IK01 Impuls 12
05-01-2009
11:48
Pagina 1
Katern voor scholing, her- en bijscholing
12 Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB januari 2009
inHoud 1
Basiskennis
Hemelwaterafvoer
5
Hemelwaterafvoer
Otib nieuws Op particulier terrein is in eerste instantie de eigenaar verantwoordelijk voor de afvoer van hemelwater. Bij voorkeur moet dit worden hergebruikt, naar oppervlaktewater worden gevoerd of in de bodem worden geïnfiltreerd. Pas als dit in redelijkheid niet van de eigenaar kan worden verlangd, neemt de gemeente die verplichting over. De gemeente bepaalt dan hoe zij het hemelwater verwerkt. In veel bestaande woningen is de afvoer van hemelwater en afvalwater gecombineerd. In veel gevallen zelfs gecombineerd met het gemeentelijke rioleringsstelsel. Aandacht voor de hemelwaterafvoer van een gescheiden riolering binnen de perceelsgrenzen. Door: Han Brouwer-Keij Steeds meer gemeenten stellen bij nieuwbouw de benutting van hemelwater binnen de perceelsgrenzen verplicht. Het hemelwater moet zo mogelijk worden gebruikt voor toiletspoeling of voor procesinstallaties. Als dit niet mogelijk is, kan infiltratie in de bodem en lozing op oppervlaktewater een goede alternatieve oplossing zijn. Het waterschap kan echter nog aanvullende eisen stellen. Het kan bijvoorbeeld als eis stellen dat de eigenaar het hemelwater dat van oppervlakten komt die met zware metalen zijn bedekt (koper, lood en zink), ontdoet van die zware metalen. Omdat benzine en olie niet in de bodem of op oppervlakte mogen worden geloosd, zeker niet in hemelwaterinfiltratiegebieden, geldt in een aantal gemeenten een verbod om voor de deur de auto te wassen. In veel gevallen wordt in die wijk een centrale autowasplaats aangelegd. Een zandvanger en olie- en benzineafscheider reinigen het waswater alvorens het op oppervlaktewater te lozen of in de bodem te infiltreren.
1. Hemelwaterinfiltratiegebied.
Plaats van hemelwaterafvoer De binnenriolering voor hemelwaterafvoer eindigt op 0,5 m buiten de gevel en mag zowel binnen het gebouw als aan de gevel
De belangrijke normen en richtlijnen zijn: - NEN 3215, Binnenriolering – Eisen en bepalingsmethode (september 2007). - NTR 3216, Binnenriolering - Richtlijnen voor ontwerp en uitvoering. - Kleintje Riolering van Isso.
12 1
IK01 Impuls 12
05-01-2009
11:48
Pagina 2
hemelwaterafvoer
2. Centrale autowasplaats.
worden aangelegd. De aanleg langs de buitengevel verdient de voorkeur, omdat dan de overlast bij verstopping of lekkage beperkt is. Als de eigenaar kiest voor hemelwaterafvoeren binnen het gebouw dan zal hij deze zeer goed moeten isoleren ter voorkoming van vochtproblemen door condensatiewater en geluidsoverlast door stromende water. Die isolatie moet daarvoor zijn afgewerkt met een zware laag (bijvoorbeeld loodfolie) voor de geluidsisolatie en een dampremmende laag aan de buitenkant om condensatie te voorkomen. Leidingen in en onder gebouwen en leidingen in de grond moeten een rioleringskwaliteit hebben (pvc 3,2 mm); langs de gevel mogen ze van dunwandig kunststof zijn (pvc 1,8 mm). Loopt de verticale leiding langs openbaar terrein, dan moet het onderste deel van slagvast materiaal zijn, zoals gegalvaniseerd staal of slagvast kunststof.
- bij een plat dak, dakafvoer met onderuitloop of zijuitloop; - bij een hellend dak, gootuitloop; - aansluitleiding/Standleiding; - verzamelleiding; - standleiding; - grondleiding; - ontlastput; - terreinleiding.
