HEPATITIS, teken een contract voor het leven...
B
A
Inleiding
Hepatitis A, Hepatitis B, Hepatitis A en hepatitis B tasten de lever in verschillende mate aan, maar het hepatitis A en het hepatitis B virus gedragen zich helemaal niet op dezelfde manier. Beide virussen moeten wel onder controle komen en hun incidentie moet gereduceerd worden, zo zegt dokter Pierre Van Damme van de universiteit Antwerpen.
Hepatitis A «In België heeft de helft van de 35-plussers en bijna 3/4 van de 55-plussers op een of ander
ogenblik hepatitis A gehad, terwijl niet meer dan 10 à 15% van de 20-jarigen hepatitis A had, meestal onopgemerkt. Men neemt aan dat de grootste bron van hepatitis A mensen zijn die een reis gemaakt hebben of een besmet voedingsmiddel aten (na
Anti-HAV prevalentie in functie van de leeftijd 100
elk toiletbezoek moeten de han-
Anti-HAV prevalentie (%)
90
den gewassen worden).
80
Niet-Belgen
70
Hepatitis A is bij kinderen meest-
Belgen
60
al een goedaardige aandoening
50
ziekenhuispersoneel
40
lang niet het geval bij volwasse-
30
nen. Bij hen kan de ziekte inva-
20
liderend zijn en bij sommigen
10 0 Leeftijdsgroep ➠ (jaren)
zonder symptomen, maar dat is
heeft de ziekte aanzienlijke ▲
▲
▲
▲
▲
▲
▲
0-14
15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
<65
gevolgen op de levenskwaliteit. Het herstel kan verschillende
www.iph.fgov.be
maanden in beslag nemen en in bepaalde gevallen is er een risico op overlijden (1/1000). Dat is vooral het geval bij een hepatitis A infectie boven de leeftijd van 40 jaar. Elementaire hygiënische maatregelen moeten in acht genomen worden om besmetting te vermijden. Die maatregelen volstaan niet, alleen vaccinatie zorgt voor doeltreffende en duurzame bescherming.».
2
Inleiding
voorkomen is beter… Hepatitis B Zowat 800.000 Belgen hadden al hepatitis B en 80.000 Belgen zijn drager van het virus. Het hepatitis B virus is een geniepig virus dat zich anders gedraagt bij kinderen dan bij volwassenen. Bij hepatitis B is er ook een groot risico op evolutie naar chronische hepatitis. «Dragerschap van hepatitis B na het doormaken van een hepatitis B infectie komt heel vaak
voor bij pasgeborenen van een besmette moeder (tot 90%) en bij kindjes (50% tot en met de vijfjarigen). Volwassenen hebben er veel minder vaak last van (10%). Maar het grootste risico van hepatitis B is de evolutie naar cirrose en de verwikkelingen die dat met zich meebrengt. Na een besmetting met
Seroprevalentie van anti-HAV en HBV
het hepatitis B virus en ontwikkelen van dragerschap heeft
in functie van de leeftijd 100 90
nog ernstiger maken (te hoge alcoholconsumptie, overge-
80
wicht, enz.). En dan is er ook nog het risico op leverkanker (hepatocellulair carcinoom) dat niet gering is; het bedraagt op jaarbasis 2 à 5%. Het is dan ook duidelijk dat preventie van het allergrootste belang is. Preventie kan door bescherming te gebruiken bij
Positieve anti-HAV (%)
ongeveer 20% van de patiënten na twintig jaar een risico op cirrose, temeer omdat er factoren zijn die de leveraandoening
doeltreffend dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO)
anti-HAV
60 50 40 30 20
HBV-pos
10
seksuele contacten, door risicoreductie bij intraveneuze druggebruikers en vooral door vaccinatie. Het vaccin is dermate
70
0 Leeftijdsgroep ➠ (jaren)
massale vaccinatie aanbeveelt voor alle pasgeborenen of zui-
▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ ▲ <15 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 ≥65 European Journal of Epidemiology 13:275-280,1997.
gelingen en/of adolescenten in de wereld, afhankelijk van het voorkomen van hepatitis B. Bovendien is vaccinatie ook aangewezen voor bepaalde risicogroepen (gezondheidswerkers, reizigers, mensen die samenleven met een besmette patiënt, druggebruikers, mensen met verschillende seksuele partners, enz.). De bescherming na vaccinatie is levenslang bij gezonde mensen.»
