jaargang 6 2011
INFO Info 1
Meer informatie? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw accountmanager van accon ■ avm of met één van de adviseurs van Noordanus & Partners (030 – 22 03 800,
[email protected])
De consequenties op een rij
Scenario’s na 2015
Heterosis in bedrijfsmanagement?
In het vorige infobulletin berichtten we al over de mogelijke scenario’s na afschaffing van het melkquotum in 2015. In aansluiting op dit gepresenteerde onderzoek hebben we een aantal scenario’s doorgerekend. Deze zijn Dierrechten (DRS), dierrechten emissie labelingssysteem (DELSY), emissie labelingssysteem (EMS) en wegvallen melkquotum met een lagere melkprijs. Graag geven we u meer inzicht in de consequenties van de verschillende scenario’s. Lees verder op pagina 6
“Het bedrijf samen op een hoger plan brengen” ‘We zijn in hart en nieren ondernemers in de agrarische sector,‘ zegt Marc Litjens. Samen met zijn vrouw Nicole runt hij een 8,3 hectare groot groenepaprikabedrijf in Meterik, vlakbij Venlo. Altijd alert op kansen, en met de cijfers als belangrijk stuurinstrument. accon ■ avm kijkt
Welke artikelen leest u zoal in de vakbladen? Visievormend? Vaktechnisch? Financieel? Veel agrarisch ondernemers kiezen voor informatie uit hun eigen sector. Herkenbaar en vaak leuk natuurlijk. Toch kunt u zichzelf de vraag stellen: van welke informatie wordt u echt beter? Meer van hetzelfde is daarbij een gevaar. Hoe spiegelt een ondernemer in de tuinbouw zich? Hoe dekt een varkenshouder de risico’s af die zich juist nu openbaren? Waarom investeert een melkveehouder zo gigantisch in onroerend goed? Kijken naar een andere sector, kennis er uit oppikken en dit kruisen met uw eigen kennis en (financieel) management kan een extra plus geven. In de fokkerij heet dit het heterosis-effect: 1+1=3. Hoe?
over de schouder mee en fungeert als positiefkritisch klankbord. Lees het verhaal op pagina 4
Lees verder op pagina 2
Wat onderscheidt de Top 25?
02
Elke sector kent bedrijven die het bovengemiddeld goed doen. Ook de akkerbouw. Harm Jan Schipper van accon ■ avm constateert dat de Top 25 bedrijven in deze sector structureel bovengemiddeld scoren.
Van cijfers naar advies
05
De agrarische sector in Nederland is heel divers. Elk van de segmenten daarin kent specifieke omstandigheden en een eigen benadering. Toch zijn er ook parallellen te ontdekken, zoals de groeiende behoefte aan gedegen advisering.
Verstandig verzekerd
08
Bijna de helft van de agrariërs heeft zich om allerlei redenen niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Een kwart van de agrariërs zonder verzekering heeft onvoldoende mogelijkheden of vermogen achter de hand.
Vervolg van pagina 1
Vervolg van pagina 1
Wat onderscheidt de Top 25? Elke sector kent bedrijven die het bovengemiddeld goed doen. Ook de akkerbouw. Harm Jan Schipper van accon ■ avm constateert dat de Top 25 bedrijven in deze sector structureel, jaar in jaar uit, onder wisselende weersomstandigheden, op wisselende gronden, met verschillende gewassen bovengemiddeld scoren.
Er zijn studiegroepen van melkveehouders die bijvoorbeeld naar een tuinder op excursie gaan en cijfers en management naast elkaar leggen. Waar stuurt iemand op? Hoe wordt omgegaan met afschrijving en belasting? Dit kan heel verfrissend werken. In dit nummer doen we daarom een eerste uiteenzetting over de omgang met financiële cijfers in 3 sectoren. Waar gaat u de volgende keer heen op excursie en welke vragen stelt u?
