HERFST 2009
03 09 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Herfst in cijfers Jan Latten in gesprek met Isa Baud Visualisaties steeds belangrijker, ook bij het CBS Op bezoek bij Insee, het Franse statistiekbureau
03 09 Gosse van der Veen Directeur-Generaal CBS
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
HERFST 2009
03 09 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Herfst in cijfers Jan Latten in gesprek met Isa Baud Visualisaties steeds belangrijker, ook bij het CBS Op bezoek bij Insee, het Franse statistiekbureau
Colofon
Herfst in cijfers Een appeltje voor de dorst. Door de zure appel heen bijten. De appel valt niet ver van de boom. Voor een appel en een ei. Appels genoeg, maar hoe zit het eigenlijk met de teelt en oogst van appels in Nederland? In 2008 zijn er 375 miljoen kilo appels geoogst. Vooral de Elstar is favoriet, daarvan werd ruim 160 miljoen kilo geoogst. De laatste jaren zijn er nieuwe appelsoorten op de markt gekomen, zoals de Junami en de Rubens. In Nederland groeiden en bloeiden in 2008 op ruim 9.300 hectare appelbomen. Dat was in 1992 nog bijna 17.000 hectare.
03/09 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. 03/09 verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Hans van Brussel, Miriam van der Sangen. Medewerkers: Hans van Brussel, Jan Latten, Jaap van Sandijk, Ron Storm, Miriam van der Sangen, Peter Olsthoorn, Annemieke Bos en Herjet van Zoest. Cover: Isa Baud, hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam. Fotografie: PP Fotografie Zoetermeer, ANP, Hans van Brussel, Miriam van der Sangen. Illustraties: Andy Grogan.
Voorwoord Kort geleden is de nieuwbouw van onze vestiging in Heerlen feestelijk geopend door Hare Majesteit de Koningin. Dat deed zij ongeveer een jaar geleden ook al met de nieuwbouw voor onze medewerkers in Den Haag. Natuurlijk voelen wij ons zeer vereerd met deze belangstelling voor het CBS en wij brachten dat tot uitdrukking in een tweetal speciale boeken in een zeer gelimiteerde oplage. Daarvan nam zij het eerste exemplaar, in een exclusieve uitvoering, in ontvangst. Ik praat u even bij over de inhoud van dit nummer. De rubriek ‘Meten met Latten’, waarin CBS-woordvoerder Jan Latten prominente vrouwen interviewt en tegelijk test op hun statistische kennis, is in korte tijd een aansprekend deel van het blad geworden. Deze keer is hij in gesprek met Isa Baud, hoogleraar Internationale Ontwikkelingsstudies aan de Universiteit van Amsterdam. In deze barre economische tijden zijn cijfers en feiten van groot belang en het CBS heeft de taak die voor ons land te verzorgen. Maar we doen er ook alles aan om in deze tijd van beeldcultuur onze cijfers zo toegankelijk mogelijk aan te bieden. Daarover gaat het artikel waarin we diverse visualisaties en technieken die we gebruiken aan u laten zien. Voor elk nummer proberen we een buitenlands statistiekbureau in beeld te brengen. We gaan er op bezoek om de sfeer te proeven en met collegae te praten. Deze keer was Frankrijk aan de beurt. Het Insee is gevestigd in Parijs. En tenslotte in deze editie ook weer portretten van de mensen die onze enquêtes invullen – een dwarsdoorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven – en tientallen korte onderwerpen waarvan u nooit zou hebben gedacht dat het CBS er informatie over heeft.
Oplage: 7.500 exemplaren. Concept: Hans van Brussel. Vormgeving: Jan van Halm. Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia.
Veel leesplezier. Hebt u suggesties? Laat het mij weten. Gosse van der Veen, Directeur-Generaal
Druk: OBT bv, Den Haag. Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
2
3
03 09
Aan dit nummer werkten mee... BARUHRT@KHR@SHDR
Peter Olsthoorn (1960) volgde een studie maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij werkte in vaste dienst voor onder meer het Economisch Dagblad en vervolgens freelance voor een grote verscheidenheid aan dagbladen, vak- en managementtijdschriften, radio en tv in onder meer Oost-Europa. Hij was in 1995 één van de eerste internetjournalisten in Nederland bij Planet Internet, zette Netkwesties.nl en Leugens.nl op.
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek 20
Pauline Smabers (1965) studeerde Nederlands in Groningen met als afstudeerrichting taalkunde. Zij begon haar loopbaan als bureauredacteur van de Dikke van Dale en werkte daarna voor diverse communicatieadviesbureaus. Sinds 2003 is ze werkzaam als zelfstandig communicatieadviseur.
Visualisaties steeds belangrijker, ook bij het CBS
20
Hans van Brussel (1952) begon zijn loopbaan als kunstenaar en werd na een aantal reclame-opleidingen te hebben gevolgd copywriter. Vervolgens was hij uitgever van diverse tijdschriften, waaronder HP/De Tijd. Sinds november 2006 is hij werkzaam als hoofd Communicatie bij het CBS.
Jan Latten in gesprek met Isa Baud
10
Vijfendertig jaar CBS Heerlen
44
Inhoud Annemieke Bos (1966) volgde de opleiding Voorlichtingskunde aan de Haagse Hogeschool. Zij werkte vijf jaar als voorlichter bij de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (tegenwoordig Fundeon) en daarnaast als freelance journaliste voor de Delftsche en Westlandsche Courant. Sinds 1995 is ze actief als freelance tekstschrijver/redacteur.
Op bezoek bij Insee, het Franse statistiekbureau
34
Jan Latten (1952) is hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij het CBS als onderzoeker en woordvoerder. Hij publiceert onder andere over trends op het gebied van relaties in samenhang met maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedagogische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en het Leidsch Dagblad vestigde hij zich als freelance journalist. Hij schrijft voor onder meer Marketingtribune, Salesmanagement en Update, het relatiemagazine van de Sky Radio Group.
4
kort gezond 6–7 Bert Borggreve van Auto Opgenoort: ‘We exporteren meer auto’s, vooral naar Duitsland’ 8–9 Meten met Latten 10–15 kort sport 16–17 Rebecca Marchetti van NBD/Biblion: ‘Ik ben altijd blij als de buitendienstmedewerker van het CBS weer komt’ 18–19 Visualisaties steeds belangrijker, ook bij het CBS 20-25 kort IT 26–27 Joost Voncken van Medtronic: ‘Pijn verlichten, levens verlengen’ 28–29 kort reizen 30–31 Peter Brugel van Handelsonderneming Brugel BV: ‘Leveranciers bezoeken in de vakantie voelt niet als werk’ 32–33 Op bezoek bij Insee, het Franse statistiekbureau 34–39 kort culinair 40–41 Jos Meijer van KLM: ‘Cijfers kun je op allerlei manieren interpreteren’ 42–43 Vijfendertig jaar CBS Heerlen 44–49 kort actueel 50–51 recente CBS-publicaties 52–55
Bert Borggreve van Auto Opgenoort: ‘We exporteren meer auto’s, vooral naar Duitsland’
8
5
kort gezond
kort gezond
171.000 onverzekerden tegen ziektekosten Nederland telt 171.000 inwoners die niet verzekerd zijn tegen ziektekosten. Vooral allochtonen zijn vaker onverzekerd: 3,6 procent van deze groep heeft zich niet aangesloten bij een zorgverzekeraar en voldoet daarmee niet aan de verzekeringsplicht, die is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet. Het gaat hier vooral om inwoners afkomstig uit de Nederlandse Antillen en Aruba, Turkije, Suriname, Marokko en China. Ruim de helft van het aantal onverzekerden is tussen de 20 en 40 jaar. (Bron: CBS)
6 van de 10 Nederlanders kijkt/leest met hulpmiddel Leest u dit stukje met het blote oog? Dan behoort u tot een gezonde minderheidsgroep. Zes op de tien Nederlanders hebben bij het zien of lezen namelijk een bril of een ander hulpmiddel nodig. Vooral ouderen kunnen niet zonder. Nagenoeg alle 65-plussers hebben een bril of ander hulpmiddel bij het zien. Ook andere medische hulpmiddelen, zoals looprekjes en rollators, worden het meest gebruikt door ouderen. Van de 530 duizend mensen met een hulpmiddel bij het bewegen is driekwart 65 jaar of ouder. Tja, ouderdom komt met gebreken. (Bron: CBS)
6
75 procent van bevolking binnen 1 kilometer van huisarts Wel zo prettig: een huisarts om de hoek. Voor veel Nederlanders is dat het geval, want driekwart van onze bevolking kan binnen een afstand van 1 kilometer terecht bij een huisarts. Vooral in de grote steden is er ruime keus. Amsterdam en Den Haag tellen bijvoorbeeld gemiddeld meer dan 37 huisartsenpraktijken binnen een afstand van 3 kilometer. Op het platteland is de spoeling dunner. Zo zijn in veel gemeenten in Zeeland minder dan 2 huisartsenpraktijken binnen een afstand van 3 kilometer in de omgeving van de inwoners te vinden. (Bron: CBS)
17.900 ziekenhuisopnamen voor huidkanker In een oud theaterliedje uit 1936 gaat het van ‘Zoek de zon op, dat is zo fijn...’ Anno 2009 zetten we wel wat kanttekeningen bij die tekst, want steeds meer mensen worden het slachtoffer van huidkanker. In de periode 2003–2007 is het aantal ziekenhuisopnamen voor huidkanker meer dan verdubbeld, van 6.900 naar 17.900. Die stijging wordt vooral veroorzaakt door het toenemend aantal dagbehandelingen. Het aantal klinische opnamen (waarvoor iemand langer dan 1 dag in een ziekenhuis verblijft) is al een aantal jaren stabiel. Het aantal dagbehandelingen voor huidkanker neemt vooral toe vanwege de toepassing van fotodynamische therapie (PDT), een vorm van lichttherapie. Deze behandeling is eenvoudig en doeltreffend en heeft een lager risico op littekenvorming. (Bron: CBS)
7
aan het woord...
‘We exporteren meer auto’s, vooral naar Duitsland’ Negenentwintig jaar alweer werkt Bert Borggreve bij Auto Opgenoort, de Peugeotdealer voor Nijmegen en omstreken. Met drie collega’s verzorgt hij de administratie van het bedrijf. En uiteraard rijdt hij zelf ook Peugeot.
‘I
BERT BORGGREVE is al bijna 30 jaar actief in de autobusiness. Hij is vader van drie zonen en een dochter. Zijn ontspanning vindt hij in wandelen en in zijn twee kleinkinderen, die gelukkig dicht bij hem in het dorp wonen.
