op basis waarvan eventueel gericht ingemengd wordt. (Kitzinger, 1995). De resultaten uit de enquêtes met de voormalige voetbalsters zullen als input dienen voor dit panelgesprek met de zes meiden die nog wel voetballen bij een club. Met een panelgesprek onderzoek je de verwachtingen, wensen en behoeften van de voetbalmeiden. Het behouden van de voetbalmeisjes zal in dit panelgesprek centraal staan. De vraag die met behulp van dit panelgesprek beantwoordt wordt is de volgende: ‘Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?’ 2.2.2 Participanten Aan deze observatie hebben zes participanten deelgenomen. De participanten waren tussen de veertien en vijftien jaar oud. De reden dat ik voor deze leeftijdscategorie heb gekozen is omdat na deze leeftijdscategorie veel meiden stoppen met voetbal. Ze spelen alle zes meer dan twee jaar voetbal. De participanten van het panelgesprek
Sprekende kopregel
19
kregen allemaal een tekstdocument met dertien dezelfde vragen voorgeschoteld. (zie Bijlage II: Notulen panelgesprek).
2.2.3
Interviews
Door middel van een diepte-interview met een werknemer van Girlsandbrands wil ik erachter komen hoe tienermeiden in elkaar zitten en of dat veel verschilt met een voetballende tienermeid. Girlsenbrands.nl houdt zich bezig met meidenmarketing. De vragen in dit interview richten zich voornamelijk op de vraag hoe je sportmarketing toepast op tienermeiden. Kortom hoe bereik je de Nederlandse tienermeid, maar dan in een ‘sportief’ jasje gestoken. (zie Bijlage III: Interview Girls and brands) Observatietechnieken & dataverzameling 2.2.4 Observeren Tijdens het beantwoorden van de vragen zijn de participanten geobserveerd. Op grond van de probleemstelling, literatuur en/of gesprekken met een deskundige wordt vastgesteld welke gebeurtenissen, verbale en non-verbale gedragingen en welke uitspraken worden vastgelegd. Bij verbaal gedrag is dat bijvoorbeeld dat wat gezegd wordt en de wijze waarop. Bij non-verbaal gedrag kan gedacht worden aan gebaren, gezichtsuitdrukking, beweging ten opzichte van anderen en verspreiding over ruimte. (Maso, 1989). Panelgesprek Van te voren is aan de participanten gevraagd een korte vragenlijst in te vullen, deze vragenlijst bevat persoonlijke gegevens zoals hun leeftijd en de club waar ze voetballen om te verantwoorden dat deze participanten binnen het respondentenprofiel van dit onderzoek vallen. Een profiel van de deelnemende participanten is opgenomen onderaan de Bijlage II: Notulen panelgesprek. In hoofdstuk 7: Kwalitatief onderzoek: observatie, zijn de belangrijkste analyses en resultaten uit het panelgesprek weergegeven.
Sprekende kopregel
3
Doelgroep
3.1
De omvang
20
In Nederland voetballen er ruim 124.051 vrouwen, 74.604 meisjesjunioren en 49.447 senioren. Daarmee is het net niet de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland. Het vrouwenhockey telt momenteel 136.097 leden, daarvan zijn er 96.391 meisjesjunioren. (KNHB, 2011). Hockey is daarmee de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland. Wel is vrouwenvoetbal één van de hardst groeiende vrouwenteamsporten in Nederland. Het is dé nummer één vrouwenteamsport van de wereld met wereldwijd meer dan veertig miljoen beoefenaars. (House of Sports, 2010). Dat het goed gaat met het vrouwenvoetbal staat vast, toch wordt een groot deel van de succesvolle groei teniet gedaan door het verloop. Er ontstaat namelijk een grote daling in meisjesjunioren vanaf 16 jaar. In de leeftijdscategorie 13-15 jaar voetballen er 21.500 meiden en in de leeftijdscategorie 16-17 jaar is dit aantal bijna gehalveerd naar 11.500 (House of Sports, 2010).
3.2
Profiel
Jongeren sporten graag. Bijna negen op de tien jongeren van 4 tot 18 jaar deed in 2008 minimaal een uur per week aan lichamelijke sport. Dit aandeel neemt wel af naarmate de leeftijd toeneemt. Onder de 18- tot 25-jarigen lag dit percentage namelijk op 66 procent. Deze aandelen zijn weinig veranderd sinds 2000. Het aandeel jongeren dat regelmatig sport neemt dus af met de leeftijd. (CBS, 2010). Het onderzoek van CBS heeft het over jongeren, dus over meisjes en jongeren en over alle sporten. Er kan dus geconcludeerd worden dat er op een bepaalde leeftijd niet alleen verloop ontstaat bij het meisjesvoetbal, maar ook bij andere sporten en bij zowel jongens als meisjes. Uit een eerder onderzoek van Qrius (2010) blijkt dat meiden tussen de 15 en 19 jaar 288 minuten per dag aan de media besteden. Wat bijna vijf uur per dag is. Het grootst aantal minuten (95) wordt aan het internet besteedt, gevold door de televisie met 85 minuten. Het minst aantal minuten wordt aan de dagbladen besteedt: Zeven minuten. Het onderzoek van Qrius is breder dan de doelgroep is, want deze is gedaan onder meiden in Nederland. De online enquêtes van de oud-leden beperken zich tot meisjes die gestopt zijn met voetbal. De online enquête zegt enkel iets over het feit dat voetbalmeiden niet verschillen met “gewone” meiden betreft hun tijdsbesteding aan de media. Deze is dan ook zo goed als hetzelfde. De tijdsbesteding van meisjes aan de media uit de leeftijdscategorie 6-19 jaar staat weergegeven in figuur 1.
Sprekende kopregel
21
Figuur 1: Tijdsbesteding per media in minuten Bron: Qrius (2010) 3.2.1
Websites
De top 10 bezochte websites van meiden tussen de vijftien en negentien jaar staat weergegeven in figuur 2. Deze tabel komt uit 2010. Hyves staat op nummer één, maar Facebook heeft de afgelopen twee jaar in Nederland een enorme opmars gemaakt. Uit een onderzoek van comScore blijkt dat Facebook in juli 2011 meer unieke bezoekers had dan concurrent Hyves. In totaal bezochten 7.278.000 unieke bezoekers Facebook vanuit Nederland, terwijl Hyves er 79.000 minder ontving. (Multimove, 2011). Ik veronderstel dat Facebook in de huidige tijd ook zeker in deze top 10 zal staan. Andere favoriete websites die de categorie vijftien tot negentien jaar noemt zijn: Msn, Google en YouTube.
Figuur 2: Top 10 websites Bron: Qrius (2010). 3.2.2
Tijdschriften
Een top 5 tijdschriften met de meeste leeskans staat weergegeven in figuur 3.
Sprekende kopregel
1. 2. 3. 4. 5.
22
6-11 jaar
12-14 jaar
15-19 jaar
Donald Duck Girlz! Nickelodeon Magazine Tina Hitkrant
Girlz! CosmoGirl Donald Duck Hitkrant MeidenMagazine (Jetix)
CosmoGirl Donald Duck Girlz! Glamour Quest
Figuur 3: Top 5 tijdschriften met de meeste leeskans Bron: Qrius (2010). Het meest favoriete tijdschrift van de leeftijdscategorie 15-19 jaar is Cosmogirl, gevold door de Donald Duck Girlz!, Glamour en Quest. 3.2.3
Televisie en radio
De doelgroep kijkt veel televisie, maar liefst 85 minuten per dag. Ze kijken het meeste naar RTL4, gevolgd door MTV, RTL5, Net5 en SBS6. Naast televisie kijken, luisteren zij ook veel naar de radio 33 minuten. In figuur 4 staat de top 5 radiozenders die wekelijks het meest beluisterd worden.
Figuur 4: Top 5 radiozenders (wekelijks het meest beluisterd) Bron: Qrius (2010) 3.3
Social Media
Social media bestaan nu alweer zes jaar. (Frankwatching, 2011). Social media zijn een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen). Ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via social media websites. Met andere woorden, social media staan voor: 'Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'. Bij social media draaien het vooral om de rol van de website bezoeker. Hij zorgt meestal voor de inhoud van de website (bij YouTube uploaden de gebruikers de video's en bij Wikipedia kan iedereen zelf artikelen maken en bewerken). Dit wordt ook wel user generated content genoemd. (Social-media, 2012). Internetgebruikers kunnen zichzelf laten zien (profileren), hun netwerk opbouwen of uitbreiden (connecten), hun bestaande netwerk onderhouden (networking) en informatie en kennis delen (sharing). Wat de huidige technologie mogelijk maakt, is dat
Sprekende kopregel
23
mensen wereldwijd met elkaar kunnen netwerken, de social networking sites helpen daarbij. (Frankwatching, 2010). 3.3.1
Gebruik onder tienermeiden
Uit een onderzoek van Girlsscene onder 3000 meiden in de leeftijd van 13 tot en met 21 jaar verspreid over heel Nederland, blijkt dat Nederlandse tienermeiden extreem actief zijn op social networks. Zo heeft maar liefst 96 procent een account op één of meerdere netwerken. Vooral Facebook blijkt enorm populair; ruim 65 procent van de meiden is hierbij aangesloten. Ook het relatief nieuwe Twitter is zeer in opkomst; 41 procent heeft een Twitter-account. Andere social media zijn minder in trek, zoals MySpace (13 procent), LinkedIn (2 procent) en Flickr (6 procent). Slechts 4 procent van de tienermeiden zegt bij geen enkel social netwerk aangesloten te zijn. Echter, een deel van de meiden is wel lid van bovengenoemde social netwerken, maar blijkt deze niet of nauwelijks te gebruiken. Zo geeft 16 procent van de respondenten aan een Facebook-account te hebben, maar hier eigenlijk nooit op in te loggen. Dit geldt ook voor Twitter (15 procent) en Myspace (13 procent). Tienermeiden besteden per dag zeer veel tijd aan social networks. Ruim een kwart van de meiden zitten per dag ongeveer een uur op hun social accounts; één op de drie geeft aan zelfs 1 tot 4 uur per dag hieraan te besteden. Een kleinere groep is extreem actief; 5 procent zit 4 tot 6 uur online op social media, 2 procent is meer dan 6 uur per dag actief op deze sites. Ook stelde Girlscene tienermeiden de vraag: “Waarom zit jij op social networks?”. De populairste redenen: “om mijn contacten te onderhouden”, “om berichtjes te sturen/te chatten”, “om te kunnen lezen wat anderen aan het doen zijn”, “om foto's/filmpjes online te kunnen plaatsen” en “om op de hoogte te blijven van allerlei zaken, zoals nieuwtjes en trends”. Minder populaire redenen blijken: “om nieuwe mensen te ontmoeten”, “omdat anderen het ook doen” en “om reclame te kunnen maken voor je eigen site/blog/werk/hobby”. Foto's blijken het populairst om te plaatsen op een profielpagina; 82 procent van de tienermeisjes doet dit. De helft van de meiden plaatst graag status updates. Andere favoriete zaken om online te delen: Grappige feitjes (22 procent), filmpjes (21 procent) en links naar andere websites (9 procent). Bijna 1 op de 5 ondervraagden heeft ook een eigen website of blog. Ongeveer één op de zeven zegt nog geen site of blog te hebben, maar dit wel te ambiëren. (Medianetwerk, 2010).
Sprekende kopregel
4
De KNVB
4.1
Opdrachtgever onderzoek
24
House of Sports, afgekort HoS, is een sportmarketingbureau. HoS werkt voor sporters, het bedrijfsleven en sportbonden zoals de KNVB. De slogan die HoS hanteert is “Some people want it to happen, some wish it would happen, others make it happen.” (Michael Jordan) HoS is bij veel evenementen en initiatieven in de sport betrokken. Een paar voorbeelden zijn: Pieter van den Hoogenband & Calvé. HoS is zaakwaarnemer van Pieter van den Hoogenband en was in deze rol betrokken bij de totstandkoming van de commercial 'Pietertje' van Calvé Pindakaas. In ‘Pietertje’ is een jonge Pieter van den Hoogenband te zien die niet zo goed blijkt te kunnen voetballen. Gelukkig beheerst hij een andere sport, zwemmen, beter. De commercial werd in 2010 bekroond met een Gouden Loeki als de meest aansprekende commercial van het jaar. Ajax StreetWise is een project van de Ajax Foundation dat door HoS in samenwerking met SCIANDRI sportmanagement is ontwikkeld en uitgevoerd in opdracht van Ajax. Voor Ajax StreetWise zijn er op basisscholen in de zeven Amsterdamse stadsdelen Ajax-lessen geven en voetbalclinics op straat georganiseerd. Op 11 mei vond de grote finale plaats waarbij er een jongetje werd gescout die een maand lang op trainingsstage bij Ajax mag komen. HoS / Sports Exposure was initiatiefnemer en intermediaire bij de tot standkoming van het partnerschap tussen ARAG en de KNVB met specifiek sponsoring van het ‘domein’ scheidsrechters. (HoS, 2012).
4.2
Geschiedenis KNVB
De KNVB, voluit Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond is de Nederlandse voetbalbond. De bond werd op 8 december 1889 opgericht. In Nederland is in 1896 geprobeerd om vrouwen te laten voetballen. Echter is de officiële erkenning van deze sport decennia lang door de KNVB tegengehouden, omdat enkele bestuursleden de mening hadden dat voetbal een mannensport was. Toch weerhield dit sommige damesclubs er niet van om, al dan niet in officieel competitieverband, door te gaan met het damesvoetbal. Het zou nog wel tot 1972 duren voordat de KNVB overstag gaat en damesvoetbal ook in Nederland een erkende sport wordt. (Sport.infonu.nl, 2009). Sindsdien zijn verscheidene clubs damesvoetbal aan gaan bieden.
4.3
Werving
Meisjesvoetbal heeft te kampen met verloop van meiden op een bepaalde leeftijd, maar meisjesvoetbal is wel de snelst groeiende tak van de KNVB. Het afgelopen jaar is het meidenvoetbal met 5,67 procent gegroeid. Toch hebben clubs die meisjesvoetbal aanbieden een landelijk gemiddelde van 10,7 procent meisjes en dames ten opzichte van 89,3 procent jongens en heren. (KNVB, 2011). Deze verdeling is verre van
Sprekende kopregel
25
evenwichtig. Daarom onderzoekt en ontwikkelt de KNVB ook wervingsactiviteiten en voetbalaanbod die erop zijn gericht dat ook ouderen, meisjes en allochtone meisjes geïnteresseerd raken en meedoen. (KNVB, 2011). Bij het werven van meisjes, in het bijzonder allochtone meisjes, doet de KNVB er verstandig aan door de ouders te informeren en betrekken. Voor veel meisjes en hun ouders is voetballen in verenigingsverband nieuw. (KNVB, 2009). Doelstelling van het programma ‘Meisjesvoetbal’ is het opzetten en promoten van voetbal voor, met name, allochtone meisjes. Om hen naar de verenigingen te krijgen, organiseren de KNVB en zijn partners, naast een landelijke campagne, een groot aantal activiteiten. Hieronder een aantal belangrijke wervingsactiviteiten. 4.3.1 Cruyff Courts Voetbalverenigingen verhuizen steeds vaker naar de rand van de stad. Om te voldoen aan de behoefte om dichtbij huis te voetballen, hebben de Cruyff Foundation en de KNVB in het kader van het programma Tijd voor Sport veertig Cruyff Courts KNVBvelden aangelegd. Een moderne invulling van het aloude trapveldje. De kinderen uit de buurt krijgen een goede, veilige plek om te sporten. Dankzij samenwerking met de buurt, overheid, corporaties, scholen, sportverenigingen en het lokale bedrijfsleven, heeft het veld ook een belangrijke sociale functie in de wijk. Het Cruyff-Insitute en de KNVB hebben scholingsprogramma’s opgezet voor jongeren: Meedoen, Leren, Winnen. Aan dit programma hebben inmiddels meer dan 300 jongeren deelgenomen en een certificaat behaald. Meedoen, Leren, Winnen wil jongeren die niet gemakkelijk te bereiken zijn meer binden aan de wijk en eventueel later binden aan een voetbalvereniging. De Cruyff Courts zijn er om zowel jongens als meisjes te werven.(KNVB, 2010).
4.3.2 Straatvoetbal De KNVB organiseert al vele jaren verschillende straatvoetbaltoernooien voor pupillen. Deze maken onderdeel uit van het KNVB Calvé straatvoetbal. De KNVB heeft als doel met behulp van de verenigingstoernooien, gemeentelijke toernooien en de Calvé straatvoetbaltoernooien kinderen te stimuleren meer te sporten en bewegen en ze enthousiast te maken en houden voor de voetbalsport. De KNVB wil het straatvoetbal in samenwerking met gemeenten, verenigingen en lokale sportservice organisaties verder doorontwikkelen en optimaliseren. Belangrijke pijler daarbij is het actief betrekken van verenigingen. Het straatvoetbal wordt zo meer een kennismakingsactiviteit en platform voor het bereiken en werven van potentiële jeugdleden. (KNVB, 2012). 4.3.3 Clinics In 2011 heeft de KNVB voor het eerst voetbalclinics speciaal voor meiden georganiseerd. De KNVB krijgt daarbij hulp van de teams die uitkomen in de Eredivisie vrouwen. De clinics zijn bedoeld als kennismakingsactiviteit voor meiden die voetballen of geïnteresseerd zijn om te gaan voetballen. De clinics zijn laagdrempelig, het spelplezier hoort voorop te staan. Bij iedere clinic zijn speelsters van een bekende voetbalclub aanwezig. (Voetbal, 2011).
Sprekende kopregel
26
4.3.4 Vriendinnendag De Vriendinnendag is een voetbalactiviteit waar meisjes van 6 tot 16 jaar met elkaar gaan voetballen. De Vriendinnendag heeft als doel om meisjes en hun ouders kennis te laten maken met voetbal en voetballen bij een vereniging. Op een Vriendinnendag mag iedereen meedoen en de meisjes die al lid zijn van een KNVB-voetbalvereniging mogen ook weer een meisje meenemen. (Voetbal, 2012).
4.3.5
Overige wervings-en trainingsactiviteiten
De KNVB wil verenigingen niet enkel op organisatorisch vlak ondersteunen bij het aantrekken van meisjes. In de praktijk blijkt dat het moeilijk is om trainers te vinden en te behouden voor meisjesteams. Hier wil de KNVB geschikte trainers leiden en opleiden. Voor het succesvol werven en behouden van allochtone meisjes is er een stappenplan opgesteld, waarin de drempels voor allochtone meisjes in kaart zijn gebracht. Dit om de allochtone meisjes zo goed mogelijk binnen een vereniging te laten integreren. (KNVB, 2010). 4.4
Conclusie
Uit literatuuronderzoek is gebleken, dat het meisjesvoetbal het afgelopen jaar gegroeid is met 5,67 procent. Daarmee is meisjesvoetbal de snelst groeiende tak onder de KNVB. Daar tegenover staat dat de man- vrouwverdeling niet evenwichtig is met 10,7 procent meisjes en dames ten opzichte van 89,3 procent jongens en heren. Vandaar dat de KNVB verschillende wervingsactiviteiten organiseert, voornamelijk gericht op meisjes. Een aantal voorbeelden zijn: De Cruyff Clinics, KNVB Calvé Straatvoetbaltournooi, clinic en Vriendinnendagen. De KNVB organiseert dus veel wervingsactiviteiten, maar zij steunen de verenigingen ook in de praktijk. Zo is er een groot tekort aan trainers voor meisjesteams. De KNVB leidt trainers op. Voor het werven en behouden van allochtone meisjes is er een stappenplan opgesteld, met als doel allochtone meisjes zo goed mogelijk laten integreren binnen een vereniging.
Sprekende kopregel
5
Best Practices
5.1
Concurrentieanalyse
27
Aangezien meisjesvoetbal een sport is, is een directe concurrent ook een sport, namelijk hockey. Naast een directe concurrent als hockey is het ook van belang om indirecte concurrenten onder de loep te nemen. Hierbij valt te denken aan online community’s en of magazines. In dit hoofdstuk zal de directe en de indirecte concurrentie behandeld worden.
