Provincie Noord-Brabant
Herstel en behoud van monumentale lanen op particuliere landgoederen Beoordelingskader Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Vastgesteld op 22 april 2008
Inhoud 1.
Herstel en behoud van monumentale lanen
3
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Wat maakt landgoedlanen bijzonder? Waarom een regeling voor landgoedlanen? Wat is de doelstelling van de regeling? Het aanvragen van subsidie
3 3 4 5
2.
Randvoorwaarden voor deelname
6
3.
Subsidie planvorming (‘het lanenplan’)
8
3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4. 3.1.5. 3.2.
Waaraan moet een lanenplan voldoen? Beschrijving van de historie van het landgoed Beschrijving van de actuele kwaliteiten van het landgoed Beschrijving van de actuele kwaliteit per laan Visie op het behoud en herstel van monumentale lanen Overige onderdelen lanenplan Subsidiabele activiteiten
8 8 8 9 10 10 11
4.
Subsidie uitvoering (‘het uitvoeringsplan’)
13
4.1. 4.1.1. 4.1.2. 4.1.3. 4.1.4. 4.1.5. 4.2.
Waaraan moet een uitvoeringsplan voldoen? Beschrijving van de te herstellen of behouden lanen Beschrijving van de voorgestelde maatregelen Beschrijving van de benodigde vergunningen Beschrijving van het communicatieproces Begroting van de uitvoeringsmaatregelen Subsidiabele activiteiten
13 13 13 13 14 14 14
5.
Veel gestelde vragen…
17
Bijlagen
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
18
1/33
2/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
1.
Herstel en behoud van monumentale lanen
In Brabant is op particuliere landgoederen meer dan 200 kilometer aan monumentale lanen aanwezig. Omdat een belangrijk deel van deze lanen in matige tot slechte staat verkeert, heeft de provincie Noord-Brabant –samen met Brabants Particulier Grondbezit en Brabants Landschap– het initiatief genomen voor het instellen van een speciale lanenregeling. 1.1.
Wat maakt landgoedlanen bijzonder?
Een laan is ‘een weg of pad met aan weerszijden een begeleidende beplanting van bomen die op rij en in een vast plantverband staat, waardoor deze een op zichzelf staand geheel vormt binnen haar omgeving’. In het algemeen wordt een laan gekarakteriseerd door gelijkopgaande bomen van dezelfde soort en met een takvrij stamstuk, welke een betrekkelijk smalle terreinstrook insluiten of overschaduwen. Een laan wordt bijzonder of monumentaal als deze van voor 1940 dateert en een onderdeel vormt van een landgoed. Op veel landgoederen zijn monumentale lanen aanwezig, die vaak de structuur van het landgoed in sterke mate bepalen. In het verleden waren er verschillende redenen om lanen aan te leggen: als architectonisch element, als zichtbegeleiding, ter beschutting tegen de wind en zon, voor houtproductie, voor de jacht en voor overzicht. De laan en het patroon van lanen zijn duidelijk beïnvloed door de veranderde stijl en de modeopvattingen uit het verleden. De provincie Noord-Brabant onderkent het belang van deze monumentale lanen echter niet alleen vanwege de rijke cultuurhistorie, maar ook omdat lanen een belangrijke functie in het landschap vervullen. Lanen zijn van ecologische waarde voor zowel de landgoederen zelf als voor de omgeving. Holenbroeders zoals spechten en uilen, vleermuizen en ook boombegeleidende paddenstoelen profiteren van de aanwezigheid van lanen. Daarnaast bieden landgoedlanen mogelijkheden voor recreatie en beleving. Lanen vormen de toegang tot het landgoed en daarmee een visitekaartje dat door bezoekers hoog wordt gewaardeerd. 1.2.
Waarom een regeling voor landgoedlanen?
Laanbomen kunnen oud worden. Voor het voortbestaan van de laan is verjonging op enig moment echter noodzakelijk. Oorspronkelijk werden volgroeide bomen voor houtproductie gekapt, en werd de laan opnieuw aangeplant. Dit ‘natuurlijke’ proces van verjonging is de afgelopen vijftig jaar stilgevallen. Door het wegvallen van diverse traditionele inkomsten is behoud en herstel van lanen niet langer meer vanzelfsprekend. Door deze ontwikkeling is in Brabant een groot gedeelte van de ruim 200 kilometer aan lanen op particuliere landgoederen in matige tot slechte staat. Naar schatting dient driekwart van deze lanen de komende jaren ingrijpend aangepakt te worden om deze voor de toekomst te behouden. Het herstellen van historische laanstructuren is vaak lastig en de uitvoeringsmaatregelen zijn meestal kostbaar. Het kappen van bomen om het verjongingsproces weer op gang te brengen ligt maatschappelijk vaak gevoelig. Het wordt niet altijd begrepen dat kap soms noodzakelijk is om lanen en laanstructuren te behouden, zeker wanneer deze maatregelen een groot effect hebben op
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
3/33
het aanzicht van het landgoed en haar omgeving. Het is daarom van belang dat er aan uitvoeringsmaatregelen een goed onderbouwd plan ten grondslag ligt, dat gebaseerd is op een visie voor de lange termijn, en dat in het communicatieproces kan worden ingezet. 1.3.
Wat is de doelstelling van de regeling?
Deze subsidieregeling heeft tot doel om de particuliere landgoedeigenaren te ondersteunen bij behoud en herstel van de monumentele lanen, zodat dit groene deel van het cultuurhistorische erfgoed voor Brabant blijft behouden. De regeling heeft twee onderdelen: een subsidie voor planvorming en een subsidie voor uitvoering. Planvorming (het ‘lanenplan’) Om voor een uitvoeringssubsidie in aanmerking te kunnen komen, moet een aanvrager eerst een lanenplan opstellen. Omdat herstelmaatregelen kostbaar en vaak ingrijpend zijn –zeker wanneer het noodzakelijk is om een aantal laanbomen te kappen– is het van belang dat er aan de voorgestelde maatregelen een goede onderbouwing ten grondslag ligt. Het hart van het lanenplan wordt gevormd door een visie op het behoud en de ontwikkeling van de laanstructuur. Hierin geeft de eigenaar zijn langetermijndoelstelling weer en ook de maatregelen die noodzakelijk zijn om deze doelstelling te realiseren. De planvorming wordt financieel ondersteund vanuit de provinciale regeling. Cultuurhistorisch en ecologisch gezien is het van belang dat er weer meerdere lanen op een landgoed aanwezig zijn in verschillende leeftijdsfasen. Het accent van het lanenplan ligt daarom op het verjongen van lanen en op het verantwoord terugbrengen van verdwenen lanen. Ook eenmalige maatregelen om de levensduur van lanen te verlengen zijn mogelijk. De regeling heeft tot doel om de totale laanstructuur op orde te krijgen. In het lanenplan wordt daarom een afweging gemaakt in welke lanen (van matige kwaliteit) wordt geïnvesteerd om deze voor de langere termijn te behouden en welke (slechte) lanen moeten worden vervangen. Wat er in een lanenplan staat is maatwerk. Elke laan is immers anders en er zijn geen standaardoplossingen. Het is daarom van belang dat een bepaalde beslissing (wel of niet kappen, met welke boomsoort herbeplanten) die in het lanenplan wordt voorgestaan, goed wordt onderbouwd, rekeninghoudend met zowel cultuurhistorische, landschappelijke als ecologische aspecten. Lanenplannen zullen daarom vooral op basis van deze afweging worden beoordeeld. Daarnaast wordt van een deelnemer aan de regeling verwacht dat het landgoed (deels) toegankelijk is voor publiek. Daarom is ook openstelling één van de vereisten in het lanenplan, waarbij er vanzelfsprekend aandacht is voor de veiligheid van de bezoekers van de opengestelde lanen. Uitvoering (het ‘uitvoeringsplan’) Op basis van een lanenplan kan een eigenaar één of meerdere uitvoeringsplannen indienen. Eén lanenplan kan dus ten grondslag liggen aan meerdere uitvoeringsplannen, die bovendien in verschillende jaren kunnen worden uitgevoerd. Een uitvoeringsplan geeft een concreet inzicht in de uit te voeren maatregelen op de korte termijn. Het uitgangspunt is dat wanneer een lanenplan is
4/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
goedgekeurd, het eenvoudig moet zijn om voor de provinciale bijdrage voor uitvoering in aanmerking te komen. Bij kleinere landgoederen kan overigens meteen het uitvoeringsplan in het lanenplan worden opgenomen en in één keer planvorming- en uitvoeringssubsidie worden aangevraagd. 1.4.