8
k rijd een Peugeot Partner Tepee. Dat is een MPV met ruimte voor vijf personen en heel veel bagage.’ Niet dat Bert nu dagelijks zijn hele gezin hoeft te vervoeren. Zijn drie zoons zijn het huis al uit, zijn dochter (22) woont nog thuis. ‘Handig is zo’n ruime wagen wel. Voor de vakantie naar Zeeland bijvoorbeeld. En binnenkort gaan we nog een weekje naar een appartementje in het Zwarte Woud.’ De dagelijkse rit van zijn woonplaats Rheden naar het kantoor in Nijmegen legt Bert ook met de Tepee af. De Peugeotdealer verzorgt de verkoop, financiering, lease en verhuur van wagens, inclusief reparatie en onderhoud. Daarnaast is het bedrijf actief in de auto-export. ‘Vooral naar Duitsland,’ vertelt Bert. ‘Bijna 90 pro-
cent gaat naar onze oosterburen. Voor hen is het aantrekkelijk de auto uit Nederland te importeren in verband met de lagere affabrieksprijs zonder BPM.’ Bert is samen met drie collega’s verantwoordelijk voor de administratie van het bedrijf. ‘We doen de loonadministratie, de belastingaangiften, de jaarafsluiting en de CBS-aangiften. De export is behoorlijk toegenomen. We exporteren ook voor Mitsubishi en KIA. De laatste twee jaar zien we een groei van zo’n 120 tot 150 au-
Nu we meer exporteren, wil het CBS meer van ons weten
to’s per jaar. Het CBS wil daarom nu ook meer gegevens van ons hebben. Via welke kanalen we exporteren, tot welke categorie die auto’s behoren, enzovoorts. Best wel veel werk hoor, maar het hoort er nu eenmaal bij. We maken zelf ook wel gebruik van CBS-gegevens. Vooral van de prijsindex. Daarnaast hebben we verschillende bronnen om op de hoogte te blijven van wat er in de branche speelt, wat ons marktaandeel is. Dat is vooral van belang voor onze verkoopafdeling.’ Bert mag dan graag autorijden, wandelen doet hij ook met plezier. ‘We lopen redelijke afstanden, vaak zijn we wel een paar uur onderweg. De Vierdaagse? Nee, dat hoeft voor mij niet. Dat vind ik te massaal.’ Annemieke Bos
9
meten met latten
Jan Latten in gesprek met Isa Baud
‘Van jongs af aan heb ik het verschil in culturen beseft’
Isa Baud (1950) is één van de zeldzame vrouwelijke hoogleraren die Nederland rijk is. Sinds 2003 is zij hoogleraar Internationale Ontwikkelingsstudies aan de
Universiteit van Amsterdam (UvA). Tevens is zij tot 2008 vice-president geweest van de Europese Associatie van Ontwikkelingsinstituten (EADI). Isa Baud combineert een veelzijdige wetenschappelijke carrière, internationale kennis van de positie van vrouwen in vele culturen – waaronder India – met een kosmopolitische levensstijl, vrouwelijke charme en moederschap.
geld moet zorgen om te bereiken wat je wilt. Door die ervaringen thuis was ik extra geïnteresseerd in de plaats van vrouwen op de arbeidsmarkt en hoe ze hun economische onafhankelijkheid konden bewerkstelligen. Maar dat was ook de grote discussie in die tijd. Men dacht dat je daarmee ook de algemene emancipatie zou kunnen onderbouwen. Moet u uw vader achteraf gezien niet dankbaar zijn omdat hij uw motivatie ongewild heeft gestimuleerd? Ja, conflicten op zichzelf zijn nog niet zo slecht, omdat je daarvan leert om door te zetten. Na een half jaar heb ik mijn vader geschreven dat ik hem wilde laten zien wat ik aan het doen was en dat ik het serieus meende. Het is toen redelijk goed gekomen.
Professor worden is voor een meisje uit 1950 geen doorsnee levensloop. Wat had u dat anderen niet En weet u hoeveel procent van de hoogleraren in hadden? Lag het aan uw ouders of aan u zelf? Dat ik naar de middelbare school wilde vond mijn Nederland vrouw zijn? familie normaal, maar dat ik gymnasium bèta Ik denk zo’n 10 procent (feit: 12 procent). wilde volgen moest ik toch echt zelf bepleiten bij de conrector. Daarna wilde ik naar de universiteit. Hoe zou u uw opvoeding typeren? Mijn moeder vond dat een prima idee, maar mijn Ik heb vanuit mijn familieachtergrond een héél vader vond het zonde van het geld omdat ik toch strenge klassieke opvoeding gehad. Als peuter heb ik – door het werk van mijn zou trouwen. Mijn moeder vader – twee jaar in Indonesië heeft toen gezegd: ‘Ik betaal gewoond. Medio jaren vijftig als jij niet betaalt.’ Het werd zo zijn we voor tien jaar vertrokken hard gespeeld dat mijn vader naar de Verenigde Staten. We niet meer wilde dat ik nog thuis Nederlandse woonden in een klein oliestadje kwam. Dat heeft ongeveer een vrouwen zouden in Texas, met wilderness areas om half jaar geduurd. wandelen en kamperen en kunnen leren dat ze te Heftig! bezochten Indiaanse pueblos. Door Ja, maar mijn moeder heeft zich niet door hun die on-Nederlandse omgeving me toen een paar belangrijke heb ik nooit de vijftiger-jarendingen geleerd. Dat je voor hang naar romantiek sfeer van Nederland gevoeld. Ik jezelf moet opkomen, dat je heb door de verschillende landen gevangen moeten bereid moet zijn conflicten aan waar we woonden van jongs af laten zetten te gaan en dat je voor je eigen aan het verschil tussen culturen
10
11
In India vind ik de mentale vrijheid van vrouwen tegenover mannen heel verrassend beseft. Het is niet dat ik me niet geworteld voel in Nederland. Ik ben ontzettend Nederlands, dat is een soort ijkpunt. Maar in Bombay en Chennai heb ik bijvoorbeeld mijn vriendenkring. Ik heb een paar van die vertrouwde plekken op de wereld, dat is niet beperkt tot Nederland.
best redelijke zeggenschap geven en andere waar het totaal niet zo is. Dan heb je nog de opvattingen van hindoes en moslims. Bij moslims is de achterstelling heel groot. In het noorden van India worden 15 procent minder meisjes dan jongens geboren. Dat tekort leidt ertoe dat meisjes nu worden geroofd door jonge mannen uit naburige gebieden. Vrouwen zijn dan weer de dupe. Het is heel lastig om te voorspellen wat er in India gebeurt met de status van vrouwen, daar spelen te veel dingen door elkaar heen.
U heeft gecombineerd wat voor veel vrouwen een onmogelijke opgave lijkt. In de discussie daarover zijn er twee extreme standpunten. Heleen Mees vindt dat alle moeders een baan moeten hebben. Christien Brinkgreve vindt dat we vrouwen meer tijd moet Wat zouden Nederlandse vrouwen gunnen om ‘moeder te zijn met de kunnen leren van Indiase kinderen’. Ik denk dat tegenwoordig 25 tot vrouwen? Als overheid moet Dit gaat shockerend klinken. 30 procent van de moeders geen Nederlandse vrouwen zouden baan heeft als ze hun eerste kind je ervoor zorgen kunnen leren dat ze zich niet krijgen (feit: 25 procent). Dat dat mensen niet per door hun hang naar romantiek is enorm omlaag gegaan. Men gevangen moeten laten zetten. probeert te blijven werken, definitie worden Het is een algemeen Westmaar ik denk dat het uitmaakt Europees en Amerikaans idee wat iemand doet of wat iemand uitgesloten dat een relatie louter bestaat geleerd heeft. In mijn werk op basis van romantiek. Dat wil je normaal gesproken heel hebben Indiase vrouwen nooit graag actief blijven. Bij mij was dat ook zo, maar ik heb wel altijd een vierdaagse gehad. In India vind ik de mentale vrijheid van werkweek gehad. Mannen hebben daarin veel vrouwen tegenover mannen heel verrassend. minder mogelijkheden. Bij mijn man was dat Vrouwen verwachten helemaal niet dat ze moeten bijvoorbeeld zo, ook al heeft hij zich wel daartegen houden van hun mannen. Ze hoeven zich er niet verzet. Ik heb steeds twee oppassen gehad die bezwaard over te voelen als dat niet zo is. Dat vind elkaar konden afwisselen. Samen vormden wij een ik op zich niet slecht. Ik houd ook van romantiek, absoluut. Maar het maakt je heel kwetsbaar. Ik hecht netwerk om voor de kinderen te zorgen. zou bijvoorbeeld iedere vrouw aanraden niet Laten we de sprong naar India maken. Miljoenen in gemeenschap van goederen te trouwen. Dat vrouwen zijn in India heel erg slecht af: weinig of moet je gewoon nooit doen. Het is beter je bezit geen rechten, uitgehuwelijkt aan oudere mannen en inkomen apart te houden, maar om dat vol te of bestemd voor de prostitutie. Tegelijkertijd prijkt houden in een context van romantiek moet je hier op de 20e plaats van de Forbeslijst 2009 van de 100 sterk in je schoenen staan. machtigste vrouwen op de wereld de Indiase Chanda Kochhar, directeur van de Indiase ICICI Bank. Vanwaar Wat denkt u, hoeveel procent van de 18-jarigen in Nederland zegt later te willen trouwen? zulke tegenstellingen? Er is in India een enorm klassenverschil, maar Ik hoop dat op die leeftijd niet meer dan 30 tot nog belangrijker is het kastensysteem. Per kaste 35 procent dat wil. Op die leeftijd moet je dat heb je variaties in de positie van vrouwen. Je hebt eigenlijk nog niet willen, vind ik. ook sommige lage kastes die vrouwen een betere plaats geven dan anderen. Het varieert ook vanaf De nieuwste cijfers geven aan dat circa 8 van de 10 het noorden naar het zuiden. In de Dravidische twintigjarigen wil trouwen gebieden in het zuiden zijn er kasten die vrouwen Werkelijk? Over romantiek gesproken!
12
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Jan Latten met prominente vrouwen uit onze samenleving waarbij hij ook hun feitenkennis toetst. In de vorige nummers deed hij dat bij Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk, Agnes Jongerius, Joan Ferrier en Mirjam Sterk, in deze uitgave legt hij Isa Baud langs de ‘statistische meetlat’.