3
A
Hepatitis A Hepatitis A is de meest verspreide virale hepatitis, maar hepatitis A wordt nooit chronisch en evolueert zelden naar ernstige en dodelijke vormen van de ziekte (zoals bijvoorbeeld fulminante hepatitis).
Hoe wordt de ziekte veroorzaakt? Het Hepatitis A Virus (HAV) veroorzaakt hepatitis A. Door het organisme te besmetten, valt het virus de lever aan die dan gaat ontsteken en slecht functioneren.
Hoe besmet het HAV de mens? Het hepatitis A virus wordt alleen doorgegeven via de spijsvertering (feco-oraal contact). De mens kan besmet geraken door voedingsmiddelen afkomstig van een bodem met menselijke uitwerpselen, besmette zeevruchten en niet geschilde
groenten of fruit. Gebrekkige hygiënische omstandigheden, maar ook contact met handen die in aanraking kwamen met ontlasting (in een familie, een kinderdagverblijf, een school, enz.) kunnen voor besmetting met het HAV zorgen. Besmetting kan ook overgaan van persoon op persoon wanneer een van beide besmet is met het virus (leden van eenzelfde familie, kinderen op school, seksuele partners via oro-anale seks, enz.).
Het HAV is een erg resistent virus. Het kan bijvoorbeeld tien dagen overleven in uitwerpselen en verschillende jaren in een diepvriezer (1). De resistentie van het virus verhoogt dan ook de kans op besmetting. Waar kan je het HAV oplopen?
Besmetting door voedsel of drank in het buitenland water (kraantjeswater) water uit niet verzegelde flessen I zeevruchten I sla (gewassen met kraantjeswater) I niet geschilde rauwe groenten en fruit I ijsblokjes, ijsroom I I
4
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kan je het HAV niet alleen in het buitenland oplopen. Het virus is aanwezig op alle plekken waar de hygiëne te wensen overlaat. Dankzij verbeterde hygiëne en levensomstandigheden is het aantal infecties met hepatitis A aanzienlijk gedaald in België
Risicogebieden Afrika I Zuid-Oost Azië I Het middellandse zeegebied (Noord-Afrika) I Oost-Europa I Het Midden Oosten I Zuid- en Centraal-Amerika I Mexico I Een deel van de Caraïben I
Wat gebeurt er wanneer het virus de mens besmet? Wanneer de mens besmet geraakt met het HAV gaat de lever ontsteken en slecht functioneren. Maar in veel gevallen gaat de besmetting bij kinderen onopgemerkt voorbij:
(10 à 15% van de Belgen jonGeografische distributie van de infectie van het Hepatitis A virus ger dan 15 jaar), maar dat wil nog niet zeggen dat het gevaar helemaal geweken is. De belangrijkste bron van besmetting met hepatitis A in België komt nu van die groep mensen die reizen maken naar gebieden waar de elementaire hygiënische regels niet altijd gerespecteerd worden (endemische zones, overbevolkte gebieden, enz.). Het risico om hoog risico besmet te geraken is altijd en laag risico overal reëel. Réf: Prof.R.Steffen (2004) Leefgemeenschappen (kribbes, instellingen voor mentaal gehandicapten, enz.) worden overigens af en I ofwel omdat er geen symptomen zijn toe geconfronteerd met een kleine epidemie. I ofwel omdat de symptomen niet specifiek zijn voor hepatitis (grieperig gevoel, vermoeidheid, spijsverteringsstoornissen, In endemische gebieden waar het virus enz.) en niet langer aanhouden dan een vaak voorkomt, doet 90% van de aantal dagen (3 à 7 dagen).
gevallen van hepatitis A zich voor bij kinderen jonger dan tien jaar.