Het aanvragen van subsidie
De regeling wordt uitgevoerd door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap. Gedeputeerde Staten hebben Brabants Landschap hiertoe gemandateerd. Het Coördinatiepunt verstrekt informatie over de regeling, behandelt subsidieaanvragen en zorgt voor de financiële afwikkeling en controle. Brabants Particulier Grondbezit kan landgoedeigenaren adviseren bij de planvorming en subsidieaanvraag. In bijlage H zijn de adresgegevens van deze instanties opgenomen. Twee keer per jaar komt een gespecialiseerde adviescommissie bijeen, die ingediende plannen inhoudelijk toetst en beoordeelt. De subsidiecriteria zijn opgenomen in dit beoordelingskader.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
5/33
2.
Randvoorwaarden voor deelname
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie moet een subsidieaanvraag betrekking hebben op planvorming of uitvoering ten behoeve van: (a) behoud en herstel van (b) monumentale lanen op (c) landgoederen van (d) particuliere eigenaren (e) in Brabant. Hieronder wordt dit nader toegelicht. a. Behoud en herstel De regeling richt zich op de noodzakelijke eenmalige uitvoeringsmaatregelen voor herstel en behoud van monumentale lanen (inclusief planvorming), waarbij de uitvoering verspreid over meerdere jaren kan plaatsvinden. Regulier onderhoud wordt niet vergoed. Het uitgangspunt voor de regeling is in het geval van wat oudere laanbomen die nog wel een tijd meekunnen, dat deze een uitgebreide snoeibeurt ondergaan. Voor laanbomen die het einde van de omlooptijd hebben bereikt en in zo’n slechte staat verkeren dat snoeien geen goede oplossing meer biedt, is vervanging van de laan het uitgangspunt. Ook het vrijstellen van een laan –het verwijderen van bomen in het aanliggende bos of van opslag van boomvormers en struiken in de laan– is subsidiabel in het kader van de regeling. Dit is niet alleen noodzakelijk voor de groei van jonge laanbomen, maar ook wordt het beeld van een laan versterkt wanneer de rijen met stammen van de laanbomen goed zichtbaar zijn. b. Monumentale lanen Niet elke laan komt voor subsidie in aanmerking. De regeling is alleen van toepassing op monumentale lanen. Een monumentale laan - zijnde een weg of een pad met aan weerszijden een begeleidende beplanting van bomen die op rij en in vast plantverband staan– is aangeplant voor 1940 en is kenmerkend voor de structuur van een landgoed. Daarnaast geeft de regeling ruimte voor het terugplanten van verdwenen monumentale lanen, die voor 1940 tot een laanstructuur behoorden. Herplant van een bewust gekapte laan is echter vanuit landschaps- of tuinarchitectonisch perspectief niet altijd gewenst. Zo kunnen lanen uit de ‘geometrische periode’ op een bepaald moment bewust gekapt zijn om plaats te maken voor bijvoorbeeld de ’Engelse landschapsstijl’. Subsidie voor het terugplanten van verdwenen lanen wordt daarom alleen verleend, indien dit in het lanenplan goed is onderbouwd en uitgewerkt. c. Landgoederen In de Natuurschoonwet (NSW) is een landgoed gedefinieerd als een ‘in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met tuin, park, natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van cultuurhistorische, ecologische of landschappelijke waarde wenselijk is’. Overigens is een NSW-registratie geen vereiste om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, en is een minimale oppervlakte van vijf hectare niet noodzakelijk om aan deze regeling deel te kunnen nemen. Het landgoed moet op één of andere wijze zijn opengesteld. De laan of lanen die worden gerestaureerd hoeven niet persé zelf te zijn opengesteld, mits andere delen van het landgoed wel
6/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
toegankelijk zijn. In het lanenplan dient daarom te zijn opgenomen hoe en in welke vorm openstelling van het landgoed plaatsvindt. d. Particuliere (landgoed)eigenaren De regeling is specifiek bedoeld voor particuliere landgoederen. Overheden en terreinbeherende organisaties komen niet voor de regeling in aanmerking. Het particuliere eigendom kan eventueel zijn ondergebracht in bijvoorbeeld een Landgoed B.V. of een beherende (particuliere) stichting. e. Brabant De regeling is voor lanen die topografisch gezien in de provincie Noord-Brabant zijn gelegen. De woonplaats van de eigenaar zelf is niet van belang en kan ook buiten de provincie gelegen zijn.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
7/33
3.
Subsidie planvorming (‘het lanenplan’)
Een lanenplan geeft een accuraat beeld van het verleden, het heden en de toekomst van de laanstructuur op het landgoed. Daarbij wordt de hele laanstructuur in kaart gebracht. Ook geeft een eigenaar hierin zijn langetermijndoelstellingen met betrekking tot de lanen weer en de behouds- en herstelmaatregelen die nodig zijn om deze doelen te realiseren. 3.1.
Waaraan moet een lanenplan voldoen?
3.1.1.
Beschrijving van de historie van het landgoed
Het lanenplan geeft een korte schets van het ontstaan, de vroegste geschiedenis en de ontwikkeling van het landgoed als geheel en in het bijzonder van de laanstructuur. Historisch kaartmateriaal, oude foto’s en dergelijke –indien beschikbaar– onderbouwen dit overzicht. 3.1.2.