13
Ik vind seculier, door de staat gerund onderwijs ontzettend belangrijk. Zeker als het een democratische rechtsstaat betreft In Business World Weekly wordt gereageerd op uw officieel twaalf procent, inofficieel denkt men laatste boek (new forms of urban governance in India). aan vijftien tot twintig procent. Inderdaad zijn Ik lees: ‘All indian cities are now divided into two clear er verschillende rechtssystemen naast elkaar: sections, the elite and middle class and the poor’. moslim- en hindoerecht, maar ook tribaalrecht. Ook in Nederland dreigt tweedeling. Daarom is veel De sharia wordt er uitgevoerd door een raad van wijkvernieuwingsbeleid gericht op meer sociale mix. moslimgeleerden, een institutie die rechtspreekt Maar horen contrasten er misschien gewoon bij? rondom die sharia en familierecht. Die bepalen Een wereld zonder achterstand is een ideaal dat of dat recht heel streng of minder streng wordt waarschijnlijk onbereikbaar is. Maar je kunt wel toegepast. Vrouwen hebben er weinig in te zeggen. aangeven wat het minimumniveau moet zijn in Als individuele vrouw moet je heel erg sterk in termen van huisvesting, inkomen en kwaliteit je schoenen staan en je moet ook de middelen van leven. Als overheid moet je ervoor zorgen dat hebben om te kiezen voor een nationaal seculier mensen niet per definitie worden uitgesloten. In rechtsstelsel. Je moet dan de weerzin en uitstoting Amerika is segregatie praktisch totaal. De Afro- uit je sociale groep trotseren, een extreme Amerikanen in de binnensteden zijn gesegregeerd stap. Ik ben daarom helemaal niet voor allerlei in huisvesting, op de arbeidsmarkt, in scholing en verschillende rechtssystemen in Nederland. ook geografisch, met als gevolg Sociale cohesie is een probleem dat zij daar praktisch niet uit in onze samenleving. U doceert kunnen komen. In India is de Er is in India aan een seculiere universiteit in segregatie veel minder. Arme en Amsterdam. Seculier onderwijs, rijke mensen wonen veel meer een enorm bijzonder onderwijs en sociale door elkaar, omdat ze elkaar functioneel nodig hebben. In klassenverschil, maar binding, ziet u een samenhang? denk dat 80 procent van de principe biedt de stad daar nog nog belangrijker is Ik inwoners van Nederland zich mogelijkheden voor sociale mohet kastensysteem. niet tot een geloof rekent (feit: biliteit. Rohinton Mistry heeft 42 procent). Ik vind seculier, dat beschreven in zijn boek ‘A door de staat gerund onderwijs Fine Balance’. Mensen uit heel ontzettend belangrijk. Zeker als lage kastes, zoals landarbeiders, komen naar Bombay en zien daar veel meer kans het een democratische rechtsstaat betreft. Nieuwe om werk te vinden. Een vorm van sociale mobili- bevolkingsgroepen hebben de oude discussie over bijzonder onderwijs in verhevigde mate doen teit. De mix is daar veel groter. terugkomen, zeer ten onrechte naar mijn smaak. Er zijn in Nederland wijken met hoge concentraties Het benadeelt de sociale cohesie en de kwaliteit allochtone bewoners. Weet u of het percentage wijken van het onderwijs. Bij bijzondere scholen was de met hoge concentratie is toegenomen of afgenomen? kwaliteit wel eens onder de maat. Nu zien we dat Ik denk dat het toeneemt. Er zit een gevaar in. Als dit bij de moslimscholen een enorm probleem kan het zich ontwikkelt richting meer segregatie dan zijn, dat moeten we niet willen. hebben we echt een probleem. Merkt u een andere mentaliteit bij de allerjongste India kent een moslim- en een hindoebevolking. Er lichting studenten? Zijn zij postmaterialistischer of schijnt ook een dubbele rechtspraak te bestaan, met hedonistischer? Studie is maar één van de vele activiteiten, een de mogelijkheid om voor de sharia te kiezen. In het Verenigd Koninkrijk bestaat die mogelijkheid ook. Velen heleboel studenten werken. Dat is een verschil met vroeger. Maar ik zie bij de jongste generatie vrezen dat het ook in Nederland zo ver kan komen. ook dat zij juist weer idealistischer worden en beHoeveel moslims zijn er volgens u in Nederland? Ik denk dat het rond de tien procent zit (feit: 5 reid zijn tot een veel meer mondiale kijk. Ze zijn procent). In India is het percentage moslims veel meer begaan met de wereldproblemen, bij-
statistisch correct). Ik merk zelf dat jongens moeilijker Ik zie bij de jongste samenwerken dan meisjes en ook dat ze soms een andere generatie dat zij juist belangstelling hebben. Je zou daar gebruik van kunnen weer bereid zijn maken. Vrouwen gaan liever naar een klein bedrijf óf ze tot een veel meer zetten hun eigen bedrijf op, mondiale kijk omdat hen dat flexibiliteit biedt. De mannelijke cultuur is Hoeveel procent van de hoger daar minder dominant. Ik denk opgeleide jonge vrouwen die nu daarom dat die hele discussie afstuderen – dus uw studentes over bijvoorbeeld vrouwelijke – blijven in de toekomst kinderloos volgens het CBS? CEO’s, hoofden van besturen en zo, nutteloos Ik denk 15 tot 20 procent (feit: ruim 30 procent). is als er een mannelijke cultuur zit waar veel vrouwen niet in (willen) passen. De overheid Er komen steeds meer onderzoeksresultaten is al veel beter, want daar zie je ook vrouwen waaruit blijkt dat hersenen van mannen en vrouwen doorstromen – ook in hogere regionen – omdat verschillen. Hoe komt het dan toch dat we daarmee daar niet zo’n extreme mannelijke werkcultuur geen rekening willen houden? heerst. Anderzijds, mannen en vrouwen die 2,5 Vrouwen studeren sneller af dan mannen (feit: dag werken, kunnen een carrière echt vergeten. voorbeeld milieu, armoede of ongelijkheid. Ze reizen de wereld over en doen mee aan ontwikkelingsprojecten. Hun blik is breder dan alleen Europa en de rijke landen. Dat vind ik wel een interessant verschil. Het andere dat ik zie is een enorme belangstelling voor de rol van religie, heel frappant.
Score op de statistische meetlat 1
14
2
3
4
5
6
7
8
9
10 15
kort sport
kort sport
1.050 watersportclubs Watersport is een populaire sport. In 2006 telde ons land 1.050 watersportclubs. Deze clubs zijn actief op uiteenlopende gebieden als zeilen, surfen, kanoën, roeien en motorbootvaren. Watersport zit flink in de lift: ten opzichte van 1997 steeg het aantal clubs in deze sector met 10 procent. De toename is vooral te danken aan kano- en roeiverenigingen. Hun aantal nam met 40 procent toe: van 185 verenigingen in 1997 tot 265 verenigingen in 2006. Kano- en roeiverenigingen zagen in dezelfde periode hun ledenaantallen ook stijgen: in totaal nam het aantal leden met 30 procent toe tot 33.000. (Bron: CBS)
1.100 squashbanen
42 procent sport Bewegen is belangrijk. En natuurlijk beweeg je ook als je even naar de bakker fietst, maar mensen die serieus bewegen ruimen apart tijd in voor hun portie lichamelijke ontspanning. In Nederland doet 42 procent van de bevolking gedurende 1 tot 4 uur per week aan lichamelijke sport. 18 procent sport elke week zelfs 5 uur of meer. Zoekend naar de meest fanatieke leeftijdscategorieën zien we dat van de 0- tot 14-jarigen 62 procent 1 tot 4 uur per week sport. Van de 15- tot 19-jarigen sport 33 procent 5 uur of meer per week.
16
Squashen is in korte tijd een populaire sport in Nederland geworden. Het aantal squashbanen groeide dan ook flink: van 370 in 1988 tot 1.400 in 2000. Sindsdien is het aantal squashbanen (dat vooral te vinden is in accommodaties waar ook getennist wordt) echter gedaald naar 1.100 in 2006. Toch blijft deze racketsport het goed doen in ons land: na de World Open voor vrouwen, die dit jaar in september plaatsvond in Nederland, is ons land ook volgend jaar gastheer van de World Open voor mannen en vrouwen. Nu maar hopen dat onze sporters daar medailles gaan halen… (Bron: CBS)
1 op de 7 sportclubleden tennist Tennis is populair. Dat komt omdat iedereen – zowel man als vrouw – deze sport kan beoefenen, zo luidt althans één van de verklaringen voor die populariteit. Nederland telt in totaal 1.840 tennisclubs, waarbij 0,7 miljoen mensen zijn aangesloten. Dat is 14 procent van alle sportclubleden van ons land. Tennisclubs zijn relatief grote clubs: gemiddeld tellen zij (met 400) tweemaal zoveel leden per club dan
een sportclub in het algemeen, die het met gemiddeld 190 leden moet stellen. Tennissen doen we overigens steeds meer onder een dak en steeds minder in de open lucht. Sinds 1994 is het aantal buitenbanen met 24 procent afgenomen. Toch hebben de tennisaccommodaties in ons land nog steeds 5.500 buitenbanen, bijna 80 procent van het totaal aantal tennisbanen. (Bron: CBS)
17
aan het woord...
‘Ik ben altijd blij als de buitendienstmedewerker van het CBS weer komt’ Rebecca Marchetti geeft leiding aan de financiële administratie bij NBD/Biblion. Ze weet dus om te gaan met cijfers, maar houdt ook van letters. ‘Dat kan ook bijna niet anders wanneer je bij zo’n boekenbedrijf werkt.’ Vooral literaire thrillers leest ze graag.
N
REBECCA MARCHETTI werkt 12,5 jaar bij NBD/Biblion. Heel, heel ver in de familie zit Italiaans bloed. Ze houdt van tennis, lezen en kampeert graag op luxe wijze. Pasgeleden bezocht ze voor het eerst de CBS-website. Dat gaat ze zeker nog eens doen.
18
BD/Biblion levert onder andere boeken, cdroms, dvd’s en nog tal van andere producten, zoals databestanden aan bibliotheken en (school)mediatheken. Er is ook een eigen uitgeverij die educatieve uitgaven en vakbladen uitgeeft en een technische afdeling. Rebecca: ‘Die ontwikkelt en bouwt allerlei machines voor de eigen productie van ingebonden boeken en voor bibliotheken. Nieuw is de mediamaat, een machine waarmee de klanten materialen ‘uit de muur’ kunnen lenen.’ Het aanleveren van cijfers aan het CBS kost iedere keer toch wel moeite. ‘De maandindustrie doen we zelf, de jaarproductiestatistiek maken we met hulp van de buitendienstmedewerker van het CBS. Ik ben altijd blij
als hij weer komt! Er wordt best veel gevraagd en op een andere manier dan wij het registreren. Ik vraag me wel eens af waar we dat allemaal voor doen. Aan de andere kant: de berichten in de media over de economie vinden we heel vanzelfsprekend. En die zijn vaak gebaseerd op cijfers van het CBS. Daar draagt het bedrijfsleven dus aan bij. Laatst hadden we ook een enquêtrice van het CBS thuis op bezoek.