5.2
Directe concurrentie
De directie concurrentie van het meidenvoetbal is een teamsport voor meisjes. Hieronder staat uitgelicht hoe hockey, de grootste teamsport van Nederland onder meiden, het verloop tegengaat. 5.2.1 Hockey Nederland is al tientallen jaren erg succesvol in het hockey, voornamelijk de Nederlandse hockeyvrouwen boeken jaar in jaar uit grote successen en zij al vele malen Olympisch Kampioen geworden. Aan de hockeyvrouwen wordt meer aandacht besteed in de media dan aan de voetbalvrouwen. Niet veel mensen zullen waarschijnlijk weten dat het Nederlands elftal vrouwen het tot de halve finale had geschopt tijdens de Europese kampioenschappen in 2009. Hockey is de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland en daarmee dus de grootste directie concurrent van het vrouwenvoetbal. Hockey telt momenteel 136.097 leden, daarvan zijn er 92.245 meisjesjunioren. De geschiedenis ging als volgt: In 1911 werd de Nederlandse Dames Hockeybond opgericht. In 1941 werd deze bond onderdeel van de huidige Koninklijke Nederlandse Hockeybond, afgekort tot KNHB. (KNHB, 2011). Het aantal vrouwelijke hockeyers is de laatste jaren gestegen met een gemiddelde van 3,62 procent. Het aantal meisjesjunioren is gestegen met 4,49 procent en dames senioren met 1,55 procent. (KNHB, 2011). Het meisjeshockey heeft een minder grote groei doorgemaakt dan het meisjesvoetbal, want het meisjesvoetbal groeide met 5,67 procent. (HoS, 2010). Er vindt groei plaats bij het vrouwenhockey, maar deze groei is niet helemaal evenwichtig. Veel hockeyclubs hebben bij de dames veel jeugd en relatief weinig senioren: 96.391 meisjes tegen 39.706 dames. Bij de heren is deze veel evenwichtiger: 50.013 jongens tegen 44.915 heren. (KNHB, 2011). De KNHB wil zich dan ook focussen op een meer gerichte groei door extra aandacht te geven aan de bestaande seniorendoelgroepen en de grote groep 16-/17-/18-jarigen. (KNHB, 2010). 5.2.2
Behoud
Aangezien er in de leeftijdscategorie 16-17 jaar bij het meisjesvoetbal net als bij het meisjeshockey een grote daling plaatsvindt, is het verstandig te kijken hoe de KNHB, en dus hockey, hiermee omgaat. De KNHB wil de nadruk leggen op
Sprekende kopregel
28
het behoud van de groep 16-/17-/18-jarigen, door middel van het betrekken van deze jongeren. (KNHB, 2010). Hieronder staat een aantal belangrijke punten uit hun plannen om het verloop onder de jeugd tegen te gaan. Activatie Door jongeren meer en actiever bij de hockeyvereniging te betrekken, is de kans groter dat zij ook na de overstap naar de senioren de club trouw blijven. De KNHB draagt best practices uit wat betreft mogelijkheden om de jeugd te betrekken en te begeleiden, bijvoorbeeld door middel van een actief jeugdbestuur. In 2015 streeft de KNHB ernaar dat 80 procent van de verenigingen met juniorenleden een door jeugdleden bemand jeugdbestuur heeft in 2009 was dat 53 procent. (KNHB, 2010). Behoeften inventariseren De KNHB doet regelmatig onderzoek naar de wensen en behoeften van jongeren. Deze inzichten gebruikt de KNHB om waar nodig bestaande concepten voor de jeugd aan te passen en nieuwe hockey- en competitievormen te ontwikkelen. De ontwikkelde concepten worden gecommuniceerd; zowel richting de doelgroep als richting de verenigingen. De KNHB voorziet clubs van een instrument om de behoeften van hun A-jeugd in kaart te brengen. Met behulp van een enquêteformulier kunnen de clubs achterhalen wat de plannen en wensen zijn van deze jongeren als ze moeten overstappen naar de senioren en waar de clubs ondersteuning zouden kunnen bieden. De KNHB stimuleert clubs om proactief beleid te voeren met betrekking tot jeugdleden die de stap moeten maken naar de senioren. (KNHB, 2010). KNHB Jeugdpanel Het KNHB Jeugdpanel, bestaand uit twaalf betrokken jeugdleden uit het hele land tussen de 16 en 21 jaar, wordt blijvend ingezet voor de activatie van jongeren. Zo organiseert dit panel speciaal voor jeugdbesturen jaarlijks het jongerencongres Hockey Sensation, dat is gekoppeld aan het Nationaal Hockeycongres. De KNHB gebruikt het Jeugdpanel ook als klankbord voor het eigen beleid en om ideeën en behoeften van jongeren te peilen. (KNHB, 2010). Youth Professionals
Dan zijn er nog de Youth Professionals, de KNHB en de verenigingen hebben goede netwerken en kunnen voor Jong Volwassenen ( 18-25 jaar) optreden als bemiddelaar voor stages of bij het starten op de arbeidsmarkt. De KNHB gaat meewerken aan een pilot en kijkt of dit product Young Professionals verder kan worden ontwikkeld, als middel om Jong Volwassenen meer te binden aan en daardoor te behouden voor de club en de hockeysport. (KNHB, 2010). Verenigingsoverzicht Jaarlijks verhuizen veel jongeren na het behalen van hun eindexamen naar een andere stad voor het volgen van een vervolgopleiding. Om deze hockeyers te behouden voor de hockeysport, wil de KNHB de doorstroom naar andere clubs verbeteren. Hiervoor werd in 2010 een verenigingsoverzicht verspreid onder clubs, die hiermee hun uitvliegende jeugdleden kunnen adviseren. Het overzicht vermeldt welke hockeyclubs
Sprekende kopregel
29
er in de plaatsen met een HBO en/of Universiteit zijn gevestigd, op welk niveau deze spelen en welke sociale activiteiten de clubs bieden. (KNHB, 2010). 18+ competitie Een andere mogelijkheid om jongeren te behouden is het aanbieden van een competitie die aansluit bij hun wensen. In Noord-Holland is in seizoen 2008-2009 een pilot gedraaid met een speciale 18+ competitie voor jonge senioren van 18-21 jaar. De KNHB wil in 2015 in het hele land 18+ competities organiseren. (KNHB, 2010). Contact onderhouden
Als laatste is er nog het punt: onderhouden contact. Veel jongeren die voor hun studie wegtrekken, keren op latere leeftijd terug naar hun oude regio. De KNHB stimuleert de verenigingen om contact te onderhouden met deze groep, bijvoorbeeld door het organiseren van reünies, het regelmatig versturen van een nieuwsbrief of het blijven betrekken van hun ouders bij de club. (KNHB, 2010). 5.2.3
Vrijwilligers
Hockeyverenigingen zijn voor een groot deel nog steeds afhankelijk van de aanwezigheid, maar ook van de kwaliteit en het enthousiasme van vrijwilligers. Uit het onderzoek: ‘Gestructureerd (samen)werken aan succes’ blijkt dat voor 45 procent van de verenigingen de werving van vrijwilligers een van de belangrijkste aandachtsgebieden is. Veel verenigingen kampen met een tekort aan vrijwilligers als gevolg van onder meer tijdgebrek, een onevenwichtige ledenopbouw en een beperkte bereidheid bij leden of ouder. (KNHB, 2010). Bij de KNHB nemen ze de volgende maatregelen: Workshops Ondersteuning aan clubs Stimuleren van jeugd De KNHB biedt de trainers en spelleiders workshops aan (zowel theorie als praktijk) en zet in op een kwaliteitsslag op het gebied van opleiding door onder meer langere cursussen, meer aandacht voor de cursist en een omscholing van docenten. De KNHB ondersteunt verenigingen bij het werven, opleiden en behouden van kader en vrijwilligers. Een belangrijk onderdeel van de hockeycultuur is dat leden wat terugdoen voor hun vereniging; in de jeugd worden hockeyers al bekendgemaakt met het begeleiden van wedstrijden en het trainen van de jongste jeugd. De KNHB en verenigingen stimuleren hockeyers om een actieve rol te blijven spelen binnen het verenigingsleven en niet enkel te consumeren. Goede initiatieven worden actief uitgedragen, zoals activiteiten om vrijwilligers in het zonnetje te zetten om hen langer en beter aan de club te binden. (KNHB, 2010). Naast de hockeyverenigingen zijn ook voetbalclubs afhankelijk van vrijwilligers. Steeds minder mensen willen zich als vrijwilliger volgens regelmaat en op vaste tijden aan een vereniging binden. Echter, de vraag naar
Sprekende kopregel
30
gekwalificeerde medewerkers neemt toe, onder meer als gevolg van complexere wet- en regelgeving. Een goede aanpak van het vrijwilligersbeleid is van belang voor de clubs. De KNVB beschouwt het als zijn taak om verenigingen daarin te stimuleren en praktische ondersteuning te bieden. (KNVB, 2009). De volgende maatregelen staan op stapel: E-learning Opleiding trainers/coaches ‘on the job’ Kleinschalige ondersteuning Informatievoorziening Vrijwilligers vinden het belangrijk om op passende wijze voor hun inspanningen te worden gewaardeerd. De KNVB heeft een onderscheidingsregeling, maar denkt ook na over andere vormen van ‘beloning’, zoals het aanbieden van scholing, voorrang bij de bestelling van interlandkaarten of vrijstelling van contributie voor KNVB-vrijwilligers. (KNVB, 2009). 5.3
Indirecte concurrentie
De indirecte concurrentie van het meisjesvoetbal is geen sport, maar crossmediale producten. Crossmediaal uitgeven is geen nieuwe trend of ontwikkeling want het bestaat al jaren, maar wordt nog niet overal op een doelgerichte wijze toegepast. Volgens Eric Goossens (2010) is een definitie van crossmedia: ‘Een kruisbestuiving van verschillende media, die elk een eigen mediaspecifieke betekenis communiceren en deel uitmaken van hét grotere verhaal’. Crossmediaal uitgeven komt voort uit het veranderend medialandschap, er zijn nieuwe vormen van communicatie ontstaan, consumenten hebben meer macht in handen en raken meer betrokken bij het medialandschap. Het grote voordeel van crossmediaal uitgeven is dat verschillende media elkaar kunnen versterken, ook wel synergie genoemd. Toch is het verstandig om deze trend in ogenschouw te nemen. De indirecte concurrentie bestaan dus uit online community’s, tijdschriften en websites die verwant zijn met meiden uit de leeftijdscategorie 13-18 jaar. De reden hiervoor is dat in de tijdscategorie 13-15 jaar nog beschikken over ongeveer 21.500 meisjes die voetballen, in de leeftijdscategorie 16-17 jaar vindt er een grote afname plaats. Hieronder een grafiek van het aantal meisjes, dat voetbalt.
Sprekende kopregel
31
Figuur 5: Grafiek telling meisjes (Bron: House of Sports, 2011) Uit het meest recente rapport van de NOM Print Monitor 2011 blijkt dat tijdschriften nog steeds zeer populair zijn onder jonge vrouwen. Van de vrouwen uit de leeftijdscategorie 12-19 jaar, leest 41 procent 1,5 uur per week een tijdschrift. Uit onderzoek van Qrius (2010) werden tijdschriften met de meeste leeskans genoemd. Een greep uit de lijst met namen zijn: CosmoGIRL, Girlz!, Donald Duck en Hitkrant. Enkele populaire online community’s van dit moment zijn: Girlsscene.nl en goSupermodel.nl. Hieronder zijn een aantal indirecte concurrenten. 5.3.1 CosmoGIRL CosmoGIRL is het grootste meidenmagazine van Nederland en verschijnt 13 keer per jaar. De onderwerpen waarover wordt geschreven zijn: jongens, mode, beauty, body&soul, cash en carrière. CosmoGIRL heeft een verkochte oplage van 100.000 stuks en een bereik van 300.000 bereik. Dat betekent dat 1 op de 4 meiden CosmoGIRL leest. (Cosmogirl, 2012). 5.3.2
Girlz!
De Girlz!-lezeres zit op school en woont nog thuis. Ze is tussen de 12 en 19 jaar oud (focus op 13 t/m 16 jaar) en is enerzijds een jonge vrouw, maar voelt zich anderzijds af en toe nog even kind. Girlz! informeert op een positieve toon over allerlei onderwerpen (liefde, seks, relaties, lichaam en uitgebreide human interest), waarmee ze dagelijks te maken (kunnen) hebben. Girlz! heeft een oplage van 95.025. (NLmag, 2011). 5.3.3
Donald Duck
Donald Duck wordt gelezen door jong en oud, waarbij de kern wordt gevormd door jongens en meisjes van 8 t/m 12 jaar. Het gezinsblad bij uitstek. Donald Duck-lezers zijn gewone kinderen die houden van strips, televisie kijken, spelletjes doen, buiten spelen, lezen, sporten. Donald Duck heeft 256.794 abonnees en een totale verspreiding van 301.025 stuks. (Sanoma, 2011). 5.3.4
Hitkrant
Sprekende kopregel
32
De Hitkrant wordt gelezen door meiden tussen de 12 en 16 jaar. Hun interesses liggen bij celebs, mode, beauty, shoppen, jongens en vriendinnen. Volgens de NOM Printmonitor heeft het blad een bereik van 196.000. (Pelicanmags, 2011). 5.3.5
goSupermodel
De online community goSupermodel is bestemd voor meiden van 10 tot 16 jaar. Op de website hebben spelers een profiel. Zij kunnen spelletjes spelen, creatieve uitdagingen aangaan en verder is er een forum en chat. De website goSupermodel is een van de snelst groeiende “girl community’s” websites van Europa. Het Deense product is in meerdere landen beschikbaar; in totaal trekt goSupermodel ruim 1,5 miljoen unieke bezoekers. Met de Nederlandse website worden ruim 290.000 unieke bezoekers per maand bereikt. De bezoekers zijn per sessie ruim 22 minuten op de site actief bezig en daarmee is de site goed voor ruim 70 miljoen pageviews. De website is live in Nederland sinds februari 2007 en groeit explosief sinds de lancering. (Redchocolate, 2011). 5.3.6 Girlsscene Girlscene.nl is de grootste online community voor meiden van Nederland (en een deel van België, met ongeveer 10 procent Belgische bezoekers). Girlscene is een website voor meiden en jonge vrouwen van gemiddeld 14-24 jaar, die hen dagelijks op de hoogte houdt omtrent fashion, beauty en lifestyle. Girlscene heeft maandelijks 1.100.000 unieke bezoekers en meer dan 14 miljoen pageviews; de site telt ruim 90.000 leden die vrijwel dagelijks de site bezoeken. (Girlsscene, 2011).
5.4
Conclusie
Uit literatuuronderzoek is gebleken dat hockey nog de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland is. Wel heeft het meisjesvoetbal een hoger groei percentage dan het meisjeshockey. Er vindt groei plaats bij het vrouwenhockey, maar deze groei is niet helemaal evenwichtig. Veel hockeyclubs hebben bij de dames veel jeugd en relatief weinig senioren: 96.391 meisjes tegen 39.706 dames.
5.4.1 Directie concurrentie Een punt van zorg is dat de groei bij het vrouwenhockey niet evenwichtig is. Vandaar dat de KNHB zich dan ook wil focussen op een meer gerichte groei door extra aandacht te geven aan de bestaande seniorendoelgroepen en de grote groep 16-/17/18-jarigen. Dit wil de KNHB bereiken door onderzoek te doen naar motieven en
redenen van de doelgroep om te stoppen of switchen. Dan zijn er nog de meiden die op een gegeven moment gaan studeren, om deze hockeyers te behouden voor de hockeysport, wil de KNHB de doorstroom naar andere clubs verbeteren. Ook stimuleert de KNHB de clubs om het contact met oudleden te onderhouden door middel van het organiseren van bijvoorbeeld een
Sprekende kopregel
33
reünie. Daarnaast onderzoekt de KNHB naar de mogelijkheid om de 18+ competitie uit te breiden. Tenslotte wil de KNHB de jeugd betrekken en begeleiden, bijvoorbeeld door middel van een actief jeugdbestuur. De KNHB heeft een Jeugdpanel benoemd die ook als klankbord fungeert voor het eigen beleid en om ideeën en behoeften van jongeren te peilen. Tevens zijn er de Youth Professionals, de KNHB en de verenigingen hebben goede netwerken en kunnen voor Jong Volwassenen (18-25 jaar) optreden als bemiddelaar voor stages of bij het starten op de arbeidsmarkt. De KNHB ontwikkelt min of meer een bedieningsconcept voor deze doelgroep, om ze zo aan zich te binden en ze te behouden. Net als iedere sportvereniging hebben ook hockey- en voetbalverenigingen erg veel baat bij vrijwilligers. Beide verenigingen nemen maatregelen om vrijwilligers te werven en aan zich te binden. Enkele maatregelen zijn: Digitale cursussen, omscholing van docenten en vrijwilligers privileges geven zoals vrijstelling van contributiekosten bij de KNVB of vrijwilligers op zijn tijd in het zonnetje te zetten met een vrijwilligersdag bij de KNHB. (KNHB, 2010). 5.4.2 Indirecte concurrentie Bij de indirecte concurrentie horen op het gebied van communicatie tijdschriften en online community’s. De meid van nu leest tijdschriften en zit veel op internet. Hoe de KNVB en de clubs op het gebied van communicatie het verloop van meidenvoetbal kunnen tegengaan, zullen de enquêtes en interviews gaan uitwijzen. Toch veronderstel ik dat het advies, het maken van een tijdschrift of online community zal zijn. De concurrenten zouden dan op papier de CosmoGIRL, Girlz!, Donald Duck en Hitkrant zijn en online: Girlsscene en goSupermodel. Crossmediaal uitgeven versterkt het overbrengen van de boodschap, het zorgt voor synergie tussen de website en het televisieprogramma. Mobiel internet en Twitter kunnen als trend ook ingezet worden om de synergie te versterken. (Goossens, E, 2010).
Sprekende kopregel
6
34
Kwantitatief onderzoek: Online enquête
Het doel van de enquête was meer inzicht geven in hoe de KNVB en de clubs hun communicatie kunnen verbeteren naar de meiden toe. Het succes van de sterk groeiende sport: Meisjesvoetbal, wordt weer teniet gedaan door het verloop. In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquête behandeld. Het respondentenprofiel (leeftijd, aantal seizoenen) is opgesteld en het mediagebruik is bekend. De resultaten bieden ook meer inzicht in de behoeften, motivatie en interesses van de doelgroep. Het gebruik van social media is ook onderzocht. Aan het eind van de resultaten wordt duidelijk wat voor soort media gericht op voetbal zij wensen. Bepaalde vragen uit de enquête waren deels open, de belangrijkste punten zijn opgenomen in dit hoofdstuk. Er hebben 56 respondenten deelgenomen aan de enquête, twee enquêtes waren niet bruikbaar, omdat deze niet volledig waren ingevuld. De 54 overbleven enquêtes waren allemaal bruikbaar en zijn gebruikt voor de resultaten van dit onderzoek. De respondenten zijn allemaal vrouwelijke oud-leden van het voetbal. De respondenten komen verspreid over heel Nederland, waardoor de uitkomsten van de enquête generaliseerbaar zijn voor de hele populatie. De volledige verantwoording en opzet van de enquête is te lezen in Hoofdstuk 2: Methoden en technieken. De enquête zelf is te vinden in Bijlage I: Online Enquête.