Beschrijving van de actuele kwaliteiten van het landgoed
Het lanenplan geeft een algemene beschrijving van de actuele waarden van het landgoed en meer in het bijzonder de lanen en laanstructuren. Daarbij wordt een kaartbeeld gegeven – voorzien van schaal en legenda– van het totale eigendom (landgoed) met erop aangegeven de (monumentale) lanen. Bij deze beschrijving wordt er in ieder geval ingegaan op de volgende aspecten. Cultuurhistorie Het lanenplan omvat een beschrijving van de aanwezige (cultuur)historische kwaliteiten van het landgoed, met bijzondere aandacht voor de lanen. Veel landgoederen met monumentale lanen zijn als ‘historische geografie (vlak)’ en/of als ‘historisch groen’ opgenomen op de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW-kaart), inclusief een korte beschrijving. In dergelijke gevallen dient in het lanenplan te worden aangegeven hoe deze waarden hun doorvertaling krijgen in de visie voor het behoud en herstel van de laanstructuur. Wanneer er in de visie voorstellen worden gedaan die afwijken van de CHW-kaart, dienen deze te worden beargumenteerd. Sommige landgoederen zijn aangewezen als beschermd monument (Complex Historische Buitenplaats). In dergelijke gevallen dient te worden aangegeven of er voor uitvoering van het lanenplan een vergunning nodig is krachtens de Monumentenwet en zo ja, of het waarschijnlijk is dat deze vergunning zal worden verleend. Soms overlappen landgoederen of lanen met archeologische monumenten. Aantasting van het bodemarchief is hier niet toegestaan. In dergelijke gevallen dient in het lanenplan te worden aangegeven of sprake is van mogelijke aantasting van het bodemarchief en zo ja, welke maatregelen worden genomen om het bodemarchief te sparen. Landschap Het plan geeft inzicht in het landschapsbeeld in en rond het landgoed. Dit wordt aangevuld met een korte omschrijving van de waarde van de lanen in dit landschap. Wat is de specifieke
8/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
beeldkwaliteit? Wat zijn de in het oog springende elementen en hoe worden de lanen door bewoners, omwonenden en bezoekers beleefd? Ecologie In het kort wordt aangegeven welke bijzondere en kwetsbare soorten in de lanen op het landgoed worden aangetroffen. Dit is van belang omdat in het kader van de Flora- en Faunawet niet alle uitvoeringsmaatregelen zijn toegestaan. Dit aspect moet daarom goed in beeld worden gebracht. In het lanenplan wordt daarom ingegaan op hoe met bijzondere en kwetsbare soorten wordt omgegaan. 3.1.3.
Beschrijving van de actuele kwaliteit per laan
In het lanenplan wordt de actuele kwaliteit van de lanen in beeld gebracht door middel van een kaart. Ook het landgebruik dat direct grenzend aan de monumentale lanen plaatsvindt –bos, agrarisch– wordt weergeven. De inventarisatie kan worden ingevuld op een inventarisatietabel (bijlage E). Mede op basis van deze inventarisatie kan indicatief worden aangegeven wat de huidige kwaliteit van een laan is, wat –in het geval van een matige of slechte laan– daarvan de oorzaak is, en welke uitvoeringsmaatregelen noodzakelijk zijn om de laan te herstellen. De ingrepen die nodig zijn voor behoud en herstel van lanen zijn afhankelijk van de staat waarin een laan verkeert. Globaal kan worden gesteld dat lanen die in matige staat verkeren in eerste instantie ingrijpend gesnoeid en verzorgd dienen te worden. Zij zijn niet zo slecht dat complete vervanging en verjonging nodig is. Bij lanen in slechte conditie zijn vaak zoveel individuele bomen weggevallen dat de laan amper nog herkenbaar is. Hier is vervanging noodzakelijk, al dan niet gefaseerd. Het is echter niet aan te bevelen om alleen op basis van een relatief eenvoudige classificering (goed, matig, slecht) eenduidige oplossingen aan te bevelen. Een dergelijke indeling is echter wel goed te gebruiken om een globale indruk en overzicht te verschaffen. Tabel 1 vormt hierbij een hulpmiddel. Tabel 1: Globale classificering landgoedlanen (Bron: Brabants Particulier Grondbezit) Kwaliteit
Goed
Matig
Slecht
Criteria
Maatregelen (indicatief)
-
Laanbeeld is uniform Weinig of geen uitval Weinig of geen dood hout Weinig of geen veiligheidsrisico Laanbeeld is deels verdwenen of verstoord Tamelijk veel uitval Tamelijk veel dood hout Verhoogd veiligheidsrisico
Regulier onderhoud Geen restauratie
-
Laanbeeld vrijwel geheel verdwenen Erg veel uitval Erg veel dood hout Hoog veiligheidsrisico
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
Restauratie (licht) Verwijderen probleemtakken Achterstallige begeleidingssnoei Dode en zieke bomen verwijderen Inboeten (gaten inplanten) Restauratie (zwaar) Laan wordt voor een vastgestelde lengte gekapt en herplant
9/33
3.1.4.
Visie op het behoud en herstel van monumentale lanen
Een visie op het behoud en herstel van monumentale lanen is een essentieel onderdeel van het lanenplan. Hierin worden ook externe ontwikkelingen meegenomen. De visie schetst–uitgaande van de cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden– en de huidige bosbouwkundige staat van de lanen een samenhangend toekomstbeeld voor de ontwikkeling van de laanstructuur. Het is van belang dat de daarbij gemaakte keuzes goed worden toegelicht en onderbouwd. Soms zal er een nadere afweging gemaakt moeten worden tussen bijvoorbeeld de bosbouwkundige staat van een laan en de ecologische kwaliteiten: bij een hoge ecologische waarde is het soms onwenselijk –of zelfs verboden– om bomen te kappen, terwijl dit vanuit bosbouwkundige optiek wellicht de beste oplossing zou zijn. Het zijn dit soort afwegingen die in de visie expliciet moeten worden gemaakt. Ook worden relevante externe ontwikkelingen op het landgoed –en in het bijzonder in relatie met de laanstructuur– in beeld gebracht. Hierbij moet gedacht worden aan het natuurgebiedsplan, ontwikkelingen met betrekking tot de ecologische hoofdstructuur (EHS), anti-verdrogingsmaatregelen, de Kaderrichtlijn Water (KRW), Natura 2000 en planologische ontwikkelingen. Dit is met name relevant indien deze ontwikkelingen invloed hebben op het waterbeheer. In deze visie wordt daarom tenminste ingegaan op de volgende vragen: - Wat is het streefbeeld voor de te behouden en ontwikkelen laanstructuur? En hoe verhoudt deze zich tot de cultuurhistorische aspecten? - Welke uitvoeringsprojecten zijn gewenst en noodzakelijk om dit streefbeeld te realiseren? - Hoe verhouden de voorgestelde maatregelen zich tot de kwaliteiten van het landgoed (cultuurhistorisch, ecologisch, landschappelijk, bosbouwtechnisch)? - Welke afwegingen zijn er daarbij gemaakt in het geval van tegengestelde belangen? Hoe worden deze keuzes beargumenteerd? - Hoe verhouden de voorgestelde maatregelen zich tot genoemde externe ontwikkelingen? Welke maatregelen worden met betrekking tot de waterhuishouding genomen om de lanen ook in de toekomst te behouden? 3.1.5.
Overige onderdelen lanenplan
Tot slot wordt er in het lanenplan ook ingegaan op de volgende aspecten: Planning Er wordt een globale doorkijk van de toekomstige maatregelen gegeven. De volgorde van het aan pakken van de lanen wordt weergegeven, met bijbehorende indicatieve begroting. In het plan wordt een eindbeeld geschetst en aangegeven hoe de uitvoering wordt gefaseerd. Deze planning schept overigens voor de eigenaar niet de verplichting om de voorgestelde maatregelen binnen een bepaalde tijd uit te voeren.