An d ri es-Ja n dDierecBteuro eAgrro
Waarin zit dat onderscheid? Wat doen deze bedrijven beter dan andere? Een belangrijke constatering is dat deze bedrijven consequent kiezen voor het verhogen van kwaliteit en opbrengst en het verlagen van risico’s. De ondernemers gebruiken de cijfers écht als stuurinstrument en hebben over het algemeen een goed netwerk van adviseurs om zich heen verzameld. Mensen die hen snappen en waarmee het klikt. Harm Jan Schipper: “De Top 25 ondernemers gebruiken hun adviseurs om hun groeisnel-
heid te vergroten. Hoe speel ik in op die nieuwe marktontwikkeling? Waarin moet ik investeren? Overigens hebben deze ondernemers ook meer kennis van kengetallen en nemen ze vaker deel aan studiegroepen.” Sneller De betere ondernemers weten heel goed wat ze willen, vindt Harm Jan Schipper. Het overleg met de accountant is vooral bedoeld voor het checken van de uitgangspunten. Zie ik het wel goed? Vergeet ik niet iets? Ik wil hier
rechtsaf in plaats van linksaf, maar zie ik niets over het hoofd? “Wij brengen onze expertise en ervaring in en zorgen voor de fiscale optimalisering die de ondernemer in staat stelt de volgende stap sneller en slimmer te maken.” Scherp “De Top 25 ondernemer weet wat er speelt, maakt slimme combinaties, heeft een goed netwerk en hanteert langetermijndoelstellingen. Hij is een bovengemiddeld vakman die daardoor weet af te dwingen dat hij ook nog eens op de gemiddeld wat betere gronden zit. Het is altijd weer leuk om met zo iemand samen te werken. Het houdt ons scherp en stelt eisen aan ons vakmanschap.”
Vragen rond de ‘plattelandswoning’ In 2009 deed de overheid het voorstel een voormalige agrarische bedrijfswoning te bestemmen als ‘plattelandswoning’. Aan de hand van de meest gestelde vragen geven wij u inzicht in dit fenomeen. Wat is het idee achter een plattelandswoning? De voormalige agrarische bedrijfswoning dezelfde bescherming geven als een gewone agrarische bedrijfswoning. Waarom? Eerste reden: veel gestopte agrariërs wonen in hun oorspronkelijke woning. Volgens het bestemmingsplan mag dat niet. Dit levert in een aantal gevallen problemen op, doordat
02 InfoBulletin
gemeentes gedwongen handhaven. Tweede reden: een voormalige agrarische bedrijfswoning levert in een aantal gevallen beperkingen op voor de omliggende agrarische bedrijven.
Aan welke oplossing denkt het Rijk? Het Rijk wil een maatwerkregeling die elke gemeente zelf mag invullen omdat die op de hoogte is van de lokale situatie. In een LOG is een dergelijke regeling niet gewenst bijvoor-
beeld, ook wil het Rijk gemeentes niet verplichten een plattelandswoning in te voeren. Waarom is er nog geen wetsvoorstel? Als snel bleek dat een simpele oplossing niet mogelijk was. Het idee van een plattelandswoning is strijdig met de Wet Geurhinder en de Wet Geluidhinder. Die wetten moeten dus ook aangepast worden. Bovendien speelt de eigendomssituatie een rol. Bij bewoning door een rustende boer is alles nog vrij eenvoudig, maar wat te doen met woningen die in eigendom zijn bij ‘echte burgers’, dat wil zeggen
mensen die geen enkele band hebben met het voormalige agrarisch bedrijf. Of mensen die bewust gebouwen en woning gaan splitsen uit speculatief oogpunt en daarna weer een bedrijfswoning aanvragen?
Meer informatie? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw accountmanager van accon ■ avm of met één van de adviseurs van Noordanus & Partners (030 – 22 03 800,
[email protected])
Wat doen? Vooruitlopen op toekomstige wetgeving kan juridisch niet. Wel is het wijs om uw eigen situatie volledig in beeld te hebben. Als die situatie helder is, kunt u afhankelijk van de inhoud van de komende wetgeving op tijd in actie komen.