Dat is wat men de asymptomatische vorm van hepatitis noemt. Ze komt vooral voor bij
5
A
kindjes jonger dan vijf jaar en verdwijnt meestal spontaan na twee à drie weken.
Hoe wordt hepatitis A behandeld?
Maar hepatitis A kan zich ook in meer uitgesproken vorm voordoen en dat is vaker het geval bij volwassenen. In dat geval is er sprake van de symptomatische vorm van de ziekte die gepaard
Er is geen specifieke behandeling voor hepatitis A. De patiënt wordt aangeraden om te rusten om de zwakte door vermoeidheid te compenseren. De patiënt moet er vooral over waken dat hij zijn omgeving
Hepatitis A: beknopt verslag I
Bij kinderen jonger dan zes jaar is 70% van de gevallen asymptomatisch en goedaardig
I
Bij adolescenten en volwassenen is 70% van de gevallen symptomatisch
I
De ziekte kan enkele weken tot zes maanden duren en gepaard gaan met intense vermoeidheid die het normale leven bemoeilijkt (lang herstel)
I
Een besmet iemand geeft de infectie door aan iemand anders gedurende een periode van twee weken. Een periode tijdens dewelke hij geen symptomen ervaart wegens de incubatietijd van de infectie. Dat verklaart waarom explosieve epidemieën zich kunnen voordoen, ook in België.
I
Fulminante hepatitis maakt een ziekenhuisopname noodzakelijk.
gaat met typische symptomen als geelzucht (icterus), donker gekleurde urine, verkleurde stoelgang, vermoeidheid, verminderde eetlust, spijsverteringsstoornissen, enz. Soms verloopt de ziekte echt fulminant met een zeer uitgesproken vorm leverfalen die snel kan optreden (fulminante hepatitis). Het risico op overlijden loopt op bij personen boven de 40 jaar, tot 2 op 100.
6
niet besmet (niet uit eenzelfde glas drinken, regelmatig de handen wassen, enz.). Om het risico te beperken kunnen mensen die in contact komen met een besmet iemand zich best zo snel mogelijk laten vaccineren. De incubatietijd* van hepatitis A bedraagt 15 à 45 dagen. De omgeving van de patiënt heeft dus de tijd om zich doeltreffend te laten beschermen met een vaccin omdat het twee weken na de toediening al immuniteit verschaft. Op die manier kan de ziekte de pas afgesneden worden. * Incubatietijd: periode die loopt van de contact met het virus tot het opduiken van de eerste symptomen.
Hoe kan je je doeltreffend beschermen tegen het HAV? Door je te laten vaccineren. Het vaccin tegen HAV is de enige manier om de lever moeilijkheden te besparen.
Het gecombineerd vaccin bestaat in een kinderdosis (van 1 tot 15 jaar en in een volwassenenversie (vanaf 16 jaar). Het kan ook gebruikt worden voor het versneld vaccineren met de toediening van vier doses: I dosis 1: dag 0 I dosis 2: dag 7 I dosis 3: dag 21 I dosis 4: 12 maanden na de eerste injectie.
Volledige vaccinatie tegen HAV met een monovalent vaccin (alleen tegen hepatitis A) bij volwassenen bestaat uit twee injecties in de bovenarmspier (M. Deltoideus): I een injectie met een eerste dosis I een herhalingsvaccin met een tweede dosis 6 à 12 maanden later.
“Met een volledig vaccinatieschema zijn gezonde individuen levenslang doeltreffend beschermd tegen hepatitis A en hepatitis B”.*
Dit soort vaccin bestaat in een kinderdosis(1 à 15 jaar) en een volwassenendosis (vanaf 16 jaar).
Personen die al hepatitis A hadden, zijn levenslang beschermd.