10/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
Openstelling In het lanenplan staat beschreven hoe met openstelling en veiligheid wordt omgegaan. Het uitgangspunt is dat de gesubsidieerde lanen worden opengesteld, tenzij op basis van argumenten een alternatief voor de beleving wordt geboden. De toereikendheid van eventuele alternatieven is ter beoordeling van de adviescommissie. Daarnaast is er in het lanenplan aandacht voor de veiligheid van de bezoekers van de opengestelde lanen. Communicatie De eigenaar geeft aan hoe deze voor het nodige draagvlak voor de uitvoeringsmaatregelen zorgt. Voor en tijdens de restauratiewerkzaamheden dient er voldoende aandacht te worden besteed aan communicatie met omwonenden, recreanten en andere belanghebbenden of belangstellenden. Ook is het verstandig om hierover overleg te voeren met de gemeente. De eigenaar maakt inzichtelijk dat hij er zich van bewust is dat een goede communicatie noodzakelijk is, zodat de omgeving begrijpt waarom de ingrijpende maatregelen worden uitgevoerd. Het lanenplan geeft een globaal beeld van de relevante groepen en in te zetten communicatievormen. In het uitvoeringsplan (zie hoofdstuk 4) worden deze activiteiten concreet gemaakt. Vergunningsprocedures Er kan een aantal vergunningen noodzakelijk zijn. In bijlage G is een handreiking opgenomen met daarin aangegeven welke wettelijke regels en procedures dit mogelijk betreft. De eigenaar zal onafhankelijk van deze regeling zelfstandig de vergunningen moeten regelen, en in het lanenplan wordt aangegeven welke acties in dit kader ondernomen moeten worden. Een goed onderbouwd lanenplan zal natuurlijk de eventuele vergunningsprocedures wel ondersteunen. 3.2.
Subsidiabele activiteiten
In tabel 2 zijn de subsidiabele activiteiten en subsidievoorwaarden opgenomen voor het laten opstellen van een lanenplan. De beoordeling van een subsidieaanvraag vindt plaats op basis van een gespecificeerde offerte. De subsidiebijdrage wordt vastgesteld op basis van de uiteindelijke factuur. Overigens zijn de bepalingen en voorschriften zoals opgenomen in Beleidsregel subsidie natuur en landschap altijd van toepassing op een subsidie voor herstel en behoud van monumentale lanen. Tabel 2: Subsidiabele activiteiten voor planvorming
Subsidiabele activiteiten voor de kosten van planvorming Het op te leveren lanenplan moet voldoen aan de randvoorwaarden die hiervoor zijn opgesteld (zie paragraaf 3.1 en 3.2). De prijs (offerte) van het laten opstellen van een lanenplan zal afhankelijk zijn van de grootte van het landgoed, het aantal strekkende meter laan en de reeds beschikbare informatie. Dit wordt daarom betrokken bij de beoordeling van een subsidieaanvraag. Eigen arbeid van de landgoedeigenaar met betrekking tot planvorming is niet subsidiabel. Wel kunnen aanwezige rapporten en inventarisaties door het bureau meegenomen worden waardoor de externe plankosten dalen.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
11/33
Tabel 2 (vervolg)
Subsidie aanvragen: De wijze van aanvraag is uitgewerkt in bijlage A. De aanvragen worden ingediend bij de het Coördinatiepunt Landschapsbeheer, begeleid door het standaard aanvraagformulier, zie bijlage B. 80%
Percentage vergoeding externe kosten op basis factuur: NB: Voor alle aanvragen geldt een eigen bijdrage in de kosten door de aanvrager van 20%.
€ 5.000,00 (incl. BTW)
Maximaal uit te betalen bijdrage: NB: Het combineren van de aanvraag voor een lanenplan en een uitvoeringsplan heeft geen invloed op de betreffende maximale bijdragen.
12/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
4.
Subsidie uitvoering (‘het uitvoeringsplan’)
Een subsidie voor uitvoering kan worden aangevraagd op basis van een uitvoeringsplan, inclusief één of meerdere offertes. In het uitvoeringsplan is opgenomen welke uitvoeringsmaatregelen de aanvrager het komende jaar wil uitvoeren. Dit plan is een nadere uitwerking van (een deel van) het lanenplan. Daarom kan een subsidie voor uitvoering alleen worden aangevraagd op basis van een goedgekeurd lanenplan. Een uitzondering hierop vormen kleine landgoederen, waar het wel mogelijk is om het lanenplan en het uitvoeringsplan in één plan samen te voegen. Bij grotere landgoederen kunnen op basis van één goedgekeurd lanenplan meerdere jaren achtereen uitvoeringsplannen voor verschillende lanen worden ingediend. 4.1.
Waaraan moet een uitvoeringsplan voldoen?
4.1.1.
Beschrijving van de te herstellen of behouden lanen
In het uitvoeringsplan zijn de lanen in beeld gebracht waarvoor er in de komende periode concrete uitvoeringsmaatregelen worden voorgesteld, en tevens wordt beargumenteerd waarom juist deze lanen zijn geselecteerd. Er wordt inzicht geboden in welke afwegingen er zijn gemaakt bij het selecteren van de lanen –waarbij ook de aanwezige ecologische en cultuurhistorische waarden worden betrokken– en wat het doel van de voorgestelde maatregelen is. Recente foto’s kunnen dit illustreren. Voor de geselecteerde lanen dient de inventarisatie van het lanenplan –zoals opgenomen in bijlage E– verder te worden uitgewerkt. 4.1.2.
Beschrijving van de voorgestelde maatregelen
In het uitvoeringsplan is per te herstellen of behouden laan aangegeven welke uitvoeringswerkzaamheden worden voorgesteld: snoei, vervanging, bodem- en/of bemestingsmaatregelen, soortkeuze, plantverband etc. De voorgestelde maatregelen zijn te herleiden tot de in het lanenplan opgenomen uitgangspunten. Tevens wordt aangegeven waarom er voor bepaalde werkzaamheden wordt gekozen. Zeker wanneer het gaat om ingrijpende maatregelen als het kappen en herplanten van lanen, dient dit goed beargumenteerd te zijn. Indien wordt afgeweken van het lanenplan, is een overtuigende onderbouwing vereist. 4.1.3.
Beschrijving van de benodigde vergunningen
In het uitvoeringsplan is opgenomen welke concrete vergunningen en ontheffingen noodzakelijk zijn, voordat er met de uitvoeringsmaatregelen kan worden gestart. Een eigenaar die niet over de noodzakelijke vergunningen en ontheffingen beschikt overtreedt de wet, en dat kan hoge boetes tot gevolg hebben. Ook kan dit de uitvoering van andere onderdelen van het lanenplan in gevaar brengen. In bijlage G is een handreiking opgenomen met daarin een korte toelichting op de meest relevante wet- en regelgeving.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
13/33
4.1.4.
Beschrijving van het communicatieproces
In het uitvoeringsplan is een communicatieplan opgenomen waarin per doelgroep –gemeente, omwonenden, recreanten, andere belanghebbenden of belangstellenden– concrete acties worden geformuleerd. Het is van belang om tijdig over de uitvoeringsmaatregelen te communiceren, dit om draagvlak voor de uitvoeringsmaatregelen te creëren. Voorkomen moet worden dat bijvoorbeeld als gevolg van ‘protesten’ van omwonenden de werkzaamheden worden stilgelegd. Dit brengt niet alleen hoge kosten met zich mee, maar kan ook de onderlinge verstandhoudingen verstoren en daarmee de uitvoering van eventuele vervolgmaatregelen negatief beïnvloeden. 4.1.5.
Begroting van de uitvoeringsmaatregelen
In het uitvoeringsplan is een begroting van de kosten van de uitvoeringswerkzaamheden opgenomen. Deze kosten worden door middel van één of meerdere gespecificeerde offertes – in arbeid, machines en materialen– in beeld gebracht. 4.2.