Donaties enthousiast ontvangen
Klanten wensen advies met toegevoegde waarde In de periode november 2010- januari 2011 hebben wij u gevraagd naar uw tevredenheid over onze dienstverlening. Veel reacties kwamen binnen en dat stellen we zeer op prijs. “We ontvangen graag feedback van onze klanten. Natuurlijk hebben we zelf ideeën over de verbeterpunten van onze dienstverlening. Maar het is goed om dit van onze klanten zelf te horen,” aldus Peter Feijtel, voorzitter van de Raad van Bestuur. Concrete acties zijn in gang gezet om in onze dienstverlening nog beter aan te sluiten bij uw wensen. Op de juiste koers Het klanttevredenheidsonderzoek bevestigt in ieder geval dat we met onze strategie op de juiste koers zitten. Tegelijkertijd geeft het ook aanknopingspunten tot verbetering. Feijtel: “Dan denk ik onder meer aan het helder en duidelijk vooraf communiceren rondom verwachte kosten en facturatie. Meer dan de helft van onze klanten vindt adviseren met toegevoegde waarde het meest belangrijke item. Daar ontwikkelen we ons steeds meer in. De tijden zijn voorbij waarin je als accountant op basis van de cijfers achteraf conclusies trekt. Vooruit kijken, pro-actief, optrekken met de klanten en te allen tijde helder communiceren, daar gaat het vandaag de dag om.” Cheques overhandigd De eerste 1.000 reacties waren goed voor een donatie aan KiKa kinderenkankervrij of Fonds Gehandicaptensport. Onze klanten hebben
hiervoor een keuze gemaakt. Op vrijdag 14 januari jongstleden overhandigde directeur marketing Ko Moerdijk de cheques aan de actieve vrijwilligers van deze organisaties. Willeke Kotvis, teammanager van het Nederlands sledgehockeyteam, in het Nederlands: rolstoelijshockey, nam de cheque enthousiast in ontvangst. Gehandicaptensport Nederland zorgt ervoor dat veel sportorganisaties voor gehandicapten steun kunnen krijgen in de aanschaf van aangepaste materialen. Namens KiKa nam de familie Pijl de cheque in
ontvangst. Vanuit hun eigen ervaringen zetten zij zich graag in voor KiKa. KiKa maakt kankeronderzoek mogelijk. Op dit moment financiert KiKa zo’n 70 lopende onderzoeken. Het overlevingspercentage na kanker op jonge leeftijd is mede door onderzoek toegenomen naar 75%. Als deze trend zich voortzet, hoopt KiKa in 2025 te kunnen zeggen dat kinderen met kanker een overlevingskans van 98% hebben. En die doelstelling ondersteunen wij van harte. De organisaties bedanken accon ■ avm en haar klanten voor de donaties.
Kwekerij Litjens en accon avm
Het bedrijf samen op een hoger plan brengen ‘We zijn in hart en nieren ondernemers in de agrarische sector,‘ zegt Marc Litjens. Samen met zijn vrouw Nicole runt hij een 8,3 hectare groot groenepaprikabedrijf in Meterik, vlakbij Venlo. Altijd alert op kansen, en met de cijfers als belangrijk stuurinstrument. accon avm kijkt over de schouder mee en fungeert als positief-kritisch klankbord. Stilte voor de storm. Straks in maart/april komen de eerste paprika’s weer uit de kassen. Nu heerst er nog relatieve rust en is er tijd voor een kennismaking met het bedrijf en met de ondernemers. Nicole en Marc namen het bedrijf in 1999 over van de ouders van Marc en ontwikkelden het in 10 jaar van een omvang van 2,4 hectare indertijd tot ruim 8 hectare nu. Een bedrijf van een dergelijke omvang en met een fors aantal mensen op de loonlijst, vraagt om een strakke bedrijfsvoering, gebaseerd op betrouwbare cijfers. Nicole: “Welke markt staat niet onder druk vandaag de dag? Dus ook die van ons. Daarom is het zaak niet alleen de opbrengsten, maar ook de kosten heel goed in de gaten te houden. Daarvoor moeten wij maximaal inzicht hebben in de cijfers. Waar zitten de kosten? Hoe kunnen we de opbrengsten vergroten? Hoe kan het nog slimmer? Daar krijgen we samen