Het vaccin biedt na dertien dagen doeltreffende bescherming aan 76% van de gevaccineerden, na negentien dagen aan 100% (2). De eerste injectie biedt bescherming voor een periode van een jaar; de volledige toediening van de twee vaccins biedt, op basis van de huidige gegevens, levenslange bescherming, met aanwezigheid van antistoffen voor minstens 25 jaar! Men kan zich ook efficiënt beschermen tegen hepatitis A en B met een gecombineerd vaccin. In dat geval bestaat de vaccinatie uit drie injecties in de bovenarmspier: I een injectie met een eerste dosis I een injectie met een tweede dosis, een maand na de eerste I een injectie met een derde en laatste dosis zes maanden na de eerste injectie.
Wie moet zich laten vaccineren tegen hepatitis A? Reizigers naar endemische gebieden Homoseksuelen en biseksuelen I Lever-transplantatie kandidaten I Patiënten met chronisch leverlijden (w.o. patiënten met hepatitis C) I Hemofiliepatiënten I Contactpersonen van een hepatitis A patiënt I Personeel en residenten van instellingen voor mentaal gehandicapten I Jonge kinderen van migranten I I
Het beste wat u kunt doen, is raad vragen aan uw huisarts of uw apotheker.
* P. Van Damme: Lancet 2003, International Consensus Group on Hepatitis A Virus Immunity; Lancet 2000, European Consensus Group on Hepatitis B Immunity.
7
B
Hepatitis B Hepatitis B is een ernstige en geniepige leverinfectie. Meestal is ze asymptomatisch en wereldwijd zijn er heel wat mensen besmet met het virus zonder dat ze het weten. Ze zijn evenwel besmettelijk en vormen een bron van besmetting voor de anderen. Het belangrijkste risico van hepatitis B is dat de ziekte chronisch kan worden en tot cirrose en leverkanker kan leiden. Leverkanker is vaak dodelijk.
(direct en indirect) via besmet bloed en/of lichaamssecreties (bloed, speeksel, sperma, vaginaal vocht, enz.). Urine, uitwerpsleen, transpiratie, en moedermelk kunnen de infectie niet overbrengen. Besmetting treedt op bij: niet beschermde seksuele contacten met iemand die hepatitis B doormaakt of drager is I contact met besmet bloed (injecties, transfusies*) I overdracht via besmet medische en tandzorg instrumenten I acupunctuur, tatoeages, piercings, besmette naalden I gemeenschappelijk gebruikte tandenborstel, scheertoestel, washandjes, nagelknippers, enz. I speeksel I enz. I
Hoe wordt de ziekte veroorzaakt? Het Hepatitis B Virus (HBV) besmet de mens door zich in levercellen te nestelen, welke op hun beurt door het immuunsysteem vernietigd kunnen worden.
Hoe besmet het HBV de mens? I
Het hepatitis B virus wordt vooral doorgegeven van de ene persoon op de andere
Concentratie van het hepatitis B virus in verschillende lichaamssecreties
8
Hoog
Gematigd
Bloed Serum Vochtige wonde
Sperma Vaginale secretie Speeksel
Zwak/niet opspoorbaar Urine Uitwerpselen Transpiratievocht Tranen Moedermelk
* Het risico om hepatitis B in België op te lopen via een transfusie is onbestaande. Dat is niet het geval in heel wat andere landen.
PS: Het virus kan ook doorgegeven worden van mens op mens van een klein wondje naar een ander klein wondje, dit noemt men ook horizontale transmissie. Het virus kan ook overgedragen worden van moeder op kind bij de bevalling. Dat is wat men perinatale transmissie noemt.
Waar kan men het HBV oplopen? Het risico om besmet te geraken met het hepatitis B virus is natuurlijk groter in endemische gebieden zoals Afrika, Zuid-Oost Azië, China of Zuid-Amerika. Maar iedereen kan ook in België besmet worden, ook zonder expliciet risicogedrag. Dat is bijvoorbeeld het geval bij professionele gezondheidszorgers, personeel in instellingen (kribbes, rusthuizen, verblijven voor mensen met een handicap, gevangenissen, enz.), bij patiënten die hemodialyse moeten ondergaan, chronische leverpatiënten, mensen uit de omgeving van iemand met hepatitis B, enz.