Subsidiabele activiteiten
In tabel 3 zijn de subsidiabele activiteiten en subsidievoorwaarden opgenomen voor het laten uitvoeren van uitvoeringsmaatregelen voor het behoud- en herstel van monumentale lanen. De regeling is bedoeld om monumentale lanen zodanig te restaureren dat daardoor de levensduur van de gehele laan wordt verlengd. De regeling is niet bedoeld voor behoud van individuele bomen; het zwaartepunt van de uitvoering ligt bij het herstel en behoud van de laan(-structuur) in zijn geheel. In principe wordt er daarom van uitgegaan dat slechte lanen worden gekapt en opnieuw worden ingeplant. Uit veiligheidsoverwegingen wordt met nadruk geadviseerd om werkzaamheden die een specifieke deskundigheid vereisen, over te laten aan gespecialiseerde bedrijven. Bij uitvoering dient tevens te worden gelet op de veiligheid van bezoekers die ten tijde van de uitvoering op het landgoed aanwezig zijn. Bij het behandelen van de aanvraag worden de offertes beoordeeld op kosteneffectiviteit. Hierbij is de SEP-normentabel (Standaard Eenheid Prijzen) de richtlijn. Van deze richtlijn wordt alleen afgeweken indien de adviescommissie hierover een positief advies verstrekt. Indien de offerte sterk afwijkt van deze normkosten, is een goede onderbouwing daarvan daarom noodzakelijk. Overigens –mocht besloten wordt om af te wijken van de normkosten– dan blijft er een eigen bijdrage van 20% gelden. De bepalingen en voorschriften zoals opgenomen in Beleidsregel subsidie natuur en landschap zijn altijd van toepassing op een subsidie voor herstel en behoud van monumentale lanen. Hierin is expliciet opgenomen dat bij uitvoeringsmaatregelen duidelijk gemaakt moet worden dat uitvoering mogelijk is mede dankzij een financiële bijdrage van de provincie.
14/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
Tabel 3: Subsidiabele activiteiten voor uitvoering
Subsidiabele activiteiten Eenmalige restauratie-snoei (achterstallige snoei) bij bomen in lanen van voor 1940; Opsnoeien van lanen om beeld (‘cathedraal-effect’) weer terug te krijgen; Dode en zieke bomen verwijderen en afvoeren bij snoeironde (enkele exemplaren); Vellen van bestaande beplanting en afvoer hout bij totale verjonging van slechte lanen; Stobbenfrezen; Grondbewerking; Uitzetten; Plantwerk (arbeid); Verwerken tak- / snoeihout (versnipperen); Afvoer snoeihout, snippers; Profileren / egaliseren pad; Dunning / licht maken in aangrenzend bos, opslag van boomvormers of struiken in de (berm) laan; Bestek en directievoering tijdens uitvoering: werkelijke kosten met maximum van 10% van de uitvoeringskosten; Bijdrage in de kosten van Quickscan Flora en Faunawet en/of Quickscan Monumentenwet. Plantmateriaal Leveren laanbomen: basis vormt de maat 10-12 cm. (incl. 10% inboet) Grootte is mede afhankelijk van boomsoort en de lokale omstandigheden. Beargumenteerd kunnen andere maten voorgesteld worden. De adviescommissie zal dit beoordelen. Bij bepaalde soorten is vergoeding van 12-14 of 14-16 cm bespreekbaar. De meerkosten boven de goedgekeurde maat zijn voor de eigenaar. Bij aankoop van plantmateriaal heeft duurzaam geteeld materiaal de voorkeur. In principe dient herplant plaats te vinden met inlands loofhout (geen cultivars), passend bij het landgoed. Afwijkende voorstellen vereisen een nadere onderbouwing, bijvoorbeeld bij cultivars voor linde, es en populier. Overige subsidiabele materialen bindmiddelen boompalen drains materialen ten behoeve van bescherming tegen vraat Subsidies bij uitzondering In aanvulling op bovenstaande onderdelen van subsidieverstrekking kan incidenteel door de Adviescommissie goedkeuring gegeven worden bij een onderbouwde aanvraag voor: op boomniveau uitzonderlijke maatregelen treffen, bv stormankers aanbrengen in een boom bij een bouwwerk; ontwatering b.v. bij achterstallige opschoonwerkzaamheden / herinriching van naastliggende watergangen; monsters nemen van grond of blad; bemesting van de laanbomen (dieptebemesting).
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
15/33
Tabel 3 (vervolg)
Niet subsidiabel Regulier onderhoud is niet subsidiabel. Onder regulier onderhoud wordt in ieder geval verstaan: Regulier onderhoud aan bomen (gewone snoeironde); Weghalen ondergroei / maaien berm onder de laan; Het tussenplanten van jonge bomen in bestaande monumentale laan, met uitzondering als over een grotere lengte aan beide zijden bomen weggevallen zijn. Aanvragen: De wijze van aanvraag is uitgewerkt in bijlage C. De aanvragen worden ingediend bij de het Coördinatiepunt Landschapsbeheer, begeleid door het standaard aanvraagformulier, zie bijlage D. Percentage vergoeding van het totale bedrag van: Externe kosten worden gedeclareerd op basis van een factuur. Voor alle aanvragen geldt een eigen bijdrage (door de aanvrager) in de kosten van 20%. Maximaal 10% van totale begroting aan eigen arbeid kan op basis werkbonnen en de CAO Bosbouw worden gedeclareerd. Bij de aanvraag voor uitvoering kunnen de werkelijke kosten voor planvorming ten behoeve van het uitvoeringsplan met een maximum 10% van de uitvoeringskosten worden begroot. Eventuele inkomsten door houtverkoop moeten in de einddeclaratie worden verrekend.
80%
Maximaal uit te betalen bijdrage per jaar: Het combineren van de aanvraag voor een lanenplan en een uitvoeringsplan heeft geen invloed op de betreffende maximale bijdragen. Bij een subsidieaanvraag boven de €25.000,- zijn minimaal 3 offertes vereist.
50.000,00 euro (incl. BTW)
16/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
5.