6.1
Respondentenprofiel
Leeftijd Uit de enquête is gebleken dat de meeste respondenten, dus de oud-leden van het vrouwenvoetbal, namelijk 53.7 procent 18 jaar of ouder zijn op dit moment. De leeftijdscategorie 16-17 jaar vertegenwoordigt 46.3 procent van de respondenten. Vanaf de leeftijdscategorie 16-17jaar vindt de grote afname plaats, logischerwijs zijn de meiden geënquêteerd die 16 jaar of ouder zijn. Het geslacht van de respondenten is voor iedereen hetzelfde, aangezien de enquête alleen naar vrouwen is gestuurd. De grootste groep respondenten (57,4 procent) zat in de leeftijdscategorie 16-17 jaar toen deze leeftijdscategorie stopte met voetbal. In de leeftijdscategorie 18 jaar of ouder stopte ook nog eens 27,78 procent en bij alle twee de leeftijdscategorieën 9-12 jaar en 13-15 jaar stopten 7,41 procent. In figuur 6 is dit weergegeven per leeftijdscategorie. Opvallend is dat de meeste respondenten (46) boven de 16 jaar oud zijn. De reden hiervan is dat met het sturen van de enquêtes naar de clubs, speciaal is gevraagd om oud-leden die stopten toen ze 16 jaar of ouder waren
Sprekende kopregel
35
In welke leeftijdscategorie zat je, toen je stopte met voetbal? Tussen de 5 en 8 jaar oud Tussen de 9 en 12 jaar oud Tussen de 13 en 15 jaar oud Tussen de 16 en 17 jaar oud 18 jaar of ouder
0 (0 %) 3 (5.88 %) 3 (5.88 %) 30 (58.82 %) 15 (29.41 %)
Figuur 6: Leeftijdscategorie gestopt met voetbal Bron: ThesisTools, 2012
Seizoenen Al de respondenten zijn inmiddels gestopt met voetbal. Op de vraag hoeveel seizoenen zij voetbal gespeeld hebben, werd het volgende geantwoord: • Één seizoen 0 procent • Twee seizoenen 5,56 procent • Drie seizoenen • Vier seizoenen • Vijf of meer seizoenen
6.2
7,41 procent 16,67 procent
70,37 procent
Motivatie
Met motivatie wordt bedoeld hoe de respondenten door wie zij op voetbal zijn gekomen, bijvoorbeeld door een opa of door de televisie. De meeste respondenten (67 procent) geven als reden ‘door zichzelf’ op. Na ‘zichzelf’ volgden: Door vriendinnen (24.53 procent), televisie en ouders (1,89 procent) en ‘anders’ (7,55 procent). Onder ‘anders’ vielen de redenen: broer of zus en conditieverbetering. De redenen waarom de respondenten gestopt zijn met voetbal zijn ook onderzocht met dit onderzoek. Het is belangrijk voor de KNVB en de clubs om te weten waarom de voetbalmeiden stoppen, zo kunnen zij het verloop tegengaan. In figuur 7 worden de redenen weergegeven. Waarom ben je gestopt met voetbal? (Meerdere antwoorden mogelijk) Door een blessure
3 (5.60 %)
Door geldgebrek
26 (48.15 %)
Doordat ik een andere sport leuker vond
5(9.26 %)
Door mijn studie
5(9.26 %)
Anders, graag invullen
15 (27.79 %
Figuur 7: Redenen stoppen met voetbal Bron: ThesisTools, 2012
Sprekende kopregel
36
Onder ‘Anders’ (27,79 procent) werd er ingevuld: Team werd opgeheven of te weinig animo (7,41 procent). Slechts één respondent gaf aan dat het plezier weg was. Een groot deel (18,52 procent) dat had opgegeven: ‘Anders’ geeft aan dat het gestopt is met voetbal om te gaan werken op zaterdag. Wat opvalt, is dat het grootste gedeelte (48,15 procent) gestopt is met voetbal door geldgebrek. Een logische verklaring is dat je gaat werken als je een geldgebrek hebt. Daarna volgt het stoppen met voetbal omdat een andere sport leuker werd bevonden (9,26 procent), het volgen van een studie (9,26 procent) en door een blessure (5,6 procent). Op de vraag wat de respondenten graag anders hadden gezien tijdens hun lidmaatschap, werd het volgende geantwoord: • Meer begeleiding 7,55 procent • Lagere contributiekosten 15,09 procent • Beter toekomstperspectief • Niets • Anders
49,06 procent 24,53 procent
13,21 procent
Onder ‘Anders’ werd er het volgende ingevuld: Evenveel aandacht voor het meisjesvoetbal als het jongensvoetbal (drie respondenten), betere velden (één respondent) en één vulde er in dat er een schoolvoetbaltoernooi moet komen. Bijna de helft van de respondenten (49,06 procent) wilde dat zij tijdens haar lidmaatschap een beter toekomstperfectief kreeg voorgeschoteld. 6.3
Mediagebruik
Met mediagebruik wordt bedoeld hoe vaak de respondenten gebruik maken van social media websites zoals: Facebook, Twitter en Hyves, maar ook hoe vaak zij gebruik maakten van de website van hun club. Social media De respondenten maken regelmatig gebruik van het internet, 83,33 procent spendeert meer dan 5 uur per week eraan. Maar liefst 88,89 procent van de respondenten is in het bezit van een smartphone. Alle respondenten gebruiken social media. De meeste respondenten (85,19 procent) gebruiken dagelijks Facebook. Het wekelijks gebruiken van Facebook volgt daarna met 11,11 procent. Één respondent maakt er maandelijks gebruik van en één nooit. Ook Twitter is erg populair onder de respondenten. Het grootste deel (53,76 procent) gebruikt Twitter dagelijks, 31,48 procent gebruikt het wekelijks, 2,3 procent maandelijks, 6,11 procent gebruikt het nooit en niemand heeft als optie ‘Eens per jaar’ opgegeven. Van YouTube wordt vaker wekelijks (57,41 procent) gebruik gemaakt dan dagelijks met 31,48 procent. Dan gebruikt 11,11 procent YouTube nog eens maandelijks. Geen van de respondenten maakt eens per jaar of nooit gebruik van YouTube. Onder de respondenten is Hyves het minst populair. Maar liefst 72,22 procent geeft aan nooit gebruik te maken van Hyves. Daarna volgen: ‘Eens per jaar’ (18,52 procent), maandelijks en wekelijks met beide 3,7 procent en één respondent gebruikt Hyves dagelijks. Opvallend is dat de Nederlandse tienermeid volgens het onderzoek van Qruis (2010), Hyves nog bovenaan de lijst met meest bezochte websites had staan, terwijl het grootste deel respondenten (72,22 procent) Hyves nooit meer zegt te gebruiken. Facebook wordt door de respondenten momenteel het meest gebruikt met 85,19 procent.
Sprekende kopregel
37
Website club Uit de enquête is gebleken dat de helft (50 procent) op de vraag: ‘Hoe vaak was jij op de site van je club te vinden’, ‘soms’ antwoordde. Daarna volgden: vaak (20,37 procent, heel soms (18,53 procent), heel vaak (7,4 procent) en nooit (3,7 procent) Op de vraag wat de respondenten vonden van de site van hun club, werd het volgende geantwoord: • Uitstekend 18,52 procent • Goed 24,07 procent • Oké • Matig • Slecht
33,33 procent 18,52 procent
5,56 procent
Waar de oud-leden de informatie over hun speelschema’s en rijbeurten verkregen is ook onderzocht met dit onderzoek. Het is belangrijk voor de KNVB en de clubs om zoveel mogelijk traffic te genereren naar de websites van de club, zodat de meiden betrokken blijven wat er verder allemaal gaande is binnen een club en de clubs de meiden weet te binden aan zichzelf. In figuur 8 staat dit weergegeven. Waar las jij de informatie over je speelschema’s en rijbeurten? (Meerdere antwoorden mogelijk) Op de website van de 9 (16.67 %) club Op de website van ons 28 (51.85 %) team In het clubblad 7 (12.96 %) 2 (3.70 %) In een lokale krant Anders, graag invullen 10 (18.53 %)
Figuur 8: Informatievergaring Bron: ThesisTools, 2012 Onder ‘Anders’ werd er het volgende ingevuld: Via de coach of begeleiding(zes respondenten), via Voetbal.com (vier respondenten), ‘Via via’ werd door twee respondenten ingevuld en één respondent las de informatie in de sportkantine.
6.4
Behoeften
Omdat er niet eerder onderzoek is gedaan naar de wensen, behoeften en interesses van de doelgroep hebben de KNVB en de clubs daar nooit echt op in kunnen spelen. In de enquête zijn vragen gesteld over bepaalde wensen en behoeften. Het overgrote deel van de respondenten (77,78 procent) antwoordde: ‘Ja’, op de vraag: “Had jij toen je nog voetbalde, behoefte om meer over vrouwenvoetbal te lezen of te zien in de media?” Iets minder dan een kwart (22,22 procent) antwoordde: ‘Nee’. Maar liefst 90,74 procent vindt dat er momenteel te weinig aandacht wordt besteed aan meisjes- en damesvoetbal in de media. Op de vraag: “Aan welke vorm de respondenten de voorkeur dan zouden geven”, werd
Sprekende kopregel
38
met overtuiging (79, 07 procent) gekozen voor een online community. Dit antwoord klopt met de eerder in dit onderzoek aangewezen trend: Crossmediaal uitgeven. In figuur 9 staat dit weergegeven.
Aan welke vorm zou jij de voorkeur geven? (Meerdere antwoorden mogelijk) Een magazine Een clubblad gericht op meiden Een online community Een sportkrant
10 (23.26 %)
Anders, graag invullen
0 (0 %)
4 (9.3 %) 34 (79.07 %) 6 (13.95 %)
Figuur 9: Voorkeur vorm media Bron: ThesisTools, 2012 Interessegebieden De respondenten kregen een lijst met onderwerpen voorgeschoteld, zij konden zelf meerdere onderwerpen aanklikken, die terug zouden moeten komen in het medium. In figuur 10 is te zien hoe de verdeling in interesses voor het gewenste medium verdeeld is.
Figuur 10: Interessegebieden respondenten Bron: ThesisTools, 2012 Bij de onderwerpen bekende voetballers (44,44 procent), bekende sterren (44,44 procent) en mode (44,44 procent) liggen de meeste interesses. Daarna volgen ‘vriendinnen-dingen’ (33,33 procent) en uiterlijke verzorging (25,93 procent). Minder interessent worden strips (11,11 procent), waargebeurde verhalen (11,11 procent), reizen (7,41 procent) en interviews (7,41 procent) bevonden. De drie laatst genoemde onderwerpen kunnen wel terugkomen in het medium, maar in mindere mate dan de meest geliefde onderwerpen. Wat volgens de lezers helemaal niet hoeft aan bod hoeft
Sprekende kopregel
39
te komen zijn gadgets (0 procent). Onder ‘Anders’ is niets ingevuld wat van toegevoegde waarde was voor de respondenten.
6.5
Conclusie
Het doel van de online enquête was meer inzicht krijgen in het feit waarom de meiden gestopt zijn met voetbal. De onderzoeksvraag: “Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?”, zal ik bij het kopje ‘Motivatie’ en ‘Behoeften’ voor een groot deel beantwoorden.
Respondentenprofiel De grootste groep respondenten (57,4 procent) zat in de leeftijdscategorie 16-17 jaar toen deze leeftijdscategorie stopte met voetbal. In de leeftijdscategorie 18 jaar of ouder stopte ook nog eens 27,78 procent en bij alle twee de leeftijdscategorieën 9-12 jaar en 13-15 jaar stopten 7,41 procent. In figuur 6 is dit weergegeven per leeftijdscategorie. Opvallend is dat de meeste respondenten (46) boven de 16 jaar oud zijn. De reden hiervan is dat met het sturen van de enquêtes naar de clubs, speciaal is gevraagd om oud-leden die stopten toen ze 16 jaar of ouder waren
Motivatie Wat opvalt, is dat het grootste gedeelte respondenten (48,15 procent) gestopt is met voetbal door geldgebrek. Een logische verklaring is dat je gaat werken als je een geldgebrek hebt. Daarna volgt het stoppen met voetbal omdat een andere sport leuker werd bevonden (9,26 procent), het volgen van een studie (9,26 procent) en door een blessure (5,6 procent). De twee redenen: ‘geldgebrek’ en ‘werken op zaterdag’ vallen op te lossen door de zaterdag vrij te houden van een te spelen wedstrijd. Zo kan er bijvoorbeeld een wedstrijd gespeeld worden op vrijdagavond of zondagmorgen. Op de vraag: ‘Wat had je tijdens je lidmaatschap graag anders gezien’?, antwoordde bijna de helft van de respondenten (49,06 procent) dat zij tijdens haar lidmaatschap een beter toekomstperfectief wilde voorgeschoteld krijgen. Social media De respondenten maken regelmatig gebruik van het internet, 83,33 procent spendeert meer dan 5 uur per week eraan. Maar liefst 88,89 procent van de respondenten is in het bezit van een smartphone. Alle respondenten gebruiken social media. De meeste respondenten (85,19 procent) gebruiken dagelijks Facebook. Ook Twitter is erg populair onder de respondenten. Het grootste deel (53,76 procent) gebruikt Twitter dagelijks. Onder de respondenten is Hyves het minst populair. Maar liefst 72,22 procent geeft aan nooit gebruik te maken van Hyves. Opvallend is dat de Nederlandse tienermeid volgens het onderzoek van Qruis (2010), Hyves nog bovenaan de lijst met meest bezochte websites stond, terwijl het grootste deel respondenten (72,22 procent) Hyves nooit meer zegt te gebruiken. Facebook wordt door de respondenten momenteel het meest gebruikt met 85,19 procent. Website club
Sprekende kopregel
40
Uit de enquête is gebleken dat de helft (50 procent) op de vraag: ‘Hoe vaak was jij op de site van je club te vinden’, ‘soms’ antwoordde. Daarna volgden: vaak (20,37 procent, heel soms (18,53 procent), heel vaak (7,4 procent) en nooit (3,7 procent) Waar de oud-leden de informatie over hun speelschema’s en rijbeurten verkregen is ook onderzocht met dit onderzoek. Het is belangrijk voor de KNVB en de clubs om zoveel mogelijk traffic te genereren naar de websites van de club, zodat de meiden betrokken blijven wat er verder allemaal gaande is binnen een club. Hierdoor kunnen de voetbalmeiden beter binden met hun club. Een klein deel 16,67 procent leest de informatie over bijvoorbeeld hun speelschema’s op de website van hun club. Het grootste deel (51,85 procent) leest deze informatie op een eigen website van het team. In figuur 8 staat dit weergegeven. Behoeften
Het grootste deel (77,78 procent) had, toen zij nog voetbalde, behoefte om meer over vrouwenvoetbal te lezen of te zien in de media. Ook vindt 90,74 procent dat er momenteel te weinig aandacht wordt besteed aan meisjes- en damesvoetbal in de media. Op de vraag: “Aan welke vorm de respondenten de voorkeur dan zouden geven”, werd met overtuiging (79, 07 procent) gekozen voor een online community. Dit antwoord klopt met de eerder in dit onderzoek aangewezen trend: Crossmediaal uitgeven. Interessegebieden Bij de onderwerpen bekende voetballers (44,44 procent), bekende sterren (44,44 procent) en mode (44,44 procent) ligt de meeste interesse. Daarna volgen ‘vriendinnen-dingen’ (33,33 procent) en uiterlijke verzorging (25,93 procent). Minder interessant worden strips (11,11 procent), waargebeurde verhalen (11,11 procent), reizen (7,41 procent) en interviews (7,41 procent) bevonden. Wat volgens de lezers helemaal niet hoeft aan bod hoeft te komen zijn gadgets (0 procent). Onder ‘Anders’ is niets ingevuld wat van toegevoegde waarde was voor de respondenten.
Sprekende kopregel
7
41
Kwalitatief onderzoek: panelgesprek en interview
Het doel van de observatie was inzicht krijgen in de behoeften en opinies van de participanten. De meiden die participeren in het panelgesprek zijn de toekomst, en dus essentieel voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag: “Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?”. Er hebben zes participanten deelgenomen aan het panelgesprek, de verantwoording van dit onderzoek is te lezen in Hoofdstuk 2: Methoden en technieken. Tevens is er een interview over meidenmarketing afgenomen bij de oprichter van Girlsandbrands.nl.
7.1 Panelgesprek Aan de hand van de gegeven vraagstukken zal nu beschreven worden hoe de participanten de observatie doorlopen hebben en waar de knel- en verbeterpunten bij de KNVB en clubs liggen. De resultaten van de enquête zijn als input gebruikt voor dit panelgesprek. De uitkomsten van het panelgesprek zijn niet generaliseerbaar, ze geven alleen een indicatie van de meningen van zes meiden die voetballen. 7.1.1 Voetballen bij een club De belangrijkste knelpunten van het voetballen bij een club die tijdens de observatie naar voren zijn gekomen worden nu opgesomd. De notulen het panelgesprek met de vraagstukken die doorlopen zijn is te vinden in Bijlagen ΙX: Notulen panelgesprek
Motivatie om te gaan voetballen •Stoere sport •Mijn broer voetbalde ook •Gezellig voetballen met vriendinnen Motivatie om te gaan stoppen met voetbal •Door een studie •Plezier er vanaf •Bijverdienen op zaterdag Verbeterpunten •Betere trainingen •Club moet jongens niet voortrekken op de meiden Doorgaan met voetbal of stoppen •Alle zes participanten gaan volgend jaar weer voor een nieuw seizoen
7.1.2
Media
Uit het panelgesprek komt het mediagebruik van de zes participanten naar voren. Ook worden er resultaten uit de online enquête voorgelegd aan de voetbalmeiden. De belangrijkste punten worden nu opgesomd.
Sprekende kopregel
42
Mediagebruik •Vijf van de zes participanten gebruiken meer dan vijf uur per week internet •Zes participanten gebruiken vooral Hyves •Allen gebruiken YouTube veel voor het luisteren naar muziek •Twee daarvan gebruiken ook Facebook en Twitter •Vier van de zes participanten hebben een telefoon met internet •Niemand verkrijgt informatie over bijvoorbeeld speelschema’s via de club website, maar via een sms van de trainer Online community •Iedereen is erg enthousiast over een online community speciaal voor voetbalmeiden •Onderwerpen die vaak genoemd worden voor de community zijn: bekende voetballers, voetbal zelf, mode, strips, bekende mensen, vriendinnen-dingen. •De community hoeft van niemand alleen over voetbal te gaan •Iedereen vindt dat er te weinig aandacht wordt besteed aan meisjesvoetbal
7.2 Interview GirlsandBrands is inzetbaar voor succesvolle strategie-, product- en conceptontwikkeling voor meiden en merken. Uit het interview met de eigenaar van Girlsandbrands.nl kwam dan ook veel informatie over het gebruik van meidenmarketing naar voren. 1.Hoe denkt een voetballende tienermeid? Volgens mij verschilt een tienermeid die voetbalt niet veel van een gewone meid. Wat dat betreft staat de meid van nu erg voor nieuwe dingen open, maar ze is wel kritisch. 2. Welke leeftijdscategorie valt er volgens u onder meiden? Meiden van 14 t/m 25 jaar. 3.Hoe benader je de (voetbal)meid? Meiden zijn redelijk goed beïnvloedbaar. Al valt dat niet te verwarren met domheid, ze zijn zeer kritisch en ervaren, maar je moet ze wel weten te raken. Benader de meiden ook als meiden en niet als vrouwen of nog erger: kinderen. Ook zijn meiden mediasmart genoeg dat je ze niet alles kan wijsmaken. Dat hebben ze snel genoeg door, want daar zij ze te ervaren mediagebruikers voor. 4.Bestaat er zoiets als marketing voor voetbalmeiden? Wat vaststaat, is dat er marketing speciaal gericht op meiden bestaat. Helaas wordt dit nog niet goed gebruikt. In meidentijdschriften staan bijvoorbeeld advertenties met vrouwen die een dagcrème tegen rimpels aanprijzen of waar een product simpelweg in het roze wordt afgeprijsd en dat is een onjuiste manier van meiden benaderen. En al helemaal als je, je wilt richten op voetbalmeiden, maar zelfs voor een meid die niet
Sprekende kopregel
43
voetbalt en wat minder stoer is werkt dit niet. Meiden hebben humor en daar zouden advertenties wel wat meer op in kunnen spelen. 5. Hoe zit het meisje als consument in elkaar?
Zij zijn zelf beïnvloedbaar, maar beïnvloeden zelf ook sterk hun moeder en hebben invloed op hun vriendje of broer. Ze hebben zelf geld, dan ze helemaal aan zichzelf mogen uitgeven. Wel kijken ze ontzettend veel op zich heen, in de bladen op straat. Hun shopgedrag werkt als scannen. 6.Heeft een online community voor voetbalmeiden een kans van slagen? Ik denk zeker dat zoiets kan werken, zeker omdat het er nog niet is. Meiden zijn digitaal enorm handig en gebruiken het internet zeer intensief. Alleen het moet geen VI International worden, maar dan voor meisjes. Ik denk dat een meisje dat voetbalt, ook gewoon wil weten waar je die leuke broek koopt. Een kruising tussen voetbal en andere prioriteiten in een meisjesleven zou volgens Girlsandbrands ideaal zijn.