Bij 1/3 van de besmette personen, weet men niet wat de besmettingsbron was.(3) Wat gebeurt er als het virus de mens besmet?
Het klinisch beeld van hepatitis B kan variëren naargelang de wijze waarop het immuunsysteem reageert op de infectie. Bij een sterke immunologische reactie ontstaat het beeld van een acute hepatitis B, met het optreden
van karakteristieke symptomen en van icterus (geelzucht). In enkele zeldzame gevallen evolueert (1% van de gevallen) ze naar een zeer ernstige vorm die zelfs dodelijk kan zijn, we spreken dan over fulminante hepatitis B. Hepatitis B kan zich ook op een minder uitgesproken wijze manifesteren (maar niet minder gevaarlijk), naargelang het type van de besmette persoon (zuigeling, kind, volwassene) en de immunitaire reactie doorloopt zij dan verschillende evolutiestadia, we hebben het in dit geval over chronische hepatitis B. I Bij infectie van immuuncompetente volwassenen is het risico op chronische hepatitis B minder dan 10%. I Bij het kind van 1-5 jaar bedraagt het risico 20 à 50%. I Bij pasgeborenen ligt het risico op het ontwikkelen van chronische hepatitis B zeer hoog, namelijk 90%. Het doorgeven van de antigenen van de moeder via de placenta maakt het zich ontwikkelend immuunsysteem van de foetus tolerant, voor het hepatitis B virus.
Enkele scenario’s: I
Bij infectie van de pasgeborene: het immuunsysteem tolereert de aanwezigheid van het virus gedurende een periode van 10 tot 30 jaar, periode tijdens dewelke het virus zich sterk vermenigvuldigt (replicatieve fase van het virus). Na 20 à 30 jaar verdwijnt de tolerantie en bemerken we een transiënte stijging van de transaminasen (leverenzymen waarvan een verhoging wijst op een hepatitis infectie) welke kan gevolgd worden door een nonreplicatieve
9
B
fase van het virus. Er kunnen evenwel ook herhaalde reactivaties voorkomen waarbij herhaalde episoden van hepatitis leiden tot cirrose of het ontstaan van een hepatocellulair carcinoom. I Bij infectie op kinder- of volwassen leeftijd: we bemerken een initiële replicatieve fase (fase waarin het virus zich vermenigvuldigt) met verhoging van de transminasen, wat wijst op chronische hepatitis, die ook op termijn kan evolueren tot levercirrose of leverkanker. In bepaalde gevallen, komt de patiënt in een nonreplicatieve fase, het virus vermenigvuldigt zich niet meer, de transminasen normaliseren en er wordt geen ontsteking van de lever waargenomen. De patiënt wordt als een “gezonde drager” beschouwd (hij draagt het virus
In België hebben 800.000 mensen hepatitis B en zijn 80.000 personen drager van het virus.
maar vertoont geen ziektebeeld). Een reactivatie van het virus is echter steeds mogelijk namelijk in het geval van immuunsuppressie. Samengevat: hoe langer de replicatieve fase duurt, hoe slechter de prognose zal zijn I het risico dat een chronische hepatitis B evolueert naar een cirrose bedraagt 12 à 20% elke 5 jaar I het risico dat een cirrose evouleert naar leverkanker bedraagt 6 à 15% elke 5 jaar I het risico op kanker bij “gezonde dragers” is heel klein. I
Hoe wordt hepatitis B behandeld? Dankzij antivirale geneesmiddelen en nieuwe interferonen, kan men hepatitis B vandaag met relatief succes behandelen: niet meer dan 15 à 25% van de behandelde patiënten geneest, maar niet zonder een aantal erg onaangename neveneffecten. Het
Mogelijke evolutie van het virus bij kinderen Infectie met het HBV Asymptomatisch (90-95%) Genezing
10
Levercirrose
Symptomatisch (5-10%) Dragers van het HBV (70-90%)
Genezing
Chronische hepatitis B (30-50%)
Genezen dragers Leverkanker Tijdschr. voor Geneeskunde,1997, 53, 18.
virus blijft wel zitten in het organisme van de besmette patiënt. Maar door het virus inactief te maken, kunnen besmette personen er mee leven zonder dat het virus zich uit. Hepatitis B is een gecompliceerde vorm van hepatitis die maar beter vermeden kan worden. Vaccinatie is dan ook aan te raden om het risico op besmetting te beperken.