Veel gestelde vragen…
Waarom is een lanenplan verplicht? Door de standaardindeling van het lanenplan komen alle facetten aan bod die meespelen bij een succesvol beheer en behoud van lanen. Zo geeft het lanenplan een onderbouwing van de voorgestelde behoud- en herstelmaatregelen, maar gaat ook in op communicatie en vergunningen. Bij elke onderdeel is terug te vinden wat de achtergrond van de voorgestelde maatregelen is. Waarom wordt een lanenplan (bij voorkeur) door een gespecialiseerd bureau opgesteld? De provincie stelt als eis dat de plannen integraal worden uitgewerkt. Alle gevraagde onderdelen dienen van voldoende niveau te zijn. Het samenspel van externe deskundige en de eigenaar of beheerder vormt het fundament voor een afgewogen toekomstvisie en planning. Bovendien vragen de ingrijpende werkzaamheden aan de monumentale bomen om deskundig advies. Zo kan een te forse ingreep leiden tot teveel extra groei, wat een toename van de onderhoudsfrequentie tot gevolg kan hebben. Hoe uitgebreid moet een lanenplan zijn? De omvang van een lanenplan zal per landgoed verschillen. Van belang is vooral dat de in het lanenplan voorgestelde maatregelen goed onderbouwd zijn, en dat uit het plan duidelijk blijkt dat daarbij rekening is gehouden met de in hoofdstuk 3 genoemde aspecten. Niet alle aspecten zijn altijd voor alle landgoederen relevant. In dat geval kan worden volstaan met een korte toelichting. Kun je in één keer subsidie aanvragen voor een lanenplan en een uitvoeringsplan? Bij de grotere landgoederen zal als eerste stap een lanenplan worden ingediend, waarbij de samenhang van alle lanen in beeld komt. De volgende stap is het indienen van een aanvraag voor uitvoering van een of enkele lanen voor het eerste jaar. De ‘eerste fase’ van de uitvoering kan deel uitmaken van het lanenplan. Met name bij een relatief klein landgoed met enkele lanen kan in één rapport ook het hele uitvoeringsplan opgenomen worden. Hierdoor kan in één aanvraag ook de uitvoeringssubsidie worden aangevraagd (zie hoofdstuk 4). Kun je meerdere jaren achtereen subsidie aanvragen? Op basis van een goedgekeurd lanenplan kan er meerdere jaren achtereen uitvoeringssubsidie aangevraagd worden. Een uitvoeringsplan heeft in principe maar betrekking op één jaar, al wordt de mogelijkheid om in één uitvoeringsplan voor meerdere jaren subsidie aan te vragen niet bij voorbaat uitgesloten. Een subsidiebeschikking heeft echter altijd maar betrekking op één jaar. Wat zijn de bepalingen en voorschriften van de Beleidsregel subsidie natuur en landschap? In deze beleidsregel zijn –met verwijzing naar de Algemene Subsidieverordening en de Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied van de provincie Noord-Brabant– de formele subsidievoorwaarden met betrekking tot het aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidies vastgelegd, als ook de verplichtingen waaraan een aanvrager moet voldoen. Deze beleidsregel is te downloaden op de provincie website.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
17/33
Bijlagen A. B. C. D. E. F. G. H.
18/33
Procedureschema aanvraag voor planvorming Aanvraagformulier planvorming Procedureschema aanvraag voor uitvoering Aanvraagformulier uitvoering Onderdelen inventarisatie lanen t.b.v. het lanen- en uitvoeringsplan Checklist planvorming en uitvoering Handreiking wettelijke regels en procedures Gegevens van diverse instanties
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
A.
Procedureschema aanvraag voor planvorming
Subsidieaanvraag De aanvrager levert een volledig ingevuld aanvraagformulier ‘planvorming’ (bijlage B) –inclusief een offerte– aan bij het Coördinatiepunt Landschapsbeheer.
Het Coördinatiepunt toetst het subsidieverzoek aan dit beoordelingskader (Hoofdstuk 2)
Subsidietoezegging Het Coördinatiepunt zendt een voorlopige subsidiebeschikking toe aan de aanvrager, inclusief een formulier ‘Eigen verklaring’.
De aanvrager verleent opdracht voor het opstellen van een lanenplan.
Uitvoering Een Adviesbureau levert aan de aanvrager de volgende producten: Lanenplan Factuur (conform offerte) De aanvrager zendt aan het Coördinatiepunt: Declaratie (incl. facturen) 4 exemplaren lanenplan Ingevulde Eigen verklaring Toetsing Het Coördinatiepunt legt het Lanenplan ter goedkeuring voor aan de adviescommissie. Beoordeling op basis van de uitgangspunten van hoofdstuk 3. Het Coördinatiepunt toetst de declaratie aan de voorlopige beschikking en de beleidsregel subsidie natuur en landschap. Subsidievaststelling Het Coördinatiepunt verzendt een definitieve susidiebeschikking aan de aanvrager en gaat over tot uitbetaling van het subsidiebedrag.
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
19/33
B.
20/33
Aanvraagformulier Planvorming
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
21/33
C.
Procedureschema aanvraag voor uitvoering
Subsidieaanvraag De aanvrager levert een volledig ingevuld aanvraagformulier ‘uitvoering’ (bijlage D) inclusief een goedgekeurd lanenplan, een uitvoeringsplan en één of meerdere offertes aan bij het Coördinatiepunt. Het Coördinatiepunt legt het uitvoeringsplan ter goedkeuring voor aan de Adviescomissie, welke toetst op basis van hoofdstuk 4 en het lanenplan. Subsidietoezegging Het Coördinatiepunt zendt een voorlopige subsidiebeschikking toe aan de aanvrager, inclusief een formulier ‘Eigen verklaring’.
De aanvrager verleent opdracht voor het uitvoeren van de maatregelen.
Uitvoering De aannemer voert de werkzaamheden uit en zendt een factuur (conform offerte) aan de eigenaar.
De aanvrager zendt aan het Coördinatiepunt: Declaratie (incl. facturen) Ingevulde Eigen verklaring
Toetsing Het Coördinatiepunt controleert (steekproefsgewijs) de uitvoeringsmaatregelen.
Het Coördinatiepunt toetst de eindafrekening aan de voorlopige beschikking en de Beleidsregel subsidie natuuur en landschap. Subsidievaststelling Het Coördinatiepunt verzendt een definitieve susidiebeschikking aan de aanvrager en gaat over tot uitbetaling van het subsidiebedrag.
22/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
D.
Aanvraagformulier Uitvoering
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
23/33
24/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
E.
Onderdelen inventarisatie lanen t.b.v. het Lanen- en Uitvoeringsplan Onderdeel laaninventarisatie
Lanenplan
Uitvoerings-
alle lanen
globaal
lanen waarop het plan betrekking heeft x
globaal x x
x x x
x x
x x
plan
1
Nummer van de laan (gekoppeld aan nummer op de kaart)
2
Opmerkingen betreffende bodemgesteldheid (rijk, arm / zand, klei) Opmerkingen standplaats (vochtig, hoog, laag) Aangrenzend perceel (wat ligt er naast de laan?) Evt. functie of karakteristieke aanduiding (toegangslaan, laan t.b.v. jacht, etc.) Jaar van aanplant (evt. schatting) Openstelling deze specifieke laan (jaarrond, of alleen op hoogtijdagen) Aantal nog aanwezige bomen Hoofdboomsoort Evt. nevenboomsoort Gemiddelde diameter op borsthoogte van de laanbomen (cm) Lengte laan Gemiddelde hoogte laan Aanwezigheid dood hout (grotere takken) Percentage uitval Plantafstand in de rij en tussen de rijen, alsmede het plantverband Staat van onderhoud (of informatie over werkzaamheden in het verleden, bijv. “gesnoeid in 1995”). Kwalificatie ‘goed’, ‘matig’, ‘slecht’ (ook op kaartje weergeven), en in het geval van een kwalificatie ‘matig ’ of ‘slecht’ de oorzaak daarvan. Aanwezigheid begroeiing tussen laanbomen en langs de lanen VTA-controle (Visual Tree Assessment, zie verder bijlage G.). Controle Zorgplicht (veiligheid, gevaarlijke takken, plakoksels, schimmels / paddestoelen, ) Flora- en Fauna inventarisatie mbt het voorkomen van beschermde soorten zoals zwarte specht, vleermuizen, etc.; als er aanwijzingen zijn dat die soorten er kunnen zitten. (Expert inschakelen om vast te stellen om welke soort het gaat en of dit gevolgen heeft voor evt. kap.) Quickscan Monumentenwet (inventarisatie m.b.t. een status als beschermd monument en m.b.t. het voorkomen van archeologische waarden) als sprake is van een beschermd monument (Complex Historische Buitenplaats): vaststellen of een vergunning nodig is krachtens de Monumentenwet en zo ja, of het aannemelijk is dat deze vergunning zal worden verleend. Als er sprake is van een archeologisch monument wordt geadviseerd om een expert in te schakelen om vast te stellen of er sprake is van mogelijke aantasting van het bodemarchief en zo ja, welke maatregelen moeten worden genomen om het bodemarchief te sparen. Recente foto’s
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21
22
23
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
x globaal
x x x x x x x x x x
x
x
x x x
x x
quickscan
uitgebreid
x
x
facultatief
x
25/33
F.