Onderdelen van hemelwaterafvoer Een hemelwaterafvoersysteem bestaat uit de volgende onderdelen: 12 2
3. Hemelwaterafvoer met en zonder slagvast ondereind.
Principewerking van hemelwater-afvoeren Er zijn twee principes waarop het hemelwater kan worden afgevoerd: - overlaatstroming (traditioneel systeem); - UV-systeem (gesloten stroming). Het overlaatstromingprincipe kan overal worden toegepast. Het UV-systeem wordt hoofdzakelijk toegepast voor grote platte daken. Er zijn twee verschillen tussen beide systemen. Bij overlaatstroming heeft de afvoerleiding een grote doorsnede (meestal 80 of 100 mm) en loopt het hemelwater onder natuurlijk verval vanaf het dak in de afvoerleiding, waarbij in het midden een kern van lucht bestaat. Als de afvoerhoeveelheid toeneemt, verdwijnt de luchtkern en wordt de stroming instabiel. Daardoor wordt de afvoer belemmerd en neemt de drijfhoogte van het water op het dak toe. Bij overlaatstroming dient de beugeling hoofdzakelijk om de gevulde leidingen te dragen. De verbindingen in de leidingen hoeven niet drukdicht te zijn als de leidingen buiten langs de gevel lopen. Een afwaterende insteekverbinding is voldoende. De doorsnede van de leidingen van een UV-systeem is veel kleiner (meestal 40 of 50 mm) dan bij de overlaatstroming en zijn geheel gevuld met water. Door de speciale verdiepte constructie van de dakafvoer ligt de drijfhoogte in de afvoer en niet op het dak. Tevens wordt voorkomen dat er lucht mee wordt gezogen. Hierbij wordt het dak met grote snelheid leeggeheveld. In het UV-systeem (ook wel volvulsysteem genoemd) zitten geen stankafsluiters. Onderaan het UV-systeem stroomt het
IK01 Impuls 12
05-01-2009
11:48
Pagina 3
hemelwaterafvoer
water in een afvoersysteem met grote middellijn. Vanaf daar stroomt het hemelwater onder natuurlijk verval verder. Bij het UVsysteem dient de beugeling niet alleen om de gevulde leidingen te dragen, maar ook om de krachten van de snelle stroming op te vangen. Alle verbindingen in de leidingen moeten daarom drukdicht zijn, ook als de leidingen buiten langs de gevel lopen. Bij kleine regenhoeveelheden komt de hevelwerking niet op gang, maar werkt het UV-systeem hetzelfde als een overlaatstroming.
Stankafsluiters Dakafvoeren en gootuitlopen zijn in principe bedoeld voor de afvoer van hemelwater. In het verleden werden ze echter ook wel gebruikt voor de be- en ontluchting van de riolering. Onbedoelde verbindingen tussen het hemelwatersysteem en de riolering kunnen voor stank zorgen. Vanuit balkonafvoeren en dakterrassen mogen echter geen rioolgassen vrijkomen. Vanuit dakafvoeren en gootuitlopen mag dat niet als ze hinder veroorzaken. Om aan deze eisen te kunnen voldoen gelden drie regels. 1.Als de hemelwaterleiding op een rioolstelsel is aangesloten, moet tussen de hemelwaterafvoerleiding en de buitenriolering een stankafsluiter zijn opgenomen. (NB: Deze eis geldt niet als de dakafvoeren en gootuitlopen zich bevinden op meer dan 6 m van een ventilatietoevoeropening in hetzelfde dakvlak, een ventilatietoevoeropening in een opgaande gevel op dat dakvlak of een dakterras. De eis vervalt eveneens als zij zich op meer dan 3 m bevinden van een ventilatietoevoeropening, raam of luik in het dakvlak aan de andere kant van de nok en ten minste 1 m hoger). 2.De hoogte van het waterslot van een stankafsluiter in een hemelwaterafvoerleiding moet minstens 100 mm zijn. 3.De stankafsluiter moet goed bereikbaar zijn voor controle en reiniging.