Hoe kan men zich beschermen tegen het HBV? Preventieve maatregelen nemen om besmetting te vermijden: I condooms gebruiken (beschermd seksueel contact) I geen naalden delen I geen persoonlijke voorwerpen delen (tandenborstel, nagelknipper, scheerapparaat, enz.) I enz. Zich laten vaccineren om zich te beschermen tegen infectie en tegen verwikkelingen:
Bij volwassenen: Vaccinatie bestaat uit drie injecties in de bovenarmspier: I 2 injecties met een interval van 1 à 2 maanden I een derde injectie 6 maanden later Het kan ook gebruikt worden voor het versneld vaccineren met de toediening van vier doses: I dosis 1: dag 0 I dosis 2: dag 7 I dosis 3: dag 21 I dosis 4: 12 maanden na de eerste injectie. Bij kinderen: Vaccinatie is aanbevolen vanaf de leeftijd van twee maanden met een hexavalent (6 vaccins in 1, waaronder ook het hepatitis B vaccin) vaccin dat bestaat uit vier injecties in de anterolaterale voorkant van de dij (en niet in de bilspier) I 3 injecties met een interval van 1 maand (de eerste op de leeftijd van 2 maanden, de tweede op de leeftijd van 3 maanden en de derde op de leeftijd van 4 maanden)
Mogelijke evolutie van hepatitis B bij volwassenen
Infectie met het HBV Asymptomatisch (60-70%) Genezing
Symptomatisch (30-40%)
Genezing Dragers van het HBV (6-10%)
Ziekenhuisopname (4-6%)
Chronische hepatitis B Levercirrose
Genezing
OVERLIJDEN Leverkanker Tijdschr. voor Geneeskunde,1997, 53, 18.
11
B
een vierde injectie tussen de leeftijd van 13 tot 18 maanden Vaccinatie is ook eveneens aanbevolen voor 11 à 12 jarigen in België, met een monovalent vaccin (3 injecties). Het vaccin tegen hepatitis B bestaat in kinderdosis (tot 15 jaar) en een volwassenendosis (vanaf 16 jaar).
I
Het vaccin is zo doeltreffend dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) aanbeveelt om: I pasgeborenen of zuigelingen en/of adolescenten te vaccineren, afhankelijk van de aanwezigheid van HBV in de respectieve landen; I risicopersonen te vaccineren: mensen in de gezondheidszorg, mensen die samenleven met een besmet iemand, druggebruikers, mensen met verschillende seksuele partners, reizigers, mensen die in een instelling leven, enz. “Als het vaccinatieschema volledig uitgevoerd wordt, biedt het vaccin bij gezonde mensen
een levenslange bescherming en is het niet nodig een herhalingsvaccin te laten toedienen, tenzij bij personen bij wie het immuniteitssysteem verzwakt is (aids, kanker, enz.)”. * Men kan zich ook gelijktijdig tegen hepatitis A en B laten vaccineren met een gecombineerd vaccin (A + B). In dat geval bestaat de vaccinatie uit drie injecties in de bovenarmspier: I 1 injectie met een eerste dosis I 1 injectie met een 2 dosis, een maand na de eerste I 1 injectie met een derde en laatste dosis 6 maanden na de eerste injectie. Het gecombineerd vaccin bestaat in een kinderdosis (van 1 tot 15 jaar en in een volwassenenversie (vanaf 16 jaar). Het kan ook gebruikt worden voor het versneld vaccineren met de toediening van vier doses: I dosis 1: dag 0 I dosis 2: dag 7 I dosis 3: dag 21 I dosis 4: 12 maanden na de eerste injectie. “Na een volledig vaccinatieschema, biedt het vaccin een levenslange bescherming tegen hepatitis A en B”.*
Hepatitis C Hepatitis C is een Virale aandoening. Hepatitis C wordt veroorzaakt door het HCV. Het virus besmet het menselijke organisme en tast ook de lever aan. Besmetting gebeurt vooral via contact met besmet bloed. Besmetting via seksuele weg is zeldzaam en dat geldt ook voor de transmissie van moeder op kind bij de bevalling. Het HCV komt vooral voor in ontwikkelde landen. Heel wat besmette personen blijven drager (op 100 patiënten blijven er 80 drager en de ziekte verdwijnt spontaan bij de overige 20). Het virus houdt ook een risico in op evolutie naar chronische hepatitis C met verwikkelingen zoals cirrose en leverkanker. Sommige infecties met hepatitis C kunnen vandaag met succes behandeld worden met geneesmiddelen (antivirale middelen en interferonen), afhankelijk van het oorzakelijk virustype. Men kan ook genezen van hepatitis C en het virus kwijt geraken, maar er is helaas geen enkel vaccin dat bescherming biedt tegen hepatitis C.