Er wordt door het CBS best veel gevraagd op een andere manier dan wij het registreren
Daar had ik helemaal niet zo bij stilgestaan, dat het CBS ook informatie van particulieren verzamelt. Voor dit interview heb ik de site van het CBS bekeken. Daar staat veel interessante informatie op. Ik ga er zeker nog ‘ns op kijken. Misschien zou het CBS wat meer moeten vertellen wat er allemaal bij komt kijken om al die informatie te verzamelen.’ Pasgeleden was Rebecca 12,5 jaar in dienst. ‘Toevallig was ik rond die tijd op vakantie in Spanje. Bij terugkomst was er uiteraard gebak. We hebben luxe gekampeerd aan de Costa Brava, in een stacaravan. Dan heb je comfort, maar ook de gezelligheid van de camping. Dat is vooral voor de kinderen leuk.’ Annemieke Bos
19
cbs-visualisaties
Visualisaties steeds belangrijker, ook bij het CBS
Dat we in een beeldcultuur leven, dat kan iedereen elk moment waarnemen. De krant, vroeger overwegend een letterbrij, is in kleur en met steeds meer beeld. Maar ook de serieuze televisieprogramma’s zoals het Journaal bestaan steeds minder uit een sprekende presentator en steeds meer uit ondersteunend beeld, en in toenemende mate bewegend. Vaak gaat het dan om zogenaamde animaties van schematische voorstellingen. Ze hebben als doel voor de kijker, vaak tegelijk ook in de hoedanigheid van lezer of luisteraar, iets snel duidelijk te maken. Als het gaat om de visualisatie van statistieken kent het CBS een lange traditie. Isotype In een eerdere editie van dit magazine brachten we al eens het werk van Gerd Arntz in beeld,
20
een graficus die in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog furore maakte met zijn reeks linoleum- en houtsneden die uiteindelijk bestond uit meer dan 4000 symbolen, tezamen Isotype genaamd. Zijn symbolen werden over de hele wereld gebruikt en gingen uit van een simpel principe: elk symbool stond voor een bepaald gegeven, bijvoorbeeld mensen, en drukte een hoeveelheid uit. Zo kon een rij van zes symbolen van mensen staan voor zes miljoen mensen. Zijn werk werd uiteindelijk steeds minder gebruikt en de originelen bevonden zich lang in kasten van het Haags Gemeentemuseum tot dat ze met financiële steun van het CBS enige tijd geleden werden gedigitaliseerd. U kunt ze bewonderen op de site www.gerdarntz.org.
21
De medewerkers van de afdeling Grafimedia producties zijn onder andere zeer bedreven in het maken van allerlei soorten diagrammen.
Diagrammen Daarna kwam de periode van diagrammen in allerlei soorten: staven, lijnen, taarten, punten, stromen. Met name de komst van de personal computer stimuleerde de productie van diagrammen. Ze waren door de combinatie van gegevens in spreadsheets immers snel en makkelijk te maken. Het CBS maakt van deze technieken in de publicaties en op de website ruimschoots gebruik.
22
Maar recent is er een tweetal interessante nieuwe ontwikkelingen te zien waarmee het CBS voorop loopt, namelijk: – de interactieve grafiek; – de combinatie van meerdere technieken zoals grafieken, beeld en geluid.
De interactieve grafiek De technieken van het Internet en meer in het bijzonder (voor de kenners) de toepassing van Flash op onze websites maken de mogelijkheden ongekend. Inmiddels heeft het CBS meer dan 10 interactieve presentaties op de website staan en het is de bedoeling dat dit aantal nog flink zal toenemen. De makers stond – en staat – voor ogen dat het voor de gebruiker nuttig (en leuk) is om met CBScijfers te kunnen goochelen.
Omdat het CBS-cijfers zijn klopt de uitkomst altijd, maar door de interactiviteit kunnen vele combinaties worden gemaakt, binnen een paar seconden. De gebruiker kan ‘spelen’ met de aangeboden variabelen, de uitkomst staat steeds direct op het scherm.
23
Wim de Rooij (links) en Cor Pierik zijn nauw betrokken bij de totstandkoming van interactieve grafieken.
Op dit moment zijn er interactieve grafieken met de onderwerpen: – allochtonen; – stand van de conjunctuur; – exportradar; – aspergeteelt; – bevolkingspiramide; – inkomensverdeling; – migratie; – persoonlijke inflatie; – vakantiebestemmingen;
24
– – – –
belastingopbrengsten; internationale handel; werkende moeders; WOZ-waarde woningen.
Zoals u ziet, een zeer breed scala aan onderwerpen en dat is ook de bedoeling. Het CBS laat graag zien dat er gegevens zijn op heel veel terreinen.
Graphic artist Andy Grogan.
De combinatiegrafiek met beeld en/of geluid Begin dit jaar werd een aparte website voor ondernemers (www.cbsvooruwbedrijf.nl) geïntroduceerd. Voor deze site ontwikkelt het CBS op wekelijkse basis visualisaties die bestaan uit beeld, geluid en/of grafieken. Ze worden gemaakt door graphic artist Andy Grogan die voor zijn input (als er sprake is van interviews) samenwerkt met journalist Peter Olsthoorn. Beiden zijn ze freelancers, speciaal voor dit soort klussen ingehuurd.
Maar ook in dit blad treft u de illustraties van Andy Grogan aan bij het cijfermateriaal van het CBS. Hans van Brussel
25
kort IT
kort IT
4
op de 10 werkenden volgt cursus via internet of pc Werknemers die op cursus gaan, hoeven daarvoor steeds minder hun werkplek te verlaten. Vier op de tien mensen volgen een werkgerelateerde opleiding of training via de computer en/of internet. Daarmee is deze laagdrempelige wijze van opleiden goed ingeburgerd in Nederland, al volgt het merendeel van de werknemers nog steeds op de traditionele manier een cursus: op een cursuslocatie en zonder gebruik van internet en computer. Vooral bijscholingen op het gebied van milieu- en arbeidsomstandigheden vinden plaats zonder gebruik van deze middelen. 87 procent van deze opleidingen maakt geen gebruik van internet en pc. (Bron: CBS)
35 procent van patentaanvragen betreft ICT Nederland is een goede bekende van het European Patent Office (EPO). Samen met Duitsland vroeg Nederland in 2004 (deze gegevens komen laat beschikbaar) de meeste patenten aan: ongeveer 400. Ter vergelijking: het gemiddelde van de 27 EU-landen bedraagt 273 aanvragen. Een groot deel van de Nederlandse patentaanvragen (35 procent) ligt op het gebied van ICT. De meeste aanvragen worden gedaan in de categorie computers en kantoormachines, gevolgd door consumentenelektronica en telecommunicatie. Nederland het Silicon Valley van Europa? (Bron: CBS)
1,67
procent van het bbp naar Research & Development Research & Development (R&D) is een belangrijke stimulans voor innovatie en economische groei. Het geld dat bedrijven uitgeven aan R&D is dan ook een directe vorm van investeren in kennisontwikkeling. Daarom zijn cijfers over nationale R&D-uitgaven al decennialang toonaangevende indicatoren van de kenniseconomie. Wat Nederland betreft zijn die cijfers niet al te florissant: uitgaven aan R&D laten de laatste jaren een dalende trend zien. Werd in 1998 nog 1,98 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uitgegeven aan R&D, in 2006 was dit percentage gezakt naar 1,67. De R&Duitgaven in Nederland lagen in 1998 onder het gemiddelde van de (toen nog) 15 EU-landen en ook in 2006 lag Nederland onder het gemiddelde van de 27 landen van de Europese Unie. Europees koploper is overigens Zweden, dat twee keer zoveel geld uitgeeft aan R&D als Nederland. (Bron: CBS)
12 procent van omzet uit e-commerce E-commerce blijft groeien. Zowel particulieren als bedrijven handelen steeds meer via internet. De omzet die bedrijven halen uit elektronische transacties is toegenomen van 3 procent in 1999 tot 12 procent in 2007. Vooral de bedrijfstak vervoer, opslag en communicatie heeft zijn omzetaandeel uit e-commerce flink zien stijgen: van 2 procent van de verkoopwaarde in 1999 naar 20 procent van de verkoopwaarde in 2007. Hiermee wist deze tak zelfs de traditionele koploper (industrie) met 4 procent voor te blijven. (Bron: CBS)
26
27
aan het woord...
‘Pijn verlichten, levens verlengen’ Mensen helpen bij het verlichten van pijn, het herstellen van hun gezondheid en het verlengen van hun leven. Dat is de missie van Medtronic, wereldwijd actief op het gebied van medische technologie. Joost Voncken werkt op de financiële administratie in Heerlen.
‘M
JOOST VONCKEN studeerde bedrijfseconomie en werkt sinds een jaar bij Medtronic. Dat bevalt hem goed. Na het werk speelt hij recreatief badminton en moedigt hij zijn voetbalclub Roda JC aan. Samen met zijn vriendin woont hij in Heerlen.