Checklist Planvorming en Uitvoering
Onderstaand vindt u de checklisten welke door worden gehanteerd bij de beoordeling of de aanvraag voor planvorming of uitvoering voldoet aan de regeling. Deze criteria zijn een hulpmiddel bij de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag. Bij het lanen- of uitvoeringsplan is er altijd sprake van maatwerk. Het doel van deze checklist is niet om harde criteria voor te schrijven, maar om een aantal bouwstenen te bieden die kunnen helpen om tot een goed onderbouwd lanen- of uitvoeringsplan te komen. A. Checklist met betrekking tot planvorming 1. Omschrijving: - Omvang landgoed, lengte laanstructuur - Heeft aanvrager al eerder subsidie voor een lanenplan aangevraagd? - Met welk doel wil aanvrager lanenplan op laten stellen? Wat verwacht aanvrager van een lanenplan? - Hoe omschrijft aanvrager motivatie: waarom verdienen juist deze lanen een goed lanenplan? (antwoord beoordelen op uniciteit, creativiteit, visie.) 2. Voldoet de aanvraag aan de randvoorwaarden? - Gaat het om herstel-werkzaamheden? - Betreft de aanvraag Monumentale lanen? - Staat de laan op een landgoed? - Is het landgoed opengesteld? In welke vorm? - Betreft het een particuliere aanvrager? Welke rechtspersoon betreft het? - Ligt het object waarvoor subsidie wordt aangevraagd in de provincie Noord-Brabant? 3. Zijn benodigde bijlagen bijgevoegd? - Is een offerte van een adviesbureau voor het opstellen van een lanenplan bijgevoegd? - Is hierbij rekening gehouden met de eisen die worden gesteld aan het op te leveren lanenplan? - Is offerte voor planuitwerking redelijk, gezien de oppervlakte van het landgoed en de lengte aan lanen? - Verwacht beoordelingscommissie dat het steunen van deze planuitwerking bij zal dragen aan de brede doelstelling?
B. Beoordelingscriteria met betrekking tot uitvoering 1. Voldoet de aanvraag aan de randvoorwaarden? - Gaat het om herstelwerkzaamheden? - Betreft de aanvraag monumentale lanen? - Staat de laan op een landgoed? - Is het landgoed opengesteld? In welke vorm? - Betreft het een particuliere aanvrager? Welke rechtspersoon betreft het? - Ligt het object waarvoor subsidie wordt aangevraagd in de provincie Noord-Brabant?
26/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
2. Zijn de gevraagde bijlagen bijgevoegd? (goedgekeurd lanenplan, uitvoeringsplan, offerte)? 3. Zijn er aandachtspunten m.b.t. het bijgevoegde lanenplan, zijn er bij de beoordeling opmerkingen gemaakt? 4. Zijn de in het uitvoeringsplan voorgestelde werkzaamheden logisch / samenhangend gekozen en zijn ze consistent met de visie en de fasering en prioritering die in het lanenplan worden omschreven? 5. Zijn voorgestelde werkzaamheden niet te zwaar / juist te licht in relatie tot de kwaliteitsbeoordeling? (Bijvoorbeeld als een laan slechts 5% uitval heeft en als “goed” wordt gekwalificeerd, maar toch wordt voorgesteld om de laan te vervangen.) 6. Is het voorstel ‘authentiek’, ofwel: wordt dezelfde boomsoort teruggeplant en hetzelfde plantverband gebruikt? Of is bij een afwijking hiervan een goede onderbouwing gegeven? 7. Mag worden verwacht dat het uitvoeren van voorgestelde werkzaamheden inderdaad zal leiden tot behoud en herstel van monumentale lanen en verbetering van de laanstructuur? 8. Hoe beoordeelt u de offerte van de aannemer(s)? Is er sprake van zelfwerkzaamheid? 9. Zijn er nog punten waarover overleg moet plaatsvinden, bijvoorbeeld de keuze ten aanzien van de terug te planten boomsoort? 10. Is de begroting reëel? Voldoen de genoemde kosten aan de normen?
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
27/33
G.
Handreiking Wettelijke regels en procedures
De initiatiefnemer (landgoedeigenaar) is zelf verantwoordelijk voor de benodigde vergunningen. Daarom dient in een lanen- en uitvoeringsplan aandacht te worden besteed aan het vergunningsverleningsproces. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld de Boswet (kapmelding), een gemeentelijke kap- of aanlegvergunning en eventueel een ontheffing in het kader van de Flora en Faunawet. Goedkeuring van een lanen- of uitvoeringsplan betekent niet dat ook de benodigde vergunningen zullen worden verleend. Een positieve subsidiebeschikking kan natuurlijk wel een positieve impuls zijn in het overleg tussen bijvoorbeeld de gemeente en landgoedeigenaar bij het verkrijgen van vergunningen. U kunt de positieve beschikking als ‘Brief van aanbeveling’ meesturen bij eventuele vergunningsaanvragen. Voordat de opdracht tot het verrichten van voorgenomen werkzaamheden door de initiatiefnemer –de landgoedeigenaar– wordt verleend, moet deze over de nodige vergunningen beschikken. In deze bijlage wordt een globaal overzicht van een aantal noodzakelijke vergunningen gegeven. Boswet Onder de Boswet vallen alle beplantingen van bomen die groter zijn dan 10 are of, als het een rijbeplanting betreft, uit meer dan 20 bomen bestaan. Een aantal boomsoorten valt niet onder de boswet. Dit zijn linde, paardekastanje, Italiaanse populier en treurwilg. Ook éénrijige beplantingen van populier en wilg langs landbouwgronden vallen niet onder de Boswet, net als boomgaarden en kwekerijen van kerstbomen of van bosplantsoen. Alleen bos dat buiten de bebouwde kom ligt valt onder de Boswet. De gemeente kan echter een ‘bebouwde kom boswet’ vaststellen die afwijkt van de bebouwde kom verkeerswet (de ‘gewone’ bebouwde kom). In geval van twijfel dient u bij uw gemeente te informeren. Valt uw laan onder de Boswet, dan moet een kapmelding gedaan worden bij Dienst Regelingen. Deze informatie wordt doorgegeven aan de afdeling Handhaving van de Provincie. Deze kan vervolgens een kapverbod opleggen. Een kapmelding moet ten minste één maand voor de kap worden gedaan. Binnen één jaar na melding moet de kap worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan moet opnieuw melding worden gedaan. Naast het doen van een kapmelding is het raadzaam om ook bij de gemeente na te gaan of u vergunningplichtig bent voor a. een kapvergunning, b. een aanlegvergunning of c. een monumentenvergunning. Gemeentelijke kap- / aanlegvergunning De kapmelding is geen kapvergunning. In sommige gemeenten is een kapvergunning vereist. Voordat gekapt wordt is het raadzaam om bij de gemeente na te vragen of een vergunning vereist is. Als dat zo is, dan moet die apart bij de gemeente worden aangevraagd. Gemeenten leggen in een ‘bomenverordening’ vast welke bomen zonder vergunning mogen worden gekapt en voor welke bomen een meldings- of vergunningsplicht geldt. Als u plannen heeft om een oude laan te kappen –en te herplanten– informeer tijdig bij uw gemeente of een kapvergunning nodig is. Aangezien de regels per gemeente kunnen verschillen, kan hierover geen specifieke informatie worden gegeven.