04 InfoBulletin
met accon ■ avm steeds meer greep op en die samenwerking bevalt uitstekend. accon ■ avm prikkelt ons om na te denken.” Vaste afspraak Nicole en Marc hanteren een strakke taakverdeling. Marc is verantwoordelijk voor de inkoop, de planning, de productie en de aansturing van de leidinggevenden; Nicole doet de administratie en regelt alle personele zaken. “Wij zijn op administratief gebied door de jaren heen steeds meer zelf gaan doen en zetten accon ■ avm in op waar de organisatie goed in is: adviseren en specifieke kennis inbrengen. Het cijferwerk doe ik allemaal zelf. We willen zelf steeds direct inzicht hebben in de stand van zaken en niet voor elk akkefietje accon ■ avm bellen. Met Toon Wagemans, onze accountmanager van accon ■ avm, hebben we elk kwartaal een vaste afspraak. Wij
zorgen ervoor dat dan de cijfers op tafel liggen en met elkaar bespreken we de bedrijfsvoering en de bijzonderheden daarin, de plannen, de investeringen, de begroting en de gerealiseerde cijfers. Toon blijft daardoor helemaal op de hoogte, kan ons goed onderbouwd adviseren en schakelt, waar en wanneer nodig, specialisten in.” Samen beter “De basis voor een dergelijke samenwerking is vertrouwen,” vinden Nicole en Marc Litjens. “Wij verwachten van accon ■ avm dat het ons helpt ons bedrijf op een hoger plan te brengen. We moeten er samen beter van worden. Als dat het uitgangspunt is, hoeft Toon ook niet te wachten op een vraag van onze kant. Dat veronderstelt een proactieve houding en betekent dat accon ■ avm ons als ondernemers én ons bedrijf door-en-door moet kennen. Daarom hechten wij aan een persoonlijke benadering en verstandhouding. Met accon ■ avm hebben we een dergelijke relatie door de jaren heen opgebouwd. En dat werkt!”
Tuinderij, melkveehouderij en akkerbouw vergeleken
Van cijfers naar advies De agrarische sector in Nederland is heel divers. Elk van de segmenten daarin kent specifieke omstandigheden en een eigen benadering. De situatie in de tuinderij bijvoorbeeld is weer een heel andere dan die in de veeteelt of de akkerbouw, ook vanuit bedrijfsmatig perspectief. Toch zijn er ook parallellen te ontdekken, bijvoorbeeld als het gaat om de groeiende behoefte aan gedegen advisering. Harm Jan Schipper en Andries-Jan de Boer, branchetrekkers akkerbouw en melkveehouderij binnen accon ■ avm, herkennen veel in het interview met Nicole en Marc Litjens elders in dit Infobulletin. Ook zij zien de toenemende behoefte van agrarische ondernemers aan advies en kennis. Maar zij zien ook verschillen. Melkveehouderij Andries-Jan de Boer: “In de melkveehouderij is de situatie toch wat anders dan in de tuinderij. Er is wel behoefte aan kennis en advies, maar het zelf coderen van de jaarrekening komt nog niet zo heel veel voor. De meeste melkveehouders doen uiteraard zelf de betalingen en willen de cijfers kennen, maar zelf boekhouden doet slechts tien procent. Dat vraagt het een en ander van de relatie die wij met de melkveehouder onderhouden. Essentieel is elkaar maximaal te informeren, zodat we uiteindelijk