7.3 Conclusie Het doel van de observatie was meer inzicht krijgen in de motivaties, meningen, het mediagebruik en interesses van de voetbalmeiden. De antwoorden van de meiden die voetballen op de gegeven vraagstukken zijn erg belangrijk, om het verloop onder meiden die voetballen tegen te gaan. Motivatie De participanten zouden overwegen om te stoppen met voetbal, wanneer zij door het volgen van een studie geen tijd meer hebben om te trainen. Daarnaast zou het plezier er vanaf kunnen gaan en dan is het beter om te stoppen. Ook denken de participanten die nu allemaal rond de veertien jaar oud zijn, dat zij over een jaar of twee een bijbaan hebben op de zaterdag. Meningen Twee van de zes participanten vinden dat de trainingen bij hun club wel verbeterd kunnen worden. Sommige participanten voelen zich achtergesteld bij de jongens van hun voetbalclubs. Dit uit zich in mooiere pakjes bij de jongens en meer gratis spullen zoals een voetbaltas. Mediagebruik Vijf van de zes participanten maken meer dan vijf uur per week gebruik van het internet. De zes participanten gebruiken voornamelijk Hyves. Interesses Iedereen was erg enthousiast over een online community speciaal voor voetbalmeiden Onderwerpen die vaak genoemd worden voor de community zijn: Bekende voetballers, voetbal zelf, mode, strips, bekende mensen, vriendinnen-dingen. Interview Het interview gaf veel inzichten op marketinggebied. De doelgroep ‘meiden’ zijn erg mediasmart en willen zo ook behandeld worden. Ze zijn erg kritisch, maar staan wel voor nieuwe dingen open. Meidenmarketing wordt nog niet goed gebruikt door de
Sprekende kopregel
44
meeste merken. In meidentijdschriften staan bijvoorbeeld advertenties met vrouwen die dagcrème aanprijzen tegen rimpels of waar een product simpelweg in het roze wordt afgeprijsd en dat is een onjuiste manier van meiden benaderen. Zelfs voor een meid die niet voetbalt en wat minder stoer is werkt dit niet. Meiden hebben humor en daar zouden advertenties wel wat meer op in kunnen spelen. Een community speciaal voor meiden die voetballen zou kunnen slagen. Meiden zijn digitaal enorm handig en gebruiken het internet zeer intensief. Alleen het moet geen VI International worden, maar dan voor meisjes. Ik denk dat een meisje dat voetbalt, ook gewoon wil weten waar je die leuke broek koopt. Een kruising tussen voetbal en andere prioriteiten in een meisjesleven zou volgens Girlsandbrands op een online community ideaal zijn.
Sprekende kopregel
45
8 Conclusie In de vorige hoofdstukken heb ik onderzoek gedaan naar de wensen, behoeften en van meiden die gevoetbald hebben en meiden die nog voetballen. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de centrale vraag van dit onderzoek: “Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?’. De resultaten zijn ontleend aan de doelgroepanalyse, de concurrentieanalyse, literatuuronderzoek naar hoe de sport hockey met het verloop van meiden omgaat, online enquête en de observatie. De conclusies leiden tot aanbevelingen (zie Hoofdstuk 9: Advies) waar de online community wat meer te geconcretiseerd wordt.
8.1 Doelgroepanalyse
Omvang
Dat het goed gaat met het vrouwenvoetbal staat vast, toch wordt een groot deel van de succesvolle groei teniet gedaan door het verloop. Er ontstaat namelijk een grote daling in meisjesjunioren vanaf 16 jaar. In de leeftijdscategorie 13-15 jaar voetballen er 21.500 meiden en in de leeftijdscategorie 16-17 jaar is dit aantal bijna gehalveerd naar 11.500 (House of Sports, 2010).
Onderzoek Qrius
Uit een eerder onderzoek van Qrius (2010) blijkt dat meiden tussen de 15 en 19 jaar 288 minuten per dag aan de media besteden. Wat bijna vijf uur per dag is. Het grootst aantal minuten (95) wordt aan het internet besteedt, gevold door de televisie met 85 minuten.
Onderzoek Girlsscene Uit een onderzoek van Girlsscene onder 3000 meiden in de leeftijd van 13 tot en met 21 jaar verspreid over heel Nederland, blijkt dat Nederlandse tienermeiden extreem actief zijn op social media. Zo heeft maar liefst 96 procent een account op één of meerdere netwerken. Vooral Facebook blijkt enorm populair; ruim 65 procent van de meiden is hierbij aangesloten. Ruim een kwart van de meiden zitten per dag ongeveer een uur op hun social accounts; 1 op de 3 geeft aan zelfs 1 tot 4 uur per dag hieraan te besteden. Een kleinere groep is extreem actief; 5 procent zit 4 tot 6 uur online op social media, 2 procent is meer dan 6 uur per dag actief op deze sites.
8.2 KNVB
De KNVB en werving
Uit literatuuronderzoek is gebleken, dat het meisjesvoetbal het afgelopen jaar gegroeid is met 5,67 procent. Daarmee is meisjesvoetbal de snelst groeiende tak onder de KNVB. Daar tegenover staat dat de man- vrouwverdeling niet evenwichtig is met 10,7 procent meisjes en dames ten opzichte van 89,3 procent jongens en heren. Vandaar
Sprekende kopregel
46
dat de KNVB verschillende wervingsactiviteiten organiseert, ondanks dat er nog altijd groei aanwezig is. De werving richt zich dan ook voornamelijk op meisjes. Een aantal voorbeelden zijn: De Cruyff Clinics, KNVB Calvé Straatvoetbaltournooi, clinic en Vriendinnendagen. De KNVB organiseert dus veel wervingsactiviteiten, maar zij steunen de verenigingen ook in de praktijk. Zo is er een groot tekort aan trainers voor meisjesteams. De KNVB leidt trainers op. Voor het werven en behouden van allochtone meisjes is er een stappenplan opgesteld, met als doel allochtone meisjes zo goed mogelijk laten integreren binnen een vereniging.
8.3 Concurrentie
KNHB en behoud
De KNVB houdt zich erg bezig met nieuwe meiden werven en op zich is dat goed. Toch kan de KNVB wel wat leren van de hockeybond op het gebied van behoud. De KNHB, de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, hebben tal van manieren onderzocht en uitgevoerd om hun hockeymeiden te behouden. Zo heeft de KNHB
bijvoorbeeld een jeugdpanel benoemd die ook als klankbord fungeert voor het eigen beleid en om ideeën en behoeften van jongeren te peilen. De KNHB ontwikkelt min of meer een bedieningsconcept voor deze doelgroep, om ze zo aan zich te binden en ze te behouden. Net als iedere sportvereniging hebben ook hockey- en voetbalverenigingen erg veel baat bij vrijwilligers. Beide verenigingen nemen maatregelen om vrijwilligers te werven en aan zich te binden. Enkele maatregelen zijn: Digitale cursussen, omscholing van docenten en vrijwilligers privileges geven, zoals vrijstelling van contributiekosten bij de KNVB of vrijwilligers op zijn tijd in het zonnetje te zetten met een vrijwilligersdag bij de KNHB. 8.4 Kwantitatief onderzoek Motivaties om te stoppen met voetbal Wat opvalt, is dat het grootste gedeelte respondenten (48,15 procent) gestopt is met voetbal door geldgebrek. Een logische verklaring is dat je gaat werken als je een geldgebrek hebt. Daarna volgt het stoppen met voetbal omdat een andere sport leuker werd bevonden (9,26 procent), het volgen van een studie (9,26 procent) en door een blessure (5,6 procent). De twee redenen: ‘geldgebrek’ en ‘werken op zaterdag’ vallen op te lossen door de zaterdag vrij te houden van een te spelen wedstrijd. Zo kan er bijvoorbeeld een wedstrijd gespeeld worden op vrijdagavond of zondag. Op de vraag: ‘Wat had je tijdens je lidmaatschap graag anders gezien’?, antwoordde bijna de helft van de respondenten (49,06 procent) dat zij tijdens haar lidmaatschap een beter toekomstperfectief wilde voorgeschoteld krijgen. Het is aan de KNVB en de clubs de taak om de voetbalmeiden meer vertrouwen te geven. Ook de uitbreiding van de Eredivisie voor vrouwen zou hieraan bij kunnen dragen, met het gevolg dat er meer media-aandacht voor voetbalvrouwen komt en meisjes
Sprekende kopregel
47
aan deze vrouwen een voorbeeld kunnen nemen. Wanneer meisjes zien dat ook vrouwen het verder kunnen schoppen dan bij het eerste van hun amateurclub biedt dat perspectief in de ogen van een voetbalmeisje.
Ook voetbalmeiden maken veel gebruik van social media
De meeste respondenten (85,19 procent) gebruiken dagelijks Facebook. Ook Twitter is erg populair onder de respondenten. Het grootste deel (53,76 procent) gebruikt Twitter dagelijks. Onder de respondenten is Hyves het minst populair. Maar liefst 72,22 procent geeft aan nooit gebruik te maken van Hyves. Opvallend is dat de Nederlandse tienermeid volgens het onderzoek van Qrius (2010), Hyves nog bovenaan de lijst met meest bezochte websites stond, terwijl het grootste deel respondenten (72,22 procent) Hyves nooit meer zegt te gebruiken. Facebook wordt door de respondenten momenteel het meest gebruikt met 85,19 procent.
De websites van clubs worden niet veel gebruikt
Uit de enquête is gebleken dat de helft (50 procent) op de vraag: ‘Hoe vaak was jij op de site van je club te vinden’, ‘soms’ antwoordde. Daarna volgden: vaak (20,37 procent, heel soms (18,53 procent), heel vaak (7,4 procent) en nooit (3,7 procent) Waar de oud-leden de informatie over hun speelschema’s en rijbeurten verkregen is ook onderzocht met dit onderzoek. Het is belangrijk voor de KNVB en de clubs om zoveel mogelijk traffic te genereren naar de websites van de club, zodat de meiden betrokken blijven wat er verder allemaal gaande is binnen een club. Hierdoor kunnen de voetbalmeiden beter binden met hun club. Een klein deel (16,67 procent) leest de informatie over bijvoorbeeld hun speelschema’s op de website van hun club. Het grootste deel (51,85 procent) leest deze informatie op een eigen website van het team. Hieruit kun je opmaken dat de voetbalmeiden een zekere behoefte hebben aan een site speciaal voor hun eigen meidenvoetbalteam of dat er niet goed genoeg gecommuniceerd wordt op de clubsite naar de meiden toe.
Een community gericht op voetbalmeiden biedt uitkomst Het grootste deel (77,78 procent) had, toen zij nog voetbalde, behoefte om meer over vrouwenvoetbal te lezen of te zien in de media. Ook vindt 90,74 procent dat er momenteel te weinig aandacht wordt besteed aan meisjes- en damesvoetbal in de media. Op de vraag: ‘Aan welke vorm de respondenten de voorkeur dan zouden geven’, werd met overtuiging (79, 07 procent) gekozen voor een online community gericht op voetbalmeiden. Dit antwoord klopt met de eerder in dit onderzoek aangewezen trend: Crossmediaal uitgeven. Een online community zou daar prima bij aansluiten. Bij de onderwerpen: Bekende voetballers (44,44 procent), bekende sterren (44,44 procent) en mode (44,44 procent) liggen de meeste interesses. Daarna volgen ‘vriendinnen-dingen’ (33,33 procent) en uiterlijke verzorging (25,93 procent). Minder interessant worden strips (11,11 procent), waargebeurde verhalen (11,11 procent), reizen (7,41 procent) en interviews (7,41 procent) bevonden. Wat volgens de lezers helemaal niet hoeft aan bod hoeft te komen zijn gadgets (0 procent). Onder ‘Anders’ is niets ingevuld wat van toegevoegde waarde was voor de respondenten. Het is dus niet zo dat de voetbalmeid alleen maar over voetbal willen lezen. De respondenten zijn namelijk ook geïnteresseerd in mode, bekende sterren en uiterlijke verzorging
Sprekende kopregel
48
8.5 Kwalitatief onderzoek 8.5.1
Panelgesprek
Motivaties om te stoppen met voetbal
De participanten zouden overwegen om te stoppen met voetbal, wanneer zij door het volgen van een studie geen tijd meer hebben om te trainen. Daarnaast zou het plezier er vanaf kunnen gaan en dat is het beter om te stoppen. Ook denken de participanten, die nu allemaal rond de veertien jaar oud zijn, dat zij over een jaar of twee een bijbaan hebben op de zaterdag.
Verbeterpunten
Twee van de zes participanten vinden dat de trainingen bij hun club wel verbeterd kunnen worden. Een aantal participanten voelen zich achtergesteld bij de jongens van hun voetbalclubs. Dit uit zich in mooiere pakjes bij de jongens en meer gratis spullen zoals een voetbaltas.
Media
Vijf van de zes participanten maken meer dan vijf uur per week gebruik van het internet. De zes participanten gebruiken voornamelijk Hyves. Iedereen was erg enthousiast over een online community speciaal voor voetbalmeiden. Onderwerpen die vaak genoemd worden voor de community zijn: bekende voetballers, voetbal zelf, mode, strips, bekende mensen, vriendinnen-dingen.
8.5.2
Interview
Meidenmarketing
Het interview gaf veel inzichten op marketinggebied. De doelgroep ‘meiden’ zijn erg mediasmart en willen zo ook behandeld worden. Ze zijn erg kritisch, maar staan wel voor nieuwe dingen open. Meidenmarketing wordt nog niet goed gebruikt. In meidentijdschriften staan bijvoorbeeld advertenties met vrouwen die dagcrème tegen rimpels aanprijzen of waar een product simpelweg in het roze wordt afgeprijsd en dat is een onjuiste manier van meiden benaderen. Zelfs voor een meid die niet voetbalt en wat minder stoer is werkt dit niet. Meiden hebben humor en daar zouden advertenties wel wat meer op in kunnen spelen. Een community speciaal voor meiden die voetballen zou kunnen slagen. Meiden zijn digitaal enorm handig en gebruiken het internet zeer intensief. Alleen het moet geen VI International worden, maar dan voor meisjes. Ik denk dat een meisje dat voetbalt, ook gewoon wil weten waar je die leuke broek koopt. Een kruising tussen voetbal en andere prioriteiten in een meisjesleven zou ideaal zijn.
8.6 Antwoord op de centrale vraag
Sprekende kopregel
49
‘Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan’? Het grootste deel respondenten (77,78 procent) had, toen zij nog voetbalde, behoefte om meer over vrouwenvoetbal te lezen of te zien in de media. Ook vindt 90,74 procent dat er momenteel te weinig aandacht wordt besteed aan meisjes- en damesvoetbal in de media. Op de vraag: “Aan welke vorm de respondenten de voorkeur dan zouden geven”, werd met overtuiging (79, 07 procent) gekozen voor een online community. Dit antwoord klopt met de eerder in dit onderzoek aangewezen trend: Crossmediaal uitgeven. Een online community zou daar prima bij aansluiten. De respondenten verwachten daar vooral veel informatie over bekende voetballers bekende sterren, mode, ‘vriendinnen-dingen’ en uiterlijke verzorging. Daarnaast gebruikt de doelgroep erg veel social media. Sterker nog, ze gebruiken het allemaal. Maar liefst 88,89 procent van de respondenten is in het bezit van een smartphone. Alle respondenten gebruiken ook social media. Het veelvoudig gebruik maken van social media door deze doelgroep kan het concept online community versterken. De respondenten en de participanten maken niet veel gebruik van de website van hun club. De clubs zouden beter vanuit hun site naar de meiden toe moeten communiceren.
Verbeterpunten voor de clubs en de KNVB zijn er ook. Wat opvalt, is dat het grootste gedeelte respondenten (48,15 procent) gestopt is met voetbal door geldgebrek. Een logische verklaring is dat je gaat werken als je een geldgebrek hebt. De twee redenen: ‘Geldgebrek’ en ‘werken op zaterdag’ vallen op te lossen door de zaterdag vrij te houden van een te spelen wedstrijd. Zo kan er bijvoorbeeld een wedstrijd gespeeld worden op vrijdagavond of zondag. Op de vraag: “Wat had je tijdens je lidmaatschap dan graag anders gezien”?, antwoordde bijna de helft van de respondenten (49,06 procent) dat zij tijdens haar lidmaatschap een beter toekomstperfectief wilde voorgeschoteld krijgen. Bij het panelgesprek kwam naar voren dat de jongens werden voorgetrokken op de meiden. Dit komt in de ogen van de meiden niet eerlijk over. Het is aan de KNVB en de clubs de taak om de voetbalmeiden meer vertrouwen te geven. Ook de uitbreiding van de Eredivisie voor vrouwen zou hieraan bij kunnen dragen, met het gevolg dat er meer media-aandacht voor voetbalvrouwen komt.
Sprekende kopregel
50
9 Advies In dit hoofdstuk geef ik advies hoe de KNVB en de clubs op het gebied van communicatie het verloop van meiden die voetballen moeten tegengaan. Het advies is gebaseerd op de volgende onderzoeksmethoden: trends & ontwikkelingen, concurrentieanalyse, online enquête en de observatie. Met het opvolgen van deze adviezen wordt het verloop van meiden die voetballen tegen gegaan.
9.1 Clubs
Website verbeteren
De clubs kunnen meer uit hun eigen websites halen. Uit de enquête bleek dat lang niet alle meiden toen ze nog voetbalden vaak op de website van hun club waren. Het doel van de clubs zou moeten zijn: Meer traffic genereren naar de websites toe. Vooral de meiden zouden de website moeten bezoeken, wanneer zij voor simpele handelingen zoals: het bekijken van hun speelschema’s, de website van hun club bezoeken, zien zij automatisch de rest van de site. Dat deed slechts 16.67 % van de respondenten. Wanneer de voetbalmeiden de websites van hun club wel meer zouden bezoeken, zullen zij beter binden met hun club, door het aanschouwen van clubnieuws. Het grootste deel (51,85 procent) leest deze informatie op een eigen website van het team. Hieruit kun je opmaken dat de voetbalmeiden een zekere behoefte hebben aan een site speciaal voor hun eigen meidenvoetbalteam. De clubs zouden informatie voor de meiden dus beter moeten communiceren om de meiden meer te laten binden met de clubs zelf.
Beleid verbeteren Op de vraag: “Wat had je tijdens je lidmaatschap graag anders gezien”?, antwoordde bijna de helft van de respondenten (49,06 procent) dat zij tijdens haar lidmaatschap een beter toekomstperfectief wilde voorgeschoteld krijgen. Het is aan de KNVB en de clubs de taak om de voetbalmeiden meer vertrouwen te geven. Een participant uit het panelgesprek zei hierover: “Het is niet eerlijk dat de jongens bepaalde spullen gratis krijgen en wij moeten er gewoon voor betalen.” Meiden zijn niet achterlijk, zij weten heus wel dat vrouwenvoetbal minder speelt bij het bestuur dan het mannenvoetbal. Toch draagt het meer geld steken in de jongens zeker niet bij aan het toekomstperspectief van deze meiden. De clubs zullen de jongens en de meisjes gelijk moeten behandelen.
Eredivisie voor vrouwen
De Eredivisie voor vrouwen is in 2007 gestart en kan tot op heden geen succes worden genoemd. In het eerste seizoen werd vrouwenvoetbal nog uitgezonden op RTL, maar met 30.000 kijkers bleek dat niet voor herhaling vatbaar. (HPdetijd, 2012).
Frank van den Wall Bake (2012), goeroe op het gebied van sportmarketing beweert dat de Eredivisie voor vrouwen wel een kans van slagen heeft. Voor de geloofwaardigheid bij sponsors en fans moeten er dan wel topclubs meedoen.