Ontlastputten Als de buitenriolering verstopt is of overvol door piekbelasting, moet het hemelwater veilig over het maaiveld kunnen stromen via een ontlastput bij de gevel. De doelen van een ontlastput zijn: - voorkomen dat afvalwater via lozingstoe-
dakvlak
standleiding
dakafvoer
hwa vezamelleiding
dakgoot
standleiding ontlastput (evt.)
standleiding
grondleiding
4. Onderdelen hemelwaterafvoerleiding.
5. Drijfhoogte bij overlaatstroming.
standleiding
drijfhoogte H
6. Principe van een
verhindering van luchtstroming
UV-
dakafvoer.
UV-inlaat
stellen het gebouw in stroomt (vooral bij een gemengd stelsel, maar ook bij lozing op buffervoorzieningen en infiltratie); - zorgen dat het hemelwaterafvoersysteem blijft werken, zodat wordt voorkomen dat het water in de leidingen en op het dak blijft staan. De ontlastput moet iets boven het maaiveld zijn aangebracht, zodat het hemelwater vanaf het maaiveld niet bij elk buitje via de ontlastput in de afvoer loopt. Ontlastputten moeten minstens de capaciteit hebben van de erop aangesloten hemelwaterafvoeren. Ze kunnen daarom eenvoudig zijn als ze onderaan de standleidingen langs de gevel worden geplaatst. Bij
grotere capaciteit en als een ontlastput is geplaatst tussen de binnen- en de buitenriolering, is een wat groter exemplaar nodig.
Spuwers en noodoverlaten Er kunnen ook verstoppingen ontstaan in de dakafvoeren of in de leidingen in of onder het gebouw. Bovendien is de regenintensiteit statistisch eens in de vijf jaar groter dan waarmee wordt gerekend. Vooral bij platte daken zou dit tot problemen kunnen leiden door het grote gewicht van het water. Om te voorkomen dat het dak instort door het gewicht van het water worden noodoverlaten toegepast. Niet de installateur, maar de constructeur berekent 12 3
IK01 Impuls 12
05-01-2009
11:48
Pagina 4
hemelwaterafvoer
systeem stagneert. Bovendien geldt daarom dat het dak moet zijn opgedeeld in kleine vlakken die elk een afzonderlijke verzamelleiding hebben en dat elke UV-noodafvoer moet zijn aangesloten op een afzonderlijke leiding met vrije uitloop boven het maaiveld. Op plaatsen waar noodoverlaten niet nodig zijn, maar waar het waterniveau wel boven de waterdichte lijn van het dak kan komen, worden spuwers toepast. Spuwers zijn veel kleiner dan noodoverlaten en hebben uitsluitend een signaalfunctie.
bovenaanzicht
doorsnede
rooster
7. Eenvoudige ontlastput onderaan de standleiding langs de gevel.
Ontstoppingsmogelijkheden
de plaats en de grootte van de noodoverlaten. Deze zit altijd iets hoger dan de uitloop voor de hemelwaterafvoer. De constructeur gaat hierbij uit van de voorschriften die in NEN 6702 en NPR 6703 zijn genoemd. Noodoverlaten moeten geheel zijn gescheiden van het hemelwaterafvoersysteem en, al of niet via een eigen leidingsysteem, goed zichtbaar lozen boven het maaiveld. Bij UV-systemen moet worden voorkomen dat lucht wordt aangezogen, waardoor het
Om het hemelwaterafvoersysteem te kunnen controleren op een goede werking en te kunnen ontstoppen en te reinigen, moeten de volgende ontstoppingsmogelijkheden aanwezig zijn: - uitneembare blad- en vuilvangers in dakafvoeren en gootuitlopen; - goed te bereiken dakafvoeren en gootuitlopen om de leidingen te ontstoppen en te reinigen; - ontstoppingsmogelijkheid op stankafsluiters;