goed gefundeerd kunnen adviseren. Ook wij schuiven duidelijk ‘van cijfers naar advisering’ en voeren steeds meer kwartaalgesprekken. Ik schat in dat zo’n 50 procent van de melkveehouders daar direct of indirect behoefte aan heeft, maar slechts 20 procent maakt er ook echt gebruik van. Ik voorzie wel een groei op dat gebied.” Akkerbouw Harm Jan Schipper: “Ook in de akkerbouw voeren we die kwartaalgesprekken steeds vaker, maar de situatie is wel weer iets anders. Wij denken in oogsten. Sterk schommelende prijzen voor verschillende producten, zoals we die nu zien in de akkerbouw, maken soms wel een verschil van één, twee ton in het resultaat. In kwartaal 1 hebben we dus nog niet zoveel aan dit soort besprekingen. Het wordt pas spannend bij kwartaal 3. Zo tegen het eind
van het boekjaar is het zaak heel goed bij de les te blijven. Ik schat in dat zeker driekwart van de akkerbouwers eraan hecht om samen met zijn adviseur de balans op te maken van het resultaat en de mogelijkheden tot verlaging van de belastingdruk door te nemen. Op dat gebied leveren wij onze meerwaarde. Daarbij gaat het dan vooral om de langetermijndoelstellingen. Waar wil je naar toe? Waar liggen de kansen voor de onderneming en de ondernemer? Wat staat er op het verlanglijstje? Wat zegt de rekening-courant? Wat denk je dat er nog binnenkomt en wat betekent dit voor de investeringsruimte? Als je dat allemaal slim speelt, kun je de fiscus je hoofdsponsor laten worden.” InfoBulletin
05
Goede prijzen, snelle verkoop
Grondmarkt in beweging Het jaar 2010 ontwikkelde zich tot een jaar met een actieve grondmarkt. Een grondmarkt die gekenmerkt wordt door kwaliteit. Voor ‘goede’ grond is de markt bereid een goede prijs te betalen. Met name in de akkerbouwsector wordt er goed betaald voor kwalitatief goede grond. Naast de kwaliteit van de grond is de omgeving een bepalende factor. Is de grond schaars in mijn directe omgeving, ja of nee? De schaarste had niet altijd een ‘hoge’ prijs tot gevolg, echter die grond werd wel vrij vlot verhandeld. Belangstelling Eind 2010/begin 2011 zien wij een toename in belangstelling voor losse kavels grond. Duidelijk zichtbaar is een groep agrarisch ondernemers die blijft investeren in melkquotum en daarnaast een groep die zich meer gaat oriënteren op de aanschaf van grond. Of dit gaat leiden tot hogere grondprijzen is afwachten, immers de overheid vertoont hier en daar terugtrekkende bewegingen op de grondmarkt. Onduidelijkheid Een bijkomend aspect bij grond is toeslagrechten. De overheid is bezig om beleid te maken voor de situatie na 2012/2013. Verschillende scenario’s passeren de revue. Krijgen we te
maken met een flatrate-systeem, gebaseerd op aantallen hectares of op het aantal aanwezige toeslagrechten? Er is nog geen duidelijkheid. Afhankelijk van welk beleid er komt, is investeren in toeslagrechten een goede mogelijkheid. Hiermee zou u al uw hectares grond kunnen benutten met toeslagrechten, en alvast kunnen voorsorteren op het nieuwe beleid. Taxatie Bij het boekhoudkundig opwaarderen van de grond kunt u gebruik maken van de zogeheten regionormen: zie hiervoor de website www.belastingdienst.nl (intypen zoekveld ‘normwaarde gronden’). Controleer of dit klopt met uw beeld van de grondmarkt in uw regio. Denkt u dat uw grond meer waard is
dan de regionormen, laat de grond dan taxeren door een deskundige zodat de juiste waarde op uw balans verschijnt.
Meer informatie? Mocht u meer willen weten over uw g rondmarkt of over uw mogelijkheden betreffende toeslagrechten of een taxatie van uw bedrijf ten aanzien van her-/opwaardering, dan kunt u contact opnemen met uw accountmanager van accon ■ avm of met één van de vastgoedadviseurs van agri ■ vastgoed (058-2849171, www.agrivastgoed.nl).