12
* P. Van Damme: Lancet 2003, International Consensus Group on Hepatitis A Virus Immunity; Lancet 2000, European Consensus Group on Hepatitis B Immunity.
Hepatitis A en B: een enquête Virale hepatitis A en B zijn infectieziekten die vaak voorkomen en die een aanzienlijke weerslag kunnen hebben op de levenskwaliteit en de gezondheid van elk en iedereen. Toch lijken ‘de mensen’ niet erg veel te weten over hepatitis en beseffen ze vaak niet dat vaccins doeltreffend zijn om de infectieziekten te voorkomen.
Om te weten te komen over hoe het grote publiek en het medisch korps denken over hepatitis A en B en over de bescherming tegen beide ziekten, werd in maart 2005 een spiegelenquête * uitgevoerd bij 716 Belgen thuis ** en bij 961 artsen via een vragenlijst. De resultaten van de enquête tonen aan dat het heel wat beter kan met de informatie over hepatitis A en hepatitis B. Meer nog, meer kennis is een noodzaak.
Hepatitis, is dat erg? In het algemeen beschouwen de meeste ondervraagden (61%) hepatitis als een matig ernstige tot ernstige ziekte. In vergelijking met andere ziekten, menen de Belgen dat hepatitis ernstiger is dan griep of bronchitis, bijna zo ernstig als astma, maar minder erg dan kanker.
Wie, wanneer en hoe? Hepatitis = geelzucht 35% van de ondervraagden omschrijft hepatitis als een leverziekte, maar 90% van de respondenten die over hepatitis hoorde praten denkt systematisch aan geelzucht. 10% van de bevraagde Belgen heeft nog nooit horen praten over hepatitis en bij 5% doet het woord hepatitis niet één belletje rinkelen. Niet meer dan één Belg op de tien weet dat er verschillende soorten hepatitis zijn (A,B en C). Nochtans werd 31% van de Belgen al ooit geconfronteerd met de ziekte omdat ze iemand kennen die hepatitis had. Maar het is duidelijk dat ze zich daarbij geen vragen stelden, zo blijkt uit de enquête.
Heel wat mensen denken dat hepatitis doorgegeven wordt via bloed, speeksel en seksuele contacten. Ze vergelijken de besmettingswijze van hepatitis met die van aids. Niet veel Belgen hebben het in verband met hepatitis over slechte hygiënische omstandigheden (niet meer dan 12%) en contacten van persoon tot persoon (12%). Belgen weten wel dat ze een risico lopen, vooral als ze drugs nemen (26%), als ze in contact komen met iemand die hepatitis heeft (25%) of als ze gaan reizen (20%). Maar weinig Belgen denken er aan hun handen te wassen na een bezoek aan het toilet (11%).
13
Een vaccin? Meer dan de helft van de mensen die geantwoord hebben (53%) weet dat er vaccins zijn om zich tegen hepatitis A en B te beschermen, maar dat wil niet zeggen dat ze ook gevaccineerd zijn. 19% weet niet dat er vaccins zijn en van de 28% die zegt gevaccineerd te zijn, weet 17% niet tegen wat!