28
edtronic is gespecialiseerd in allerlei producten en therapieën voor chronisch zieke mensen,’ legt Joost uit. ‘Denk aan pacemakers en defibrillatoren, maar ook aan producten voor de behandeling van Parkinson, pijnbestrijding en diabetes.’ In Heerlen is de verkooporganisatie voor Nederland gevestigd. Ook de divisie informatietechnologie en het financiële servicecentrum voor Europa zijn er te vinden. Daarnaast is er een enorm distributiecentrum van waaruit dagelijks medische producten en onderdelen worden verstuurd naar Europa, het Midden-Oosten, Afrika, Azië, enzovoorts. Joost studeerde bedrijfseconomie aan de HEAO en werkte vervolgens als financieel administrateur bij een hypo-
theekverstrekker. Ruim een jaar geleden solliciteerde hij bij Medtronic. Het bevalt hem er goed. ‘Het is een leuk bedrijf, met veel mogelijkheden. Onze afdeling verzorgt de financiële administratie voor alle vestigingen van Medtronic in Europa. Dat zijn er zo’n 50, zowel verkoopkantoren als fabrieken. Voor de aangiftes aan het CBS ben ik de contactpersoon. We leveren gegevens aan over de in- en uitvoer, omzetten, maar ook over vacatures, research- en developmentactivi-
Vragenlijsten online invullen is toch veel makkelijker?
teiten, innovaties, ICT-bestedingen, enzovoorts. Toen ik hier net begon, was dat allemaal best lastig. Vooral ook omdat Medtronic uit verschillende bv’s bestaat. Welke cijfers wil het CBS precies hebben en welke entiteit wordt bedoeld? Met hulp van het CBS is er een format gemaakt waardoor de statistieken nu vrijwel automatisch worden gegenereerd. Dat scheelt werk en tijd. Het valt me trouwens op dat we veel vragenlijsten nog altijd op papier moeten invullen. Het zou makkelijker zijn als dat meer online kon.’ Joost woont samen met zijn vriendin, die juf is op een basisschool. Een keer per week speelt hij badminton met wat vrienden. Hij kijkt ook graag voetbal. Roda JC is ‘zijn’ club. Annemieke Bos
29
kort reizen
kort reizen Voor 577 miljoen euro aan productie van fietsen Volgens een schattig liedje van Katie Melua zijn er 9 miljoen fietsen in Beijing. Hoeveel tweewielers Nederland telt – inclusief de verroeste exemplaren op de bodems van vele grachten – valt echter niet precies te zeggen. Wat we wél weten, is dat er in ons land 13,6 miljoen fietsbezitters zijn en ons land in 2008 voor 577 miljoen euro aan fietsen produceerde. Dat is ruim 30 procent van het totaal van 1,9 miljard euro in de Europese Unie. Daarmee zijn we op afstand koploper, want de nummer twee (Duitsland) produceert voor ruim 300 miljoen euro aan fietsen. (Bron: CBS)
23.000 hybride auto’s op de weg Het aantal hybride personenauto’s met een Nederlands kenteken is in één jaar tijd (tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2009) verdubbeld naar 23.000. De stijging komt vooral door het zakelijk gebruik: het aantal zakenhybrides nam toe van 3.500 naar ruim 12.000. De stijging is voor een groot deel te danken aan de nieuwe, lagere fiscale bijtelling. Deze is voor hybride auto’s door de overheid verlaagd van 25 naar 14 procent. (Bron: CBS)
30
Luchtpassagiersvervoer daalt met 3 procent We zitten in een recessie en ook de Nederlandse luchthavens hebben daar last van. In de tweede helft van vorig jaar verminderde het aantal vliegtuigpassagiers met 3 procent. In totaal reisden over het gehele jaar 2008 ruim 50 miljoen passagiers via de Nederlandse luchthavens – iets minder dan in het jaar daarvoor. Vooral passagiers van en naar het Verenigd Koninkrijk lieten het met een vermindering van 8 procent afweten. Overigens kan niet alleen de economische recessie als veroorzaker worden aangewezen. Ook de invoering van de vliegtax, die inmiddels alweer is afgeschaft, werkte mee aan de dalende cijfers. De hoeveelheid goederen die door de lucht wordt vervoerd nam in die periode overigens nog forser af en wel met 9 procent. Vooral vanaf september ging het erg hard. Bedroeg de daling van het vervoerde gewicht in september zelf nog 7 procent, in december vorig jaar was dat al opgelopen tot ruim 24 procent. (Bron: CBS)
36 procent lange
buitenlandse vakanties in hotel
Steeds meer Nederlanders die voor een lange vakantie naar het buitenland gaan, kiezen voor een verblijf in een hotel. In 2008 koos 36 procent voor deze logiesvorm. Een flinke stijging ten opzichte van 2002, toen 27 procent de voorkeur gaf aan een hotelbed. Bij korte vakanties in het buitenland is het hotel trouwens nog populairder: vorig jaar boekte 56 procent een hotel, tegenover 51 procent in 2002. Waar vinden we straks nog die ouderwetse Nederlandse kampeerder, met een pruttelend potje bonen op zijn gastoestel? (Bron: CBS)
31
aan het woord...
‘Leveranciers bezoeken in de vakantie voelt niet als werk’ Tamme kastanjes, olijven, pizzasaus, mosterd... de opslagloods van Peter Brugel in Breda staat vol lekkernijen. Brugel importeert deze conserven vanuit de hele wereld en levert ze aan de horecagroothandel in Nederland, België, Ierland en Malta.
H
PETER BRUGEL voorziet de horecagroothandel van de meest smakelijke producten van over de hele wereld. Zelf mag hij er ook graag van genieten. Zijn vrouw en drie kinderen delen zijn enthousiasme en vergezellen hem op ‘werkbezoek’ bij leveranciers in hun favoriete vakantieland Frankrijk.
32
et had niet veel gescheeld of Peter was gebruiker geweest van zijn producten. ‘In de horeca, daar heb ik leren werken! Het is de leukste branche die er is, maar je hebt nauwelijks tijd voor een sociaal leven. Samen met mijn vader ben ik daarom dit bedrijf begonnen, nu 26 jaar geleden. Mijn vader had vroeger een horecagroothandel in groenten en fruit. We weten dus beiden waar we het over hebben.’ De invoer, opslag en overslag van alle conserven loopt doorgaans op rolletjes, al bezorgt de bureaucratische rompslomp Peter nogal eens hoofdbrekens. ‘Zodra je maar een puntje op de i vergeet, blijven de goederen in de haven staan. Dat kost een hoop geld.’ De administra-
tieve verplichtingen die het CBS hem oplegt zijn daarbij vergeleken ‘peanuts’. ‘Een keer per maand en per kwartaal leveren we de gegevens vanuit een speciaal softwareprogramma aan. Dat is nog geen half uur werk. Een telefoontje naar mijn vaste contactpersoon en het is weer in orde. Mocht er een probleem zijn, dan is dat binnen een half uur opgelost.’ Op vakantie in Frankrijk heeft Peter enkele leveranciers bezocht. ‘Dat doe ik altijd. We zijn in de Vaucluse
Ik ken mijn contactpersoon bij het CBS al jaren. Dat is heel prettig
geweest (ratatouillesaus), in de Ardèche (tamme kastanjes) en in Marseille (ansjovis uit Marokko). Mijn gezin vindt dat ook wel leuk. Kijk, je moet de kinderen – twee dochters van 19 en 16, een zoon van 10 – daar geen tien dagen mee vervelen, maar ze vinden het best leuk om te zien hoe flesjes olijfolie worden afgevuld. Het contact met de leveranciers is prettig. Het voelt niet als werk.’ Zelf is hij een groot liefhebber van de producten die hij verhandelt. Lachend: ‘Helaas wel ja, ik moet echt een beetje oppassen soms. Koken doe ik elk weekend en in de vakantie. Meestal iets uit de Franse keuken. Marokkaanse Tagine-recepten probeer ik ook graag uit.’ Annemieke Bos
33
internationaal
Op bezoek bij Insee, het Franse statistiekbureau 34
‘Ach, dat is de generatie van ’68. Die is hier nog volop aanwezig en still going strong.’ Aan het woord is, in vloeiend Engels, JeanPhilippe Cotis, directeurgeneraal van Insee, de Franse tegenhanger van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. Hij reageert op mijn opmerking over de protestposters die, vanaf de straat prominent zichtbaar, voor de ramen van zijn gebouw zijn gehangen door de medewerkers van het Institut National de la Statistique et des Études Economiques.
H
oewel het binnen betrekkelijk rustig is op deze vrijdagmiddag oogt het gebouw van buiten als in rep en roer: de regering Sarkozy heeft besloten dat een deel van de activiteiten wordt verplaatst naar andere steden en de medewerkers zijn het er bepaald niet mee eens. Een deel van hen staat voor de keuze mee te gaan of elders andere uitdagingen te zoeken. In Frankrijk is het dus niet alleen een taakstelling, zoals bij de Nederlandse overheid bezuinigingen worden genoemd, maar ook nog een spreiding.
Sfeer Omdat ik iets te vroeg ben drink ik nog een kopje koffie in een typisch Franse brasserie om de hoek waar, zoals ik me laat vertellen, de medewerkers van Insee het grootste deel van de klantenkring uitmaken. Vanuit de brasserie heb ik goed uitzicht op het Insee-gebouw dat in een typische jaren zeventigstijl is gebouwd en die sfeer ook nog uitademt. Het ligt net buiten het centrum van Parijs en biedt vanaf de hogere etages een vergezicht op de périphérique waar het verkeer, vroeg in de middag, al muurvast staat omdat dit de eerste zogenaamde Zwarte Vrijdag is, ook Frankrijk gaat op vakantie. Terwijl de stad zich opmaakt voor de viering van quatorze juillet – rond de Champs Elysées zijn de tribunes in aanbouw die zullen blijven staan tot na de finish van de Tour de France – vertrekken de burgers naar het platteland en de kust. Schreven we in het vorige nummer van dit magazine nog over de extreme veiligheidseisen toen we in Washington het Census Bureau bezochten, hier in Parijs kunnen
35
Net als in Nederland en België wordt ook in Frankrijk Adolphe Quételet (1796–1874) als een van de grondleggers van de statistiek gezien we, na ons vluchtig aangemeld te hebben, zonder begeleiding onze weg zoeken door het hele gebouw. We beginnen ons bezoek met een gesprek met Pascal Rivière, plaatsvervangend hoofd van de unit Europa en buitenlandse betrekkingen en Alain Desrosières, de al jaren geleden gepensioneerde maar nog zeer gepassioneerde historicus van Insee. Hij brengt er ondanks zijn pensioen nog heel wat uren door, zeker als bezoekers wat meer over de geschiedenis van Insee willen weten.
Geschiedenis Net als in Nederland en België wordt ook in Frankrijk Adolphe Quételet (1796–1874) als een van de grondleggers van de statistiek gezien. De voorloper van Insee werd in 1833 opgericht als Statistique Générale de la France (SGF) met een bezetting van 10 personen. De oprichting viel samen met de wens om volkstellingen uit te voeren en dat gebeurde dan ook dat jaar. In 1907 werd er voor het eerst een consumentenonderzoek gedaan, in 1911 werden voor het eerst detailhandelsprijzen gemeten. In 1941 werd de SGF vervangen door de Service National des Statistiques (SNS) en werden de eerste regionale bureaus geopend, waarvan er ook nu nog 24 zijn. In 1946 veranderde de naam in Institut National de la Statistique et des Études Économiques pour la Métropole et la France d’Outre-Mer. Nog een aantal veranderingen volgden, maar het belangrijkste was toch wel dat in augustus 2008 de Autorité de la Statis-
36
tique Publique werd opgericht waarmee vooral de onafhankelijkheid van de statistiekmakers werd vastgelegd.
beter zijn opgeleid door Insee. Er zijn uitzonderingen maar die zijn schaars.