De consequenties op een rij
Scenario’s na 2015 In het vorige infobulletin berichtten we al over de mogelijke scenario’s na afschaffing van het melkquotum in 2015. In aansluiting op dit gepresenteerde onderzoek hebben we een aantal scenario’s doorgerekend. Deze zijn Dierrechten (DRS), dierrechten emissie labelingssysteem (DELSY), emissie labelingssysteem (EMS) en wegvallen melkquotum met een lagere melkprijs. Graag geven we u meer inzicht in de consequenties van de verschillende scenario’s. Wat komt er op ons af? In het onderzoek worden vier mogelijke scenario’s beschreven in aansluiting op het rapport van Capgemini1 en het rapport ‘Melken in de nieuwe realiteit’2. In het onderzoek is gekeken naar effecten op bedrijfsvoering, financiering en groei. In de huidige bedrijfsvoering, het huidige systeem, moeten we rekening houden met verschillende factoren om te kunnen produceren. De belangrijkste pijlers hierin zijn het melkqoutum, melken we het vol of niet? Het mestbeleid, moet ik mest af voeren of kan ik aanvoeren?, en de daar bijbehorende administratieve verplichtingen. Om de verschillende scenario’s met elkaar te kunnen vergelijken zijn er aannames gedaan op deze vlakken. Zo wordt aangenomen dat het huidige mestbeleid in grote
06 InfoBulletin
Vervolg van pagina 6 het DRS scenario vergelijkbaar is met de quotering. De situatie zal met betrekking tot de financieringsdruk dan ook niet veel veranderen ten opzichte van het huidige beleid. Bij toepassing van DELSY wordt in het onderzoek aangenomen dat het quotumstelsel omgezet wordt in een ammoniakquota met een heffing of toeslag voor ammoniakuitstoot. Dit betekent dat bestaande stallen moeten worden aangepast. Dit zal echter eveneens weinig verandering in de financieringsdruk te weeg brengen. Bij EMS wordt aangenomen dat er naast een ammoniak quota ook verschillende quota’s worden gevormd voor meerdere stoffen, zoals methaan, fijn stof enzovoorts. Door deze ingrijpende aanpassingen is er aangenomen dat er moet worden ingeleverd in productiecapaciteit. Er ontstaat dan een regulering van de markt welke vergelijkbaar is met het huidige Canadese systeem van regulering op vraag en aanbod. Het vierde scenario, de vrijval van melkquotum, zal naar verwachting zorgen voor een afname van de financieringsdruk op bedrijven. Dit komt voornamelijk doordat er geen productierechten hoeven te worden aangekocht. Wel zal de opbrengstprijs dalen en
lijnen zal blijven bestaan en dat de gemiddelde opbrengstprijs voor melk € 31 /100kg melk zal zijn. Voor het gemiddelde bedrijf van accon ■ avm zijn hiervoor de verschillende scenario’s belicht. Er is gekeken naar het bedrijf in dezelfde omvang laten doorgaan of te groeien in omvang met 50%. Dit klinkt niet realistisch, maar de werkelijkheid zal zich waarschijnlijk tussen deze extremen bevinden. Effecten op bedrijfsvoering Een systeem kenmerkt zich vaak door de administratieve verplichtingen waaraan moet worden voldaan om aan de voorwaarden van een systeem te kunnen voldoen. In het onderzoek hebben we dit samengevat in administratieve lasten. Wanneer we deze administratieve lasten in een overzicht weergeven zien we dat naarmate de complexiteit van het systeem toeneemt, ook de administratieve verplichtingen toenemen. Financieringsdruk Om de effecten op de financiering in kaart te brengen is in het onderzoek aangenomen dat
Tabel: Administratieve verschillen tussen de scenario’s Wat
DRS
DELSY
EMS
Vrijval melk quotum
Grondregistratie
=
=
=
=
Registratie bemestingstechniek
n.v.t.
+
++
n.v.t.
Registratie stalsysteem + beweiding
n.v.t.
+
++
n.v.t.
Milieu
Begin- eindvoorraad dieren
=
=
+
=
Begin- eindvoorraad meststoffen
=
+
++
=
Begin- eindvoorraad voer
=
+
++
=
Derogatie
=
+
++
=
Derogatie bemestingsplan
=
+
++
=
Opslagcapaciteit ( 7 maands)
+
+
++
+
Quota “stoffen” (bijlage I)
n.v.t.
n.v.t.
++
n.v.t.
Rekening houden productie “stoffen”
n.v.t.
n.v.t.
++
n.v.t.