Sprekende kopregel
51
Grote clubs moeten accepteren dat vrouwenvoetbal toekomst heeft en moeten daar ook in willen investeren. Ik hoop en verwacht ook dat dit zal gaan gebeuren. Ook de uitbreiding van de Eredivisie voor Vrouwen zou hieraan bij kunnen dragen, met het gevolg dat er meer media-aandacht voor voetbalvrouwen komt. Wanneer meiden de voetbalvrouwen uit de Eredivisie op de televisie zien, zouden de meiden deze voetbalvrouwen als rolmodel kunnen zien. Een jongetje dat bij een amateurclub speelt kan ook lang genoeg de droom koesteren om later net als Gregory van der Wiel bij Ajax te spelen. Zo kan een meisje deze droom ook koesteren maar dan door te dromen over een carrière bij de vrouwen van Ajax. De uitbreiding van de Eredivisie voor vrouwen had enorm kunnen bijdragen aan het toekomstperspectief van de meiden die voetbalden, maar ook voor de meiden die nog wel voetballen, kan de uitbreiding van de Eredivisie voor vrouwen een enorme boost geven. Dit probleem vergt veel tijd en geld, toch zou ik de clubs adviseren die voetballen op een hoger niveau geld te investeren in het vrouwenvoetbal. Er moet ergens begonnen worden om het gat tussen mannen- en vrouwenvoetbal kleiner te maken. 9.2 KNVB Meisjeshockey de concurrent van meisjesvoetbal Meisjesvoetbal groeit gestaag, toch wordt deze succesvolle groei deels teniet gedaan door het verloop onder deze voetbalmeiden. Daarnaast is meisjeshockey nog steeds de grootste teamsport van Nederland. De KNVB zou er dus goed aandoen om aan de KNHB een voorbeeld te nemen. De
KNHB, de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, hebben tal van manieren onderzocht en uitgevoerd om hun hockeymeiden te behouden. Zo heeft de KNHB
bijvoorbeeld een Jeugdpanel benoemd die ook als klankbord fungeert voor het eigen beleid en om ideeën en behoeften van jongeren te peilen. De KNHB ontwikkelt min of meer een bedieningsconcept voor deze doelgroep, om ze zo aan zich te binden en ze te behouden. Op dit moment heeft de KNVB haar ogen nog niet echt op het behoud van voetbalmeiden gericht. ‘Sabrina Cols (2012), marketing meisjes- en vrouwenvoetbal KNVB: “Wat betreft verloop/behoud zijn we nu ook aan het kijken of we vanuit de KNVB ondersteuning kunnen bieden. Hier hebben we nog niet uitgebreid onderzoek naar gedaan, maar dat gaat zeker gebeuren. Verenigingen moeten daar denk ik ook meer verantwoordelijkheid voor nemen of toch als een naburige vereniging meer meisjes heeft andere keuzes moeten maken.” De KNVB zou er naar mijn inziens verstandig aandoen, om een aantal punten uit het plan van aanpak van de KNHB over te nemen en die vervolgens toe te passen op het meisjesvoetbal.
Wedstrijddag verplaatsen
Sprekende kopregel
52
Uit de enquête antwoordde het grootste deel (48,15 procent) op de vraag: “Waarom ben je gestopt met voetbal?” de vraagt met: Door geldgebrek. Een ander groot deel (18,52 procent) dat had opgegeven: ‘Anders’ geeft aan dat het gestopt is met voetbal om te gaan werken op zaterdag. Een logische verklaring is dat je een bijbaan neemt als je een geldgebrek hebt. In het panelgesprek is dit meegenomen en aan de meiden gevraagd welke dag dan ideaal zou zijn als wedstrijddag. De meeste respondenten gaven de vrijdagavond op als favoriet. Één respondent zou het liefst op zondagmorgen wedstrijden spelen. Met het verplaatsten van zaterdag naar een vrijdagavond als wedstrijdspeeldag kunnen de meiden blijven voetballen, naast het hebben van een zaterdagbaantje. De zaterdag als wedstrijdspeeldag hoeft niet gewijzigd te worden voor de allerjongsten, maar juist voor de meiden vanaf een jaar of vijftien, die beginnen met een bijbaan op de zaterdag. De KNVB zou de zaterdag als meest voorkomende wedstrijdspeeldag in twijfel kunnen en een ander moment in overweging kunnen nemen, bijvoorbeeld de vrijdag of de zondag.
Het opstarten van een online community
Uit de enquête en het panelgesprek is gebleken dat het ontstaan van een online community speciaal gericht op voetbalmeiden gewenst is. Momenteel wordt er blijkbaar niet in die behoefte voorzien. Het overgrote deel van de respondenten (77,78 procent) antwoordde: ‘Ja’, op de vraag: “Had jij toen je nog voetbalde, behoefte om meer over vrouwenvoetbal te lezen of te zien in de media? Op de vraag: ‘Aan welke vorm de respondenten de voorkeur dan zouden geven’, werd met overtuiging (79, 07 procent) gekozen voor een online community. Dit antwoord klopt met de eerder in dit onderzoek aangewezen trend: Crossmediaal uitgeven. Het grote voordeel van crossmediaal uitgeven is dat verschillende media elkaar kunnen versterken, ook wel synergie genoemd. Uit de enquête bleek dat bij de onderwerpen bekende voetballers (44,44 procent), bekende sterren (44,44 procent) en mode (44,44 procent) de meeste interesse ligt. Daarna volgen ‘vriendinnen-dingen’ (33,33 procent) en uiterlijke verzorging (25,93 procent). Het is dus niet zo dat de voetbalmeid alleen maar over voetbal willen lezen. Het onderzoek wees onder andere uit dat voetbal voor meiden gaat om connecting, de meiden willen zich verbinden aan mensen die dezelfde interesse hebben: voetbal. Om zich daar vervolgens bezig te houden met sharing¸idealiter zou het een plek zijn om ervaringen en het merk van je voetbalschoenen te delen. Het onderzoek sloot uit dat het alleen maar over voetbal moet gaan. Meiden zouden meiden niet zijn als zij geïnteresseerd zijn in het leven van de sterren, mode en beauty. Ook deze punten zouden terug moeten komen en hierbij kan er gedacht worden aan een making of het blad de RAFAËL, van Rafaël van de Vaart met een bijbehorende photo diary. De ondervraagden zijn erg geïnteresseerd in het leven achter de voetballer en zullen dus eerder willen lezen of Rafaël met Sylvie liever skiet dan op het strand ligt dan over zijn speelminuten bij Tottenham Hotspur. Al met al zou mijn advies voor de KNVB en de clubs zijn om een online community op te starten voor meiden die voetballen van 12 tot en met 18 jaar, die hen dagelijks op de hoogte houdt van alles omtrent voetbal, maar ook mode, beauty en bekende sterren. Veel meidenteams hebben wel een eigen forum. Het meisje dat voetbalt anno 2012, is namelijk niet een meisje die een “jongenssport” als voetbal beoefent. Het is een meisje die veel meer
Sprekende kopregel
53
dan voetbal leuk vindt zoals: Verliefd worden, kleren kopen en die zwijmelt bij een poster van Ibrahim Affelay. Vandaar de naam Voetbalista, een kruising tussen een fashionista en een voetballiefhebster. Dit meegenomen is het advies adviseer ik de KNVB om een online community op te starten die zich richt op meiden die voetballen. De KNVB zou stagiaires aankunnen nemen op de community op te starten.
Sprekende kopregel
54
10 Evaluatie In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe het onderzoek is verlopen, wat er mis is gegaan en hoe ik dat heb opgelost. Kortom ik evalueer mijn onderzoek. Gedurende mijn stage in 2011 was ik al enorm bezig met het denken aan een afstudeeronderwerp. Tijdens mijn afstudeerstage in Kaapstad, kwam zelfs mijn SLB-er Barbara Devilee langs, die zelf op vakantie was. Tijdens haar bezoek hadden we het al snel over afstuderen. Tienermeiden fascineren mij en zij bracht mij aan het denken. In Zuid-Afrika ontkom je niet aan het voetbal en deze sport leeft dan ook enorm onder de zwarte bevolking. Door meiden en voetbal te combineren kom je al gauw uit bij meisjesvoetbal. Ik ben dus eigenlijk in de wereld van het meidenvoetbal ingedoken. Er kwamen al gauw vragen als: “Is meidenvoetbal slechts een tak van het (jongens)voetbal of meer een ‘stoer zusje’?” Of zien meiden, voetbal eigenlijk als een hobby? Zien zij hun toekomst nog een beetje positief in? Of heeft het vrouwenvoetbal misschien wel zijn hele eigen wereld met eigen outfits en regels? Het onderzoek heeft op veel van deze vragen antwoord kunnen geven. Na een aantal gesprekken met de KNVB kwam ik uit bij het onderzoeksbureau HoS. Na een gesprek bij HoS kwam naar boven dat meisjesvoetbal wel groeit, maar dan die groei wel voor een groot deel teniet gedaan wordt door het verloop. Dat werd dan ook de onderzoeksvraag. Bovenstaand verhaal kwam niet tot stand zonder slag of stoot. Mijn plan van aanpak richtte zich in eerste instantie op slechts één voetbalclub. Gelukkig kreeg mijn plan van aanpak meer vorm na een aantal goede gesprekken met mijn begeleiders: Bert Blanken en Sigrid Verberne. Het plan van aanpak werd goedgekeurd en het schrijven van mijn scriptie kon beginnen. Ook bij het schrijven van een scriptie komen de nodige problemen kijken. Een aantal van die punten zal ik beschrijven. Methoden en technieken Ik heb er voor gekozen om zowel een observatie als een enquête in te zetten als onderzoeksinstrumenten. Als eerste is de online enquête afgenomen om deze vervolgens als input te gebruiken voor het panelgesprek. Online enquête Mijn enquête is verstuurd via de voetbalclubs uit het hele land. De voetbalclubs heb ik per email benaderd met de vraag of zij via hun ledenadministratie de oud-leden deze enquête wilden laten invullen. Wegens een tekort aan tijd, mijn plan van aanpak werd 17 april goedgekeurd, had ik 54 bruikbare enquêtes. Toch denk ik dat deze enquêtes wel generaliseerbaar zijn, aangezien de respondenten verspreid over heel Nederland komen. Betreft de validiteit van het onderzoek, denk ik de dat meeste bij het grootste gedeelte van de resultaten de juiste conclusies zijn getrokken. Toch vond ik het moeilijk om bij sommige resultaten de juiste conclusies te trekken en maakt dat gegeven het onderzoek iets minder valide. Zo had ik achteraf van de vraag: “Waarom ben je gestopt met voetbal?” liever een open vraag gemaakt. Met het aantal respondenten was het prima te overzien geweest om de resultaten te werken dan één voor één te verwerken. Hierdoor was het maken van een conclusie makkelijker geweest en meer valide. Over het algemeen ben ik tevreden over de verstuurde enquêtes.
Sprekende kopregel
55
Panelgesprek Het panelgesprek ging eigenlijk vrij ongecompliceerd. Dat was misschien wel te danken aan het feit dat de participanten elkaar kenden. Er werd openlijk en veel gesproken. De antwoorden hoefden niet uit de participanten getrokken te worden, dat was wel één van de dingen waar ik voor vreesde bij een panelgesprek. Bij het verwerken van de resultaten van het panelgesprek kwam ik erachter dat ik wel een paar dingen vergeten te vragen was zoals vragen over design en hoe zij denken over hun toekomst bij hun club. Bij de enquêtes was ‘een beter toekomstperspectief’ een vaak ingevulde keuze bij de vraag: “Wat had je graag anders gezien, tijdens je lidmaatschap bij een club”? Interviews In mijn plan van aanpak wilde ik ook werknemers van de KNVB interviewen, dit heb ik toch achterwege gelaten. Er is wel contact geweest met een werknemer van de KNVB, toch konden zij mij niet verder helpen aan de antwoorden op mijn vragen. Wat betreft het gehouden interview met Girlsandbrands ben ik erg tevreden. Naar mijn inziens is de kijk van haar erg verfrissend en geeft een goede indicatie voor het vervolgonderzoek. Concurrentieanalyse Het was lastig om echte concurrenten van een sport te vinden, aangezien iedere sport anders is en meisjes nou eenmaal kiezen voor een sport die zij het leukste vinden. Toch heb ik er één sport uitgepakt en dat was hockey, net name omdat hockey de grootste teamsport is onder meiden in Nederland. Naast een sport als concurrent heb ik de doelgroepanalyse ook meegenomen. Meiden lezen veel tijdschriften daarom zijn de tijdschriften die veel gelezen worden door de doelgroep ook als concurrenten gebruikt. Er zijn verder geen tijdschriften die over voetbal gaan en voor meiden bestemd zijn. Daarnaast zijn de bezoekersaantallen van blogs als Girlscene en goSupermodel ook niet mis. Met dit gegeven zijn deze twee blogs ook als mogelijke concurrenten opgenomen. Vervolgonderzoek Over het design en het in de markt zetten van een online community voor meiden is nog niets bekend. Helaas was deze te onderzoeken punten niet haalbaar voor mij binnen deze afstudeerperiode. De website zou veel kunnen betekenen voor het meisjesvoetbal en andersom. Meisjesvoetbal is een snelgroeiende sport en meiden spenderen veel tijd aan internetten en social media. Er kan onderzoek gedaan worden op welke manier de website zo goed mogelijk crossmediaal uitgegeven kan worden. Daarnaast kan er een dummy gemaakt worden van Voetbalista. Het vervolgonderzoek zou dan als uitgeefplan en financieel fungeren. Onderzoeksvraag Ik vind dat mijn onderzoeksvraag goed beantwoord is, ik heb advies kunnen aan de KNVB en de clubs. Gegeven het feit dat de online community nog niet bestaat, zou het onderzoek nog een vervolg kunnen krijgen. Ik kan terugkijken op een hectische tijd, maar wel een hele leervolle. Zelf ben ik tevreden met het eindresultaat. Ik hoop dat de House of Sports en de Hogeschool van Amsterdam dit ook zullen zijn.
Sprekende kopregel
56
Literatuurlijst Assen, M. van & Berg, G. van den, Pietersma, P. (2008). Het Groot Management Modellenboek. Academic Service & Sdu Uitgevers: Den Haag CBS.nl (2010). Jeugd Monitor 2010. Geraadpleegd op: 15 mei 2012, van: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/FC1C89C3-37DE-459A-9C834CF160D1BAC4/0/10P579.pdf Cosmogirl.nl (2012). Profielwerkstuk. Geraadpleegd op: 25 mei 2012, van: http://www.cosmogirl.nl/studie/profielwerkstuk/ DMmediaplein.nl (2012). Trends in Social Media die blijven bestaan. Geraadpleegd op: 13 mei 2012, van: http://www.dmmediaplein.nl/facts-and-figures/item-673-trends-insocial-media-die-blijven-bestaan/ Effectiefactief.nl (2010). Meidenvoetbal Wervingstraject. Geraadpleegd op: 6 mei 2012, van: http://www.effectiefactief.nl/menukaart/index.php?p=973511&id=178 Frankwatching.com (2010). Onderzoek toont aan: gebruik social media blijft stijgen. Geraadpleegd op: 20 april 2010, van: http://www.frankwatching.com/archive/2010/04/08/onderzoek-toont-aangebruiksocialemedia-blijft-stijgen/ Frankwatching.com (2011). Social Media zijn uit. Geraadpleegd op: 13 mei 2012, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/02/04/social-media-zijn-uit/ Girlscene.nl (2011). About us. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://www.girlscene.nl/aboutus Goossens, E. [hoorcollege Crossmediaal uitgeven]. 28 april 2010. https://intra.mim.hva.nl/mod/prop/p940/6/P940-6-CROSSMEDIAALUITGEVEN-[College-1].pdf Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Media, Informatie en Communicatie. (2011). MIC-Schrijfgids 2011-2012. [handleiding]. HPdetijd.nl (2012) Vrouwenvoetbal blijft probleemkind. Geraadpleegd op: 5 mei 2012, van: http://www.hpdetijd.nl/2012-05-04/vrouwenvoetbal-blijft-probleemkind/ Kitzinger, J. (1995). Qualitative research: Introducing focus groups. Geraadpleegd: op 8 mei 2012, van: http://www.dcs.gla.ac.uk/~stephen/research/utopia/papers/2004_cwuaat/draft.pdf KNHB. (z.j.). Introductie. Geraadpleegd: op 12 mei 2012, van:
Sprekende kopregel
57
http://www.knhb.nl/competities+disciplines/veldhockey/dames+door+de+week/D U10524_Introductie.aspx KNHB. (2011). Gegevens ledenstatistiek 2011. [rapport]. KNHB. (2010). Meerjarenbeleidplan 2009-2015. [rapport]. KNVB. (2009). Beleidsplan amateurvoetbal 2004-2008. [rapport]. KNVB. (2010). Beleidsplan voetbal 2009-2014. [rapport]. KNVB.nl (2011). KNVB Jaarverslag 2010/’11. Geraadpleegd op: 9 april 2012, van: http://bin617.websitevoetbal.nl/sites/knvb.nl/files/KNVB_2011_Jaarverslag/index.html KNVB. (2011). Jaarverslag omvang organisatie. Geraadpleegd op: 20 mei 2012, van: http://bin617.websitevoetbal.nl/sites/knvb.nl/files/KNVB_2011_Jaarverslag/omvangorganisatie.html KNVB. (2010). Meisjesvoetbal. Geraadpleegd op: 21 mei 2012, van: http://knvb.nl/watdoenwe/tijdvoorsport/meisjesvoetbal KNVB. (2012).Ontwikkelingen KNVB Calvé Straatvoetbal. Geraadpleegd: op 21 mei 2012, van: http://knvb.nl/nieuws/district/21706/ontwikkelingen-knvbcalv%C3%A9-straatvoetbal KNVB. (2010). School en voetbal. Geraadpleegd op: 21 mei 2012, van: http://knvb.nl/watdoenwe/tijdvoorsport/schoolenvoetbal KNVB. (2010). Verenigingswijk. Geraadpleegd op: 21 mei 2012,v an: http://knvb.nl/watdoenwe/knvbismeerdanvoetbal/activiteiten/verenigingenwijk KNVB. (2009). Werven en behouden (allochtone) meisjes. [rapport]. Magazines.nl (2011). Oplagecijfers tijdschriften eerste kwartaal 2011. Geraadpleegd op: 13 mei 2012, van: http://www.magazines.nl/nl/nieuws/oplagecijfers-tijdschriften-eerstekwartaal-2011-kleine-daling-in-tota Medianetwerk.ning.com (2010). Girlscene.nl: 96 procent van de Nederlandse tienermeiden actief op social networks. Geraadpleegd op: 16 mei 2012, van: http://medianetwerk.ning.com/profiles/blogs/girlscenenl-96-procent-van NLmag.com (2011). Profiel Girlz!. Geraadpleegd op: 25 mei 2012, van: http://www.nlmag.com/nl/237/profiel
Sprekende kopregel
Nommedia.nl (2011). Persbericht jaarcijfers nom januari december 2011. Geraadpleegd op: 22 mei 2012, van: http://www.nommedia.nl/upload/documenten/persberichtjaarcijfers-nom-januari-december-2011-incl-bereikscijfers.pdf Pelicanmags.nl (2011). Hitkrant. Geraadpleegd op: 26 mei 2012, van: http://www.pelicanmags.nl/onze-merken/ Redchocolate.nl (2011). Meer over goSupermodel. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://redchocolate.nl/meerover_gosupermodel.php Sanoma.nl (2011). Donald Duck print profiel. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://www.sanoma-adverteren.nl/nl-web-Onze_media-d-Donald_Duck-printProfiel-Bereik_oplage.php Social-media.nl (2010). Wat is social media? Geraadpleegd op: 8 mei 2012, van: http://www.social-media.nl/index.php Tiscali.nl (2008). Meisjes en jongens voetballen samen. Geraadpleegd op: 7 mei 2012, van: http://home.tiscali.nl/eijlders01/meisjesjongensvoetballensamen.htm Voetbal.nl (2012). Kom naar een vriendinnendag. Geraadpleegd op: 23 mei 2012, van: http://pupillen.voetbal.nl/article/9332/video-kom-naar-een-vriendinnendag Voetbal.nl (2011). Meidenclinic met FC Zwolle. Geraadpleegd op: 22 mei 2012, van: http://pupillen.voetbal.nl/article/18569/video-meidenclinic-met-fc-zwolle
58
Afstudeeronderzoek House of Sports, 2012
Bijlage I: Online enquête
59
Sprekende kopregel
61
Hoe oud ben je? Tussen de 5 en 8 jaar oud
0 (0 %)
Tussen de 9 en 12 jaar oud
0 (0 %)
Tussen de 13 en 15 jaar oud
0 (0 %)
Tussen de 16 en 17 jaar oud
25 (46.3 %)
18 jaar of ouder
29 (53.7 %) n = 54 # 54
Waarom ben je op voetbal gegaan? (Meerdere antwoorden mogelijk) Door vriendinnen
13 (24.53 %)
Door jezelf
36 (67.92 %)
Door de televisie
1 (1.85 %)
Door ouders
1 (1.85 %)
Anders, graag invullen
4 (7.55 %) n = 54 # 55
Waarom ben je gestopt met voetbal? (Meerdere antwoorden mogelijk) Door een blessure
3 (5.60 %)
Door geldgebrek
26 (48.15 %)
Doordat ik een andere sport leuker vond
5 (9.26 %)
Door mijn studie
5 (9.26 %)
Anders, graag invullen
15 (27.78 %) n = 54 # 54
Wat had je graag anders gezien tijdens je lidmaatschap bij een voetbalclub? (Meerdere antwoorden mogelijk) 4 (7.55 %) Meer begeleiding Lagere contributiekosten
8 (15.09 %)
Beter toekomstperspectief
26 (49.06 %)
Niets
13 (24.53 %)
Anders, graag invullen
7 (13.21 %) n = 53 # 58
Sprekende kopregel
62
Hoeveel seizoenen heb je voetbal gespeeld? Eén seizoen
0 (0 %)
Twee seizoenen
3 (5.56 %)
Drie seizoenen
4 (7.41 %)
Vier seizoenen
9 (16.67 %)
Vijf of meer seizoenen
38 (70.37 %) n = 51 # 54
Onder sociale media vallen: Twitter, Hyves, Facebook MSN en YouTube. Het zijn media die ervoor zorgen dat je in contact staat met bekenden. Emails schrijven worden niet tot social media gerekend. Maak je gebruik van social media?