28/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
Monumentenwet Sommige landgoederen zijn aangewezen als beschermd monument (Complex Historische Buitenplaats). In dergelijke gevallen kan voor uitvoering van het lanenplan een vergunning nodig zijn krachtens de Monumentenwet. Een dergelijke vergunning wordt verstrekt door de gemeente. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten (RACM) en de provincie zullen in de regel door de gemeente om advies worden gevraagd. Het is van belang om vooraf na te gaan of een vergunning noodzakelijk is en of het aannemelijk is dat deze zal worden verleend. Soms overlappen landgoederen/lanen met archeologische monumenten. Aantasting van het bodemarchief is hier niet toegestaan. Indien sprake is van een wettelijk beschermd archeologisch monument kan vergunning nodig zijn krachtens de Monumentenwet. Een dergelijke vergunning wordt verstrekt door het rijk en kan worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Indien sprake is van een niet wettelijk beschermd monument kan een aanlegvergunning nodig zijn op grond van het bestemmingsplan. Een dergelijke vergunning wordt verstrekt door de gemeente. Het is van belang om vooraf na te gaan of een vergunning noodzakelijk is en of het aannemelijk is dat deze zal worden verleend. NB: Ook als geen vergunning noodzakelijk is, is het in geval van een archeologisch monument gezien de subsidievoorwaarden noodzakelijk om de gevolgen voor het bodemarchief in beeld te brengen. Openstelling en Zorgplicht Omdat volgens het burgerlijke wetboek de eigenaar van een boom verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn/haar bomen –de zogenaamde zorgplicht– is het belangrijk om regelmatig de bomen te (laten) controleren. Bij schade moet de eiser kunnen aantonen dat de boom een verhoogd risico in zich droeg en dat dit bij controle vastgesteld had moeten worden. Dit impliceert dat de eigenaar moet kunnen aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Bij een boomveiligheidscontrole moeten een aantal gegevens, zoals datum van controle, afwijkingen, gebreken en noodzakelijke maatregelen vastgelegd worden om aan te kunnen tonen dat er zorgvuldig naar de boom is gekeken. Veel boomadviesbureaus werken hiervoor met de algemeen geaccepteerde VTA-methodiek. Deze methode is ontwikkeld door Mattheck en Breloer, waarbij het uitgangspunt is dat een boom beoordeeld wordt middels visueel waarneembare kenmerken of afwijkingen. Hierbij kan een onderverdeling gemaakt worden in biologische symptomen, zoals conditie en mechanische symptomen; breukgevoeligheid van de stam of takken en de stabiliteit van de gehele boom. De resultaten van de visuele beoordeling worden vastgelegd in een rapportage, aangevuld met conclusies en eventueel te nemen maatregelen. Flora- en faunawet Wie ingrijpt in een ecosysteem, op wat voor manier ook, krijgt te maken met de Flora- en faunawet (FF-wet). In de Flora- en faunawet zijn EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten. De wet regelt onder meer beheer, schadebestrijding, jacht, handel, bezit en andere menselijke activiteiten die een schadelijk effect kunnen hebben op beschermde soorten. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is: 'Nee, tenzij'. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
29/33
soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen ('nee') kan onder voorwaarden ('tenzij') worden afgeweken. Onder de Flora- en faunawet zijn als beschermde soort aangewezen: - een aantal inheemse plantensoorten; - alle van nature in Nederland voorkomende zoogdierensoorten (behalve de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis); - alle van nature op het grondgebied van de Europese Unie voorkomende vogelsoorten; - alle van nature in Nederland voorkomende amfibieën- en reptielensoorten; - alle van nature in Nederland voorkomende vissoorten (met uitzondering van soorten in Visserijwet 1963); - een aantal overige inheemse diersoorten; - een aantal uitheemse dier- en plantensoorten. In de bosbouw is op de FF-wet gereageerd door de zogenaamde Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer op te stellen. Het Bosschap en Vogelbescherming Nederland hebben gezamenlijk dit initiatief genomen, gesteund door het ministerie van LNV. In de code staat omschreven welke maatregelen moeten worden uitgevoerd voordat boswerkzaamheden plaats kunnen hebben. Belangrijke elementen in de code zijn dat er gedurende het broedseizoen niet gewerkt mag worden in vogelrijke bossen zoals gemengd bos en loofbos, met uitzondering van populierenbos. Daarnaast dient er een zorgvuldige inventarisatie plaats te vinden gericht op beschermde planten en dieren. Via de website van het Bosschap is een checklist te downloaden die helpt bij deze inventarisatie. Voordat een aantal laanbomen wordt gekapt, zal een inventarisatie moeten plaatsvinden. Als verwacht wordt dat bijvoorbeeld vleermuizen in oude (holle) bomen aanwezig zijn, dan is de kap van die boom volgens de FF-wet een strafbaar feit. Er zal overwogen moeten worden of er alternatieven zijn voor de voorgenomen maatregelen, of dat uitvoering in een ander jaargetijde (buiten het broedseizoen) minder schade oplevert. Als er toch zwaarwegende argumenten zijn om de voorgenomen maatregelen uit te gaan voeren, kan bij Dienst Regelingen een ontheffing / vergunning worden aangevraagd. De handhaving van de FF-wet geschiedt door de Algemene Inspectie Dienst (AID) van het ministerie van LNV. Meer informatie over de FF-wet: www.bosschap.nl, www.hetlnvloket.nl
30/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
H.
Websites van diverse instanties
Informatie en subsidieaanvragen: Coördinatiepunt Landschapsbeheer (Stichting het Noord-Brabants Landschap) Postbus 80 5076 ZH Haaren tel. 0411-622775, e-mail
[email protected] www.brabantslandschap.nl. Advies: Brabants Particulier Grondbezit (BPG) Postbus 38 4286 ZG Almkerk tel. 0183-400533 e-mail :
[email protected] www.bp-grondbezit.nl Overige instanties: Provincie Noord-Brabant Directie ECL, bureau Natuur & Landschap Directie SCO, bureau Cultuurhistorie & Archeologie Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch tel. 073-6812812 e-mail:
[email protected] www.brabant.nl St. Particulier Historische Buitenplaatsen (PHB) Postbus 217 8180 AE Heerde tel. 0578-698160 e-mail
[email protected] www.stichting-phb.nl Ministerie van LNV (Dienst Regelingen) Postbus 20401 2500 EK Den Haag Het LNV-Loket: tel. 0800-2233322 e-mail
[email protected] www.hetlnvloket.nl
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen
31/33
Bosschap Postbus 65 3970 AB Driebergen tel. 030-69 30 130 fax 030-69 33 621 e-mail
[email protected] www.bosschap.nl Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) Postbus 1600 3800 BP Amersfoort tel. 033-42 17 421 fax 033-42 17 799 www.racm.nl Infodesk RACM: tel. 033-42 17 456 e-mail
[email protected] Bomenstichting Oudegracht 201 bis 3511 NG Utrecht tel: 030-2303510 (9.00 - 13.00 uur) fax: 030-2310331 e-mail:
[email protected] www.bomenstichting.nl
32/33
Herstel en behoud van monumentale lanen op landgoederen