Aantal dieren
=
=
=
=
Aan- afvoer dieren
=
=
=
=
Aan- afvoer dierlijke mest
=
+
++
=
Aan- afvoer voer
=
+
++
=
Bodemanalyses grond
=
+
++
=
Productie melk Afvoer
=
=
=
=
Rekening houden productie
=
+
++
--
Milieu
=
+
++
=
Productie melk
=
+
++
--
++ = Veel hogere administratieve last t.o.v. huidig beleid
+ = Hogere administratieve last t.o.v. huidig beleid
= = Gelijke administratieve last t.o.v. huidig beleid
- = Lagere administratieve last t.o.v. huidig beleid
-- = Veel lagere administratieve last t.o.v. huidig beleid
meer schommelingen gaan vertonen. Marge zonder groei Als een gemiddeld bedrijf na 2015 geen intentie heeft om te groeien, is deze in financieel opzicht het beste uit met de scenario’s DRS en EMS. Dit komt voornamelijk door de iets hogere opbrengstprijs en geringe extra kosten. Een gemiddeld bedrijf behaalt een marge van € 10.000 met DRS of EMS. Indien de melkproductie vrijgelaten wordt, daalt de marge naar € 1.000. Top25 bedrijven zijn het beste uit met DRS. Zij houden dan € 50.000 marge over met DRS, tegenover een marge van € 40.000 met vrijval van melkquotum. Marge met groei Bij groei is zowel een gemiddeld bedrijf als Top25 bedrijf financieel het beste uit met een volledig vrije melkproductie. Het slechtste zijn een gemiddeld en Top25 bedrijven uit met DELSY. Dit vanwege de hoge bijbehorende investeringen in een duurder stalsysteem en bijbehorende productierechten. Gemiddelde bedrijven halen een marge van circa € 3.000 negatief met volledig vrij melken. Bij toepassing van DELSY is dat zelfs meer dan € 100.000 negatief. Bij groei behalen Top25 bedrijven een marge van € 50.000 bij toepassing van volledig vrije melkproductie. Hier staat tegenover een marge van € 60.000 negatief bij toepassing van DELSY. Wat vertelt het onderzoek ons nu eigenlijk? Op basis van dit onderzoek zou een systeem van dierrechten nog niet eens zo slecht zijn. Zowel gemiddelde als Top25 bedrijven zijn het beste uit met DRS als de ondernemer niet de intentie heeft om te groeien na 2015. EMS scoort ook goed bij gemiddelde bedrijven zonder groei. Bij groei zijn zowel gemiddelde als Top25 bedrijven het beste uit met een volledig vrije melkproductie. Uit de bevindingen kunnen we verder concluderen dat groei niet interessant is, tenzij het scenario volledig vrije melkproductie van kracht is en het bedrijf behoort tot de 25% beste bedrijven. Echter moeten dan de uitgangspunten en randvoorwaarden wel gelijk zijn aan dit onderzoek. Het dilemma van de hoge quotumkosten die we nu kennen, kan dus in een andere vorm ook voortgezet worden. Dit onderzoek geeft inzicht in mogelijke scenario’s waar de sector mee te maken kan krijgen. Het is daarom goed om deze scenario’s eens aan uw bedrijf te spiegelen en uzelf de vraag stellen en het antwoord te zoeken op; stel dat…… dan doe ik…… . 1. Capgemini Consulting veehouderij binnen de milieugebruiksruimte [in opdracht van het ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit] 2. Zijlstra J., (2008) ”Hoe ziet de nieuwe realiteit eruit?”, Animal sciences group, 50p
Inschrijving stille maatschappen bij de Kamer van Koophandel Recentelijk heeft het ministerie van EL&I besloten dat stille maatschappen zich toch kunnen inschrijven in het handelsregister. Het handelsregisterbesluit zal worden aangepast. Hiermee ontstaat overigens meteen een verplichting tot inschrijving van de stille maatschap! Een stille maatschap is een samenwerkingsvorm die niet onder gemeenschappelijke naam naar buiten treedt. Voor het besluit van het ministerie konden dergelijke samenwerkingsverbanden alleen worden ingeschreven als eenmanszaak (de maten afzonderlijk met elk een eenmanszaak) of als vennootschap onder firma of als openbare maatschap. Met deze laatste twee vormen trad een wijziging van het aansprakelijkheidsregiem op (een hoofdelijke aansprakelijk-
heid van de vennoten/maten in plaats van een aansprakelijkheid voor gelijke delen) wat voor veel ondernemers bezwaarlijk was. Naar verwachting zal eind januari een nieuw formulier voor inschrijving van de stille maatschap door de Kamer van Koophandel ter beschikking worden gesteld. Mocht er destijds besloten zijn om, wegens gebrek aan de mogelijkheid om in te schrijven als stille maatschap, in te laten schrijven als eenmans-
zaak, vennootschap onder firma of openbare maatschap, dan kan deze inschrijving gecorrigeerd worden. De Kamer van Koophandel speelt hier echter geen rol in. De betrokken ondernemers zullen zelf zorg moeten dragen voor correctie.