De volgende vragen hebben betrekking op het gebruik van sociale media. ... Ja Nee (sla vraag 8 t/m 11 over)
54 (100 %) 0 (0 %) n = 54 # 54
Hoe vaak maak je gebruik van Twitter? Dagelijks Wekelijks Maandelijks Eens per jaar Nooit
29 (53.70 %) 17 (31.48 %) 2 (3.70 %) 0 (0 %) 6 (11.11 %) n = 54 # 54
Hoe vaak maak je gebruik van Hyves? Dagelijks Wekelijks Maandelijks Eens per jaar Nooit
1 (1.85 %) 2 (3.7 %) 2 (3.7 %) 10 (18.52 %) 39 (72.22 %) n = 54 # 54
Hoe vaak maak je gebruik van Facebook? Dagelijks Wekelijks Maandelijks Eens per jaar Nooit
46 (85.19 %) 6 (11.11 %) 1 (1.85 %) 0 (0 %) 1 (1.85 %) n = 54 # 54
Sprekende kopregel
63
Hoe vaak maak je gebruik van YouTube? Dagelijks
17 (31.48 %)
Wekelijks
31 (57.41 %)
Maandelijks
6 (11.11 %)
Eens per jaar
0 (0 %)
Nooit
0 (0 %) n = 54 # 54
Over welke media beschik je? (Meerdere antwoorden mogelijk) Een smartphone: Iphone,Android,Blackberry
48 (88.89 %)
Een laptop
48 (88.89 %)
Een vaste computer
18 (33.33 %)
Een Ipad of Tablet
10 (18.52 %)
Geen
0 (0 %) n = 54 # 124
Hoeveel uur per week maak jij gebruik van het internet? Meer dan 5 uur per week
45 (83.33 %)
Tussen de 2 en 5 uur per week
9 (16.67 %)
Één uur per week
0 (0 %)
Minder dan een uur per week
0 (0 %)
Nooit
0 (0 %) n = 54 # 54
Wat vond jij van de site van je club? Uitstekend
10 (18.52 %)
Goed
13 (24.07 %)
Oké
18 (33.33 %)
Matig
10 (18.52 %)
Slecht
3 (5.56 %) n = 54 # 54
Sprekende kopregel
64
Hoe vaak was jij op de site van je club te vinden?
Heel vaak
4 (7.40 %)
Vaak
11 (20.37 %)
Soms
27 (50.00 %)
Heel soms
10 (18.53 %)
Nooit
2 (3.70 %) n = 54 # 54
Waar las jij de informatie over je speelschema’s en rijbeurten? (Meerdere antwoorden mogelijk) Op de website van de club
9 (16.67 %)
Op de website van ons team
28 (51.85 %)
In het clubblad
7 (12.96 %)
In een lokale krant
2 (3.70 %)
Anders, graag invullen
10 (18.53 %) n = 54 # 54
Hoe vaak lees je een tijdschrift? Iedere week
5 (9.26 %)
Twee in de maand
24 (44.44 %)
Maandelijks
21 (38.89 %)
Eens per jaar
4 (7.41 %)
Nooit
0 (0 %) n = 54 # 54
Had jij toen je nog voetbalde, behoefte om meer over voetbal te lezen of te zien in de media? Ja
42 (77.78 %)
Nee, sla vraag 19 t/m 23 over
12 (22.22 %)
Aan welke vorm zou jij de voorkeur geven? (Meerdere antwoorden mogelijk) Een magazine
14 (25.93 %)
Een clubblad gericht op meiden alleen
4 (7.41 %)
Een online community
40 (74.10 %)
Een sportkrant
6 (11.11 %)
Anders, graag invullen
0 (0 %) n = 54
Sprekende kopregel
65
# 64
Over welke onderwerpen zou je daar wat willen lezen? (Meerdere antwoorden mogelijk) Bekende voetballers
24 (44.44 %)
Bekende sterren
24 (44.44 %)
Strips
6 (11.11 %)
Mode
24 (44.44 %)
Vriendinnen-dingen
18 (33.33 %)
Gadgets
0 (0 %)
Reizen
4 (7.41 %)
Interviews
4 (7.41 %)
Uiterlijke verzorging
14 (25.93 %)
Waargebeurde verhalen
6 (11.11 %)
Anders
0 (0 %) n = 54 # 124
Vind je dat er momenteel te weinig aandacht wordt bestaat aan meiden- en vrouwenvoetbal op mediagebied? Ja
49 (90.74 %)
Nee
5 (9.26 %) n = 54 # 54
Sprekende kopregel
Bijlage II: Notulen panelgesprek
66
Sprekende kopregel
67
1. Waarom ben je gaan voetballen bij een club? Respondent 1: “Ik ook wel hield van stoere dingen, dus voetbal was voor mij de perfecte sport.” Respondent 2: “Mijn broer zat ook op voetbal, ik heb hem wedstrijden zien spelen. Na een tijdje besloot ik dat ik ook op voetbal wilde.” Respondent 3: “Mijn vriendinnen zat ook op voetbal.” Respondent 4: “Mijn vriendinnen ook.” Respondent 5: “Leek mij een leuke sport.” Respondent 6: “Mijn vriendinnen voetbalden al.”
2. Wat zou een reden zijn voor jou zijn om te stoppen met voetbal? Respondent 1: “Als ik te druk ben op school door het huiswerk.” Respondent 2: “Voor mij geldt het zelfde, als ik te druk ben met school.” Respondent 3: “Als ik voetbal niet meer leuk vind.” Respondent 4: “Als ik baantje heb op de zaterdag.” Respondent 5: “Door te gaan werken op zaterdag.” Respondent 6: “Zodra ik er tegenop zie om te gaan trainen doordeweeks.”
3. Zou je wel op voetbal blijven als de wedstrijden op vrijdagavond of zondag worden gespeeld? Respondent 1: “Nee, voor mij is zaterdag de perfecte dag om een wedstrijd te spelen.” Respondent 2: “Nee, dat lijkt mij niets.” Respondent 3: “Ja, voor als je wil gaan werken op zaterdag is het wel handig als de wedstrijden op een andere dag gespeeld gaan worden.” Respondent 4: “Ja, dat zou top zijn!”
Sprekende kopregel
68
Respondent 5: “Op zondag spelen lijkt mij ideaal, bij de hockeyclub doen ze dat ook.” Respondent 6: “Ja, maar niet op zondag. Op zondag is het fijn om huiswerk te maken voor de rest van de week, ik zou liever op vrijdagavond wedstrijden spelen.”
4. Vind jij dat er dingen mis zijn bij jou club of die beter kunnen? Respondent 1: “Betere trainingen zou wel fijn zijn.” Respondent 2: “Inderdaad ik zou ook betere trainingen willen. Nu is het vaak zo dat een meisje dat twee jaar boven je zit, je traint. Die neem ik niet altijd serieus.” Respondent 3: “Betere trainingen en dat de meiden evenveel spullen krijgen als de jongens.” Respondent 4: “De jongens krijgen meer gratis zoals kleding en wij moeten ervoor betalen. Totaal niet eerlijk!” Respondent 5: “Ik zou niet echt iets weten wat beter kan.” Respondent 6: “Ik vind ook dat de we een betere trainer moeten krijgen en niet van een meisje dat maar iets ouder is dan wij zijn.”
5. Waar lees jij de informatie over je speelschema’s en rijbeurten?
Respondent 1: “Via een sms van de trainer.”
Respondent 2: “Via de sms.” Respondent 3: “Ik ook.” Respondent 4: “Via de sms.” Respondent 5: “Ik word ook gesmst.” Respondent 6: “Via de sms.”
Sprekende kopregel
6. Maak jij meer dan vijf uur per week gebruik van het internet?
Respondent 1: “Ja.”
Respondent 2: “Nee.” Respondent 3: “Ja.” Respondent 4: “Ja, meestal wel” Respondent 5: “Ja.” Respondent 6: “Ja.”
7. Maak jij gebruik van social media? (Hyves, Facebook, Twitter)
Respondent 1: “J, van Hyves.”
Respondent 2: “Ja, soms Hyves.” Respondent 3: “Ja, Hyves en Twitter en Facebook.” Respondent 4: “Ja, Hyves.” Respondent 5: “Ja, Twitter, Facebook en Hyves. De laatste tijd gebruik ik Hyves niet meer zoveel” Respondent 6: “Ja, ik zit op Hyves.”
8. Beschik je over een smartphone? (iPhone, Blackberry, Android)
Respondent 1: “Nee.”
Respondent 2: “Nee.” Respondent 3: “Ja, een iPhone.” Respondent 4: “Ja, een Blackberry” Respondent 5: “Ja, ook een Blackberry.”
69
Sprekende kopregel
70
Respondent 6: “Ja.”
9. Vind jij dat meidenvoetbal genoeg onder de aandacht wordt gebracht in de media? Respondent 1: “Nee, terwijl “gewoon” voetbal super vaak op TV is.” Respondent 2: “Nee, je ziet nooit een keer vrouwenvoetbal op TV en er staat nooit iets over in de krant.” Respondent 3: “Nee, het krijgt belachelijk weinig aandacht.” Respondent 4: “Nee, ik vind ook dat de media er wel wat meer aandacht aan kunnen besteden.” Respondent 5: “Daar sluit ik mij bij aan, het wordt door veel vrouwen en meiden beoefend en toch hoor of zie je er bijna niets over.”
10. Lijkt het je leuk als er een online community bestaat, maar dan speciaal voor voetbal meiden? Respondent 1: “Ja, dat lijkt mij heel leuk.” Respondent 2: “Ja, leuk!” Respondent 3: “Helemaal leuk zou dat mij lijken.” Respondent 4: “Mij ook” Respondent 5: “Ja, lijkt mij een leuk idee.” Respondent 6: “Ja, maar het moet niet alleen over voetbal gaan. Dat is ook weer beetje saai.”
11. Welke onderwerpen moeten aan bod komen daar? Te kiezen uit: bekende voetballers, bekende celebs, voetbalstrips, mode, vriendinnen-dingen, gadgets, reizen, interviews, uiterlijke verzorging, waargebeurde verhalen en ‘anders’? Respondent 1: “Bekende voetballers, voetbal, mode, strips, bekende mensen en dingen over vriendinnen.” Respondent 2: “Mode, bekende voetballers, strips en sterren.”
Sprekende kopregel
71
Respondent 3: “Bekende voetballers, vriendinnen-dingen, mode en strips.” Respondent 4: “Bekende voetballers, mode, vriendinnen-dingen, strips en waargebeurde verhalen.” Respondent 5: “Waargebeurde verhalen, uiterlijke verzorging, voetbal, mode en vriendinnen-dingen.” Respondent 6: “Vriendinnen-dingen, mode, uiterlijke verzorging, voetbal, sterren en strips.”
Sprekende kopregel
Bijlage III: Interview Girls and brands
72
Sprekende kopregel
73
1.Hoe denkt een voetballende tienermeid? Volgens mij verschilt een tienermeid die voetbalt niet veel van een gewone meid. Wat dat betreft staat de meid van nu erg voor nieuwe dingen open, maar ze is wel kritisch. 2. Welke leeftijdscategorie valt er volgens u onder meiden? Meiden van 14 t/m 25 jaar. 3.Hoe benader je de (voetbal)meid? Meiden zijn redelijk goed beïnvloedbaar. Al valt dat niet te verwarren met domheid, ze zijn zeer kritisch en ervaren, maar je moet ze wel weten te raken. Benader de meiden ook als meiden en niet als vrouwen of nog erger: kinderen. Ook zijn meiden mediasmart genoeg dat je ze niet alles kan wijsmaken. Dat hebben ze snel genoeg door, want daar zij ze te ervaren mediagebruikers voor. 4.Bestaat er zoiets als marketing voor voetbalmeiden? Wat vaststaat, is dat er marketing speciaal gericht op meiden bestaat. Helaas wordt dit nog niet goed gebruikt. In meidentijdschriften staan bijvoorbeeld advertenties met vrouwen die een dagcrème tegen rimpels aanprijzen of waar een product simpelweg in het roze wordt afgeprijsd en dat is een onjuiste manier van meiden benaderen. En al helemaal als je, je wilt richten op voetbalmeiden, maar zelfs voor een meid die niet voetbalt en wat minder stoer is werkt dit niet. Meiden hebben humor en daar zouden advertenties wel wat meer op in kunnen spelen. 5. Hoe zit het meisje als consument in elkaar?
Zij zijn zelf beïnvloedbaar, maar beïnvloeden zelf ook sterk hun moeder en hebben invloed op hun vriendje of broer. Ze hebben zelf geld, dan ze helemaal aan zichzelf mogen uitgeven. Wel kijken ze ontzettend veel op zich heen, in de bladen op straat. Hun shopgedrag werkt als scannen. 6.Heeft een online community voor voetbalmeiden een kans van slagen? Ik denk zeker dat zoiets kan werken, zeker omdat het er nog niet is. Meiden zijn digitaal enorm handig en gebruiken het internet zeer intensief. Alleen het moet geen VI International worden, maar dan voor meisjes. Ik denk dat een meisje dat voetbalt, ook gewoon wil weten waar je die leuke broek koopt. Een kruising tussen voetbal en andere prioriteiten in een meisjesleven zou ideaal zijn.
Sprekende kopregel
Bijlage IV: Afstudeervoorstel
74
Sprekende kopregel
75
Probleemsituatie: Wat is de aanleiding? Meisjesvoetbal is een van de snelst groeiende sporten onder jonge meiden, ook voetbalclub SVS heeft een groot aantal jonge meiden als leden. Wie is de opdrachtgever? Sport Vereniging Spakenburg (SVS) Wanneer is het probleem ontstaan? Er zijn bladen ontstaan voor jongeren die voetballen, maar wel specifiek op jongens gericht. Er is geen blad voor jonge meiden die voetballen, en ook andere thema's willen lezen over wat meiden bezighoudt. Waarom is het een probleem? Punt 1 er is geen tijdschrift voor voetballende meiden en punt 2 SVS zou hiermee de eerste zijn en meidenleden wat extra's kunnen aanbieden, omdat zij nog niet in hun behoeften voorzien zijn. Een sponsored magazine vanuit de club zouden de meiden kunnen voorzien van informatie omtrent het voetbal en andere interesses. Waar doet het probleem zich voor? Bij SVS. Hoe/Waardoor is het probleem ontstaan? Dat moet nog onderzocht worden. Op welke manier kan SVS optimaal met haar leden communiceren, zodat een magazine voor voetballende meiden een succes wordt. Voorlopige probleemstelling (is: hoofdvraag) Hoe ziet de redactionele formule van een voetbalblad voor tienermeiden eruit? Voorlopige doelstelling: Binnen vijf jaar moet SVS inkomsten vergaren uit het sponsored magazine Wat is de relevante en/of vernieuwende bijdrage van jouw onderzoek aan de beroepspraktijk? Uit dit onderzoek zal blijken of de SVS-leden behoefte hebben aan een magazine, voor SVS kan dit op lange termijn extra inkomsten opleveren. Relevant voor de beroepspraktijk is dus, dat ik met dit onderzoek er een mediaproduct wordt gemaakt. De redactionele formule kan, mocht het een succes worden, zelfs op landelijk niveau gebruikt worden, omdat er nog geen meidenblad is voor voetballers. Welk beroepsproduct maak je? Een 0-nummer van het magazine. Hoe sluit je onderzoek aan bij je beroepsproduct?
Sprekende kopregel
76
Door middel van mijn onderzoek probeer ik erachter te komen hoe SVS optimaal met haar leden kan communiceren en of daar behoefte aan is onder de SVS-leden zelf. Welke relevante literatuur heb je gelezen over dit onderwerp? Auteur en titel: Millward Brown (2005). Onderzoek relatiemagazines van Millward Brown. Geraadpleegd op 14 december 2011, van: http://www.richemagazine.nl/richemagazine/download/common/millwardbrown.pdf. Belangrijkste bevinding:
Ontvangers van een sponsored magazine geven aan dat ze zich betrokken voelen bij de titel: het is hun blad dat speciaal voor hun gemaakt wordt. Lezers verbinden zich met de redactionele inhoud. Dit resulteert in een winstgevende dialoog van merken met hun klanten. Lezers besteden gemiddeld 25 minuten aan een sponsored magazine. Een onafhankelijke redactionele inhoud van het relatiemagazine geeft een significante versterking van het merkimago met gemiddeld 9 procent. De kwaliteit van de redactionele inhoud is de sleutelfactor van deze stijging. Laat de kwaliteit te wensen over dan is de overtuigingskrant minder én is dit merkbaar aan de stijging van de bestedingen van de lezers. Auteur en titel: De Waal, M. (1989). Meisjes: Een wereld apart. Een etnografie van meisjes op de middelbare school. Den Haag: Boom
uitgevers Belangrijkste bevinding: Ook al is het een wat ouder boek, in dit boek staat goed beschreven wat jonge meiden bezighoudt. Hierop inspelend kan er nagedacht worden over welke inhoud en thema's te gebruiken in een magazine. Auteur en titel: Coleman, L. (2007). Girls' Soccer going for the goal. Mankato, Verenigde Staten: Capstone Press Belangrijkste bevinding: Dit Engelse boek gaat over de regels van het voetbal, het teamwork en hoe het er na de wedstrijd aan toe gaat. Meisjes zitten nu eenmaal anders in elkaar dan jongens. Vanwege het feit dat voetbal best een agressieve sport is, is het belangrijk dat een ieder zich aan de regels houdt. Met name in de VS is meisjesvoetbal erg populair, dus in dit boek vooral veel over hoe het er in de VS aan toe gaat. Auteur en titel: Van Vuure, R. (2008). Het lingerie denken. Creatief bladen maken, succesvol communiceren. Amsterdam: Ambo|Anthos Belangrijkste bevinding:
Sprekende kopregel
77
Wat een blad nodig heeft om er uit te springen, en hoe kan een blad zichzelf zo goed mogelijk communiceren. Ook worden er veel tips en adviezen gegeven, de schrijver is zelf bijna van ieder blad in Nederland hoofdredacteur geweest er staat dus ook veel over zijn eigen ervaringen in. Auteur en titel: Herle, M. (2008) Bladen maken. Alphen aan de Rijn: Kluwer Belangrijkste bevinding: Dit boek begint echt bij het begin, hoe ga je een blad opzetten? Ook wordt hier het praktijk-aspect van het bladen maken beschreven. Auteur en titel: Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers Belangrijkste bevinding: Het boek wat onmisbaar is voor het doen van een onderzoek. Dit boek legt op een heldere wijze uit hoe een onderzoek te beginnen. Stap voor stap wordt alles nagelopen. Naam, functie en organisatie: Giuseppe Russo, Oprichters en hoofdredacteur van one small seed, het Zuid-Afrikaanse magazine waar ik stage loop. Belangrijkste bevinding: Heeft zes jaar geleden een magazine opgericht in Zuid-Afrika, weet veel te vertellen waar je begint met het oprichten van een magazine en welke dingen belangrijk zijn voor het oprichten van een nieuw magazine. Naam, functie en organisatie: Lilian Heek, zit in het bestuur bij SVS en werkt als grafisch designer bij de locale uitgever. Belangrijkste bevinding: Zij speelt zelf damesvoetbal, weet veel van de club en heeft het een en ander gemaakt voor de club. Het designen van een clubblad en flyers zijn een paar voorbeelden. Het lijkt haar heel leuk om een blad op richten voor meiden van 10-15 jaar die voetballen bij SVS en zij weet veel van het grafisch design. Heb je uitgezocht of jouw onderzoeksvraag al door iemand anders is beantwoord? Ja, er is nog geen onderzoek gedaan naar deze vraag. Waar en hoe heb je gezocht? Ik heb de mediatheken van de HvA's en andere hogescholen doorgespit. Ik heb gezocht op de woorden, voetbal, magazine en meiden. Er is naar geen enkel van deze woorden onderzoek gedaan. Althans deze zijn niet in de HBO-mediatheken te vinden.