Topman Cotis Het heden Tegenwoordig telt Insee 6.000 medewerkers, verdeeld over het hoofdkantoor in Parijs en de 24 regionale kantoren. Twee van die regionale kantoren zijn overzees gevestigd, in de Franse koloniën (Guadeloupe, Martinique, Guyana, La Réunion en Mayotte). Ook zijn er, verdeeld over het land, vier computercentra. Daarmee is echter niet de hele populatie van statistici in beeld. Verspreid over meerdere ministeries zijn er nog eens 3.000 in dienst die als gezamenlijk kenmerk hebben dat ze overwegend zijn opgeleid door Insee. Die opleiding loopt als een rode draad door het Franse openbaar bestuur: wie als statisticus of econoom in (semi-) overheidsdienst werkt of wil werken, kan maar
De regering Sarkozy heeft besloten dat een deel van de activiteiten wordt verplaatst naar andere steden en de medewerkers van het Franse statistiekbureau zijn het er bepaald niet mee eens
Later in de middag worden we open en ruimhartig ontvangen door de topman, Jean-Philippe Cotis. Hij heeft er de tijd voor genomen, het is duidelijk dat hij er plezier aan beleeft om geinteresseerde buitenlanders te ontmoeten. Dat blijkt ook niet zo gek te zijn: hij heeft vroeger, werkend voor het Franse ministerie van Financiën en later voor Europa, heel wat gereisd en met name Noord-Europa heeft hij leren waarderen. Zowel privé als professioneel heeft hij Nederland meerdere malen bezocht en wat hem bij ons, maar ook in Scandinavië, enorm beviel waren die karaktereigenschappen die hij als easy going, niet formeel maar wel professioneel en goed georganiseerd, omschrijft. Hij vindt dat zo’n goede mix dat hij, als zich de noodzaak voordeed om in Europees verband teams te vormen om zaken voor elkaar te krijgen, dat bij voorkeur met Noord-Europeanen deed. Dat vinden wij natuurlijk leuk om te horen en nog wel uit zo’n onverwachte hoek. En zo ontspint zich een gesprek dat verder gaat dan alleen de statistiek. Natuurlijk heeft Frankrijk ook zijn integratieproblemen maar als ik daar de taalbarrière noem – in Nederland gezien als misschien wel de belangrijkste oorzaak – brengt hij daar, nogal verrassend, tegenin dat Frankrijk ook grote integratieproblemen kent, maar dat taal daarin geen rol speelt: het overgrote deel van de immigranten komt immers
37
Poster van de Mona Lisa in het Parijse straatbeeld.
Het Louvre met de piramide.
Place du Tertre met zijn kunstenaars.
Kunstwerk van Rodin met op de achtergrond de Dome des Invalides.
uit de voormalige Franse koloniën waarin iedereen, zonder uitzondering, Frans spreekt. We spreken ook over de Verenigde Staten die ruimte bieden aan een veel grotere variëteit van rassen en culturen zonder dat je kunt zeggen dat de problemen daardoor groter zijn. Volgens Cotis is dat ook het grote verschil met Europa: de VS en zijn immigranten zijn veel meer gespitst op de kansen, het perspectief. Een ander verschil met ons land zijn de volkstellingen die in Frankrijk in steden groter dan 10.000 inwoners elk jaar plaatsvinden en daarbuiten (Frankrijk telt 46.000 gemeentes) elke vijf jaar. Daarbij is sprake van een zeer rigide wetgeving. De Fransen – zeker de ’68-generatie – zijn zeer gesteld op hun privacy. Daarover is het in het verleden
38
tot zware aanvaringen met de overheid gekomen. Maar ook al toen in ’40–’45 bleek dat een goede en uitgebreide registratie een rode loper was voor onbedoeld en vooral ook ongewenst gebruik, is het systeem aangepast. En tenslotte verzorgt Insee ook de registraties die hier door de Kamers van Koophandel worden gedaan en de kiezersregistraties.
Parijs Parijs is de hoofdstad, tevens regeringszetel, van Frankrijk. De stad telt circa 2,15 miljoen inwoners (in 1950 waren dat er nog 2,8 miljoen) en ruim 11 miljoen in het hele stedelijke gebied. Als we de banlieue (voorsteden) en de forenzensteden meetellen, is het de grootste stad van Frankrijk en na Londen de grootste
stad van West-Europa. Van alle wereldsteden is Parijs daarnaast altijd een centrum van cultuur geweest. De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Seine. Parijs is gesticht op het Île de la Cité, maar inmiddels zo groot geworden dat het vroegere dorpen in de omgeving opslokte. Parijs bestond al ruimschoots voor Christus. Dat weten we omdat de Romeinen Lutetia, zoals de stad toen werd genoemd, in 52 voor Christus innamen. Later verviel deze naam en kwam Parijs er voor in de plaats, waarschijnlijk vanwege de oorspronkelijke bewoners, de Gallische stam Parissii.
Frankrijk Republique Francaise, oftewel de Republiek Frankrijk, met een oppervlakte van 547.030 km²
(ruim 13 keer Nederland) op het Europese vasteland. Overzee (Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique en Réunion) gaat het om circa 126.000 km². Het is niet eenvoudig om het ontstaan van het land aan een tijdstip te koppelen. Vaak wordt de Romeinse bezetting (circa 50 voor Christus) van Gallië als zo’n moment gezien. Toen in 843 na Christus West-Francië, Francia Occidentalis of West-Frankenrijk ontstond, werd bij het verdrag van Verdun het Frankische Rijk in ongeveer drie gelijke delen verdeeld over de drie zonen van Lodewijk de Vrome. Karel de Kale werd koning van het westelijke deel. Het koninkrijk West-Francië ligt ten grondslag aan het Franse Koninkrijk dat tot aan de Franse Revolutie bestond en waaruit de huidige Fran-
se Republiek voortgekomen is. Vanaf het jaar 987 wordt ook gesproken van Frankrijk. Het is het op twee na grootste land van Europa met circa 60 miljoen inwoners. Officieel is, met ruim 70 procent, het grootste deel van het land Rooms Katholiek, maar minder dan 5 Terrasjes bij de Notre Dame. procent daarvan zegt ook regelmatig de kerk vijf miljoen. Het land telt 100 te bezoeken. Daarentegen groeit departementen, ook een kolonie de moslimbevolking, net als in als Gyuana wordt zo genoemd. andere West-Europese landen, relatief snel tot nu al meer dan Hans van Brussel
39
kort culinair
kort culinair
27 miljoen appelbomen Snoep verstandig, eet een appel. Van deze vrucht hebben we genoeg exemplaren in Nederland. In totaal telt ons land 9.302 hectare aan appelboomgaarden, waarop 27 miljoen appelbomen staan. Is dat veel? Het is in elk geval minder dan in het verleden, want in 1992 was er nog 16.983 hectare aan appelboomgaarden. Traditionele appelrassen als Golden Delicious en Cox’s Orange hebben het moeilijk en verliezen steeds meer terrein. In plaats daarvan bijten we steeds liever in een Kanzi, Junami of Rubens – nieuwe rassen die in vijf jaar tijd een teeltoppervlakte hebben weten op te bouwen van 934 hectare. (Bron: CBS)
Voedingsmiddelen tot 18,5 procent in prijs gestegen
68.800 hectare aardappelen Wat is lekkerder: een aardappel van zandgrond of een aardappel van kleigrond? Dat is een kwestie van smaak. Kenners zeggen dat aardappelen van kleigrond bloemig koken en dat aardappelen van zandgrond wat steviger koken. De bloemig kokende aardappel komt in ons land in elk geval vaker voor dan zijn wat stuggere broertje. Nederland telt 48.600 hectare aan kleigrond waarin consumptieaardappelen worden gekweekt en 20.200 hectare aan zand/veengrond met aardappelen. (Bron: CBS)
40
Kniertje, de vissersweduwe uit het beroemde toneelstuk van Herman Heijermans, vond dat de vis duur betaald werd. Tegenwoordig geldt dat vooral voor de voedingsmiddelen rijst, soepen en bouillons, vruchten op sap, vruchtenmoes, mineraalwater, bier, diepvriesgroenten en – inderdaad – houdbare vis. Deze producten zijn het laatste jaar flink in prijs gestegen. De allergrootste stijgers zijn rijst, soepen en bouillons, die in vergelijking met vorig jaar tot wel 18,5 procent in prijs omhoog zijn gegaan. (Bron: CBS)
21,2 miljoen kilo kasaardbeien Aardbeien zijn niet alleen lekker, maar ook heel gezond. Ze bevatten veel vitamine C. In Nederland kweken we steeds meer van deze zoete lekkernij, vooral in kassen. In 2008 was de oogst van aardbeien uit de kas voor het eerst groter dan de opbrengst van de volle grond. Onder glas en in tunnels werd 21,2 miljoen kilo gekweekt, terwijl de oogst van de volle grond
uitkwam op 21,0 miljoen kilo. De teeltoppervlakte van volle grondaardbeien groeit overigens al jaren niet meer. Sinds 1998 heeft deze zich gestabiliseerd rond de 1.350 hectare. De oppervlakte aan kassen is echter gegroeid in de loop der jaren. In 1998 was er nog sprake van 170 hectare, in 2008 was dat opgelopen tot 269 hectare. (Bron: CBS)
41
aan het woord...
‘Cijfers kun je op allerlei manieren interpreteren’ Het was geen jongensdroom van Jos Meijer om bij de KLM te gaan werken. Het liefst was hij geoloog geworden, maar hij bleek niet goed in de exacte vakken. Aan het einde van zijn studie rechten begon hij bij de KLM als zomersteward en is er gebleven.
J
JOS MEIJER was het liefst geoloog geworden, maar kwam uiteindelijk in de boeiende wereld van de KLM terecht. Daar werkt hij nu 25 jaar, de laatste 8 jaar als Director Legislation. Jos woont in Aalsmeer, is getrouwd en heeft twee kinderen.