Meer informatie? Mocht u vragen over bovenstaande hebben dan kunt u zich wenden tot uw accountmanager of een van de juristen van accon ■ avm via
[email protected].
Bijna helft agrariërs niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid
Verstandig verzekerd
Bijna de helft van de agrariërs heeft zich om allerlei redenen niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Een kwart van de agrariërs zonder verzekering heeft onvoldoende mogelijkheden of vermogen achter de hand om in het dagelijks levensonderhoud te voorzien. Hoe gaat ú om met dat risico?. U kunt er alles aan doen om de kans op klachten en ongelukken fors te verkleinen. U kunt ook lid worden van een bedrijfsverzorgingsdienst. Alles bij elkaar is dat vaak niet voldoende om het financiële nadeel door
InfoBulletin van accon ■ avm verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 20.000 en wordt verzonden naar alle relaties van accon ■ avm. InfoBulletin is met de grootste zorg samengesteld. accon ■ avm kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die ontstaat als gevolg van eventuele drukfouten of voor eventuele schade ten gevolge van het gebruik van gegevens uit deze nieuwsbrief. Actuele informatie publiceert accon ■ avm ook in de Agro E-nieuwsbrief. U kunt zich hiervoor aanmelden op www.acconavm.nl. accon ■ avm adviseurs en accountants: Hoofdkantoor: Meander 725, 6825 ME Arnhem Postbus 5090, 6802 EB Arnhem, Telefoon: 026 - 384 23 84
Colofon
Concept en realisatie: tva! reclame & communicatie (Eind)redactie: Corine Fokker, Andries-Jan de Boer
8 InfoBulletin
arbeidsongeschiktheid op te vangen. Als verzekering tegen het verlies van inkomsten komt dan een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) in beeld. Met alle mitsen en maren van dien. Dekking AOV Zo sluit de dekking van de afgesloten AOV vaak niet goed aan bij de behoefte van de ondernemer. U betaalt veel premie en denkt goed verzekerd te zijn. Maar als u ziek wordt, blijkt de verzekering niets uit te keren. U moet daarom goed kijken naar wat u precies verzekert. Veel zaken zijn per AOV-polis aanpasbaar. Let ook altijd goed op uitsluitingen, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid door psychische aandoeningen. Een veel voorkomende valkuil van ‘goed kopere’ AOV verzekeringen is dat u niet verzekerd bent op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid maar van algemene arbeidsongeschiktheid. U krijgt dan geen uitkering als u in staat bent tot vervangend werk, ongeacht of u dit vervangend werk in de praktijk wel of niet vindt. Ook het kiezen van de juiste eindleeftijd is van belang. Zorg ervoor dat uw pensioen aansluit op de eindleeftijd van uw arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als u op bijvoorbeeld uw 40e blijvend arbeidsongeschikt raakt, uw pen-
sioen pas vanaf uw 67e uitkeert en uw eindleeftijd bij uw arbeidsongeschiktheidsverzekering op 60 staat, gaapt er een financieel gat van maar liefst zeven jaar. Extra’s voor starters Tot slot de verzekeringsmogelijkheden voor startende ondernemers. Als u als zelfstandige start na een dienstbetrekking in loondienst is het mogelijk om een vrijwillige Ziektewetverzekering en/of WIA-verzekering bij het UWV af te sluiten. Ook kunnen starters tijdelijk gebruik maken van de zogeheten Vangnetregeling die verzekeraars verplicht om moeilijk verzekerbare, startende ondernemers onder bepaalde voorwaarden te accepteren. Het verzekerde bedrag bedraagt ruim € 12.000 (70% van het minimumloon). De premie ligt tussen de € 2.000 en € 2.500 per jaar, afhankelijk van leeftijd, verzekerbaar bedrag en beroep.
Meer informatie? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw account manager of een email sturen naar
[email protected]
I