Sprekende kopregel
78
Wie is je opdrachtgever of, als je die niet hebt, je sparringpartner uit de beroepspraktijk? SVS, maar Lilian Heek wordt mijn externe begeleider.
Sprekende kopregel
Bijlage V: Inhoud plan van aanpak
79
Sprekende kopregel
80
Inhoud plan van aanpak afstudeeropdracht Media, Informatie en Communicatie Student Naam student: Saskia van Diermen Profiel: RMP Studentnummer: 546739 Groep: 402C E-mailadres:
[email protected] en
[email protected] Telefoonnummer: 0653915963 Paraaf voor akkoord student: Datum: Naam eerste begeleider: Bert Blanken Naam tweede begeleider: Sigrid Verberne Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum: Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: House of Sports Naam begeleider vanuit het bedrijf: Erik Romijn Functie: Hij is de oprichter en directeur van House of Sports Probleemsituatie: Wat is de aanleiding? De aanleiding voor het onderzoek is het volgende: Meisjesvoetbal is een van de snelst groeiende takken van de KNVB. (KNVB.nl, 2012.) In Nederland voetballen er ruim 124.051 meisjes. Daarmee is het net niet de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland. Hockey telt momenteel 136.097 leden, daarvan zijn er 92.245 meisjesjunioren. (KNHB, 2011). Hockey is daarmee de populairste teamsport onder vrouwen in Nederland. Vrouwenvoetbal is wel de snelst groeiende sport in Nederland. Toch biedt nog lang niet iedere voetbalclub meisjesvoetbal aan en is er verloop onder de meiden. Sabrina Cols, Marketing meisjes- en damesvoetbal bij de KNVB zegt: “Uit eigen ervaringen zien en horen we wel waarom meisjes op een gegeven moment stoppen.” Echter heeft de KNVB hier nog geen onderzoek naar gedaan. Waarom er een afname van meiden op een bepaalde leeftijd plaatsvindt, daar heeft de KNVB dus nog niet haar vinger op kunnen leggen. Er wordt geen
Sprekende kopregel
81
duidelijke strategie gehanteerd om het verloop van meiden tegen te gaan. Ik hoop door middel van onderzoek erachter te komen wat de achterliggende reden van deze afname is. Uiteindelijk hoop ik met een passende oplossing voor dit probleem te komen. Wie is de opdrachtgever of wie kan iets met de resultaten? House of Sports, afgekort HoS, is een sportmarketingbureau. HoS werkt voor sporters, het bedrijfsleven en sportbonden zoals de KNVB. De slogan die HoS hanteert is “Some people want it to happen, some wish it would happen, others make it happen.” (Michael Jordan). HoS is bij veel evenementen, initiatieven en samenwerkingen in de sport betrokken. Een paar voorbeelden zijn: Pieter van den Hoogenband & Calvé. HoS is zaakwaarnemer van Pieter van den Hoogenband en was in deze rol betrokken bij de totstandkoming van de commercial 'Pietertje' van Calvé Pindakaas. In ‘Pietertje’ is een jonge Pieter van den Hoogenband te zien die niet zo goed blijkt te kunnen voetballen. Gelukkig beheerst hij een andere sport, zwemmen, beter. De commercial werd in 2010 bekroond met een Gouden Loeki als de meest aansprekende commercial van het jaar. Ajax StreetWise is een project van de Ajax Foundation dat door HoS in samenwerking met SCIANDRI sportmanagement is ontwikkeld en uitgevoerd in opdracht van Ajax. Voor Ajax StreetWise zijn er op basisscholen in de zeven Amsterdamse stadsdelen Ajax-lessen geven en voetbalclinics op straat georganiseerd. Op 11 mei vond de grote finale plaats waarbij er een jongetje werd gescout die een maand lang op trainingsstage bij Ajax mag komen. HoS / Sports Exposure was initiatiefnemer en intermediaire bij de tot standkoming van het partnerschap tussen ARAG en de KNVB met specifiek sponsoring van het ‘domein’ scheidsrechters. (HoS, 2012). HoS werkt voor sportbonden als de KNVB. De KNVB heeft ook baat bij de resultaten van dit onderzoek. De KNVB, voluit Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond is de Nederlandse voetbalbond. De bond werd op 8 december 1889 opgericht. In Nederland is in 1896 geprobeerd om vrouwen te laten voetballen. Echter is de officiële erkenning van deze sport decennia lang door de KNVB tegengehouden, omdat enkele bestuursleden de mening hadden dat voetbal een mannensport was. Toch weerhield dit sommige damesclubs er niet van om, al dan niet in officieel competitieverband, door te gaan met het damesvoetbal. Het zou nog wel tot 1972 duren voordat de KNVB overstag gaat en damesvoetbal ook in Nederland een erkende sport wordt. (Sport.infonu.nl, 2009). Sindsdien zijn verscheidene clubs damesvoetbal aan gaan bieden. Wanneer is het probleem ontstaan? Het probleem, het verloop onder meiden die voetballen, is zo’n tien jaar geleden begonnen. Dé voetballer bestaat niet meer. Sporters stellen tegenwoordig andere eisen aan het sportaanbod en aan verenigingen dan tien
Sprekende kopregel
82
jaar geleden. Veel Nederlanders willen wel sporten, maar melden zich niet meer automatisch aan bij een vereniging. Ze willen sporten wanneer ze zelf zin en tijd hebben. Oorzaken voor deze verandering zijn te vinden in de toenemende individualisering in de maatschappij en de druk op de beschikbare tijd. (KNVB Jaarverslag 2010/’11, 2011.) Waarom is het een probleem? Meisjesvoetbal is de snelst groeiende tak van de KNVB. De KNVB, maar ook de clubs hanteren geen strategie om de meisjes te behouden die eerder zijn binnen gehaald. Het succes van de snelle groei van het meisjesvoetbal wordt weer teniet gedaan door het verloop. Verder hebben clubs die meisjesvoetbal aanbieden een landelijk gemiddelde van 10,7 procent meisjes en dames ten opzichte van 89,2 procent jongens en heren. (KNVB, 2011). Daarom onderzoekt en ontwikkelt de KNVB ook wervingsactiviteiten en voetbalaanbod die erop zijn gericht dat ook ouderen, meisjes en allochtonen geïnteresseerd raken en meedoen. (KNVB Jaarverslag 2010/’11, 2011.) Waar doet het probleem zich voor? Bij het communicatiebeleid van de KNVB en de clubs naar de meiden toe.
Hoe/waardoor is het probleem ontstaan? De reden van het kleine percentage vrouwenvoetbal binnen een club en hoe de KNVB en de clubs het verloop van deze vrouwen kunnen tegengaan is nog onduidelijk. Dit wordt het uitgangspunt van mijn onderzoek. Ik wil aan het eind van dit onderzoek een communicatieadvies aan de KNVB kunnen geven over hoe zij optimaal kunnen communiceren naar de meiden toe, zodat de meiden en vrouwen blijven voetballen.
Probleemstelling De probleemstelling van het onderzoek luidt als volgt: Wat moeten de KNVB en de clubs doen op het gebied van communicatie om het verloop van meiden die voetballen tegen te gaan?
Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek luidt:
Sprekende kopregel
83
Inzicht geven in hoe de KNVB en de clubs hun communicatie kunnen verbeteren naar de meiden toe.
Deelvragen Deelvraag 1: Wat is de doelgroep (meiden die voetballen bij een club) van de KNVB? -Wat is de omvang van de hele doelgroep? (deskresearch) ?-Welke factoren zijn bepalend bij het kiezen voor meisjesvoetbal? (fieldresearch) (fieldresearch) Deelvraag 2: Hoe komt het dat de KNVB succesvol is op het gebied van meiden werven? -Wat doet de KNVB op het gebied van werving? -Hoe hard groeit het meidenvoetbal jaarlijks? ?-Is er voldoende informatie beschikbaar over het meisjesvoetbal? (desk/fieldresearch) -Via welke wegen worden nieuwe leden geworven? (deskresearch) -Spreekt deze manier van communicatie de doelgroep aan? (fieldresearch) Deelvraag 3: Hebben hockeyclubs ook te maken met verloop van meiden? ?-Welke factoren zijn bepalend voor het vroegtijdig stoppen met meisjesvoetbal? (fieldresearch) ?-Wat willen meiden bereiken in het voetbal? (fieldresearch) -Is er een verschil met het verloop onder voetbalmeiden ten opzichte van hockeymeiden -Hoe gaat de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond het verloop van meiden tegen? Deelvraag 4: Hoe bereik je de voetbalmeid? -Hoe vaak gaat de doelgroep naar de website van hun club? (fieldresearch) -Hoe vaak gaat de doelgroep naar de website van de KNVB? (fieldresearch) -Hoeveel tijd besteden meiden aan het internet? (field-/deskresearch) -Hoe speel je in op de behoeften van sportmeiden? (deskresearch) -Hoe zit het consumentengedrag van sportmeiden eruit? (deskresearch) Matrix deelvragen/methode van onderzoek Deskresearch
Fieldresearch
Kwantitatief onderzoek Deelvraag 1
Kwalitatief onderzoek
Internationale component
Sprekende kopregel
Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4
84
Verantwoording methode van onderzoek 1. Verantwoording van de wijze van informatie verzamelen Om dit onderzoek te laten slagen, zal er veel informatie verzameld moeten worden. Voor dit onderzoek zal er zowel field- als deskreserach plaatsvinden. Dan zal er nog informatie verzameld worden via het internet, boeken en vakartikelen. De informatie die ik zal opdoen, zal geanalyseerd worden en dienen als input voor het veldonderzoek. Het onderdeel fieldresearch zal worden opgebouwd uit enquêtes onder meiden die gestopt zijn met voetballen, een panelgesprek met meiden die voetballen bij een club en interviews met werknemers van de KNVB (kwalitatief). Waarom enquêtes onder meiden die gestopt zijn met het voetballen bij een club? Aangezien het probleem hoofdzakelijk ligt bij het verloop van meiden, is het van belang dat de meiden die gestopt zijn met voetbal te enquêteren. Deze exleden zullen benaderd worden via diverse clubs uit alle districten in Nederland. De KNVB werkt met zes districten; Noord, Oost, West 1, West 2, Zuid 1 en Zuid 2. Er ontstaat er een grote daling in leden vanaf 16 jaar. In de leeftijdscategorie 13-15 jaar voetballen er 21.500 meiden en in de leeftijdscategorie 16-17 jaar is dit aantal bijna gehalveerd naar 11.500 (House of Sports, 2010.) Vandaar dat de voormalige voetbalsters uit de leeftijdscategorie 16-17 jaar voornamelijk een online enquête toegezonden krijgen. Er zullen via de clubs uit de zes districten in Nederland zestig enquêtes worden afgenomen. Dat is 0,6 procent van het aantal voormalige voetbalsters uit de leeftijdscategorie 16-17 jaar. Deze enquêtes moeten uiteindelijk een helder inzicht geven in het imago van KNVB, de beweegredenen van de meiden om te stoppen met het voetbal en wat zij graag anders hadden gezien tijdens hun voetballoopbaan. Aan de hand van de volgende vragen moet duidelijk worden welke weg ik wil inslaan met deze enquête. -Waarom ben je gaan voetballen bij een club? (Opties als: vriendinnen, ouders, televisie) -Waarom ben je gestopt met het voetballen? (Opties als: blessure, leeftijd, geldgebrek, verhuizing, studie, anders..) -Wat had je graag anders gezien tijdens je lidmaatschap bij een voetbalclub? (Opties als: meer begeleiding, lagere contributiekosten, somber toekomstperspectief, anders..)
Sprekende kopregel
85
Waarom een panelgesprek met meiden die nu voetballen bij een club? Met een panelgesprek veronderstel ik te weten te komen waarom de meiden zijn gaan voetballen en wat hun beweegredenen kunnen zijn als zij besluiten te stoppen met het voetbal. De resultaten uit de enquêtes met de voormalige voetbalsters zullen als input dienen voor dit panelgesprek met de zes meiden die nog wel voetballen bij een club. Tevens probeer ik inzicht te krijgen wat deze meiden willen zien bij hun club, waardoor zij ook blijven voetballen. In november 2011 zijn er 124.051 meisjes- en vrouwen lid van de KNVB. Het grootste deel daarvan, 74.604, staat ingeschreven als pupil of junior. (KNVB.nl, 2011.) Voor mijn onderzoek zal ik een panelgesprek houden met zes meiden uit de leeftijdscategorie 13-15 jaar. Deze leeftijdscategorie heeft 21.500 leden en is daarmee de grootste leeftijdscategorie. Aangezien de grote daling ontstaat vanaf de leeftijdscategorie 16-17 jaar is er baat bij om meiden in de leeftijdscategorie ervoor (13-15 jaar) te enquêteren. Aan de hand van een aantal voorbeeldvragen wil ik aangeven waar ik achter wil komen met dit panelgesprek. -Waarom ben je gaan voetballen bij een club? -Wat zou een reden zijn voor jou zijn om te stoppen met voetbal? -Zou jij naast het voetballen zelf op een andere manier bezig willen zijn met het damesvoetbal? -Ga je volgend seizoen weer voetballen? -Vind jij dat meidenvoetbal genoeg onder de aandacht wordt gebracht in de media? Waarom interviews met het personeel van de KNVB en meidenmarketing specialisten? Door middel van interviews met verschillende werknemers wil ik erachter komen of het beeld, van wat de KNVB heeft betreft het promoten van meidenvoetbal, klopt met het beeld wat de voetbalsters zelf hebben. Er zullen drie interviews worden afgenomen, waarin dezelfde vragen gesteld zullen worden. Deze personeelsleden zijn betrokken met het promoten van meisjesvoetbal in Nederland. Aan de hand van een aantal voorbeeldvragen, wil ik duidelijk maken welke kant ik op wil met de interviews. -Waar zit volgens u het probleem met het verloop van de meiden? -Wat wordt er gedaan om het meidenvoetbal te promoten? -Worden de meiden gestimuleerd om door te gaan met voetbal vanuit de KNVB? -Zo ja, op welke manieren uit zich dat?
Naast de personeelsleden van de KNVB zullen de twee oprichters van Girlsenbrands.nl worden geïnterviewd. Girlsenbrands.nl houdt zich bezig met meidenmarketing. Ook hier zal aan de hand van voorbeeldvragen duidelijk gemaakt worden welk doel ik wil bereiken met deze interviews. -Hoe denkt een meid die voetbalt in clubverband? -Hoe benader je een voetballende meid?
Sprekende kopregel
86
-Bestaat er zoiets als sportmarketing voor meiden?
2. Verantwoording van de diepgang van het literatuuronderzoek (voor theoretisch kader) Voor dit onderzoek is bepaalde verantwoording van het literatuuronderzoek ook gewenst. De KNVB is een sterk merk en groot bedrijf, zij vinden het belangrijk dat de aanbevelingen uit dit onderzoek onderbouwd kunnen worden met theorie en praktijkervaringen. Hier zal ik beschrijven welke zoektermen gebruikt zijn en welke bronnen ik gebruikt heb. De KNVB is bekend met het probleem: verloop onder meiden die voetballen. Echter is hier nog geen onderzoek naar gedaan. Tevens wil de KNVB altijd nieuwe leden werven, hier is al wel enig onderzoek naar gedaan, hierdoor zal er ook literatuur vanuit de KNVB gebruikt worden. Daarnaast zal er ook nog gebruik gemaakt worden van globale literatuur die niet specifiek gericht is op de situatie van de KNVB, maar wel van toepassing kan zijn op de KNVB. Voor dit onderzoek zal ik gebruik maken van een aantal marketingmodellen: het model van Abell. De Abell analyse focust zich op het afbakenen van de markt. De drie bekende: wie, wat en hoe? De meiden (wie), die voetballen(wat) en hoe houden wij ze vast? (Abellmodel, 2012) Tevens zal ik voor mijn onderzoek gebruik maken van Het Groot Management Modellenboek¸ dit model zal een insteek geven over de strategie die de KNVB hanteert om nieuwe leden te werven en om verloop tegen te gaan. Welke strategie zal de KNVB moeten hanteren om het verloop tegen te gaan? Ik zal dit model als hulpmiddel gebruik voor de enquêtes. (Assen, M. van & Berg, G. van den & Pietersma, P: Het Groot Management Modellenboek.) Uit onderstaande tabel valt af te lezen welke zoekingangen zijn gebruikt en welke zoektermen hiervoor zijn toegepast. Zoek methode Taal Soorten publicaties Zoektermen
(Vak)tijdschrif
Beschrijving Engels, Nederlands Boeken, kranten en websites -girls soccer -meisjesvoetbal -meisjesvoetbal in opkomst -denkwijze tienermeiden -KNVB -meidenmarketing -meiden en merken Marketing Rendement
Sprekende kopregel
tn Zoekmethode n Periode van publicatie
87
-Zoeken met behulp van bovenstaande zoektermen -Gebruik maken van de sneeuwbal methode: verwijzingen in bepaalde artikelen leiden weer naar andere artikelen Voor het onderzoek is er zo veel mogelijk gezocht vanaf de periode 2007 tot heden. Uitgezonderd het boek De Waal, M. (1989). Meisjes: Een wereld apart. Een etnografie van meisjes op de middelbare school. Dit boek is een stuk ouder, maar wel bruikbaar, hierdoor is er een grotere zoekperiode gebruikt.
3. Kwaliteit van de onderzoekinstrumenten, bijv. enquête (indien van toepassing): De voormalige voetbalsters die ik zal enquêteren krijgen deze door middel van een online enquête. De voordelen van een enquête online zijn automatische dataverzameling, tijdsbesparend en directe respons. Het blijkt dat meer dan de helft van alle respons bij een online onderzoek binnen drie dagen al binnen is. (Online-enquete, 2012)
Met de andere groep, de meiden die nu voetballen, zal ik een panelgesprek houden. De resultaten uit de enquêtes met de voormalige voetbalsters zullen als input gebruikt worden voor dit panelgesprek. Daarom zullen eerst de enquêtes worden afgenomen en daarna vindt pas het panelgesprek plaats. Het panelgesprek heeft veel voordelen: het brainstormen in een groep leidt tot nieuwe ideeën en de onderzoeksresultaten zijn in een kort tijdsbestek beschikbaar. (Rightmarktonderzoek, 2011) Voor de andere groep, de vakmensen, zal ik interviews afnemen. Het interview heeft als groot voordeel dat ik de mogelijkheid heb tot doorvragen naar achterliggende gedachtes. Hierdoor komt er meer gedetailleerde informatie vrij. (Verhoeven, 2007)
4. Verantwoording van de steekproef (indien van toepassing): Om een representatief beeld van het onderzoek te geven is het noodzakelijk om kwantitatief onderzoek te doen. Hierbij moet er een steekproef uitgevoerd worden. De definitie van een steekproef: Een steekproef is een selectie uit een totale populatie ten behoeve van een meting van bepaalde eigenschappen van die populatie. De definitie van een populatie is: De totale verzameling personen of bedrijven waaruit men een steekproef trekt. (Marktonderzoekt.punt, 2012) De totale verzameling elementen waarover ik relevante informatie wil zijn:
Sprekende kopregel
88
-Motivatie -Leeftijd -Interesses -Methode van steekproef trekken De feitelijke gerealiseerde steekproef is het resultaat dat bekomen wordt na de periode van dataverzameling. Vrijwel altijd wijkt de feitelijk gerealiseerde steekproef af van het steekproefplan. Ik zal de steekproef op basis van quota gebruiken. De populatie zal in het klein nagebootst worden. Ik zal de leeftijdsgroepen en de voorkeuren imiteren. Volgens de net genoemde criteria zal ik 60 tienermeiden enquêteren. Op deze manier zal de uitslag een representatief beeld vormen van de doelgroep. Hieronder een voorbeeld: -60 meisjes -Deden aan voetbal -Meisjes → 20 jonger zijn, 40 ouder dan 16 Het probleem van beschikbaarheid wordt zo omzeild doordat de kans groot is dat de geënquêteerden op verschillende tijdstippen de enquête zullen invoeren. -Representativiteit Onder representativiteit wordt verstaan dat de vermelde kenmerken met de juiste aantallen aanwezig zijn in de steekproef. Nu is het zo dat de geënquêteerde tienermeiden die voetbal speelden wel een representatieve afspiegeling zijn van Nederland. De inzichten uit de enquêtes komen van tienermeiden verspreid over zes districten in heel Nederland.