42
os Meijer is nu Director Legislation bij KLM Cargo. Hij houdt zich bezig met het beleid, de wetgeving, de vergunningen en allerlei andere zaken rond de in- en uitvoer van goederen. Jos is een voorstander van open communicatie. Met de douane bijvoorbeeld, waarmee hij uiteraard veel contact heeft. ‘Zowel de KLM als de douane hebben te maken met veranderende wetgeving. De rol van de douane is bovendien verschoven. De nadruk ligt nu op security. Wij zijn ook betrokken bij de wetgeving rondom die verschuiving. Het is zaak onze belangen en die van de douane op elkaar af te stemmen. Dat lukt goed, we hebben een prima relatie.’ Ook met het CBS is de verstandhouding goed. ‘Het CBS vraagt veel informatie van
ons. Dat is een administratieve belasting, maar we beseffen de noodzaak. We willen er dan ook aan meewerken, waarbij we het graag zo inrichten dat het voor ons ook goed te realiseren is. Dan moet je duidelijk communiceren, over en weer. Dat gebeurt ook. De analisten van het CBS weten mijn mensen te vinden bij inhoudelijke vragen. Een keer per jaar bespreken we de gang van zaken, samen met de klantcoör-
Het is handig te weten wat de cijfers betekenen, dan gaat de informatie leven
dinator van het CBS en van de douane. Cijfers kun je op allerlei manieren interpreteren. Het is handig om te weten waarover we praten, zodat de informatie gaat leven. Dan kan het CBS er ook iets mee.’ Naast zijn drukke baan, waarvoor hij ook regelmatig in Den Haag en Brussel moet zijn, besteedt Jos graag veel tijd aan zijn gezin met een dochter van 11 en een zoon van bijna 9. ‘Ik ga regelmatig met hen zeilen, vooral mijn dochter vindt dat leuk. Ze zitten daarnaast ook op scouting, atletiek en hockey. Tot voor kort was ik voorzitter van het schoolbestuur van de katholieke basisscholen in Aalsmeer. Dat heb ik 6 jaar gedaan.’ Annemieke Bos
43
historie
Vijfendertig jaar CBS Heerlen
CBS in aanbouw, 1977.
Uitbreiding van het CBS Heerlen in 1983.
Ontstaansgeschiedenis van het CBS in Zuid-Limburg
S
inds 1975 is het CBS in Heerlen gevestigd. Dit gebeurde naar aanleiding van de sluiting van de mijnen. Omdat al snel duidelijk werd dat de toendertijd aanwezige mogelijkheden op het gebied van de huisvesting onvoldoende waren om op termijn ruim 1.100 CBS’ers te huisvesten, werd besloten voor de CBS-vestiging een geheel nieuw gebouw te ontwerpen en bouwen. Dat gebouw heeft inmiddels zijn langste tijd gehad en de medewerkers van het CBS hebben inmiddels een spiksplinternieuw gebouw betrokken. Over het ontstaan van het CBS in Heerlen gaat dit artikel.
Afgraving van de kolenberg van de Oranje Nassau-1 in Heerlen, waar nu het nieuwe CBS gehuisvest is.
44
Minister Terlouw slaat de eerste paal voor de uitbreiding van het Heerlense CBS in 1982.
De komst van het CBS in Heerlen was een regeringsbesluit van het toenmalige kabinet Den Uyl. Door de sluiting van de Limburgse mijnen moest gezorgd worden voor vervangende werkgelegenheid. Daarmee deed het spreidingsbeleid zijn intrede. Overheidsdiensten werden overgebracht naar economisch zwakke regio’s zoals Limburg. Een van de eerste en grootste werkgevers was in 1970 het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, vier jaar later volgde het CBS. De eerste pioniers namen op 1 mei 1974 hun intrek in het voormalig directiegebouw van de Oranje Nassaumijnen I. Henny Hueting, voormalig chef personeelszaken Heerlen, was één van hen. ‘Toen de spreiding een feit werd, hebben we in Voorburg allerlei werk-
groepen opgericht om zaken voor te bereiden. We inventariseerden wie wel en niet naar Limburg wilde. Er kwam een kleine kern van mensen uit het westen naar Heerlen om de basis te leggen voor het nieuwe Bureau.’
Selectie-eisen Hueting herinnert zich nog precies hoe het allemaal ging. ‘We trokken er meerdere dagen voor uit om sollicitanten te ontvangen, de hele dag door. We hebben onze selectie-eisen gelukkig volledig kunnen handhaven. Dat was in het belang van het CBS én de kandidaten die zich meldden. Het waren overigens niet alleen ex-mijnwerkers die solliciteerden, maar ook gegadigden uit de vrije markt. Tijdens de sollicitatiegesprekken waren we zo openhartig mogelijk, zeker als er enige twijfel rees of iemand op kantoor wel zou kunnen wennen. ’s Avonds in het hotel gingen we dan de lijsten na en maakten we meteen een keuze. De mensen kregen dan onmiddellijk een mededeling dat ze konden beginnen. We begonnen met de afdeling registers en de afdeling buitenlandse handel.’
Veel respect voor ex-mijnwerkers Er kwamen meer en meer mensen uit Voorburg naar Heerlen om de nieuwkomers in te werken. Men kreeg vaste taken. Zo ontstonden groepjes
45
Henny Hueting, voormalig chef personeelszaken in Heerlen, maakte de opbouw van het CBS in het zuiden van nabij mee.
rondom chefs, nieuwe kernen die zich gaandeweg uitbreidden waardoor alsmaar meer Limburgers aan de slag konden. ‘Waar we veel moeite meehadden was met het aantrekken van academici. Er was toen nog geen universiteit in Maastricht,’ aldus Hueting. Hij wil nog eens benadrukken dat hij veel respect had voor de ex-mijnwerkers die bij het CBS kwamen werken. ‘Het was voor hen beslist geen eenvoudige zaak. Ze waren hun baan kwijt en een schriller contrast tussen het werk dat ze hadden en dat wat ze bij ons moesten doen, was nauwelijks denkbaar. Bovendien gingen ze er in salaris meestal op achteruit, want het werk in de mijnen werd behoorlijk betaald. Bij ons moesten ze helemaal opnieuw beginnen. Het mag dus nog weleens hardop gezegd worden hoe bewonderenswaardig het was dat praktisch niemand afhaakte.’
Hard werken
Vanaf november 1978 namen de CBS’ers hun intrek in het nieuwe gebouw, dat een jaar later officieel door prinses Beatrix werd geopend.
Eind 1974 werkten er bij het CBS reeds 152 medewerkers. In datzelfde jaar kreeg architect Snelder opdracht om voor het terrein van de Oranje Nassau-I een ontwerp voor nieuwbouw te maken. Om de toevloed van personeel tijdelijk op te vangen werden begin 1975 paviljoens neergezet. Toen eind 1975 de nieuwbouw startte, waren reeds 643 personen bij de Heerlense vestiging werkzaam. Hueting: ‘Wat ik me vooral herinner uit die eerste jaren: hard werken, constant in de weer zijn, hele lange dagen maken. Het groeide en het groeide en het ging goed. Dat was bevredigend. We werkten met veel plezier en hadden al snel een leuke ploeg mensen bij elkaar.’
Botsende culturen Formulieren stempelen voor de statistiek van de buitenlandse handel.
46
Ook André Amkreutz was één van de pioniers die meehielp het CBS in Heerlen op te zetten. Afkomstig van het ABP, waar hij als chef van de salarisadministratie werkzaam was, werd hij in 1974 aangenomen bij het CBS in Voorburg. Samen met een aantal collega’s kreeg hij de opdracht in Voorburg en Heerlen een afdeling personeelszaken nieuwe stijl op te zetten. Net als Hueting bestond zijn werk in de eerste periode vooral uit het aannemen van personeel voor de naar Heerlen overgeplaatste hoofdafdelingen buitenlandse handel en verkeer en vervoer. ‘Er kwamen veel mijnwerkers binnen. Die mensen waren gewend heel hard te werken. Hun cultuur botste in het begin met de ambtenarencultuur. Ook in hun werk moesten ze een hele omslag maken: van het zware werk in de mijnen kwamen ze achter een bureau terecht en moesten ze leren werken met een P7000. Dat leverde
veel stress op.’ André vertelt lachend een anekdote. ‘Menig toetsenbord dat door de voormalige mijnwerkers werd gebruikt, was geen lang leven beschoren. Met dezelfde kracht waarmee ze in de mijnen mokerslagen uitdeelden, behandelden ze in het begin ook het toetsenbord. Regelmatig braken die dingen in tweeën.’
Weekend vieren Buitengewoon lovend is André over de rol van de toenmalige bedrijfsmaatschappelijk werkster, Gon Engelen. Zij was ruim 20 jaar bedrijfsmaatschappelijk werkster bij de Oranje Nassaumijnen toen ze in 1975 bij het CBS in dienst trad. ‘Juffrouw Engelen bracht een uitstekend netwerk met zich mee en had een hele goede reputatie. Zij regelde heel veel voor de CBS’ers. Zo nam zij de mensen die vanuit Voorburg naar Limburg wilde verhuizen in haar auto mee naar nieuwbouwwijken in Heerlen en omstreken, op zoek naar geschikte woonruimte.’ Als personeelsconsulent was André medio jaren zeventig vaak op de afdelingen te vinden. Hij was aanspreekpunt voor chefs én medewerkers. ‘We hebben veel tijd gestoken in het begeleiden van de nieuwe chefs die vanuit Voorburg naar Heerlen kwamen. In het begin hadden die het zwaar. Ze moesten wennen aan een andere cultuur en ook de taal was voor menigeen een probleem. Er waren mijnwerkers die alleen dialect spraken, wat contact bemoeilijkte. Daarnaast moesten ze ook mensen opleiden en de kneepjes van het statistische vak bijbrengen. Dat leverde allemaal veel spanningen op.’ Maar er waren natuurlijk ook leuke momenten. André herinnert zich de vrijdagmiddagen. ‘Dan werd gevierd dat het weekend in aantocht was en trok een vrolijke stoet musicerende CBS’ers als een harmonie door het gebouw.’
Opnieuw leren schrijven Sjef Luckers begon op 14-jarige leeftijd met een opleiding aan de ondergrondse vakschool en het werken in de mijn. Eerst bij de Oranje Nassau-4, daarna bij de Oranje Nassau-3. Zijn carrière als mijnwerker eindigde in december 1974 bij de sluiting van de Oranje Nassau-1 (Die mijn stond op het terrein waar nu het nieuwe CBS gehuisvest is, redactie). Toen begon zijn zoektocht naar nieuw werk. Met de gedachte dat hij bij LIPS aan de slag kon, startte hij een opleiding tot bankwerker. Nog tijdens zijn opleiding werd bij LIPS een personeelsstop ingesteld, waardoor hij zijn toekomstige baan in rook zag opgaan. Gelukkig werd hij getipt dat het CBS op zoek was naar medewerkers. Hij solliciteerde en
47
werd aangenomen. ‘Op 1 september 1976 ben ik als schrijver bij het CBS begonnen, ik werkte aan de Arbeidskrachtentelling.’ Hij weet nog goed dat hij in de eerste weken bij het CBS opnieuw moest leren schrijven, omdat de computer de gecodeerde vragenlijsten anders niet kon inlezen. ‘Ik heb toen wel even gedacht: waar ben ik aan begonnen?’