uitneembaar waterslot
8. Ontlastput onder standleiding (boven) en in de grondleiding (onder).
Hemelwaterafvoer door middel van gesloten stroming (UV-systeem) Bekijk de film op www.youtube.com/installtv
12 4
IK01 Impuls 12
05-01-2009
11:48
Pagina 5
hemelwaterafvoer
otib nieuws
9. Noodafvoer (grote doorlaat).
10. Spuwer (kleine doorlaat).
11. Leidingbreuk.
- bij de overgang van grondleiding naar de buitenriolering moet aan de buitenkant, binnen 0,5 m van de gevel, een ontstoppingsmogelijkheid zijn aangebracht; - goed te bereiken ontstoppings- en inspectievoorzieningen.
- dakuitlopen en aansluitend dakvlak (verstopping); - bladvangers (aanwezig, schoon en heel); - goten (bladeren, vuil, aansluiting van de hemelwaterafvoer); - bevestigingsmiddelen (ligt de leiding nog op het juiste afschot, breuk); - verbindingen (beschadiging, uitgezakt, lekkage); - stankafsluiters (zand en vuil verwijderen, waterslot weer vullen); - ontlastputten (zand en vuil verwijderen en afvoeren, rooster heel, afspuiten met hogedrukreiniger, na reiniging waterslot weer vullen); - vul het onderhoudsrapport in.
van ernstige verstopping, beschadiging of verzakking waardoor hydraulische afsluiting of breuk van leidingen kan ontstaan. Het curatief onderhoud is afhankelijk van de situatie. In afbeelding 11 is een leidingbreuk weergegeven. Bij curatief onderhoud moet vaak niet alleen de gebroken leiding worden gerepareerd. Het kan wel eens nodig zijn om de hele ‘spinnenkop’ van leidingen te verwijderen en te vervangen door een systeem dat de krachten van zakking wel kan opvangen.
Onderhoud Onderhoud van hemelwaterafvoersystemen kan worden onderverdeeld in onderhoud om klachten en storingen te voorkomen (preventief onderhoud) en onderhoud om klachten en storingen op te lossen (curatief onderhoud).
Werkvolgorde preventief onderhoud Controleer visueel of onderhoud, reparatie of reiniging van de volgende onderdelen nodig is en voer dit zonodig uit:
Curatief onderhoud Bij curatief onderhoud is meestal sprake
Haal meer uit uw personeel en organisatie Werknemers zijn cruciaal voor het succes van elk bedrijf. Je personeel is tenslotte de sleutel tot jouw klanten. Personeelsbeleid is dan ook van groot belang. Otib ondersteunt je op dit terrein via het project Eerste Hulp bij Personeel en Organisatie. Dit project biedt jou of je leidinggevenden binnen je bedrijf bouwstenen om meer uit het P&O-beleid te halen. De bouwstenen van Eerste Hulp zijn: - Checklists Handige tips voor typische P&O-taken, zoals werven van een nieuwe medewerker of voeren van een functioneringsgesprek. - Adviseur Eerste Hulp Je kunt tijdelijke hulp krijgen van een professionele adviseur die je ondersteunt bij
de ontwikkeling van het personeelsbeleid. - BOP cd-rom Met deze cd-rom kun je in zeven stappen digitaal een opleidingsplan voor je bedrijf opstellen. - Cursusoverzicht Otib heeft een aantal cursussen ontwikkeld op het gebied van personeel en organisa-
tie, specifiek voor de branche. Wil je hiervan gebruikmaken, dan helpt dit overzicht je bij de juiste keuze. - Informatieve website Op www.otib.nl/eerstehulp tref je meer informatie aan over het project. De bouwstenen zijn gebundeld in een leuk pakket dat een handig naslagwerk vormt voor elk bedrijf! Wil je informatie opvragen of het pakket bestellen, dan kun je de website www.otib.nl/eerstehulp raadplegen of bellen met de servicedesk van Otib via 0800 - 885 58 85 (gratis).
12 5