De motivatie om zich te laten vaccineren is veelal persoonlijk. Dat is zo in 30% van de gevallen, terwijl 28% zich liet informeren door een arts. In niet meer dan 2% van de gevallen gaat het om advies van de apothekers, een percentage dat net zo laag is als dat van reisagentschappen. Als mensen zich niet laten vaccineren, dan is dat vooral omdat ze er niet aan denken
14
(51%) en omdat ze niet gesensibiliseerd zijn (24%). De kosten zijn maar voor 5% van de Belgen de reden waarom ze zich niet laten vaccineren. Als ze meer informatie hadden over de ziekte, de symptomen en de besmettingswijze zou 72% van de bevraagde Belgen gemotiveerd zijn om zich te laten vaccineren. Dat percentage stijgt tot 80% als het gaat over informatie in het kader van buitenlandse reizen.
Die enquête toont ook dat de patiënten verwachten meer informatie te krijgen van hun arts over vaccins.
* Enquête uitgevoerd door het studiebureau Ipsos in samenwerking met CMP Medica Belgium via Artsenkrant en haar website die alleen toegankelijk is voor professionelen. * * Een representatief staal van de Belgische bevolking tussen 20 en 60 jaar oud.
Inhoudstafel • Inleiding
2
• Hepatitis A Hoe wordt de ziekte veroorzaakt? Hoe besmet het HAV de mens? Waar kan je het HAV oplopen? Wat gebeurt er wanneer het virus de mens besmet? Hoe wordt hepatitis A behandeld? Hoe kan je je doeltreffend beschermen tegen het HAV? Wie moet zich laten vaccineren tegen hepatitis A?
4 4 4 5 6 7 7
• Hepatitis B
Hoe kan men zich beschermen tegen het HBV?
8 8 9 9 10 11
• Hepatitis A en B: een enquête
13
Hoe wordt de ziekte veroorzaakt? Hoe besmet het HBV de mens? Waar kan men het HBV oplopen? Wat gebeurt er als het virus de mens besmet? Hoe wordt hepatitis B behandeld?
Ref.: (1) WHO: www.who.int/emc. hepatitis A, p.12 (2) Van Damme P & Van Herck K: Expert Rev Vaccines, 2004, 3, 3, 249 (3) Poland GA et al; NEJM, 2004, 351, 2832 Informatie: www.iph.fgov.be/ncvh - www.belgium.be/eportal - www.vhpb.org - www.cdc.gov/hepatitis - www.who.int/emc
Horzelstraat 100 - 1180 Brussel - Tel.: 02/333 34 11 FAX: 02/ 332 39 58 Verantwoordelijk uitgever: Jean-Pierre Dehaspe Directeur van de uitgave: Pierre Dory - Hoofdredactrice: Nathalie Dumont
Vaccinatie tegen hepatitis A en B
Ik teken meteen een contract voor het leven!
Hepatitis A en B zijn virussen die de levercellen aantasten. Deze infecties kunnen in sommige omstandigheden fataal aflopen. 1
Het Hepatitis B virus is besmettelijker dan het HIV virus (AIDS). Een kleine hoeveelheid bloed volstaat om een Hepatitis B infectie te veroorzaken die, indien chronisch, kan leiden tot een levercirrose en leverkanker.
Hepatitis A
1
kan worden doorgegeven door besmet voedsel of water. Niemand is veilig. Zowel als U op reis vertrekt of als U in België verblijft, denk eraan U te laten vaccineren.
EEN EENVOUDIGE VACCINATIE GEEFT EEN LANGDURIGE BESCHERMING
www.gezondheidenpreventie.be
G E Z O N D H E I D / P S Y C H O / R E L AT I E S
ASL
2005/VAC/238
1. New England Journal ofMedicine 2004; 351:2832-8, http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs204/en • 2. Clinical Infectious Disease 2004; 38:705-15