Hechte gemeenschap van ‘koelpieten’ Het nieuwe leven wende echter snel. ‘In de mijn moesten we heel hard werken, bij het CBS waren betere werkomstandigheden. Zeker in het begin was er nog niet zoveel te doen. Ik was dan ook verrast dat mijn eerste maandsalaris 100 gulden meer was dan ik maandelijks in de mijn kreeg.’ Ondanks dat Sjef bij het CBS de hechte gemeenschap van de ‘koelpieten’ miste, kon hij al gauw de voordelen waarderen. ‘Je had meer vrije tijd en was ’s avonds minder moe. Ambtenaren hadden in die tijd ook bepaalde voordelen. Zo mocht je bij de tandarts vaak vóór andere patiënten, omdat je ambtenaar was en daardoor particulier verzekerd.’ Lachend vertelt Sjef dat hij bij het CBS in kostuum verscheen, heel anders dan het mijnwerkerstenue dat hij gewend was. Inmiddels heeft hij gedurende meer dan 30 jaar veel verschillende banen bij het statistiekbureau gehad, waar hij met veel voldoening op terugkijkt.
Met een speciale bus naar Limburg
Rustiger en gemoedelijker
Vanaf november 1978 namen de CBS’ers hun intrek in het nieuwe gebouw, dat op 26 september 1979 officieel door prinses Beatrix werd geopend. De vestiging Heerlen nam zo snel in omvang toe dat een jaar later een uitbreiding van de nieuwbouw ter hand werd genomen. In 1984 vond de officiële opening plaats door minister Van Aardenne. Marathonlopers van het CBS brachten hem vanuit Voorburg de fakkel waarmee hij ter opening op de waterpartij van het Heerlense CBS een vuur ontstak. Onder directeur-generaal Begeer, die in 1977 aantrad, kwam de voltooiing van de nieuwbouw te Heerlen tot stand. De overplaatsing van onderdelen van de Voorburgse vestiging naar Heerlen zou tot in de tweede helft van de jaren tachtig duren. Dit hing samen met een evenwichtige verdeling van de groei van de statistieken over beide vestigingen.
Lex de Vos is één van de CBS’ers die vanuit het CBS Voorburg naar Heerlen verhuisde. ‘Het begon eigenlijk allemaal al in 1971. Door de sluiting van de mijnen besloot het kabinet dat het gehele CBS zou worden overgeplaatst naar Heerlen. Dat besluit werd gedeeltelijk teruggedraaid door een grote demonstratie van het CBS-personeel op het Malieveld in Den Haag. Uiteindelijk werd slechts een deel van het CBS naar Heerlen overgeplaatst en kon het personeel op basis van vrijwilligheid mee.’ Lex en zijn collega’s brachten met een speciale bus een bezoek aan Limburg om te kijken of ze er konden wonen en werken. ‘Limburg heeft toen een enorme indruk op mij gemaakt. We konden ook al snel een mooie eengezinswoning voor 300 gulSjef Luckers met een foto van hemzelf als den per maand huren. Toen was ‘koelpiet’. de keuze snel gemaakt.’
48
NIEUWE CBS HEERLEN VERWARMD EN GEKOELD MET MIJNWATER De oude kolenmijnen, die Heerlen eens tot de belangrijkste energieleverancier van Nederland maakten, zijn na jaren van min of meer bewuste vergetelheid opnieuw belangrijk geworden voor de stad. Waarom zult u zich afvragen? Het nieuwe CBS Heerlen wordt namelijk verwarmd en gekoeld met water uit de vroegere mijnen. Nadat de mijnen in de jaren zeventig werden gesloten zijn de gangen vol gelopen met grondwater. Het onder de stad Heerlen lopende kilometerslange mijngangenstelsel is op sommige plaatsen 700 meter diep en bereikt daar een temperatuur van plusminus 30 graden celsius. De gangen die minder diep liggen, geven iets minder warmte, circa 20 graden celsius. Dit is een zeer bijzondere en bruikbare energiebron om het nieuwe statistiekgebouw aan de CBS-weg nummer 11 te verwarmen en te koelen.
Lex werkte in Voorburg bij de hoofdafdeling industrie, maar die hoofdafdeling werd medio jaren zeventig niet naar Heerlen overgeplaatst. De afdeling buitenlandse handel wel en daar kon Lex aan de slag. ‘Mijn vrouw – die ook bij het CBS werkte – en ik zijn in 1975 verhuisd naar Heerlen. Vanaf het begin beviel het heel goed. We zijn lid geworden van een atletiekvereniging en de Limburgers deden erg veel moeite ons te laten wennen. We hadden een prachtige woning en waren binnen 10 minuten op ons werk. Geen lange reistijden zoals in de randstad en ook geen files. Het leven in Limburg is ook veel rustiger en gemoedelijker. We hebben nooit spijt van onze overstap gehad. Ook onze 3 kinderen voelen zich hier in Limburg helemaal thuis.’ Ondanks zijn eigen goede ervaringen begrijpt Lex dat er collega’s zijn, die wél spijt van hun verhuizing naar Limburg hadden en terugkeerden. ‘Het ging vaak mis bij partners, waarvan de man werkte en de vrouw thuis zat. Door de taal maakte de vrouw moeilijk contact en raakte ze geïsoleerd.’
Miriam van der Sangen
André Amkreutz was één van de pioniers die meehielp het CBS in Heerlen op te zetten.
Lex de Vos verhuisde vanuit Voorburg naar Heerlen om er te wonen en werken.
49
kort actueel
kort actueel
1.571 brandweervrouwen Het is hét voorbeeld van vrouwenemancipatie: de brandweervrouw die haar mannetje staat. Alleen, deze groep brandweerlieden groeit niet meer. Na de aanhoudende groei sinds 2000 is het totaal aantal brandweervrouwen (beroepskrachten en vrijwilligers bij elkaar opgeteld) gestabiliseerd op een aantal van 1.571. Daarmee doen de vrouwelijke spuitgasten het verhoudingsgewijs wel beter dan hun mannelijke collega’s, want in de periode 2000–2009 is het aantal brandweermannen met gemiddeld 0,5 procent per jaar gedaald (Nederland telt nu 24.966 brandweermannen). Branden blussen blijft dus – ondanks de vrouwenemancipatie – vooral mannenwerk. (Bron: CBS)
3,6 miljoen eenpersoonshuishoudens Het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland blijft groeien. In 2050 zullen er 1 miljoen alleenwonenden bij zijn gekomen en staat de teller op 3,6 miljoen. Vooral het aantal alleenwonende 65-plussers zal sterk toenemen. Ouderen blijven vaker dan jongeren alleen achter doordat hun partner overlijdt of naar een zorginstelling gaat. Procentueel betekent de toename dat in 2050 bijna de helft (44 procent) van de huishoudens uit één persoon bestaat. Nu is dat nog ruim een derde. Zullen we straks nog steeds spreken over het gezin als ‘hoeksteen van de samenleving’? (Bron: CBS)
50
31 procent hoger opgeleiden We leven in een kenniseconomie en dus is een hoog opleidingsniveau van cruciaal belang. Het is daarom goed om te weten dat het Nederlandse onderwijsniveau hoger is dan het gemiddelde niveau in de Europese Unie. In 2007 had 31 procent van de 25- tot 64-jarigen in Nederland een diploma in het hoger onderwijs behaald – tegen een EU25gemiddelde van bijna 25 procent. Europese topper is echter Finland, dat met 36 procent het hoogste aantal hoger opgeleiden heeft. We moeten trouwens wel ons best blijven doen, want verschillende nieuwkomers binnen de Europese Unie hebben flinke aantallen knappe koppen. Estland staat al boven ons met 33 procent. (Bron: CBS)
Eén op de twintig Nederlanders bang voor inbraak Bang voor een inbraak in uw huis? U bent (lang) niet de enige. Ruim één op de twintig Nederlanders denkt namelijk dat de kans op een inbraak in hun huis groot tot zeer groot is. Gelukkig komen bange verwachtingen niet altijd uit: het blijkt namelijk dat bij ruim één op de honderd in 2008 daadwerkelijk is ingebroken en dat bij een vergelijkbaar percentage een mislukte poging tot inbraak werd
gedaan. Ook de verwachting van bewoners dat inbrekers vooral in het donker werken, strookt niet met de werkelijkheid. In heel slecht verlichte buurten wordt namelijk ‘slechts’ twee keer zo vaak ingebroken als in heel goed verlichte buurten. Het ‘aanmoedigende’ effect van duisternis blijkt daarmee dus minder groot te zijn dan je zou denken. (Bron: CBS)
51
recente CBS-publicaties
recente CBS-publicaties
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 P-2 978-90-357-2008-4 0168-3489 € 48,85 (exclusief administratieen verzendkosten)
Nationale rekeningen 2008
Vakanties van Nederlanders 2008
De Nationale rekeningen vormen de officiële overzichtsstatistiek van de nationale economie. Het nationaal inkomen, de economische groei, het tekort of overschot van de overheid en de werkgelegenheid zijn voorbeelden van gegevens uit deze publicatie. Aan deze publicatie is een bijlage toegevoegd over de staatsinterventies bij financiële instellingen.
In het vakantiejaar 2008 trokken 12,5 miljoen Nederlanders er voor een korte of lange vakantie op uit. Ze waren goed voor 35,9 miljoen vakanties. Bij de helft van deze vakanties bleef men in eigen land. Voor buitenlandse vakanties is Frankrijk nog steeds bestemming nummer 1.
52
[email protected] (045) 570 62 68 G-72 978-90-357-1936-1 1382-5917 € 35,40 (exclusief administratieen verzendkosten)
53
recente CBS-publicaties
recente CBS-publicaties
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: Prijs:
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 E-16 978-90-357-1913-2 € 31,40 (exclusief administratieen verzendkosten)
Religie aan het begin van de 21ste eeuw
De Nederlandse economie 2008
In de publicatie ‘Religie aan het begin van de 21ste eeuw’ wordt ingegaan op actuele gegevens over religie in het perspectief van sociale samenhang.
In de reeks ‘De Nederlandse economie’ geeft het CBS elk jaar de stand van zaken op het terrein van onder meer de productie, investeringen, handel, consumptie, inflatie en de arbeidsmarkt. Verder wordt door middel van thema-artikelen nader stilgestaan bij actuele economische onderwerpen.
54
[email protected] (045) 570 62 68 P-19 978-90-357-2038-1 1386-1042 € 16,85 (exclusief administratieen verzendkosten)
55