5. Beschrijving van de data-analysemethode Bij kwalitatief onderzoek moet er orde geschapen worden in een grote hoeveelheid gegevens, zoals documenten en letterlijke weergaven van interviews (protocollen). (CS.ru, 2008) Door middel van categorieënindeling wil ik dat gaan realiseren. De categorieën zullen bestaan uit voetballende en voormalig voetballende tienermeiden en vakmensen betreffende het damesvoetbal en meidenmarketing. Zoals eerder genoemd zullen er dus 60 enquêtes afgenomen worden onder voormalige voetbalsters, een panelgesprek met zes huidige voetbalsters en vijf interviews met vakmensen. 6. Gebruik van referenties en oude onderzoeken Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van marketingonderzoek en onderzoek naar ledencommunicatie. -Model van Abell -Het Groot Management Modellenboek -Jolanda Kolijn: Sportmarketing -Girlsandbrands.nl: How to get to the girl?
Sprekende kopregel
89
Concept hoofdstukindeling (zie intranet voor voorbeeld) Deze hoofdstukindeling zal ik gebruiken als houvast. Het kan zijn dat gaandeweg het onderzoek de indeling nog iets zal gaan veranderen.Titelblad- Voorwoord- Management samenvatting- InhoudsopgaveH1:Inleiding - Probleemanalyse - Formulering probleemstelling - Doelstelling - Verantwoording hoofdstukken - Verantwoording onderzoeksmethode- H2:Methoden en technieken -Kwantitatief onderzoek -Kwalitatief onderzoek - H3: Doelgroepanalyse - De omvang - Profiel - Social media -H4: KNVB - Opdrachtgever - Geschiedenis KNVB - Werving - Conclusie -H5: Best practises - Concurrentieanalyse - Directe concurrentie - Indirecte concurrentie - Conclusie - H6: Kwantitatief onderzoek - Verloop dataverzameling en respons Onderzoeksresultaten - H7: Kwalitatief onderzoek - Verloop dataverzameling en respons Onderzoeksresultaten-H8: Conclusie -Aanbeveling van de resultaten - Herhaling en beantwoording van de probleemstelling- Advies- Evaluatie - Wat ging er goed/niet goed en waarom? - Validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek Mogelijkheden voor een vervolgonderzoek- Literatuurlijst- Bijlagen Deelvragen - Volledige vragenlijsten - Evt. tabellen - Uitgeschreven interviews
Sprekende kopregel
90
Vorm beroepsproduct (bijv. advies, rapport, weblog, dummy, marketingplan, reportage) Allereerst zal ik een communicatieadvies voor de KNVB maken. Zij zien graag een oplossing voor het verloop van meiden. Aan de hand van dit onderzoek hoop ik in staat te zijn om de KNVB een advies te geven over hoe te handelen in de toekomst, op korte en op lange termijn. De enquêtes, interviews en het panelgesprek moeten gaan uitwijzen wat de oplossing van het probleem dient te worden. De omvang van het hele rapport zal tussen de twintig en vijftig pagina’s liggen.
Tijdsplanning Voor de komende twee maanden zou ik graag regelmatig rond de tafel zitten om stof te bespreken. Voor 17 april zal het plan van aanpak goedgekeurd moeten worden, daarna zou het wenselijk zijn om eind april de enquêtes en interviews af te nemen. Begin mei zal het panelgesprek met de voetbalsters plaatsvinden. Het concept van de hoofdstukken zullen in mei plaatsvinden. Het afstuderen zou voor mij idealiter in juni 2012 plaatsvinden. Dat betekent dat ik 5 juni mijn onderzoek moet inleveren.
Afspraken over de begeleiding Vanwege het feit dat ik voor stage in Zuid-Afrika zat, verliep het eerste contact via de mail. Sinds ik terugben, wordt er wekelijks gemaild of getelefoneerd. Ik ga er vanuit wanneer dat ik persoonlijk contact opneem wanneer er gereflecteerd wordt over de voortgang van mijn onderzoek. Indien nodig, vaker of om de week. De afspraken zullen op de HvA worden gemaakt en ik zal hiervoor zelf het initiatief nemen.
Sprekende kopregel
91
Bronnen (literatuurlijst) (in MIC-huisstijl) Abellmodel.nl (2012) Model van Abell. Geraadpleegd op 2 april 2012, van: www.abellmodel.nl Assen, M. van & Berg, G. van den & Pietersma, P: Het Groot Management Modellenboek. B9.nl (2012) Damesvoetbal index. Geraadpleegd op 30 maart 2012, van: http://www.b9.nl/damesvoetbal/index.htm Coleman, L. (2007). Girls’ Soccer going for the goal. Mankato, Verenigde Staten: Capstone Press Cols, S. [persoonlijk interview]. 2 april 2012. CS.RU.nl (2008). Onderzoeksvaardigheiden. Geraadpleegd op 9 januari 2012, van: http://www.cs.ru.nl/E.Barendsen/onderwijs/onderzoeksvaardigheden/leertaak 9.html De Waal, M. (1989). Meisjes: Een wereld apart. Een etnografie van meisjes op de middelbare school. Den Haag: Boom uitgevers Girlsandbrands.nl (2009). How to get to the girl? Geraadpleegd op 5 januari 2012, van:http://www.girlsandbrands.nl/dynamic/media/1/files/how%20to%20get %20the%20girl.jpg Houseofsports.nl (2010). Cases. Geraadpleegd op 12 april 2012, van: http://houseofsports.nl/cases HBO.kennisbank.nl (2007). Sportmarketing. Geraadpleegd op 13 februari 2012, van: http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=fontys_didlmods%3Aoai% 3Arepository.fontys.nl%3A17055 KNHB.nl (2012). KNHB. Geraadpleegd op 11 april 2012, van: http://www.knhb.nl/knhb/organisatie/bondsbureau/cDU819_Bondsbureau.as px KNVB.nl (2011). KNVB Jaarverslag 2010/’11. Geraadpleegd op 9 april 2012, van: http://bin617.websitevoetbal.nl/sites/knvb.nl/files/KNVB_2011_Jaarverslag/index.html KNVB.nl (2011). Voetbalvelden kleuren roze op meidenvoetbaldag. Geraadpleegd op 29
Sprekende kopregel
92
maart 2012, van: http://www.knvb.nl/nieuws/district/13080/voetbalveldenkleuren-roze-op-meidenvoetbaldag KNVB.nl (2009). Vrouwen. Geraadpleegd op 22 december 2011, van: http://www.knvb.nl/competities/amateurvoetbal/vrouwen Volleybal.nl (2012). Nevobo. Geraadpleegd op 11 april 2012, van: http://www.volleybal.nl/nevobo/algemeen/organisatie/medewerkers-envrijwilligers Nu.nl (2011). KNVB stopt bijna twee miljoen in vrouwenvoetbal. Geraadpleegd op 20 december 2011, van: http://www.nu.nl/sport/2691827/knvb-stopt-bijna-twee-miljoen-euro-invrouwenvoetbal.html Marktonderzoek.punt.nl (2011). Steekproeven. Geraadpleegd op 5 januari 2012, van: http://marktonderzoek.punt.nl/?r=1&id=355720 Medianetwerk.ning.com (2010). 96 procent van Nederlandse tienermeiden actief op social networks. Geraadpleegd op 6 januari 2012, van: http://medianetwerk.ning.com/profiles/blogs/girlscenenl-96-procent-van Molblog.nl (2009). Girls zijn ‘natural born researchers’. Geraadpleegd op 29 december 2011, van: http://www.molblog.nl/bericht/girls-zijn-natural-bornresearchers/ Molblog.nl (2009). Hoezo, bestaat er geen advertentiemarkt voor meiden? Geraadpleegd op 29 december 2011, van: http://www.molblog.nl/bericht/hoezo-bestaat-er-geen-advertentiemarkt-voormeiden/ Molblog.nl (2009). Internet emancipeert. Geraadpleegd op 29 december 2011, van: http://www.molblog.nl/bericht/internet-emancipeert/ Online-enquete.net (2009). Voordelen online enquete. Geraadpleegd op 31 maart 2012, van: http://www.online-enquete.net/ Rightmarktonderzoek.nl (2011). Groepsdiscussies. Geraadpleegd op 12 april 2012, van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwalitatiefonderzoek/groepsdiscussies Romijn, E. [persoonlijk interview]. 13 april 2012. Sport.infonu.nl (2009). Vrouwenvoetbal steeds populairder. Geraadpleegd op 29 maart 2012, van:
Sprekende kopregel
93
http://sport.infonu.nl/voetbal/27371-vrouwenvoetbal-steeds-populairder.html Sportlink.com (2011). Meisjescompetities en gemengd jeugdvoetbal naast elkaar mogelijk. Geraadpleegd op: 29 maart 2012, van: http://www.sportlink.com/manager/dms/index.php?option=com_content&vie w=article&id=21 Telegraaf.nl (2009). Vrouwenvoetbal snelst groeiende sport. Geraadpleegd op 21 december 2011, van: http://www.telegraaf.nl/vrouw/inbeweging/5202766/__Vrouwenvoetbal_snels t_groeiende_sport__.html Telegraaf.nl (2010). Vrouwenvoetbal snelst groeiende sport. Geraadpleegd op 21 december 2011, van: http://www.telegraaf.nl/telesport/voetbal/6221209/__Vrouwenvoetbal_snelst _groeiende_sport__.html Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers Vrouw&Voetbal. (2008). Vrouw&Voetbal magazine. Geraadpleegd op 3 januari 2012, van: http://www.vrouwenvoetbalmagazine.nl/ Vrouwenvoetbalnieuws.nl (2011). Vrouwenhockey net iets groter dan vrouwenvoetbal. Geraadpleegd op 3 april 2012, van: http://www.vrouwenvoetbalnieuws.nl/
Sprekende kopregel
94
Bijlage VI: Mail ter goedkeuring Plan van Aanpak Beste Saskia, Vandaag is je Plan van Aanpak besproken in de afstudeercommissie. Het Plan is goedgekeurd, op twee kleine punten na. Verwerk deze in het Plan van Aanpak (en je uiteindelijke afstudeeropdracht.). De afstudeercommissie hoeft het Plan niet meer terug te zien, mail een aangepaste versie naar je eerste begeleider en voeg het toe in de bijlage van je afstudeeropdracht. De punten zijn: 1. Op dit moment richt je je onderzoek teveel op je eigen opdrachtgever. Kijk ook naar buiten, naar best practices. Wat kun je leren van andere vergelijkbare bedrijven/campagnes. Hockey is bijvoorbeeld een hele levendige gemeenschap met befaamde toernooien en evenementen. Wat kun je van hen leren? 2. Je hoofdstukindeling klopt niet helemaal. Laat de deelvragen parallel lopen met de hoofdstukindeling, dit zal je helpen bij de structuur. Deskresearch is niet 1 hoofdstuk, het zijn verschillende hoofdstukken (bijvoorbeeld hoofdstuk 3 opdrachtgever, hoofdstuk 4 doelgroep, hoofdstuk 5 best practices enz.). Volgens het schema op intranet mag je de afstudeeropdracht inleveren op: 5 juni 2012. Succes met de afronding van je afstudeeropdracht. Met vriendelijke groet, E.M. Brancart & Y. Poot Hogeschool van Amsterdam Postbus 1025
Sprekende kopregel
Bijlage VII: Format digitale samenvatting onderzoeksverslag
95
Sprekende kopregel
96
Naam student: Saskia van Diermen Datum afstuderen: 29 juni 2012 Afstudeerprofiel: Redactie & Mediaproductie Titel van de afstudeeropdracht: In opdracht van (indien van toepassing): House of Sports Hier voor u ligt mijn communicatieadvies om het verloop van meidenvoetbal tegen te gaan dat ik heb geschreven naar aanleiding van mijn afstudeerstage bij het sportmarketingbureau House of Sports. Naast het onderzoek heb ik nog een concurrentieanalyse gemaakt. Deze analyse in combinatie met het onderzoek hebben geleid tot onderstaande adviezen: • Aanmaken Social Media accounts • Voor de meiden een online community • Clubs moeten stagiaires aannemen om de community bij te houden • Nieuwe communicatieplatformen gebruiken (smartphones) • Logistiek anders regelen Antwoord op de centrale vraag: Als de KNVB en de clubs samen de bovenstaande adviezen uitvoeren ben ik ervan overtuigd dat het behoud van de voetballende meiden zal stijgen This is an advice of how to prevent girls from quitting on soccer, that has been written on the occasion of my internship at a marketing company that focuses on sports: House or Sports. Beside the research I have also made a analysis of the competition. This analysis in combination with the research has led to the following advice: Creating a social media account A online community for girls Clubs should hire interns to keep the communities up to date. Start using new communication platforms (smartphones) Redevelop the logistics Answer main question: When the KNVB and the clubs work together and follow up the advices I am convinced that the turnover of girls who play football will decline This is an advice of how to prevent girls from quitting on soccer, that has been written on the occasion of my internship at a marketing company that focuses on sports: House or Sports
Sprekende kopregel
Bijlage IX: Toestemmingsformulier publicatie HvA scripties online
97
Sprekende kopregel
98
Opleiding Media, Informatie en Communicatie Door ondertekening van dit formulier, geeft ondergetekende toestemming voor publicatie van de afstudeeropdracht op Scripties Online. Afstudeeropdracht: Auteur
Saskia van Diermen
Auteur (2)
Indien van toepassing
E-mailadres
[email protected]
E-mailadres (2)
[email protected]
Titel Redactie en Mediaproductie
Afstudeerprofiel
Bert Blanken
Docent-begeleider
Beoogde afstudeerdatum
29 juni 2012
Vertrouwelijk
Paraaf voor akkoord Auteur (student)
Paraaf voor akkoord Auteur 2 (student)
Datum paraaf
Datum paraaf
ja / nee
Sprekende kopregel
Bijlage X: Afstudeerovereenkomst
99
Sprekende kopregel
100
Opleiding Media, Informatie en Communicatie
Afstudeerovereenkomst Saskia van Diermen, RV402C
Naam student en groep Studentnummer
536835
Afstudeerprofiel
Redactie & Mediaproductie
[email protected] &
[email protected]
E-mail
RAFS_11
Modulecode
Externe opdrachtgever: House of Sports
Naam organisatie/bedrijf Internetadres
www.houseofsports.nl
Telefoonnummer
020 472 0484
Faxnummer
020 472 0485
Postadres (straat, postcode, plaats)
Naam
Kerkstraat 45 1191 JD Ouderkerk aan de Amstel
Erik Romijn
dhr./mevr.
E-mail adres
[email protected]
Direct telefoonnummer
[email protected]
Bezoekadres
Kerkstraat 45 1191 JD Ouderkerk aan de Amstel
Postadres *) Afdeling/Filiaal/Vestiging **) Functie in het bedrijf
Directeur
Beoogde afstudeerdatum Akkoord vertrouwelijkheid afstudeercoördinator
Vertrouwelijk Paraaf afstudeercoördinator
ja / nee
Sprekende kopregel
Naam docent-begeleider E-mailadres
101
in te vullen door de opleiding
Sprekende kopregel
102
Opleiding Media, Informatie en Communicatie Bepalingen bij afstudeerovereenkomst Artikel 1 De onderwijsinstelling benoemt een docent-begeleider: zie gegevensformulier. De docent-begeleider heeft als taken: bewaken van het voortgangsproces van de afstudeeropdracht, onder meer door regelmatig overleg met de student, waarbij het initiatief bij de student ligt; beoordelen van plan van aanpak, de afstudeeropdracht en het eindgesprek, gezamenlijk met de tweede docent en rekening houdend met het oordeel van de praktijkbegeleider. Artikel 2 De praktijkbegeleider verklaart d.m.v. het ondertekenen van de overeenkomst: op te treden als inhoudelijk adviseur van de student in alle stadia van het afstudeertraject; indien van toepassing: op te treden als opdrachtgever; akkoord te gaan met het plan van aanpak; de afstudeeropdracht van de student binnen 1-2 weken na inlevering van een beoordeling te voorzien volgens het formulier ‘feedback opdrachtgever’ dat door de student dient te worden aangeleverd; akkoord te gaan met publicatie van de afstudeeropdracht (zie ook artikel 7). Artikel 3 Overeenkomstig de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding bedraagt de omvang van het gehele afstudeertraject 21 weken van 40 studiebelastinguren. Artikel 4 Bij ziekte van langere duur verwittigt de student de praktijkbegeleider en de docentbegeleider. Artikel 5 Het plan van aanpak is door de opleiding goedgekeurd en vormt de basis van de afstudeeropdracht. Eventuele wijzigingen in het plan van aanpak behoeven daarom de goedkeuring van de docent-begeleider. Artikel 6 De student is gehouden geheim te houden datgene wat hem/haar tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht onder geheimhouding wordt toevertrouwd, alsook de informatie die hem/haar ter beschikking komt en waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter kan onderkennen. Artikel 7 Indien is aangegeven dat de afstudeeropdracht een vertrouwelijk karakter heeft, wordt de afstudeeropdracht vertrouwelijk verklaard voor de duur van zes maanden, na het moment van inleveren. Gedurende deze termijn kunnen in dat geval alleen de direct betrokkenen kennis nemen van de inhoud van de afstudeeropdracht. Een langere
Sprekende kopregel
103
termijn van vertrouwelijkheid is alleen mogelijk als de examencommissie daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven. Artikel 8 a Bij problemen van inhoudelijke aard tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht richt de student zich allereerst tot de praktijkbegeleider, voor andersoortige problemen tot de docent-begeleider. b Geschillen tussen student en praktijkbegeleider worden voorgelegd aan de docentbegeleider. c Indien praktijkbegeleider, docent-begeleider en student niet tot een oplossing komen, wordt het geschil voorgelegd aan de afstudeercoördinator van de opleiding en (indien een bedrijf of organisatie opdrachtgever is) de directie. Artikel 9 a De praktijkbegeleider is gerechtigd deze overeenkomst terstond te beëindigen indien: de student naar het oordeel van de externe opdrachtgever de voorschriften of aanwijzingen van de praktijkbegeleider niet opvolgt; de student zijn geheimhoudingsplicht ex artikel 8 jegens de praktijkbegeleider niet nakomt; de student zich anderszins zodanig gedraagt dat van de praktijkbegeleider redelijkerwijze niet kan worden gevergd dat hij zijn medewerking aan de afstudeeropdracht blijft verlenen; de praktijkbegeleider om hem moverende redenen redelijkerwijze niet in staat geacht kan worden verdere medewerking te verlenen aan de afstudeeropdracht. b De opleiding is gerechtigd deze overeenkomst terstond te beëindigen en de kwalificatie afstudeeropdracht te ontnemen aan de werkzaamheden van de student, indien naar het oordeel van de opleiding de uitvoering van de afstudeeropdracht ernstig afwijkt van de richtlijnen zoals die vanuit de opleiding hiervoor gelden en pogingen om hierin verbetering te brengen geen effect hebben gesorteerd. c Voorts eindigt deze overeenkomst: zodra de afstudeeropdracht volledig is uitgevoerd; bij onderling goedvinden van de partijen; bij overlijden van de student of de praktijkbegeleider; in geval van een externe opdrachtgever: bij faillissement of ontbinding van bedrijf of organisatie. Artikel 10 De student zal, in het belang van orde, veiligheid en gezondheid, de gegeven gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen, zoals deze voor het personeel van het bedrijf of de organisatie van toepassing zijn, in acht nemen. Voor het overige volgt de student ter plaatse de aanwijzingen van de praktijkbegeleider op. Artikel 11 Voor schade tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht veroorzaakt door de student aan het bedrijf of de organisatie is de Hogeschool van Amsterdam niet aansprakelijk. Artikel 12
Sprekende kopregel
Afspraken over een eventuele tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten en/of over andere soorten vergoeding worden tussen het bedrijf/de organisatie en de student geregeld.
104
Sprekende kopregel
105
Sprekende kopregel
107